Cover
Aloita nyt ilmaiseksi module 2 deel 6.3.docx
Summary
# Structuur en innervatie van de lumbale zenuwen
Dit onderwerp behandelt de anatomische indeling van de lumbale zenuwen in dorsale en ventrale rami en hun specifieke innervatie van spieren en huid.
## 1. De dorsale rami van de lumbale zenuwen
De dorsale rami van de lumbale zenuwen lopen tussen de processus transversi van aanpalende wervels en splitsen zich vervolgens in twee takken:
### 1.1 Rami mediales
Deze takken innerveren de diepe rugspieren. Deze spieren zijn cruciaal voor het stabiliseren en bewegen van de wervelkolom. Specifieke spieren die geïnnerveerd worden zijn:
* **M. quadratus lumborum:** Deze spier zorgt voor zijwaartse buiging van de wervelkolom en stabiliseert de lumbale wervels.
* **M. psoas minor:** Deze spier assisteert bij de buiging van de romp en de stabilisatie van de wervelkolom.
### 1.2 Rami laterales
Deze takken innerveren de huid van de onderrug, ook wel de lendenhuid genoemd.
* **Nn. clunium superiores:** Deze worden gevormd door de rami laterales van L1 tot L3 en innerveren de huid van het bovenste deel van de bil.
* **Nn. clunium medii:** Deze worden gevormd door de rami laterales van S1 tot S3 en innerveren de huid boven de m. gluteus maximus.
* De rami laterales van de sacrale en coccygeale zenuwen innerveren de huid ter hoogte van het sacrum.
## 2. De ventrale rami van de lumbale zenuwen: Plexus lumbalis
De plexus lumbalis wordt gevormd door de ventrale takken van de lumbale zenuwen T12 tot L4.
### 2.1 Oorsprong en ligging
* **Oorsprong:** Ventrale takken van T12, L1, L2, L3 en L4.
* **Ligging:** Lateraal van de lumbale wervels, deels in en deels achter de m. psoas en m. quadratus lumborum.
### 2.2 Verloop en aftakkingen
* **L1:**
* Ontvangt een zijtak van de ventrale ramus van T12.
* Eindtakken:
* Tak 1 vormt de n. iliohypogastricus en de n. ilioinguinalis.
* Tak 2 voegt zich bij een zijtak van L2 om de n. genitofemoralis te vormen.
* **L2:**
* Zijtakken:
* Vormt samen met de eindtak van L1 de n. genitofemoralis.
* Eindtakken:
* Ventrale ramus: Vormt samen met de ventrale rami van L3-L4 de n. obturatorius.
* Dorsale ramus: Vormt samen met de dorsale rami van L3-L4 de n. femoralis.
* **L3:**
* Zijtak: Vormt samen met de zijtak van L2 de n. cutaneus femoris lateralis.
* Eindtakken:
* Ventrale ramus: Vormt samen met de ventrale rami van L2 en L4 de n. obturatorius.
* Dorsale ramus: Vormt samen met de dorsale rami van L2 en L4 de n. femoralis.
* **L4:**
* Zijtak: Vormt samen met L5 de truncus lumbosacralis.
* Eindtakken:
* Ventrale ramus: Vormt samen met de ventrale rami van L2 en L3 de n. obturatorius.
* Dorsale ramus: Vormt samen met de dorsale rami van L2 en L3 de n. femoralis.
### 2.3 Eindtakken van de plexus lumbalis
* **N. iliohypogastricus:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken van T12-L1.
* **Innervatie:**
* **Motorisch (M):** M. transversus abdominis, m. obliquus abdominis internus, m. obliquus abdominis externus.
* **Sensorisch (S):** R. cutaneus lateralis (huid van de zijkant van de heup) en r. cutaneus anterior (liesregio).
* **N. ilioinguinalis:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken van T12-L1.
* **Innervatie:**
* **Motorisch (M):** M. transversus abdominis, m. obliquus abdominis internus, m. obliquus abdominis externus.
* **Sensorisch (S):** Scrotum (mannen) of labia majora (vrouwen).
* **N. genitofemoralis:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken van L1-L2.
* **Innervatie:**
* **Motorisch (M):** R. genitalis innerveert de m. cremaster.
* **Sensorisch (S):** R. genitalis (huid van scrotum/labia majora) en r. femoralis (huid van de voorzijde van de dij).
* **N. cutaneus femoris lateralis:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken van L2-L3.
* **Innervatie (S):** Huid aan de latero-ventrale zijde van de dij, reikend tot aan de knie.
* **N. obturatorius:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken van L2-L4.
* **Innervatie:**
* **Motorisch (M):**
* R. anterior innerveert: m. obturatorius externus, m. pectineus, m. gracilis, m. adductor brevis, m. adductor longus.
* R. posterior innerveert: m. adductor magnus.
* **Sensorisch (S):** De r. cutaneus van de r. anterior innerveert het distale en mediale gedeelte van de dijvoorvlakte.
* **Pathologie:** Obturatoriusverlamming leidt tot het onvermogen om de benen te kruisen.
* **N. femoralis:**
* **Oorsprong:** Dorsale takken van de ventrale rami van L2-L4.
* **Innervatie:**
* **Rr. musculares:** Innerveren de m. psoas major, m. iliacus, m. pectineus, m. sartorius en m. quadriceps femoris.
* **Rr. cutanei anteriores:** Innerveren de huid aan de mediale zijde en voorvlakte van het bovenbeen. Deze anastomiseren met de r. genitalis van de n. genitofemoralis.
* **N. saphenus (zijtak van n. femoralis):**
* **R. infrapatellaris:** Innerveert de huid boven de apex van de patella.
* **Eindtakken (Rr. cutanei cruris mediales):** Innerveren de huid van de mediale zijde van het onderbeen tot aan de mediale voetrand en de hallux.
* **Pathologie:** Femoralisverlamming maakt actief strekken van de knie onmogelijk en vermindert de kracht van de heupflexie.
> **Tip:** Onthoud dat de n. iliohypogastricus en n. ilioinguinalis van dezelfde zenuwsegmenten (T12-L1) afkomstig zijn en overlappende innervatiegebieden in de buikwand hebben. De n. genitofemoralis splitst zich in een genitaal (motorisch en sensorisch) en een femoraal (sensorisch) deel.
> **Voorbeeld:** Bij een letsel aan de n. femoralis zal een patiënt moeite hebben met het staan na het zitten, omdat het strekken van de knie (door de innervatie van de m. quadriceps femoris) verstoord is. Tevens zal de heupflexie (door innervatie van m. psoas major en m. iliacus) verzwakt zijn.
---
# De plexus lumbalis en zijn eindtakken
Dit deel behandelt de formatie van de plexus lumbalis uit de ventrale takken van de lumbale zenuwen en de gedetailleerde beschrijving van de belangrijkste eindtakken.
### 2.1 Vorming van de plexus lumbalis
De plexus lumbalis ontstaat uit de ventrale takken van de lumbale zenuwen, specifiek van T12 tot en met L4.
* **Oorsprong:** Ventrale takken van T12-L4.
* **Ligging:** Lateraal van de lumbale wervels, gedeeltelijk gelegen in en achter de spieren m. psoas en m. quadratus lumborum.
#### 2.1.1 Verloop van de zenuwen in de plexus
* **Niveau L1:**
* Ontvangt een zijtak van de ventrale tak van T12.
* Eindtakken splitsen zich in:
* De n. iliohypogastricus en de n. ilioinguinalis.
* Een tak die zich voegt bij een zijtak van L2 om de n. genitofemoralis te vormen.
* **Niveau L2:**
* Zijtakken dragen bij aan de n. genitofemoralis (gevormd uit de eindtak van L1 en de zijtak van L2).
* Eindtakken splitsen zich in:
* Een ventrale ramus die, samen met de ventrale rami van L3-L4, de n. obturatorius vormt.
* Een dorsale ramus die, samen met de dorsale rami van L3-L4, de n. femoralis vormt.
* **Niveau L3:**
* Een zijtak draagt bij aan de n. cutaneus femoris lateralis (in combinatie met een zijtak van L2).
* Eindtakken splitsen zich in:
* Een ventrale ramus die, samen met de ventrale rami van L2-L4, de n. obturatorius vormt.
* Een dorsale ramus die, samen met de dorsale rami van L2-L4, de n. femoralis vormt.
* **Niveau L4:**
* Een zijtak vormt de truncus lumbosacralis samen met L5.
* Eindtakken splitsen zich in:
* Een ventrale ramus die, samen met de ventrale rami van L2-L3, de n. obturatorius vormt.
* Een dorsale ramus die, samen met de dorsale rami van L2-L3, de n. femoralis vormt.
### 2.2 Eindtakken van de plexus lumbalis
#### 2.2.1 N. iliohypogastricus
* **Oorsprong:** Ventrale takken van T12-L1.
* **Innervatie:**
* **Motorisch:** De spieren m. transversus abdominis, m. obliquus abdominis internus en m. obliquus abdominis externus.
* **Sensorisch:**
* R. cutaneus lateralis: innerveert de huid aan de zijkant van de heup.
* R. cutaneus anterior: innerveert de huid van de liesregio.
#### 2.2.2 N. ilioinguinalis
* **Oorsprong:** Ventrale takken van T12-L1.
* **Innervatie:**
* **Motorisch:** De spieren m. transversus abdominis, m. obliquus abdominis internus en m. obliquus abdominis externus.
* **Sensorisch:** De huid van het scrotum (bij mannen) of de labia majora (bij vrouwen).
#### 2.2.3 N. genitofemoralis
* **Oorsprong:** Ventrale takken van L1-L2.
* **Innervatie:**
* **Motorisch:** De r. genitalis innerveert de spier m. cremaster.
* **Sensorisch:**
* R. genitalis: innerveert de huid van het scrotum of de labia majora.
* R. femoralis: innerveert de huid aan de voorzijde van de dij.
#### 2.2.4 N. cutaneus femoris lateralis
* **Oorsprong:** Ventrale takken van L2-L3.
* **Innervatie (Sensorisch):** De huid aan de laterale en ventrale zijde van de dij, tot aan de knie.
#### 2.2.5 N. obturatorius
* **Oorsprong:** Ventrale takken van L2-L4.
* **Innervatie:**
* **Motorisch:**
* R. anterior: innerveert de spieren m. obturatorius externus, m. pectineus, m. gracilis, m. adductor brevis en m. adductor longus.
* R. posterior: innerveert de spier m. adductor magnus.
* **Sensorisch:** De r. cutaneus van de r. anterior innerveert het distale en mediale deel van de dij.
* **Pathologie:** Een obturatoriusverlamming leidt tot het onvermogen om de benen te kruisen.
#### 2.2.6 N. femoralis
* **Oorsprong:** Dorsale takken van de ventrale rami van L2-L4.
* **Innervatie:**
* **Motorisch (Rr. musculares):** Innerveert de spieren m. psoas major, m. iliacus, m. pectineus, m. sartorius en de spierengroep m. quadriceps femoris.
* **Sensorisch (Rr. cutanei anteriores):** Innerveren de huid aan de mediale zijde en voorvlakte van het bovenbeen. Deze rami anastomenseren met de r. genitalis van de n. genitofemoralis en de r. cutaneus van de n. obturatorius.
* **N. saphenus (zijtak van de n. femoralis):**
* **R. infrapatellaris:** Innerveert de huid boven de apex van de patella.
* **Eindtakken (Rr. cutanei cruris mediales):** Innerveren de huid aan de mediale zijde van het onderbeen tot aan de mediale voetrand en de grote teen.
* **Pathologie:** Femoralisverlamming maakt het actief strekken van de knie onmogelijk en vermindert de kracht van de heupflexie.
> **Tip:** Visualiseer de locatie van de plexus lumbalis ten opzichte van de lumbale wervels en de diepe rugspieren. Dit helpt bij het begrijpen van de verloop van de zenuwen.
>
> **Tip:** Concentreer je bij het memoriseren van de eindtakken op de specifieke spieren die ze innerveren (motorisch) en de huidgebieden (sensorisch). Maak eventueel een tabel of een schema.
---
# Pathologieën gerelateerd aan zenuwverlamming
Dit onderwerp behandelt de gevolgen van verlamming van specifieke zenuwen, met name de n. obturatorius en n. femoralis, en de resulterende functionele beperkingen.
### 3.1 De plexus lumbalis en haar zenuwen
De plexus lumbalis wordt gevormd door de ventrale takken van de lumbale zenuwen T12 tot L4. Deze plexus bevindt zich lateraal van de lumbale wervels en deels in en achter de spieren m. psoas en m. quadratus lumborum.
#### 3.1.1 Vorming en belangrijkste aftakkingen
* **L1:** Ontvangt een zijtak van de ventrale tak van T12. De eindtakken van L1 vormen de n. iliohypogastricus en de n. ilioinguinalis. Een andere tak voegt zich bij L2 om de n. genitofemoralis te vormen.
* **L2:** Vormt de n. genitofemoralis mede en levert takken die bijdragen aan de n. obturatorius (ventrale tak) en de n. femoralis (dorsale tak).
* **L3:** Levert takken aan de n. cutaneus femoris lateralis, en draagt bij aan de vorming van de n. obturatorius (ventrale tak) en de n. femoralis (dorsale tak).
* **L4:** Vormt de truncus lumbosacralis met L5 en draagt bij aan de n. obturatorius (ventrale tak) en de n. femoralis (dorsale tak).
#### 3.1.2 Belangrijke eindtakken en hun functies
* **N. iliohypogastricus:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken T12-L1.
* **Motorische innervatie:** M. transversus abdominis, m. obliquus abdominis internus, m. obliquus abdominis externus.
* **Sensorische innervatie:** Huid aan de zijkant van de heup (r. cutaneus lateralis) en de liesregio (r. cutaneus anterior).
* **N. ilioinguinalis:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken T12-L1.
* **Motorische innervatie:** M. transversus abdominis, m. obliquus abdominis internus, m. obliquus abdominis externus.
* **Sensorische innervatie:** Scrotum bij mannen, labia majora bij vrouwen.
* **N. genitofemoralis:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken L1-L2.
* **Motorische innervatie:** R. genitalis innerveert de m. cremaster.
* **Sensorische innervatie:** R. genitalis (huid van scrotum/labia majora), R. femoralis (huid aan de voorzijde van de dij).
* **N. cutaneus femoris lateralis:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken L2-L3.
* **Sensorische innervatie:** Huid aan de latero-ventrale zijde van de dij, tot aan de knie.
* **N. obturatorius:**
* **Oorsprong:** Ventrale takken L2-L4.
* **Motorische innervatie:**
* R. anterior: M. obturatorius externus, m. pectineus, m. gracilis, m. adductor brevis, m. adductor longus.
* R. posterior: M. adductor magnus.
* **Sensorische innervatie:** Huid van het distale en mediale deel van de dijvoorvlakte (via de r. cutaneus van de r. anterior).
* **Pathologie:** Obturatoriusverlamming resulteert in het onvermogen om de benen te kruisen.
* **N. femoralis:**
* **Oorsprong:** Dorsale takken van de ventrale takken L2-L4.
* **Motorische innervatie:** M. psoas major, m. iliacus, m. pectineus, m. sartorius, m. quadriceps femoris.
* **Sensorische innervatie:** Huid aan de mediale zijde en voorvlakte van het bovenbeen (rr. cutanei anteriores). Anastomoseert met de r. genitalis van de n. genitofemoralis en de r. cutaneus van de n. obturatorius.
* **N. saphenus (zijtak):**
* R. infrapatellaris: Huid boven de apex patellae.
* Eindtakken (rr. cutanei cruris mediales): Huid van de mediale zijde van het onderbeen tot de mediale voetrand en de hallux.
* **Pathologie:** Femoralisverlamming maakt actief strekken van de knie onmogelijk en vermindert de kracht van de heupflexie.
> **Tip:** Het is cruciaal om de precieze oorsprong en de motorische/sensorische innervatie van elke zenuw te kennen, aangezien dit de basis vormt voor het begrijpen van de functionele gevolgen bij verlamming.
> **Voorbeeld:** Bij een verlamming van de n. femoralis zal een patiënt moeite hebben met het rechtop staan (omdat de m. quadriceps femoris, die de knie strekt, niet functioneert) en kan de heupflexie (bijvoorbeeld het optillen van het been) verzwakt zijn. Bij een verlamming van de n. obturatorius zal het sluiten van de benen (adductie) problematisch zijn.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rami dorsales | De dorsale takken van de lumbale, sacrale en coccygeale zenuwen die de diepe rugspieren en de huid van de onderrug innerveren. |
| Rami ventrales | De ventrale takken van de lumbale zenuwen die de voorste en laterale buikspieren, en de spieren en huid van de ledematen innerveren, en die de plexus lumbalis vormen. |
| Plexus lumbalis | Een netwerk gevormd door de ventrale takken van de lumbale zenuwen T12 tot L4, gelegen lateraal van de lumbale wervels, dat de bezenuwing verzorgt voor het bekken en de ledematen. |
| N. iliohypogastricus | Een zenuw die ontspringt uit de ventrale takken van T12-L1, met motorische innervatie van de transversus abdominis en obliquus abdominis spieren, en sensorische innervatie van de huid van de zij- en liesregio. |
| N. ilioinguinalis | Een zenuw die eveneens uit de ventrale takken van T12-L1 ontspringt, met motorische innervatie van de transversus abdominis en obliquus abdominis spieren, en sensorische innervatie van de huid van het scrotum of de labia majora. |
| N. genitofemoralis | Een zenuw gevormd uit de ventrale takken van L1-L2, met een r. genitalis voor de m. cremaster en de huid van het scrotum/labia majora, en een r. femoralis voor de huid aan de voorzijde van de dij. |
| N. cutaneus femoris lateralis | Een zenuw die ontspringt uit de ventrale takken van L2-L3 en voornamelijk de huid aan de latero-ventrale zijde van de dij tot aan de knie innerveert. |
| N. obturatorius | Een zenuw gevormd door de ventrale takken van L2-L4, die de adductoren van het bovenbeen motorisch innerveert en een deel van de huid van de mediale dij sensorisch verzorgt. |
| N. femoralis | De grootste zenuw van de plexus lumbalis, afkomstig van de dorsale takken van de ventrale takken van L2-L4, die de quadriceps femoris spier en de huid aan de mediale zijde en voorvlakte van het bovenbeen innerveert. |
| N. saphenus | Een zijtak van de n. femoralis die de huid boven de knieschijf en aan de mediale zijde van het onderbeen innerveert. |
| Obturatoriusverlamming | Een neurologische aandoening veroorzaakt door beschadiging van de n. obturatorius, resulterend in onvermogen om de benen te kruisen door zwakte van de adductoren van het bovenbeen. |
| Femoralisverlamming | Een neurologische aandoening veroorzaakt door beschadiging van de n. femoralis, wat leidt tot het onvermogen om de knie actief te strekken en verminderde kracht bij heupflexie. |