Cover
Aloita nyt ilmaiseksi BF - H9 MVO_STU.pptx
Summary
# Maatschappelijk verantwoord ondernemen: definities en kernconcepten
Dit onderwerp behandelt de basisprincipes van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), inclusief de definitie, de 3 P's (profit, people, planet) en de link met duurzame ontwikkeling, met aandacht voor het Brundtlandrapport.
## 1. Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen
Duurzaamheid of duurzame ontwikkeling vormt de basis voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. In 1987 werd met het Brundtlandrapport, getiteld "Our Common Future", voor het eerst een oproep gedaan tot duurzame ontwikkeling. Dit concept wordt gedefinieerd als een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarbij de behoeften van toekomstige generaties in gevaar te brengen. Zowel particulieren als ondernemingen dragen hierin een verantwoordelijkheid.
### 1.1 Definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) kan worden gedefinieerd als de verantwoordelijkheid van een organisatie voor de effecten van haar besluiten en activiteiten op de maatschappij en het milieu, door middel van transparant en ethisch gedrag. Organisaties integreren aandacht voor mensenrechten, consumentenbelangen, en sociale, ethische en milieukwesties in hun activiteiten en kernstrategie. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met hun stakeholders om zoveel mogelijk gedeelde waarde te creëren voor alle betrokkenen en de samenleving als geheel, en om mogelijke negatieve effecten op te sporen, te voorkomen en te verminderen.
### 1.2 De 3 P's: profit, people en planet
MVO wordt vaak geconcretiseerd aan de hand van de "3 P's", die de drie dimensies van duurzaamheid vertegenwoordigen:
#### 1.2.1 Profit (winst)
Dit aspect verwijst naar het principe van het "juiste doen" én tegelijkertijd geld verdienen. Het gaat om het voortbrengen van goederen en diensten met meerwaarde als maatstaf voor maatschappelijke waardering. Een succesvol bedrijf kan dus zowel waarden leveren als winst maken.
> **Tip:** Hoewel consumenten vaak aangeven bereid te zijn meer te betalen voor duurzame producten, is het belangrijk voor bedrijven om dit te valideren met marktonderzoek.
#### 1.2.2 People (alle stakeholders)
Dit omvat het creëren van waarde voor alle betrokkenen, zowel binnen als buiten de onderneming en de maatschappij als geheel. Het gaat hier om de sociale verantwoordelijkheid, oftewel de gevolgen voor mensen en de maatschappij.
> **Voorbeeld:** Ben & Jerry's wordt vaak genoemd als voorbeeld van een bedrijf dat aandacht besteedt aan de "people"-dimensie.
#### 1.2.3 Planet (planeet)
Dit is de dimensie die verwijst naar de effecten op het natuurlijke leefmilieu. Het is vaak het eerste waar mensen aan denken bij duurzaamheid, maar het sociale aspect wordt hierbij soms vergeten. Er liggen veel mogelijkheden, maar ook significante negatieve gevolgen op milieuvlak. Grote bedrijven pakken deze uitdagingen vaak aan door samenwerking en streven naar klimaatneutraliteit.
> **Tip:** Wees alert op "greenwashing", waarbij bedrijven zich duurzamer voordoen dan ze werkelijk zijn. Dit kan leiden tot een negatieve impact op het imago van het bedrijf wanneer klanten hierachter komen.
### 1.3 Modellen van duurzaamheid
Er zijn verschillende modellen om duurzaamheid te conceptualiseren:
* **Klassieke tripple bottom line:** Dit model ziet duurzaamheid als een balans tussen people, planet en profit.
* **Geïntegreerde of 'embedded sustainability' model:** In dit model betekent duurzaamheid het respecteren van planetaire grenzen. De economie kan enkel bestaan binnen een samenleving, en die samenleving kan alleen bestaan binnen de ecologische grenzen van onze planeet. Dit concept sluit nauw aan bij de "donuteconomie".
## 2. Sustainable Development Goals (SDG's)
### 2.1 Van Millenniumdoelstellingen (MDG's) naar SDG's
In het jaar 2000 stelden de Verenigde Naties, met 193 lidstaten, de Millenniumverklaring op. Dit resulteerde in acht Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's) die tegen 2015 bereikt moesten zijn. Deze doelen richtten zich op het aanpakken van urgente wereldproblemen en het bevorderen van een vreedzamere, welvarendere en rechtvaardigere wereld. Er werden kwantificeerbare indicatoren vastgesteld om de resultaten te evalueren.
Ondanks aanzienlijke vooruitgang op gebieden zoals het halveren van extreme armoede, verbetering van toegang tot onderwijs en drinkbaar water, en reductie van kinder- en moedersterfte, werden niet alle doelen gehaald.
Als opvolging van de MDG's legden regeringsleiders in september 2015 tijdens een VN-top in New York de Sustainable Development Goals (SDG's) vast, met als doel deze te realiseren tegen 2030.
### 2.2 De SDG's: 17 doelen
De SDG's omvatten 17 doelstellingen en 100 indicatoren die daaraan verbonden zijn. Deze doelen zijn ambitieuzer dan de MDG's. Ze zijn onderverdeeld in vijf domeinen:
* **Mensen (People):** Gericht op het uitroeien van armoede en honger, en het bevorderen van gezondheid en welzijn.
* **Welvaart (Prosperity):** Bevorderen van duurzame economische groei, waardig werk en innovatie.
* **Planeet (Planet):** Beschermen van de planeet door duurzame consumptie en productie, actie ondernemen tegen klimaatverandering en het beschermen van ecosystemen.
* **Vrede (Peace):** Bevorderen van vreedzame en inclusieve samenlevingen.
* **Partnerschap (Partnership):** Versterken van de implementatiemiddelen en het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling.
> **Tip:** Het is belangrijk de 17 SDG's en hun onderliggende concepten te kennen, evenals de 5 P's die de domeinen vertegenwoordigen.
### 2.3 De SDG's: één en ondeelbaar
De SDG's zijn niet losstaande doelen, maar vormen een systeem. Actie op het ene doel heeft gevolgen (positief of negatief) voor andere doelen. Het is cruciaal om het gehele netwerk te begrijpen voor duurzame ontwikkeling.
> **Voorbeeld:** Klimaatverandering heeft impact op energie, biodiversiteit, gezondheid en ongelijkheid. Onderwijs beïnvloedt armoede, gendergelijkheid en economische groei. Tesla's elektrische wagens worden vaak gezien als positief voor het milieu, maar de winning van grondstoffen en werkomstandigheden kunnen negatieve gevolgen hebben op andere SDG's.
In Vlaanderen is "Vizier 2030" de lokale vertaling van de VN-SDG's, een belangrijke stap in de realisatie van de langetermijnstrategie "Visie 2050".
## 3. Circulaire businessmodellen
De overgang van een lineaire economie naar een circulaire economie is essentieel voor duurzaam ondernemen.
### 3.1 Lineair versus circulair
* **Lineaire economie:** Kenmerkt zich door een "nemen-maken-weggooien" model, met eigendomsoverdracht en het bezitten van producten. Dit model wordt als achterhaald beschouwd.
* **Circulaire economie:** Benadrukt deeleconomie, waarbij het gebruik van producten centraal staat en bezit minder belangrijk is.
> **Tip:** Let op "planned obsolescence" of geplande veroudering, waarbij producten bewust met een beperkte levensduur worden ontworpen om herhaaldelijke aankopen te stimuleren. De circulaire economie streeft ernaar dit tegen te gaan.
### 3.2 Modellen van circulaire economie
Er zijn vier hoofdcategorieën van circulaire modellen:
1. **Circulaire bevoorrading:** Gebruik van hernieuwbare grondstoffen en energie, en recycleerbare materialen.
2. **Optimaal gebruik van middelen:** Effectiever gebruik van producten door middel van delen, verhuren of product-als-dienst modellen.
3. **Verlenging van de levensduur van producten:** Focus op modulariteit, herstelbaarheid en hergebruik.
4. **Revalorisatie van middelen:** Gebruik van afvalstromen en producten met lage economische waarde door middel van remanufacturing (herstellen tot staat van nieuw), upcycling (afgedankte grondstoffen omzetten in superieure producten) of downcycling (afgedankte grondstoffen omzetten in inferieure producten). Recycling is hier een onderdeel van.
> **Voorbeeld:** Patagonia past alle vier de strategieën toe in de kledingindustrie, die een significante milieu-impact heeft.
### 3.3 Business- en verdienmodellen in de circulaire economie
MVO kan geconcretiseerd worden door MVO-principes te integreren in de bedrijfsstrategie en werkwijzen. Dit omvat:
* **MVO-bewustzijn:** Het creëren van bewustzijn rond MVO.
* **MVO-integratie:** Het inbedden van MVO-principes in reguliere werkwijzen.
* **Waardenkader:** Het ontwikkelen van een waardenkader dat MVO-principes omvat.
* **Maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen:** Het hanteren van standaarden en normen, zoals de internationale richtlijn ISO 26000 voor maatschappelijke verantwoordelijkheid.
* **Strategische afstemming:** Zorg voor mens en milieu als integraal onderdeel van de missie en het waardenstelsel.
> **Tip:** ISO 26000 is een belangrijke richtlijn die bedrijven begeleidt in het nastreven van sociale verantwoordelijkheid en het omzetten van intenties naar acties.
Bedrijven kunnen zich ook richten op klimaatneutraliteit, wat betekent dat ze geen negatieve impact hebben op het klimaat door uitstoot te minimaliseren en resterende emissies te compenseren.
**B Corp-certificering** is een wereldwijde organisatie die bedrijven ondersteunt om maatschappelijke en ecologische impact net zo belangrijk te maken als financiële prestaties. Bedrijven die het B Corp-certificaat behalen, worden erkend voor hun inspanningen op sociaal en ecologisch gebied.
**Milieucertificaten**, zoals ISO 14001 en EMAS, tonen aan dat een organisatie haar milieu-impact beheert en verbetert.
#### 3.3.1 Verdienmodellen en circulaire economie
Een **businessmodel** beschrijft hoe een onderneming waarde creëert, levert en behoudt, en hoe ze daarmee geld verdient. Een **verdienmodel** is een onderdeel van een businessplan dat bepaalt hoe een onderneming inkomsten genereert.
Verschillende verdienmodellen kunnen worden toegepast binnen de circulaire economie, gericht op het efficiënter omgaan met hulpbronnen, het verlengen van de levensduur van producten en het maximaliseren van de waarde van grondstoffen. Dit kan leiden tot nieuwe markten en economische potentie.
Enkele typen verdienmodellen zijn:
* **Goederenverkoop:** Traditionele verkoop van producten.
* **Abonnement of lidmaatschap:** Regelmatige betalingen voor toegang tot producten of diensten.
* **Verbruiksmodel/vergoeding per uur:** Betalen op basis van daadwerkelijk gebruik.
* **Servicemodel:** Verkoop van diensten gekoppeld aan producten of als zelfstandige aanbieding.
* **Leasing:** Huur van producten voor een bepaalde periode.
* **Koppelverkoop:** Het aanbieden van meerdere producten of diensten samen.
* **Instapmodel/freemiummodel:** Een basisversie gratis aanbieden, met betaalde upgrades.
* **Reclamemodel:** Inkomsten genereren door advertenties.
* **Makelaarsmodel:** Fungeren als tussenpersoon tussen kopers en verkopers.
#### 3.3.2 Van product naar dienst: Product-as-a-Service (PaaS)
De verschuiving van productgeoriënteerde diensten (verkoop van een product met bijbehorende service) naar gebruiksgeoriënteerde diensten (gericht op gebruik in plaats van bezit) is een belangrijke trend.
* **Productgeoriënteerde diensten:**
* **Productgerelateerde diensten:** Onderhoud, reparatie, terugname.
* **Productgerelateerd advies:** Advies over optimaal gebruik.
* **Gebruiksgeoriënteerde diensten:**
* **Leasing:** Bedrijfswagens, apparatuur.
* **Huren/delen:** Deelsteps, autodelen.
* **Poolen:** Carpooling.
* **Pay-per-service unit:** Betalen per geprinte pagina of per gebruiksunit.
Een verdergaande vorm is het **resultaatsgeoriënteerde dienstmodel**, waarbij een vooraf bepaald resultaat wordt gegarandeerd, zonder specifieke productvereisten vast te leggen (bv. energiecontracten, functionele prestaties).
**Product-as-a-Service (PaaS)-businessmodellen** bieden producten en diensten geïntegreerd aan, waarbij de klant betaalt voor het gebruik of de prestatie in plaats van het product zelf.
> **Tip:** Financiering voor PaaS-modellen kan uitdagend zijn, omdat banken deze nieuwe concepten soms nog onvoldoende begrijpen.
### 3.4 De tien R-strategieën
De tien R-strategieën bieden een raamwerk voor het integreren van circulaire economieprincipes in bedrijfsprocessen:
1. **Refuse:** Weigeren van onnodige producten of materialen (bv. plastic zakken).
2. **Rethink:** Heroverwegen van productontwerp voor multifunctionele toepassingen.
3. **Reduce:** Verminderen van materiaalgebruik en afval (bv. minder verpakking).
4. **Reuse:** Hergebruiken van producten of componenten (bv. tweedehandswinkels).
5. **Repair:** Repareren van producten om hun levensduur te verlengen (bv. smartphone reparatie).
6. **Refurbish:** Opknappen en in een betere staat brengen van gebruikte producten (bv. meubels).
7. **Remanufacture:** Herbouwen van producten met gebruikte componenten tot een staat als nieuw (bv. gereviseerde motoren).
8. **Repurpose:** Een ander doel geven aan producten of materialen (bv. autobanden in speelmateriaal).
9. **Recover:** Terugwinnen van energie of materialen uit afval (bv. frietvet omzetten naar biodiesel).
10. **Recycle:** Herwerken van afvalmaterialen tot nieuwe producten.
> **Tip:** Hoe hoger in de R-ladder, hoe duurzamer of circulairder de strategie.
## 4. ESG-rapportering
ESG (Environmental, Social, Governance) rapporering is de verplichting voor grote ondernemingen (vanaf 2026) om te rapporteren over hun prestaties op het gebied van milieu, sociale aspecten en goed bestuur. Dit omvat:
* **Milieucriteria:** Afvalbeheer, broeikasgassen, verontreiniging en klimaatverandering.
* **Sociale criteria:** Relatie met werknemers, bescherming, diversiteit, gelijke kansen en werkomstandigheden.
* **Goed bestuur (Governance):** Manier waarop een onderneming wordt bestuurd en gecontroleerd, inclusief managementvergoedingen, ethisch handelen en corruptiebestrijding.
De rapportage richt zich op de impact van duurzaamheidsfactoren op de onderneming (financieel) en de impact van de onderneming op het milieu en de maatschappij. De gehele waardeketen en alle stakeholders moeten hierbij worden meegenomen. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een belangrijke Europese richtlijn op dit gebied.
---
# Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) en hun toepassing
Dit deel bespreekt de evolutie van de Millenniumdoelstellingen (MDG's) naar de Sustainable Development Goals (SDG's) van de VN, de 17 doelen en hun onderverdeling in vijf domeinen, en hoe deze geïntegreerd worden in beleid en bedrijfsstrategie.
### 2.1 Van Millenniumdoelstellingen (MDG's) naar Sustainable Development Goals (SDG's)
De Sustainable Development Goals (SDG's) zijn de opvolgers van de Millenniumdoelstellingen (MDG's), die in 2000 door de Verenigde Naties (VN) werden vastgesteld met als doel de meest urgente wereldproblemen aan te pakken tegen 2015. De MDG's omvatten acht internationale ontwikkelingsdoelen. Hoewel er aanzienlijke vooruitgang is geboekt op gebieden zoals het halveren van extreme armoede en het verbeteren van basisonderwijs, werden niet alle doelstellingen volledig behaald.
In september 2015, tijdens een VN-top in New York, legden regeringsleiders de opvolgers van de MDG's vast: de Sustainable Development Goals (SDG's), met als ambitieuze doelstelling deze te verwezenlijken tegen 2030.
#### 2.1.1 Kenmerken van de SDG's
De SDG's omvatten 17 doelstellingen, ondersteund door 100 indicatoren. Ze zijn ambitieuzer dan de MDG's en zijn onderverdeeld in vijf centrale domeinen, ook wel de "5 P's" genoemd:
* **Mensen (People):** Gericht op het beëindigen van armoede en honger in alle vormen en het garanderen van waardigheid en gelijkheid.
* **Welvaart (Prosperity):** Streven naar een welvarend en vervullend leven in harmonie met de natuur. Dit omvat economische groei die sociaal en ecologisch rechtvaardig is.
* **Planeet (Planet):** Bescherming van de planeet tegen degradatie door duurzame consumptie en productie, het beheren van natuurlijke hulpbronnen en het ondernemen van urgente actie op het gebied van klimaatverandering.
* **Vrede (Peace):** Bevorderen van vreedzame, rechtvaardige en inclusieve samenlevingen, vrij van angst en geweld.
* **Partnerschap (Partnership):** Mobiliseren van de middelen die nodig zijn om de SDG's te implementeren door middel van een versterkt globaal partnerschap voor duurzame ontwikkeling. De rol van ondernemingen in samenwerking voor betere en snellere resultaten wordt hier benadrukt.
> **Tip:** De SDG's zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen één systeem, vergelijkbaar met een metronetwerk. Actie op het ene doel heeft gevolgen, zowel positief als negatief, voor andere doelen. Het is essentieel om dit netwerk te begrijpen voor duurzame resultaten.
#### 2.1.2 Integratie in beleid en bedrijfsstrategie
**Vizier 2030:** De Vlaamse vertaling van de SDG's, genaamd Vizier 2030, is een belangrijke stap in de realisatie van de langetermijndoelstellingen voor Vlaanderen. Het richt zich op een inclusieve samenleving, een nieuwe economie binnen de ecologische grenzen van de planeet, en een open en wendbare overheid in partnerschap.
**MVO-integratie in bedrijven:** Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) wordt steeds meer geïntegreerd in de kernstrategie van bedrijven. Dit proces verloopt in verschillende stappen:
1. **MVO-bewustzijn:** Bewustwording van het belang van MVO.
2. **MVO-integratie:** Inbedden van MVO-principes in reguliere werkwijzen en besluitvorming.
3. **Waardenkader:** Ontwikkelen van een waardenkader dat MVO-principes omvat.
4. **Opnemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid:** Diverse MVO- en managementthema's krijgen aandacht.
5. **Operationaliseren van MVO:** Nieuwe standaarden en normen vormen het kader, zoals de internationale richtlijn ISO 26000.
**ISO 26000:** Deze richtlijn biedt bedrijven en organisaties begeleiding bij het nastreven van sociale verantwoordelijkheid. Het doel is om intenties om te zetten in acties en het begrip van MVO te verspreiden.
**Certificering en rapportage:** Bedrijven streven naar klimaatneutraliteit, waarbij uitstoot van broeikasgassen wordt geminimaliseerd en resterende emissies worden gecompenseerd. De B Corp-certificering erkent organisaties die maatschappelijke en ecologische verantwoordelijkheid centraal stellen. Milieucertificaten, zoals ISO 14001 en EMAS, bewijzen dat een organisatie voldoet aan specifieke milieueisen en haar milieu-impact beheert en verbetert.
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) legt grote ondernemingen vanaf 2026 verplichtingen op voor rapportage over milieu-, sociale en bestuursaspecten (ESG-rapportering). Deze rapportages omvatten:
* **Milieucriteria:** Afvalbeheer, broeikasgassen, verontreiniging en klimaatverandering.
* **Sociale criteria:** Relatie met werknemers, bescherming, diversiteit, gelijke kansen en werkomstandigheden.
* **Criteria van goed bestuur:** Managementvergoedingen, ethisch en verantwoord handelen, en bestrijding van corruptie.
De rapportage moet zowel de impact van duurzaamheidsfactoren op de onderneming (financieel) als de impact van de onderneming op het milieu en de maatschappij (impact) belichten, waarbij de volledige waardeketen en alle stakeholders worden meegenomen.
### 2.2 De 3 P's: People, Planet, Profit
Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) worden vaak begrepen aan de hand van de "3 P's": Profit, People en Planet.
* **Profit (Winst):** Dit omvat het leveren van goederen en diensten met meerwaarde als maatstaf voor maatschappelijke waardering. Het gaat erom het juiste te doen én geld te verdienen. Succesvolle bedrijven zoals IKEA demonstreren hoe winstgevendheid kan samengaan met maatschappelijke verantwoordelijkheid. Consumenten tonen ook een groeiende bereidheid om meer te betalen voor duurzame producten.
* **People (Mensen):** Dit domein focust op het creëren van waarde voor alle stakeholders, zowel binnen als buiten de onderneming, en voor de maatschappij als geheel. Dit omvat sociale verantwoordelijkheid ten opzichte van werknemers, gemeenschappen en consumenten. Ben & Jerry's wordt vaak aangehaald als voorbeeld van een bedrijf dat sociale impact centraal stelt.
* **Planet (Planeet):** Dit betreft de effecten van activiteiten op het natuurlijke leefmilieu. Hoewel dit vaak het eerste is waar mensen aan denken bij duurzaamheid, wordt het sociale aspect soms vergeten. Dit domein biedt grote mogelijkheden, maar ook risico's op negatieve milieueffecten. Bedrijven pakken deze uitdagingen aan, soms door samenwerking, en streven naar klimaatneutraliteit.
> **Voorbeeld:** Een bedrijf dat al zijn winst schenkt aan organisaties die de klimaatcrisis bestrijden, illustreert een sterke focus op de "Planet" component, waarbij winstgevendheid secundair is aan de milieu-impact. Het is echter belangrijk om waakzaam te zijn voor 'greenwashing', waarbij bedrijven zich duurzamer voordoen dan ze werkelijk zijn.
### 2.3 Circulaire businessmodellen en verdienmodellen
De transitie naar een circulaire economie is cruciaal voor duurzame ontwikkeling. Dit staat in contrast met het lineaire model van 'nemen, maken, wegwerpen'.
#### 2.3.1 Van lineair naar circulair
De circulaire economie streeft naar het optimaliseren van het gebruik van grondstoffen en het minimaliseren van afval. Dit kan op verschillende manieren:
* **Circulaire bevoorrading:** Gebruik van hernieuwbare grondstoffen en energie, recycleerbare materialen en lokale hulpbronnen.
* **Optimaal gebruik van middelen:** Effectiever gebruik van producten door middel van delen, verhuren of product-as-a-service modellen (PaaS). Philips' 'power by the hour' voor lichtinstallaties is hier een voorbeeld van.
* **Verlenging van de levensduur van producten:** Producten ontwerpen voor modulariteit, herstelbaarheid en duurzaamheid, en het tegengaan van geplande veroudering.
* **Revalorisatie van middelen:** Afval en producten met geringe economische waarde hergebruiken, herstellen of upcyclen tot nieuwe producten. Dit omvat technieken als remanufacturing, upcycling, downcycling en recycling.
> **Toepassing:** Patagonia past alle vier deze strategieën toe in de kledingindustrie, die een aanzienlijke afvalproductie kent.
#### 2.3.2 Verdienmodellen in de circulaire economie
Een verdienmodel bepaalt hoe een onderneming inkomsten genereert. In de context van de circulaire economie zijn er verschillende modellen die efficiënt omgaan met hulpbronnen, de levensduur van producten verlengen en de waarde van grondstoffen maximaliseren:
* **Product-as-a-Service (PaaS):** De klant betaalt voor het gebruik of de prestatie van een product in plaats van het product zelf te bezitten. Dit stimuleert bedrijven om duurzame en lange-levensduur producten te produceren.
* **Leasing, Huren, Delen:** Modellen die eigendom verschuiven naar gebruik.
* **Resultaatgeoriënteerde diensten:** Contracten die een vooraf bepaald resultaat garanderen, zoals energiecontracten of waterzuivering.
Deze modellen kunnen nieuwe markten openen en economische groei stimuleren, mits ecologisch geïntegreerd.
#### 2.3.3 De tien R-strategieën
Een ander raamwerk voor het integreren van de circulaire economie is de tien R-strategieën, die een hiërarchie van duurzame acties weergeven:
1. **Refuse:** Weigeren van onnodige of schadelijke producten en materialen (bv. plastic zakken).
2. **Rethink:** Herdenken van productontwerp en functionaliteit (bv. meubels met meerdere functies).
3. **Reduce:** Verminderen van het gebruik van materialen en verpakkingen.
4. **Reuse:** Hergebruiken van producten en verpakkingen (bv. tweedehandswinkels, herbruikbare verpakkingen).
5. **Repair:** Repareren van defecte producten.
6. **Refurbish:** Opknappen van oude producten (bv. meubels).
7. **Remanufacture:** Herstellen van gebruikte producten tot de staat van een nieuw product.
8. **Recover:** Terugwinnen van energie of materialen uit afval (bv. biomassa).
9. **Recycle:** Verwerken van afval tot bruikbare materialen voor nieuwe producten.
10. **Repurpose:** Hergebruiken van materialen voor een ander doel (bv. autobanden voor speelmateriaal).
> **Voorbeeld:** Bij duurzame verpakkingen kunnen de volgende R-strategieën worden toegepast: het verminderen van verpakkingsmateriaal (reduce), het gebruiken van herbruikbare verpakkingen (re-use), het hergebruiken van oud papier voor nieuwe verpakkingen (recycle) en het hervormen van producten zodat minder verpakking nodig is (rethink).
Door deze strategieën toe te passen, kunnen bedrijven hun milieu-impact aanzienlijk verminderen en een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.
---
# Circulaire businessmodellen en verdienmodellen
Hier is een gedetailleerd studiemateriaal over circulaire businessmodellen en verdienmodellen, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 3. Circulaire businessmodellen en verdienmodellen
Dit onderwerp verkent de transitie van lineaire naar circulaire economische modellen, met een focus op de strategieën en verdienmodellen die essentieel zijn voor duurzame bedrijfspraktijken.
### 3.1 Van lineair naar circulair denken
De klassieke lineaire economie, gebaseerd op het principe van 'nemen, maken, weggooien', is achterhaald en wordt steeds meer vervangen door een circulaire benadering. De circulaire economie streeft ernaar middelen zo lang mogelijk in de economische kringloop te houden, waardoor afval en de behoefte aan nieuwe grondstoffen worden geminimaliseerd.
> **Tip:** Het fundamentele verschil tussen een lineaire en een circulaire economie ligt in de focus op eigendom versus gebruik. In een lineaire economie staat de eigendom van producten centraal, terwijl de circulaire economie de nadruk legt op het gebruik en delen van producten.
### 3.2 Circulaire strategieën
De implementatie van circulaire economie kan worden onderverdeeld in vier hoofdstrategieën:
* **Circulaire bevoorrading:** Dit houdt in dat er gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare grondstoffen en energie, recyclebare materialen, en lokale hulpbronnen.
* **Optimaal gebruik van middelen:** Deze strategie richt zich op het effectiever gebruiken van bestaande producten, bijvoorbeeld door ze te delen of te verhuren.
* **Verlenging van de levensduur van producten:** Hierbij wordt ingezet op producten die modulair en repareerbaar zijn, om de geplande veroudering tegen te gaan.
* **Revalorisatie van middelen:** Dit omvat het gebruiken van afval of producten met een lage economische waarde en deze te transformeren naar nieuwe, waardevolle toepassingen. Dit kan resulteren in *remanufacturing* (herstellen tot nieuwstaat), *upcycling* (omzetten naar een superieur product), *downcycling* (omzetten naar een inferieur product), en *recycling* (afval verwerken naar bruikbare materialen).
> **Voorbeeld:** Patagonia past alle vier de circulaire strategieën toe in de kledingindustrie, een sector die bekend staat om zijn aanzienlijke milieu-impact.
### 3.3 Circulaire business- en verdienmodellen
Businessmodellen beschrijven hoe een organisatie waarde creëert, levert en behoudt, terwijl verdienmodellen specificeren hoe een organisatie inkomsten genereert. In de context van circulaire economie kunnen deze modellen verschuiven van productgeoriënteerd naar dienstgeoriënteerd.
#### 3.3.1 Van product naar dienst
Er is een verschuiving gaande van het verkopen van producten naar het aanbieden van diensten. Dit kan worden onderverdeeld in:
* **Productgeoriënteerde diensten:** Hierbij wordt een product verkocht met een aanvullende dienst, zoals onderhoud, reparatie of advies.
* *Productgerelateerde diensten:* Bijvoorbeeld verkoop van een auto met een onderhoudscontract.
* *Productgerelateerd advies:* Bijvoorbeeld een verkoper die advies geeft over zuiniger rijden.
* **Gebruiksgeoriënteerde diensten:** Hierbij ligt de focus op het gebruik in plaats van op eigendom.
* *Leasing:* Het huren van producten voor een bepaalde periode.
* *Huren/delen:* Producten delen met anderen, zoals deelsteps of deelmobiliteit.
* *Poolen:* Gezamenlijk gebruik van middelen, zoals carpooling.
* *Pay-per-service unit:* Betalen per eenheid van gebruik, zoals printdiensten.
* **Resultaatgeoriënteerde diensten:** Hierbij wordt een vooraf bepaald resultaat gegarandeerd, zonder specifieke productvereisten vast te leggen.
* *Outsourcing:* Uitbesteden van bepaalde diensten, zoals schoonmaak.
* *Functioneel resultaat:* Bijvoorbeeld energiecontracten waarbij een bepaald energieresultaat wordt gegarandeerd.
**Product-as-a-Service (PaaS)-businessmodellen** vallen onder deze gebruiks- en resultaatgeoriënteerde diensten, waarbij de klant betaalt voor de prestatie of het gebruik van een product, in plaats van het product zelf aan te schaffen. Een bekend voorbeeld hiervan is Rolls-Royce's "Power by the Hour" model, waarbij luchtvaartmaatschappijen betalen voor de operationele tijd van vliegtuigmotoren.
> **Tip:** De transitie naar PaaS-modellen kan uitdagend zijn op het gebied van financiering, omdat traditionele banken soms moeite hebben met deze nieuwe financieringsstructuren.
#### 3.3.2 Soorten verdienmodellen
Naast de verschuiving naar dienstverlening, zijn er diverse verdienmodellen die een circulaire aanpak kunnen ondersteunen:
* **Goederenverkoop:** Het traditionele model van het verkopen van producten.
* **Abonnement of lidmaatschap:** Klanten betalen periodiek voor toegang tot een product of dienst.
* **Verbruiksmodel/vergoeding per uur:** Betalen op basis van werkelijk verbruik of gebruiksduur.
* **Servicemodel:** Focus op het leveren van diensten gerelateerd aan producten.
* **Instapmodel/freemiummodel:** Een basisversie is gratis, terwijl uitgebreidere functies betaald zijn.
* **Leasing:** Producten ter beschikking stellen voor gebruik tegen een periodieke betaling.
* **Koppelverkoop:** Het verkopen van een product dat afhankelijk is van de aankoop van een ander product of dienst.
* **Upselling:** Klanten overhalen om een duurdere of meer uitgebreide versie van een product of dienst aan te schaffen.
* **Lokaasmodel:** Een product wordt goedkoop aangeboden om vervolgens winst te genereren uit gerelateerde diensten of verbruiksartikelen.
* **Reclamemodel:** Inkomsten genereren door advertenties weer te geven aan gebruikers.
* **Makelaarsmodel:** Een bemiddelende rol spelen tussen kopers en verkopers en hiervoor commissie ontvangen.
* **Marktinformatiemodel:** Inkomsten genereren door gegevens en analyses te verkopen.
> **Tip:** Elk verdienmodel biedt mogelijkheden om na te denken over het efficiënter omgaan met hulpbronnen, het verlengen van de levensduur van producten en het maximaliseren van de waarde van materialen. Het kan zelfs leiden tot nieuwe markten en ecologische groei die samengaat met economisch potentieel.
### 3.4 De tien R-strategieën
De tien R-strategieën bieden een aanvullend raamwerk om circulaire economie te integreren in bedrijfsprocessen. De strategieën worden gerangschikt op een schaal van duurzaamheid, waarbij de hogere posities duurzamer zijn.
* **Rethink:** Het heroverwegen van het productontwerp om bijvoorbeeld meerdere functies te integreren (bv. slaapbank).
* **Refuse:** Het actief weigeren van het gebruik van bepaalde producten of materialen (bv. plastic zakken).
* **Reduce:** Het minimaliseren van het gebruik van middelen, zoals het verminderen van verpakking.
* **Repair:** Het herstellen van producten om hun levensduur te verlengen (bv. smartphone reparatie).
* **Remanufacture:** Het herstellen van gebruikte producten tot de staat van een nieuw product (bv. reviseren van motoren).
* **Re-use:** Het hergebruiken van producten of componenten in hun oorspronkelijke vorm (bv. tweedehandswinkels).
* **Refurbish:** Het opknappen en moderniseren van producten om ze weer verkoopbaar te maken (bv. opknappen van meubels).
* **Recover:** Het terugwinnen van energie uit afval (bv. frietvet omzetten naar biodiesel).
* **Recycle:** Het verwerken van afval tot nieuwe bruikbare materialen (bv. papier recyclen).
* **Repurpose:** Het hergebruiken van materialen voor een ander doel dan waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren (bv. autobanden voor speelmateriaal).
> **Tip:** De R-strategieën kunnen worden toegepast op verschillende aspecten van een bedrijf, van materiaalgebruik tot productlevensduur en afvalbeheer. Het is essentieel om te begrijpen welke strategie het meest geschikt is voor een specifieke situatie.
### 3.5 CSRD en ESG-rapportering
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn die grote ondernemingen verplicht om te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Deze rapporten omvatten:
* **Milieucriteria:** Zoals afvalbeheer, broeikasgasemissies en klimaatverandering.
* **Sociale criteria:** Betrekking hebbend op werknemers, zoals bescherming, diversiteit en werkomstandigheden.
* **Criteria van goed bestuur:** Beoordelen hoe een onderneming wordt geleid en gecontroleerd, inclusief managementvergoedingen en ethisch handelen.
De CSRD vereist een analyse van de impact van duurzaamheidsfactoren op de onderneming, de impact van de onderneming op milieu en maatschappij, en de betrokkenheid van de gehele waardeketen en alle stakeholders.
ESG-rapportering (Environmental, Social, and Governance) is nauw verwant aan de vereisten van de CSRD en biedt een gestructureerde manier voor bedrijven om hun prestaties op deze gebieden te communiceren.
---
# ESG-rapportering en milieu-certificaten
Dit onderwerp behandelt de verplichtingen rond ESG-rapportering (Environmental, Social, Governance) voor grote ondernemingen en de rol en betekenis van diverse milieu-certificaten.
### 4.1 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) verwijst naar de verantwoordelijkheid van een organisatie voor de effecten van haar besluiten en activiteiten op de maatschappij en het milieu, door middel van transparant en ethisch gedrag. Organisaties integreren aandacht voor mensenrechten, consumentenbelangen en sociale, ethische en milieukwesties in hun activiteiten en kernstrategie in nauwe samenwerking met hun stakeholders. Het doel hiervan is het creëren van gedeelde waarde voor alle stakeholders en de maatschappij, terwijl negatieve effecten worden opgespoord, voorkomen en verminderd.
#### 4.1.1 De drie dimensies van MVO (de 3 P's)
MVO kan worden geanalyseerd aan de hand van drie dimensies, ook wel bekend als de 'triple bottom line':
* **Profit (Winst):** Dit betreft het creëren van goederen en diensten met meerwaarde als maatstaf voor maatschappelijke waardering. Het houdt in dat een bedrijf zowel het "juiste doet" als geld verdient.
* **People (Alle stakeholders):** Dit omvat het creëren van waarde voor alle betrokkenen, zowel binnen als buiten de onderneming, en voor de maatschappij als geheel. Het gaat om de gevolgen voor mensen en de maatschappij.
* **Planet (Planeet):** Dit verwijst naar de effecten op het natuurlijke leefmilieu. Dit wordt vaak als eerste geassocieerd met duurzaamheid, maar het sociale aspect mag niet worden vergeten.
> **Tip:** Het geïntegreerde of 'embedded sustainability' model stelt dat duurzaamheid betekent het respecteren van planetaire grenzen, waarbij de economie binnen de samenleving opereert en de samenleving binnen de ecologische grenzen van onze planeet.
### 4.2 Sustainable Development Goals (SDG's)
De Sustainable Development Goals (SDG's) zijn 17 internationale ontwikkelingsdoelen, vastgelegd in september 2015 door de Verenigde Naties, die tegen 2030 gerealiseerd moeten worden. Ze zijn ambitieuzer dan hun voorgangers, de Millenniumdoelstellingen (MDG's), en worden onderverdeeld in vijf domeinen: mensen (people), welvaart (prosperity), planeet (planet), vrede (peace) en partnerschap (partnership). De SDG's vormen één ondeelbaar systeem; actie op het ene doel heeft gevolgen voor andere doelen.
> **Voorbeeld:** Klimaatverandering raakt energie, biodiversiteit, gezondheid en ongelijkheid. Onderwijs beïnvloedt armoede, gendergelijkheid en economische groei.
Vlaanderen heeft een eigen vertaling van de SDG's: Vizier 2030, als tussenstap naar Visie 2050.
### 4.3 Circulaire Businessmodellen
Circulaire businessmodellen streven naar een economie waarin producten en materialen hun waarde behouden en zo lang mogelijk worden gebruikt, in tegenstelling tot het lineaire model van 'nemen, maken, afdanken'.
#### 4.3.1 Van lineair naar circulair
Het lineaire economiemodel is achterhaald. De circulaire economie richt zich op het hergebruik en delen van producten, en het minimaliseren van afval.
> **Voorbeeld:** Geplande veroudering (planned obsolescence) is een fenomeen waarbij producten opzettelijk een beperkte levensduur hebben, wat in een circulaire economie vermeden moet worden.
Er zijn vier hoofdmodellen binnen circulaire economie:
1. **Circulaire bevoorrading:** Gebruik van hernieuwbare grondstoffen en energie, en recycleerbare materialen.
2. **Optimaal gebruik van middelen:** Effectiever gebruik van producten door middel van delen of verhuren (bv. 'product as a service').
3. **Verlenging van de levensduur van producten:** Door modulariteit, herstelbaarheid en het tegengaan van geplande veroudering.
4. **Revalorisatie van middelen:** Het gebruiken van afval of producten met geringe economische waarde. Dit omvat:
* **Remanufacturing:** Gebruikte producten herstellen tot de staat van een nieuw product.
* **Upcycling:** Afgedankte grondstoffen omzetten in een superieur product.
* **Downcycling:** Afgedankte grondstoffen omzetten in een inferieur product.
* **Recycling:** Afval herwerken naar bruikbare materialen.
Patagonia is een voorbeeld van een bedrijf in de kledingindustrie dat alle vier deze strategieën toepast.
#### 4.3.2 Business- en verdienmodellen in MVO
MVO kan geconcretiseerd worden door het te integreren in de bedrijfsstrategie, te beginnen met MVO-bewustzijn, gevolgd door MVO-integratie in reguliere werkwijzen, het ontwikkelen van een waardenkader, en het strategisch afstemmen van maatschappelijke verantwoordelijkheid op de bedrijfsmissie. De internationale richtlijn ISO 26000 biedt een kader voor maatschappelijke verantwoordelijkheid.
**Milieucertificaten** bewijzen dat een organisatie voldoet aan specifieke milieueisen en haar milieu-impact beheert en verbetert. Voorbeelden hiervan zijn:
* **ISO 14001:** Een internationale norm voor milieumanagementsystemen.
* **EMAS (Eco-Management and Audit Scheme):** Een Europees systeem voor vrijwillige verbetering van milieuprestaties.
* **Groencertificaat:** Voor duurzaam opgewekte groene stroom.
* **Certificaat van herkomst:** Garandeert de natuurlijke samenstelling van oppervlaktedelfstoffen.
* **VCA (Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers):** Voor veilig, gezond en milieubewust werken in risicovolle omgevingen.
**B Corp Certification** is een internationale erkenning voor organisaties die maatschappelijke en ecologische verantwoordelijkheid centraal stellen.
#### 4.3.3 Van product naar dienst
De verschuiving van een productgeoriënteerde naar een dienstgeoriënteerde aanpak, ook wel de prestatie-economie genoemd, is een sleutelcomponent in circulaire businessmodellen. Dit kan op verschillende manieren:
* **Productgeoriënteerde diensten:** Verkoop van een product gekoppeld aan een dienst (bv. onderhoud, advies).
* **Gebruiksgeoriënteerde diensten (Deeleconomie):** Verschuiving van bezit naar gebruik (bv. leasing, huren, delen, poolen).
* **Resultaatgeoriënteerde diensten (PaaS - Product-as-a-Service):** Verkoop garandeert een vooraf bepaald resultaat zonder specificaties van het product vast te leggen (bv. energiecontracten, schoonmaakdiensten).
Financiering voor deze nieuwe PaaS-modellen kan een uitdaging zijn door hun nieuwigheid.
#### 4.3.4 De tien R-strategieën
Dit raamwerk helpt bij het integreren van circulaire economie in bedrijfsprocessen, met nadruk op productgebruik, levensduurverlenging en materiaalgebruik. De strategieën, van meest tot minst duurzaam/circulair, zijn:
1. **Rethink:** Producten slimmer maken (bv. multifunctionele meubels).
2. **Refuse:** Weigeren van niet-duurzame materialen (bv. plastic zakken).
3. **Reduce:** De hoeveelheid product of verpakking verminderen.
4. **Reuse:** Producten hergebruiken (bv. tweedehandswinkels).
5. **Repair:** Producten herstellen.
6. **Refurbish:** Oude meubels opknappen.
7. **Remanufacture:** Oude onderdelen herstellen tot nieuwe staat.
8. **Recover:** Afval omzetten in energie.
9. **Recycle:** Afval herwerken naar bruikbare materialen.
10. **Repurpose:** Autobanden omzetten in speelmateriaal.
> **Voorbeeld:** De R-strategieën toegepast op duurzame verpakking:
> * `Reduce`: Minder verpakking.
> * `Recover`: Afval verbranden voor energieproductie.
> * `Re-use`: Herbruikbare verpakking.
> * `Recycle`: Oud papier gebruiken voor nieuwe verpakking.
> * `Rethink`: Product hervormen zodat minder verpakking nodig is.
### 4.4 ESG-rapportering
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn die verplicht voor grote ondernemingen vanaf 2026. Deze richtlijn vereist rapportage over:
* **Milieucriteria:** Afvalbeheer, broeikasgassen, verontreiniging en klimaatverandering.
* **Sociale criteria:** Bescherming en preventie van werknemers, diversiteit, gelijke kansen en werkomstandigheden.
* **Criteria van goed bestuur:** Managementvergoedingen, ethisch en verantwoord handelen, en corruptiebestrijding.
De rapportage moet rekening houden met de impact van duurzaamheidsfactoren op de onderneming (financieel) en de impact van de onderneming op het milieu en de maatschappij (impact). De volledige waardeketen en alle stakeholders moeten worden meegenomen in de analyse.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) | De verantwoordelijkheid van een organisatie voor de effecten van haar besluiten en activiteiten op de maatschappij en het milieu, gekenmerkt door transparant en ethisch gedrag. Organisaties integreren aandacht voor mensenrechten, consumentenbelangen en sociale, ethische en milieukwesties in hun activiteiten en kernstrategie om gedeelde waarde te creëren en negatieve effecten te minimaliseren. |
| Duurzame ontwikkeling | Een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. Dit concept vormt de basis voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en benadrukt de balans tussen economische, sociale en ecologische aspecten. |
| 3 P’s (Profit, People, Planet) | De drie dimensies van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen: winst (profit), mensen (people, alle stakeholders) en planeet (planet, het milieu). Een gezonde balans tussen deze drie is essentieel voor een duurzame bedrijfsvoering. |
| SDG’s (Sustainable Development Goals) | Zeventien wereldwijde doelen, vastgelegd door de Verenigde Naties in 2015, die tegen 2030 moeten worden bereikt om urgente wereldproblemen aan te pakken op gebieden zoals armoede, honger, gezondheid, onderwijs, klimaatverandering en duurzame consumptie. |
| Circulaire economie | Een economisch systeem waarin grondstoffen en producten zo lang mogelijk worden hergebruikt, hersteld en gerecycled, met als doel afval te minimaliseren en de ecologische impact te verminderen. Dit staat tegenover de traditionele lineaire economie van produceren, gebruiken en weggooien. |
| Lineaire economie | Een economisch model gebaseerd op het principe van produceren, gebruiken en weggooien. Dit model leidt tot een hoge consumptie van grondstoffen en genereert veel afval, wat leidt tot milieuproblemen. |
| Planned obsolescence (geplande veroudering) | Het bewust ontwerpen van producten met een beperkte levensduur of functionaliteit, zodat consumenten gedwongen worden om vervangende producten te kopen. Dit draagt bij aan afval en verspilling van grondstoffen. |
| Businessmodel | Een strategisch plan dat beschrijft hoe een organisatie waarde creëert, levert en behoudt voor haar klanten, en hoe zij daarmee geld verdient. Het omvat de belangrijkste activiteiten, middelen, partners en klantsegmenten. |
| Verdienmodel | Een onderdeel van een businessmodel dat specifiek bepaalt hoe een organisatie inkomsten genereert. Het identificeert de bedrijfsactiviteiten die geld opleveren en welke kosten daaraan verbonden zijn. |
| Product-as-a-Service (PaaS) | Een businessmodel waarbij de leverancier een product niet verkoopt, maar de prestatie of het gebruik ervan aanbiedt als een dienst. Klanten betalen voor het gebruik of de resultaten in plaats van voor het bezit van het product. |
| ESG-rapportering (Environmental, Social, Governance) | Rapportage over de prestaties van een organisatie op het gebied van milieu (milieucriteria), sociale aspecten (sociale criteria) en goed bestuur (governance criteria). Dit wordt steeds belangrijker voor investeerders en stakeholders. |
| ISO 26000 | Een internationale richtlijn die organisaties begeleidt bij het nastreven van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het biedt een kader om intenties om te zetten in systematische en samenhangende acties, en stimuleert initiatieven die verder reiken dan wettelijke vereisten. |
| Milieucertificaat | Een bewijs dat een organisatie voldoet aan specifieke milieueisen en haar milieu-impact systematisch beheert en verbetert. Voorbeelden zijn ISO 14001 en EMAS, die helpen bij het aantonen van milieu-inspanningen en het verhogen van vertrouwen. |