Cover
Empieza ahora gratis 19_Protozoa.pdf
Summary
# Algemene introductie tot protozoa en hun belang
Dit onderwerp introduceert protozoa als eencellige dieren, hun algemene kenmerken, habitat, voortplanting, en hun medische relevantie, met nadruk op hun vermogen om immuunresponsen te ontwijken.
### 1.1 Protozoa: ééncellige dieren, 2 tot 100 µm
Protozoa zijn eencellige organismen met een grootte die varieert van 2 tot 100 micrometer (µm). Ze komen voornamelijk voor in (sub)tropische regio's, maar ook in gematigde klimaten. Protozoa kunnen zowel intra- als extracellulaire parasieten zijn. Hun voortplanting vindt voornamelijk aseksueel plaats, hoewel er soms ook seksuele voortplanting voorkomt, met name in insecten [11](#page=11) [3](#page=3) [5](#page=5) [7](#page=7) [9](#page=9).
#### 1.1.1 Medisch belangrijke protozoa
Verschillende protozoa zijn van medisch belang omdat ze ziekten kunnen veroorzaken. Voorbeelden hiervan zijn:
* **Trypanosomiasis**: Dit omvat zowel Afrikaanse als Amerikaanse (Chagas) ziekte [5](#page=5).
* **Leishmaniasis**: Dit kan zich manifesteren als cutane (huid) of viscerale (inwendige organen) leishmaniasis [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Amoebiasis**: Veroorzaakt door amoebe-infecties [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Cryptosporidiosis**: Deze infectie komt wereldwijd voor [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Toxoplasmose** [2](#page=2).
* **Malaria** [2](#page=2).
#### 1.1.2 Protozoa: belang van (evasie van) immuunrespons
De meeste problemen met protozoa ontstaan bij een verzwakte immuunrespons, zoals bij foetussen, neonaten, en immuungecompromitteerde individuen. Protozoa hebben diverse strategieën ontwikkeld om het immuunsysteem te ontwijken [12](#page=12):
* **Polymorfismen van oppervlakte-antigenen**: Ze kunnen hun oppervlakte-antigenen continu veranderen, waardoor het immuunsysteem moeite heeft met het herkennen en bestrijden ervan [12](#page=12).
* **Verbruiken van complement**: Sommige protozoa kunnen het complementsysteem van de gastheer verbruiken, wat essentieel is voor de immuunrespons [12](#page=12).
* **Intracellulair schuilen**: Ze leven vaak intracellulair, waar ze beschermd zijn tegen antilichamen en andere immuuncomponenten. Ze wisselen dit af met migrerende stadia [12](#page=12).
**Transmissie van protozoa vindt plaats via verschillende wegen:**
* **Per os (oraal)**: Via cysten, zoals bij *Entamoeba histolytica*. *Toxoplasma gondii* kan ook in utero worden overgedragen [12](#page=12).
* **Seksueel**: Zoals bij *Trichomonas vaginalis* [12](#page=12).
* **Insecten**: Via beten van geïnfecteerde insecten, zoals bij *Plasmodium*, *Leishmania*, en *Trypanosoma* [12](#page=12).
> **Tip:** Begrijpen hoe protozoa immuunresponsen ontwijken is cruciaal voor de ontwikkeling van effectieve behandelingen en preventieve strategieën. Let op de verschillende transmissiewegen, aangezien deze bepalen hoe infecties zich verspreiden.
---
# Toxoplasmose
Toxoplasmose is een infectie veroorzaakt door de intracellulaire parasiet *Toxoplasma gondii*, die bij ongeveer een derde van de wereldbevolking voorkomt [13](#page=13).
### 2.1 Levenscyclus en infectieroutes
De parasiet kent een complexe levenscyclus. Geslachtelijke voortplanting vindt plaats in het darmepitheel van katten, wat resulteert in de productie van oöcysten die via de ontlasting worden uitgescheiden. Deze oöcysten worden na enkele dagen rijping infectieus en blijven dit tot wel anderhalf jaar [13](#page=13).
Menselijke infectie kan op twee manieren plaatsvinden:
1. **Inslikken van oöcysten:** Dit gebeurt door contact met fecale resten van katten, bijvoorbeeld via besmette handen, verse tuingroenten, zandbakken of bij tuinieren. Na inslikken ontwikkelen zich tachyzoïeten die zich snel delen, witte bloedcellen kunnen binnendringen en zo via het bloed naar weefsels worden getransporteerd [13](#page=13) [17](#page=17).
2. **Inslikken van weefselcysten:** Mensen kunnen ook geïnfecteerd worden door het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees dat weefselcysten bevat. Bij de inname van weefselcysten komen bradyzoïeten vrij die zich transformeren tot tachyzoïeten, met een vergelijkbaar infectieverloop als bij inslikken van oöcysten [13](#page=13).
*Toxoplasma gondii* infecteert een breed scala aan zoogdieren en vogels [13](#page=13).
### 2.2 Ontwikkeling van de infectie in de mens
Na infectie met oöcysten of weefselcysten ontwikkelen zich tachyzoïeten die zich snel vermenigvuldigen. De replicatie van tachyzoïeten wordt aanvankelijk onder controle gehouden door de immuunrespons, wat leidt tot de vorming van slaperige, niet-ontstekingsbevorderende weefselcysten. De meest frequente locaties voor deze weefselcysten zijn de hersenen, het netvlies (retina) en de spieren, inclusief de hartspier [13](#page=13).
Bij de meeste geïnfecteerde personen (80-90%) verloopt de infectie asymptomatisch. Indien er symptomen optreden, kunnen deze lijken op een griepaal syndroom, met mogelijke zwelling van de cervicale lymfeklieren of huiduitslag [16](#page=16).
De immuunafweer tegen *Toxoplasma gondii* wordt voornamelijk gedragen door T-helper 1 (Th1) cellen, Natural Killer (NK) cellen en dendritische cellen (DCs). Pro-inflammatoire cytokines zoals IL-12 (geproduceerd door DCs, mogelijk na herkenning van de parasiet via Toll-like receptors (TLRs)) en interferongamma (IFN-γ) spelen een cruciale rol in het stimuleren van macrofagen om de parasiet te doden. De parasiet zelf kan echter de functie van macrofagen onderdrukken en de synthese van TNFα en IL-12 remmen [16](#page=16).
### 2.3 Gevolgen voor specifieke risicogroepen
* **Immuungecompromitteerden:** Bij personen met een verzwakt immuunsysteem kunnen de slapende weefselcysten reactiveren, wat kan leiden tot ernstige complicaties. Dit kan zich manifesteren als een primo-infectie met gedissemineerde klachten zoals pneumonie of myocarditis, of als reactivatie in specifieke organen zoals de ogen of hersenen, soms ook gedissemineerd. Bij AIDS-patiënten kan toxoplasmose encefalitis levensbedreigend zijn [14](#page=14) [16](#page=16).
* **Zwangeren en foetus:** Infectie tijdens de zwangerschap is een significant risico voor de foetus [14](#page=14).
* **Congenitale toxoplasmose:** Als een zwangere vrouw voor de zwangerschap nog geen toxoplasmose heeft doorgemaakt (IgG negatief), is ze vatbaar voor infectie. De overdracht naar de foetus kan leiden tot ernstige afwijkingen, waaronder convulsies, microcefalie, chorioretinitis, hydrocefalie, mentale achterstand, verminderde visus en hepatosplenomegalie [14](#page=14) [17](#page=17).
* **Timing van infectie:** Hoe later in de zwangerschap de moeder geïnfecteerd raakt, hoe groter de kans op overdracht naar de foetus, maar de schade aan de foetus is doorgaans kleiner. Omgekeerd, hoe vroeger in de zwangerschap de infectie plaatsvindt, hoe groter de potentiële schade aan het zich ontwikkelende kind, en dit kan soms leiden tot een miskraam. Symptomen bij het kind worden niet altijd direct na de geboorte opgemerkt; chorioretinitis kan soms pas jaren later (10-30 jaar) aan het licht komen [14](#page=14).
### 2.4 Diagnostiek
De diagnose van toxoplasmose wordt gesteld middels serologisch onderzoek en, in zeldzame gevallen, door directe aantoning van de parasiet:
* **Serologie:**
* **IgG-antilichamen:** Een positieve IgG-titer duidt op een doorgemaakte infectie. Bij zwangere vrouwen is een IgG-positieve status vóór de zwangerschap geruststellend, aangezien dit wijst op immuniteit [17](#page=17).
* **IgM-antilichamen:** Een positieve IgM-titer duidt op een acute of recente infectie. IgM kan echter langdurig positief blijven, wat interpretatie bemoeilijkt [17](#page=17).
* **Interpretatie bij zwangerschap:** Indien de serostatus van een zwangere vrouw onbekend was en er tijdens de zwangerschap een positieve IgM-titer wordt aangetoond, zal men verder onderzoek doen naar een recente infectie. Dit omvat het nagaan van een titerstijging van IgG (een verviervoudiging binnen twee weken) of een toegenomen aviditeit van IgG-antilichamen [17](#page=17).
* **IgA-antilichamen:** Soms kan ook de aanwezigheid van IgA-antilichamen worden aangetoond; deze zijn doorgaans korter positief dan IgM [17](#page=17).
* **Prenatale diagnostiek:** Indien er een risico op congenitale infectie is en er een abortus wordt overwogen, kan een PCR-onderzoek van vruchtwater worden uitgevoerd [17](#page=17).
* **Orgaantransplantatie:** Serostatus is ook relevant voor het matchen van donoren en ontvangers bij orgaantransplantaties, hoewel minder prominent dan bij CMV [17](#page=17).
* **Aantonen parasiet:** Directe detectie van de parasiet, bijvoorbeeld via PCR, is zelden noodzakelijk [17](#page=17).
> **Tip:** Bij een zwangerschap met een onbekende serostatus en verdenking op een acute infectie, is het cruciaal om de interpretatie van de serologische tests zorgvuldig te doen, met name door te kijken naar titerstijgingen en aviditeit.
### 2.5 Behandeling
Medicatie is niet altijd noodzakelijk en wordt voornamelijk ingezet bij:
* Personen met immuunsuppressie [16](#page=16).
* Zwangeren met een infectie opgelopen tijdens de zwangerschap [16](#page=16) [17](#page=17).
* Congenitaal geïnfecteerde neonaten [16](#page=16).
De standaardbehandeling bestaat uit een combinatie van pyrimethamine en sulfadiazine. Bij zwangere vrouwen wordt deze therapie aangevuld met foliumzuur [17](#page=17).
### 2.6 Preventie
Preventieve maatregelen zijn gericht op het vermijden van orale inname van de parasiet:
* **Hygiëne:** Vermijd oraal contact met katten en hun uitwerpselen, bijvoorbeeld door na contact met katten of na tuinieren grondig de handen te wassen. Wees extra voorzichtig met verse tuingroenten, zandbakken en tuinieren [17](#page=17).
* **Voedselbereiding:**
* **Vlees:** Zorg ervoor dat vlees altijd goed verhit wordt [13](#page=13) [17](#page=17).
* **Vernietiging cysten:** Infectieuze cysten worden vernietigd door verhitting tijdens het koken of door invriezen [17](#page=17).
Er bestaat geen vaccin tegen toxoplasmose. Bij patiënten met AIDS kan de combinatietherapie met antiretrovirale middelen (cART) een toxoplasmose-encefalitis voorkomen [14](#page=14).
> **Voorbeeld:** Een zwangere vrouw die houdt van tuinieren zonder handschoenen en regelmatig contact heeft met de ontlasting van de kat des huizes, loopt een verhoogd risico op het oplopen van een toxoplasmose-infectie. Het gevolg kan congenitale toxoplasmose zijn, met mogelijke ernstige afwijkingen bij de foetus. Het advies is om tijdens de zwangerschap extra voorzichtig te zijn met deze activiteiten en voorlichting te krijgen over de preventieve maatregelen [14](#page=14) [17](#page=17).
---
# Malaria
Malaria is een door Plasmodium spp. veroorzaakte ziekte die door de Anopheles mug wordt overgedragen, met significante klinische manifestaties, diagnostische methoden, behandelingsstrategieën en preventieve maatregelen, waaronder chemoprofylaxe en vaccins [18](#page=18).
### 3.1 Levenscyclus en verspreiding
De levenscyclus van Plasmodium spp. begint wanneer sporozoïeten de mens bereiken via een steek van de Anopheles mug. Deze sporozoïeten migreren via het bloed naar de lever, waar ze intracellulair repliceren. Vervolgens worden merozoïeten vrijgesteld, die rode bloedcellen (RBC) infecteren en daarin repliceren. Seksuele voortplanting vindt uitsluitend plaats in de mug [18](#page=18).
* *Plasmodium vivax* en *Plasmodium ovale* kunnen gedurende lange tijd in de lever verblijven, van waaruit ze jarenlang bloedinfecties kunnen veroorzaken [18](#page=18).
* Menselijke populaties vertonen tekenen van selectie gerelateerd aan malaria. Een voorbeeld hiervan is het Duffy-antigeen op RBC's, dat door *P. vivax* wordt gebruikt; deze bloedgroep komt niet (meer) voor in West-Afrika. Sikkelcelanemie is een vergelijkbaar geselecteerd kenmerk [18](#page=18).
Historisch gezien kwam malaria voor in West-Europa en werd de verspreiding aangepakt door het dempen van moerassen. De wereldwijde verspreiding is momenteel voornamelijk geconcentreerd in endemische gebieden, met een hoge incidentie in Afrika, vooral bij kinderen, en een kleiner aantal toeristen uit Europa en de USA die besmet raken. De verspreiding van de Anopheles mug is hierbij de bepalende factor [19](#page=19) [21](#page=21) [22](#page=22).
### 3.2 Klinische manifestaties
De klinische presentatie van malaria omvat verschillende symptomen [21](#page=21):
* **Chronische inflammatie en koorts:** Koorts treedt op bij lyse (afbraak) van RBC's. Bij sommige Plasmodium-soorten vindt synchrone groei plaats, wat leidt tot regelmatige koortspieken met tussenpozen van enkele dagen. *P. falciparum* groeit echter asynchroon, waardoor er geen specifiek koortspatroon is [21](#page=21).
* **Anemie:** Dit wordt veroorzaakt door destructie van RBC's en verminderde aanmaak [21](#page=21).
* ***P. falciparum* en complicaties:** Deze soort brengt een verhoogd risico op cerebrale malaria met zich mee. Symptomen ontstaan door obstructie van capillairen door minder vervormbare RBC's. Obstructie in andere organen zoals de nieren en longen is ook mogelijk en kan binnen één dag fataal aflopen [21](#page=21).
* **Splenomegalie:** De milt speelt een rol bij het verwijderen van abnormaal gevormde RBC's, wat kan leiden tot vergroting van de milt [21](#page=21).
### 3.3 Diagnostiek
De diagnostiek van malaria berust voornamelijk op de volgende methoden [21](#page=21):
* **Microscopie van bloeduitstrijkjes:** Hiermee kan de soort Plasmodium worden bepaald, en bij *P. falciparum* kan het aantal parasieten en schizonten worden geteld [21](#page=21).
* **Antigeensneltesten:** Dit biedt een snelle detectiemethode [21](#page=21).
### 3.4 Behandeling en antiparasitaire medicatie
De behandeling van malaria is afhankelijk van de specifieke Plasmodium-soort en de geografische oorsprong van de infectie. Behandeling is een specialistische interventie en kan een urgentie zijn, met name bij *P. falciparum* en cerebrale malaria door microvasculaire obstructies. Er worden diverse moleculen ingezet, waaronder chloroquine, doxycycline, Malarone®, en Lariam®, afhankelijk van het gebied en de soort infectie [21](#page=21) [24](#page=24).
> **Tip:** Het is essentieel om het meest actuele advies van het Instituut Tropische Geneeskunde (www.itg.be) en www.reisziekten.be te raadplegen voor specifieke aanbevelingen, met name met betrekking tot chemoprofylaxe en behandeling.
Andere protozoa, zoals *Trichomonas vaginalis*, *Entamoeba histolytica* en *Giardia intestinalis*, kunnen behandeld worden met metronidazol en afgeleide moleculen [24](#page=24).
### 3.5 Preventieve maatregelen
Preventie van malaria omvat zowel niet-medicamenteuze als medicamenteuze strategieën [21](#page=21).
#### 3.5.1 Niet-medicamenteuze preventie
* **Vermijden van muggenbeten:** Dit kan worden bereikt door het gebruik van muskietnetten, beschermende kleding en het toepassen van insectenwerende middelen zoals DEET. DDT kan ook worden ingezet voor muggenbestrijding [21](#page=21) [23](#page=23).
#### 3.5.2 Chemoprofylaxe
Bij reizen naar endemische gebieden kan het nuttig zijn om naast andere preventieve middelen ook medicatie profylactisch in te nemen. De keuze van het medicijn (chloroquine, doxycycline, Malarone®, Lariam®) is afhankelijk van het specifieke reisgebied en de daar voorkomende *Plasmodium*-soorten, met name *P. falciparum* [24](#page=24).
> **Tip:** Er moet een afweging gemaakt worden tussen het risico op malaria-infectie en de mogelijke bijwerkingen van de preventieve medicatie. In sommige gevallen wordt geen preventieve medicatie aanbevolen [24](#page=24).
#### 3.5.3 Vaccins
Sinds 2023 zijn er twee vaccins beschikbaar die door de WHO worden aanbevolen voor kinderen in endemische gebieden. Deze vaccins reduceren ongecompliceerde malaria met ongeveer 40%, ernstige malaria met 30%, en de mortaliteit met 13% [25](#page=25).
> **Tip:** De huidige vaccins zijn niet zeer efficiënt op zichzelf en moeten worden gecombineerd met andere preventieve en curatieve maatregelen [25](#page=25).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Protozoa | Eencellige organismen die tot het rijk der dieren worden gerekend. Ze variëren in grootte van 2 tot 100 micrometer en kunnen intra- of extracellulaire parasieten zijn, vaak voorkomend in (sub)tropische regio's maar ook in gematigde klimaten. |
| Intra- of extracellulaire parasieten | Organismen die zich binnen (intra) of buiten (extra) de cellen van hun gastheer vestigen en vermenigvuldigen, met als doel te overleven en zich voort te planten ten koste van de gastheer. |
| Immuunrespons | De reactie van het immuunsysteem van een organisme op de aanwezigheid van vreemde stoffen, zoals pathogenen. Deze respons omvat verschillende celtypen en moleculen die gericht zijn op het neutraliseren en elimineren van de indringer. |
| Evasie van immuunrespons | Strategieën die parasieten gebruiken om detectie en eliminatie door het immuunsysteem van de gastheer te voorkomen, zoals het veranderen van hun oppervlakte-antigenen of het onderdrukken van immuunreacties. |
| Aseksuele voortplanting | Een vorm van voortplanting waarbij een enkel organisme een genetisch identieke nakomeling produceert, zonder de uitwisseling van genetisch materiaal met een andere partner. Dit is kenmerkend voor veel protozoa. |
| Seksuele voortplanting | Een vorm van voortplanting waarbij genetisch materiaal van twee individuen wordt gecombineerd om nakomelingen te produceren die genetisch verschillend zijn van beide ouders. Bij sommige protozoa vindt dit plaats in insecten als tussengastheer. |
| Toxoplasmose | Een infectieziekte veroorzaakt door de protozoön Toxoplasma gondii. Deze ziekte kan vooral ernstige gevolgen hebben voor immuungecompromitteerde personen en zwangere vrouwen, met mogelijke congenitale afwijkingen bij het kind. |
| Tachyzoïeten | Een snel delende en mobiele vorm van de Toxoplasma gondii parasiet die verantwoordelijk is voor acute infecties en de verspreiding door het lichaam van de gastheer. |
| Bradyzoïeten | Een langzaam delende vorm van de Toxoplasma gondii parasiet die voorkomt in cysten in de weefsels van de gastheer en die een latente infectie kan veroorzaken. |
| Weefselcysten | Structuren gevormd door parasieten, zoals Toxoplasma gondii, die in de weefsels van de gastheer aanwezig zijn en de parasieten beschermen tegen het immuunsysteem, waardoor een chronische of latente infectie mogelijk is. |
| Congenitale toxoplasmose | Een vorm van toxoplasmose die wordt overgedragen van de moeder op de foetus tijdens de zwangerschap. Dit kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen bij het pasgeboren kind. |
| Malaria | Een ernstige tropische ziekte die wordt veroorzaakt door parasieten van het geslacht Plasmodium, die worden overgedragen via de beet van geïnfecteerde Anopheles muggen. Symptomen zijn onder andere koorts, rillingen en bloedarmoede. |
| Sporozoïeten | De infectieuze vorm van de Plasmodium parasiet die via de beet van een mug in de bloedbaan van de mens terechtkomt en naar de lever migreert. |
| Merozoïeten | De vorm van de Plasmodium parasiet die vrijkomt uit geïnfecteerde levercellen en vervolgens rode bloedcellen infecteert, waar verdere replicatie plaatsvindt. |
| Anemie | Een medische aandoening waarbij het aantal rode bloedcellen of de hoeveelheid hemoglobine in het bloed onvoldoende is, wat kan leiden tot vermoeidheid en zwakte. Bij malaria is dit vaak een gevolg van de vernietiging van rode bloedcellen. |
| Cerebrale malaria | Een ernstige, potentieel fatale complicatie van malaria, veroorzaakt door de obstructie van bloedvaten in de hersenen door geïnfecteerde rode bloedcellen. |
| Chemoprofylaxe | Het preventief innemen van medicijnen om een infectieziekte te voorkomen, zoals bij reizen naar malariagebieden. Dit helpt het risico op besmetting te verminderen. |
| Antiparasitaire medicatie | Geneesmiddelen die speciaal zijn ontwikkeld om parasitaire infecties te behandelen of te voorkomen, door de parasiet direct aan te vallen of de levenscyclus ervan te verstoren. |
| Vaccins | Biologische preparaten die het immuunsysteem van een organisme stimuleren om weerstand op te bouwen tegen specifieke ziekteverwekkers. Bij malaria is de efficiëntie van vaccins momenteel nog beperkt. |