Cover
Aloita nyt ilmaiseksi ONO_Qatna_25-26_KlaasDeTemmerman_MonaVonck.docx
Summary
# Historische en chronologische situering van Qatna
Qatna, gelegen in het huidige Syrië, was een omvangrijke stad die gedurende verschillende perioden bewoond was en een bloeiperiode kende, van de vroege vondsten tot de uiteindelijke verlating in de IJzertijd.
### 1.1 Locatie en omvang
Qatna, thans bekend als Tell el-Mishrifeh, bevindt zich 18 kilometer ten noordoosten van Homs in Syrië. De stad is strategisch gelegen op een uitgestrekt, vruchtbaar kalkstenen plateau, in de nabijheid van een zijrivier van de Orontes en op ongeveer 90 kilometer afstand van de Middellandse Zee. Met een oppervlakte van 110 hectare was Qatna een van de grootste steden in centraal-Syrië gedurende de Bronstijd.
### 1.2 Perioden van bewoning en bloei
#### 1.2.1 Vroege Bronstijd (Derde Ur-dynastie, 21e eeuw v.Chr.)
De vroegste bewoningen in Qatna dateren uit de Derde Ur-dynastie. In deze periode was het een nederzetting met een residentiële zone, elitebegraafplaatsen, een grote graanschuur en diverse graansilo's.
#### 1.2.2 Midden-Bronstijd (2000-1650 v.Chr.)
De Midden-Bronstijd markeerde de opkomst van het koninkrijk Qatna. In de periode Midden-Bronstijd I breidde de stad zich aanzienlijk uit. Qatna ontwikkelde zich tot een belangrijk commercieel centrum, mede dankzij haar strategische ligging op een kruispunt van handelsroutes. Deze route verbond Mesopotamië met het Middellandse Zeegebied (oost-west as) en Egypte met Anatolië (noord-zuid as).
#### 1.2.3 Late Bronstijd (1550 v.Chr. – 1340 v.Chr.)
Gedurende de 16e eeuw v.Chr. werd Qatna een vazalstaat van Mitanni. In 1340 v.Chr. werd de stad echter getroffen door een Hettitische invasie die een jaar duurde. Deze invasie betekende het einde van Qatna's dominantie als groot koninkrijk.
#### 1.2.4 IJzertijd
Na de Hettitische invasie werd de site van Qatna in de IJzertijd verlaten.
### 1.3 Handelscontacten
Qatna onderhield lange en significante contacten met Egypte. Een vroeg bewijs hiervan is de vondst van een beeldje van een Egyptische sfinx, dat behoorde tot prinses Ita, de dochter van farao Amenemhat II (12e dynastie), gedateerd rond 1875-1840 v.Chr. In de 15e eeuw v.Chr. is er veel bewijs van activiteit tussen Egypte en Qatna, waaronder vermeldingen in inscripties op de tempel van Amun in Karnak. Volgens deze inscripties verbleef Thutmose III enige tijd in Qatna, en later werden troepen van Qatna ingezet tegen Amenhotep II tijdens diens oversteek van de Orontes. In tombe VII zijn diverse importobjecten aangetroffen, waaronder objecten uit Egypte, zoals een vat met hiëroglyfen die verwijzen naar prinses Itakayet (1939–1852 v.Chr.).
Naast Egypte had Qatna, samen met Mari, op zijn hoogtepunt controle over een cruciale handelsroute die het Oosten met het Westen verbond. Er zijn ook beeldjes gevonden gemaakt van Baltisch amber, wat suggereert dat deze goederen via handel of geschenken Qatna bereikten.
### 1.4 Opgravingsgeschiedenis
Het koninklijk paleis van Qatna werd tussen 1924 en 1929 opgegraven door de Franse archeoloog Robert du Mesnil du Buisson, waarbij onder andere Hall C werd blootgelegd, hoewel de koninklijke tombes toen nog onontdekt bleven. Latere opgravingen vonden plaats door het Syrische Directoraat-Generaal van Oudheden en Musea tussen 1994 en 1998. Vanwege aanhoudende onbeantwoorde vragen over Qatna werd in 2002 een Syrisch-Italiaans-Duits team opgericht, bestaande uit een Syrisch team onder leiding van Michel Maqdissi, een Italiaans team onder leiding van Daniele Morandi Bonacossi en een Duits team onder leiding van Peter Pfälzner. In datzelfde jaar werden de koninklijke tombes ontdekt.
### 1.5 Het koninklijk paleis
Het koninklijk paleis van Qatna was met een breedte van 120 meter van oost naar west zeer groot voor zijn tijd. De architectuur volgde de bouwtradities van het tweede millennium v.Chr. in het Nabije Oosten, waarbij monumentale architectuur werd gebruikt om politieke macht te communiceren. De constructie vereiste aanzienlijke hoeveelheden bouwmateriaal, voornamelijk lokaal en regionaal verkregen, en veel mankracht. Vanuit de ingang leidde men naar Hall C, de grootste zaal, met monumentale deuropeningen die verbinding gaven met de rest van het gebouw. Aansluitend bevonden zich Hall B, de troonzaal, en Hall A, waar ceremoniële handelingen plaatsvonden. Vanuit Hall A leidde een lange gang, corridor AQ, naar het noorden en bood deze toegang tot de koninklijke tombes. In de ingestorte corridor AQ werden 73 spijkerschrifttabletten gevonden, waaronder brieven aan koning Idanda over de militaire situatie in Syrië.
De voorkamer van de tombes werd bereikt via een gang, gevolgd door twee houten ladders voor de afdaling naar een ruimte die zich ongeveer 5 meter onder de gang bevond. Hier werden offerkommen aangetroffen, vermoedelijk gebruikt voor voedseloffers, samen met dierlijke botten. Het meest significante waren twee kleine, zittende beelden in oud-Syrische stijl, kenmerkend voor de Midden-Bronstijd (18e-17e eeuw v.Chr.). Deze beelden, met ingelegde ogen van kalksteen, eenvoudige klederdracht en het gebruik van basalt, werden waarschijnlijk als voorouderbeelden gebruikt om een symbolische aanwezigheid bij rituelen te verzekeren.
### 1.6 De koninklijke tombes
Via de 'antechamber' of voorkamer kreeg men toegang tot de koninklijke grafkamer, het zogenaamde koninklijke hypogeum. Dit was een van de meest prominente archeologische vondsten, grotendeels onaangetast door grafrovers. De hoofdkamer werd in 2002 ontdekt en ligt 8 tot 12 meter onder de begane grond van het koninklijk paleis. Hier werden de resten van minstens 19, mogelijk tot 24 individuen geïdentificeerd. De ruimte was ongeveer 500 jaar in gebruik, van 1840 v.Chr. tot de verwoesting van Qatna in 1340 v.Chr.
In de noordwestelijke hoek van de hoofdkamer werden keramieken potten gevonden, gebruikt voor voedsel- of drankopslag ten behoeve van het rituele banket dat in de tombe plaatsvond. Dit diende als een vorm van 'kispum', een geritualiseerd feestmaal waarbij de levenden aten na een deel van het voedsel te hebben geschonken aan de overleden voorouders. Deze praktijk symboliseerde zowel voorouderverering als een banket voor de levenden.
In de zuidwestelijke hoek bevond zich een sarcofaag van basalt, die de overblijfselen van twee individuen bevatte, waarschijnlijk leden van de koninklijke familie. Dit betrof een secundaire rituele begrafenis. De grafgiften omvatten veel aardewerk en stenen schalen, die inzicht geven in de religieuze handelingen en handelsrelaties van die periode.
Opmerkelijke artefacten uit de hoofdkamer zijn onder andere een gouden hand, waarschijnlijk onderdeel van een ritueel drinkvat of plengofferarm, wat wijst op het gebruik van goud voor personen met een hoge status en op een aanzienlijk vakmanschap. Een leeuwenhoofd, gemaakt van Baltisch amber, getuigt van verre handelscontacten en de welvaart van Qatna. Lapis lazuli, gebruikt in juwelen, wijst eveneens op een uitgebreid handelsnetwerk. Een gouden schijf met de iconografie van griffioenen, gevonden op een draagbaar platform, was een belangrijk object tijdens rituelen en duidt op culturele uitwisseling.
#### 1.6.1 Zijkamers
Buiten de voorkamer en hoofdkamer zijn er diverse zijkamers:
* **Zuidkamer:** Deze kamer bevatte geen graven, maar wel veel dierlijke botten, keramiek en een houten bank. Dit suggereert een rituele en symbolische functie, mogelijk als feestzaal voor de dode koning. Gouden eendenkoppen (1800-1700 v.Chr.) werden gevonden als versiering van de houten bank, symbolisch verbonden met water, wedergeboorte en het hiernamaals, en wijzend op de koninklijke status van de overledene.
* **Westkamer:** Deze kamer diende wel als begraafplaats. Hier werd een stenen bank met een skelet op de vloer aangetroffen, daterend uit de laatste gebruiksfase van de tombe (1340 v.Chr.). Volgens archeoloog Pfälzner duidt de context en positie op een noodbegrafenis. De aanwezigheid van "royal purple" in de klederdracht, verkregen uit zeeslakken aan de Middellandse Zee, versterkt het beeld van een welvarende samenleving.
* **Oostkamer (Ossuarium):** Deze kamer bevatte talrijke menselijke en dierlijke botten, gebruikt om oudere resten te verzamelen en zo ruimte vrij te maken in andere kamers. Ook hier werden veel offerkommen aangetroffen. Deze vondsten bieden inzicht in het begraafritueel: na de eerste begraving en het rottingsproces volgde een verplaatsing naar de sarcofaag voor banketten, en bij een derde begraving naar het ossuarium voor offers.
> **Tip:** Begrijpen van de opeenvolgende begravingen en de rituelen daarrond, zoals kispum, is cruciaal voor het interpreteren van de vondsten in de koninklijke tombes.
---
# Handelscontacten en economische betekenis van Qatna
Qatna, gelegen op een strategisch kruispunt tussen Mesopotamië en het Middellandse Zeegebied, en tussen Egypte en Anatolië, ontwikkelde zich tot een belangrijk commercieel centrum met uitgebreide handelsrelaties, met name met Egypte.
### 2.1 Historische en chronologische context
Qatna, nu bekend als Tell el-Mishrifeh, was een aanzienlijke stad in centraal-Syrië, gelegen ten noordoosten van Homs. De stad besloeg 110 hectare en kende haar oorsprong in de 21e eeuw v.Chr. (derde Ur-dynastie) als een nederzetting met residentiële zones en opslagfaciliteiten. In de Midden-Bronstijd (2000-1650 v.Chr.) groeide Qatna uit tot een koninkrijk en een commercieel centrum, mede dankzij haar gunstige ligging op een kruispunt van handelsroutes. In de late bronstijd (1550-1340 v.Chr.) werd Qatna een vazalstaat van Mitanni, om vervolgens in 1340 v.Chr. te worden getroffen door een Hettitische invasie die haar dominante rol beëindigde. De stad werd in de IJzertijd verlaten.
### 2.2 Handelscontacten met Egypte en andere regio's
Qatna onderhield lange en significante handelsrelaties met Egypte, wat blijkt uit diverse archeologische vondsten.
* **Vroege contacten:** Een beeldje van een Egyptische sfinx, behorend tot prinses Ita, dochter van Amenemhat II (12e dynastie, ca. 1875-1840 v.Chr.), getuigt van vroege connecties.
* **15e eeuw v.Chr.:** Er is aanzienlijk bewijs van activiteit tussen Egypte en Qatna in deze periode. Inscripties in de tempel van Amun in Karnak vermelden dat Thoetmosis III in Qatna verbleef en dat Amenhotep II werd aangevallen door troepen uit Qatna tijdens het oversteken van de Orontes.
* **Importobjecten:** In tombe VII zijn diverse importobjecten gevonden, waaronder een vat met hiëroglyfen waarop prinses Itakayet (ca. 1939-1852 v.Chr.) wordt vermeld.
* **Baltisch amber:** De aanwezigheid van beeldjes gemaakt van Baltisch amber suggereert dat deze via handel of giftenwisseling in Qatna terechtkwamen, wat duidt op verre handelscontacten.
* **Lapis lazuli:** Sporen van lapis lazuli, voornamelijk gebruikt in juwelen, wijzen eveneens op een uitgebreid handelsnetwerk.
### 2.3 Economische betekenis door strategische locatie
De strategische ligging van Qatna op een kruispunt tussen oost-west (Mesopotamië - Middellandse Zee) en noord-zuid (Egypte - Anatolië) routes was cruciaal voor haar economische bloei. Op haar hoogtepunt, samen met Mari, controleerde Qatna een belangrijke oost-west handelsroute.
### 2.4 Het koninklijk paleis en de koninklijke tombes
De monumentale architectuur van Qatna, met name het koninklijk paleis en de koninklijke tombes, weerspiegelt de politieke macht en welvaart van de stad.
#### 2.4.1 Het koninklijk paleis
Het koninklijk paleis, 120 meter breed, was groot voor zijn tijd en volgde de bouwtradities van het 2e millennium v.Chr. in het Nabije Oosten. De belangrijkste ruimtes omvatten:
* **Hal C:** De grootste zaal bij de ingang, met monumentale deuropeningen.
* **Hal B:** De troonzaal van de koning.
* **Hal A:** De zaal voor ceremoniële handelingen.
* **Gang AQ:** Leidde naar de ingang van de koninklijke tombes. In deze ingestorte gang werden 73 spijkerschrifttabletten gevonden, waaronder brieven over de militaire situatie in Syrië.
#### 2.4.2 De koninklijke tombes
De koninklijke tombes, gelegen onder het paleis, zijn een van de meest prominente vondsten op de site en bleven grotendeels gespaard van grafrovers.
* **Voorkamer:** Deze bevond zich ongeveer 5 meter onder de gang en bevatte offerkommen en dierlijke botten, wijzend op voedseloffers. Twee zittende beelden uit basalt, met ingelegde ogen en gekenmerkt door de oud-Syrische stijl (18e-17e eeuw v.Chr.), werden hier aangetroffen. Deze werden waarschijnlijk als voorouderbeelden gebruikt.
* **Hoofdkamer (koninklijke hypogeum):** Deze ruimte was ongeveer 500 jaar in gebruik (1840-1340 v.Chr.) en bevatte de resten van minstens 19-24 individuen. Keramieken potten voor voedsel- en drankopslag waren aanwezig voor het rituele banket (kispum). Een basalt sarcofaag in de zuidwestelijke hoek bevatte de overblijfselen van twee mogelijke koninklijke familieleden, wat duidt op een secundaire rituele begrafenis. Talrijke grafgiften, waaronder veel aardewerk en stenen schalen, werden gevonden.
* **Gouden hand:** Vermoedelijk onderdeel van een ritueel drinkvat of plengofferarm, wat wijst op vakmanschap en de hoge status van de overledene.
* **Leeuwenhoofd van Baltisch amber:** Een bewijs van verre handelscontacten en de welvaart van Qatna.
* **Gouden schijf met griffioenen:** Gevonden op een draagbaar platform, wat de belangrijkheid van het object tijdens het ritueel benadrukt en wijst op culturele uitwisseling.
* **Zijkamers:**
* **Zuidkamer:** Bevat dierlijke botten, keramiek en een houten bank met gouden eendenkoppen (ca. 1800-1700 v.Chr.). Deze kamer diende waarschijnlijk als feestzaal of banketruimte voor de overleden koning, waarbij de gouden eendenkoppen symbolisch verbonden zijn met water, wedergeboorte en het hiernamaals.
* **Westkamer:** Gebruikt als begraafplaats, met een stenen bank en een skelet uit de laatste gebruiksperiode (1340 v.Chr.), wat wijst op een noodbegrafenis. Het gebruik van "royal purple" (koninklijk paars), verkregen uit zeeslakken uit het Middellandse Zeegebied, in de klederdracht, onderstreept de welvaart van Qatna.
* **Oostkamer (ossuarium):** Bevat vele menselijke en dierlijke botten, gebruikt voor het verzamelen van oudere resten om ruimte vrij te maken, en talrijke offerkommen. Dit geeft inzicht in het begraafritueel, waarbij lichamen in verschillende stadia van ontbinding naar het ossuarium werden verplaatst voor offers.
> **Tip:** Let op de symbolische betekenis van de materialen (goud, amber, lapis lazuli, basalt) en de iconografie (griffioenen, eendenkoppen) in de grafgiften, omdat deze veel kunnen onthullen over handelsrelaties, status en religieuze overtuigingen.
>
> **Tip:** Het begraafritueel in Qatna kende meerdere fasen, waarbij de overblijfselen van de overledene geleidelijk werden verplaatst naar verschillende locaties binnen de tombes, elk met hun eigen rituele functie.
---
# Archeologische opgravingen en het koninklijk paleis
Deze sectie geeft een overzicht van de opgravingsgeschiedenis van Qatna, met een focus op het monumentale koninklijke paleis, de architectuur en de indeling ervan, inclusief specifieke ruimtes zoals Hall C, B, A en corridor AQ.
### 3.1 Geschiedenis van de opgravingen
Het koninklijk paleis van Qatna werd aanvankelijk opgegraven door de Fransman Robert du Mesnil du Buisson tussen 1924 en 1929. Tijdens deze periode werd onder andere Hall C blootgelegd, maar de koninklijke tombes bleven onontdekt. Vervolgonderzoek vond plaats van 1994 tot 1998 door de Syrische Directoraat-Generaal van Oudheden en Musea. Vanwege de aanhoudende onbeantwoorde vragen over de site werd een internationaal team samengesteld, bestaande uit een Syrisch team onder leiding van Michel Maqdissi, een Italiaans team onder leiding van Daniele Morandi Bonacossi, en een Duits team onder leiding van Peter Pfälzner. Dit gezamenlijke team heeft geleid tot verdere ontdekkingen, waaronder de opgraving van de koninklijke tombes in 2002.
### 3.2 Het koninklijk paleis: architectuur en indeling
Het koninklijk paleis van Qatna is een imposant bouwwerk dat de politieke macht van de heerser visueel wilde communiceren via monumentale architectuur, zoals gebruikelijk was in het 2e millennium v.Chr. in het Nabije Oosten. Het paleis meet 120 meter van oost naar west, wat het aanzienlijk groter maakt dan veel andere paleizen uit die periode. Voor de constructie werden voornamelijk lokale en regionale materialen gebruikt, en er was aanzienlijke mankracht voor nodig.
De indeling van het paleis is als volgt:
* **Hall C:** Dit is de grootste hal en de eerste ruimte die men betreedt vanuit de ingang. Deze hal kenmerkt zich door monumentale deuropeningen die de verbinding met andere delen van het gebouw mogelijk maakten.
* **Hall B:** Aansluitend op Hall C bevindt zich Hall B, die geïdentificeerd is als de troonzaal van de koning.
* **Hall A:** Deze ruimte diende als de zaal voor ceremoniële handelingen.
* **Corridor AQ:** Vanuit Hall A loopt een lange gang, corridor AQ, die zich naar het noorden van het gebouw uitstrekt. Deze gang leidt naar de ingang van de koninklijke tombes. Tijdens de opgravingen bleek corridor AQ ingestort te zijn. Uit de puinhopen werden 73 spijkerschrifttabletten teruggevonden, afkomstig van de verdieping erboven. Sommige van deze tabletten bevatten brieven gericht aan koning Idanda, die inzicht geven in de militaire situatie in Syrië.
### 3.3 De koninklijke tombes
De koninklijke tombes, bereikbaar via een voorkamer (antechamber) die volgt op corridor AQ, vormen een van de meest significante archeologische vondsten in Qatna. Deze tombes zijn opmerkelijk goed bewaard gebleven en grotendeels gevrijwaard van grafrovers. De hoofdkamer van de koninklijke tombe werd in 2002 ontdekt. De diepste delen bevinden zich circa 8 tot 12 meter onder de begane vloer van het koninklijk paleis.
#### 3.3.1 Indeling en functie van de tombes
De koninklijke tombes waren ongeveer 500 jaar in gebruik, van 1840 v.Chr. tot de verwoesting van Qatna in 1340 v.Chr. Binnen de tombes zijn de resten van minstens 19 individuen geïdentificeerd, mogelijk tot 24.
* **Voorkamer (Antechamber):** De voorkamer, die te bereiken is via een gang en twee houten ladders die een afdaling mogelijk maken, bevindt zich ongeveer 5 meter onder het niveau van de gang erboven. Hier werden offerkommen aangetroffen, wat wijst op de praktijk van voedseloffers. Ook werden dierlijke botten gevonden, die eveneens bijdragen aan de interpretatie van deze offers. Twee kleine, zittende beelden in oud-Syrische stijl, gedateerd uit de Midden-Bronstijd, zijn hier gevonden. Kenmerkend voor deze stijl zijn ingelegde ogen met kalksteen, eenvoudige klederdracht, het gebruik van basalt, en het met lint gebonden haar, typisch voor de 18e-17e eeuw v.Chr. Deze beelden dienden waarschijnlijk als voorouderbeelden, die een symbolische aanwezigheid vertegenwoordigden bij rituelen.
* **Hoofdkamer:** Deze ruimte diende als de primaire grafkamer. Hier werden keramieken potten gevonden in de noordwestelijke hoek, gebruikt voor het opslaan van voedsel of drank ten behoeve van rituele banketten. Deze praktijk, bekend als *kispum*, was een geritualiseerd feestmaal waarbij een deel van het voedsel eerst werd geschonken aan de gestorven voorouders. Het diende zowel als voorouderverering als een feestmaal voor de levenden. In de zuidwestelijke hoek bevindt zich een sarcofaag van basalt, met de overblijfselen van twee individuen die mogelijk tot de koninklijke familie behoorden. Dit betrof een secundaire rituele begrafenis, waarbij lichamen eerst elders werden voorbereid en later in het definitieve graf werden geplaatst.
#### 3.3.2 Grafgiften en handelsrelaties
De tombes bevatten talloze grafgiften die waardevol inzicht bieden in de religieuze praktijken en handelsrelaties van Qatna.
* **Gouden hand:** Dit object, vermoedelijk een onderdeel van een ritueel drinkvat of plengofferarm, wijst op het gebruik bij het offeren van vloeistoffen. Het feit dat het uit één stuk goud bestaat, getuigt van aanzienlijk vakmanschap en duidt op de hoge status van de overledene.
* **Leeuwenhoofd van Baltisch amber:** De vondst van dit artefact in de hoofdkamer benadrukt de verre handelscontacten en de welvaart van Qatna, aangezien Baltisch amber waarschijnlijk via handel werd verkregen.
* **Lapis lazuli:** Sporen van lapis lazuli, voornamelijk gebruikt in juwelen, duiden eveneens op een uitgebreid handelsnetwerk.
* **Gouden schijf met griffioenen:** Gevonden op een houten bier (een draagbaar platform voor een lichaam of kist), suggereert dit object een belangrijke rol in rituelen. Het gebruik van griffioenen duidt op culturele uitwisseling.
#### 3.3.3 Zijkamers
Naast de voorkamer en de hoofdkamer zijn er ook diverse zijkamers die functionele en rituele doeleinden hadden:
* **Zuidkamer:** Deze kamer bevatte geen graven, maar wel dierlijke botten, keramiek en een houten bank. De vondsten suggereren een gebruik als feestzaal of banketruimte voor de dode koning, waar rituelen werden uitgevoerd. Opvallend zijn de gouden eendenkoppen (1800-1700 v.Chr.) die dienden als versiering van de houten bank. Deze symboliseren water, wedergeboorte en het hiernamaals, en hun gouden materiaal onderstreept de koninklijke status.
* **Westkamer:** In tegenstelling tot de zuidkamer diende deze ruimte wel als begraafplaats. Hier werd een stenen bank gevonden met een volledig skelet op de vloer, daterend uit de laatste gebruiksperiode van de tombe (1340 v.Chr.). De context en positie wijzen op een noodbegrafenis. Een significant detail is het gebruik van "royal purple" in de klederdracht, een zeldzame kleurstof verkregen uit zeeslakken in het Middellandse Zeegebied, wat de welvaart van Qatna verder bevestigt.
* **Oostkamer (Ossuarium):** Deze kamer, ook wel het ossuarium genoemd, bevat talrijke menselijke en dierlijke botten, alsook offerkommen. De functie was het verzamelen van oudere botresten om ruimte vrij te maken in de andere kamers. Deze vondsten bieden inzicht in het begraafritueel: na de eerste rustplaats en de sarcofaag (waarbij banketten plaatsvonden), werden de lichamen naar het ossuarium verplaatst voor verdere offers.
> **Tip:** De interpretatie van de koninklijke tombes is cruciaal voor het begrijpen van de begraaf- en herdenkingsrituelen in het oude Qatna. Let op de connectie tussen materiële vondsten en hun symbolische betekenis.
> **Voorbeeld:** De aanwezigheid van Baltisch amber en de kleurstof "royal purple" in de tombes illustreren niet alleen de welvaart van Qatna, maar ook de omvang van de handelsnetwerken die de stad onderhield met verre regio's.
---
# De koninklijke tombes en hun inhoud
Dit onderwerp behandelt de architectuur, de ontdekking, en de rituele en symbolische inhoud van de koninklijke tombes in Qatna, met specifieke aandacht voor de voorkamer en de hoofdkamer, evenals de daarin aangetroffen artefacten en de daaruit af te leiden begrafenispraktijken.
### 4.1 Ontdekking en architectuur
De koninklijke tombes in Qatna, gelegen op een kalkstenen plateau nabij een zijrivier van de Orontes, werden in 2002 ontdekt tijdens een gezamenlijke Duits-Syrische archeologische missie onder leiding van Peter Pfälzner en Michel Maqdissi. Deze tombes zijn een van de meest prominente vondsten op de site en bevinden zich ongeveer 8 tot 12 meter onder de begane grond van het koninklijk paleis. De toegang tot de koninklijke tombes is bereikbaar via corridor AQ, die vanuit het koninklijk paleis naar het noorden leidt. Deze corridor, die ingestort was, leverde 73 spijkerschrifttabletten op, waaronder brieven gericht aan koning Idanda over de militaire situatie in Syrië.
#### 4.1.1 De voorkamer (antechamber)
De voorkamer, die de directe toegang vormt tot de hoofdkamer, wordt voorafgegaan door een gang en twee houten ladders die een afdaling van ongeveer 5 meter mogelijk maken. In deze ruimte werden diverse offerkommen aangetroffen, die vermoedelijk gebruikt werden voor voedseloffers. De aanwezigheid van dierlijke botten versterkt dit vermoeden. De meest significante vondsten in de voorkamer zijn twee kleine, zittende beelden in de oud-Syrische stijl uit de Midden-Bronstijd. Kenmerkend voor deze stijl is het inleggen van de ogen met kalksteen, eenvoudige klederdracht, het gebruik van basalt, en het met lint gebonden haar, typisch voor de periode 18e-17e eeuw v.Chr. Deze beelden hadden waarschijnlijk een rituele functie als voorouderbeelden, die een symbolische aanwezigheid bij rituelen vertegenwoordigden.
#### 4.1.2 De hoofdkamer (koninklijk hypogeum)
De hoofdkamer, ook wel het koninklijk hypogeum genoemd, is een opmerkelijke vondst omdat deze vrij bleef van grafrovers. Deze ruimte was ongeveer 500 jaar in gebruik, van 1840 v.Chr. tot de verwoesting van Qatna in 1340 v.Chr. In de hoofdkamer werden de resten van minstens 19, mogelijk tot 24 individuen geïdentificeerd. Keramieken potten, aangetroffen in de noordwestelijke hoek, dienden voor het opslaan van voedsel en drank voor het rituele banket, dat bekend stond als 'kispum'.
> **Tip:** Kispum was een geritualiseerd feestmaal waarbij het eten gedeeld werd met de gestorven voorouders, wat een vorm van voorouderverering en een symbolisch offer inhield, gecombineerd met een echt banket voor de levenden.
In de zuidwestelijke hoek bevindt zich een sarcofaag van basalt, die de overblijfselen van twee individuen bevat, vermoedelijk leden van de koninklijke familie. Dit betreft een secundaire rituele begrafenis, waarbij de lichamen eerst elders werden voorbereid en later in de sarcofaag werden geplaatst.
### 4.2 Artefacten en rituelen
De talrijke grafgiften in de hoofdkamer, waaronder veel aardewerk en stenen schalen, bieden waardevol inzicht in de religieuze praktijken en handelsrelaties van Qatna.
#### 4.2.1 Belangrijke artefacten
* **Gouden hand:** Vermoedelijk een onderdeel van een ritueel drinkvat of plengofferarm. Het gebruik van goud en het vakmanschap van het uit één stuk vervaardigde object duiden op de hoge status van de overledene.
* **Leeuwenhoofd van Baltisch amber:** De keuze voor Baltisch amber toont verre handelscontacten en de welvaart van Qatna.
* **Lapis lazuli:** Voornamelijk gebruikt in juwelen, wat opnieuw wijst op een uitgebreid handelsnetwerk.
* **Gouden schijf met griffioeniconografie:** Gevonden op een draagbaar platform (bier), duidde dit object op zijn belang tijdens rituelen en de culturele uitwisseling door het gebruik van griffioenen.
#### 4.2.2 Zij- en ossuariumkamers
Naast de voorkamer en de hoofdkamer zijn er diverse zijkamers:
* **Zuidkamer:** Bevat geen graven, maar wel veel dierlijke botten, keramiek en een houten bank. Dit wijst op een rituele en symbolische functie, mogelijk als feestzaal of banketruimte voor de overleden koning. Gouden eendenkoppen, die symbool staan voor water, wedergeboorte en het hiernamaals, dienden als versiering van de houten bank en onderstrepen de koninklijke status.
* **Westkamer:** Diende als begraafplaats en is opmerkelijk vanwege de vondst van een stenen bank met een skelet uit de laatste gebruiksperiode (1340 v.Chr.), wat mogelijk een noodbegrafenis indiceert. Het gebruik van "royal purple" in de klederdracht, verkregen uit zeeslakken uit het Middellandse Zeegebied, getuigt van de welvaart van Qatna.
* **Oostkamer (ossuarium):** Bevat talrijke menselijke en dierlijke botten en offerkommen. Deze kamer diende voor het verzamelen van oudere botresten om ruimte te creëren in andere kamers.
> **Example:** Het begrafenisritueel in Qatna omvatte mogelijk meerdere fasen: het lichaam werd eerst op zijn rustplaats in de tombe gelegd, later overgebracht naar de sarcofaag voor banketten, en uiteindelijk verplaatst naar het ossuarium waar het nog steeds offers ontving.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bronstijd | Een prehistorische periode gekenmerkt door het wijdverbreide gebruik van brons voor werktuigen en wapens, die in het Nabije Oosten ruwweg liep van 3300 tot 1200 v.Chr. |
| Ur-dynastie | De derde dynastie van het koninkrijk Ur, een belangrijke dynastie in Mesopotamië die regeerde van ongeveer 2112 tot 2004 v.Chr. |
| Midden-Bronstijd | De periode binnen de Bronstijd die grofweg liep van 2000 tot 1650 v.Chr., gekenmerkt door de opkomst van stedelijke centra en koninkrijken in de Levant en Mesopotamië. |
| Vazalstaat | Een staat die onderworpen is aan een andere, machtigere staat en die verplicht is tot militaire steun en tribuutbetalingen, terwijl de eigen heerser aan de macht blijft. |
| Hettieten | Een Indo-Europese volksgroep die een groot rijk stichtte in Anatolië (het huidige Turkije) tijdens de Late Bronstijd, met een aanzienlijke invloed op de politieke geschiedenis van het Nabije Oosten. |
| Ijzertijd | De periode na de Bronstijd, gekenmerkt door het gebruik van ijzer voor gereedschappen en wapens, die in het Nabije Oosten begon rond 1200 v.Chr. |
| Sfinx | Een mythologisch wezen, vaak afgebeeld als een leeuw met het hoofd van een mens of een dier, dat voorkomt in de mythologie van verschillende oude culturen, met name in Egypte en het Nabije Oosten. |
| Hiëroglyfen | Een schrift bestaande uit beelden of tekens, voornamelijk gebruikt in het oude Egypte om inscripties op monumenten en in graven aan te brengen. |
| Baltisch amber | Een fossiele hars die afkomstig is uit de Baltische regio en die vanwege zijn schoonheid en eigenschappen al sinds de prehistorie werd verhandeld en gewaardeerd als materiaal voor sieraden en kunstobjecten. |
| Spijkerschrift | Een van de oudste bekende schriftsystemen, ontwikkeld in Mesopotamië, waarbij tekens werden ingedrukt in vochtige kleitabletten met behulp van een stilus, vaak gebruikt voor administratieve en literaire doeleinden. |
| Oud-Syrische stijl | Een artistieke stijl die kenmerkend is voor de vroege en midden-Bronstijd in Syrië, vaak herkenbaar aan het gebruik van bepaalde materialen, eenvoudige klederdracht en specifieke kenmerken zoals ingelegde ogen bij beeldjes. |
| Voorouderbeelden | Beelden die gemaakt werden ter representatie van overleden familieleden of koningen, gebruikt in rituelen om hun symbolische aanwezigheid te verzekeren en hen te eren. |
| Hypogeum | Een ondergronds grafcomplex of kamer, vaak gebruikt in de oudheid voor de begrafenis van belangrijke personen, zoals in de koninklijke tombes van Qatna. |
| Kispum | Een geritualiseerd feestmaal waarbij deel van het voedsel werd geschonken aan gestorven voorouders als een vorm van voorouderverering, die zowel diende als een symbolisch offer als een banket voor de levenden. |
| Secundaire rituele begrafenis | Een begrafenispraktijk waarbij de lichamen van de overledenen eerst elders werden voorbereid of tijdelijk bewaard voordat ze definitief in het graf werden geplaatst. |
| Grafgiften | Voorwerpen die samen met de doden in een graf werden geplaatst, bedoeld om de overledene te vergezellen in het hiernamaals of om de status van de overledene te weerspiegelen. |
| Lapis lazuli | Een diepblauwe edelsteen die al sinds de oudheid werd gewaardeerd en verhandeld, voornamelijk gebruikt voor juwelen en kunstobjecten, en die vaak duidde op verre handelsrelaties. |
| Griffioen | Een mythologisch wezen, meestal afgebeeld als een combinatie van een leeuw en een adelaar, dat symbool stond voor macht en bescherming en voorkomt in de kunst en mythologie van diverse oude culturen. |
| Ossuarium | Een ruimte of een bouwwerk dat werd gebruikt om menselijke of dierlijke botten te bewaren, vaak om ruimte vrij te maken in graven of om overblijfselen van eerdere begrafenissen te verzamelen. |
| Royal purple (koninklijk paars) | Een uiterst zeldzame en kostbare kleurstof, verkregen uit de slijmklieren van zeeslakken, die voornamelijk werd gebruikt voor de klederdracht van royalty en hoge ambtenaren, en die de welvaart en status van een samenleving weerspiegelde. |