Cover
Empieza ahora gratis W1 Academiejaar 2025-26 - Collectief arbeidsrecht.pptx
Summary
# Introductie tot collectief arbeidsrecht
Dit onderdeel introduceert de basisprincipes van collectief arbeidsrecht, de betrokken partijen en de belangrijkste instrumenten zoals collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's).
### 1.1 Het collectief arbeidsrecht: essentie en toepassingsgebied
Collectief arbeidsrecht is het deel van het arbeidsrecht dat zich richt op de collectieve aspecten van arbeid. In deze context wordt enkel het collectief arbeidsrecht in de private sector besproken, aangezien de publieke sector een andere regeling kent. Het collectief arbeidsrecht heeft in de praktijk een groot en praktisch belang voor zowel werkgevers als werknemers. Het omvat de regels en procedures rondom collectief overleg tussen sociale partners, de drukkingsmiddelen die daarbij gebruikt kunnen worden, en de resultaten van dit overleg, met name de collectieve arbeidsovereenkomst (cao).
### 1.2 Partijen bij het collectief arbeidsrecht: de sociale partners
De kernpartijen binnen het collectief arbeidsrecht worden aangeduid als de 'sociale partners'. Dit zijn de organisaties die de belangen van werknemers en werkgevers vertegenwoordigen en deelnemen aan collectief overleg.
#### 1.2.1 Werknemerszijde: vakbonden
De werknemerszijde wordt vertegenwoordigd door werknemersverenigingen, beter bekend als vakbonden. In België zijn er drie representatieve vakbonden: het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV), het Algemeen Verb diverse Werknemerscentrale (ABVV) en het Algemeen Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB). Hoewel deze vakbonden geen rechtspersoonlijkheid bezitten, hebben ze diverse wettelijke opdrachten.
Om als vakbond representatief te worden erkend, moet deze voldoen aan specifieke voorwaarden:
* Opgericht zijn voor heel België (niet beperkt tot één regio).
* Interprofessioneel zijn, wat betekent dat ze werknemers uit verschillende sectoren en beroepen vertegenwoordigen.
* Minstens vijftigduizend leden tellen.
* Zetel hebben in twee belangrijke overlegorganen: de Sociaal-Economische Raad van de Regio (SERV) en een nationaal overlegorgaan.
Een vakbond die wel aan de ledenaantal- en oprichtingsvereisten voldoet, maar geen zetel heeft in een arbeidsraad, wordt niet als representatief erkend. Vakbonden worden beschouwd als feitelijke verenigingen, wat minder publiciteit met zich meebrengt dan een rechtspersoonlijkheid, maar ze beschikken toch over eigen rechten.
#### 1.2.2 Werkgeverszijde: werkgeversverenigingen
De werkgeverszijde wordt vertegenwoordigd door werkgeversverenigingen. Er zijn meerdere representatieve organisaties, vaak met rechtspersoonlijkheid, die diverse wettelijke opdrachten vervullen. Enkele belangrijke werkgeversorganisaties zijn:
* Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO): een interprofessionele koepelorganisatie.
* UNIZO: vertegenwoordigt zelfstandige ondernemers, met een beperkter aantal werknemers.
* De Boerenbond: behartigt de belangen van boeren.
De tien topfunctionarissen van de belangrijkste representatieve organisaties vormen de zogenaamde 'Groep van 10'. Deze groep wordt voorgezeten door de Voorzitter van het VBO en fungeert als het hoogste, informele orgaan waaroverleg plaatsvindt.
> **Tip:** Begrijpen wie de sociale partners zijn en hoe hun vertegenwoordiging is georganiseerd, is cruciaal voor het begrijpen van het collectief arbeidsrecht.
### 1.3 Instellingen van sociaal overleg
Sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers vindt plaats binnen diverse instellingen, zowel op nationaal, sectoraal als ondernemingsvlak.
#### 1.3.1 Nationaal niveau
Op nationaal niveau is de **Nationale Arbeidsraad (NAR)** de belangrijkste instelling. De NAR heeft twee hoofdtaken:
1. **Adviesverlening:** Het geven van adviezen over nieuwe wetgeving en de evaluatie van bestaande wetgeving. Deze adviezen zijn niet bindend, maar worden wel serieus genomen door de overheid.
2. **Cao's sluiten:** Het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten die gelden voor heel België en betrekking hebben op zeer belangrijke onderwerpen, zoals tijdskrediet, behoud van rechten bij overgang van onderneming, en motivering bij ontslag. Tot nu toe zijn er honderden cao's gesloten door de NAR.
#### 1.3.2 Sectoraal niveau: paritaire comités
Economische activiteiten worden ingedeeld in bedrijfssectoren. Binnen elke sector is er een **paritair comité** dat paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties. Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen arbeiders en bedienden binnen een paritair comité.
De opdrachten van paritaire comités omvatten:
* **Cao's sluiten:** Het vastleggen van arbeidsvoorwaarden die specifiek zijn voor die bedrijfstak. Deze voorwaarden kunnen verschillen per paritair comité.
* **Bemiddelen in geschillen:** Het optreden als mediator bij conflicten tussen werkgevers en werknemers binnen de sector.
* **Advies geven:** Het uitbrengen van adviezen over diverse aangelegenheden binnen de sector.
* **Andere wettelijke taken:** Het uitvoeren van taken die door de wetgever aan hen zijn toevertrouwd.
> **Voorbeeld:** Het paritair comité 201 (kleinere kleinhandel) kent doorgaans minder gunstige arbeidsvoorwaarden dan paritair comité 202 (grotere kleinhandel).
#### 1.3.3 Ondernemingsvlak
Op het niveau van de individuele onderneming bestaan verschillende overlegorganen:
* **Ondernemingsraad (OR):** Opgericht in ondernemingen met minstens honderd werknemers. De OR bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers (verkozen tijdens sociale verkiezingen) en vertegenwoordigers van de werkgever (aangeduid door het management). De OR wordt voorgezeten door de werkgever. De taken van de OR omvatten het geïnformeerd worden, adviseren, en in uitzonderlijke gevallen beslissen (bv. collectieve vakantie).
* **Comité voor preventie en bescherming op het Werk (CPBW):** Opgericht in ondernemingen met minstens vijftig werknemers. Ook dit comité is paritair samengesteld. De belangrijkste taak is het adviseren en geïnformeerd worden inzake welzijn op het werk. Indien er geen OR is, informeert het CPBW ook over economische en financiële aangelegenheden.
* **Vakbondsafvaardiging (V.A.):** De voorwaarden voor de oprichting van een vakbondsafvaardiging verschillen per sector. De V.A. bestaat enkel uit werknemers, aangeduid door de vakbonden of verkozen door de werknemers. Hun taken omvatten onderhandelen over cao's op ondernemingsvlak, controle op de naleving van sociaal recht, tussenkomst bij geschillen, en informatievergaring (indien er geen OR of CPBW is).
#### 1.3.4 Europees niveau
In ondernemingen die in de Europese Unie minstens duizend werknemers tewerkstellen in minstens twee lidstaten, met elk minstens 150 werknemers, kan een **Europese Ondernemingsraad (EOR)** worden opgericht. De EOR vergadert doorgaans één of twee keer per jaar met werknemersvertegenwoordigers uit de betreffende lidstaten. De taak van de EOR is het geïnformeerd worden over en adviseren van transnationale aangelegenheden.
### 1.4 Drukkingsmiddelen bij collectief overleg
Tijdens collectief overleg kunnen de sociale partners drukmiddelen inzetten om hun eisen kracht bij te zetten. De belangrijkste drukmiddelen zijn staking en lock-out.
#### 1.4.1 Staking
Een staking is het bewust en collectief niet uitvoeren van de arbeid door werknemers met als doel druk uit te oefenen op de werkgever of de overheid. Het recht om te staken is een wettelijk erkend recht in België. Deelname aan een staking kan geen grond zijn voor ontslag. Stakingen kunnen verschillende vormen aannemen, variërend van het volledig neerleggen van het werk tot het minder 'normaal' uitvoeren van de arbeid. Werknemers hebben tijdens een staking geen recht op loon. Gesyndiceerde werknemers kunnen wel een vergoeding ontvangen van hun vakbond.
> **Tip:** Het recht om te staken is wettelijk beschermd, maar kent limieten. Zo mag een staking geen inbreuk maken op het eigendomsrecht, bijvoorbeeld door de toegang tot een winkel te blokkeren.
#### 1.4.2 Lock-out
Een lock-out is de tegenhanger van een staking, waarbij de werkgever weigert werkwillige werknemers toe te laten tot het werk. Een lock-out is in principe onwettig en geeft werknemers die hierdoor niet kunnen werken recht op een schadevergoeding die gelijkstaat aan hun loon. Lock-outs komen zeer zelden voor.
### 1.5 Collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
Een cao is een schriftelijke overeenkomst die gesloten wordt tussen:
* Eén of meer representatieve werknemersorganisaties (vakbonden) enerzijds, en
* Eén of meer werkgevers (ondernemings-cao) of één of meer representatieve werkgeversorganisaties anderzijds (cao in paritair comité of NAR).
Het is belangrijk op te merken dat werknemers zelf nooit partij zijn bij een cao.
#### 1.5.1 Inhoud van een cao
Cao's bevatten doorgaans twee soorten bepalingen:
* **Normatieve bepalingen:** Deze leggen de individuele of collectieve rechten en plichten van werknemers en werkgevers vast. Ze creëren dus rechten en plichten voor de werknemers en werkgevers die onder de cao vallen. Een collectieve normatieve bepaling kent een recht toe aan een groep werknemers, zoals het recht op douchen vanaf vijftien werknemers.
* **Obligatoire bepalingen:** Deze leggen de verplichtingen vast van de ondertekenende partijen zelf. Voor de werknemersorganisaties houdt dit de zogenaamde 'vredesplicht' in: na het sluiten van een akkoord mogen zij geen acties meer voeren over de overeengekomen materies. Voor de werkgeversorganisaties houdt dit in dat zij de inhoud van de cao moeten bekendmaken bij hun leden en de naleving ervan moeten promoten.
> **Voorbeeld:** CAO nr. 109 regelt het recht van werknemers om geïnformeerd te worden over de redenen van hun ontslag.
#### 1.5.2 Niveau's en voorwaarden voor cao's
Cao's kunnen gesloten worden op verschillende niveaus:
* **Nationale Arbeidsraad (NAR):** Voor heel België.
* **Paritaire comités:** Voor een specifieke bedrijfstak.
* **Onderneming(en):** Voor de onderneming(en) die de cao hebben gesloten.
Daarnaast moet een cao voldoen aan een aantal formele en inhoudelijke voorwaarden, zoals de taalvoorwaarde (tweetalig voor paritaire comités in België, tenzij de sector enkel in Vlaanderen of Wallonië actief is) en de correcte identificatie van de ondertekenende partijen en de duur van de cao.
#### 1.5.3 Binding van cao's
Cao's zijn bindend:
* **Ondernemings-cao:** Bindend voor de werkgever(s) die de cao hebben getekend.
* **Sectorale of intersectorale cao (NAR of PC):** Bindend voor werkgevers die lid zijn van de werkgeversorganisatie die de cao heeft getekend.
Na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad worden cao's uit PC's of de NAR bindend voor alle werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen, ook als zij geen lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisatie. Dit wordt de algemeen verbindendverklaring genoemd, die bij Koninklijk Besluit kan worden afgekondigd en de cao de waarde van een wet geeft. Elke werknemer, gesyndiceerd of niet, kan zich beroepen op de bepalingen van een geldende cao.
Het niet respecteren van een cao is een strafbaar feit. Er kan nog steeds worden afgeweken van een cao door het sluiten van een individuele overeenkomst met een werknemer, tenzij de cao dit expliciet verbiedt.
> **Tip:** De algemeen verbindendverklaring van een cao door de overheid is een cruciale stap die de cao kracht van wet geeft voor een bredere groep werkgevers en werknemers.
---
# Instellingen van sociaal overleg
Dit onderdeel beschrijft de verschillende niveaus en organen binnen het sociaal overleg, gaande van nationaal niveau tot ondernemingsvlak, inclusief de rol van de Nationale Arbeidsraad, paritaire comités, ondernemingsraden en Europese organen.
### 2.1 Sociaal overleg in België: de sociale partners
Collectief arbeidsrecht omvat het collectieve overleg tussen werkgevers en werknemers, de instellingen die dit overleg faciliteren, de drukmiddelen (staking en lock-out) en de resultaten daarvan (collectieve arbeidsovereenkomsten, CAO's).
De partijen bij het collectief arbeidsrecht, ook wel de 'sociale partners' genoemd, zijn:
* **Werknemerszijde:** vertegenwoordigd door werknemersorganisaties (vakbonden). In België zijn er drie representatieve vakbonden: het ACV, het ABVV en het ACLVB. Hoewel vakbonden geen rechtspersoonlijkheid hebben, bekleden ze wettelijke opdrachten. Om als representatieve vakbond erkend te worden, moet een organisatie opgericht zijn in heel België, interprofessioneel zijn (werknemers uit verschillende sectoren vertegenwoordigen) en minstens 50.000 leden tellen. Daarnaast is het belangrijk om vertegenwoordiging te hebben in overlegorganen zoals de SERV en op nationaal niveau.
* **Werkgeverszijde:** vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties. Enkele belangrijke representatieve organisaties zijn het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen), UNIZO (Unie van Zelfstandige Ondernemers) en de Boerenbond. Deze organisaties hebben vaak rechtspersoonlijkheid en vervullen wettelijke opdrachten.
De tien toplui van de belangrijkste representatieve organisaties vormen de 'Groep van 10'. Dit is het hoogste, informele orgaan waarbinnen overleg plaatsvindt.
### 2.2 Instellingen van sociaal overleg
Sociaal overleg vindt plaats op verschillende niveaus:
#### 2.2.1 Nationaal niveau: Nationale Arbeidsraad (NAR)
De Nationale Arbeidsraad is een cruciaal orgaan op nationaal niveau met twee hoofdtaken:
1. **Adviesverlening:** De NAR geeft advies over nieuwe wetgeving en de evaluatie van bestaande wetgeving. Deze adviezen zijn niet bindend, maar de overheid moet ze wel overwegen, zeker als er brede consensus over bestaat.
2. **CAO's sluiten:** De NAR sluit collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) die gelden voor heel België. Deze CAO's behandelen belangrijke onderwerpen zoals tijdskrediet, behoud van rechten bij overgang van onderneming, en motivering bij ontslag. Tot op heden zijn er 176 CAO's afgesloten op dit niveau. Een voorbeeld van een minimumloon dat hieruit kan voortkomen, is 2.111 euro bruto.
#### 2.2.2 Sectorale niveau: Paritaire Comités
Economische activiteiten worden ingedeeld in bedrijfssectoren. Per sector is er een **paritair comité**. Vaak wordt er een onderscheid gemaakt tussen arbeiders en bedienden binnen deze comités.
De opdrachten van paritaire comités omvatten:
* **CAO's sluiten:** Ze stellen CAO's op die de arbeidsvoorwaarden van werknemers binnen die specifieke sector vastleggen. De arbeidsvoorwaarden kunnen variëren per paritair comité; bijvoorbeeld, PC 201 (kleinere kleinhandel) heeft minder gunstige voorwaarden dan PC 202 (grotere kleinhandel).
* **Bemiddelen in geschillen:** Ze treden op als bemiddelaar bij conflicten.
* **Advies geven:** Ze verstrekken advies over diverse aangelegenheden.
* **Andere wettelijke taken:** Ze voeren taken uit die door de wetgever zijn toevertrouwd.
De activiteiten die onder een paritair comité vallen, worden bepaald bij Koninklijk Besluit (KB). Er kan ook sprake zijn van aanvullende paritaire comités. Een onderneming valt altijd onder een paritair comité.
#### 2.2.3 Ondernemingsvlak
Op het niveau van de onderneming bestaan de volgende organen:
* **Ondernemingsraad (OR):** In ondernemingen met minstens 100 werknemers.
* **Samenstelling:** Paritair, met werknemersvertegenwoordigers verkozen via sociale verkiezingen (om de 4 jaar) en werkgeversvertegenwoordigers (leidinggevenden) aangeduid door de werkgever.
* **Taken:** Informeren, adviseren en in uitzonderlijke gevallen beslissen (bv. collectieve vakantie).
* **Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW):** In ondernemingen met minstens 50 werknemers.
* **Samenstelling:** Paritair, met werknemersvertegenwoordigers verkozen via sociale verkiezingen en werkgeversvertegenwoordigers aangeduid door de werkgever.
* **Taken:** Adviseren en informeren inzake welzijn op het werk. Indien er geen OR is, verstrekt het CPBW ook economische en financiële informatie.
* **Vakbondsafvaardiging (VA):** De oprichtingsvoorwaarden verschillen per sector.
* **Samenstelling:** Enkel werknemers, aangeduid door vakbonden of verkozen door werknemers.
* **Taken:** Onderhandelen over CAO's, controle op de naleving van sociaal recht, tussenkomst bij geschillen, en informeren (indien er geen OR/CPBW is).
#### 2.2.4 Europees niveau: Europese Ondernemingsraad (EOR)
De Europese Ondernemingsraad is relevant voor ondernemingen die aan specifieke criteria voldoen:
* **Voorwaarden:** Minimaal 1.000 werknemers in de EU en minstens 150 werknemers in minstens twee lidstaten.
* **Functie:** Het hoofdbestuur vergadert met werknemersvertegenwoordigers uit de lidstaten waar de onderneming personeel tewerkstelt, doorgaans één of twee keer per jaar.
* **Taken:** Informeren en adviseren over transnationale aangelegenheden.
### 2.3 Collectieve arbeidstrafele
Dit betreft geschillen die collectieve verhoudingen raken:
* **Staking:**
* Een bewuste en collectieve weigering om arbeid te verrichten om druk uit te oefenen.
* Het recht tot staken is wettelijk erkend. Deelname aan een staking is geen grond voor ontslag.
* Stakingen kunnen verschillende vormen aannemen, van het volledig neerleggen van werk tot het minder 'normaal' uitvoeren van arbeid.
* **Inkomenssituatie:** Stakers hebben geen recht op loon. Gesyndiceerde werknemers kunnen wel een vergoeding van hun vakbond ontvangen. Soms is tussenkomst van de rechter nodig. Er gelden echter limieten, zoals geen inbreuk op eigendomsrechten. In specifieke sectoren (bv. NMBS) kan er een verplichting zijn om op bepaalde dagen niet te staken.
* **Lock-out:**
* De tegenhanger van een staking, waarbij de werkgever werkwillige werknemers weigert toe te laten tot het werk.
* Een lock-out is doorgaans onwettig en geeft werknemers recht op schadevergoeding gelijk aan hun loon.
* Lock-outs komen zelden voor.
#### 2.3.1 Voorbeeld conflict Audi
Het conflict bij Audi illustreert deze dynamiek. De beslissing van Audi om geen nieuw model te produceren in Vorst kan leiden tot informatie- en overlegprocedures met de ondernemingsraad, met mogelijke gevolgen zoals fabriekssluiting en banenverlies. De reactie van werknemers (staking) en de mogelijke reactie van de werkgever (lock-out) tonen de spanningen die hieruit kunnen voortvloeien. De betrokkenheid van een bemiddelaar en de uiteindelijke akkoorden schetsen het pad naar conflictresolutie.
### 2.4 Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
Een CAO is een schriftelijke overeenkomst tussen:
* Een of meer representatieve werknemersorganisaties (nooit individuele werknemers)
* Een of meer werkgevers (voor een ondernemings-cao) of een of meer representatieve werkgeversorganisaties (voor een cao in een paritair comité of de NAR).
Een CAO kent twee soorten bepalingen:
* **Normatieve bepalingen:** Leggen individuele of collectieve rechten en plichten van werknemers en werkgevers vast. Een voorbeeld is het recht op informatie bij ontslag (CAO 109) of het recht op douchen vanaf 15 werknemers.
* **Obligatoire bepalingen:** Verplichtingen die de ondertekenende partijen op zich nemen. Voor werknemersorganisaties is dit de 'vredesplicht' (geen acties voeren over het overeengekomen na akkoord). Voor werkgeversorganisaties houdt dit in dat ze de inhoud van de CAO bekendmaken en de naleving ervan promoten.
#### 2.4.1 Niveaus en binding
CAO's kunnen op verschillende niveaus worden afgesloten:
* **NAR:** Voor heel België.
* **Paritaire comités:** Voor een specifieke bedrijfstak. Deze zijn meestal tweetalig (Nederlands/Frans), tenzij de sector zich enkel in Vlaanderen of Wallonië bevindt.
* **Onderneming(en):** Voor de specifieke onderneming(en) die de cao sloten.
Een CAO moet voldoen aan taalvoorwaarden en inhoudelijke voorwaarden (identiteit van partijen, duur, etc.).
#### 2.4.2 Binding van CAO's
* **Ondernemings-cao:** Bindend voor de werkgever(s) die de cao tekende(n).
* **Sectorale of intersectorale cao:**
* Bindend voor werkgevers die lid zijn van de werkgeversorganisatie die de cao tekende.
* Na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (BS) is een sectorale of intersectorale CAO bindend voor alle werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen, zelfs als ze geen lid zijn van de ondertekenende organisatie. Dit geldt in het bijzonder voor CAO's uit paritaire comités of de NAR.
* **Algemeen verbindend verklaring (AVV):** Een CAO uit een PC of NAR kan via een Koninklijk Besluit (KB) algemeen verbindend worden verklaard. Vanaf dat moment heeft de CAO de waarde van een wet en is deze bindend voor alle werkgevers en werknemers die onder het toepassingsgebied vallen. Het niet respecteren van een CAO die algemeen verbindend is verklaard, is een strafbaar feit.
Iedere werknemer, gesyndiceerd of niet, kan zich beroepen op een CAO. Er kan wel van een CAO worden afgeweken door een individuele overeenkomst met de werknemer, tenzij de CAO dit expliciet verbiedt.
---
# Collectieve arbeidsgeschillen en hun afhandeling
Dit deel van het sociaal recht behandelt de methoden van collectieve arbeidsgeschillen, zoals stakingen en lock-outs, en geeft een voorbeeld van een conflict en de bemiddeling ervan.
### 3.1 Partijen bij collectief arbeidsrecht
Collectief arbeidsrecht regelt de collectieve aspecten van arbeid en richt zich op de private sector. De partijen bij dit collectieve overleg worden 'sociale partners' genoemd. Dit zijn enerzijds werknemersorganisaties (vakbonden) en anderzijds werkgeversorganisaties.
#### 3.1.1 Werknemerszijde
De werknemers worden vertegenwoordigd door werknemersverenigingen, ook wel vakbonden genoemd. Er zijn drie representatieve vakbonden in België: het ACV, het ABVV en het ACLVB. Hoewel vakbonden geen rechtspersoonlijkheid bezitten, hebben ze wel diverse wettelijke opdrachten. Om als vakbond representatief te worden erkend, moet deze in heel België actief zijn, interprofessioneel zijn (dus werknemers uit verschillende sectoren verenigen) en minimaal 50.000 leden hebben. Daarnaast moeten ze deelgenomen hebben aan overlegorganen zoals de SERV en op nationaal niveau.
#### 3.1.2 Werkgeverszijde
De werkgevers zijn verenigd in werkgeversverenigingen. Enkele belangrijke representatieve organisaties zijn het VBO (Vereniging van Belgische Ondernemingen), UNIZO (voor zelfstandige ondernemers) en de Boerenbond. Deze organisaties hebben vaak wel een rechtspersoonlijkheid en vervullen verschillende wettelijke opdrachten.
#### 3.1.3 De Groep van 10
De tien toplui van de belangrijkste representatieve organisaties vormen de 'Groep van 10'. Deze groep, die wordt voorgezeten door de voorzitter van het VBO, wordt vaak geraadpleegd als het hoogste, informele orgaan waaroverlegd wordt.
### 3.2 Instellingen van sociaal overleg
Er bestaan verschillende instellingen waar sociaal overleg plaatsvindt, op nationaal, sectoraal en ondernemingsvlak.
#### 3.2.1 Nationaal niveau
* **Nationale Arbeidsraad (NAR)**: Deze raad heeft twee belangrijke taken:
* Het geven van adviezen met betrekking tot nieuwe wetgeving en de evaluatie van bestaande wetgeving.
* Het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) die gelden voor heel België over zeer belangrijke onderwerpen, zoals tijdskrediet of het behoud van rechten bij de overgang van een onderneming.
#### 3.2.2 Sectorale niveau
* **Paritair comité**: Per bedrijfssector wordt een paritair comité opgericht. Deze comités hebben als opdrachten:
* Het sluiten van CAO's die de arbeidsvoorwaarden van werknemers vastleggen. Deze voorwaarden kunnen verschillen per paritair comité.
* Het bemiddelen in geschillen.
* Het geven van adviezen.
* Het uitvoeren van andere door de wetgever toevertrouwde taken.
#### 3.2.3 Ondernemingsvlak
* **Ondernemingsraad (OR)**: Opgericht in ondernemingen met minimaal 100 werknemers. De OR heeft als taak geïnformeerd te worden, te adviseren en in uitzonderlijke gevallen te beslissen (bv. over collectieve vakantie).
* **Comité voor preventie en bescherming op het Werk (CPBW)**: Ingericht in ondernemingen met minimaal 50 werknemers. Het CPBW heeft als taak te adviseren en geïnformeerd te worden inzake welzijn op het werk. Als er geen OR is, informeert het CPBW ook over economische en financiële aangelegenheden.
* **Vakbondsafvaardiging (VA)**: Deze vertegenwoordigt de werknemers en heeft tot taak te onderhandelen over CAO's, toe te zien op de naleving van sociaal recht, tussen te komen bij geschillen en geïnformeerd te worden.
#### 3.2.4 Europees niveau
* **Europese ondernemingsraad (EOR)**: Opgericht in ondernemingen die minstens 1.000 werknemers tewerkstellen in de EU en in minstens twee lidstaten minstens 150 werknemers hebben. De EOR vergadert met werknemersvertegenwoordigers uit de verschillende lidstaten en wordt geïnformeerd over en adviseert over transnationale aangelegenheden.
### 3.3 Collectieve arbeidsgeschillen
Collectieve arbeidsgeschillen ontstaan wanneer er een conflict is tussen werkgevers en werknemers die niet op individuele basis opgelost kan worden. De belangrijkste middelen om druk uit te oefenen zijn stakingen en lock-outs.
#### 3.3.1 Staking
Een staking is het bewust en collectief niet uitvoeren van arbeid met als doel druk uit te oefenen. Het recht om te staken is wettelijk erkend en deelname aan een staking is geen grond voor ontslag. Stakingen kunnen verschillende vormen aannemen, variërend van het volledig neerleggen van werk tot het minder 'normaal' uitvoeren van arbeid. Werknemers hebben tijdens een staking geen recht op loon. Gesyndiceerde werknemers kunnen echter wel een vergoeding ontvangen van hun vakbond. De deelname aan een staking mag geen inbreuk maken op het eigendomsrecht.
#### 3.3.2 Lock-out
Een lock-out is de tegenhanger van een staking, waarbij de werkgever weigert werkwillige werknemers toe te laten tot het werk. Een lock-out is doorgaans onwettig en werknemers hebben recht op een schadevergoeding die gelijk is aan hun loon. Lock-outs komen zeer zelden voor.
#### 3.3.3 Voorbeeld: Conflict Audi
* **Beslissing van Audi**: Het moederbedrijf Audi beslist geen nieuw model meer te produceren in Vorst. Dit leidt tot de vrees voor sluiting van de fabriek en massale werkloosheid.
* **Reactie van werknemers**: De werknemers leggen het werk neer (staking). Er wordt ook melding gemaakt van het wegnemen van autosleutels, wat als diefstal kan worden beschouwd.
* **Reactie van werkgever**: De fabriek wordt stilgelegd, waardoor ook werkwillige arbeiders niet kunnen werken en geen loon ontvangen (lock-out).
* **Bemiddeling**: Een bemiddelaar treedt tussenbeide, wat leidt tot een akkoord. De staking wordt stopgezet, het werk wordt hervat. Audi legt geen klacht neer wegens diefstal van autosleutels, en er wordt toch loon betaald (ongeacht of dit voor alle werknemers geldt, is niet duidelijk).
### 3.4 Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
Een CAO is een schriftelijke overeenkomst tussen enerzijds een of meer representatieve werknemersorganisaties en anderzijds een of meer werkgevers of representatieve werkgeversorganisaties. CAO's kunnen gesloten worden op het niveau van de onderneming, het paritair comité of de Nationale Arbeidsraad.
#### 3.4.1 Inhoud van een CAO
* **Normatieve bepalingen**: Deze leggen de individuele of collectieve rechten en plichten van werknemers en werkgevers vast. Een voorbeeld is het recht van werknemers om geïnformeerd te worden over hun ontslag.
* **Obligatoire bepalingen**: Deze leggen de verplichtingen vast van de ondertekenende partijen. Voor werknemersorganisaties houdt dit de 'vredesplicht' in: na het sluiten van een akkoord mogen er geen acties meer worden gevoerd over de overeengekomen materie. Voor werkgeversorganisaties geldt de plicht om de inhoud van de CAO bekend te maken bij werkgevers en de naleving ervan te promoten.
#### 3.4.2 Niveaus van CAO's
CAO's kunnen gelden voor:
* **Gans België**: Gesloten door de Nationale Arbeidsraad (NAR).
* **Bedrijfstak**: Gesloten door paritaire comités.
* **Onderneming(en)**: Gesloten door de werkgever(s) en werknemersorganisaties binnen de onderneming.
Een CAO moet bovendien voldoen aan specifieke voorwaarden, waaronder een taalvoorwaarde (meestal tweetalig, tenzij de sector enkel in één taalregio actief is) en diverse inhoudelijke voorwaarden (zoals de correcte identiteit van de ondertekenende partijen en de duur van de CAO).
#### 3.4.3 Binding van een CAO
Een CAO is bindend voor:
* In geval van een ondernemings-CAO: de werkgever(s) die de CAO tekende(n).
* In geval van een sectorale of intersectorale CAO: de werkgevers die lid zijn van de werkgeversorganisatie die de CAO heeft ondertekend.
Na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad is een CAO bindend voor alle werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen. Een CAO kan door de Koning algemeen verbindend worden verklaard, waardoor deze de waarde van een wet krijgt voor alle werkgevers en werknemers die eronder vallen. Het niet respecteren van een CAO is een strafbaar feit.
> **Tip:** Hoewel een CAO initieel bindend is voor de ondertekenende partijen, kan via een algemeen verbindend verklaring bij Koninklijk Besluit (KB) de CAO bindend worden voor alle werkgevers en werknemers binnen de toepassingssfeer. Dit geeft de CAO de kracht van een wet.
---
# De collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
Dit onderdeel behandelt de definitie, inhoud, verschillende niveaus, bindende kracht en de procedure voor algemeen verbindend verklaring van collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's).
### 4.1 Introductie tot collectief arbeidsrecht en cao's
Collectief arbeidsrecht is het deel van het arbeidsrecht dat zich bezighoudt met de collectieve aspecten van arbeid. In België speelt dit recht een grote praktische rol voor zowel werkgevers als werknemers. De centrale actoren in dit overleg worden aangeduid als de 'sociale partners'. Het resultaat van dit overleg is de collectieve arbeidsovereenkomst (cao).
### 4.2 Partijen bij collectief overleg: de sociale partners
De sociale partners bestaan aan de werknemerszijde uit representatieve werknemersorganisaties (vakbonden) en aan de werkgeverszijde uit representatieve werkgeversorganisaties.
#### 4.2.1 Werknemersorganisaties (vakbonden)
Om als vakbond representatief erkend te worden, moet deze aan diverse voorwaarden voldoen. Ze moeten in heel België opgericht zijn en werknemers uit verschillende sectoren vertegenwoordigen (interprofessioneel). Er is een ledenaantal van minstens 50.000 vereist. Daarnaast moeten ze vertegenwoordigd zijn in belangrijke overlegorganen zoals de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Nationale Arbeidsraad (NAR). Een vakbond hoeft geen rechtspersoonlijkheid te bezitten om taken uit te voeren, maar een rechtspersoonlijkheid maakt het eenvoudiger om aan te spreken. De drie belangrijkste representatieve vakbonden in België zijn het ACV, ABVV en ACLVB.
#### 4.2.2 Werkgeversorganisaties
Ook werkgevers organiseren zich in verenigingen. De belangrijkste interprofessionele organisatie is het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Andere representatieve organisaties, vaak per bedrijfstak, zijn onder andere UNIZO en de Boerenbond.
#### 4.2.3 De Groep van 10
De tien hooggeplaatste vertegenwoordigers van de belangrijkste representatieve organisaties vormen de 'Groep van 10'. Dit orgaan wordt vaak geraadpleegd als het hoogste, informele orgaan voor interprofessioneel overleg.
### 4.3 Instellingen van sociaal overleg
Er bestaan verschillende niveaus waarop sociaal overleg plaatsvindt.
#### 4.3.1 Nationaal niveau
Op nationaal niveau is de **Nationale Arbeidsraad (NAR)** de belangrijkste instelling. Deze heeft twee kerntaken:
1. Het geven van adviezen over nieuwe wetgeving en de evaluatie van bestaande wetgeving. Deze adviezen zijn niet bindend, maar de overheid zal hier in de praktijk rekening mee houden.
2. Het sluiten van cao's die gelden voor heel België en die betrekking hebben op zeer belangrijke onderwerpen, zoals tijdskrediet of het behoud van rechten bij overgang van onderneming.
#### 4.3.2 Sectorniveau
Economische activiteiten worden ingedeeld in bedrijfstakken, waarvoor **paritaire comités** zijn opgericht. Deze comités, vaak onderverdeeld naar gelang arbeiders en bedienden, hebben de volgende opdrachten:
* Het sluiten van cao's die de arbeidsvoorwaarden voor werknemers binnen die specifieke sector vastleggen. Deze voorwaarden kunnen verschillen per paritair comité.
* Het bemiddelen in geschillen.
* Het geven van adviezen.
* Het uitvoeren van andere wettelijk toevertrouwde taken.
Een koninklijk besluit bepaalt welke activiteiten onder welk paritair comité vallen. Een aanvullend paritair comité kan ook bestaan.
#### 4.3.3 Ondernemingsniveau
Op het niveau van de onderneming zijn er diverse organen van sociaal overleg:
* **Ondernemingsraad (OR):** In ondernemingen met minstens 100 werknemers. De OR heeft een paritaire samenstelling en de werknemersvertegenwoordigers worden verkozen tijdens de vierjaarlijkse sociale verkiezingen. De taken omvatten informatie, advisering en soms beslissingsbevoegdheid (bv. over collectieve vakantie).
* **Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW):** In ondernemingen met minstens 50 werknemers. Ook dit comité is paritair samengesteld en richt zich op welzijn op het werk. Indien er geen OR is, dient het CPBW ook voor economische en financiële informatie.
* **Vakbondsafvaardiging (VA):** De voorwaarden voor de oprichting verschillen per sector. De VA onderhandelt over cao's, controleert de naleving van sociaal recht en treedt op bij geschillen.
* **Europese ondernemingsraad (EOR):** In ondernemingen met minstens 1.000 werknemers in de EU, waarvan minstens 150 in minstens twee lidstaten. Het EOR vergadert met werknemersvertegenwoordigers uit de betreffende lidstaten over transnationale aangelegenheden.
### 4.4 Collectieve arbeidsgeschillen: staking en lock-out
#### 4.4.1 Staking
Een staking is het bewust en collectief niet uitvoeren van arbeid met als doel druk uit te oefenen. Het recht om te staken is wettelijk erkend en deelname aan een staking is geen grond voor ontslag. Een staking kan verschillende vormen aannemen, van volledige werkonderbreking tot het niet 'normaal' uitvoeren van arbeid. Werknemers hebben tijdens een staking geen recht op loon, maar gesyndiceerde werknemers kunnen wel een vergoeding van hun vakbond ontvangen. Een staking mag echter geen inbreuk maken op het eigendomsrecht.
#### 4.4.2 Lock-out
Een lock-out is de tegenhanger van een staking, waarbij de werkgever werkwillige werknemers weigert te laten werken. Een lock-out is doorgaans onwettig en werknemers hebben recht op een schadevergoeding gelijk aan hun loon. Lock-outs komen zelden voor.
### 4.5 De collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
#### 4.5.1 Definitie
Een cao is een schriftelijke overeenkomst tussen:
* Eén of meer representatieve werknemersorganisaties (nooit individuele werknemers).
* Eén of meer werkgevers (voor een ondernemings-cao) of één of meer representatieve werkgeversorganisaties (voor een cao op sector- of nationaal niveau).
#### 4.5.2 Inhoud van een cao
Een cao bevat doorgaans twee soorten bepalingen:
* **Normatieve bepalingen:** Deze leggen de individuele of collectieve rechten en plichten van werknemers en werkgevers vast. Voorbeelden zijn het recht op informatie of het recht op douchen vanaf 15 werknemers.
* **Obligatoire bepalingen:** Deze leggen de verplichtingen vast van de partijen die de cao hebben ondertekend. Een belangrijk voorbeeld is de **vredesplicht**, wat inhoudt dat de partijen zich verbinden om geen actie (zoals staking) meer te ondernemen over de overeengekomen materie nadat de cao is gesloten. Werkgeversorganisaties zijn verplicht de inhoud van de cao bekend te maken bij hun leden en de naleving ervan te bevorderen.
#### 4.5.3 Niveaus van cao's
Cao's kunnen op verschillende niveaus worden gesloten:
* **Nationaal niveau (NAR):** Geldig voor heel België.
* **Sectorniveau (paritaire comités):** Geldig voor een specifieke bedrijfstak. Deze cao's zijn doorgaans tweetalig (Nederlands en Frans), tenzij ze enkel voor één taalregio gelden.
* **Ondernemingsniveau:** Geldig voor de specifieke onderneming of de ondernemingen die de cao hebben gesloten.
Een cao moet voldoen aan formele vereisten, zoals de taalvoorwaarde en de correcte identificatie van de ondertekenende partijen, en gegevens over de duur.
#### 4.5.4 Bindende kracht van cao's
De bindende kracht van een cao hangt af van het niveau en de status.
* **Ondernemings-cao:** Bindend voor de werkgever(s) die de cao hebben getekend.
* **Sectorale of intersectorale cao (gesloten in PC of NAR):**
* Bindend voor werkgevers die lid zijn van de werkgeversorganisatie die de cao heeft getekend.
* Na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad is een cao die gesloten is in een paritair comité of de NAR, bindend voor **alle werkgevers** die onder het toepassingsgebied van die cao vallen, ongeacht lidmaatschap. Alle werknemers, ongeacht of ze gesyndiceerd zijn, kunnen zich op een cao beroepen.
> **Tip:** De bindende kracht van sectorale en intersectorale cao's is een belangrijk instrument om gelijke arbeidsvoorwaarden te garanderen binnen een sector.
#### 4.5.5 Algemeen Verbindend Verklaring (AVV)
Een cao die is gesloten in een paritair comité of de Nationale Arbeidsraad, kan via een **koninklijk besluit** algemeen verbindend worden verklaard.
* Dit betekent dat de cao de waarde krijgt van een **wet**.
* De cao wordt bindend voor **alle werkgevers en werknemers** die onder het toepassingsgebied van de cao vallen, ook al zijn ze geen lid van de ondertekenende organisaties.
* Het niet respecteren van een algemeen verbindend verklaarde cao is een **strafbaar feit**.
De procedure voor AVV wordt opgestart op verzoek van één van de partijen bij de cao (werkgevers- of werknemersorganisatie).
> **Tip:** De AVV is cruciaal om te voorkomen dat ondernemingen die niet zijn aangesloten bij werkgeversorganisaties die cao's sluiten, concurrentieel nadeel zouden ondervinden door lagere arbeidsvoorwaarden te hanteren.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Collectief arbeidsrecht | Het deel van het arbeidsrecht dat zich richt op de collectieve aspecten van arbeid, met name de interacties en overeenkomsten tussen werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties. |
| Sociale partners | De partijen die betrokken zijn bij collectief overleg, bestaande uit vertegenwoordigers van werknemersorganisaties (vakbonden) en werkgeversorganisaties. |
| Drukkingsmiddelen | Instrumenten die partijen kunnen gebruiken tijdens collectief overleg om hun positie te versterken, zoals stakingen door werknemers en lock-outs door werkgevers. |
| Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) | Een schriftelijke overeenkomst tussen een of meer representatieve werknemersorganisaties en een of meer werkgevers of werkgeversorganisaties, die rechten en plichten van werknemers en werkgevers vastlegt. |
| Vakbond | Een werknemersvereniging die de belangen van werknemers behartigt en collectieve onderhandelingen voert met werkgeversorganisaties. |
| Representatieve vakbonden | Vakbonden die voldoen aan specifieke wettelijke criteria om erkend te worden en deel te nemen aan collectieve onderhandelingen op nationaal, sectoraal of bedrijfsniveau. |
| Werkgeversvereniging | Een organisatie die de belangen van werkgevers behartigt en deelneemt aan collectief arbeidsrechtelijk overleg. |
| Nationale Arbeidsraad (NAR) | Een advies- en onderhandelingsorgaan op nationaal niveau dat bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties, bevoegd voor het adviseren over wetgeving en het sluiten van nationale cao's. |
| Paritair comité | Een overlegorgaan op sectorniveau, samengesteld uit vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers binnen een specifieke economische sector, bevoegd voor het sluiten van sectorale cao's. |
| Ondernemingsraad (OR) | Een orgaan binnen grotere ondernemingen (vanaf 100 werknemers) dat bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers, met taken op het gebied van informatie, advisering en soms besluitvorming. |
| Comité voor preventie en bescherming op het Werk (CPBW) | Een orgaan binnen ondernemingen (vanaf 50 werknemers) dat zich richt op welzijn op het werk, preventie van arbeidsongevallen en bescherming van de gezondheid van werknemers. |
| Vakbondsafvaardiging (VA) | Een vertegenwoordiging van werknemers binnen een onderneming, aangeduid door vakbonden, die onderhandelt over cao's en toezicht houdt op de naleving van sociaal recht. |
| Europese ondernemingsraad (EOR) | Een orgaan binnen multinationals met een Europese dimensie, dat gericht is op informatie en advisering over transnationale aangelegenheden. |
| Staking | Een bewuste en collectieve weigering van werknemers om arbeid te verrichten met als doel druk uit te oefenen op de werkgever in het kader van een arbeidsgeschil; het recht om te staken is wettelijk erkend. |
| Lock-out | Een maatregel waarbij een werkgever werkwillige werknemers weigert toe te laten tot het werk; dit is doorgaans onwettig en kan leiden tot schadevergoeding voor de werknemers. |
| Vredesplicht | Een verplichting voor de ondertekenende partijen van een cao, met name werknemersorganisaties, om na het sluiten van de overeenkomst geen actie meer te voeren over de overeengekomen onderwerpen. |
| Algemeen verbindend verklaring (AVV) | Een procedure waarbij een cao die gesloten is op sectoraal of nationaal niveau, door middel van een Koninklijk Besluit (KB) wordt uitgebreid en bindend wordt verklaard voor alle werkgevers en werknemers binnen het toepassingsgebied van die cao. |