Cover
Empieza ahora gratis tussenvloeren - welfsels(1).pdf
Summary
# Algemene opbouw en samenstelling van welfsels
Dit onderdeel behandelt de structuur en materialen waaruit welfselvloeren zijn opgebouwd, inclusief de rol van de verschillende componenten zoals het welfsel zelf, de netwapening en het tweede-fasebeton [7](#page=7).
### 1.1 Opbouw van de welfselvloer
Een welfselvloer bestaat uit verschillende elementen die samen een dragende constructie vormen. De basiscomponenten zijn de geprefabriceerde holle welfsels, de bovenwapening en het ter plaatse gestorte tweede-fasebeton [7](#page=7).
#### 1.1.1 Geprefabriceerde holle welfsels
De holle welfsels vormen de primaire draagelementen van de vloer. Ze zijn zo ontworpen dat ze gemakkelijk naast elkaar geplaatst kunnen worden dankzij hun vorm en ingebouwde voorzieningen [7](#page=7).
* **Draagrichting:** De welfsels dragen in de richting van de kleinste overspanning van de ruimte [7](#page=7).
* **Overspanning:** Typische overspanningen in de woningbouw variëren rond de 5 tot 6 meter [7](#page=7).
* **Opleglengte:** Een minimale opleglengte van 7 centimeter is vereist [7](#page=7).
#### 1.1.2 Bovenwapening
Over de gehele vloeroppervlakte wordt een bovenwapening voorzien. Deze wapening zorgt voor extra sterkte en stabiliteit van de totale vloerconstructie [7](#page=7).
#### 1.1.3 Tweede-fasebeton (druklaag)
Een druklaag, bestaande uit ter plaatse gestort beton, vormt het tweede-fasebeton. Deze laag garandeert een onlosmakelijke verbinding tussen de individuele welfselelementen en de bovenwapening, waardoor de vloer als één geheel functioneert [7](#page=7).
### 1.2 Samenstelling van een welfsel
De welfsels zelf zijn samengesteld uit beton en interne wapening [8](#page=8).
#### 1.2.1 Betoncomponenten
Het beton van de welfsels heeft specifieke eigenschappen om hechting en functionaliteit te garanderen:
* **Onderzijde:** De onderzijde kan glad of ruw zijn [8](#page=8).
* **Bovenzijde:** De bovenzijde is ruw uitgevoerd om een goede hechting te garanderen met het tweede-fasebeton [8](#page=8).
* **Holtes:** De kanaalvormige holtes in de welfsels dienen primair om het gewicht van de elementen te reduceren [8](#page=8).
* **Randen:** De geprofileerde langsranden van de welfsels zorgen voor voldoende volume voor het tweede-fasebeton dat tussen de elementen wordt aangebracht [8](#page=8).
#### 1.2.2 Interne wapening
De interne wapening in de welfsels bestaat uit volledig ingestorte "staven" of "strengen" die voornamelijk in de langsrichting lopen. Afhankelijk van de vereiste sterkte, kan dit bestaan uit [8](#page=8):
* **GB-staven:** Gewapend beton staven [8](#page=8).
* **VSB-strengen:** Voorspanbeton strengen [8](#page=8).
> **Tip:** Het gebruik van voorspanbeton (VSB-strengen) in de welfsels kan hogere overspanningen mogelijk maken en een efficiëntere constructie opleveren door de interne spanningen die worden geïntroduceerd.
### 1.3 Voordelen en nadelen van welfsels
Welfselvloeren bieden diverse voordelen, maar kennen ook beperkingen [9](#page=9).
#### 1.3.1 Voordelen
* **Kosteneffectiviteit:** Welfsels kunnen een kostenefficiënte oplossing zijn [9](#page=9).
* **Snelle montage:** De montage van welfselvloeren is doorgaans snel uit te voeren [9](#page=9).
* **Gereduceerde werfarbeid:** Veel arbeidsintensieve handelingen op de werf worden vermeden, zoals het maken van bekisting (enkel randbekisting is vaak nodig) en het aanbrengen van een aanzienlijk deel van de wapening, aangezien deze reeds in de geprefabriceerde elementen aanwezig is [9](#page=9).
#### 1.3.2 Nadelen
* **Beperkte flexibiliteit:** Het ontwerp van welfselvloeren kent beperkingen qua flexibiliteit [9](#page=9).
* **Beperkte constructieve mogelijkheden:** Er zijn beperkingen voor constructieve aanpassingen zoals de integratie van extra balken, versterkingen, het aanbrengen van uitsparingen of het realiseren van uitkragingen [9](#page=9).
* **Integratie leidingen:** De integratie van technische leidingen zoals elektriciteit en sanitair in de vloeropbouw is beperkt mogelijk [9](#page=9).
---
# Soorten welfsels en hun eigenschappen
Deze sectie behandelt de verschillende soorten welfsels, met een focus op gewapende, voorgespannen en speciale holle welfsels, inclusief hun afmetingen, productiemethoden en specifieke kenmerken.
### 2.1 Gewapende welfsels
Gewapende welfsels maken gebruik van standaard wapening, wat hun maximale overspanning beperkt [11](#page=11).
#### 2.1.1 Afmetingen van gewapende welfsels
* **Breedte:** De courante breedtes variëren tussen 30 en 60 cm [11](#page=11).
* **Dikte:** De dikte is afhankelijk van de vereiste draagkracht en doorbuiging. Voor standaard wapening is dit doorgaans 130 tot 200 mm. Een extra dikte kan nodig zijn om te voldoen aan specifieke eisen voor betondekking, bijvoorbeeld bij brandrisico of corrosieve omgevingen [11](#page=11).
* **Lengte/Overspanning:** De maximale overspanning voor gewapende welfsels met standaard wapening is tot 6 meter [11](#page=11).
#### 2.1.2 Productie van gewapende welfsels
De productie van gewapende welfsels kan door middel van verschillende technieken gebeuren, waaronder door voorspanning [13](#page=13).
### 2.2 Voorgespannen welfsels
Voorgespannen welfsels maken gebruik van voorgespannen wapening, wat aanzienlijk grotere overspanningen mogelijk maakt en dunnere elementen toelaat bij gelijke overspanningen [14](#page=14).
#### 2.2.1 Principe van voorspanning
Het principe van voorspanning houdt in dat stalen strengen worden uitgerokken voordat het beton uithardt. Na voldoende uitharding van het beton en het ontspannen van de strengen, probeert de wapening haar oorspronkelijke vorm terug te krijgen. De sterke hechting tussen het voorgespannen betonstaal en het uitgeharde beton resulteert in een permanente drukspanning aan de onderzijde van het vloerelement. Dit zorgt ervoor dat de vloerelementen over hun lengte licht opbuigen. Na plaatsing op de werf wordt deze opbuiging (veroorzaakt door de drukspanning) gecompenseerd door de doorbuiging (veroorzaakt door trekspanning) van de vloerelementen onder belasting [14](#page=14).
#### 2.2.2 Afmetingen van voorgespannen welfsels
* **Dikte:** Voor voorgespannen wapening kan de dikte variëren van 130 tot 500 mm [11](#page=11).
* **Lengte/Overspanning:** Voorgespannen welfsels kunnen overspanningen tot 20 meter bereiken [11](#page=11).
#### 2.2.3 Voordelen en nadelen van voorgespannen welfsels
**Voordelen:**
* Grotere overspanningen zijn mogelijk [14](#page=14).
* Gelijkwaardige overspanningen kunnen worden bereikt met dunnere elementen [14](#page=14).
**Nadelen:**
* De voorgespannen wapening is een kwetsbaar onderdeel; er moet voorzichtig worden omgegaan met doorvoeren of boren [14](#page=14).
* Er treedt rotatie op ter hoogte van het oplegvlak, waardoor steeds oplegmateriaal gebruikt dient te worden [14](#page=14).
### 2.3 Speciale holle welfsels
Speciale holle welfsels omvatten diverse types die aangepast zijn voor specifieke toepassingen, vaak door aanpassingen tijdens de productie [15](#page=15).
#### 2.3.1 Welfsels met uitstekende wapeningen
Bij dit type welfsel wordt tijdens de productie, na de uitharding van het beton, het verse gestorte beton aan het uiteinde verwijderd. Dit creëert ruimte voor wapeningen die op de werf geplaatst worden, en voor het aanbrengen van tweede-fasebeton [15](#page=15).
#### 2.3.2 Welfsels met plaatselijk geopende langskanalen
Hierbij wordt de bovenlaag van de langskanalen tijdens de productie plaatselijk weggehaald. Dit biedt eveneens ruimte op de werf voor het plaatsen van extra wapeningen en tweede-fasebeton [16](#page=16).
#### 2.3.3 Speciale toebehoren
Naast de welfsels zelf, zijn er speciale toebehoren beschikbaar die de toepassing en functionaliteit optimaliseren. Dit omvat onder andere [17](#page=17):
* Verloren randbekisting [17](#page=17).
* Speciaal oplegmateriaal, zoals bouwvilt [17](#page=17).
* Stalen raveelconstructies [17](#page=17).
* Afsluitdoppen [17](#page=17).
---
# Consolideren en druklagen
Consolidatie van welfsels behelst het verbinden van individuele welfsels door middel van voegvulling en een constructieve druklaag om zo een monolithische vloerconstructie te vormen [20](#page=20).
### 3.1 Doel van consolideren
Het hoofddoel van het consolideren van welfsels is het creëren van een vloerconstructie waarvan de samenhang vergelijkbaar is met die van een monolithische, ter plaatse gestorte vloer. Dit wordt bereikt door voegvulling en een constructieve druklaag in ter plaatse gestort beton aan te brengen op de reeds geplaatste welfsels. Het woord "consolideren" zelf duidt op het samenbrengen (con) tot een solide geheel (solid) [20](#page=20).
### 3.2 Voegvulling tussen de welfsels
De zijvlakken van de vloerelementen zijn zodanig ontworpen dat de voegen tussen aangrenzende elementen over hun volledige hoogte effectief gedicht kunnen worden met vulbeton. Dit geldt ook wanneer aanvullende wapeningen van betonstaal in de voegen worden aangebracht. Een minimale voegbreedte van 30 mm is vereist om een goede vulling te garanderen [20](#page=20).
### 3.3 Constructieve druklaag
Een constructieve druklaag, vaak gewapend, heeft als doel de verbinding tussen de verschillende vloerdelen en de draagstructuur (wanden, balken, kolommen) te waarborgen, wat leidt tot structurele integriteit van de gebouwconstructie [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 3.3.1 Voordelen van een gewapende druklaag
* **Verbeterde verbinding:** Zorgt voor een betere verbinding met de draagstructuur, wat de structurele integriteit verhoogt [21](#page=21).
* **Dwarse spreiding van lasten:** Verbetert de spreiding van puntlasten dwars over de vloer [21](#page=21).
* **Minder doorbuiging:** Draagt bij aan een vermindering van de doorbuiging van de vloer [21](#page=21).
#### 3.3.2 Samenstelling en uitvoering van de druklaag
* **Welfsel:** Het bovenvlak van het welfsel moet voldoende ruw zijn voor goede hechting. Elk type welfsel dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de ingenieur/architect [21](#page=21).
* **Wapening:** De wapening is veelal gebaseerd op ervaring, maar kan ook door de ingenieur worden berekend. Een veelgebruikt wapeningsnet is 150/150/5/5, dat rechtstreeks op de bovenzijde van de welfsels wordt geplaatst zonder afstandhouders [21](#page=21).
* **Tweede-fasebeton (courant):**
* **Dikte:** Minimaal 50 mm [21](#page=21).
* **Betonkwaliteit:** C25/30 tot C30/37 [21](#page=21).
* **Consistentieklasse:** F3/S3, wat verdichten door trillen bemoeilijkt [21](#page=21).
* **Maximale korrelgrootte:** 14 mm, hoewel vaak 10 mm wordt toegepast [21](#page=21).
> **Tip:** Het is over het algemeen beter om te kiezen voor een geprefabriceerd welfsel met een grotere eigen dikte dan te vertrouwen op een aanzienlijke dikte van de druklaag om het draagvermogen te vergroten. Een welfsel van 20 cm zonder druklaag is bijvoorbeeld effectiever dan een welfsel van 15 cm met een 5 cm dikke druklaag [22](#page=22).
### 3.4 Aandachtspunten bij het consolideren
* **Tijdigheid van betonneren:** Het aanbrengen van het tweede-fase beton (voegvulling en druklaag) dient zo spoedig mogelijk na de plaatsing van de welfsels te gebeuren, bij voorkeur binnen 3 dagen [22](#page=22).
* **Meting dikte druklaag:** De dikte van de druklaag wordt gemeten in het midden van de elementen (bij elementen die ondersteund zijn om een specifieke zeeg te verkrijgen, en bij voorgespannen elementen) of aan de opleggingen (bij niet-ondersteunde gewapende elementen) [22](#page=22).
* **Bevochtiging welfsels:** Om een goede hechting van de voegspecie te verzekeren, moeten de welfsels voldoende bevochtigd worden [22](#page=22).
* **Afdichting voegen:** Om cementmelkverlies te voorkomen, worden de voegen bij de opleggingen en de langsvoegen afgedicht met droge mortel voordat ze worden gevuld met het tweede-fasebeton [22](#page=22).
* **Bescherming vers beton:** Tijdens open ruwbouw moeten verse druklagen beschermd worden tegen vorst, hevige regenval en vroegtijdige uitdroging [22](#page=22).
---
# Oplegzones en detaillering van steunpunten
Dit deel van de cursus behandelt de diverse methoden voor het opleggen van welfsels op dragende constructies, met speciale aandacht voor de risico's van droge opleggingen en de toepassing van verschillende oplegmaterialen en -methoden.
### 4.1 Algemene principes van oplegzones
De oplegzones zijn cruciaal voor een correcte overdracht van verticale belastingen van welfsels naar de dragende constructies. Het is essentieel dat deze belasting over een voldoende groot oppervlak wordt verdeeld, wat de oplegzone definieert [24](#page=24).
#### 4.1.1 Waar en hoeveel opleglengte?
De plaats waar en de benodigde opleglengte van welfsels wordt meestal aangegeven op het plaatsingsplan of in het bestek. Indien dit niet gespecificeerd is, gelden algemene voorschriften, vaak weergegeven in tabellen [24](#page=24).
#### 4.1.2 Doel van de oplegzones
Een geschikte oplegzona, met een regelmatige contactoppervlakte, is noodzakelijk om lekken van cementmelk te voorkomen [24](#page=24).
#### 4.1.3 Vereisten voor een droge oplegging
Een droge oplegging is enkel aanvaardbaar wanneer het oplegelement "zeer" vlak is en er geen oplegrotaties worden verwacht. De nominale opleglengte moet te allen tijde gerespecteerd worden [24](#page=24).
### 4.2 Risico's bij droge oplegging
Droge opleggingen brengen specifieke risico's met zich mee die kunnen leiden tot scheurvorming.
#### 4.2.1 Scheurvorming door lengteverandering
Bij starre verbindingen van geprefabriceerde constructiedelen kunnen vervormingen, veroorzaakt door temperatuurverschillen, kruip en belastingen, leiden tot scheurvorming. Om dit te voorkomen, moet de onafhankelijke beweging van de constructiedelen mogelijk zijn, en onvoorziene inklemming moet vermeden worden. Dit kan bereikt worden door een ontkoppeling (glijlaag) te voorzien tussen het welfsel en het metselwerk [25](#page=25).
#### 4.2.2 Scheurvorming door rotatie
De doorbuiging van tussenvloeren kan spanningen in het metselwerk veroorzaken die tot scheurvorming leiden. Om dit te vermijden, moet rotatie mogelijk zijn zonder extra spanningen in de oplegzone. Dit wordt gerealiseerd door een vervormbare constructieve voeg te voorzien tussen het welfsel en het metselwerk, die de rotatie kan opvangen zonder extra druk op de rand van de oplegzone [26](#page=26).
### 4.3 Detaillering van steunpunten
De detaillering van steunpunten is essentieel om de risico's van opleggingen te beheersen.
#### 4.3.1 Droge oplegging: toepassingsvoorwaarden
Een droge oplegging is enkel toepasbaar onder specifieke algemene en specifieke voorwaarden [28](#page=28).
**Algemene voorwaarden:**
* Geen seismisch risico [28](#page=28).
* Geen rotatie verwacht ter hoogte van de oplegging van tussenvloeren [28](#page=28).
* Lichte vloerbelasting (typisch woningbouw) [28](#page=28).
* Beperkte overspanning (minder dan 5 à 6 meter, typisch woningbouw) [28](#page=28).
**Specifieke voorwaarden:**
* Metselwerk met een vlakke bovenzijde [28](#page=28).
* Vloer met een vlakke onderzijde [28](#page=28).
Bij een droge oplegging moeten de oplegacties en -reacties zo gelijkmatig mogelijk verdeeld worden, zowel over de muur als over de rand van de opgelegde vloer. Er zijn geen bijkomende maatregelen nodig ten aanzien van het metselwerk zelf [28](#page=28).
**Af te raden bij:**
* Tussenvloeren met voorgespannen welfsels of breedplaatvloeren. Deze elementen zijn van nature bol en ondergaan sterke doorbuigingen, wat gegarandeerd rotatie in de oplegzone veroorzaakt en kan leiden tot afbrokkeling aan de rand van de oplegzone [28](#page=28).
#### 4.3.2 Optie A: Opleg op "uitgeharde" gewapende mortelvoeg
Deze methode, ook wel opleg met opstort in beton genoemd, is beperkt toepasbaar [29](#page=29).
**Toepasbaar bij:**
* Traditioneel en gelijmd metselwerk [29](#page=29).
* Gladde en ruwe welfsels [29](#page=29).
* Gewapende en voorgespannen welfsels [29](#page=29).
Een gewapende mortelbed met een wapeningsijzer van 10 mm diameter maakt hoekrotatie mogelijk [29](#page=29).
**Voorwaarden / condities:**
* Onderzijde vloer is voldoende glad [30](#page=30).
* Bovenzijde dragend metselwerk is voldoende glad [30](#page=30).
* Overspanning kleiner dan 5 à 6 meter (woningbouw en appartementen) [30](#page=30).
* Opleg op betonnen balken of wanden met een bekist of vlak gestreken bovenvlak [30](#page=30).
* Verwaarloosbare rotatie verwacht ter hoogte van de oplegging [30](#page=30).
**Niet mogelijk indien:**
* Voorgespannen welfsels of breedplaatvloeren worden toegepast [30](#page=30).
* Rotatie wordt verwacht ter hoogte van de oplegzone [30](#page=30).
Deze methode is praktisch toepasbaar bij betonnen kelderwanden met een glad afgestreken bovenzijde en bij metselwerk met opstort in beton [30](#page=30).
#### 4.3.3 Optie B: Opleg op "verse" gewapende mortelvoeg + scheidingslaag
Deze methode omvat een gewapend mortelbed met een wapeningsijzer van 10 mm diameter, wat hoekrotatie mogelijk maakt. Een scheidingslaag voorkomt dat tweede-fasebeton in de perforaties van het metselwerk dringt [31](#page=31).
**Praktische oplegmethode bij metselwerk:**
* Traditioneel en gelijmd metselwerk [31](#page=31).
* Gladde en ruwe welfsels [31](#page=31).
* Gewapend en voorgespannen welfsel [31](#page=31).
**Verse mortelvoeg:**
* Wordt meestal toegepast bij ondersteunende wanden in metselwerk [32](#page=32).
* De mortel wordt vers aangebracht vlak voor de montage van de welfsels [32](#page=32).
**Voorwaarden voor verse mortelvoeg:**
* Lichte belastingen [32](#page=32).
* Overspanning kleiner dan 5 à 6 meter (woningbouw en appartementen) [32](#page=32).
* Lichte rotatie verwacht ter hoogte van de oplegging [32](#page=32).
**Mortel of beton voor verse mortelvoeg:**
* Functie: een vlak oplegvlak creëren [32](#page=32).
* Dikte: 10-30 mm [32](#page=32).
* Is ook mogelijk met beton [32](#page=32).
**Wapening in verse mortelvoeg:**
* Functie: de dikte van het mortelbed waarborgen (verticaal) en de dwarse stabiliteit van de verse mortel garanderen (horizontaal) [32](#page=32).
* Sectie: wapeningsstaaf Ø 10 mm [32](#page=32).
* Positie: in het centrum van de oplegzone (niet in het midden van het dragend metselwerk) [32](#page=32).
Een schematische voorstelling toont de plaatsing van een wapeningsstaaf in de verse mortellaag [32](#page=32).
**Probleem bij gewapend mortelbed:**
* Indien het mortelbed niet tot aan het uiteinde wordt voorzien, kan tweede-fasebeton in de metselsteen indringen [33](#page=33).
### 4.4 Oplegging op speciaal oplegmateriaal
Deze methode wordt toegepast bij zwaardere belastingen, grotere overspanningen en wanneer er lichte rotatie verwacht wordt ter hoogte van de oplegging.
**Voorwaarden:**
* Aanzienlijke vloerbelastingen [34](#page=34).
* Overspanning groter dan 6 meter [34](#page=34).
* Onvoldoende vlakheid van het bovenvlak van de dragende constructie [34](#page=34).
* Lichte rotatie verwacht ter hoogte van de oplegging [34](#page=34).
**Hoe? Vervormbaar oplegmateriaal:**
* Oplegrubber (bijvoorbeeld EPDM / neopreen) [34](#page=34).
* Bouwvilt [34](#page=34).
Dit type oplegging zorgt voor een "ontkoppeling" van de twee oplegvlakken door middel van een aangepast materiaal. Dit is essentieel om scheurvorming te voorkomen die kan ontstaan door de doorbuiging van de tussenvloeren, wat spanningen in het metselwerk kan veroorzaken [34](#page=34).
#### 4.4.1 Functie van oplegmateriaal
Het oplegmateriaal heeft meerdere functies:
* **Ontkoppelen van beide oplegvlakken:** [35](#page=35).
* **Egaliseren van oneffenheden:** Dit compenseert afwijkingen in het metselwerk of de metselstenen [35](#page=35).
* **Gelijkmatige krachtoverbrenging:** Verticale krachten worden gelijkmatig overgebracht op de onderliggende draagconstructie en op de gewenste positie [35](#page=35).
* **Opnemen van horizontale verschuivingen:** Dit gebeurt als gevolg van lengteveranderingen door temperatuurverschillen, krimp of kruip [35](#page=35).
* **Opnemen van rotatie:** Dit compenseert de doorbuiging van de vloerelementen [35](#page=35).
* **Akoestische demping van trillingen:** Dit is relevant voor contactgeluidsisolatie als gevolg van gebruik, zoals voetstappen [35](#page=35).
Door de constructiedelen te ontkoppelen, wordt glijden mogelijk door de elastische vervorming van het oplegmateriaal, wat scheurvorming voorkomt. Evenzo maakt de elastische vervorming van het oplegmateriaal rotatie mogelijk, wat afbrokkeling voorkomt [35](#page=35).
#### 4.4.2 Neopreen rubber
Neopreen rubber is een veelgebruikt oplegmateriaal [36](#page=36).
**Belangrijke opmerking:**
* Een verloren randbekisting is geen oplegmateriaal omdat het geen vervorming toelaat [36](#page=36).
**Oplossing bij indringing van tweede-fasebeton:**
* Een scheidingslaag voorkomt dat tweede-fasebeton in de perforaties van het metselwerk dringt [36](#page=36).
* Speciaal oplegmateriaal laat hoekrotatie toe [36](#page=36).
**Probleem en oplossing:**
* **Probleem:** Tweede-fasebeton kan in de perforatie dringen, wat het risico op toevallige (niet voorziene) inklemming met zich meebrengt [36](#page=36).
* **Oplossing:** Een combinatie van een scheidingslaag en speciaal oplegmateriaal [36](#page=36).
#### 4.4.3 Bouwvilt
Bouwvilt is een ander type speciaal oplegmateriaal dat ook de functies van ontkoppeling, egalisatie, krachtoverbrenging, opname van horizontale verschuivingen en rotatie vervult [37](#page=37).
---
# Eindopleggingen en uitvoeringsdetails
Dit hoofdstuk behandelt de verschillende manieren waarop vloerelementen, zoals welfsels, worden opgelegd op dragende constructies en de details met betrekking tot de uitvoering ervan in de woningbouw, inclusief legplannen en plaatsingsrichtlijnen.
### 5.1 Eindopleggingssituaties
De eindoplegging van vloerelementen is cruciaal voor de stabiliteit van de constructie. Er zijn diverse typen eindopleggingen mogelijk, afhankelijk van het dragende element.
#### 5.1.1 Oplegging op dragend metselwerk
Bij oplegging op dragend metselwerk kan gebruik worden gemaakt van verschillende technieken:
* **Gewapend welfsel met druklaag:** Hierbij wordt een gewapend welfsel geplaatst op een gewapend mortelbed. De opleglengte kan worden verminderd tot minimaal 20 mm onder specifieke voorwaarden, zoals bij welfsels met uitstekende onderwapening of wanneer een regelkeper niet verder dan 650 mm van de oplegging wordt geplaatst. Het wapeningsnet van de druklaag moet over de volledige oplegzone worden voorzien [39](#page=39).
* **Volle muurdikte + constructieve druklaag:** Een stabiele oplegging op een volle muurdikte met een constructieve druklaag garandeert voldoende luchtdichtheid [39](#page=39).
#### 5.1.2 Oplegging op stalen liggers
Bij stalen liggers is een droge eindopleg op de onderflens gebruikelijk [40](#page=40).
* **Aandachtspunten:** Vaak is een dikker welfsel nodig voor voldoende sterkte (bijvoorbeeld 160 mm in plaats van 130 mm). Stalen liggers vereisen ook vaak aanvullende brandbescherming. Tevens kan een dikker pleisterwerk nodig zijn, wat de kans op krimpscheuren in het pleisterwerk vergroot [40](#page=40).
* **Sponning voor opleg:** Er kan een sponning in het welfsel worden voorzien voor de opleg op de onderflens van een stalen ligger, wat resulteert in een "vlakke" onderzijde [92](#page=92).
#### 5.1.3 Oplegging op betonnen balken
Betonnen balken bieden eveneens een droge eindoplegging voor welfsels.
* **Omgekeerde balk:** Bij een omgekeerde balk is deze onzichtbaar aan de onderzijde. De wachtwapening in de balk wordt omgeplooid en ingestort in opengemaakte langskanalen [41](#page=41).
* **Ondersteunende balk:** Bij een ondersteunende balk is deze zichtbaar aan de onderzijde. Uitstekende wachtwapening in het welfsel wordt verankerd met de wapening van de betonnen balk [41](#page=41).
#### 5.1.4 Oplegging op glad beton
Betonnen kelderwanden en traditioneel of verlijmd metselwerk kunnen een gladde, droge opleg van gladde welfsels bieden. Bij verlijmd metselwerk met gekalibreerde stenen is een opstort niet altijd noodzakelijk, maar een scheidingslaag (bv. diba-folie) is aan te bevelen om inloop van tweede-fasebeton in de steenperforaties te voorkomen [52](#page=52).
#### 5.1.5 Courante foutieve plaatsing
* Oplegging op niet-dragend metselwerk is niet toegestaan [53](#page=53).
* Een droge oplegging op traditioneel dragend metselwerk zonder scheidingslaag wordt afgeraden [53](#page=53).
* Er is geen opleg op de lange zijde toegestaan om lichte scheurvorming te vermijden [93](#page=93).
* Er dient geen contact te zijn met metselwerk bij oplegging op stalen liggers [97](#page=97).
### 5.2 Uitvoering in de woningbouw
De uitvoering van vloerelementen in de woningbouw volgt specifieke procedures en richtlijnen.
#### 5.2.1 Montage volgens legplan
Het legplan is een essentieel document dat gedetailleerde informatie bevat voor de montage van vloerelementen.
* **Informatie op het legplan:**
* Positie van de vloerelementen [43](#page=43).
* Draagrichting (meestal de lengte van het element) [43](#page=43).
* Overspanning [43](#page=43).
* Specifieke voorschriften [43](#page=43).
* Opleglengte [43](#page=43).
* Eind- en tussensteunpunten [43](#page=43).
* Zijdelingse opleg van het eerste en laatste element [43](#page=43).
* Ondersteuning tijdens de verharding van voegbeton en druklaag [43](#page=43).
* Stempelafstand [43](#page=43).
* Zeeg (tegenpijl) [43](#page=43).
* Instructies voor bijlegwapening en voegwapening [43](#page=43).
* Koppelwapening [43](#page=43).
* Openingen (ravelingen) [43](#page=43).
* Specificaties voor tweede-fasebeton (wapening, betonkwaliteit, dikte) [43](#page=43).
#### 5.2.2 Legplan en stuklijst (voorbeeld)
Een legplan wordt vaak vergezeld van een stuklijst die de soorten, aantallen en afmetingen van de elementen specificeert. Voor welfsels wordt meestal geen apart stempelplan getekend, maar de werkvoorbereider stelt best zelf een stempelplan op [44](#page=44) [67](#page=67) [68](#page=68).
#### 5.2.3 Plaatsingsrichtlijnen fabrikant
Fabrikanten verstrekken gedetailleerde plaatsingsrichtlijnen, waaronder:
* **Algemene voorschriften:**
* Opleglengte [45](#page=45).
* Eind- en tussensteunpunten [45](#page=45).
* Opleg langs de richting van het eerste en laatste element [45](#page=45).
* Ondersteuning (stempelafstand) tijdens verharding van voegbeton en druklaag [45](#page=45).
* **Specifieke richtlijnen voor metselwerk:**
* Minimale opleg van 7 cm [45](#page=45) [88](#page=88).
* Dragende muren moeten horizontaal en vlak zijn [45](#page=45).
* Indien de muur niet vlak is, wordt een geschaafde plank tegen de muur geplaatst met een mortelbed van ongeveer 2 cm met daarin een wapeningsstaaf Ø10 [45](#page=45).
#### 5.2.4 Randbekisting
Randbekisting is noodzakelijk om het tweede-fasebeton (opstort) aan de randen van de vloer af te bakenen [46](#page=46).
* **Houten randbekisting:** Deze wordt in situ samengesteld en gemonteerd/gedemonteerd na de opstort [46](#page=46).
* **Randbekistingssystemen:** Er bestaan diverse systemen, waaronder L-profielen in gegalvaniseerd staal die als verloren bekisting dienen [47](#page=47).
#### 5.2.5 Plaatsing van vloerelementen
De montage van vloerelementen gebeurt met een kraanwagen of bouwkraan [50](#page=50) [51](#page=51).
* **Hijsmethoden:**
* Voor overspanningen L $\geq$ 6,5 m wordt een evenaar met hijskettingen gebruikt [51](#page=51).
* Voor overspanningen L $<$ 6,5 m worden hijskettingen gebruikt met een tophoek van 60° [51](#page=51).
#### 5.2.6 Ondersteuning tijdens storten van tweede-fasebeton
Ondersteuning is cruciaal tijdens het storten en uitharden van het tweede-fasebeton.
* **Voorschriften fabrikant:** Deze moeten steeds gevolgd worden [55](#page=55).
* **Gewapende welfsels:**
* Schoorafstand: maximaal 1,5 m [55](#page=55) [56](#page=56).
* Zeeg (tegenpijl): L/400 mm [55](#page=55) [57](#page=57).
* **Doorlopende ondersteuning:** Beperkt oneffenheden tussen elementen aan de onderzijde [55](#page=55).
* **Tijdsduur:** De ondersteuning mag ten vroegste 28 dagen na het aanbrengen van het tweede-fasebeton worden verwijderd, tenzij de stabiliteitsingenieur anders voorschrijft [55](#page=55) [88](#page=88).
* **Draineergaatjes:** Deze mogen niet worden afgedicht [55](#page=55).
* **Vuistregels:**
* Voor L = 6 m: tussenafstand maximaal 1,5 m, minimaal 3 schoren [56](#page=56).
* Voor L = 6 m: tegenpijl L/400 mm = 6000 mm / 400 = 15 mm [57](#page=57).
#### 5.2.7 Betonneren van het tweede-fasebeton (opstort)
Het correct betonnen van de opstort is essentieel voor de vloersterkte.
* **Voorbereiding ondergrond:** Stof, vuil en losse deeltjes moeten verwijderd worden tussen de voegen. Voegen en bovenvlak van de welfsels moeten bevochtigd worden [62](#page=62).
* **Betonneren:** Beton moet gelijkmatig worden aangebracht om ophopingen te vermijden. Geprofileerde voegen en oplegranden moeten gelijktijdig gevuld en verdicht worden (in één fase) [62](#page=62).
* **Verdichten:** Een minimale consistentieklasse S4 wordt aanbevolen. Oppervlakte-trilling volstaat meestal, maar bijkomende verdichting met een trilnaald kan nodig zijn bij de ondersteuningen [62](#page=62).
#### 5.2.8 Uitsparingen
Uitsparingen in welfsels worden onderscheiden in kleine ronde en rechthoekige types.
* **Kleine ronde uitsparingen:** Kunnen op de werf worden uitgevoerd in het hart van de langse holten, tussen de wapening. De maximale sectie is kleiner dan de breedte van de holte min 20 mm [64](#page=64).
* **Rechthoekige uitsparingen:** Worden in principe steeds in de fabriek uitgevoerd, tenzij met akkoord van fabrikant en ingenieursbureau. De positie is in het midden van de korte zijde, aan de oplegging of aan de zijkant. Maximale sectie: breedte maximaal 1/4 van de elementbreedte, lengte maximaal 1/5 van de vrije overspanning en maximaal 2 meter [64](#page=64).
#### 5.2.9 Bijlegwapening en constructieve bovenwapening
* **Bijlegwapening t.p.v. uitsparingen:** Er wordt een doorlopende omgekeerde balk voorzien boven ramen [59](#page=59).
* **Constructieve bovenwapening:** Dit omvat onder andere de netwapening voor drukverdeling [60](#page=60) [74](#page=74).
* **Overlapping van netwapening:** Bij netten 150/150/6 bedraagt de minimale overlapping 250 mm of minimaal 2 maaswijdtes (300 mm). Voorkeur gaat uit naar overlapping met overlappende maazen voor voldoende dekking. Netten mogen rechtstreeks op de ruwe bovenzijde worden geplaatst. Alternatief is het naast elkaar schuiven van langswapening, wat meer tijdrovend is maar betere dekking garandeert. Het gebruik van steknetten die op elkaar gelegd worden is sneller, maar neemt meer dikte in en biedt minder betondekking. Dit is geen hoofdwapening [61](#page=61).
### 5.3 Documentatie en planning
Essentiële documenten en planningstools zijn cruciaal voor een correcte uitvoering.
#### 5.3.1 Legplannen
Legplannen, vaak opgesteld door de leverancier op basis van het wapeningsplan, coördineren de plaatsing van welfsels [85](#page=85).
* **Inhoud legplan (voorbeeld):** Elementnummer, type, aantal, zone, lengte, specificaties (bv. uitstekende wapening, sponning), gewicht per zone [86](#page=86).
#### 5.3.2 Stuklijsten
Stuklijsten detailleren de benodigde elementen en hun specificaties [70](#page=70).
#### 5.3.3 Technische fiches
Technische fiches bevatten informatie over o.a. brandweerstand, vulbeton en specifieke productkenmerken [72](#page=72) [87](#page=87).
#### 5.3.4 Stabiliteits- en architectuurplannen
* Bij stabiliteitsplannen wordt van onder naar boven gekeken, bij architectuurplannen van boven naar onder [79](#page=79) [80](#page=80).
* Wapeningsplannen detailleren de wapening van de verschillende vloerlagen, inclusief draagrichting, opleglengte, samenstelling en wapening [81](#page=81) [82](#page=82).
#### 5.3.5 Stempelplannen
Hoewel er voor welfsels meestal geen apart stempelplan wordt getekend, is het opstellen ervan door de werkvoorbereider aanbevolen voor de uitvoerders. Dit plan visualiseert stempels, ondersteuningsbalken, maatvoering, afstanden en benodigde aantallen [68](#page=68) [83](#page=83).
#### 5.3.6 Analyse documenten montage
Een grondige analyse van de montage documenten is de basis voor het legplan [84](#page=84).
### 5.4 Tips voor werkvoorbereiders (WL)
Werkvoorbereiders spelen een sleutelrol in de coördinatie en planning.
* **Extra informatie en voorbereiding:**
* Studie van stabiliteitsplannen, lastenboeken (LB) en meetstaten (MS) .
* Controle van hoeveelheden .
* Materiaalvoorbereiding .
* **Praktische vragen en overwegingen:**
* Timing van uitsparingen (voor/na tweede-fasebeton) .
* Plaatsing van technische installaties in de opstort .
* Volgen van de nummering op het legplan .
* Voldoende plaats voor levering .
* Keuze kraanwagen versus bouwkraan (hefvermogen, leveringspositie) .
* Gebruik van evenaar of hijskettingen .
* Beschikbaarheid van andere partijen bij plaatsing .
* **Tijdsinvestering:** Voorzie voldoende studie- en voorbereidingstijd .
* **Documentatie:** Maak voldoende foto's van leidingen, wapening, opleg, etc., en voeg deze toe aan het werfdossier .
* **Afspraken:** Laat aannemers schriftelijk bevestigen dat technieken correct zijn geplaatst en verankerd in de opstort .
* **Controlebezoek:** Organiseer tijdig een controlebezoek met de stabiliteitsingenieur voor het storten van het tweede-fasebeton .
* **Organisatie:** Leg tijdig leveranciers vast, begin met coördinatie van legplannen, stel vragenlijsten op en werk systematisch .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Welfsel | Een geprefabriceerd betonelement met holtes, ontworpen om als vloer- of dakconstructie te dienen, waardoor gewicht wordt bespaard en montage wordt vergemakkelijkt. |
| Netwapening | Een raster van stalen staven of draden dat in het beton wordt aangebracht om de treksterkte van het element te verhogen en scheurvorming te voorkomen, vooral in de druklaag. |
| Tweede fase beton | Beton dat ter plaatse wordt gestort bovenop de geprefabriceerde welfsels om deze onderling te verbinden en een monolithische vloerconstructie te creëren; ook wel druklaag genoemd. |
| Draagrichting | De richting waarin een vloer- of dakconstructie primair de belastingen overbrengt naar de ondersteunende elementen, meestal bepaald door de kortste overspanning. |
| Overspanning | De afstand tussen twee opeenvolgende ondersteuningen van een vloer- of dakconstructie, die de maximale lengte aangeeft die een element kan overbruggen. |
| Opleglengte | De minimale lengte van het contactoppervlak tussen een welfsel en de dragende constructie, noodzakelijk voor een veilige overdracht van verticale belastingen. |
| Gewapend beton (GB) | Beton dat is versterkt met stalen staven of draden, wat de treksterkte aanzienlijk verhoogt en het materiaal bruikbaar maakt voor constructies die zowel druk- als trekspanningen moeten weerstaan. |
| Voorgespannen beton (VSB) | Beton waarbij de wapening, meestal staaldraad of strengen, onder hoge spanning staat voordat het beton wordt gestort of uitgehard. Dit creëert een inherente drukspanning in het betonelement die later de trekspanningen door belasting compenseert. |
| Consolidatie | Het proces waarbij individuele welfselelementen onderling en met de dragende structuur worden verbonden, zodat de gehele vloerconstructie functioneert als één geheel, vergelijkbaar met een monolithisch gestorte vloer. |
| Structurele integriteit | De mate waarin een constructie haar krachten kan weerstaan zonder bezwijken of onacceptabele vervormingen, wat essentieel is voor de veiligheid en duurzaamheid van het bouwwerk. |
| Drukkracht | Een kracht die een materiaal samendrukt, in tegenstelling tot trek- of buigkracht. Voorgespannen beton maakt gebruik van deze druk om de weerstand tegen trekspanningen te verhogen. |
| Constructieve druklaag | Een laag ter plaatse gestort beton, aangebracht bovenop de welfsels, die dient om de welfsels te verbinden, belastingen te verdelen en de stijfheid van de vloerconstructie te verhogen. |
| Oplegzône | Het gebied waar een vloerelement rust op een dragende muur, balk of kolom, cruciaal voor de correcte overdracht van belastingen en het voorkomen van schade. |
| Zeeg | Een lichte kromming (doorbuiging) die kunstmatig wordt aangebracht in een geprefabriceerd element, zoals een welfsel, om later, na belasting, een vlakke of juist voorgeschreven doorbuiging te bekomen. |
| Stempelplan | Een gedetailleerd plan dat aangeeft waar en hoe tijdelijke ondersteuningen (stempels) geplaatst moeten worden tijdens de montage en uitharding van vloerconstructies, om de stabiliteit te garanderen. |
| Uitsparing | Een opening in een vloer- of wandelement die wordt gemaakt om technische leidingen, zoals elektriciteit of sanitair, door te voeren, of voor andere bouwtechnische doeleinden. |
| Hefvermogen | Het maximale gewicht dat een hijswerktuig, zoals een kraan, veilig kan tillen en verplaatsen, cruciaal voor de veilige montage van zware prefab-elementen. |
| Sponning | Een inkeping of uitsparing in een dragend element, zoals de onderflens van een stalen ligger, waarin een ander element, zoals een welfsel, kan rusten. |