Cover
Aloita nyt ilmaiseksi H2 - Normale histologie nier
Summary
# Algemene kenmerken en bloedvoorziening van de nier
Dit document beschrijft de macroscopische anatomie van de nier, inclusief het kapsel, de cortex, het merg en de nierbekkens, alsook de gedetailleerde bloedtoevoer en -afvoer.
### 1.1 Algemene kenmerken van de nier
De nier is een boonvormig orgaan. Bij een macroscopische doorsnede zijn de volgende structuren herkenbaar:
* **Merg (medulla):** Bevat mergpiramiden.
* **Schors (cortex):** Het buitenste gedeelte van de nier.
* **Mergpiramiden:** Deze worden gevormd door bloedvaten die eerst loodrecht op het kapsel lopen en vervolgens evenwijdig [1](#page=1).
* **Nierbekken (pelvis renalis):** Hierin monden de calices minores en majores uit. De nierbekkens zijn verantwoordelijk voor het opvangen van urine om deze naar de blaas te transporteren [1](#page=1).
De nier is omgeven door een stevig kapsel van collageen. Dit kapsel voorkomt dat de nier gemakkelijk kan uitzetten [1](#page=1).
> **Tip:** Het stevige nierskapsel is de reden dat opstapeling van urine (bijvoorbeeld door een niersteen) pijn veroorzaakt doordat de nier zwelt. Een voordeel van dit kapsel is dat tumoren lange tijd beperkt kunnen blijven tot de nier [1](#page=1).
### 1.2 Bloedvoorziening van de nier
De nier ontvangt ongeveer 20% van het totale bloeddebiet van het lichaam [1](#page=1).
#### 1.2.1 Arteriele bloedtoevoer
De bloedtoevoer vindt plaats via de grote arteria renalis. Deze arterie splitst zich op in [1](#page=1):
* **Arteriae interlobares:** Vormen de eerste vertakking na de arteria renalis [1](#page=1).
* **Arteriae arcuatae:** Ontspringen uit de arteriae interlobares [1](#page=1).
* **Arteriae interlobulares (arteriae radiatae):** Ontspringen uit de arteriae arcuatae [1](#page=1).
* **Afferente arteriole:** Hier gaat de arteria interlobularis in over [1](#page=1).
* **Glomerulaire vaatkluwen (glomerulus):** De afferente arteriole gaat hierin over [1](#page=1).
* **Efferente arteriole:** Verrassend genoeg gaat de glomerulus weer over in een efferente arteriole [1](#page=1).
* **Peritubulaire capillaire plexus:** De efferente arteriole vormt vervolgens deze capillaire plexus [1](#page=1).
De nier is uniek doordat capillairen hier terug overgaan in arteriolen en daarna weer in capillairen, alvorens de venen te bereiken [1](#page=1).
#### 1.2.2 Venale bloedafvoer
De bloedafvoer na de peritubulaire capillaire plexus verloopt via de volgende venen:
* **Venae stellatae:** De eerste venen na de capillaire plexus [1](#page=1).
* **Venae arcuatae:** Ontspringen uit de venae stellatae [1](#page=1).
* **Vena renalis:** De uiteindelijke vene die het bloed afvoert [1](#page=1).
#### 1.2.3 Vasa recta
* De vasa recta zijn juxtamedullaire efferente arteriolen [1](#page=1).
* Ze zorgen voor een nauw contact tussen de arteriae rectae en venae rectae [1](#page=1).
* Hun functie is het reguleren van de osmotische gradiënt naar de papil toe, wat essentieel is voor vochtonttrekking [1](#page=1).
* Vasa recta komen uitsluitend voor bij glomeruli die zich bevinden op de grens tussen de schors en het merg [1](#page=1).
### 1.3 Het Nefron (Algemeen)
Het nefron is de functionele eenheid van de nier. Het bestaat uit:
* **Glomerulus:** Een kluwen van capillairen.
* **Tubulussysteem:** Een systeem van buisjes dat volgt op de glomerulus.
* **Ductus colligens (verzamelbuis):** Waarin de urine uiteindelijk terechtkomt [1](#page=1).
#### 1.3.1 Aantal en belang
* Er bevinden zich 1 tot 2 miljoen nefronen per menselijke nier [1](#page=1).
* Een deel van de nefronen dient als reserve, aangezien er na de geboorte geen nieuwe nefronen worden aangemaakt [1](#page=1).
* De glomerulus en het tubulussysteem vormen één functionele eenheid; als één deel beschadigd is, werkt het hele nefron niet meer [1](#page=1).
> **Tip:** Hypertensie en diabetes mellitus zijn de twee belangrijkste oorzaken van beschadigde nefronen [1](#page=1).
---
# Het nefron: algemene structuur en typen
Het nefron vormt de functionele eenheid van de nier en is opgebouwd uit een glomerulus, een tubulussysteem en een verzamelbuis [1](#page=1).
### 2.1 Algemene structuur van het nefron
#### 2.1.1 De functionele eenheid
Elke menselijke nier bevat naar schatting 1 tot 2 miljoen nefronen. Na de geboorte worden er geen nieuwe nefronen aangemaakt, waardoor er een reservecapaciteit bestaat voor het geval er nefronen beschadigd raken. De glomerulus en het tubulussysteem vormen samen één functionele eenheid; wanneer één van deze delen beschadigd is, functioneert het gehele nefron niet meer. De twee belangrijkste oorzaken van beschadigde nefronen zijn hypertensie en diabetes [1](#page=1).
#### 2.1.2 De glomerulus
De glomerulus is een arterieel vaatkluwen dat omgeven wordt door de virtuele filterruimte van Bowman. Dit wordt verder omvat door het kapsel van Bowman, dat bestaat uit een parietaal en een visceraal blad. De glomerulus is verantwoordelijk voor het vormen van primaire urine, ook wel filtraat genoemd, via filtratie gedreven door de druk binnen de glomerulus. De bloeddruk beïnvloedt dus direct de filtratiesnelheid [2](#page=2).
Mesangiumcellen produceren bindweefsel dat de verschillende capillairen binnen het basale membraan samenhoudt, wat zorgt voor structurele ondersteuning. Het basale membraan is het belangrijkste filter van de nier en bestaat uit drie lagen: de endotheelcellen, de epitheelcellen van het kapsel van Bowman (podocyten) en het glomerulaire basale membraan zelf. Dit membraan is met name belangrijk voor het tegenhouden van albumine, een cruciaal eiwit voor de colloïd-osmotische druk [2](#page=2).
#### 2.1.3 Het tubulussysteem en de verzamelbuis
Na de glomerulus volgt het tubulussysteem, dat uiteindelijk uitmondt in de ductus colligens, de verzamelbuis [1](#page=1).
### 2.2 Typen nefronen
Er worden twee hoofdtypen nefronen onderscheiden op basis van hun locatie en de lengte van de lus van Henle [2](#page=2):
#### 2.2.1 Corticale nefronen
* **Locatie:** Deze nefronen bevinden zich in het buitenste deel van de cortex [2](#page=2).
* **Lus van Henle:** Ze hebben een korte lus van Henle die niet tot in het diepe merg reikt [2](#page=2).
* **Vaatvoorziening:** Hun efferente glomerulaire arteriolen vormen een peritubulair netwerk [2](#page=2).
#### 2.2.2 Juxtamedullaire nefronen
* **Locatie:** Deze nefronen bevinden zich op de grens van de cortex en het merg [2](#page=2).
* **Lus van Henle:** Ze hebben een lange lus van Henle die wel tot in het merg doordringt [2](#page=2).
* **Vaatvoorziening:** Hun efferente arteriolen dalen mee af in het merg en worden dan aangeduid als vasa recta. De vasa recta zorgen voor nauw contact tussen de arteria en vena recta en zijn essentieel voor het reguleren van de osmotische gradiënt naar de papil toe, wat bijdraagt aan vochtextractie. Deze vasa recta komen alleen voor bij glomeruli die zich op de grens van de cortex en het merg bevinden [1](#page=1) [2](#page=2).
---
# De glomerulus en de filtratiemembraan
De glomerulus is een gespecialiseerd vaatkluwen dat centraal staat in de vorming van primaire urine, gefilterd door een complexe, driedelige membraanstructuur [2](#page=2).
### 3.1 De bouw van de glomerulus en het kapsel van Bowman
De glomerulus is opgebouwd als een arteriolair vaatkluwen, omgeven door de virtuele filterruimte die gevormd wordt door het kapsel van Bowman. Het kapsel van Bowman zelf bestaat uit een pariëtaal en een visceraal blad. De primaire urine, ook wel filtraat genoemd, wordt in deze ruimte opgevangen [2](#page=2).
#### 3.1.1 Rol van de bloeddruk in filtratie
De totstandkoming van dit filtraat is direct afhankelijk van de druk binnen de glomerulus. Dit impliceert dat veranderingen in de bloeddruk, zowel verhogingen als verlagingen, directe invloed hebben op de filtratiesnelheid [2](#page=2).
#### 3.1.2 Mesangiumcellen ter ondersteuning
Om de druk in de glomerulus op te vangen en de capillairen van het vaatkluwen bij elkaar te houden, spelen mesangiumcellen een cruciale ondersteunende rol. Deze cellen produceren bindweefsel dat de verschillende capillairen binnen het basale membraan aan elkaar bindt. Daarnaast hebben mesangiumcellen receptoren voor onder andere angiotensine II, wat leidt tot contractie van de cellen. Ze kunnen ook eiwitten produceren die neerslaan in de glomerulus of prolifereren bij ontstekingen [2](#page=2) [4](#page=4).
### 3.2 De driedelige filterstructuur van de glomerulus
De glomerulaire filter is een complex systeem dat bestaat uit drie essentiële lagen, elk met specifieke functies voor het tegenhouden van moleculen [2](#page=2).
#### 3.2.1 Endotheelcellen
De eerste laag wordt gevormd door de endotheelcellen van de glomerulaire capillairen. Deze cellen bevatten fenestrae, wat wijst op relatief grote gaten met een diameter van 70-150 nm, en missen diafragma's. Hierdoor kunnen vrijwel alle opgeloste stoffen passeren, maar worden cellen zoals rode bloedcellen (RBC) tegengehouden [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 3.2.2 Het glomerulaire basale membraan
De tweede laag is het glomerulaire basale membraan. Dit membraan bezit een negatieve lading, wat essentieel is voor het tegenhouden van albumine, het belangrijkste eiwit voor het handhaven van de colloïd-osmotische druk. Op de elektronenmicroscoop is dit membraan onderverdeeld in drie sublagen: de lamina rara interna, de lamina densa en de lamina rara externa. De negatieve lading, voornamelijk door heparansulfaat, blokkeert de passage van negatief geladen deeltjes en positief geladen deeltjes groter dan 70 kilodalton (kDa). Als albumine, een negatief geladen deeltje van 60 kDa, tegengehouden wordt, draagt dit bij aan het behoud van de osmotische gradiënt. Verlies van deze lading of schade aan het membraan kan ertoe leiden dat alle stoffen ongeremd kunnen passeren [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 3.2.3 Podocyten
De derde en laatste laag wordt gevormd door de podocyten, dit zijn de epitheelcellen van het viscerale blad van het kapsel van Bowman. Deze cellen hebben primaire uitlopers (trabekels) en secundaire uitlopers, pedikels genoemd. De pedikels vervlechten met elkaar, maar laten openingen vrij die bekendstaan als filtratiespleten. Deze spleten worden afgesloten door een dun diafragma, wat de doorgang van moleculen vertraagt. De filtratiespleten laten moleculen kleiner dan 3,5 nanometer (nm) met een positieve of neutrale lading gemakkelijker door dan negatief geladen deeltjes of grotere moleculen. Albumine, met een grootte van 3,6 nm en negatief geladen, wordt hierdoor ook verder tegengehouden [2](#page=2) [3](#page=3).
> **Tip:** Het functioneren van de filtratiemembraan is cruciaal voor nierfunctie. Schade aan een van de drie lagen, met name het basale membraan, kan leiden tot proteïnurie (eiwitverlies in de urine) en andere nierproblemen.
> **Voorbeeld:** Een veelvoorkomend nierprobleem is diabetische nefropathie, waarbij de verhoogde bloedsuikerspiegels de glomerulaire basaalmembraan kunnen beschadigen, wat leidt tot verhoogde eiwituitscheiding in de urine.
> **Tip:** Onthoud de volgorde van de filterlagen: endotheelcellen (fenestrae) -> basaal membraan (negatieve lading, molecuulgrootte) -> podocyten (filtratiespleten).
> **Tip:** De negatieve lading van het basale membraan en de filtratiespleten zijn selectief voor zowel lading als grootte, wat zorgt voor de specifieke filtering van eiwitten zoals albumine.
---
# De tubuli en de verzamelbuis van het nefron
Het nefron, na de glomerulus, bestaat uit een reeks tubuli en een verzamelbuis die cruciaal zijn voor de reabsorptie en secretie van stoffen, wat leidt tot de uiteindelijke vorming van urine [4](#page=4) [5](#page=5).
### 4.1 Microscopische kenmerken en functies van de tubuli
#### 4.1.1 Tubulus contortus primus (proximale tubulus)
De proximale tubulus is een zeer actief deel van het nefron, verantwoordelijk voor zowel aanzienlijke reabsorptie als secretie. Microscopisch kenmerkt deze tubulus zich door een eenlagig kubisch epitheel, rijk aan microvilli die het oppervlak voor reabsorptie vergroten. Talrijke, basolaterale interdigitaties, gevormd door veel mitochondria, wijzen op de hoge energiebehoefte van deze celtypen. Functioneel is de proximale tubulus essentieel voor de diffusie van glucose en aminozuren. De aanwezigheid van een natrium (Na+) pomp ondersteunt actief transport, wat een constante en hoge energievoorziening noodzakelijk maakt [4](#page=4).
> **Tip:** De proximale tubulus is de meest energie-consumerende buis in het nefron vanwege zijn intensieve reabsorptie- en secretieactiviteit, wat de overvloed aan mitochondria verklaart.
#### 4.1.2 Tubulus contortus secundus (distale tubulus)
De distale tubulus bestaat eveneens uit een eenlagig kubisch epitheel. Hoewel het nog steeds basolaterale interdigitaties en talrijke mitochondriën bezit die duiden op een significante energiebehoefte en een Na+ pomp zijn de microvilli hier afwezig. Dit weerspiegelt een verminderde mate van reabsorptie vergeleken met de proximale tubulus [5](#page=5).
#### 4.1.3 Lus van Henle
De lus van Henle kent verschillende segmenten met distincte microscopische kenmerken:
##### 4.1.3.1 Dik opstijgende deel
Dit deel vertoont dezelfde kenmerken als de tubulus contortus secundus: een eenlagig kubisch epitheel zonder microvilli, maar met basolaterale interdigitaties en mitochondriën. Hoewel het geen gefaciliteerde diffusie ondergaat, bevat het een Na+ pomp die veel energie vereist [5](#page=5).
##### 4.1.3.2 Dun dalend/stijgend deel
Dit segment is opgebouwd uit een eenlagig afgeplat epitheel. Het heeft geen microvilli, geen basolaterale interdigitaties en slechts spaarzame mitochondriën. Door het ontbreken van zowel gefaciliteerde diffusie als actief transport, is de energiebehoefte hier laag. Deze delen lijken sterk op capillairen en functioneren voornamelijk passief [5](#page=5).
### 4.2 De verzamelbuis (ductus colligens)
De verzamelbuis, ook wel afvoerbuis genoemd, is samengesteld uit een eenlagig kubisch epitheel dat uit twee celtypes bestaat [5](#page=5):
* **Hoofdcellen:** Dit zijn heldere cellen met duidelijke celgrenzen. Ze zijn primair betrokken bij de absorptie van natrium (Na+) en water, en de secretie van kalium (K+) [5](#page=5).
* **Geïntercalleerde cellen:** Deze cellen spelen een cruciale rol in de zuur-base huishouding door de secretie van waterstofionen (H+) of bicarbonaat (HCO3-) [5](#page=5).
#### 4.2.1 Ductus papillaris (ductus Bellini)
De ductus papillaris, ook bekend als de ductus Bellini, vormt het terminale deel van de ductus colligens. Het bestaat uitsluitend uit puur passieve cellen. Uiteindelijk mondt dit deel uit in de calices minores. Deze ductus is echter zeer gevoelig voor farmaca, wat kan leiden tot pathologie [5](#page=5).
---
# Het juxtaglomerulaire apparaat
Het juxtaglomerulaire apparaat is een gespecialiseerde structuur in de nier die een cruciale rol speelt bij de regulatie van de nierfunctie, met name de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR). Het apparaat bestaat uit drie hoofdcomponenten: de macula densa, de extraglomerulaire mesangiumcellen en de juxtaglomerulaire cellen [6](#page=6).
### 5.1 Componenten van het juxtaglomerulaire apparaat
#### 5.1.1 De macula densa
De macula densa is een onderdeel van de distale tubulus en bevindt zich op de plaats waar deze de afferente arteriole van het glomerulus raakt. De macula densa vervult een sensorische functie, waarbij deze de osmolariteit en de natriumconcentratie van de tubulusvloeistof detecteert. Deze informatie is essentieel voor het autoregulerende mechanisme van de nier [6](#page=6).
#### 5.1.2 Extraglomerulaire mesangiumcellen
De extraglomerulaire mesangiumcellen, ook wel bekend als de cellen van Goormagtigh of Lacis, bevinden zich buiten de glomerulus. Hun precieze functie is nog niet volledig begrepen [6](#page=6).
#### 5.1.3 Juxtaglomerulaire cellen
De juxtaglomerulaire cellen, ook wel epitheloïde cellen van Ruyter genoemd, zijn gespecialiseerde gladde spiercellen die deel uitmaken van de tunica media van de afferente arteriolen. Deze cellen hebben de belangrijke functie om renine te synthetiseren en af te scheiden. Renine is een enzym dat een sleutelrol speelt in het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS), een hormonaal systeem dat de bloeddruk en de vochtbalans reguleert [6](#page=6).
> **Tip:** Het juxtaglomerulaire apparaat werkt nauw samen met de afferente en efferente arteriolen om de GFR te reguleren via zowel intrinsieke mechanismen (myogene respons en tubuloglomerulaire feedback) als hormonale signalering (RAAS) [6](#page=6).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Nier | Een boonvormig orgaan dat verantwoordelijk is voor de filtratie van bloed, de productie van urine en de regulatie van lichaamswater en elektrolyten. |
| Cortex (Nierschors) | Het buitenste deel van de nier, waar de glomeruli en de proximale en distale tubuli van de nefronen zich bevinden. |
| Merg (Nier) | Het binnenste deel van de nier, dat is opgebouwd uit mergpiramiden, waarin de lussen van Henle en verzamelbuizen zich bevinden. |
| Mergpiramiden | Kegelvormige structuren in het nier merg die de verzamelbuizen bevatten en urine transporteren naar de nierbekkens. |
| Nierbekken | Een trechtervormige holte in de nier die urine opvangt uit de calices en deze naar de urineleider leidt. |
| Calices minores | Kleine kelkvormige structuren die urine opvangen uit de papillen van de mergpiramiden en samenkomen om calices majores te vormen. |
| Calices majores | Grotere kelkvormige structuren die ontstaan uit de samensmelting van calices minores en die de urine transporteren naar het nierbekken. |
| Kapsel (Nier) | Een stevig bindweefsel omhulsel van de nier, voornamelijk gemaakt van collageen, dat de vorm van de nier behoudt en beschermt. |
| A. renalis | De nierslagader, die het grootste deel van het bloed naar de nier transporteert voor filtratie. |
| V. renalis | De niervene, die gefilterd bloed van de nier afvoert naar de vena cava inferior. |
| Arteriae arcuatae | Grote slagaders die zich tussen de cortex en het merg van de nier bevinden en bloed leveren aan de corticale en juxtamedullaire nefronen. |
| Arteriae interlobulares (Arteriae radiatae) | Kleine slagaders die vanuit de arteriae arcuatae naar de cortex van de nier lopen en de glomeruli voorzien van bloed. |
| Afferente arteriole | Het bloedvat dat bloed aanvoert naar de glomerulus. |
| Glomerulaire vaatkluwen | Een netwerk van capillairen binnen het kapsel van Bowman, waar de filtratie van bloed plaatsvindt. |
|efferente arteriole | Het bloedvat dat bloed afvoert vanuit de glomerulus. |
| Peritubulair capillaire plexus | Een netwerk van capillairen dat de tubuli van het nefron omringt en verantwoordelijk is voor de reabsorptie en secretie van stoffen. |
| Vasa recta | Speciale capillairen die parallel lopen aan de lus van Henle in het merg van de nier, essentieel voor het handhaven van de osmotische gradiënt. |
| Nefron | De microscopische functionele eenheid van de nier, bestaande uit een glomerulus en een tubulussysteem, verantwoordelijk voor filtratie en urinevorming. |
| Ductus colligens (Verzamelbuis) | Het laatste deel van het nefron dat urine verzamelt uit meerdere distale tubuli en transporteert naar de nierbekken. |
| Hypertensie | Een verhoogde bloeddruk die schadelijk kan zijn voor de nier en de nefronen kan beschadigen. |
| Diabetes | Een stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een verhoogde bloedsuikerspiegel en die ook de nefronen van de nier kan aantasten. |
| Corticale nefronen | Nefronen waarvan de glomeruli zich in het buitenste deel van de cortex bevinden en die een korte lis van Henle hebben. |
| Juxtamedullaire nefronen | Nefronen waarvan de glomeruli zich op de grens van de cortex en het merg bevinden en die een lange lis van Henle hebben die diep in het merg reikt. |
| Kapsel van Bowman | Een dubbelwandige cup die de glomerulus omgeeft en waarin het primaire filtraat wordt opgevangen. |
| Pariëtaal blad | Het buitenste blad van het kapsel van Bowman, bestaande uit plaveiselcellen. |
| Visceraal blad | Het binnenste blad van het kapsel van Bowman, dat is samengesteld uit podocyten die de capillairen van de glomerulus omringen. |
| Primair filtraat | De vloeistof die wordt gefilterd uit het bloed in de glomerulus en wordt opgevangen in het kapsel van Bowman. |
| Mesangiumcellen | Gespecialiseerde cellen die het bindweefsel vormen dat de capillairen van de glomerulus ondersteunt en cohesie biedt. Ze hebben contractiele eigenschappen en kunnen eiwitten produceren. |
| Basale membraan (glomerulair) | Een laag bindweefsel die de endotheelcellen van de capillairen van de glomerulus scheidt van de podocyten, fungeert als een belangrijke filterlaag, vooral voor eiwitten zoals albumine. |
| Fenestrae (endotheel) | Kleine openingen in de endotheelcellen van de glomerulaire capillairen die passage van kleine moleculen mogelijk maken, maar cellen tegenhouden. |
| Podocyten | Gespecialiseerde cellen van het viscerale blad van het kapsel van Bowman met voetvormige uitlopers (pedikels) die deel uitmaken van de glomerulaire filter. |
| Pedikels | Kleine uitlopers van podocyten die zich met elkaar vervlechten en filtratiespleten vormen, cruciaal voor de selectieve filtratie in de glomerulus. |
| Filtratiespleten | Kleine openingen tussen de pedikels van podocyten, die de passage van moleculen beperken. |
| Diafragma (filtratie) | Een dun membraan dat de filtratiespleten tussen de pedikels van podocyten afsluit, waardoor de doorgang van moleculen wordt vertraagd. |
| Albumine | Een belangrijk eiwit in het bloed dat helpt bij het handhaven van de colloïd-osmotische druk en dat grotendeels wordt tegengehouden door de glomerulaire filter vanwege zijn grootte en negatieve lading. |
| Colloïd-osmotische druk | De osmotische druk die wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van colloïden, zoals eiwitten, in het bloedplasma, en die helpt bij het vasthouden van water. |
| Heparansulfaat | Een component van het glomerulaire basale membraan dat een negatieve lading heeft en helpt bij het afstoten van negatief geladen deeltjes, zoals albumine. |
| Tubulus contortus primus (Proximale tubulus) | Het eerste, sterk gekronkelde deel van de nier tubulus, verantwoordelijk voor de uitgebreide reabsorptie van glucose, aminozuren, natrium en water, en secretie van bepaalde stoffen. |
| Microvili | Kleine vingerachtige uitsteeksels aan het oppervlak van cellen die de oppervlakte vergroten voor efficiëntere absorptie of secretie. Ze zijn prominent aanwezig in de proximale tubulus. |
| Basolaterale interdigitaties | Plisseringen in het basolaterale membraan van tubuluscellen, die de oppervlakte vergroten en zorgen voor efficiënte ionentransport, vaak geassocieerd met veel mitochondriën. |
| Mitochondriën | Celorganellen die energie produceren in de vorm van ATP, essentieel voor actieve transportprocessen in tubuluscellen. |
| Tubulus contortus secundus (Distale tubulus) | Het tweede, gekronkelde deel van de nier tubulus, betrokken bij de regulatie van elektrolyten zoals natrium en kalium, en waterbalans, onder invloed van hormonen. |
| Lus van Henle | Een U-vormig gedeelte van de nier tubulus dat zich uitstrekt van de proximale tubulus tot de distale tubulus en essentieel is voor het concentreren van urine door middel van een tegenstroommechanisme. |
| Ductus colligens (Afvoerbuis) | Een verzamelbuis in de nier die de urine van meerdere distale tubuli opvangt en transporteert naar de calices minores. |
| Geïntercalleerde cellen | Cellen in de verzamelbuis die een belangrijke rol spelen bij de zuur-base huishouding door H+ of HCO3- te secreteren. |
| Ductus papillaris (Ductus Bellini) | Het uiteindelijke deel van de verzamelbuis, dat uitmondt in de calices minores en voornamelijk uit passieve cellen bestaat. |
| Juxtaglomerulair apparaat | Een gespecialiseerde structuur in de nier die betrokken is bij de regulatie van de bloeddruk en de nierfunctie, bestaande uit de macula densa, extraglomerulaire mesangiumcellen en juxtaglomerulaire cellen. |
| Macula densa | Een deel van de distale tubulus dat de osmolariteit en natriumconcentratie in het filtraat detecteert, en zo de renale bloedstroom en de glomerulaire filtratiesnelheid reguleert. |
| Extraglomerulaire mesangiumcellen (Cellen van Goormagtigh/Lacis) | Cellen gelegen buiten de glomerulus, waarvan de functie nog niet volledig bekend is, maar die mogelijk een rol spelen in de regulatie van de nierfunctie. |
| Juxtaglomerulaire cellen (Epitheloïde cellen van Ruyter) | Gemodificeerde gladde spiercellen in de wand van de afferente arteriole die renine produceren, een hormoon dat een sleutelrol speelt in het renine-angiotensine-aldosteronsysteem. |
| Renine | Een enzym geproduceerd door juxtaglomerulaire cellen dat het renine-angiotensine-aldosteronsysteem initieert, wat leidt tot vasoconstrictie en verhoogde bloeddruk. |