Cover
Empieza ahora gratis Seksualiteit in het postpartum AJ 25-26 (Digitap).pptx
Summary
# Seksualiteit en het postpartum herstel
Dit onderwerp behandelt de complexe interactie tussen seksualiteit en het fysieke en psychologische herstel na de bevalling, inclusief de uitdagingen die koppels ervaren en de rol van communicatie.
## 1. Inleiding tot seksualiteit en postpartum herstel
De bevalling is een ingrijpende gebeurtenis die een ingrijpend effect heeft op de fysieke, hormonale, emotionele, relationele en seksuele balans van een koppel. Hoewel het advies om zes weken geen seks te hebben om infectie te voorkomen en genezing te bevorderen, goed bedoeld is, kan het onbedoeld leiden tot het vermijden van alle vormen van intimiteit, inclusief seksuele activiteiten zonder vaginale penetratie. Een brede visie op seksuele gezondheid, die voorbijgaat aan enkel vaginale penetratie, is essentieel. Dit helpt vroedvrouwen om een breder advies te geven en beter in te spelen op de specifieke situatie en noden van koppels. Het belang van duidelijke communicatie over de definitie van "seks" en "intimiteit" is cruciaal om misverstanden te voorkomen en veilige alternatieven aan te bieden. Een bio-psycho-sociale benadering van seksuele gezondheid na de bevalling, waarbij rekening wordt gehouden met lichamelijk herstel, psychologische aanpassing en relationele aspecten, is van groot belang.
## 2. De seksuele responscurve
De seksuele responscurve beschrijft de opeenvolgende fasen van seksuele activiteit:
* **Verlangen (libido):** Seksuele interesse, motivatie en zin in seks, gestimuleerd door interne en externe prikkels.
* **Opwinding:** Fysieke veranderingen in het hele lichaam, waaronder verhoogde spierspanning, hartslag, bloeddruk en vasocongestie in het bekkengebied. Bij vrouwen leidt dit tot vaginale bevochtiging, zwelling van de clitoris en veranderingen in de borsten. Bij mannen resulteert dit in een erectie en vergrote teelballen.
* **Plateaufase:** De piek van opwinding, met maximale spierspanning, verhoogde hartslag en bloeddruk, versnelde ademhaling en een mogelijke "seksblos". Bij vrouwen worden de vagina en schaamlippen vochtiger en donkerder, de clitoris trekt zich terug en de borsten nemen in volume toe. Bij mannen is er een volledige erectie en een rode eikel.
* **Orgasme:** Kenmerkt zich door ritmische spiercontracties in het bekkengebied (5-15 contracties) en een algemene lichamelijke ontspanning na het bereiken van de maximale fysieke veranderingen. Bij mannen vindt een emissie- en expulsiefase plaats.
* **Herstel:** Het lichaam keert terug naar een rusttoestand. Bij vrouwen kan de staat van opwinding aanhouden en een volgend orgasme mogelijk zijn. Mannen kennen een refractaire periode na de ejaculatie.
> **Tip:** De seksuele responscurve is een gemiddelde weergave en er zijn grote individuele verschillen. De curve benadrukt het lichamelijke aspect, terwijl het verlangen en de opwinding niet altijd zo lineair verlopen. Alternatieve modellen, zoals de alternatieve responscurve van Basson, houden rekening met andere factoren.
## 3. Fysieke aspecten bij de vrouw in de postpartum periode
Het fysieke herstel na de bevalling varieert sterk per vrouw en is afhankelijk van het verloop van de bevalling.
* **Vermoeidheid en hormonen:** Vermoeidheid kan het verlangen beïnvloeden. Lage oestrogeen- en progesteronspiegels, samen met hoge prolactinespiegels, kunnen leiden tot vaginale droogheid en minder seksuele verlangens. Dit kan de noodzaak van glijmiddel verhogen.
* **Borsten en tepels:** Gevoeligheid van de borsten en tepels, stuwing en tepelkloven kunnen ongemak veroorzaken. Melkejectie tijdens seks kan plaatsvinden door oxytocine-afgifte, wat zowel positief als negatief kan worden ervaren.
* **Vagina en bekkenbodem:** De vagina en bekkenbodem kunnen opgerekt zijn, wat kan leiden tot gevoeligheid, pijn bij penetratie en verminderde sensatie. Bekkenbodemproblemen zoals urineverlies (stressincontinentie), fecale incontinentie, prolaps en bekkenpijn kunnen voorkomen. Vroegtijdige informatie over de functie en training van de bekkenbodem is aangewezen.
* **Pijn en littekenweefsel:** Na een bevalling met rupturen of een episiotomie kan geslachtsgemeenschap pijnlijk zijn door littekenweefsel. Dit weefsel is vaak stug en minder elastisch, maar wordt geleidelijk soepeler. Pijn kan een vicieuze cirkel veroorzaken.
* **Hersteltermijn:** Er is geen vaste termijn voor het hervatten van seks. Het wordt vaak afgeraden tot er geen vaginaal verlies meer is (2-6 weken) en perineumletsels genezen zijn om infectiegevaar en pijn te minimaliseren. In de tussentijd zijn andere vormen van intimiteit mogelijk.
> **Tip:** Het gebruik van een condoom wordt aanbevolen als er toch gevreeën wordt in de eerste weken na de bevalling om infecties te voorkomen.
## 4. Psychologische aspecten bij de vrouw in de postpartum periode
Psychologische factoren spelen een grote rol in de postpartum seksualiteit.
* **Verlaagde seksuele interesse:** Gevoelens van onzekerheid over het lichaamsbeeld, de nieuwe rol als moeder, angst voor een nieuwe zwangerschap (anticonceptie), spanning, angst voor pijn en vermoeidheid kunnen leiden tot een verminderd libido.
* **Identiteitsverandering:** De overgang naar het moederschap kan leiden tot een verandering van zelfbeeld, ervaren aantrekkelijkheid en seksuele interesse. Sommige vrouwen zijn zo gefocust op hun baby dat andere vormen van fysiek contact (met de baby) volstaan.
* **Angst en druk:** Angst voor pijn, een nieuwe zwangerschap en de druk om seks te hebben kunnen leiden tot uitstelgedrag en negatieve ervaringen.
* **Communicatie:** Open communicatie met de partner en het verkrijgen van correcte informatie zijn essentieel om deze uitdagingen te overwinnen.
## 5. Seksualiteit en borstvoeding
Borstvoeding heeft invloed op de seksuele gezondheid van de vrouw, zowel fysiek als psychologisch.
* **Fysieke aspecten:**
* **Hormonen:** Prolactine stimuleert verzorgend gedrag, maar kan ook leiden tot vaginale atrofie (droogte) door onderdrukking van oestrogeen- en progesteronproductie. Dit kan intieme momenten bemoeilijken en vereist mogelijk glijmiddel.
* **Borsten:** Borsten kunnen gevoeliger zijn, stuwing ervaren en tepels pijnlijk aanvoelen (bv. door tepelkloven). Melkejectie tijdens seks kan optreden.
* **Vermoeidheid:** Borstvoeding vereist veel energie, wat de zin in seks kan verminderen.
* **Psychologische aspecten:**
* **Veranderde dynamiek:** De innige band met de baby door borstvoeding kan de focus wegnemen van intimiteit met de partner. Dit kan leiden tot jaloezie bij de partner.
* **Schaamte:** Schaamte over een veranderd lichaam of melkejectie tijdens seks kan een rol spelen.
* **Culturele en relationele aspecten:** Er kunnen conflicten ontstaan tussen de rol als moeder en seksueel persoon. De partner kan meer of minder aangetrokken zijn tot de vrouw, wat normale gevoelens zijn.
* **Anticonceptie:** Borstvoeding heeft een tijdelijk en onvoorspelbaar anticonceptief effect. De betrouwbaarheid is afhankelijk van exclusieve borstvoeding, leeftijd van de baby en het ontbreken van menstruatie. Bij twijfel of onvolledige borstvoeding is aanvullende anticonceptie nodig.
> **Tip:** Het is belangrijk om verwachtingen bij te stellen en te accepteren dat intimiteit tijdens de borstvoedingsperiode anders kan zijn. Communicatie, gebruik van glijmiddel en het vermijden van pijn zijn belangrijke adviezen.
## 6. Anticonceptie in de postpartum periode
De keuze voor anticonceptie na de bevalling is afhankelijk van de borstvoedingsstatus.
* **Flesvoeding:** Alle anticonceptiemethoden zijn geschikt, met uitzondering van het IUCD (spiraaltje) dat pas 4-6 weken na de bevalling geplaatst mag worden.
* **Borstvoeding:** Slechts een beperkt aantal methoden is geschikt:
* **Condoom:** Biedt bescherming tegen SOA's en is direct na de bevalling bruikbaar. Betrouwbaarheid is afhankelijk van correct gebruik.
* **POP (progestageen-only pil / minipil):** Een oestrogeenvrije pil die dagelijks zonder stop ingenomen moet worden. Bij vergeten, vooral na 3 uur, is de werking verminderd en is aanvullende bescherming nodig. Deze pil heeft geen invloed op de melkproductie of de baby.
* **IUCD (spiraaltje):** Zowel koperhoudend als progestageenbevattend (bv. Mirena). Het koper-IUCD verhoogt de werkzaamheid door een steriele inflammatoire reactie in de baarmoeder. Het progestageen-IUCD heeft een lokale werking op het endometrium en cervicaal slijm. Ze zijn zeer betrouwbaar en kunnen tot 5 of 7 jaar blijven zitten. Een IUCD mag pas 4-6 weken na de bevalling geplaatst worden. Risico's zoals perforatie, expulsie, verhoogd bloedverlies of pijn (vooral bij koper-IUCD's) komen zelden voor.
* **Combinatiepil:** De WHO adviseert de combinatiepil (met oestrogenen) niet te gebruiken in de eerste zes maanden van exclusieve borstvoeding, omdat oestrogenen de melkproductie negatief kunnen beïnvloeden en in geringe hoeveelheden in de moedermelk terecht kunnen komen. Na zes maanden wegen de voordelen van anticonceptie meestal zwaarder dan de theoretische risico's.
## 7. Seksualiteit van de mannelijke partner
Ook de mannelijke partner ervaart veranderingen in zijn seksualiteit na de bevalling.
* **Libido:** Er kan een daling van het libido optreden in de eerste periode na de bevalling, deels door toename van oxytocine en deels door psychologische factoren zoals jaloezie (alle aandacht naar de baby) of de vrouw als aseksueel te beschouwen. Meestal herstelt het libido zich na deze initiële fase.
* **Psychische aspecten:** Stress, onwennigheid, angst om de partner pijn te doen, en de druk om weer seks te hebben, kunnen een rol spelen. Veel mannelijke partners zijn ontevreden over de seksuele frequentie.
* **Communicatie en begrip:** Wederzijds begrip en communicatie zijn cruciaal om deze uitdagingen aan te gaan.
## 8. Onderzoek en rol van de vroedvrouw
Er is over het algemeen weinig onderzoek gedaan naar seksualiteit in de postpartum periode, zeker bij mannen. Een derde van de psychoseksuele dysfuncties ontwikkelt zich na de geboorte van het eerste kind.
* **Taak van de vroedvrouw:** Het is de taak van de vroedvrouw om seksuele gezondheid proactief ter sprake te brengen. Dit omvat het informeren, scheppen van realistische verwachtingen, bespreken van de partnerrelatie, anticonceptie, fysiek herstel, en de invloed van borstvoeding op seksualiteit. Dit alles moet gebeuren in een sfeer van respect, acceptatie en humor.
* **Moeilijkheden:** Kennisgebrek bij vroedvrouwen, handelingsverlegenheid, gebrek aan privacy en de eigen persoonlijkheid en achtergrond kunnen obstakels vormen.
* **Aanbevelingen:** Seksuele gezondheid dient een vast agendapunt te zijn in gesprekken met koppels, zowel tijdens het ontslaggesprek als in de opvolging. Er moet duidelijkheid zijn over wie welke informatie verstrekt. Vroedvrouwen moeten hun rol hierin erkennen, hun kennis en attitude verbeteren en effectieve communicatiestrategieën toepassen.
> **Tip:** Een één-op-één gesprek in een rustige ruimte bevordert de opname van informatie. Jonge ouders durven vaak niet zelf over seks te beginnen, dus initiatief nemen is belangrijk.
### 8.1 De Onder Vier Ogen (O4O) methode
De O4O-methode is een wetenschappelijk onderbouwd, praktisch hulpmiddel voor hulpverleners om proactief over seksuele gezondheid te praten in een één-op-één gesprek. Het is gericht op detectie en preventie en vereist geen extra kennis of tijd, maar wel goede communicatievaardigheden.
1. **Breng pro-actief ter sprake (Depersonaliseren):** Leg uit waarom het onderwerp wordt aangesneden, bijvoorbeeld als onderdeel van de taak van de vroedvrouw of omdat het een veelvoorkomend aspect van herstel is. Vraag toestemming om het onderwerp te bespreken.
2. **Stimuleer de persoon zelf te vertellen (ICE-model):** Vraag naar ideeën (Ideas), zorgen (Concerns) en verwachtingen (Expectations). Exploreer de bio-psycho-sociale aspecten van de situatie en de beleving van de partner.
3. **Vat samen:** Vat het verhaal van de cliënt samen om te controleren of het correct is begrepen en om de cliënt zich gehoord te laten voelen.
4. **Doe een aanbod:** Formuleer een behandelvoorstel vanuit eigen expertise, bied informatie, verwijs door naar specialisten of stel een vervolgafspraak voor.
De O4O-methode helpt om het thema op tafel te leggen en geeft de cliënt de "permission" om over seksuele gezondheid te praten, ongeacht de beschikbare tijd of expertise van de hulpverlener.
---
# De seksuele responscurve en fysiologische aspecten
Dit onderwerp behandelt de fasen van de seksuele respons en de specifieke fysieke veranderingen en uitdagingen bij vrouwen in de postpartumperiode.
### 2.1 De seksuele responscurve
De seksuele responscurve beschrijft de typische fysiologische en psychologische reacties van het lichaam tijdens seksuele activiteit. Deze curve is een algemene weergave en kent sterke individuele verschillen en variaties.
#### 2.1.1 De fase van verlangen (libido)
Deze fase kenmerkt zich door seksuele interesse, motivatie en zin in seks. Het verlangen kan worden opgewekt door zowel externe prikkels als interne gedachten of gevoelens.
#### 2.1.2 De fase van opwinding
Tijdens de opwindingsfase ondergaat het lichaam diverse veranderingen:
* Verhoogde spierspanning.
* Verhoging van hartslagfrequentie.
* Stijging van de bloeddruk.
* Toename van vasocongestie (bloedstuwing) in het bekkengebied en andere erogene zones.
**Veranderingen specifiek bij de vrouw:**
* Vagina wordt wijder en vochtiger.
* Zwelling van de clitoris.
* Borsten nemen in volume toe, areola wordt groter en tepels worden stijf.
* Er treden golven van opwinding op.
**Veranderingen specifiek bij de man:**
* Ontwikkeling van een erectie.
* Teelballen worden groter.
#### 2.1.3 De plateaufase
In deze fase is de opwinding maximaal.
* Willekeurige en onwillekeurige spierspanning neemt verder toe.
* Hartslag en bloeddruk stijgen verder.
* Ademhaling versnelt.
* Er kan een "seksblos" optreden op het bovenlichaam.
**Veranderingen specifiek bij de vrouw:**
* Vagina wordt nog vochtiger.
* Buitenste schaamlippen zwellen op.
* Binnenste schaamlippen kleuren donkerder.
* De clitoris trekt zich terug onder de voorhuid.
* De baarmoeder richt zich op (tenting).
* Borstvolume neemt maximaal toe (twintig tot vijfentwintig procent) en de grootte van de areola en tepels vergroten.
**Veranderingen specifiek bij de man:**
* Volledige erectie.
* Eikel kleurt donkerrood.
* Teelballen worden opgetrokken.
* Er treedt voorvocht uit.
#### 2.1.4 De orgasmefase
De beleving van het orgasme kan variëren. Kenmerkend zijn ritmische contracties van de spieren in het bekkengebied, die gemiddeld tussen vijf en dertig seconden duren. Bij de man is er sprake van een emissie- en expulsiefase. Na deze fase keren de lichamelijke veranderingen terug naar ontspanning.
#### 2.1.5 De herstelfase
Het lichaam keert terug naar de rusttoestand. De duur van deze fase is afhankelijk van de intensiteit en duur van de voorgaande fasen, en de leeftijd van het individu.
* Bij de vrouw kan de staat van opwinding hoog blijven, waardoor een volgend orgasme mogelijk is.
* Bij de man treedt een refractaire periode op na de ejaculatie, waarvan de duur per individu varieert.
> **Tip:** De seksuele responscurve is een generalisatie en de realiteit kent veel individuele verschillen. Alternatieve modellen, zoals de alternatieve responscurve van Basson (2002), benadrukken dat verlangen en opwinding niet altijd zo lineair verlopen.
### 2.2 Fysieke aspecten vrouw in de postpartumperiode
Het herstel na de bevalling is voor elke vrouw uniek en afhankelijk van de wijze waarop de bevalling is verlopen.
#### 2.2.1 Invloed van vermoeidheid en hormonen
* **Vermoeidheid:** Kan leiden tot een verminderd verlangen.
* **Hormoonspiegel:** Een lage spiegel van progesteron en oestrogenen, gecombineerd met een hoge spiegel van prolactine, kan leiden tot een verminderd seksueel verlangen en vaginale droogheid. Oxytocinepieken kunnen eveneens het seksuele verlangen beïnvloeden. Dit kan behoefte aan glijmiddel creëren.
* **Borsten en tepels:** Gevoeligheid van borsten en tepels kan toenemen.
* **Vasocongestie:** Verminderde vasocongestie kan leiden tot minder intense sensaties, waardoor meer of langere stimulatie en langer voorspel nodig kan zijn.
#### 2.2.2 Vagina en bekkenbodem
* **Vaginawand en bekkenbodem:** Deze zijn opgerekt door de bevalling, wat kan resulteren in verminderde gevoeligheid bij penetratie voor zowel de vrouw als de man. Er kan behoefte zijn aan meer stimulatie en langer voorspel.
* **Bekkenbodemproblematiek:** Dit kan zich uiten als:
* Ongewild urineverlies (stressincontinentie), waarbij een derde van de vrouwen drie maanden na de bevalling hier last van heeft.
* Fecale incontinentie.
* Verzakking (prolaps).
* Bekkenpijn.
* **Genezing van perineumletsels:**
* Een episiotomie of rupturen kunnen leiden tot pijn, littekenweefsel dat stug en minder elastisch is, en gevoeligheid gedurende weken tot maanden.
* Over het algemeen versoepelt het weefsel geleidelijk en verdwijnen de klachten spontaan.
* Letsels aan het perineum, zoals episiotomielittekens, scheurtjes in de vagina en spataders in de schaamlippen, vereisen voldoende hersteltijd.
> **Advies:** Het vroegtijdig informeren over de functie van de bekkenbodem tijdens de zwangerschap, inclusief oefeningen voor bewustwording, aanspanning en relaxatie, kan klachten verminderen. Bij aanhoudende klachten dient te worden doorverwezen naar een gespecialiseerde kinesist.
#### 2.2.3 Algemeen risico op pijn en infectie
* Geslachtsgemeenschap kan de eerste maanden na een bevalling met ruptuur of episiotomie pijnlijk zijn.
* Littekenweefsel na een episiotomie kan weken tot maanden stug, minder elastisch en gevoelig zijn.
* Bij het vroegtijdig hervatten van seksuele gemeenschap na de bevalling, vooral vóór volledig herstel van perineumletsels, is er een verhoogd infectiegevaar. Het gebruik van een condoom wordt dan geadviseerd.
* Er is sprake van een vicieuze cirkel van pijn wanneer pijn leidt tot angst, wat weer leidt tot verminderde opwinding en mogelijke toename van de pijn.
> **Belangrijk:** Seksualiteit omvat meer dan penetratie alleen. Streling, massage, masturbatie en orale seks zijn ook vormen van intiem en seksueel contact die veilig kunnen worden beoefend tijdens de herstelperiode. Er is geen vaste termijn voor het hervatten van seks; dit is sterk individueel bepaald en dient te gebeuren wanneer het koppel zich er klaar voor voelt en fysiek in staat is.
### 2.3 Het cognitief gedragsmatig verklaringsmodel voor pijn
Dit model beschrijft hoe gedachten, overtuigingen en gedragingen de beleving van pijn kunnen beïnvloeden. Angst voor pijn, verwachtingen over seksuele activiteit en copingmechanismen spelen een cruciale rol bij het al dan niet ervaren van pijn tijdens intimiteit na de bevalling.
### 2.4 Psychologische aspecten vrouw in de postpartumperiode
De psychologische impact van het moederschap kan de seksualiteitsbeleving van de vrouw aanzienlijk beïnvloeden.
* **Verlaagde seksuele interesse en verlangens:** Dit kan worden veroorzaakt door gevoelens van onzekerheid over aantrekkelijkheid, een veranderd lichaamsbeeld, het wennen aan de nieuwe rol als moeder in plaats van minnares, angst voor een nieuwe zwangerschap (anticonceptie), spanning, angst voor pijn en onwennigheid.
* **Vermoeidheid en verstoorde nachtrust:** Dragen bij aan een verminderd libido.
* **Uitstelgedrag:** Uit angst voor negatieve ervaringen kan het koppel seksuele intimiteit uitstellen.
* **Druk ervaren:** Sommige vrouwen ervaren druk om seks te hebben, wat averechts kan werken.
> **Tip:** Open communicatie met de partner is essentieel om deze psychologische uitdagingen te navigeren. Het stellen van realistische verwachtingen en het verkrijgen van correcte informatie over seksuele gezondheid na de bevalling is cruciaal.
#### 2.4.1 Overgang naar ouderschap (Transitioning to parenthood)
Deze psychosociale overgang van een twee-persoonsrelatie naar het ouderschap brengt veranderingen met zich mee:
* **Tijdens de zwangerschap:** Koppels tonen vaak begrip voor het fysieke ongemak van de vrouw en hebben minder seksuele eisen.
* **Na de bevalling:** De man kan vader- en partnerschap makkelijker scheiden en wil mogelijk terug naar de seksuele frequentie van vóór de zwangerschap. De vrouw daarentegen kan moeite hebben om moeder- en partnerschap te scheiden, en haar eigen identiteit kan lange tijd zoek zijn. Dit beïnvloedt haar zelfbeeld, ervaren aantrekkelijkheid en seksuele interesse.
#### 2.4.2 Borstvoeding en seksualiteit
Borstvoeding kan diverse effecten hebben op het seksueel functioneren:
* **Fysieke aspecten:**
* **Hormonen:** Prolactine stimuleert verzorgend gedrag en onderdrukt de oestrogeen- en progesteronproductie, wat kan leiden tot vaginale atrofie, droogte en pijn tijdens coïtus. Een laag testosterongehalte draagt bij aan een laag libido. Het verlangen naar seks kan sterk gedaald zijn in het eerste jaar na de bevalling. Na het stoppen van de borstvoeding keren de hormonen geleidelijk terug naar balans.
* **Borsten:** Borsten kunnen gevoeliger worden, stuwing ervaren, een veranderd uiterlijk hebben, en tepels kunnen pijnlijk aanvoelen.
* **Melkejectie:** Oxytocine tijdens seksuele opwinding kan leiden tot melkejectie, wat als positief of schaamtevol kan worden ervaren.
* **Psychologische aspecten:**
* **Conflicten:** Zogende moeders kunnen een conflict ervaren tussen hun rol als seksueel persoon en hun rol als moeder. Schaamte over het veranderde lichaam of melkejectie kan optreden.
* **Partnerreacties:** Jaloezie van de partner door de sterke moeder-kindbinding kan relationele problemen veroorzaken.
> **Advies:** Het is belangrijk om koppel en vrouw te informeren over de mogelijke effecten van borstvoeding op seksualiteit. Communicatie met de partner is essentieel. Het bijstellen van verwachtingen, het gebruik van glijmiddel en het vermijden van pijn zijn belangrijke aandachtspunten.
### 2.5 Anticonceptie in het postpartum
Borstvoeding kan een vorm van natuurlijke anticonceptie zijn, maar het contraceptieve effect is tijdelijk en onvoorspelbaar. De betrouwbaarheid hangt af van exclusieve borstvoeding, de leeftijd van de baby (minder dan zes maanden), en de afwezigheid van menstruatie (amenorroe).
#### 2.5.1 Wanneer starten met anticonceptie?
* **Exclusieve borstvoeding met amenorroe:** De kans op zwangerschap is zeer klein. De meeste vrouwen hebben echter een waarschuwingsbloeding vóór de eerste menstruatie. Vrouwen die volledig borstvoeding geven, kunnen vanaf zes weken na de partus met anticonceptie starten.
* **Gedeeltelijke of geen borstvoeding:** Anticonceptie dient uiterlijk drieentwintig dagen na de partus gestart te worden.
#### 2.5.2 Geschikte anticonceptiemethoden
* **Flesvoeding:** Alle anticonceptiemethoden zijn geschikt, met uitzondering van de IUCD, waarvoor minimaal vier tot zes weken na de bevalling gewacht moet worden.
* **Borstvoeding:** Beperkt aantal methoden is geschikt:
* **Condoom:** Biedt bescherming tegen SOA's en is hygiënisch bij vroeg starten met seks. Latex condooms kunnen allergische reacties veroorzaken en de sensitiviteit verminderen. Correct gebruik is cruciaal voor betrouwbaarheid.
* **POP (progestageen-only pil / minipil):** Laag gedoseerde orale progestagenen die het cervicaal slijm en endometrium beïnvloeden, en bij de meerderheid ovulatieremmend werken. Dagelijkse inname zonder stop is vereist; vergeten kan de werking direct verminderen. Onregelmatige bloedingen zijn een veelvoorkomende nevenwerking. Deze pil is zeer geschikt voor borstvoedende vrouwen omdat deze geen invloed heeft op melksamenstelling, melkvolume of de groei van de baby.
* **IUCD (spiraaltje):**
* **Koperbevattende IUCD's:** Verhogen de werkzaamheid door koper.
* **Progestageenbevattende IUCD's (bv. Mirena®):** Vormen een vreemd lichaam in de baarmoeder, wat leidt tot een steriele inflammatoire reactie die toxisch is voor spermatozoën en blastocysten. Het progestageen heeft een bijkomende lokale werking op het endometrium en cervicaal slijm. OVULATIE wordt niet beïnvloed.
* **Betrouwbaarheid:** Zeer betrouwbaar, met de meeste kans op zwangerschap in het eerste gebruiksjaar. Moet na vijf tot zeven jaar vervangen worden.
* **Neveneffecten:** Kan leiden tot verhoogd en langduriger menstrueel bloedverlies (koper IUCD), meer pijn en krampen (koper IUCD). Moderne IUCD's geven geen verhoogde kans op ectopische zwangerschap. Een klein risico op perforatie van de uteruswand en expulsie bestaat.
* **Timing:** Wachten tot minimaal vier tot zes weken na de bevalling is geadviseerd.
* **Andere methoden:** De prikpil en het anticonceptiestaafje kunnen theoretisch worden gebruikt, maar worden wegens hun hogere progesterondosering zelden aanbevolen tijdens borstvoeding.
> **Belangrijk:** Combinatiepillen (met oestrogenen) worden in de eerste zes maanden van exclusieve borstvoeding door de WHO afgeraden vanwege mogelijke negatieve invloed op melkproductie, samenstelling en de ontwikkeling van de baby. Na zes maanden wegen de voordelen van anticonceptie doorgaans zwaarder dan de theoretische risico's.
### 2.6 Seksualiteit van de mannelijke partner
Ook de mannelijke partner ervaart veranderingen in zijn seksuele beleving na de bevalling.
#### 2.6.1 Libido en psychologische aspecten
* **Daling libido:** In de eerste periode na de bevalling kan het libido van de man dalen, deels door toename van oxytocine en deels door psychologische oorzaken.
* **Psychologische oorzaken:** Jaloezie (alle aandacht gaat naar de baby), de vrouw als aseksueel beschouwen (het past niet bij een kersverse moeder om seksuele gevoelens te hebben), en onwennigheid.
* **Terugkeer naar normaal:** De meeste mannen ervaren na deze initiële periode weer een vergelijkbare zin in seks als voor de zwangerschap. Het libido vóór de zwangerschap is een goede indicator voor het libido na de zwangerschap.
* **Communicatie:** Wederzijds begrip en communicatie zijn essentieel.
#### 2.6.2 Psychische aspecten bij de man
De man kan te maken krijgen met stress, bezorgdheid, onwennigheid, angst om de vrouw pijn te doen, en druk om te presteren. Dit kan leiden tot uitstelgedrag. De overgrote meerderheid van de mannelijke partners is ontevreden over de seksuele frequentie in de postpartumperiode.
### 2.7 Onderzoek en rol van de vroedvrouw
Onderzoek naar seksualiteit in de postpartumperiode, met name bij mannen, is beperkt. De meerderheid van de koppels ondervindt seksuele problemen, waarbij een derde van de psychoseksuele dysfuncties zich na de geboorte van het eerste kind ontwikkelt.
#### 2.7.1 Rol van de vroedvrouw
Het is de taak van de vroedvrouw om seksuele gezondheid ter sprake te brengen na de bevalling. Dit omvat:
* **Informerende rol:** Scheppen van realistische verwachtingen over fysiek herstel, partnerrelatie, anticonceptie en de invloed van borstvoeding op seksualiteit.
* **Bevorderen van plezier en genot:** Evenals intimiteit.
* **Ondersteunen van het leerproces:** Door communicatie, respect, acceptatie en humor.
#### 2.7.2 Moeilijkheden voor vroedvrouwen
* Soms wordt seksualiteit niet als een kerntaak gezien.
* Er is een tekort aan kennis en handelingsverlegenheid bij vroedvrouwen.
* Persoonlijkheid en achtergrond van de vroedvrouw spelen een rol.
* Gebrek aan privacy op de afdeling is een obstakel voor zowel vroedvrouwen als koppels om seksualiteit te bespreken.
#### 2.7.3 Aanbevelingen voor vroedvrouwen
* Seksuele gezondheid dient structureel bespreekbaar gemaakt te worden, zowel op de kraamafdeling als in de eerste lijn.
* Duidelijkheid over wie welke informatie verstrekt.
* Erkenning van de taak: zelfkennis, attitude en communicatievaardigheden zijn cruciaal.
* Er moet aandacht zijn voor omgevingsfactoren; informatie wordt het beste opgenomen in een één-op-één gesprek in een rustige ruimte.
> **Tip:** Jonge ouders schamen zich vaak om over seks te praten met hulpverleners, maar hebben wel degelijk klachten of vragen. Het initiëren van het gesprek is daarom van groot belang.
#### 2.7.4 De Onder Vier Ogen (O4O) methode
Dit is een wetenschappelijk gefundeerd, eenvoudig te gebruiken methode voor het één-op-één gesprek over seksuele gezondheid, gebaseerd op communicatievaardigheden. Het doel is detectie en preventie, niet counseling of therapie.
**De 4 stappen van de O4O methode:**
1. **Breng pro-actief ter sprake:**
* Depersonaliseer het onderwerp door uit te leggen waarom het ter sprake komt (bv. "Als vroedvrouw is het onze taak...", "Een bevalling heeft effect op lichaam, gevoel en relatie...").
* Vraag toestemming: "Is het goed voor u dat we hier even over praten?".
* Aanpakken bij aanknopingspunten: Verwijzen naar kennis ("Uit onderzoek blijkt...") of ervaringen van anderen ("Ik hoor van anderen dat...").
2. **Stimuleer de persoon zelf te vertellen:**
* Bevraag de persoon met de ICE-methode:
* **I**deas: "Hoe denk je hier zelf over?"
* **C**oncerns: "Waar maak jij je vooral zorgen over?"
* **E**xpectations: "Wat verwacht je dat er zal gebeuren?"
* Onderzoek het bio-psycho-sociale model: Welke impact heeft het op lichaam, psyche en relatie? Wat loopt er goed? Wat zijn de zorgen? Wat verwacht je?
* Exploreer de beleving rond de situatie en heb aandacht voor positieve aspecten.
3. **Vat samen:**
* Combineer de input van de cliënt en jouw inzichten.
* Gebruik een gesloten vraag om te controleren: "Klopt dit?".
* Dit geeft de patiënt het gevoel gehoord te zijn en biedt focus.
4. **Doe een aanbod:**
* Formuleer een behandelvoorstel vanuit je expertise.
* Het gesprek zelf is al helpend.
* Overweeg een vervolgafspraak, geef informatie, of verwijs door. Interdisciplinaire samenwerking kan nodig zijn.
* Informeer de patiënt over de te verstrekken informatie (need-to-know, nice-to-know).
---
# Anticonceptie en borstvoeding in het postpartum
Hier is de samenvatting voor het examenonderwerp "Anticonceptie en borstvoeding in het postpartum", gebaseerd op de verstrekte documentatie van pagina's 35-52.
## 3. Anticonceptie en borstvoeding in het postpartum
Dit deel van het document bespreekt de geschikte anticonceptiemethoden tijdens de borstvoedingsperiode, hun betrouwbaarheid en contra-indicaties, en de invloed van borstvoeding op de vruchtbaarheid en seksualiteit.
### 3.1 De invloed van borstvoeding op vruchtbaarheid en seksualiteit
Borstvoeding kan een tijdelijk en onvoorspelbaar contraceptief effect hebben, maar is geen betrouwbare methode op lange termijn. De effectiviteit ervan hangt af van exclusieve voeding, de leeftijd van de baby, en het al dan niet optreden van amenorroe.
#### 3.1.1 Het contraceptieve effect van borstvoeding
De verminderde vruchtbaarheid door borstvoeding is het grootst onder de volgende omstandigheden:
* De baby krijgt uitsluitend moedermelk, zonder bijvoeding of fopspeen.
* De tijdsintervallen tussen voedingen zijn maximaal vier uur overdag en zes uur 's nachts.
* Er treedt amenorroe op.
Bij onvolledige borstvoeding of andere omstandigheden dient kort na de bevalling gestart te worden met anticonceptie.
#### 3.1.2 Terugkeer van de vruchtbaarheid tijdens borstvoeding
Hoewel borstvoeding de vruchtbaarheid tijdelijk kan onderdrukken, is het belangrijk te weten dat ovulatie kan optreden vóór de eerste menstruatie. Bij Westerse vrouwen die volledig borstvoeding geven, wordt aangeraden om vanaf zes weken na de partus met anticonceptie te starten. Bij gedeeltelijke of geen borstvoeding wordt dit advies gegeven vanaf 21 dagen na de partus.
#### 3.1.3 Seksualiteit tijdens de borstvoedingsperiode
Er zijn geen algemene bezwaren tegen seks tijdens de borstvoedingsperiode. Echter, verschillende factoren kunnen het seksueel functioneren beïnvloeden:
* **Hormonale veranderingen:**
* De aanmaak van prolactine stimuleert verzorgend gedrag en kan leiden tot atrofie van het vaginale slijmvlies, wat de coïtus pijnlijk of moeilijk kan maken.
* Lage oestrogeen- en progesteronproductie (onderdrukt door prolactine) en een laag testosterongehalte kunnen leiden tot een lager libido, minder gevoeligheid voor seksuele prikkels, en verminderd seksueel verlangen en opwinding. Dit kan vaak gedurende het eerste jaar na de bevalling aanhouden.
* Oxytocine kan vrijkomen tijdens het vrijen, wat kan leiden tot melkejectie.
* **Veranderingen aan de borsten:**
* Borsten kunnen gevoeliger zijn, bijvoorbeeld door stuwing.
* Het uiterlijk van de borsten kan veranderen.
* Tepels kunnen pijnlijk aanvoelen, bijvoorbeeld door tepelkloven.
* Melk kan lekken tijdens het vrijen.
* **Vermoeidheid:** Gebrek aan slaap en algemene vermoeidheid kunnen het seksueel verlangen en de energie voor intimiteit beïnvloeden.
* **Psychologische en relationele aspecten:**
* Conflicten kunnen ontstaan tussen het zelfbeeld als seksueel persoon en als moeder.
* Schaamte over het veranderde lichaam of melkejectie tijdens het vrijen kan voorkomen.
* De sterke moeder-kindbinding kan leiden tot jaloezie bij de partner.
* Er kan een verminderde focus op intimiteit met de partner zijn ten faveure van de baby.
* Partners kunnen een veranderde aantrekkingskracht ervaren.
**Tip:** Het is belangrijk om de verwachtingen bij te stellen; vrijen tijdens de borstvoedingsperiode kan 'anders' zijn. Andere vormen van seksualiteit dan coïtus kunnen worden verkend. Gebruik van glijmiddel wordt aangeraden en pijn dient te vermeden te worden.
### 3.2 Anticonceptiemethoden in het postpartum
De keuze voor anticonceptie na de bevalling hangt sterk af van de borstvoedingsstatus.
#### 3.2.1 Anticonceptie bij flesvoeding
Bij flesvoeding zijn in principe alle anticonceptiemethoden geschikt, zoals ook in de periode vóór de zwangerschap. Voor het gebruik van een intra-uterien device (IUCD, 'spiraaltje') dient echter minimaal vier tot zes weken na de bevalling te worden gewacht.
#### 3.2.2 Anticonceptie tijdens borstvoeding
Tijdens de borstvoedingsperiode is slechts een beperkt aantal anticonceptiemethoden geschikt:
* Condoom
* Oestrogeenvrije pil (POP-pil of minipil)
* IUCD ('spiraaltje')
De prikpil en het anticonceptiestaafje kunnen theoretisch worden gebruikt, maar worden zelden aanbevolen vanwege hun hogere dosering progestagenen.
##### 3.2.2.1 Het condoom
* **Werking:** Een fysieke barrière die sperma verhindert de baarmoeder te bereiken.
* **Betrouwbaarheid:** Theoretisch zeer betrouwbaar, maar in de praktijk minder door gebruiksfouten.
* Gebruiksfouten kunnen omvatten: te laat of te vroeg aanbrengen, geen ruimte laten aan de top, niet volledig afrollen, te laat terugtrekken, condoom niet vasthouden bij terugtrekken.
* Condoomdefecten of -lekken zijn zeldzaam.
* Oliën of bepaalde vaginale crèmes kunnen latex verzwakken.
* **Voordelen:**
* Bescherming tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's).
* Hygiëne bij vroegtijdig starten met seks na de bevalling.
* Kan gebruikt worden met glijmiddelen (mits latex-vriendelijk).
* **Nadelen:**
* Allergische reacties op latex.
* Minder sensitiviteit.
* Kan storend zijn tijdens het liefdesspel.
##### 3.2.2.2 De POP-pil (progestageen-only pil / minipil)
* **Werking:** Bevat laaggedoseerde orale progestagenen die het cervicaal slijm verdikken en het endometrium veranderen, wat de doorgang voor sperma bemoeilijkt. Bij de meerderheid van de gebruiksters heeft het ook een ovulatieremmend effect.
* **Inname:** Dagelijks zonder stopweek in te nemen. Meer dan 3 uur te laat innemen leidt onmiddellijk tot verlies van contraceptieve werking en vereist 7 dagen extra bescherming (bv. condoom).
* **Reversibiliteit:** De methode is direct en volledig omkeerbaar.
* **Nevenwerkingen en nadelen:**
* Noodzaak van een strikt innameschema.
* Onvoorspelbare en onregelmatige bloedingen (variërend van geen bloedverlies tot frequent en langdurig bloeden).
* Acne.
* **Geschiktheid:** Zeer geschikt voor vrouwen die borstvoeding geven, omdat het geen invloed heeft op de melksamenstelling, het melkvolume of de groei van de baby. Dit in tegenstelling tot de combinatiepil.
##### 3.2.2.3 Het IUCD (intra-uterien device / spiraaltje)
Er zijn twee hoofdtypen IUCD's:
* **Koperbevattende IUCD's:** Plastic devices met een koperdraad of kopercylindertjes. Koper verhoogt de werkzaamheid.
* **Progestageenbevattende IUCD's (bv. Mirena®):** T-vormige devices die dagelijks progesteron afgeven.
* **Contraceptief werkingsmechanisme:**
* Een vreemd lichaam in de baarmoeder veroorzaakt een steriele inflammatoire reactie die het baarmoederlijke milieu 'toxisch' maakt voor spermatozoa, waardoor bevruchting wordt voorkomen.
* Indien bevruchting toch plaatsvindt, maakt het baarmoederlijke milieu de innesteling van een blastocyst onmogelijk. Dit maakt het primair een contraceptief middel, niet een interceptief (aborterend) middel.
* Progestageen-IUCD's hebben een bijkomende lokale werking op het endometrium en cervicaal slijm. Ze beïnvloeden de follikelrijping en ovulatie doorgaans niet.
* **Contraceptieve werkzaamheid:** Zeer betrouwbaar. De grootste kans op zwangerschap is in het eerste gebruiksjaar.
* **Vervanging:** Koper-IUCD's worden meestal na 5 jaar, progestageen-IUCD's na 7 jaar vervangen.
* **Mogelijke nevenwerkingen en verwikkelingen:**
* Moderne IUCD's geven geen verhoogde kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
* Een klein risico op perforatie van de uteruswand (< 0.1%) bij insertie.
* Expulsie van het IUCD (ongeveer 5% van de inserties).
* Verhoogd en langduriger menstrueel bloedverlies (vooral bij koper-IUCD's), wat tot anemie kan leiden.
* Meer menstruele pijn en krampen (vooral bij koper-IUCD's).
* Pelvische infecties (een risico dat is verminderd door verbeterde materialen en steriele technieken).
* **Tijdslijn:** Er dient minimaal 4 tot 6 weken na de bevalling te worden gewacht met het plaatsen van een IUCD.
### 3.3 Seksualiteit van de mannelijke partner
#### 3.3.1 Libido van de man na de bevalling
Na de bevalling kan het libido van de man in de eerste periode dalen. Dit kan komen door:
* **Hormonale invloeden:** Toename van oxytocine.
* **Psychologische factoren:**
* Jaloezie, omdat alle aandacht naar de baby gaat.
* De vrouw wordt soms als aseksueel gezien, omdat de maatschappelijke verwachting is dat een kersverse moeder geen seksuele gevoelens zou moeten hebben of zich sexy zou moeten kleden.
* Bezorgdheid en onwennigheid.
* Angst om de vrouw pijn te doen.
* Uitstelgedrag uit angst voor negatieve ervaringen.
* Druk om te vrijen.
De meeste mannen ervaren na deze initiële periode weer hetzelfde libido als vóór de zwangerschap. Het voor de zwangerschap gemeten libido is een goede indicator voor het libido na de zwangerschap.
#### 3.3.2 Ontevredenheid bij mannelijke partners
De overgrote meerderheid van de mannelijke partners is ontevreden over de seksuele frequentie in de postpartumperiode. Wederzijds begrip en communicatie zijn cruciaal.
### 3.4 Rol van de vroedvrouw in seksuele gezondheid
Het bespreken van seksuele gezondheid na de bevalling is een kerntaak van de vroedvrouw, zowel op het vlak van informatieverstrekking als op het vlak van begeleiding.
#### 3.4.1 Uitdagingen voor vroedvrouwen
* Vroedvrouwen op de kraamafdeling zien dit vaak niet als hun directe taak.
* Er kan een tekort aan kennis of handelingsverlegenheid zijn bij vroedvrouwen.
* De persoonlijkheid en achtergrond van de vroedvrouw spelen een rol.
* Gebrek aan privacy op de afdeling kan een obstakel zijn voor zowel de vroedvrouw als het koppel.
#### 3.4.2 Aanbevelingen voor vroedvrouwen
* Seksuele gezondheid in ruime zin moet bespreekbaar worden gemaakt in het ontslaggesprek.
* Het moet een vast item worden waarover informatie wordt gegeven.
* Duidelijkheid is nodig over wie welke informatie verstrekt.
* Vroedvrouwen moeten dit als hun taak erkennen en investeren in hun kennis, attitude en communicatievaardigheden.
* Omgevingsfactoren, zoals privacy, zijn essentieel voor een effectief gesprek. Informatie wordt het beste opgenomen in een één-op-één gesprek in een rustige ruimte.
#### 3.4.3 Het initiëren van het gesprek: de O4O-methode (Onder Vier Ogen)
Jonge ouders durven vaak niet zelf over seksualiteit te beginnen, maar hebben wel vragen of klachten. De O4O-methode is een proactieve, evidence-based methode voor het voeren van één-op-één gesprekken over seksuele gezondheid.
* **Stap 1: Proactief ter sprake brengen:**
* Depersonaliseer door uit te leggen waarom het onderwerp wordt aangesneden (bv. "als vroedvrouw is het onze taak...", "een bevalling beïnvloedt ook de relatie...").
* Vraag toestemming om over het onderwerp te praten ("is het goed dat we hier even over praten?").
* **Stap 2: Stimuleer de persoon zelf te vertellen:**
* Bevraag de 'ICE': Ideas (hoe denk je erover?), Concerns (waar maak je je zorgen over?), Expectations (wat verwacht je?).
* Onderzoek het bio-psycho-sociale model: wat loopt er goed? Welke impact heeft het op lichaam, psyche en relatie?
* Exploreer de beleving rond de situatie en besteed aandacht aan positieve aspecten.
* **Stap 3: Vat samen:**
* Vat het verhaal van de ander samen om te tonen dat je hebt geluisterd.
* Sluit af met een gesloten vraag om akkoord te bevestigen ("klopt dit?"). Dit geeft de ander inzicht en focus.
* **Stap 4: Doe een aanbod:**
* Formuleer een aanbod vanuit je expertise (bv. informatie, vervolgafspraak, doorverwijzing).
* Het gesprek zelf is al helpend. Informeer de patiënt over het geboden aanbod en verwijs eventueel interdisciplinair door.
**Tip:** De O4O-methode is een concreet hulpmiddel dat geen extra kennis vereist om het thema op tafel te leggen. Het is gericht op detectie en preventie, niet op counseling of therapie.
---
# De rol van de vroedvrouw in seksuele gezondheid
De vroedvrouw speelt een cruciale rol in het ondersteunen van koppels bij het herintegreren van seksualiteit na de bevalling, door een brede visie op seksuele gezondheid te hanteren en communicatie te faciliteren met methoden zoals de O4O-methode.
### 4.1 Belang van een brede visie op seksuele gezondheid in het postpartum
De geboorte van een kind is een ingrijpende gebeurtenis die een nieuw evenwicht vereist op anatomisch, hormonaal, emotioneel, relationeel en seksueel vlak. Hoewel advies om seks gedurende 6 weken te vermijden gericht is op het voorkomen van infecties en het geven van genezingstijd, kan het onbedoeld leiden tot het vermijden van alle vormen van seksuele intimiteit, inclusief die zonder vaginale penetratie. Een brede visie op seksuele gezondheid, die verder gaat dan enkel coïtus, stelt vroedvrouwen in staat om beter in te spelen op de werkelijke noden van koppels en hen te helpen bij het vinden van alternatieve, bevredigende vormen van intimiteit. Dit omvat het bespreken van het seksuele repertoire, redenen voor seks, en het aanbieden van oplossingen zoals verbonden masturbatie.
#### 4.1.1 De bio-psycho-sociale benadering van seksuele gezondheid
Een effectieve benadering van seksuele gezondheid in het postpartum integrereert biologische, psychologische en sociale factoren.
* **Bio:** Dit omvat fysieke aspecten zoals vaginale lubricatie, orgasme, dyspareunie, en de impact van hormonen en lichamelijk herstel.
* **Psycho:** Dit betreft het lichaamsbeeld, seksueel verlangen, zorgen, angst, stress en de aanpassing aan een nieuwe identiteit als ouder.
* **Sociaal:** Dit omvat relationele aspecten, aanpassing aan het ouderschap, veranderende rollen en de rol naar de buitenwereld toe.
#### 4.1.2 De seksuele responscurve en nuanceringen
De seksuele responscurve beschrijft de fasen van verlangen, opwinding, plateau, orgasme en herstel. Het is echter belangrijk om te erkennen dat deze curve een gemiddelde weergave is met sterke individuele verschillen, en dat verlangen en opwinding niet altijd lineair verlopen. Alternatieve modellen, zoals die van Basson, erkennen de complexiteit van vrouwelijke seksuele respons.
### 4.2 Fysieke aspecten bij de vrouw na de bevalling
Het lichamelijk herstel na de bevalling varieert sterk per vrouw. Vermoeidheid, hormonale veranderingen (lage oestrogeen en progesteron, hoge prolactine) en pieken in oxytocine kunnen leiden tot verminderd seksueel verlangen en vaginale droogte. Gevoelige borsten en tepels, en verminderde vasocongestie in het bekkengebied kunnen de sensatie beïnvloeden en vereisen meer of langere stimulatie. De vaginale wand en bekkenbodem kunnen opgerekt zijn, wat gevoeligheid bij penetratie kan verminderen en noodzaakt tot meer voorspel. Ongewild urineverlies en bekkenbodempijn zijn veelvoorkomende klachten waarvoor vroegtijdige informatie en oefeningen, en eventueel doorverwijzing naar een kinesist, aangewezen zijn.
#### 4.2.1 Letsels aan perineum en vagina
Geslachtsgemeenschap kan pijnlijk zijn na een bevalling met ruptuur of episiotomie. Littekenweefsel is stug en minder elastisch, en hoewel het weefsel geleidelijk soepeler wordt, kunnen de klachten weken tot maanden aanhouden. Spataders in de labia en perineumrupturen kunnen eveneens pijn veroorzaken. Voldoende hersteltijd is cruciaal, en het bredere perspectief op seksualiteit, waarbij seks meer is dan penetratie, is hierbij belangrijk. Het vermijden van een vicieuze cirkel van pijn is essentieel.
### 4.3 Psychologische aspecten bij de vrouw na de bevalling
Na de bevalling ervaren veel vrouwen een verlaagde seksuele interesse door gevoelens van onzekerheid over hun aantrekkelijkheid, een veranderd lichaamsbeeld, de aanpassing aan de nieuwe rol als moeder, angst voor een nieuwe zwangerschap, spanning, onwennigheid en vermoeidheid. Uitstelgedrag uit angst voor negatieve ervaringen en het ervaren van druk kunnen de situatie compliceren. Communicatie met de partner en correcte informatieverstrekking door de vroedvrouw zijn hierbij van groot belang. De overgang naar ouderschap is een psychosociale transitie waarbij vrouwen hun identiteit en relatie herdefiniëren.
### 4.4 Invloed van borstvoeding op seksualiteit
Er zijn geen bezwaren tegen seks tijdens de borstvoedingsperiode, maar borstvoeding kan het seksueel functioneren wel beïnvloeden. Hormonale veranderingen, zoals de aanmaak van prolactine, kunnen leiden tot vaginale droogte en een lager libido. Een laag oestrogeen-, progesteron- en testosterongehalte kunnen het seksueel verlangen en de opwinding verminderen. Gevoeligheid van de borsten, tepelkloven en melkejectie tijdens het vrijen door oxytocine kunnen de beleving anders maken. Vermoeidheid en melkverlies tijdens het vrijen kunnen ook voorkomen. Het is belangrijk om verwachtingen bij te stellen, andere vormen van seksualiteit te overwegen, en eventueel glijmiddel te gebruiken. Communicatie met de partner, het bespreken van gevoelens van schaamte of afkeer, en het erkennen van de sterke moeder-kindbinding zijn cruciaal. Culturele en psychologische aspecten spelen ook een rol, en conflicten tussen de rol als seksueel persoon en moeder, schaamte over het veranderde lichaam, en jaloezie van de partner kunnen voorkomen.
### 4.5 Anticonceptie in het postpartum
Borstvoeding kan als een vorm van natuurlijke anticonceptie dienen, maar het contraceptief effect is afhankelijk van exclusieve borstvoeding, de leeftijd van de baby en de aanwezigheid van amenorroe. Borstvoeding biedt slechts tijdelijke en onvoorspelbare verminderde vruchtbaarheid. Bij gedeeltelijke of geen borstvoeding dient anticonceptie kort na de bevalling gestart te worden.
#### 4.5.1 Geschikte anticonceptiemethoden bij borstvoeding
Bij flesvoeding zijn alle anticonceptiemethoden geschikt, met uitzondering van het spiraaltje dat pas na 4-6 weken na de bevalling geplaatst kan worden. Bij borstvoeding zijn het condoom, de progestageen-only pil (POP-pil of minipil), en het progestageen-bevattende spiraaltje (Mirena) geschikt. De combinatiepil met oestrogenen wordt in de eerste zes maanden van borstvoeding afgeraden omdat oestrogenen de melkproductie en de samenstelling van moedermelk negatief kunnen beïnvloeden.
##### 4.5.1.1 Condoom
Condooms bieden bescherming tegen SOA's en zijn hygiënisch bij vroegtijdig herstarten van seks. De betrouwbaarheid is theoretisch hoog, maar in de praktijk minder door gebruiksfouten of schade aan het latex.
##### 4.5.1.2 POP (progestagen-only pil / minipil)
De minipil werkt voornamelijk op het cervicaal slijm en het endometrium, met een ovulatieremmend effect bij de meerderheid van de gebruikers. Strikte inname is essentieel, waarbij een vergeten pil na 3 uur het contraceptieve effect verliest en noodzaak geeft tot back-up. De methode is onmiddellijk reversibel. Onvoorspelbare bloedingen zijn een mogelijke nevenwerking.
##### 4.5.1.3 IUCD (spiraaltje)
Er zijn koper- en progestageenbevattende spiraaltjes. Het werkingsmechanisme is primair door het creëren van een steriel inflammatoire reactie in de baarmoeder, die toxisch is voor spermatozoa en in het geval van een progestageen-IUCD ook lokaal het endometrium en cervicaal slijm beïnvloedt. De werkzaamheid is zeer betrouwbaar. Mogelijke nevenwerkingen zijn een verhoogde kans op perforatie bij insertie, expulsie, en bij koper-IUCD's verhoogd en langduriger menstrueel bloedverlies en pijn. Het plaatsen van een IUCD dient minimaal 4 tot 6 weken na de bevalling te gebeuren.
### 4.6 Seksualiteit van de mannelijke partner
Het libido van de man kan na de bevalling ook dalen, onder meer door toename van oxytocine en psychologische oorzaken zoals jaloezie of de perceptie van de vrouw als aseksueel. Communicatie en wederzijds begrip zijn cruciaal. Mannen ervaren na de eerste periode vaak een vergelijkbaar libido als voor de zwangerschap. Stress, bezorgdheid en angst om de partner pijn te doen kunnen ook een rol spelen, en veel mannelijke partners zijn ontevreden over de seksuele frequentie.
### 4.7 Rol van de vroedvrouw in seksuele gezondheid
De vroedvrouw heeft de taak om seksuele gezondheid na de bevalling ter sprake te brengen, te informeren over onderwerpen als partnerrelatie, anticonceptie, fysiek herstel en de invloed van borstvoeding, en realistische verwachtingen te scheppen. Het bespreken van seksualiteit moet niet geproblematiseerd worden, maar gezien worden als een leerproces dat gebaseerd is op communicatie, respect, acceptatie en humor.
#### 4.7.1 Moeilijkheden en aanbevelingen voor vroedvrouwen
Vroedvrouwen ervaren soms een tekort aan kennis, handelingsverlegenheid of een gebrek aan privacy op de afdeling, wat het bespreken van seksualiteit bemoeilijkt. Aanbevelingen omvatten het integreren van seksuele gezondheid als vast item in het ontslaggesprek en in de informatieverstrekking, het erkennen van deze taak, het ontwikkelen van kennis en een positieve attitude, en het belang van een rustige omgeving voor één-op-één gesprekken.
#### 4.7.2 De onder vier ogen (O4O) methode
De O4O-methode is een proactieve, op wetenschappelijke evidentie gefundeerde methode voor gesprekken over seksuele gezondheid, die focust op detectie en preventie en geen counseling of therapeutische methode is. De methode bestaat uit vier stappen:
1. **Breng pro-actief ter sprake:** Depersonaliseer het onderwerp door uit te leggen waarom het ter sprake komt (onderdeel van de taak, effect van bevalling, bevindingen uit onderzoek, ervaringen van andere koppels). Vraag toestemming voor het gesprek.
2. **Stimuleer de persoon zelf te vertellen:** Gebruik de ICE-methode (Ideas, Concerns, Expectations) en onderzoek het bio-psycho-sociale model door vragen te stellen over lichamelijke klachten, omgang met de situatie, impact op de relatie en verwachtingen.
3. **Vat samen:** Vat het verhaal samen met het oog op een respectvolle afronding en vraag of de samenvatting klopt. Dit geeft de patiënt het gevoel gehoord te worden en helpt bij het geven van inzichten.
4. **Doe een aanbod:** Formuleer vanuit de eigen expertise een behandelvoorstel, geef informatie, verwijs door, en overweeg interdisciplinaire samenwerking. Het gesprek op zich is al helpend.
De O4O-methode vereist geen extra kennis of tijd, maar focust op het openen van het gesprek en het geven van de ‘permission’ aan patiënten om over hun seksuele gezondheid te praten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Postpartum periode | De periode na de bevalling die gekenmerkt wordt door fysiek en psychologisch herstel, en aanpassing aan de nieuwe rol als ouder. |
| Seksuele responscurve | Een model dat de opeenvolgende fasen van menselijke seksuele reactie beschrijft, beginnend bij verlangen en eindigend met herstel. |
| Libido | De seksuele drift of het seksuele verlangen, beïnvloed door hormonale, psychologische en relationele factoren. |
| Vasocongestie | De bloedstuwing in de geslachtsorganen en andere erogene zones tijdens seksuele opwinding. |
| Episiotomie | Een chirurgische incisie in het perineum om de vaginale opening te vergroten tijdens de bevalling. |
| Perineum | Het gebied tussen de anus en de geslachtsorganen. |
| Littekenweefsel | Bindweefsel dat ontstaat na genezing van een wond, vaak minder elastisch dan oorspronkelijk weefsel. |
| Cognitief gedragsmatig verklaringsmodel voor pijn | Een model dat uitlegt hoe gedachten, emoties en gedrag de perceptie en beleving van pijn beïnvloeden. |
| Dypsareunie | Pijn tijdens geslachtsgemeenschap. |
| Prolactine | Een hormoon dat geproduceerd wordt door de hypofyse en essentieel is voor de melkproductie na de bevalling. |
| Oestrogeen | Een groep hormonen die voornamelijk betrokken zijn bij de ontwikkeling en regulatie van het vrouwelijke voortplantingssysteem. |
| Progesteron | Een hormoon dat een rol speelt in de menstruatiecyclus, zwangerschap en embryogenese. |
| Seksuele gezondheid | Een staat van welzijn op fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal gebied met betrekking tot seksualiteit. |
| Anticonceptie | Methoden en middelen die gebruikt worden om zwangerschap te voorkomen. |
| POP (progesteron-only pil / minipil) | Een type anticonceptiepil dat alleen progestageen bevat, vaak gebruikt tijdens de borstvoedingsperiode. |
| IUCD (Intra-uteriene conceptie device) | Een spiraaltje, een anticonceptiemiddel dat in de baarmoeder wordt ingebracht. |
| Borstvoeding | Het voeden van een baby met moedermelk rechtstreeks uit de borst. |
| Clitoris | Het vrouwelijke externe genitale orgaan dat zeer gevoelig is voor seksuele stimulatie. |
| Vagina | Het vrouwelijke geslachtsorgaan dat dient als verbinding tussen de baarmoeder en de buitenkant van het lichaam. |
| Orgasme | Het hoogtepunt van seksuele opwinding, gekenmerkt door intense lichamelijke sensaties en vaak ejaculatie bij mannen. |
| Refractaire periode | Een periode na een orgasme waarin een man niet opnieuw een erectie kan krijgen of een orgasme kan bereiken. |
| Bekkenbodem | Een groep spieren en bindweefsel die de bekkenorganen ondersteunen. |
| Urine incontinentie | Onvrijwillig verlies van urine. |
| Prolaps | Verzaking van een orgaan, bijvoorbeeld de baarmoeder of blaas, naar beneden. |
| Lichaamsbeeld | De subjectieve perceptie van het eigen lichaam. |
| Transitioning-to-parenthood | De psychosociale overgangsfase van een twee-persoonsrelatie naar het ouderschap. |
| Seksuele prikkels | Stimuli die seksuele opwinding kunnen veroorzaken. |
| Melkejectie | Het vrijkomen van melk uit de borsten, ook wel de toeschietreflex genoemd. |
| O4O methode (Onder vier ogen methode) | Een communicatiemethode voor hulpverleners om seksuele gezondheid proactief en discreet met patiënten te bespreken. |
| Bio-psycho-social model | Een theoretisch kader dat gezondheid en ziekte beschouwt vanuit biologische, psychologische en sociale perspectieven. |
| Amenorroe | Het uitblijven van menstruatie. |
| Cervicaal slijm | Slijm geproduceerd door de baarmoederhals, dat van samenstelling verandert tijdens de menstruatiecyclus en een rol speelt bij de vruchtbaarheid en anticonceptie. |
| Endometrium | Het slijmvlies dat de binnenkant van de baarmoeder bekleedt. |
| Seksueel overdraagbare aandoening (SOA) | Een infectie die wordt overgedragen via seksueel contact. |
| Ectopische zwangerschap | Een zwangerschap waarbij de bevruchte eicel zich buiten de baarmoeder innestelt. |