Cover
Aloita nyt ilmaiseksi Ac 2526 Intro & ECTS.pdf
Summary
# Inleiding tot bedrijfskunde en de waardeketen
Dit document introduceert de basisconcepten van bedrijfskunde en de waardeketen, waarbij de reis van een product van producent naar consument wordt uitgelicht [12](#page=12) [1](#page=1).
### 1.1 Bedrijfskunde en de waardeketen
#### 1.1.1 Doel van het OPO
Het doel van dit onderwijs is om studenten in staat te stellen de functies binnen een bedrijf toe te lichten en te verbinden met de waardeketen zoals beschreven door Michael Porter. Tevens moeten studenten bedrijfs- en organisatieprocessen kunnen relateren aan het managen van bedrijfscontinuïteit en risicobeheersing, en de interactie tussen verschillende spelers in de bedrijfsomgeving kunnen benoemen [21](#page=21).
#### 1.1.2 Kernbegrippen
* **Bedrijfskunde:** De studie van bedrijven en hoe ze functioneren [23](#page=23).
* **Waardeketen (Value Chain):** Een concept dat de reeks activiteiten beschrijft die een bedrijf uitvoert om een product of dienst te creëren, te leveren en te ondersteunen [15](#page=15) [5](#page=5) [7](#page=7) [9](#page=9).
#### 1.1.3 Leren inhouden
De leerinhoud omvat onder andere:
* Bedrijf en bedrijfskundige [23](#page=23).
* Commerciële processen [23](#page=23).
* Operationele processen [23](#page=23).
* Human Resource processen [23](#page=23).
* Kwaliteitsbewaking [23](#page=23).
* Financiële processen [23](#page=23).
* Informatieprocessen [23](#page=23).
* Interactie tussen partijen in de bedrijfsomgeving [23](#page=23).
### 1.2 De waardeketen in detail
#### 1.2.1 Het proces van producent naar consument
De waardeketen illustreert de stappen die een product doorloopt, beginnend bij de primaire producent tot aan de eindgebruiker. Een typische keten, zoals voor zuivel, kan de volgende fasen omvatten [12](#page=12):
* **Boer (grondstof):** Produceert de basisgrondstof, bijvoorbeeld melk [12](#page=12).
* **Zuivelcoöperatie/Zuivelverwerker (productieproces):** Verzamelt, verwerkt en verpakt de grondstof tot eindproducten zoals yoghurt [10](#page=10) [12](#page=12) [6](#page=6).
* **Distributie (distributie):** Transport en logistiek om de producten naar de verkooppunten te brengen [11](#page=11) [12](#page=12).
* **Detailhandel (koper):** Verkoopt het product aan de consument [4](#page=4).
* **Verbruiker:** De uiteindelijke gebruiker van het product.
#### 1.2.2 Voorbeelden van waardeketens
* **Automatisch melken:** Een proces binnen de primaire productie van melk [6](#page=6).
* **Melkophaling bij de boer:** De eerste logistieke stap in de zuivelketen [8](#page=8).
* **Verpakking:** Cruciaal voor productpresentatie en -behoud in de zuivelindustrie [10](#page=10).
* **Complexere waardeketen:** Naast zuivel kunnen ook elementen zoals voedingsgas, fruit en verpakkingmaterialen deel uitmaken van een uitgebreidere waardeketen [16](#page=16).
#### 1.2.3 Rol van marketing
Marketing speelt een cruciale rol in het beïnvloeden van de keuze van de consument, zoals bij yoghurts. Het kan de perceptie en voorkeur voor specifieke merken sturen [14](#page=14).
#### 1.2.4 Interactie tussen spelers
De waardeketen benadrukt de interactie en afhankelijkheid tussen de verschillende partijen in de bedrijfsomgeving, van leveranciers tot consumenten [21](#page=21) [23](#page=23).
> **Tip:** Begrijpen hoe de waardeketen werkt, helpt om de concurrentiepositie van een bedrijf te analyseren en te verbeteren door inefficiënties te elimineren of toegevoegde waarde te creëren in elke schakel [5](#page=5).
---
# Rollen en leerdoelen van de opleiding
Deze opleiding richt zich op het ontwikkelen van studenten tot strategische ondersteuners, coördinatoren en ondernemers, met specifieke leerdoelen gericht op bedrijfsfuncties en risicobeheersing [21](#page=21) [22](#page=22).
### 2.1 Algemeen doel van het OPO
Aan het einde van de opleiding kan de student verschillende bedrijfsfuncties toelichten en deze verbinden met de waardeketen. Daarnaast kan de student bedrijfs- en organisatieprocessen relateren aan het managen van bedrijfscontinuïteit en risicobeheersing, en de interactie tussen verschillende spelers in de bedrijfsomgeving benoemen [21](#page=21).
### 2.2 Rollen die de student verwerft
De opleiding draagt bij aan de verwerving van de volgende rollen bij de student [22](#page=22):
#### 2.2.1 Rol van strategieondersteuner
Deze rol bereidt de student voor om aan het einde van de studie bij te dragen aan de realisatie van bedrijfsdoelstellingen [22](#page=22).
#### 2.2.2 Rol van coördinator
De student wordt voorbereid om vanuit een helicopterperspectief een domeinspecifiek projectplan op te stellen. Dit omvat het vertalen van strategische doelen naar concrete doelen en het koppelen van een planning hieraan [22](#page=22).
#### 2.2.3 Rol van ondernemer
Deze rol bereidt de student voor op het kritisch analyseren en waar mogelijk optimaliseren van processen, de omgeving, personeel, product en dienst, door gebruik te maken van gepaste methodieken en modellen [22](#page=22).
### 2.3 Leerinhouden
De volgende leerinhouden zijn relevant voor deze rollen en leerdoelen [23](#page=23):
* Bedrijf en bedrijfskundige aspecten [23](#page=23).
* Commerciële processen [23](#page=23).
* Operationele processen [23](#page=23).
* Human Resource processen [23](#page=23).
* Kwaliteitsbewaking [23](#page=23).
* Financiële processen [23](#page=23).
* Informatie processen [23](#page=23).
* Interactie tussen partijen in de bedrijfsomgeving [23](#page=23).
---
# Studiemateriaal en evaluatie
Dit gedeelte behandelt het studiemateriaal dat gebruikt wordt voor de cursus, evenals de opzet en inhoud van de evaluatie.
### 3.1 Studiemateriaal
Het studiemateriaal voor deze cursus is samengesteld uit diverse bronnen, zowel digitaal als fysiek, en omvat ook bijdragen van gastsprekers en de inbreng van de lector [24](#page=24).
* **Digitale leeromgeving Canvas:** Een significant deel van het materiaal is toegankelijk via Canvas [24](#page=24).
* **Handboek Bedrijfskunde:** Het lesmateriaal bevat een blend uit het Handboek Bedrijfskunde Integraal en Bedrijfskunde De Basis, beschikbaar via het Digitale Platform Studiemeister van Noordhoff [24](#page=24).
* **Gastsprekerpresentaties:** De inhoud van lezingen door gastsprekers vormt eveneens een essentieel onderdeel van het studiemateriaal [24](#page=24).
* **Bordschema's en mondelinge aanvullingen:** Lectorale inzichten, gepresenteerd via bordschema's en mondelinge toelichtingen, dienen door studenten te worden opgenomen in hun eigen notities [24](#page=24).
### 3.2 Evaluatie
De evaluatie van de cursus vindt plaats via een gesloten boek examen dat voor 100% bijdraagt aan de totale score [25](#page=25).
#### 3.2.1 Vormen van vragen
Het examen kent verschillende vraagvormen om de kennis en het inzicht van studenten te toetsen [25](#page=25):
* **Meerkeuzevragen:** Vragen waarbij studenten de juiste optie moeten selecteren.
* **Open vragen:** Vragen die een uitgebreider antwoord vereisen.
* **Gesloten vragen:** Vragen die een specifiek, kort antwoord verwachten.
Bij meerkeuzevragen wordt geen cesuur of GIS-correctie toegepast [25](#page=25).
#### 3.2.2 Toetsingsaspecten
Het examen toetst diverse aspecten van de leerstof, waaronder [25](#page=25):
* Het kunnen koppelen van termen aan hun bijbehorende omschrijvingen.
* Het verklaren van gangbare afkortingen die in het bedrijfsleven worden gebruikt.
* Inzicht in de verbanden tussen verschillende bedrijfsfunctionaliteiten.
* Begrip van de krachtsverhoudingen tussen bedrijven.
* Het kunnen situeren van specifieke activiteiten binnen de waardekolom van een bedrijf.
* Inzicht in het 'waarom' achter bepaalde taken of functies binnen een organisatie.
* De toepassing van de leerstof op concrete voordrachten van gastsprekers.
> **Tip:** Zorg ervoor dat je niet alleen de definities en theorieën kent, maar ook oefent met het toepassen ervan op praktijkvoorbeelden, met name die uit de gastsprekervoordrachten. Dit helpt bij het beantwoorden van de meer analytische en toepassingsgerichte vragen [25](#page=25).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bedrijfskunde | Een academische discipline die zich bezighoudt met de organisatie, het beheer en de strategie van bedrijven en organisaties, met als doel efficiëntie en effectiviteit te bevorderen. |
| Waardeketen (Value Chain) | Een concept dat de reeks activiteiten beschrijft die een bedrijf uitvoert om een product of dienst te creëren, van de initiële grondstof tot de uiteindelijke levering aan de klant, waarbij elke stap waarde toevoegt. |
| Detailverkoop | Het proces waarbij goederen rechtstreeks aan consumenten worden verkocht, vaak in winkels of via online platforms, als laatste stap in de distributieketen. |
| Automatisch Melken | Een technologisch geavanceerd systeem waarbij melkmachines koeien autonoom melken, wat leidt tot efficiëntieverbeteringen in de landbouwsector. |
| Melkophaling bij de boer | De logistieke operatie waarbij melk wordt opgehaald van individuele boerderijen, meestal door gespecialiseerde transporteurs, om het naar zuivelverwerkers te brengen. |
| Zuivel | Producten die afkomstig zijn van de melk van zoogdieren, zoals kaas, yoghurt, boter en melk zelf, die een belangrijke rol spelen in de voedingsindustrie. |
| Distributie Transport en Logistiek | Het geheel van activiteiten gericht op het efficiënt en effectief verplaatsen, opslaan en beheren van goederen van het punt van herkomst naar het punt van consumptie. |
| Yoghurt merken | Verschillende commerciële merken die yoghurtdranken of -producten aanbieden, vaak onderscheiden door marketingstrategieën en producteigenschappen. |
| Marketing | De activiteit, set van instellingen en processen voor het creëren, communiceren, leveren en uitwisselen van aanbiedingen die waarde hebben voor klanten, cliënten, partners en de samenleving als geheel. |
| Verpakking | Het proces en het materiaal dat wordt gebruikt om producten te beschermen, te presenteren en te transporteren, wat essentieel is voor productkwaliteit en merkidentiteit. |
| Bedrijfscontinuïteit | Het vermogen van een organisatie om essentiële functies te blijven uitvoeren, zelfs tijdens of na een calamiteit of onderbreking. |
| Risicobeheersing | Het proces van identificeren, beoordelen en prioriteren van risico's, gevolgd door de gecoördineerde en economische toepassing van middelen om het bewustzijn, het beheer en de controle van de kans op of de impact van dergelijke gebeurtenissen te minimaliseren. |
| Strategieondersteuner | Een rol binnen een organisatie die zich richt op het helpen van het management bij het ontwikkelen en implementeren van strategische plannen om bedrijfsdoelstellingen te bereiken. |
| Coördinator | Iemand die verschillende personen, activiteiten of afdelingen organiseert en synchroniseert om een gezamenlijk doel efficiënt te bereiken. |
| Ondernemer | Een persoon die een bedrijf start en runt, waarbij hij of zij de bijbehorende financiële risico's neemt met als doel winst te maken. |
| Human Resource processen | De reeks activiteiten die gericht zijn op het beheer van personeel binnen een organisatie, inclusief werving, selectie, training, prestatiebeheer en compensatie. |
| Kwaliteitsbewaking | Het proces van het controleren en monitoren van producten of diensten om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de gestelde kwaliteitsnormen en specificaties. |
| Financieel processen | De activiteiten gerelateerd aan het beheren van de financiële middelen van een organisatie, zoals budgettering, boekhouding, analyse en financiële planning. |