Cover
Empieza ahora gratis kjpdiagnostiek.pdf
Summary
# Diagnostiek en behandeling van psychiatrische stoornissen bij kinderen en adolescenten
Dit onderwerp omvat de algemene benadering van de diagnostiek en behandeling van psychiatrische stoornissen bij kinderen en adolescenten, inclusief de principes van categorische en dimensionale benaderingen [2](#page=2).
### 1.1 Algemene uitgangspunten bij diagnostiek
Bij het diagnosticeren van psychiatrische stoornissen bij kinderen en adolescenten wordt gekeken naar problemen op het vlak van lichamelijk functioneren, ontwikkeling, gedrag, emoties en relaties [2](#page=2).
#### 1.1.1 Onderscheid tussen probleem en stoornis
Niet elk afwijkend gedrag of elke emotie duidt direct op een stoornis. Er is sprake van een stoornis wanneer het gedrag of de problematiek:
* Niet past bij de leeftijd van het kind of de adolescent [4](#page=4).
* Niet gemakkelijk te corrigeren is (hardnekkigheid) [4](#page=4).
* Het algemeen functioneren ernstig nadelig beïnvloedt [4](#page=4).
* Het kind zelf en/of de omgeving doet lijden [4](#page=4).
* De ontwikkeling doet stagneren [4](#page=4).
#### 1.1.2 Categorieel versus dimensionaal denken
Er zijn twee belangrijke benaderingen in de diagnostiek van psychiatrische stoornissen:
* **Categoriaal:** Deze benadering categoriseert stoornissen in discrete, afgebakende categorieën, zoals gehanteerd in de DSM-5 [5](#page=5).
* **Dimensionaal:** Deze benadering ziet stoornissen als uitingen op glijdende schalen, waarbij de nadruk ligt op de gradatie van symptomen in plaats van op een alles-of-niets classificatie [5](#page=5).
### 1.2 Theoretische kaders voor diagnostiek en behandeling
#### 1.2.1 Het biopsychosociaal model
De diagnostiek en behandeling van psychiatrische stoornissen bij kinderen en adolescenten baseren zich op het biopsychosociaal model. Dit model erkent de complexe interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren die iemands welzijn beïnvloeden [11](#page=11).
#### 1.2.2 Het ontwikkelingsperspectief
Een cruciaal aspect bij de kinder- en jeugdpsychiatrie is het hanteren van een ontwikkelingsperspectief. Dit houdt in dat rekening wordt gehouden met [11](#page=11):
* **Risicofactoren:** Factoren die de kans op het ontwikkelen van een stoornis vergroten [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Beschermende factoren:** Factoren die de kans op het ontwikkelen van een stoornis verkleinen [12](#page=12) [13](#page=13).
> **Tip:** Het ontwikkelingsperspectief is essentieel omdat wat als "afwijkend" wordt beschouwd sterk afhangt van de leeftijd en het ontwikkelingsstadium van het kind of de adolescent.
##### 1.2.2.1 Equifinaliteit en Multifinaliteit
Binnen het ontwikkelingsperspectief zijn de concepten equifinaliteit en multifinaliteit van belang [13](#page=13):
* **Equifinaliteit:** Het principe dat verschillende startpunten of oorzaken kunnen leiden tot hetzelfde eindresultaat of dezelfde stoornis.
* **Multifinaliteit:** Het principe dat eenzelfde startpunt of oorzaak kan leiden tot verschillende uitkomsten of stoornissen.
#### 1.2.3 Omgeving, cultuur en genetica
De interactie tussen omgeving en cultuur speelt een belangrijke rol. Hierbij worden de volgende concepten onderscheiden [14](#page=14):
* **Nature versus Nurture:** De discussie over de relatieve invloed van genetische aanleg (nature) en omgevingsfactoren (nurture) op de ontwikkeling van psychiatrische stoornissen.
* **Gen-omgevingcorrelatie:** De mate waarin iemands genetische aanleg samenhangt met de omgeving waarin hij of zij zich bevindt.
* **Gen-omgevinginteractie:** Hoe genetische aanleg de gevoeligheid voor omgevingsinvloeden beïnvloedt, en vice versa.
#### 1.2.4 Beloop van stoornissen
Een belangrijk aspect bij de diagnostiek en behandeling is het beloop van de stoornis, waarbij wordt gekeken naar de continuïteit versus discontinuïteit van symptomen door de tijd heen [15](#page=15).
---
# Classificatie van kinder- en jeugdpsychiatrische stoornissen volgens DSM-5
Dit deel bespreekt de classificatie van psychiatrische stoornissen bij kinderen en jeugdigen zoals gedefinieerd in de DSM-5, onderverdeeld in diverse categorieën, met nadruk op neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, stemmings- en angststoornissen, en andere relevante groepen [10](#page=10) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 2.1 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
Deze categorie omvat stoornissen die doorgaans in de vroege ontwikkelingsperiode ontstaan en gekenmerkt worden door tekorten die leiden tot beperkingen in persoonlijke, sociale, onderwijs- of beroepsmatige functionering [7](#page=7).
#### 2.1.1 Specifieke neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
* **Verstandelijke beperking**: Gekenmerkt door beperkingen in intellectuele functies (zoals redeneren, probleemoplossing, planning, abstract denken, oordelen, academisch leren en leren uit ervaring) en adaptieve functies (conceptuele, sociale en praktische vaardigheden die nodig zijn voor dagelijks functioneren) [7](#page=7).
* **Communicatiestoornissen**: Deze omvatten stoornissen in taal, spraakklank, vloeiendheid, sociaal communicatief gebruik, of een combinatie hiervan [7](#page=7).
* **Autismespectrumstoornis (ASS)**: Een complexe neurologische ontwikkelingsstoornis die wordt gekenmerkt door aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in verschillende contexten, alsook door beperkte, repetitieve patronen van gedrag, interesses of activiteiten [7](#page=7).
* **Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD)**: Gekenmerkt door een aanhoudend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat de ontwikkeling van de symptomen interfereert met functioneren of ontwikkeling [7](#page=7).
* **Specifieke leerstoornis**: Gekenmerkt door moeilijkheden bij het leren en gebruiken van academische vaardigheden, die worden aangegeven door de aanhoudende moeilijkheden met lezen, schrijven, rekenen of exacte wiskundige redeneringen, die niet verklaard kunnen worden door intellectuele beperkingen, zintuiglijke stoornissen, of ontoereikende scholing [7](#page=7).
* **Motorische stoornissen**: Voorbeelden hiervan zijn de coördinatie-ontwikkelingsstoornis (DCD), die gekenmerkt wordt door gecoördineerde motorische vaardigheden die aanzienlijk onder het verwachte niveau liggen voor iemands chronologische leeftijd en die leiden tot significante interferentie met dagelijkse activiteiten [7](#page=7).
* **Ticstoornissen**: Gekenmerkt door het plotseling optreden van snelle, repetitieve, stereotiepe bewegingen of vocalisaties [7](#page=7).
* **Andere neurologische ontwikkelingsstoornissen**: Een restcategorie voor ontwikkelingsstoornissen die niet specifiek onder de bovengenoemde diagnoses vallen [7](#page=7).
### 2.2 Stemmingsstoornissen
Depressieve-stemmingsstoornissen zijn een van de belangrijke categorieën binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie. Hoewel de specifieke criteria niet gedetailleerd worden besproken op deze pagina's, wordt de categorie wel als zodanig benoemd [8](#page=8).
### 2.3 Angststoornissen
Deze categorie omvat een reeks stoornissen die worden gekenmerkt door overmatige angst en gerelateerde gedragsveranderingen [8](#page=8).
#### 2.3.1 Specifieke angststoornissen
* **Separatie-angststoornis**: Overmatige angst of vrees met betrekking tot het scheiden van thuis of van significante hechtingsfiguren [8](#page=8).
* **Selectief mutisme**: Een aanhoudend falen om te spreken in specifieke sociale situaties waarin spreken verwacht wordt, ondanks dat men spreekt in andere situaties [8](#page=8).
* **Specifieke fobie**: Een intense en irrationele angst voor of vermijding van een specifiek object of situatie, zoals dieren, bloed, hoogtes of vliegreizen [8](#page=8).
* **Sociale-angststoornis**: Aanzienlijke angst of vrees voor sociale situaties waarin men blootgesteld kan worden aan mogelijke kritiek van anderen [8](#page=8).
* **Paniekstoornis**: Recidiverende, onverwachte paniekaanvallen, gevolgd door ten minste één maand van aanhoudende zorg over nieuwe aanvallen, zorg over de implicaties van de aanval, of een significante verandering in gedrag gerelateerd aan de aanvallen [8](#page=8).
* **Gegeneraliseerde stoornis**: Overmatige angst en zorg over een breed scala aan gebeurtenissen of activiteiten [8](#page=8).
### 2.4 Psychotrauma- en stressgerelateerde stoornissen
Deze groep stoornissen is gerelateerd aan blootstelling aan traumatische of stressvolle gebeurtenissen [9](#page=9).
### 2.5 Dissociatieve stoornissen
Stoornissen die gekenmerkt worden door een onderbreking in de normale integratie van bewustzijn, geheugen, identiteit, emotie, perceptie, lichaamsrepresentatie, motorische controle en gedrag [9](#page=9).
### 2.6 Somatische-symptoomstoornis en verwante stoornissen
Stoornissen waarbij somatische symptomen of gerelateerde symptomen het primaire probleem zijn [9](#page=9).
### 2.7 Voedings- en eetstoornissen
Deze categorie omvat stoornissen die de eetgewoonten en het eetgedrag beïnvloeden [9](#page=9).
#### 2.7.1 Specifieke voedings- en eetstoornissen
* **Pica**: Een aanhoudend eten van niet-eetbare substanties [9](#page=9).
* **Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis**: Een eetstoornis die wordt gekenmerkt door het vermijden of beperken van de inname van voedsel [9](#page=9).
* **Anorexia Nervosa**: Gekenmerkt door restrictie van energie-inname, resulterend in significant laag lichaamsgewicht, angst voor gewichtstoename, en een verstoorde lichaamsbeeld [9](#page=9).
* **Boulimia Nervosa**: Gekenmerkt door terugkerende perioden van eetbuien (overmatige hoeveelheden voedsel consumeren in korte tijd met verlies van controle) afgewisseld met compensatoir gedrag (zoals braken, laxeren) [9](#page=9).
### 2.8 Slaap-waakstoornissen
Stoornissen die problemen met slaap en waakzaamheid omvatten [10](#page=10).
### 2.9 Genderdysforie
Een stoornis die wordt gekenmerkt door een sterke en aanhoudende discrepantie tussen het ervaren of geuite geslacht en het toegewezen geslacht [10](#page=10).
### 2.10 Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen
Deze categorie omvat stoornissen die worden gekenmerkt door problemen met impulsbeheersing en gedragsregulatie [10](#page=10).
### 2.11 Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
Stoornissen die verband houden met het gebruik van psychoactieve stoffen en verslavingsgedrag [10](#page=10).
### 2.12 Stoornissen in de zindelijkheid
Stoornissen die te maken hebben met het beheersen van de lichaamsfuncties, zoals urineren en ontlasten [10](#page=10).
#### 2.12.1 Specifieke stoornissen in de zindelijkheid
* **Enuresis**: Herhaaldelijk urineren (in bed of kleding) die spontaan optreedt [10](#page=10).
* **Encopresis**: Herhaaldelijk ontlasting (in bed of kleding) die spontaan optreedt [10](#page=10).
### 2.13 Andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn
Deze omvatten diverse psychosociale problemen die niet direct als stoornissen worden geclassificeerd, maar wel belangrijke aandachtspunten zijn in de kinder- en jeugdpsychiatrie [10](#page=10).
#### 2.13.1 Voorbeelden van andere problemen
* **Relatieproblemen**: Zoals opvoedingsproblemen of het uiteenvallen van een gezin [10](#page=10).
* **Misbruik en verwaarlozing**: Diverse vormen van kindermishandeling of nalatigheid [10](#page=10).
* **Problemen met het onderwijs**: Moeilijkheden of problemen ervaren op school [10](#page=10).
> **Tip:** Het is cruciaal om de specifieke diagnostische criteria voor elke stoornis binnen de DSM-5 te bestuderen, aangezien deze samenvatting enkel de hoofdlijnen en de classificatie zelf weergeeft [10](#page=10) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
---
# Specificiteit van diagnostiek in de kinder- en jeugdpsychiatrie
Diagnostiek in de kinder- en jeugdpsychiatrie kent specifieke uitdagingen en vereist een ontwikkelingsgerichte benadering, waarbij de context van het kind en verschillende informatiebronnen cruciaal zijn [16](#page=16).
### 3.1 Unieke aspecten van diagnostiek bij kinderen en jongeren
Kinderen en jongeren komen vaak niet vrijwillig naar de hulpverlening. Bovendien zijn zij zowel biologisch als psychosociaal nog in ontwikkeling, wat betekent dat hun 'onrijpheid' in acht moet worden genomen [16](#page=16).
#### 3.1.1 Noodzaak van meerdere informatiebronnen
Vanwege de ontwikkelingsfase van kinderen en jongeren is het essentieel om informatie te verzamelen uit meerdere bronnen. Dit omvat doorgaans informatie van ouders, leerkrachten, en eventueel andere relevante personen uit de omgeving van het kind, naast de observaties en gesprekken met het kind zelf [16](#page=16).
#### 3.1.2 Aangepaste communicatie en diagnose
De wijze van communiceren en diagnosticeren dient aangepast te worden aan het ontwikkelingsniveau van het kind. Dit vereist specifieke vaardigheden om effectief informatie te vergaren en te interpreteren [16](#page=16).
#### 3.1.3 Ontwikkelingsmijlpalen
Het beoordelen van ontwikkelingsmijlpalen is een integraal onderdeel van de diagnostiek in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Afwijkingen in de verwachte ontwikkeling kunnen aanwijzingen geven voor mogelijke problematiek [16](#page=16).
#### 3.1.4 Verschillen in interventietechnieken en zorgorganisatie
De interventietechnieken en de organisatie van zorg zijn anders in de kinder- en jeugdpsychiatrie vergeleken met de volwassenenpsychiatrie, wat mede voortkomt uit de specifieke diagnostische uitdagingen [16](#page=16).
### 3.2 De rol van de kinderpsychiater in het diagnostisch proces
De kinderpsychiater vervult een dubbele rol in het diagnostisch proces. Enerzijds kiest de kinderpsychiater een gerichte zoekstrategie en voert hij/zij regie over het proces van informatieverzameling. Anderzijds is de kinderpsychiater verantwoordelijk voor de integratie van de verschillende diagnostische gegevens tot een interdisciplinaire, beschrijvende diagnose van het kind of de jongere [21](#page=21).
### 3.3 Take home messages voor kinder- en jeugdpsychiatrische diagnostiek
De belangrijkste principes voor kinder- en jeugdpsychiatrische diagnostiek zijn:
* Ontwikkelingsgericht [22](#page=22).
* Rekening houden met het kind en zijn context [22](#page=22).
* Gebruik maken van een biopsychosociaal model [22](#page=22).
* Integreren van wetenschappelijke kennis [22](#page=22).
> **Tip:** Wees alert op diagnostische valkuilen die specifiek kunnen zijn voor de kinder- en jeugdpsychiatrie, zoals de neiging om symptomen te veel te isoleren zonder de ontwikkelingscontext mee te nemen [19](#page=19).
> **Tip:** De integratie van informatie uit diverse bronnen is cruciaal om een compleet beeld te krijgen, aangezien kinderen en jongeren hun problematiek niet altijd adequaat kunnen verwoorden [16](#page=16).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Psychiatrische stoornis | Een syndroom gekenmerkt door klinisch significante stoornis in het denken, de emotieregulatie of het gedrag van een individu, wat leidt tot lijden of beperkingen in sociaal, beroepsmatig of ander belangrijk functioneren. |
| Diagnostiek | Het proces van het identificeren en benoemen van een ziekte of aandoening op basis van symptomen, bevindingen en onderzoeksresultaten. |
| Behandeling | Een reeks interventies die worden toegepast om een ziekte, aandoening of symptoom te verlichten of te genezen, en om de gezondheid van een patiënt te verbeteren. |
| Kinder- en jeugdpsychiatrie | Het medische specialisme dat zich richt op de diagnose, behandeling en preventie van psychische aandoeningen bij kinderen en adolescenten. |
| DSM-5 | De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition. Dit is een classificatiesysteem dat wordt gebruikt door clinici en onderzoekers om psychische stoornissen te diagnosticeren en te classificeren. |
| Categoriaal | Een classificatiesysteem dat stoornissen opdeelt in discrete categorieën, waarbij een individu wel of niet tot een bepaalde categorie behoort. |
| Dimensionaal | Een classificatiesysteem dat stoornissen beschouwt als variërend op een continuüm of schaal, in plaats van in afzonderlijke categorieën. |
| Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen | Een groep stoornissen die ontstaan tijdens de ontwikkelingsperiode en die gekenmerkt worden door problemen in de hersenontwikkeling, wat leidt tot tekorten in gedrag, leren, taal of motorische vaardigheden. |
| Autismespectrumstoornis (ASS) | Een ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door problemen in sociale interactie, communicatie en repetitief gedrag, die variëren in ernst. |
| Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD) | Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door persistente patronen van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit die het functioneren of de ontwikkeling belemmeren. |
| Biopsychosociaal model | Een theoretisch raamwerk dat gezondheid en ziekte verklaart door de interactie van biologische, psychologische en sociale factoren te beschouwen. |
| Ontwikkelingsperspectief | Een benadering die rekening houdt met de geleidelijke veranderingen en mijlpalen die optreden gedurende de groei van een individu, van kindertijd tot volwassenheid. |
| Risicofactoren | Omstandigheden of kenmerken die de kans op het ontwikkelen van een stoornis of negatieve uitkomst verhogen. |
| Beschermende factoren | Omstandigheden of kenmerken die de kans op het ontwikkelen van een stoornis of negatieve uitkomst verminderen of de weerbaarheid verhogen. |
| Equifinaliteit | Het principe dat verschillende paden of oorzaken tot hetzelfde eindresultaat of stoornis kunnen leiden. |
| Multifinaliteit | Het principe dat dezelfde oorzaak of factor kan leiden tot verschillende uitkomsten of stoornissen bij verschillende individuen. |