Cover
Empieza ahora gratis HC 1.2.A-1.2.21_zorgverlening_1elijn_2526_Bb finaal.pptx
Summary
# Structuur van de eerstelijnszorg in Vlaanderen
Het onderwerp behandelt de structuur van de eerstelijnszorg in Vlaanderen, inclusief de organisatie, de verschillende actoren en de samenwerkingsverbanden die essentieel zijn voor een integrale en toegankelijke zorgverlening.
## 1. Structuur van de eerstelijnszorg in Vlaanderen
### 1.1 Definitie en kenmerken van de eerstelijnszorg
De eerstelijnszorg omvat direct toegankelijke, ambulante en generalistische zorg voor niet-gespecificeerde gezondheids- of welzijnsproblemen, zowel van fysieke, psychologische als sociale aard. Het vormt doorgaans het eerste contact met professionele zorgverlening en kan diagnostische, curatieve, revaliderende en palliatieve zorg bieden. Daarnaast speelt het een cruciale rol in preventie voor individuen en risicogroepen, rekening houdend met de persoonlijke en sociale context van patiënten, en verzekert het continuïteit van zorg over tijd en tussen zorgaanbieders. De eerstelijnszorg ondersteunt ook de informele zorg rondom de patiënt of cliënt.
#### 1.1.1 Echelons van zorg
* **Nulde lijn:** Dit is de zorg die het dichtst bij de patiënt staat en bestaat uit zelfzorg en mantelzorg. Het omvat ook zorg binnen het eigen milieu door de onmiddellijke omgeving en zelfhulpgroepen die samenkomen vanuit een gemeenschappelijke problematiek, vaak met medewerking van deskundigen.
* **Eerste lijn:** Professionele, ambulante en generalistische zorgverlening zoals hierboven gedefinieerd.
* **Tweede lijn:** Gespecialiseerde zorg, doorgaans in ziekenhuizen of door specialisten, waar patiënten naartoe verwezen worden vanuit de eerste lijn.
#### 1.1.2 Actoren in de eerstelijnszorg
De eerstelijnszorg omvat een breed scala aan zorgverleners en actoren:
* **Gezondheidszorg:** Apothekers, diëtisten, huisartsen, kinesitherapeuten, psychologen, tandartsen, logopedisten, (thuis)verpleegkundigen, vroedvrouwen, zorgkundigen, ergotherapeuten, podologen, verzorgenden.
* **Welzijnszorg:** Woonzorgactoren, centra voor algemeen welzijnswerk (CAW), openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW), opbouwwerk, buurtwerk, verenigingen waar armen het woord nemen, jeugdzorg, sector personen met een beperking, Kind & Gezin (Opgroeien).
### 1.2 Organisatorische vernieuwingen in de eerstelijnszorg
De hervorming van de eerstelijnszorg in Vlaanderen beoogt een betere organisatie en samenwerking.
#### 1.2.1 Eerstelijnszones
* **Definitie:** Een netwerk van eerstelijnsaanbieders binnen een geografisch afgebakend gebied, doorgaans bestaande uit 75.000 tot 125.000 inwoners.
* **Doel:** Afbakening van regionale zorgzones, vorming en opstart van regionale zorgplatformen.
#### 1.2.2 Zorgraden
* **Rol:** De zorgraden sturen de eerstelijnszones aan. Ze bevorderen de uitwisseling van kennis en informatie, stemmen de werking op elkaar af, analyseren lokale zorg- en welzijnsnoden en werken aan de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg.
#### 1.2.3 Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL)
* **Functie:** VIVEL is een onafhankelijk Vlaams agentschap dat kennis en expertise verzamelt en verspreidt om de brede eerstelijnszorg te ondersteunen. Het wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid en fungeert als centraal aanspreekpunt en platform voor dialoog tussen eerstelijnsactoren en de overheid.
#### 1.2.4 Sociale Kaart
* **Functionaliteit:** Een uitgebreide databank waarin het zorg- en welzijnsaanbod in Vlaanderen en Brussel centraal kan worden geraadpleegd. Burgers, hulpverleners en lokale besturen kunnen deze raadplegen. De databank wordt actueel en correct gehouden door de zorgaanbieders zelf, met kwaliteitscontroles door een specifiek team.
### 1.3 Specifieke zorgaanbieders en hun rol
#### 1.3.1 Vroedvrouw (eerstelijns)
* **Functie:** Biedt grondige prenatale medische begeleiding, detecteert eventuele problemen tijdens zwangerschap en bevalling, werkt samen met gynaecologen, begeleidt bij bevalling (thuis, ziekenhuis, geboortehuis) en neemt postnatale medische zorgen op zich.
* **Diensten:** Begeleiding en advies tijdens de kraamperiode, borstvoedingsbegeleiding, medische zorgen tot één jaar na de bevalling (bv. wondzorg na keizersnede).
* **Organisatievormen:** Zelfstandig, in groepspraktijk, via vroedvrouwenkringen, als deel van een kraamdienst (bv. Wit-Gele Kruis) of in loondienst.
* **Samenwerking:** Essentieel met gynaecologen, huisartsen, kinderartsen, verpleegkundigen en lactatiekundigen.
* **Vroedvrouwenkringen:** Regionale groepen vroedvrouwen die intercollegiaal overleg, versterking van banden en draagvlak voor interdisciplinair overleg faciliteren.
#### 1.3.2 Huisarts
* **Rol:** De spilfiguur binnen de eerstelijnszorg.
* **Organisatie:** Werkt zelfstandig of in groep.
* **Vergoeding:** Op basis van prestaties, met een GMD (Globaal Medisch Dossier) dat de medische gegevens van de patiënt bundelt. Er is een persoonlijk aandeel (remgeld) voor de patiënt.
#### 1.3.3 Thuisverpleging
* **Diensten:** Georganiseerde verpleegkundige zorg aan huis, gecoördineerd door een of meer verpleegkundigen.
* **Organisaties:** Lid van de Vlaamse Federatie van Diensten voor Thuisverpleging (bv. Wit-Gele Kruis, Solidariteit voor het Gezin, Socialistische Mutualiteit).
* **Vergoeding:** Zelfstandige verpleegkundigen werken op basis van forfaitaire honoraria per prestatie.
#### 1.3.4 Apotheker
* **Rol:** Biedt begeleiding en advies rond correct medicatiegebruik. Bouwt een vertrouwensrelatie op met patiënten, vooral met langdurige zorgnoden. Verstrekt informatie over medicatiegebruik bij baby's en moeders, en over kunstmelk.
#### 1.3.5 Kinesitherapeut
* **Focus:** Menselijk bewegen in de context van een gezond functioneren.
* **Specifieke zorg:** Bekkenbodemreëducatie.
#### 1.3.6 Kraamzorg
* **Inhoud:** Kan bestaan uit verzorgende hulp (kraamhulp) en medische hulp (door vroedvrouw of huisarts). Erkend door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
#### 1.3.7 Lactatiekundige (IBCLC)
* **Expertise:** Specialisten in borstvoedingsbegeleiding met aanvullende opleiding.
#### 1.3.8 Psycholoog/Psychiater/Therapeut
* **Toegang:** Doorgaans via doorverwijzing van huisarts of gynaecoloog.
* **Indicaties:** Postpartum depressie, verwerking van de geboorte.
#### 1.3.9 FARA Luister- en Informatiepunt
* **Functie:** Biedt ondersteuning bij keuzes rond zwangerschap, ongeplande zwangerschap, tienerzwangerschap, abortus en prenatale diagnose. Faciliteert weloverwogen beslissingsprocessen. Biedt vormingsmateriaal en beschikt over een eigen hulpverleningsaanbod (individueel of in groep) om moeilijke thema's bespreekbaar te maken.
#### 1.3.10 Gezinshulp
* **Aanbod:** Persoonsverzorging, huishoudelijke hulp, psychosociale en pedagogische ondersteuning en begeleiding. Erkend door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (openbare en private diensten).
#### 1.3.11 Aanvullende Thuiszorg
* **Focus:** Schoonmaak van het huis, soms aangevuld met karwei- en oppashulp. Erkend door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (openbare en private diensten).
#### 1.3.12 Kind & Gezin (Opgroeien)
* **Rol:** Ondersteunt kinderen en gezinnen van -9 maanden tot 25 jaar met een breed aanbod, waaronder preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang en het Groeipakket.
* **Missie:** Elk kind en gezin zoveel mogelijk kansen bieden voor een gezonde en gelukkige ontwikkeling.
* **Diensten:**
* **Algemeen aanbod:** Voor iedereen.
* **Specifiek aanbod:** Voor kwetsbare doelgroepen.
* **Preventieve gezinsondersteuning:** Begeleiding inzake gezondheid, ontwikkeling, opvoeding, voeding en veiligheid. Signalering van risico's, waaronder kindermishandeling.
* **Vaccinaties:** Promotie, toediening en opvolging.
* **Preventieve gezondheidszorg:** Ondersteuning van gezinnen met specifieke behoeften (huilen, slapen, eten, interactie).
* **Lokale Teams:** Multidisciplinaire teams (verpleegkundige, gezinsondersteuner, psycho-pedagoog) die preventieve zorg aanbieden in de lokale gemeenschap.
* **Kinderopvang:** Voorschoolse en buitenschoolse opvang, ook voor specifieke doelgroepen en opvangvragen (bv. zieke kinderen).
* **Basisprogramma na geboorte:** Huisbezoeken, gehoortesten, consulten bij arts en verpleegkundige, vaccinaties, oogtesten op specifieke tijdstippen tot de leeftijd van 2 jaar.
* **Prenatale dienstverlening:** Bezoeken aan zwangeren en pas bevallen vrouwen, gezinsbezoeken.
### 1.4 Samenwerking en doorverwijzing
* **Integrale zorgcoördinatie:** Essentieel voor een naadloze aansluiting tussen verschillende zorgverleners.
* **Digitale transformatie:** Noodzaak voor gestandaardiseerde digitale gegevensuitwisseling tussen zorgverleners om de continuïteit van zorg te verbeteren.
* **Perinataal netwerk:** Samenbrengen van professionele hulpverleners om de perinatale zorg en begeleiding te verbeteren.
### 1.5 Ontwikkelingen in de postnatale zorg
#### 1.5.1 KCE studies en aanbevelingen
* Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft studies uitgevoerd naar de organisatie van postnatale zorg.
* **Bevindingen:** Verkorte ziekenhuisverblijven leiden tot een grotere verschuiving naar thuiszorg, voornamelijk door vroedvrouwen.
* **Knelpunten:** Een "zorg-vacuüm" door gebrek aan thuisverpleging, en een discrepantie tussen financiering van kortverblijf en aanmoediging voor langer ziekenhuisverblijf.
* **Essentiële elementen voor betere postnatale zorg:** Multidisciplinaire perinatale zorgnetwerken, zorgcoördinatie, een centrale perinatale zorgcoördinator, een Nationaal Platform voor Perinatale Zorg, postnatale zorgplannen vanaf de zwangerschap, thuisverpleging door vroedvrouwen, procedures voor heropname, evidence-based klinische paden en kwaliteitsindicatoren.
#### 1.5.2 Rol van communicatie en continuïteit
* **Communicatie:** Vlotte onderlinge communicatie tussen gynaecologen, vroedvrouwen, pediaters, huisartsen en thuisverpleegkundigen is cruciaal voor kwaliteitsverbetering.
* **Continuïteit van zorg:** Verbetering door nauwere samenwerking tussen eerstelijns- en tweedelijnszorgverleners.
#### 1.5.3 Kwetsbare gezinnen
* **Prioriteit:** Deze gezinnen verdienen bijzondere aandacht vanwege fysieke, sociale, financiële en/of psychologische kwetsbaarheid.
* **Projecten:** Buddyprojecten (bv. Limburgse studenten die gezinnen ondersteunen), Parelproject (UZ Leuven), Born in Brussel.
#### 1.5.4 Financiering en vergoeding
* Er is een budgetoverschrijding voor prestaties van vroedvrouwen.
* Er is een telematica premie van 800 euro voor zelfstandige vroedvrouwen.
#### 1.5.5 Verkocht ziekenhuisverblijf
* Geen indicaties voor een negatieve gezondheidsinvloed op moeder en kind.
* Tevredenheid van moeders over de zorgverlening wordt gerapporteerd.
### 1.6 Sleutelbegrippen voor goede zorg
* **Continuïteit van zorg verzekeren:** Essentieel voor een goede follow-up.
* **Risicoselectie:** Identificeren van patiënten die extra ondersteuning nodig hebben.
* **Samenwerken en doorverwijzen:** Cruciaal voor een integrale aanpak.
* **Weten wie wat doet:** Toegankelijkheid van informatie via de Sociale Kaart.
* **Overleg in de regio:** Bevordering van lokale samenwerking.
* **Evidence-based practice (EBP):** Gebruik van wetenschappelijk onderbouwd bewijs.
> **Tip:** Begrijp de hiërarchie van de zorg (nulde, eerste, tweede lijn) en de specifieke rollen van de verschillende actoren. De integratie van deze lagen is de kern van een efficiënte zorgverlening.
> **Voorbeeld:** Een zwangere vrouw met risicofactoren (kwetsbaar gezin) zal niet enkel medische opvolging krijgen van de vroedvrouw en huisarts (eerstelijn), maar ook psychosociale ondersteuning van Kind & Gezin en eventueel een buddy uit een lokaal project (nuldelijn), wat een gecoördineerde aanpak garandeert.
---
# De rol van de vroedvrouw in de eerstelijnszorg
Dit gedeelte belicht de veelzijdige rol van de vroedvrouw in de eerstelijnszorg, haar bevoegdheden, de begeleiding tijdens zwangerschap, bevalling en postnatale periode, en de samenwerking binnen vroedvrouwenkringen.
### 2.1 De eerstelijnszorg en de positie van de vroedvrouw
De eerstelijnszorg wordt gedefinieerd als rechtstreeks toegankelijke, ambulante, generalistische zorg voor niet-gespecificeerde gezondheids- of welzijnsgerelateerde problemen, zowel van fysieke, psychologische als sociale aard. Het vormt doorgaans het eerste contact met professionele zorg, biedt diagnostische, curatieve, revaliderende en palliatieve zorg voor de meeste problemen, verzorgt preventie voor individuen en risicogroepen, houdt rekening met de persoonlijke en sociale context, verzekert continuïteit van zorg en ondersteunt informele zorg.
#### 2.1.1 Kernbegrippen in de eerstelijnszorg
* **Nulde lijn:** Zorg die het dichtst bij de patiënt staat, gericht op zelfzorg en mantelzorg, en zorg binnen het eigen milieu door de onmiddellijke omgeving. Zelfhulpgroepen en deskundigen zoals LLL, vzw Borstvoeding, VBBB, mamacafé, VVOC en Met lege handen vallen hieronder.
* **Eerstelijnszorg:** Professionele zorg die ambulant, generalistisch en preventief is, en rekening houdt met de context en continuïteit van zorg.
* **Tweedelijnszorg:** Verwijst naar meer gespecialiseerde zorg, doorgaans in een ziekenhuissetting, waar men terecht kan na doorverwijzing vanuit de eerste lijn.
#### 2.1.2 Actoren binnen de eerstelijnszorg
De eerstelijnszorg omvat een breed scala aan zorgaanbieders, waaronder apothekers, diëtisten, huisartsen, kinesitherapeuten, psychologen, tandartsen, logopedisten, (thuis)verpleegkundigen, vroedvrouwen, zorgkundigen, ergotherapeuten, podologen, verzorgenden en sociaal werkers. Daarnaast zijn ook actoren uit de welzijnszorg betrokken, zoals woonzorgactoren, centra voor algemeen welzijnswerk (CAW), openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW), opbouwwerk, buurtwerk, verenigingen waar armen het woord nemen, jeugdzorg, de sector personen met beperking, en Kind & Gezin (Opgroeien).
#### 2.1.3 Eerstelijnszones en zorgraden
Eerstelijnszones zijn netwerken van eerstelijnsaanbieders binnen een geografisch afgebakend gebied, doorgaans met 75.000 tot 125.000 inwoners. De zorgraden sturen deze zones aan, bevorderen uitwisseling van kennis en informatie, stemmen de werking op elkaar af, en analyseren lokale zorg- en welzijnsnoden om de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren. Het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL) ondersteunt deze zones met kennis en expertise.
#### 2.1.4 De sociale kaart
De sociale kaart is een centrale databank die een overzicht biedt van het zorg- en welzijnsaanbod in Vlaanderen en Brussel. Deze is toegankelijk voor burgers, hulpverleners en lokale besturen en wordt actueel gehouden door de zorgaanbieders zelf.
### 2.2 De rol van de vroedvrouw in de eerstelijnszorg
De eerstelijnsverpleegkundige, of vroedvrouw in deze context, vervult een cruciale rol in de begeleiding van zwangere vrouwen en gezinnen.
#### 2.2.1 Bevoegdheden en taken van de eerstelijns vroedvrouw
De eerstelijns vroedvrouw is bevoegd voor:
* **Prenatale medische begeleiding:** Grondige medische opvolging van de zwangerschap.
* **Detectie van problemen:** Opleiding om eventuele problemen tijdens de zwangerschap en de bevalling te herkennen.
* **Samenwerking met gynaecologen:** Verwijzing voor echografieën of bij medische complicaties.
* **Begeleiding bij de bevalling:** Thuis, in het ziekenhuis, of in een geboortehuis.
* **Postnatale medische zorgen:** Begeleiding van moeder en baby na een thuisbevalling of bij thuiskomst uit het ziekenhuis.
* **Brede dienstverlening tot één jaar na de bevalling:** Advies tijdens de kraamperiode, begeleiding van borstvoeding, en medische zorgen (bv. wondzorg na keizersnede).
#### 2.2.2 Vroedvrouwenkringen
Om de extramurale zorg door vroedvrouwen in Vlaanderen te structureren, wordt er gewerkt vanuit bestaande regionale vroedvrouwenkringen. Deze kringen bestaan uit vroedvrouwen en leden van vroedvrouwenpraktijken binnen een afgebakende regio. Hun doel is intercollegiaal overleg te faciliteren, de banden tussen vroedvrouwen te versterken, en een draagvlak te bieden voor interdisciplinair overleg.
#### 2.2.3 Samenwerking en doorverwijzing
De vroedvrouw werkt nauw samen met verschillende andere professionals in de eerste en tweede lijn.
* **Huisarts:** De spilfiguur binnen de eerstelijnszorg.
* **Gynaecoloog:** Voor medische complicaties en gespecialiseerde onderzoeken.
* **Lactatiekundige (IBCLC):** Specialist in borstvoedingsbegeleiding.
* **Kraamverzorgster/Gezinshelpende:** Biedt verzorgende en huishoudelijke hulp.
* **Kind & Gezin (Opgroeien):** Biedt ondersteuning bij de ontwikkeling en opvoeding van het jonge kind.
* **Psycholoog/Therapeut:** Voor psychische ondersteuning, o.a. bij postpartum depressie.
Doorverwijzing gebeurt via de sociale kaart en, waar nodig, via specifieke perinatale netwerken, zoals De kraamtuin in Limburg.
### 2.3 Ontwikkelingen in de postnatale zorg
Er zijn significante ontwikkelingen in de postnatale zorg, mede gestuurd door studies van het KCE (Kenniscentrum).
#### 2.3.1 Knelpunten en aanbevelingen uit KCE-studies
* **Verkort ziekenhuisverblijf:** Hoewel dit leidt tot een verschuiving naar thuiszorg (voornamelijk door vroedvrouwen), kan dit leiden tot een 'zorg-vacuüm' indien er geen adequate thuiszorg is. De financiering van vroedvrouwen in de thuiszorg en het gebrek aan een globaal dossier zijn knelpunten.
* **Communicatie:** Verbeterde communicatie tussen gynaecoloog, vroedvrouw, pediater, huisarts en thuisverpleegkundige is cruciaal voor kwaliteitsverbetering.
* **Kwetsbare gezinnen:** Deze gezinnen vereisen bijzondere aandacht en ondersteuning.
* **Gefinancierde zorg:** Studies wijzen op een overschrijding van het budget voor vroedvrouwenprestaties, ondanks een budgetverhoging en een telematica premie voor zelfstandige vroedvrouwen.
* **Continuïteit van zorg:** Essentieel voor een goede postnatale zorg, met aandacht voor risicoselectie en samenwerking.
#### 2.3.2 Bouwstenen voor betere postnatale zorg
* Multidisciplinaire perinatale zorgnetwerken met zorgplannen en zorgcoördinatie.
* Centrale perinatale zorgcoördinator per netwerk.
* Voorbereiding op de postnatale periode vanaf het begin van de zwangerschap via een postnataal zorgplan.
* Thuisgeboortezorg door vroedvrouwen.
* Procedures voor heropname van pasgeborenen en hun moeders.
* Evidence-based, multidisciplinaire klinische paden en richtlijnen.
* Een coherent referentiekader voor kraamhulp thuis.
* Ondersteuning van informele steunnetwerken.
#### 2.3.3 Projecten en initiatieven
* **Buddyproject:** Een initiatief waarbij studenten vroedkunde gezinnen ondersteunen, gecoördineerd door het Expertisecentrum Kraamzorg.
* **Projecten voor kwetsbare gezinnen:** Aangepaste ondersteuning voor gezinnen met specifieke noden.
* **eGezondheid en eBirth:** Digitale initiatieven om de uitwisseling van patiëntengegevens te verbeteren.
> **Tip:** De vroedvrouw speelt een sleutelrol in het verzekeren van de continuïteit van zorg tussen de tweede lijn (ziekenhuis) en de eerste lijn (thuis), vooral bij verkorte ziekenhuisverblijven. Goede communicatie en een gestructureerde samenwerking zijn hierbij essentieel.
#### 2.3.4 Indicatielijsten en richtlijnen
Verloskundigen hanteren indicatielijsten om te bepalen wanneer overleg of verwijzing aangewezen is. Evidence-based zorg (EBM) en richtlijnen, zoals ontwikkeld door WOREL (Werkgroep ontwikkeling richtlijnen 1e lijn) en de VBOV, ondersteunen deze praktijk.
### 2.4 Samenwerking en doorverwijzing in de praktijk
Een effectieve samenwerking en doorverwijzing tussen zorgverleners is cruciaal voor hoogwaardige zorg.
#### 2.4.1 Belang van gestandaardiseerde data-uitwisseling
Om zorg naadloos op elkaar te laten aansluiten, is gestandaardiseerde, digitale data-uitwisseling tussen zorgverleners noodzakelijk. Dit vereenvoudigt de continuïteit van zorg en vermindert de administratieve last.
#### 2.4.2 De rol van vroedvrouwenkringen en perinatale netwerken
Deze structuren faciliteren de communicatie en samenwerking tussen vroedvrouwen en andere zorgprofessionals, en dragen bij aan de ontwikkeling van regionale zorgplannen en kwaliteitsverbetering.
#### 2.4.3 Interdisciplinaire aanpak
De multidisciplinaire samenstelling van lokale teams, zoals bij Kind & Gezin, benadrukt het belang van een geïntegreerde aanpak waarbij verschillende expertisegebieden elkaar aanvullen voor optimale ondersteuning van gezinnen.
> **Voorbeeld:** Een vroedvrouw die thuis borstvoedingsbegeleiding geeft, kan bij problemen die verder gaan dan haar expertise, laagdrempelig verwijzen naar een IBCLC (lactatiekundige) of, indien er sprake is van psychische klachten, naar een psycholoog, en dit alles met een goede overdracht van informatie via de sociale kaart of andere digitale platformen.
---
# Ontwikkelingen en uitdagingen in de postnatale zorg
Dit onderwerp belicht de evoluties in de postnatale zorg, met speciale aandacht voor de resultaten van pilootprojecten rond kort ziekenhuisverblijf, de aanbevelingen van het KCE en de uitdagingen met betrekking tot kwetsbare gezinnen en continuïteit van zorg.
### 3.1 Evoluties in de postnatale zorg in België
De postnatale zorg heeft significante ontwikkelingen gekend, mede gestuurd door inzichten uit pilootprojecten en aanbevelingen van nationale instanties.
#### 3.1.1 Resultaten van pilootprojecten rond kort ziekenhuisverblijf
Pilootprojecten, zoals het 'Vrouwen project' en het 'Parelproject', hebben de impact van een verkort ziekenhuisverblijf na de bevalling onderzocht.
* **Verkort verblijf na vaginale bevalling en sectio:** In het 'Vrouwen project' werd waargenomen dat de verblijfsduur in het ziekenhuis na zowel vaginale bevallingen als keizersneden korter was dan het nationale gemiddelde.
* **Impact van niet-deelname aan projecten:** Gezinnen die niet deelnamen aan dergelijke projecten, vertoonden een langere ziekenhuisopname.
* **Belangrijke lessen uit projecten:**
* Een verkort ziekenhuisverblijf leidt tot een automatische verschuiving van zorg naar de thuisomgeving, voornamelijk georganiseerd door vroedvrouwen.
* Communicatie is cruciaal voor de kwaliteit van zorg. Dit geldt met name voor de communicatie tussen gynaecologen en vroedvrouwen, pediater, huisarts en thuisverpleegkundigen, en dient al te starten tijdens de zwangerschap.
* De ondersteunende rol van de directe omgeving van de moeder is van groot belang.
* Anticipatie op postnatale zorg, met duidelijke afspraken en follow-up reeds in het ziekenhuis, verhoogt de continuïteit van zorg.
* Nauwere samenwerking tussen eerstelijns- en tweedelijnszorgverleners verbetert de continuïteit van zorg.
#### 3.1.2 Aanbevelingen van het KCE (Federaal Kenniscentrum)
Het KCE heeft studies gelanceerd ter ondersteuning van het beleid rond perinatale zorg, met specifieke aandacht voor de organisatie van zorg na de bevalling.
* **Rapport 232 AS (2014):** Dit rapport belichtte knelpunten die ontstonden door de verkorte ziekenhuisverblijven, zoals een 'zorg-vacuüm' bij het ontbreken van thuiszorg. Het document besprak de tendens om langere ziekenhuisverblijven te ontmoedigen ondanks gunstige overheidsfinanciering voor kortverblijf, en identificeerde de financiering van vroedvrouwen in de thuiszorg en het gebrek aan een globaal dossier als aandachtspunten. Wetenschappelijke klinische richtlijnen voor postnatale zorg bleken niet afgestemd op de Belgische context.
* **Bouwstenen voor betere postnatale zorg (conform KCE):**
* Een multidisciplinair perinataal zorgnetwerk, inclusief een zorgplan, zorgcoördinatie en een registratietool.
* Een centrale perinatale zorgcoördinator binnen elk multidisciplinair zorgnetwerk.
* Een Nationaal Platform voor Perinatale Zorg dat alle betrokken instanties samenbrengt.
* Voorbereiding van de moeder op de postnatale periode vanaf het begin van de zwangerschap via een postnataal zorgplan.
* Thuiszorg door vroedvrouwen.
* Procedures voor heropname van pasgeborenen en hun moeders.
* Evidence-based, multidisciplinaire klinische paden.
* Klinische praktijkrichtlijnen en kwaliteitsindicatoren.
* Een coherent referentiekader voor kraamhulp thuis.
* Informele steunnetwerken.
* **Verdere KCE-studies:**
* Studie naar de organisatie van de materniteiten (2019).
* Studie naar de organisatie van de prenatale zorg bij gezonde zwangere vrouwen (2019).
#### 3.1.3 Good practice VBOV (Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen)
De VBOV biedt richtlijnen en aanbevelingen voor vroedvrouwen in de eerstelijns postnatale zorg.
* **Focus op continuïteit van zorg:** Het verzekeren van een naadloze overgang tussen zorgverleners en momenten in de zorgcyclus is essentieel.
* **Risicoselectie:** Het identificeren van moeders en baby's met specifieke behoeften voor gerichte ondersteuning.
* **Samenwerken en doorverwijzen:** Adequate overlegstructuren en doorverwijzingsprotocollen tussen verschillende zorgdisciplines zijn cruciaal.
* **Instrumenten:**
* Indicatielijsten om aan te geven wanneer overleg of verwijzing noodzakelijk is.
* Evidence-based zorg (EBM).
* Samenwerking binnen regionale vroedvrouwenkringen en met andere eerstelijnsactoren.
* Wisseling van informatie via digitale platforms (bv. eGezondheid, MyCareNet).
### 3.2 Uitdagingen in de postnatale zorg
De postnatale zorg wordt geconfronteerd met diverse uitdagingen, met name op het vlak van kwetsbare gezinnen en de continuïteit van zorg.
#### 3.2.1 Kwetsbare gezinnen
Gezinnen die fysiek, sociaal, financieel en/of psychologisch kwetsbaar zijn, vereisen bijzondere aandacht en gerichte ondersteuning.
* **Specifieke aandachtspunten:**
* Postnatale depressie en de verwerking van de geboorte, waarvoor psychologische ondersteuning noodzakelijk is.
* Armoede en de impact daarvan op het gezin en de zorg voor de baby.
* Opvoedingsondersteuning, zeker bij jonge of onervaren ouders.
* Gebruik van alcohol en andere middelen tijdens de zwangerschap of postnataal.
* Kindermishandeling en partnergeweld, waarbij vroegtijdige detectie en interventie cruciaal zijn.
* Ondersteuning voor vluchtelingen en nieuwkomersgezinnen.
* **Projecten voor kwetsbare gezinnen:**
* **Buddyprojecten:** Projecten waarbij studenten vroedkunde of vrijwilligers gezinnen ondersteunen met raad en daad (bv. Buddy bij de wieg, gecoördineerd door Expertisecentrum Kraamzorg).
* **Parelproject (Leuven):** Een initiatief dat hulpverlening postnataal aanbiedt.
* **Vroedvrouwenkringen en WOREL:** Werken aan richtlijnen en ondersteuning voor kwetsbare gezinnen in de eerste lijn.
#### 3.2.2 Continuïteit van zorg
Het waarborgen van een ononderbroken en gecoördineerde zorg, vooral bij de overgang tussen ziekenhuis en thuis, en tussen verschillende zorgverleners, is een grote uitdaging.
* **Werkpunten en knelpunten:**
* **Verhoogde werkdruk:** Door het verkort ziekenhuisverblijf moeten zorgverleners in het ziekenhuis dezelfde zorg in een kortere tijdsspanne toedienen, wat hun werkdruk verhoogt.
* **Data-uitwisseling:** Om zorg naadloos op elkaar te laten aansluiten, is gestandaardiseerde en digitale informatie-uitwisseling tussen zorgverleners essentieel. Een globaal, digitaal patiëntendossier is hierbij cruciaal.
* **Financiering:** Het budget voor prestaties van vroedvrouwen kan overschreden worden, wat de continuïteit van hun zorg kan beïnvloeden.
* **Samenwerking tussen 1e en 2e lijn:** Een betere afstemming en samenwerking is nodig om de overgang soepeler te laten verlopen.
* **Verzekerbaarheid en telematica:** De uitbouw van digitale infrastructuur en vergoedingsmodellen (bv. telematica premie voor zelfstandige vroedvrouwen) draagt bij aan de continuïteit.
* **Sleutelbegrippen voor continuïteit:**
* **Weten wie wat doet:** Een duidelijk overzicht van het zorgaanbod (bv. via de Sociale Kaart).
* **Samenwerken en doorverwijzen:** Effectieve interprofessionele samenwerking en communicatie.
* **Overleg in de regio:** Regionale netwerken en werkgroepen (bv. perinatale netwerken, vroedvrouwenkringen, eerstelijnszones, Zorgraden) bevorderen de afstemming.
* **Evidence-based practice (EBP):** Gebaseerd op wetenschappelijk bewijs en richtlijnen.
**Tip:** De Sociale Kaart is een onmisbaar instrument om het zorgaanbod in Vlaanderen en Brussel te raadplegen en te begrijpen wie welke zorg kan bieden. Raadpleeg deze databank regelmatig om op de hoogte te blijven van het actuele aanbod en de contactpersonen.
**Voorbeeld:** De begeleiding van een pasgeborene met specifieke medische noden na een ziekenhuisopname vereist een nauwe samenwerking tussen de vroedvrouw thuis, de kinderarts en de thuisverpleegkundige om een continue en gecoördineerde zorg te garanderen. Communicatie over de medische voorgeschiedenis en het behandelplan is hierbij essentieel.
---
# Ondersteunende diensten voor gezinnen en kwetsbare groepen
Dit onderdeel van de studiehandleiding richt zich op de diverse diensten die gezinnen en specifiek kwetsbare groepen ondersteunen, met aandacht voor de rol van Kind en Gezin, gezinszorg, aanvullende thuiszorg, en initiatieven rondom perinatale zorg.
### 4.1 Eerstelijnszorg: een overzicht
Eerstelijnszorg omvat rechtstreeks toegankelijke, ambulante, generalistische zorg voor niet-gespecificeerde gezondheids- of welzijnsgerelateerde problemen van fysieke, psychologische en sociale aard. Het vormt doorgaans het eerste contact met professionele zorg en kan diagnostische, curatieve, revaliderende en palliatieve zorg bieden. Preventie voor individuen en risicogroepen behoort eveneens tot de taken, rekening houdend met de persoonlijke en sociale context van cliënten en de continuïteit van zorg.
#### 4.1.1 Actoren in de eerstelijnszorg
De eerstelijnszorg wordt geleverd door een breed scala aan professionals en organisaties:
* **Zorgaanbieders:** Apothekers, diëtisten, huisartsen, kinesitherapeuten, psychologen, tandartsen, logopedisten, (thuis)verpleegkundigen, vroedvrouwen, zorgkundigen, ergotherapeuten, podologen, verzorgenden, sociaal werkers.
* **Actoren welzijnszorg:** Woonzorgactoren, centra voor algemeen welzijnswerk (CAW), openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW), opbouwwerk, buurtwerk, verenigingen waar armen het woord nemen, jeugdzorg, sector personen met beperking, Kind en Gezin (Opgroeien).
#### 4.1.2 Eerstelijnszones en zorgraden
Eerstelijnszones zijn netwerken van eerstelijnsaanbieders binnen een geografisch afgebakend gebied (ongeveer 75.000 tot 125.000 inwoners). De zorgraden binnen deze zones sturen de werking aan, faciliteren de uitwisseling van kennis en informatie, stemmen de activiteiten op elkaar af en bekijken lokale zorg- en welzijnsnoden ter verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg.
> **Tip:** Het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL) fungeert als kenniscentrum en platform voor dialoog tussen eerstelijnsactoren en de overheid, gefinancierd door de Vlaamse overheid.
#### 4.1.3 De Sociale Kaart
De Sociale Kaart is een centrale databank die het zorg- en welzijnsaanbod in Vlaanderen en Brussel toegankelijk maakt voor burgers, hulpverleners en lokale besturen. De databank wordt actueel gehouden door de zorgaanbieders zelf en ondergaat kwaliteitscontroles.
### 4.2 Rol van de vroedvrouw in de eerste lijn
De eerstelijnsverpleegkundige speelt een cruciale rol in de perinatale zorg en ondersteuning van gezinnen.
#### 4.2.1 De eerstelijnsverpleegkundige
De eerstelijnsverpleegkundige is bevoegd voor grondige prenatale medische begeleiding, detectie van problemen tijdens zwangerschap en bevalling, en werkt samen met gynaecologen voor echografieën of bij medische complicaties. Zij begeleidt de bevalling thuis of in een geboortehuis en neemt de postnatale medische zorgen op zich, zowel na thuisbevallingen als na ziekenhuisverblijven. Diensten omvatten advies tijdens de kraamperiode, borstvoedingsbegeleiding en medische zorgen (bv. wondzorg na keizersnede) tot een jaar na de bevalling.
#### 4.2.2 Vroedvrouwenkringen
Om de extramurale zorg door vroedvrouwen gestructureerd uit te bouwen, wordt gewerkt vanuit regionale vroedvrouwenkringen. Deze kringen, bestaande uit vroedvrouwen uit een welbepaalde regio, faciliteren intercollegiaal overleg, versterken de banden tussen vroedvrouwen en bieden een draagvlak voor interdisciplinair overleg.
#### 4.2.3 Samenwerking en doorverwijzing
Samenwerking en doorverwijzing zijn essentieel binnen de eerstelijnszorg. De vroedvrouw werkt nauw samen met andere zorgverleners zoals gynaecologen, kinderartsen, huisartsen en thuisverpleegkundigen om de continuïteit van zorg te waarborgen.
> **Tip:** Een belangrijk instrument voor samenwerking en doorverwijzing is de "indicatielijst" die aangeeft wanneer overleg of verwijzing naar andere zorgverleners aangewezen is.
### 4.3 Andere eerstelijns zorgaanbieders en diensten
Naast vroedvrouwen zijn er diverse andere belangrijke eerstelijns zorgaanbieders:
* **Huisarts:** De spilfiguur binnen de eerstelijnszorg, die zelfstandig of in groep werkt en vergoed wordt per prestatie. Het Globaal Medisch Dossier (GMD) bundelt alle medische gegevens van een patiënt.
* **Thuisverpleging:** Diensten die georganiseerd worden door één of meer verpleegkundigen, zoals het Wit Gele Kruis van Vlaanderen, Solidariteit voor het Gezin, en thuiszorgdiensten van de Socialistische Mutualiteit. Zelfstandige verpleegkundigen worden vergoed op basis van forfaitaire honoraria.
* **Apothekers:** Bieden begeleiding en advies rond correct medicatiegebruik en bouwen een vertrouwensrelatie op, wat van belang is voor personen met een langdurige zorgnood.
* **Kinesitherapeuten:** Gericht op menselijk bewegen en gezond functioneren, met specifieke aandacht voor bijvoorbeeld bekkenbodemreëducatie.
* **Kraamzorg:** Biedt verzorgende hulp (kraamhulp) en medische hulp (door vroedvrouw of huisarts).
* **Lactatiekundige (IBCLC):** Specialisten in borstvoedingsbegeleiding met een aanvullende opleiding.
* **Psycholoog/psychiater/therapeut:** Worden vaak ingeschakeld via doorverwijzing van de huisarts of gynaecoloog, bijvoorbeeld bij postpartum depressie of de verwerking van de geboorte.
* **FARA Luister- en informatiepunt:** Biedt een luister- en informatiepunt rond zwangerschapskeuzes en begeleiding bij besluitvorming. Het is een expertisecentrum rond ongeplande zwangerschap, tienerzwangerschap, abortus en prenatale diagnose.
### 4.4 Gezinszorg en aanvullende thuiszorg
Deze diensten bieden ondersteuning aan gezinnen in hun eigen leefomgeving.
#### 4.4.1 Gezinszorg
Gezinszorg omvat persoonsverzorging, huishoudelijke hulp, psychosociale en pedagogische ondersteuning en begeleiding. Diensten voor gezinszorg zijn erkend door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en bestaan zowel uit openbare als private initiatieven.
#### 4.4.2 Aanvullende thuiszorg
Aanvullende thuiszorg richt zich voornamelijk op schoonmaak van de woning en kan ook karwei- en oppashulp omvatten. Ook deze diensten zijn erkend door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en kennen zowel openbare als private aanbieders.
### 4.5 Kind en Gezin (Opgroeien)
Kind en Gezin, onderdeel van het Agentschap Opgroeien (vanaf 2020), heeft als kerntaak de regie van de preventieve gezinsondersteuning en de kinderopvang in Vlaanderen en Brussel. De missie is om elk kind kansrijk te laten opgroeien.
#### 4.5.1 Algemeen en specifiek aanbod
Kind en Gezin biedt een algemeen aanbod voor iedereen en een specifiek aanbod voor bepaalde doelgroepen, waaronder preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang, het Groeipakket, pleegzorg, adoptie en jeugdhulp.
#### 4.5.2 Preventive gezinsondersteuning
Vanuit de lokale teams (57 teams in totaal) wordt psycho-pedagogische, sociale en medisch preventieve zorg aangeboden, vanaf de zwangerschap tot 3 jaar. Het aanbod omvat:
* **Startgesprek tijdens de zwangerschap:** Informatie en verwachtingen van het gezin.
* **Basisprogramma na de geboorte:** Huisbezoeken door verpleegkundigen, consulten door artsen, gehoortesten en vaccinaties op specifieke tijdstippen tot 30 maanden.
* **Kind en Gezin - preventieve gezondheidszorg:** Ondersteuning van gezinnen en toekomstige ouders met specifieke behoeften inzake gezondheid, ontwikkeling en opvoeding, waaronder advies over huilen, slapen, eten en interactie tussen ouders en kinderen.
* **Vaccinatiedatabank:** Een databank die vaccinatiegegevens van elk kind in Vlaanderen raadpleegbaar en aanvulbaar maakt voor artsen.
#### 4.5.3 Kind en Gezin - Kinderopvang
Kind en Gezin reguleert en ondersteunt voorschoolse en buitenschoolse opvang, evenals opvang voor specifieke doelgroepen en opvangvragen zoals zieke kinderen.
### 4.6 Ontwikkelingen in de postnatale zorg
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft studies uitgevoerd naar de organisatie van de zorg na de bevalling, met een focus op verkorte ziekenhuisverblijven.
#### 4.6.1 Knelpunten en aanbevelingen
Studies wijzen op een "zorg-vacuüm" door het ontbreken van thuiskraamzorg na een verkort ziekenhuisverblijf. Aanbevelingen omvatten:
* **Multidisciplinair perinataal zorgnetwerk:** Met zorgplannen, zorgcoördinatie en registratietools.
* **Centrale perinatale zorgcoördinator:** Binnen elk zorgnetwerk.
* **Nationaal Platform voor Perinatale Zorg:** Om alle betrokken instanties samen te brengen.
* **Voorbereiding op de postnatale periode:** Vanaf het begin van de zwangerschap, met behulp van een postnataal zorgplan.
* **Thuiskraamzorg door vroedvrouwen:** Met een coherent referentiekader.
* **Evidence-based, multidisciplinaire klinische paden en kwaliteitsindicatoren.**
#### 4.6.2 Resultaten van projecten
Projecten zoals het "Buddyproject" en het "Parelproject" in Leuven tonen de waarde aan van extra ondersteuning voor kwetsbare gezinnen. Studenten vroedkunde kunnen ingezet worden als "buddy" om gezinnen te ondersteunen.
> **Tip:** De sleutel tot kwaliteitsverbetering in de postnatale zorg ligt in communicatie en continuïteit van zorg, met nauwere samenwerking tussen eerste- en tweedelijnszorgverleners.
### 4.7 Kwetsbare gezinnen
Kwetsbare gezinnen vereisen bijzondere aandacht, zowel fysiek, sociaal, financieel als psychologisch. Diensten zoals het buddyproject en specifieke projecten voor kwetsbare gezinnen zijn ontwikkeld om deze doelgroep te ondersteunen.
#### 4.7.1 Buddyprojecten
Initiatieven zoals het buddyproject, gecoördineerd door expertisecentra zoals het Expertisecentrum Kraamzorg 'De Amerijtje' in Limburg, verbinden studenten vroedkunde met gezinnen die ondersteuning nodig hebben.
#### 4.7.2 Projecten voor kwetsbare gezinnen
Er bestaan specifieke projecten die zich richten op de noden van kwetsbare gezinnen, wat aangeeft dat deze groep extra ondersteuning behoeft.
### 4.8 Perinatale zorgnetwerken
Perinatale zorgnetwerken, zoals het netwerk "De Kraamtuin" in Limburg, verenigen professionele hulpverleners om de perinatale zorg en begeleiding te verbeteren. Er zijn zeven perinatale netwerken in Limburg.
#### 4.8.1 Doelstellingen perinatale netwerken
Het hoofddoel is te zorgen dat elk kind en zijn gezin een gelijke kans krijgt op een gezond en gelukkig leven door de perinatale zorg en begeleiding te optimaliseren. Dit omvat ook de ondersteuning van kwetsbare gezinnen en het bevorderen van een goede overgang van ziekenhuis naar thuis.
### 4.9 Nulde lijn, eerste lijn en tweede lijn
Dit echelonneringsmodel beschrijft de verschillende niveaus van zorg:
* **Nulde lijn:** Dichtst bij de patiënt, omvat zelfzorg, mantelzorg en zorg in het eigen milieu door de onmiddellijke omgeving, evenals zelfhulpgroepen.
* **Eerstelijnszorg:** Generalistische zorg, het eerste contact met professionele zorg.
* **Tweedelijnszorg:** Gespecialiseerde zorg, vaak in het ziekenhuis of door specialisten.
> **Tip:** Het correct doorverwijzen naar de juiste lijn van zorg is cruciaal voor een efficiënte en effectieve hulpverlening.
### 4.10 Financiële en beleidsmatige aspecten
De financiering van vroedvrouwen en de organisatie van de postnatale zorg zijn voortdurend in ontwikkeling.
#### 4.10.1 Budgetten en prestaties
De prestaties van vroedvrouwen kunnen leiden tot overschrijding van budgetten. Er zijn echter ook financiële tegemoetkomingen, zoals de telematica premie voor zelfstandige vroedvrouwen. Het RIZIV-budget voor vroedvrouwen is toegenomen.
#### 4.10.2 Verkort ziekenhuisverblijf
Ondanks het verkorte ziekenhuisverblijf zijn er geen indicaties voor een negatieve invloed op de gezondheid van moeder en kind. Moeders geven aan tevreden te zijn over de zorgverlening, hoewel de werkdruk voor zorgverleners in het ziekenhuis kan toenemen door de kortere verblijfstijd.
#### 4.10.3 Wetenschappelijke richtlijnen
Studies van het KCE en richtlijnen van de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen (VBOV) vormen de basis voor evidence-based zorgpraktijken in de postnatale zorg. De Werkgroep Ontwikkeling Richtlijnen 1e Lijn (WOREL) werkt aan richtlijnen voor de eerstelijnszorg, waaronder "Postpartumcare in 1e lijn".
### 4.11 Kernbegrippen voor een goede zorgverlening
Essentiële concepten voor kwalitatieve zorgverlening zijn:
* **Continuïteit van zorg verzekeren:** Door nauwe samenwerking tussen zorgaanbieders.
* **Risicoselectie:** Het identificeren van gezinnen die extra ondersteuning nodig hebben.
* **Samenwerken en doorverwijzen:** Efficiënt gebruikmaken van elkaars expertise.
* **Instrumenten:** Gebruik maken van tools zoals de Sociale Kaart en indicatielijsten.
* **Evidence-based practice (EBP):** Zorg baseren op wetenschappelijk bewijs.
* **Overleg in de regio:** Faciliteren van interdisciplinaire en intercollegiale dialoog.
De gezamenlijke inspanning van alle betrokken zorgverleners, met een gedeelde visie op de behoeften van gezinnen en kwetsbare groepen, is cruciaal voor het creëren van een ondersteunend zorglandschap.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Eerstelijnszorg | Rechtstreeks toegankelijke, ambulante, generalistische zorg voor niet-gespecificeerde gezondheids- of welzijnsgerelateerde problemen, zowel van fysieke, psychologische als sociale aard. Vormt in de regel het eerste contact met professionele zorg en kan diagnostische, curatieve, revaliderende en palliatieve zorg verlenen. |
| Nulde lijn | Zorg die het dichtst bij de patiënt staat en zich richt op zelfzorg, mantelzorg en zorg binnen de onmiddellijke omgeving en zelfhulpgroepen, ter ondersteuning van het welzijn. |
| Tweedelijnszorg | Gespecialiseerde medische zorg die doorverwijzing vereist van een eerstelijnszorgverlener en meestal in een ziekenhuisomgeving plaatsvindt. |
| Doorverwijzing | Het proces waarbij een zorgverlener een patiënt doorstuurt naar een andere zorgverlener of instantie die gespecialiseerde hulp kan bieden. |
| Vroedvrouw | Een zorgverlener die bevoegd is voor medische begeleiding tijdens zwangerschap, bevalling en postnatale periode, inclusief het detecteren van problemen en het geven van advies. |
| Lactatiekundige (IBCLC) | Een specialist in de begeleiding bij borstvoeding, die hiervoor een aanvullende opleiding heeft gevolgd. |
| Kraamzorg | Hulp die geboden wordt aan pas bevallen moeders en hun baby, en die kan bestaan uit verzorgende hulp (kraamhulp) en medische hulp. |
| Kraamverzorgster | Een professional die verzorgende en huishoudelijke hulp biedt aan gezinnen in de kraamperiode. |
| Huisarts | De spilfiguur binnen de eerstelijnszorg, die algemene medische zorg verleent en patiënten kan doorverwijzen naar specialisten. |
| Pediater | Een arts gespecialiseerd in de gezondheid en ziekte van kinderen. |
| Gynaecoloog | Een arts gespecialiseerd in de vrouwelijke voortplantingsorganen en zwangerschap. |
| Verpleegkundige | Een zorgverlener die medische en verzorgende taken uitvoert, zowel in het ziekenhuis als in de thuiszorg. |
| Kraamgezin | Een gezin dat een pasgeboren kind heeft en behoefte heeft aan ondersteuning tijdens de kraamperiode. |
| Perinataal netwerk | Een samenwerkingsverband van professionele hulpverleners die zich richten op het verbeteren van de perinatale zorg en begeleiding voor zwangere vrouwen, moeders en pasgeborenen. |
| Kwetsbare gezinnen | Gezinnen die extra ondersteuning nodig hebben vanwege diverse uitdagingen, zoals financiële problemen, psychische aandoeningen of andere sociale kwetsbaarheden. |
| Geïntegreerde zorgcoördinatie | Het afstemmen en coördineren van zorg door verschillende zorgverleners om een coherent en volledig zorgtraject voor de patiënt te garanderen. |
| Zorgnetwerk | Een gestructureerd netwerk van zorgaanbieders binnen een bepaalde regio of voor een specifieke doelgroep, gericht op het optimaliseren van de zorg. |
| VIVEL (Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn) | Een organisatie die kennis en expertise levert ter ondersteuning van de brede eerstelijnszorg in Vlaanderen, gefinancierd door de Vlaamse overheid. |
| Eerstelijnszone | Een geografisch afgebakend gebied met een specifieke bevolkingsomvang (75.000 tot 125.000 inwoners), dat een netwerk vormt van eerstelijnsaanbieders. |
| Zorgraad | Een orgaan dat een eerstelijnszone aanstuurt, de uitwisseling van kennis bevordert en de lokale zorg- en welzijnsnoden in kaart brengt. |
| Mantelzorg | Zorg die verleend wordt door familie, vrienden of andere naasten van een patiënt of cliënt, naast professionele zorg. |
| Zelfhulpgroepen | Groepen mensen die elkaar opzoeken vanuit een gemeenschappelijke problematiek om elkaar te ondersteunen en ervaringen uit te wisselen. |
| Kraanhuizen | Centra of instellingen die gespecialiseerde zorg en begeleiding bieden tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode. |
| Buddyproject | Een project waarbij studenten vroedkunde een buddygezin ondersteunen met raad en daad, om de zorg en begeleiding te verbeteren. |
| KCE (Kenniscentrum - Centre d'Expertise) | Een onafhankelijke onderzoeksinstelling die wetenschappelijke adviezen verleent over onderwerpen gerelateerd aan gezondheidszorg, vaak op vraag van de overheid of andere instanties. |
| Postnatale zorg | De medische en psychosociale zorg die wordt geboden aan de moeder en de pasgeborene na de bevalling. |
| Continuïteit van zorg | Het waarborgen dat zorg naadloos wordt voortgezet over tijd en tussen verschillende zorgverleners, zonder onderbrekingen of dubbel werk. |
| Evidence-based zorg (EBM) | Zorgverlening gebaseerd op wetenschappelijk bewijs en de beste beschikbare klinische gegevens, gecombineerd met klinische expertise en patiëntvoorkeuren. |
| Risicoselectie | Het identificeren van patiënten of gezinnen met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen of andere uitdagingen, om gerichte ondersteuning te kunnen bieden. |
| Telematica premie | Een financiële tegemoetkoming die wordt toegekend aan zelfstandige vroedvrouwen voor het gebruik van telematica in hun praktijkvoering. |
| WOREL | Werkgroep ontwikkeling richtlijnen 1e lijn, een multidisciplinaire werkgroep die richtlijnen ontwikkelt voor de eerstelijnszorg, gesubsidieerd door het RIZIV. |