Cover
Empieza ahora gratis Thoraxdrainage PSG studenten 2025.pptx
Summary
# Wat is thoraxdrainage?
Thoraxdrainage is een medische procedure waarbij een drain in de borstholte (pleuraholte) wordt ingebracht met als doel het afvoeren van lucht en/of vocht uit deze ruimte.
### 1.1 Het principe en doel van thoraxdrainage
Het hoofddoel van thoraxdrainage is het herstellen van de negatieve druk in de pleuraholte. Deze negatieve druk is essentieel voor het ontplooien van de longen. Door het verwijderen van ophopend lucht of vocht, wordt het vacuüm in de pleuraholte hersteld, waardoor de long zich weer kan uitzetten en de ademhaling kan worden verbeterd. Dit kan worden bereikt door middel van een eenmalige punctie of het plaatsen van een drain.
> **Tip:** Zonder hersteld vacuüm kan de long dichtvallen en wordt de ademhaling ernstig belemmerd.
### 1.2 Indicaties voor thoraxdrainage
Thoraxdrainage is geïndiceerd bij verschillende aandoeningen waarbij lucht of vocht zich ophoopt in de pleuraholte, wat leidt tot het wegvallen van het pleurale vacuüm en een collaps van de long. Veelvoorkomende indicaties zijn:
* **Pneumothorax / Spanningspneumothorax:** Ophoping van lucht in de pleuraholte. Een spanningspneumothorax is een levensbedreigende situatie waarbij de druk in de pleuraholte gevaarlijk toeneemt.
* **Haemothorax:** Ophoping van bloed in de pleuraholte, vaak na een trauma.
* **Hydrothorax:** Ophoping van sereus vocht in de pleuraholte.
* **Chylothorax:** Ophoping van lymfevocht (chylus) in de pleuraholte.
* **Pyothorax (empyeem):** Ophoping van pus in de pleuraholte, wat duidt op een infectie.
Deze indicaties zijn niet limitatief, maar vertegenwoordigen de meest voorkomende redenen voor het plaatsen van een thoraxdrain.
### 1.3 De werking van een thoraxdrainagesysteem
Thoraxdrainagesystemen zijn ontworpen om lucht en/of vocht uit de pleuraholte te verwijderen en tegelijkertijd te voorkomen dat lucht of vocht van buitenaf de thorax binnendringt. Tijdens de inademing ontstaat er een negatieve druk in de pleuraholte, wat een aanzuigend effect creëert. Het opvangsysteem zorgt ervoor dat deze druk behouden blijft door het gecontroleerd afvoeren van de inhoud.
Een typisch thoraxdrainagesysteem, zoals het Sentinel Seal systeem, bestaat uit meerdere kamers:
#### 1.3.1 De vochtopvangkamer (A)
* **Doel:** Deze kamer is bedoeld voor het opvangen van afgevoerd vocht en/of lucht.
* **Capaciteit:** De kamer is duidelijk gegradeerd en kan tot maximaal 2500 milliliter inhoud opvangen.
* **Beluchtingsventiel:** Deze kamer beschikt over een beluchtingsventiel (een zwart knopje dat ingedrukt kan worden). Dit ventiel wordt gebruikt om de zuigkracht te verlagen en dient enkel gebruikt te worden bij actieve zuigkracht.
#### 1.3.2 Het onderwaterslot (B)
* **Doel:** Het onderwaterslot fungeert als een eenrichtingsklep. Het voorkomt dat lucht of vocht vanuit de omgeving terug de pleuraholte van de patiënt kan stromen.
* **Vulling:** Het onderwaterslot dient gevuld te worden met 90 milliliter steriel water.
* **Werking bij pneumothorax:** Bij een patiënt met een pneumothorax zal tijdens het uitademen lucht vanuit de thorax via de opvangkamer door het onderwaterslot naar buiten worden geduwd. Dit proces zal zichtbaar zijn als borrelen in het water.
> **Tip:** Zorg ervoor dat het onderwaterslot altijd correct gevuld is met steriel water (90 ml) en dat de afsluitklep goed gesloten is om lekkage te voorkomen.
#### 1.3.3 De manometer (C)
* **Doel:** De manometer wordt gebruikt om de ingestelde zuigkracht af te lezen wanneer er actieve zuigkracht wordt toegepast.
* **Vulling:** De manometer wordt gevuld met 30 tot 35 milliliter steriel water. Het water kleurt direct blauw, wat de aanwezigheid van het vulmiddel aangeeft.
* **Instelling muurvacuüm:** Het muurvacuüm wordt doorgaans ingesteld op 150 mmHg.
#### 1.3.4 Zuigregelknop
* **Doel:** Met de zuigregelknop kan de intensiteit van de zuigkracht worden ingesteld bij actieve zuigkracht.
* **Instelling pediatrie:** Op de kinderafdeling wordt de zuigkracht doorgaans ingesteld op -10 of -15 mmHg, afhankelijk van de beslissing van de arts.
* **Instellen zuigkracht:** Het verhogen van de zuigkracht gebeurt door de knop naar rechts te draaien. Het verlagen van de zuigkracht gebeurt via het beluchtingsventiel.
* **Belangrijk:** De zuigkracht mag alleen worden ingesteld nadat de drain is afgeklemd.
#### 1.3.5 Actieve versus passieve zuigkracht
De toepassing van zuigkracht op de thoraxdrain gebeurt op indicatie van de arts en kan variëren:
* **Passieve zuigkracht (spontane afloop):** Hierbij wordt geen externe zuigkracht gebruikt. De thoraxdrain staat enkel op het onderwaterslot, wat een spontane afloop van lucht en vocht mogelijk maakt. Dit wordt vaak toegepast na chirurgie (zoals lobectomie) of bij een eenvoudige pneumothorax.
* **Actieve zuigkracht:** Er wordt continu zuigkracht uitgeoefend op de thoraxdrain door middel van een vacuümpomp. De pomp wordt ingesteld op een specifieke zuigkracht, die wordt afgelezen op de manometer. Dit wordt onder andere toegepast bij aandoeningen zoals pleurapneumonie.
### 1.4 Plaatsing van de thoraxdrain op de afdeling
De plaatsing van een thoraxdrain op de afdeling omvat diverse verpleegkundige taken en voorbereidingen:
* **Materiaal klaarleggen:** Alle benodigde materialen moeten steriel worden klaargelegd in de onderzoekskamer, volgens een opgestelde lijst.
* **Monitoring en ondersteuning:** Zorg ervoor dat de monitor, zuurstof en aspiratieapparatuur gebruiksklaar zijn.
* **Assistentie:** De verpleegkundige assisteert de arts tijdens de plaatsing van de drain en zorgt ervoor dat het kind tot rust wordt gebracht en eventueel wordt vastgehouden.
* **Thoraxdrainagesysteem voorbereiden:** Het systeem dient op een stabiele en effen ondergrond te worden geplaatst. De ingebouwde steun moet worden opengeklapt om omvallen te voorkomen.
> **Tip:** Het thoraxdrainagesysteem mag absoluut niet omvallen om contaminatie en lekkage te voorkomen.
### 1.5 Verwijderen van de thoraxdrain op de afdeling
Het verwijderen van een thoraxdrain is een procedure die doorgaans gezamenlijk door de arts en de verpleegkundige wordt uitgevoerd.
* **Pijnstilling:** Voorafgaand aan het verwijderen wordt sedatie en pijnstilling toegediend, bijvoorbeeld met paracetamol of een sterkere pijnstiller, afhankelijk van de indicatie.
* **Benodigdheden:** Voor het verwijderen zijn een wondzorgset, verbandmateriaal, fysiologisch water, steriele compressen, vaseline, en eventueel nietjes (bij chirurgische drains) of steristrips benodigd.
* **Procedure:**
* De zuigkracht wordt afgezet (indien van toepassing).
* Eén persoon trekt de drain voorzichtig uit, terwijl de andere persoon gelijktijdig de insteekopening (stomie) sluit.
* Bij voorkeur vindt het verwijderen plaats tijdens de uitademing. De patiënt wordt gevraagd om diep in te ademen en de adem vast te houden.
### 1.6 Observaties van het systeem en de patiënt
Na plaatsing en gedurende de periode dat de drain aanwezig is, zijn continue observaties van zowel het systeem als de patiënt cruciaal.
#### 1.6.1 Algemene patiëntobservaties
* **Vitale parameters:** Controleer de ademhaling, saturatie, temperatuur, pols en bloeddruk.
* **Pijn:** Bevragen van het pijnniveau van de patiënt.
* **Hydratatie en uitscheiding:** Nagaan of de patiënt voldoende drinkt en plast.
#### 1.6.2 Observaties van het thoraxdrainagesysteem
* **Afgevoerd vocht/lucht:** Registreer nauwkeurig de hoeveelheid afgevoerd vocht of lucht. Dit wordt gedaan door middel van streepjes op de opvangkamer en het berekenen van de totale hoeveelheid per 24 uur.
* **Manometer:** Controleer of de druk op de manometer correct is ingesteld.
* **Onderwaterslot:** Observeer het onderwaterslot. Borrelen is normaal bij een pneumothorax, maar kan ook wijzen op een luchtlek.
* **Leidingen:** Controleer of de leidingen goed aflopen en niet geknikt zijn om obstructie te voorkomen.
* **Verband:** Inspecteer het verband rond de insteekplaats.
#### 1.6.3 Aandachtspunten bij het systeem
* **Borrelend onderwaterslot:** Dit is normaal bij een actieve pneumothorax. Indien het blijft borrelen zonder duidelijke reden, kan dit wijzen op een luchtlek. Controleer alle connecties, het systeem en het instelpunt van de drain.
* **Verbandzorg:** Het verband dient bij bevuiling te worden gereinigd met NaCl 0,9% en ontsmet met chloorhexidine 2% in ethanol 70%. Na 7 dagen wordt standaard verbandwissel uitgevoerd, tenzij er specifieke indicaties zijn voor eerdere wisseling (loskomen verband, bebloeding, luchtlek).
* **Toediening urokinase/actosolv:** Dit zijn anticoagulantia die rechtstreeks in de pleuraholte kunnen worden ingespoten om stolsels op te lossen. Dit gebeurt via een driewegkraan en is niet altijd noodzakelijk; het wordt op advies van de arts uitgevoerd. Na toediening wordt het product gedurende 4 uur laten inwerken, waarbij de drain tijdelijk wordt afgeklemd. Pijnstilling is minimaal 1 uur vóór het openzetten van de drain vereist.
> **Example:** Een 5-jarige patiënt met pleurapneumonie heeft een thoraxdrain op actieve zuigkracht van -10 mmHg. Bij binnenkomst op de kamer controleer je eerst de vitale parameters van het kind: ademhaling, saturatie, temperatuur, pols en bloeddruk. Vervolgens beoordeel je de drain: hoeveel vocht is er de afgelopen uren afgevoerd, is de manometer correct ingesteld, borrelt het onderwaterslot en lopen de leidingen goed? Ook vraag je naar de pijn en controleer je of de patiënt voldoende plast en drinkt.
---
# Indicaties voor thoraxdrainage
Thoraxdrainage is een medische procedure waarbij een drain in de borstholte (thorax) wordt ingebracht om lucht en/of vocht, zoals sereus vocht, bloed, chyle of pus, af te voeren uit de pleuraholte. Het primaire doel is het herstellen van de negatieve druk in de pleuraholte, waardoor de long zich opnieuw kan ontplooien en de ademhaling wordt verbeterd. Dit kan middels een eenmalige punctie of het plaatsen van een drain.
### 2.1 De belangrijkste indicaties voor thoraxdrainage
De noodzaak voor thoraxdrainage ontstaat wanneer er een ophoping van lucht of vocht in de pleuraholte is, wat leidt tot het wegvallen van het normale vacuüm. Dit kan ertoe leiden dat de long collabereert en de ademhaling wordt belemmerd. In sommige gevallen kan dit een urgente situatie zijn. De meest voorkomende indicaties zijn:
* **Pneumothorax / Spanningspneumothorax:** Hierbij is er lucht aanwezig in de pleuraholte. Een spanningspneumothorax is een levensbedreigende vorm waarbij de lucht onder druk komt te staan, waardoor de lucht naar de gezonde longhelft wordt geperst.
* **Haemothorax:** Dit is een ophoping van bloed in de pleuraholte, vaak als gevolg van trauma.
* **Hydrothorax:** Dit verwijst naar een ophoping van sereus (waterig) vocht in de pleuraholte, bijvoorbeeld door hartfalen of levercirrose.
* **Chylothorax:** Dit is een ophoping van chyle, een lymfatisch vocht rijk aan vetten, in de pleuraholte. Dit kan optreden na letsel aan de thoracale ductus.
* **Pyothorax (empyeem):** Dit is een ophoping van pus in de pleuraholte, meestal als gevolg van een bacteriële infectie.
### 2.2 Het belang van de negatieve pleurale druk
Tijdens de inademing heeft de pleuraholte normaal gesproken een negatieve druk. Dit negatieve drukverschil fungeert als een "aanzuigeffect" dat ervoor zorgt dat de longen tegen de borstwand worden getrokken en zich ontplooien. Bij een pneumothorax, haemothorax, hydrothorax, chylothorax of pyothorax wordt dit delicate evenwicht verstoord door de aanwezigheid van lucht of vocht. Het opvangsysteem van de thoraxdrain is cruciaal omdat het niet alleen lucht en/of vocht uit de thorax moet verwijderen, maar ook moet voorkomen dat er lucht of vocht van buitenaf de pleuraholte kan binnendringen. Dit garandeert dat de drainage slechts in één richting mogelijk is, behoudens specifieke situaties zoals bij actieve zuigkracht.
> **Tip:** Het begrijpen van het principe van negatieve druk in de pleuraholte is essentieel om het belang van thoraxdrainage te doorgronden.
### 2.3 Contra-indicaties (niet expliciet vermeld op de aangegeven pagina's, maar wel algemeen bekend en relevant voor een volledige context)
Hoewel niet specifiek besproken op de betreffende pagina's, is het goed om te weten dat er ook contra-indicaties kunnen zijn voor thoraxdrainage, zoals bijvoorbeeld ernstige stollingsstoornissen die het risico op bloedingen significant verhogen, of wanneer er geen aanwijzingen zijn voor een pleurale accumulatie van lucht of vocht.
---
**Opmerking:** De tekst bevat specifieke details over het Sentinel Seal opvangsysteem (kamersysteem, waterslot, manometer, zuigregelknop) en de procedures voor plaatsing en verwijdering. Deze details zijn weliswaar gerelateerd aan de indicaties, maar vallen buiten de specifieke focus van dit samenvattingsonderdeel dat zich richt op de *indicaties* zelf. Voor een volledige studie van thoraxdrainage is het echter essentieel om ook deze aspecten te bestuderen.
---
# Werking van het thoraxdrainagesysteem
Thoraxdrainage betreft het inbrengen van een drain in de thoraxholte om lucht en/of vocht, zoals sereus vocht, bloed, chyle of pus, af te voeren met als primair doel het herstellen van de negatieve druk in de pleurale ruimte, waardoor de long zich weer kan ontplooien. Dit kan zowel via een eenmalige punctie als door het plaatsen van een thoraxdrain.
### 3.1 Componenten van het thoraxdrainagesysteem
Het thoraxdrainagesysteem, ook wel bekend als het Sentinel Seal systeem, bestaat uit drie hoofdonderdelen: een vochtopvangkamer, een onderwaterslot en een manometer.
#### 3.1.1 Vochtopvangkamer
* **Doel:** Het opvangen van afgevoerd vocht en lucht uit de thorax.
* **Capaciteit:** Deze kamer kan tot 2500 ml opvangen en is duidelijk gegradeerd voor nauwkeurige aflezing.
* **Beluchtingsventiel:** Een zwart knopje dat ingedrukt kan worden om de zuigkracht te verlagen. Dit is uitsluitend bedoeld voor gebruik bij actieve zuiging.
#### 3.1.2 Onderwaterslot
* **Doel:** Het voorkomen dat lucht of vocht vanuit de omgeving de thoraxholte binnendringt, waardoor drainage slechts in één richting mogelijk is.
* **Vulling:** Het onderwaterslot wordt gevuld met 90 ml steriel water.
* **Functie bij pneumothorax:** Bij een pneumothorax zal tijdens de uitademing lucht vanuit de patiënt via de opvangkamer door het waterslot naar buiten worden geduwd, wat zichtbaar is als borrelen van het water.
#### 3.1.3 Manometer
* **Doel:** Het aflezen van de zuigkracht bij actieve zuiging.
* **Vulling:** De manometer wordt gevuld met 30 ml steriel water, dat onmiddellijk een blauwe kleur aanneemt.
* **Instellen muurvacuüm:** Het muurvacuüm wordt ingesteld op 150 millimeter kwikdruk (mmHg).
* **Instellen zuigkracht:** De zuigkracht kan worden ingesteld met behulp van de zuigregelknop. Op de pediatrische afdeling wordt dit meestal ingesteld op -10 of -15 mmHg, afhankelijk van het medische voorschrift. De zuigkracht wordt verhoogd door naar rechts te draaien en verlaagd door het beluchtingsventiel te gebruiken. **Belangrijk:** De zuigkracht mag alleen worden ingesteld nadat de drain is afgeklemd.
### 3.2 Passieve versus actieve zuiging
De toepassing van zuiging bij een thoraxdrain hangt af van de medische indicatie en kan variëren.
#### 3.2.1 Passieve zuiging
* **Kenmerk:** Er wordt geen externe zuigkracht uitgeoefend. De thoraxdrain staat enkel op het onderwaterslot.
* **Indicaties:** Dit wordt vaak toegepast na chirurgie (bv. lobectomie) of bij een pneumothorax waarbij spontane afloop volstaat.
#### 3.2.2 Actieve zuiging
* **Kenmerk:** Er wordt continu zuiging uitgeoefend op de thoraxdrain door deze te verbinden met een vacuümpomp. De manometer wordt ingesteld op de voorgeschreven zuigkracht.
* **Indicaties:** Dit wordt bijvoorbeeld toegepast bij een pleurapneumonie.
### 3.3 Indicaties voor thoraxdrainage
Thoraxdrainage is geïndiceerd bij diverse aandoeningen die leiden tot lucht- of vochtophoping in de pleuraholte, wat het vacuüm opheft, de long doet collabereren en de ademhaling belemmert. Uurgentheid is hierbij niet uitgesloten. Indicaties omvatten:
* Pneumothorax / Spanningspneumothorax
* Haemothorax (bloedophoping)
* Hydrothorax (serumvochtophoping)
* Chylothorax (lymfevochtophoping)
* Pyothorax (empyeem, pusophoping)
### 3.4 Plaatsing en verwijdering van de thoraxdrain
#### 3.4.1 Plaatsing op de afdeling
De verpleegkundige speelt een cruciale rol bij de voorbereiding en assistentie tijdens de plaatsing van een thoraxdrain. Dit omvat:
* Het klaarzetten van alle benodigde materialen volgens een checklist.
* Het zorgen voor een steriele omgeving.
* Het gereedmaken van de monitor, zuurstof en aspiratieapparatuur.
* Het assisteren bij het optrekken van medicatie en de arts tijdens de procedure.
* Het kalmeren en ondersteunen van de patiënt.
* Het correct klaarmaken van het thoraxdrainagesysteem op een stabiele ondergrond, inclusief het openklappen van de steun en het vullen van het onderwaterslot (90 ml steriel water) en de manometer (30-35 ml steriel water).
#### 3.4.2 Verwijdering op de afdeling
De verwijdering van een thoraxdrain gebeurt in samenwerking tussen arts en verpleegkundige.
* **Voorbereiding:** Patiënt krijgt vooraf sedatie en pijnstilling (bv. paracetamol of een opioïde). Benodigdheden zoals een wondzorgset, verband, fysiologisch water, steriele compressen, vaseline, nietjes of steristrips worden klaargezet.
* **Procedure:** Bij pediatrische patiënten wordt de zuiging eerst afgezet. Eén persoon trekt de drain uit terwijl de andere persoon de insteekopening gelijktijdig sluit.
* **Ademhalingsmanoeuvre:** Bij voorkeur wordt de drain verwijderd tijdens de uitademing. De patiënt wordt gevraagd maximaal in te ademen en de adem in te houden.
### 3.5 Observaties van het systeem en de patiënt
Constante observatie is essentieel voor een optimale zorg.
#### 3.5.1 Patiëntobservaties
Belangrijke parameters om te controleren zijn:
* Ademhaling
* Saturatie
* Temperatuur
* Pols
* Bloeddruk
* Pijnbevraging
* Urineproductie en vochtinname (om SIADH uit te sluiten)
#### 3.5.2 Systeemobservaties
* **Vochtproductie:** Registreer de hoeveelheid afgevoerd vocht (streep zetten en per 24 uur tellen).
* **Visuele en auditieve inspectie:** Controleer of het waterslot correct gesloten is, of de leidingen goed aflopen en vrij zijn van knikken.
* **Manometerdruk:** Controleer of de ingestelde druk correct is.
#### 3.5.3 Aandachtspunten
* **Borrelen waterslot:** Normaal bij een pneumothorax, maar kan ook wijzen op een luchtlek. Controleer de connecties, het systeem en de insteekplaats.
* **Verbandzorg:** Vervang het verband bij bevuiling, loskomen of bloedlekkage. Ontsmet de huid met chloorhexidine 2% in ethanol 70% bij elke verzorging. Indien er sprake is van een luchtlek, kan vaseline worden gebruikt. Een verbandwissel is sowieso geïndiceerd na 7 dagen.
* **Toediening urokinase/Actosolv:** Dit zijn anticoagulantia die rechtstreeks in de pleuraholte worden gespoten om stolsels op te lossen. Dit gebeurt via een driewegkraan, niet altijd noodzakelijk en op advies van de arts. Na toediening wordt de drain gedurende 4 uur afgeklemd met kochers en de driewegkraan gesloten. Pijnstilling is minimaal 1 uur voor het openzetten van de drain vereist.
---
# Plaatsing en verwijdering van een thoraxdrain
Dit onderwerp behandelt de verpleegkundige taken en procedures rondom de plaatsing en het verwijderen van een thoraxdrain, inclusief de benodigde materialen en patiëntenzorg.
### 4.1 Wat is thoraxdrainage?
Thoraxdrainage omvat het inbrengen van een drain in de borstkas (thorax) met als primair doel het afvoeren van lucht en/of vocht, zoals sereus vocht, bloed, chyle of pus, uit de pleuraholte. Het hoofddoel hiervan is het herstellen van de negatieve druk in de pleuraholte, waardoor de long zich opnieuw volledig kan ontplooien. Dit kan zowel via een eenmalige punctie als door het plaatsen van een thoraxdrain.
### 4.2 Indicaties voor thoraxdrainage
Thoraxdrainage is geïndiceerd bij diverse pulmonale en pleurale aandoeningen:
* **Pneumothorax / Spanningspneumothorax:** Ophoping van lucht in de pleuraholte, wat kan leiden tot het volledig inzakken van de long en belemmering van de ademhaling. Een spanningspneumothorax is een levensbedreigende spoedsituatie.
* **Haemothorax:** Bloedophoping in de pleuraholte, vaak na traumata.
* **Hydrothorax:** Ophoping van sereus vocht in de pleuraholte.
* **Chylothorax:** Ophoping van lymfevocht (chyle) in de pleuraholte.
* **Pyothorax (empyeem):** Pusophoping in de pleuraholte.
Deze aandoeningen leiden tot het wegvallen van het normale vacuüm in de pleuraholte, waardoor de long kollabeert en de ademhaling bemoeilijkt wordt.
### 4.3 Werking van het opvangsysteem (Sentinel Seal)
Een thoraxdrainagesysteem werkt door middel van een opvangsysteem dat ervoor zorgt dat lucht en/of vocht uit de thorax wordt afgevoerd en tegelijkertijd voorkomt dat lucht of vocht vanuit de omgeving de thorax binnendringt. Dit garandeert een unidirectionele afvoer. Het systeem bestaat typisch uit drie kamers:
#### 4.3.1 Kamersysteem
Het Sentinel Seal-systeem omvat de volgende componenten:
* **A. Vochtopvangkamer:** Deze kamer is bedoeld voor het opvangen van vocht en lucht uit de thorax. De capaciteit is doorgaans maximaal 2500 ml en de kamer is duidelijk gegradeerd. Deze kamer bevat een beluchtingsventiel (een zwart knopje) dat ingedrukt kan worden om de zuigkracht te verlagen, wat enkel nuttig is bij actieve zuiging.
* **B. Onderwaterslot:** Dit deel voorkomt dat lucht of vocht vanuit de buitenwereld terug de patiënt in kan stromen. Het wordt gevuld met 90 ml steriel water. Bij een pneumothorax zal lucht die de patiënt via de drain uitademt, door het waterslot naar buiten borrelen.
* **C. Manometer:** Deze meter meet de zuigkracht (suctie) wanneer deze actief wordt toegepast. De muurvacuüm wordt doorgaans ingesteld op 150 mmHg. De manometer wordt gevuld met 30 ml steriel water, dat direct verkleurt.
#### 4.3.2 Zuigkrachtinstelling
* **Zuigregelknop:** Hiermee kan de zuigkracht worden ingesteld bij actieve zuiging. Op de kinderafdeling wordt dit vaak ingesteld op -10 of -15 mmHg, in overleg met de arts. De zuigkracht verhogen gebeurt door de knop naar rechts te draaien, verlagen kan via het beluchtingsventiel. De zuigkracht mag enkel worden ingesteld na het afklemmen van de drain.
#### 4.3.3 Zuiging: Actief versus Passief
De noodzaak van zuiging wordt bepaald door de arts en kan variëren:
* **Passieve zuiging (spontane afloop):** Er wordt geen externe zuigkracht toegepast; de thoraxdrain staat uitsluitend op het onderwaterslot. Dit wordt bijvoorbeeld toegepast na een lobectomie of bij een pneumothorax.
* **Actieve zuiging:** Er wordt externe zuigkracht uitgeoefend via een vacuümpomp die continu zuigt. De manometer wordt ingesteld op de voorgeschreven zuigkracht. Dit is bijvoorbeeld geïndiceerd bij een pleurapneumonie.
### 4.4 Plaatsing van een thoraxdrain op de afdeling
De verpleegkundige speelt een cruciale rol bij de plaatsing van een thoraxdrain:
#### 4.4.1 Verpleegkundige taken
* **Materiaal klaarleggen:** Zorgen dat alle benodigde materialen in de onderzoekskamer aanwezig en steriel klaargelegd zijn volgens een checklist.
* **Apparatuur gereedzetten:** Monitor, zuurstof en aspiratieapparatuur dienen gebruiksklaar te zijn.
* **Medicatie optrekken:** Het optrekken van de benodigde medicatie.
* **Assistentie arts:** Assisteren van de arts tijdens de plaatsingsprocedure.
* **Patiëntenzorg:** Het kind tot rust brengen en indien nodig vasthouden.
* **Thoraxdrainagesysteem klaarmaken:**
* Het systeem moet op een effen en stabiele ondergrond geplaatst worden om omvallen te voorkomen.
* De ingebouwde steun van het systeem dient te worden opengeklapt.
#### 4.4.2 Voorbereiden thoraxdrainagesysteem
* **Onderwaterslot vullen:** Dit gebeurt via de klep aan de achterzijde met 90 ml steriel water. Sluit de klep daarna goed.
* **Manometer vullen:** De opening aan de bovenzijde wordt gevuld met 30-35 ml steriel water.
### 4.5 Verwijderen van een thoraxdrain op de afdeling
Het verwijderen van een thoraxdrain gebeurt in samenwerking tussen arts en verpleegkundige.
#### 4.5.1 Benodigdheden
Voor het verwijderen zijn de volgende materialen nodig:
* Wondzorgset
* Verbandmateriaal
* Fysiologisch water
* Steriele compressen
* Vaseline
* Nietjes (bij chirurgische drains) of steristrips
#### 4.5.2 Procedure
* **Pijnstilling en sedatie:** Adequate pijnstilling (bijvoorbeeld met paracetamol of NSAID's) en eventueel sedatie worden voorafgaand aan de procedure toegediend.
* **Zuiging afzetten:** Bij kinderen dient de zuiging eerst te worden afgesloten.
* **Timing:** Het verwijderen gebeurt bij voorkeur tijdens uitademing. De patiënt wordt gevraagd maximaal in te ademen en de adem vervolgens vast te houden.
* **Gecoördineerde actie:** Eén persoon trekt de drain voorzichtig uit, terwijl de andere persoon gelijktijdig de insteekopening (stomie) sluit met verbandmateriaal.
### 4.6 Observaties van het systeem en de patiënt
Continue en nauwkeurige observatie is essentieel na plaatsing en tijdens het verblijf van de thoraxdrain.
#### 4.6.1 Patiëntparameters
De volgende parameters dienen te worden gemonitord:
* Ademhaling (frequentie, diepte, gebruik van hulpademhalingsspieren)
* Saturatie
* Temperatuur
* Pols
* Bloeddruk
* Pijn (vragen naar pijnintensiteit en lokalisatie)
* Urineproductie (voldoende vochtinname en -uitscheiding)
#### 4.6.2 Thoraxdrainagesysteem observaties
* **Opvangkamer:** Controleer de hoeveelheid afgenomen vocht en lucht. Noteer de hoeveelheid en zet er een streep bij voor de volgende meting, meestal per 24 uur.
* **Manometer:** Controleer of de druk correct is ingesteld bij actieve zuiging.
* **Waterslot:** Ga na of het waterslot gesloten is en of er geen onverwachte bubbels (wat normaal is bij een pneumothorax, maar kan wijzen op een luchtlek) zichtbaar zijn.
* **Leidingen:** Zorg dat de leidingen goed aflopen en niet geknikt zijn.
#### 4.6.3 Verbandzorg
* **Reinigen en ontsmetten:** Bij vervuiling dient het verband te worden gereinigd met steriel fysiologisch zout ($0.9\%$ NaCl) en ontsmet met chloorhexidine ($2\%$ in ethanol $70\%$).
* **Indicaties voor verbandwissel:**
* Bij losraken van het verband.
* Bij bebloeding van het verband.
* Bij verdenking op een luchtlek (kan vaseline nodig hebben).
* Verbandwissels worden in principe na 7 dagen uitgevoerd, tenzij anders geïndiceerd.
#### 4.6.4 Toediening van Urokinase/Actosolv
Dit zijn anticoagulantia die rechtstreeks in de pleuraholte worden gespoten om stolsels op te lossen.
* **Toediening:** Dit gebeurt via een driewegkraan, indien geïndiceerd door de arts.
* **Voorbereiding:** De verpleegkundige bereidt de spuit voor volgens de geldende procedure. De arts dient het product toe.
* **Inwerktijd:** Het medicijn wordt gedurende 4 uur ingewerkt. Gedurende deze tijd wordt de drain afgeklemd met kochers en de driewegkraan gesloten.
* **Pijnstilling:** Adequate pijnstilling is vereist, minimaal 1 uur vóór het openzetten van de drain na de inwerktijd.
> **Tip:** Het is cruciaal om bij elke observatie van het thoraxdrainagesysteem en de patiënt alert te zijn op veranderingen ten opzichte van de basale metingen en normale waarden. Documenteer alle bevindingen zorgvuldig.
> **Voorbeeld:** Bij een patiënt met een pneumothorax is het normaal dat het waterslot borrelt. Als dit borrelen echter plotseling stopt, terwijl er nog steeds tekenen van een luchtlek zijn, dient dit verder onderzocht te worden, bijvoorbeeld door alle connecties van het systeem te controleren op loszittende delen.
---
# Observaties en aandachtspunten bij thoraxdrainage
Dit onderdeel behandelt de essentiële observaties die verricht moeten worden bij een patiënt met een thoraxdrain en het bijbehorende systeem, evenals cruciale aandachtspunten en mogelijke complicaties.
### 6.1 Algemene observaties bij het binnengaan van de kamer
Wanneer u de kamer van een patiënt met een thoraxdrain binnengaat, is het van cruciaal belang om direct een aantal parameters te beoordelen om de klinische toestand van de patiënt te evalueren.
#### 6.1.1 Fysiologische parameters
* **Ademhaling:** Beoordeel de frequentie, diepte en regelmaat van de ademhaling. Let op tekenen van dyspneu of ademhalingsstress.
* **Saturatie:** Controleer de zuurstofsaturatie met een pulseoximeter.
* **Temperatuur:** Meet de lichaamstemperatuur om koorts of hypothermie te detecteren.
* **Pols:** Registreer de hartslagfrequentie en beoordeel het ritme en de kracht.
* **Bloeddruk:** Monitor de bloeddruk om hypotensie of hypertensie op te sporen.
#### 6.1.2 Parameters gerelateerd aan de thoraxdrain
Na het beoordelen van de vitale functies, verschuift de aandacht naar de thoraxdrain en het systeem:
* **Drainagesysteem:** Beoordeel de hoeveelheid opgevangen vocht of lucht.
* Noteer de hoeveelheid vocht of lucht die is afgevoerd sinds de laatste meting. Gebruik hiervoor streepjes op de opvangzak en tel de hoeveelheid per 24 uur.
* **Suctie:** Controleer of de suctie correct is ingesteld en functioneert.
* **Drain zelf:** Inspecteer de drain op knikken, obstructies of lekkages.
* **Insteekplaats:** Controleer de insteekplaats op roodheid, zwelling, pus of andere tekenen van infectie.
* **Verband:** Beoordeel de integriteit en droogheid van het verband rond de insteekplaats.
#### 6.1.3 Patiëntgerelateerde observaties
* **Pijn:** Vraag de patiënt naar de pijnervaring en beoordeel de ernst van de pijn.
* **Uitscheiding:** Nagaan of de patiënt voldoende plast en drinkt. Dit is belangrijk in verband met mogelijke verstoringen van de vochtbalans, zoals het SIADH (syndroom van inadequate antidiuretische hormoonsecretie).
### 6.2 Observaties van het thoraxdrainsysteem
Gedetailleerde observaties van het drainagesysteem zijn essentieel voor een goede monitoring en het vroegtijdig opsporen van problemen.
#### 6.2.1 Vochtopvangkamer
* **Hoeveelheid:** Controleer de hoeveelheid opgevangen vocht/lucht en markeer deze op de gegradeerde schaal van de opvangkamer.
* **Kleur en consistentie:** Observeer de kleur en consistentie van het opgevangen vocht.
* **Beluchtingsventiel:** Bij actieve suctie kan het beluchtingsventiel (zwart knopje) ingedrukt worden om de zuigkracht tijdelijk te verlagen.
#### 6.2.2 Onderwaterslot
* **Borrelen:** Let op borrelen in het onderwaterslot.
* **Normaal bij pneumothorax:** Borrelen kan normaal zijn bij een actieve pneumothorax, wat aangeeft dat lucht uit de pleuraholte wordt afgevoerd.
* **Luchtlek:** Aanhoudend of excessief borrelen kan wijzen op een luchtlek. Controleer in dat geval alle connecties, het systeem en de insteekplaats zorgvuldig.
* **Waterniveau:** Zorg ervoor dat het onderwaterslot correct gevuld is met steriel water (meestal 90 ml) om de luchtdichte afsluiting te garanderen.
#### 6.2.3 Manometer
* **Zuigkracht:** De manometer geeft de ingestelde zuigkracht aan bij actieve suctie. Het muurvacuüm wordt doorgaans ingesteld op -150 mmHg, waarna de zuigkracht op de manometer wordt afgelezen en eventueel ingesteld. Bij kinderen kan dit op -10 of -15 mmHg worden ingesteld op advies van de arts.
* **Waterkleur:** Het water in de manometer kleurt doorgaans direct blauw door de toegevoegde steriele vloeistof.
#### 6.2.4 Leidingen en connecties
* **Afloop:** Zorg ervoor dat de leidingen goed af lopen en er geen knikken in zitten die de drainage belemmeren.
* **Connecties:** Controleer alle connecties op stevigheid en lekkages.
### 6.3 Aandachtspunten bij verzorging en complicaties
Het correct verzorgen van de insteekplaats en het herkennen van complicaties is cruciaal.
#### 6.3.1 Verzorging van de insteekplaats
* **Indicaties voor verzorging:**
* Loskomen van het verband.
* Bebloeding van het verband.
* Aanwijzingen voor een luchtlek.
* Hygiënische indicaties, bijvoorbeeld na 7 dagen.
* **Procedure:**
* Reinigen met fysiologisch water ($0.9\%$ NaCl).
* Ontsmetten met chloorhexidine $2\%$ in ethanol $70\%$.
* Aanbrengen van een nieuw, steriel verband. Bij chirurgische drains kunnen nietjes of steristrips nodig zijn.
* Bij een luchtlek kan vaseline gebruikt worden om de insteekplaats te dichten.
#### 6.3.2 Luchtlekken
* **Identificatie:** Luchtlekken kunnen herkend worden aan borrelen in het onderwaterslot, zichtbare luchtbellen in de drain, of door de patiënt gevraagd te worden te proesten met de drain afgeklemd.
* **Oorzaken:** Luchtlekken kunnen ontstaan door onvoldoende sluiting van de insteekplaats, een lek in het systeem of de drain zelf.
* **Management:** Controleer connecties, het systeem en de insteekplaats. Indien de oorzaak niet duidelijk is of niet verholpen kan worden, dient de arts geconsulteerd te worden.
#### 6.3.3 Toediening van Urokinase/Actosolv
* **Doel:** Urokinase of Actosolv kan rechtstreeks in de pleuraholte worden geïnjecteerd om stolsels op te lossen die de drainage belemmeren.
* **Procedure:**
* De spuit wordt klaargemaakt door de verpleegkundige.
* De toediening gebeurt door de arts.
* Na toediening wordt de drain gedurende 4 uur afgeklemd met kochers en de driewegkraan gesloten gehouden om het medicijn te laten inwerken.
* Pijnstilling dient minimaal 1 uur vóór het openzetten van de drain na deze periode te worden toegediend.
* Een driewegkraan wordt gebruikt om het medicijn toe te dienen.
#### 6.3.4 Actieve vs. Passieve Suctie
* **Passieve Suctie:** Er wordt geen externe zuigkracht uitgeoefend. De thoraxdrain staat enkel op het waterslot en laat lucht/vocht spontaan afvloeien. Dit wordt vaak toegepast na chirurgie (bv. lobectomie) of bij een simpele pneumothorax.
* **Actieve Suctie:** Externe zuigkracht wordt toegepast via een vacuümpomp die verbonden is met de drain. De zuigkracht wordt ingesteld via de zuigregelknop en de manometer. Dit wordt vaak gebruikt bij complexe pneumothorax, pleurapneumonie of empyeem.
> **Tip:** Houd altijd de documentatie van de arts in de gaten met betrekking tot de specifieke instructies voor suctie, aangezien dit kan variëren per patiënt en indicatie.
> **Example:** Bij een patiënt met een grote hemopneumothorax na een trauma, zal de arts waarschijnlijk kiezen voor actieve suctie om de long zo snel mogelijk te laten ontplooien en bloedophoping te voorkomen. Bij een patiënt na een geplande longchirurgie kan passieve drainage volstaan om luchtlekken te monitoren.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Thoraxdrainage | Een medische procedure waarbij een drain (buisje) in de borstkas (thorax) wordt ingebracht om lucht en/of vocht uit de pleuraholte af te voeren, met als doel de negatieve druk te herstellen en de long weer te laten ontplooien. |
| Pleuraholte | De ruimte tussen de longen en de borstwand, normaal gesproken gevuld met een kleine hoeveelheid vocht en onder negatieve druk om de longen expansie te vergemakkelijken. |
| Pneumothorax | Een aandoening waarbij lucht zich ophoopt in de pleuraholte, waardoor de long (gedeeltelijk) inklapt. |
| Spanningspneumothorax | Een levensbedreigende vorm van pneumothorax waarbij lucht onder druk de pleuraholte binnenkomt maar er niet meer uit kan, wat leidt tot verschuiving van structuren in de borstkas. |
| Haemothorax | De aanwezigheid van bloed in de pleuraholte, meestal als gevolg van trauma of een chirurgische ingreep. |
| Hydrothorax | De accumulatie van sereus vocht (transudaat of exudaat) in de pleuraholte, vaak gerelateerd aan hartfalen, nierziekten of infecties. |
| Chylothorax | De opeenhoping van lymfevocht (chylus) in de pleuraholte, meestal veroorzaakt door beschadiging van de thoracale ductus. |
| Pyothorax (Empyeem) | Een ophoping van pus in de pleuraholte, vaak een complicatie van longontsteking of een abces. |
| Onderwaterslot | Een component van een thoraxdrainagesysteem dat voorkomt dat lucht vanuit de omgeving de pleuraholte binnenkomt, door de drainuitgang onder water te houden. |
| Manometer | Een meetinstrument dat de zuigkracht (negatieve druk) aangeeft die op de thoraxdrain wordt uitgeoefend, essentieel voor actieve zuiging. |
| Passieve suctie | Een methode waarbij de thoraxdrain enkel op het onderwaterslot is aangesloten, zonder externe zuigkracht, waardoor vocht en lucht spontaan kunnen worden afgevoerd. |
| Actieve suctie | Een methode waarbij een vacuümpomp wordt aangesloten op het thoraxdrainagesysteem om continu zuigkracht uit te oefenen en zo efficiënter lucht en vocht te verwijderen. |
| Insteekplaats | De locatie op de borstwand waar de thoraxdrain is ingebracht. |
| Urokinase / Actosolv | Anticoagulantia die rechtstreeks in de pleuraholte worden geïnjecteerd om bloedstolsels op te lossen die de drainage kunnen belemmeren. |
| NaCl 0,9% | Fysiologisch zout, gebruikt voor het reinigen van wonden, inclusief de insteekplaats van een thoraxdrain. |
| Chloorhexidine 2% in ethanol 70% | Een desinfectiemiddel dat wordt gebruikt voor het ontsmetten van de insteekplaats van de thoraxdrain. |