Cover
Empieza ahora gratis EUR les 6 de vier vrijheden.pptx
Summary
# De interne markt en de vier vrijheden in het Europees Recht
De interne markt van de EU is een ruimte zonder binnengrenzen die het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal garandeert, met als doel vrede en welvaart te bevorderen.
### 1.1 De interne markt en economische integratie
Economische en monetaire integratie binnen de EU beoogt de wegneming van fysieke, financiële en juridische belemmeringen, aangevuld met harmonisering van wetgeving. De EU functioneert als een interne markt, wat een geavanceerdere vorm is van economische integratie dan een vrijhandelszone of douane-unie.
De interne markt is voornamelijk opgebouwd rond de volgende pijlers:
1. Vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal.
2. Het verbod op staatssteun.
3. Mededingingsrecht.
### 1.2 De vier vrijheden
Voor alle vier de vrijheden geldt het gelijkheidsbeginsel, waarbij discriminatie op grond van nationaliteit verboden is. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de precieze invulling van deze vrijheden verder gedefinieerd.
#### 1.2.1 Vrij verkeer van goederen
* **Definitie:** Het vrij verkeer van goederen (artikelen 28-37 en 110 VWEU) omvat alle producten en goederen die een handelstransactie kunnen zijn en dus in geld waardeerbaar zijn. Dit geldt voor goederen met een positieve of negatieve waarde, met uitzondering van illegale producten.
* **Kern:** Het is gericht op de handel in tastbare, materiële zaken.
#### 1.2.2 Vrij verkeer van personen
* **Definitie:** Het vrij verkeer van personen (artikelen 45-55 VWEU) geeft EU-burgers de mogelijkheid om vrij te reizen en te verblijven binnen de EU. Oorspronkelijk was dit primair gericht op economisch actieve personen (werknemers en zelfstandigen), maar door het EU-burgerschap is dit uitgebreid naar niet-economisch actieven, zoals studenten en gepensioneerden.
* **Subonderdelen:**
* **Vrij verkeer van werknemers (artikel 45 VWEU):**
* Elke discriminatie op grond van nationaliteit met betrekking tot werkgelegenheid, beloning en arbeidsvoorwaarden is verboden.
* Het omvat het recht om aanbiedingen tot tewerkstelling te aanvaarden, zich te verplaatsen, in een lidstaat te verblijven en na het vervullen van een betrekking aldaar te blijven, mits dit gerechtvaardigd is op grond van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid.
* Een "werknemer" is iemand die in loondienst arbeid verricht.
* **Vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU):**
* Dit betreft toegang tot werkzaamheden die niet in loondienst worden verricht, zoals het oprichten van zelfstandige ondernemingen en vennootschappen, inclusief agentschappen, filialen en dochterondernemingen.
* Zowel natuurlijke als rechtspersonen moeten een reële en daadwerkelijke economische activiteit duurzaam en voor onbepaalde duur uitoefenen.
#### 1.2.3 Vrij verkeer van diensten
* **Definitie:** Het vrij verkeer van diensten (artikelen 56-62 VWEU) is van toepassing op commerciële dienstverlening die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, en is niet van toepassing op overheidsdiensten.
* **Werkingssfeer:** Het omvat de volgende tijdelijke activiteiten:
1. Het brengen van diensten naar een andere lidstaat.
2. Het ontvangen van diensten in een andere lidstaat.
3. Het brengen/ontvangen van diensten zonder dat de dienstverlener of -ontvanger zich verplaatst.
4. Het brengen/ontvangen van diensten waarbij zowel de dienstverlener als de -ontvanger zich verplaatst.
* **Kern:** Het element 'tijd' is cruciaal; werkzaamheden die tijdelijk worden uitgeoefend, vallen onder diensten.
#### 1.2.4 Vrij verkeer van kapitaal
* **Definitie:** Het vrij verkeer van kapitaal (artikelen 63-66 VWEU) omvat het verbod op alle beperkingen van het kapitaalverkeer en het betalingsverkeer.
* **Kern:** Dit omvat ook documenten die een bepaalde waarde vertegenwoordigen, zoals geld en waardepapieren.
### 1.3 Onderscheid tussen de vier vrijheden
Op een specifieke casus kan doorgaans slechts één verdragsregime van toepassing zijn. Het Hof van Justitie heeft duidelijke onderscheidingen gemaakt:
* **Diensten versus goederen:** Goederen zijn materiële zaken, terwijl diensten immaterieel zijn. Dit onderscheid kan echter complex zijn, bijvoorbeeld bij elektriciteit, films of loterijbriefjes.
* **Diensten versus personen (vestiging):** Tijdelijke werkzaamheden vallen onder diensten, duurzame werkzaamheden onder vestiging.
* **Werknemers versus vestiging:** Werken in loondienst is vrij verkeer van werknemers; werken als zelfstandige valt onder vrijheid van vestiging. Het onderscheidend criterium is de aanwezigheid van een ondergeschiktheidsrelatie.
* **Goederen versus kapitaal:** Documenten zoals geld en waardepapieren die een waarde vertegenwoordigen, vallen onder kapitaalverkeer.
Naast de verschillen bestaan er ook samenhangen en gemeenschappelijke kenmerken tussen de vrijheden. In de praktijk gaan vaak meerdere vrijheden hand in hand, en er gelden ook regels die voor alle vrijheden van toepassing zijn.
### 1.4 Grensoverschrijdend aspect
Om een beroep te kunnen doen op een van de vier vrijheden, is een grensoverschrijdend aspect noodzakelijk. Zuiver interne aangelegenheden waarbij slechts één lidstaat betrokken is, vallen niet onder deze regelingen.
### 1.5 Vormen van belemmeringen van het vrij verkeer
Belemmeringen van het vrij verkeer worden onder meer gevormd door protectionisme. Alle maatregelen die, al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, het vrij verkeer kunnen beperken, zijn in strijd met de desbetreffende vrijheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
* **Open discriminatie (maatregelen met onderscheid):** Maatregelen die expliciet onderscheid maken op basis van nationaliteit.
* **Verkapte discriminatie (maatregelen zonder onderscheid):** Maatregelen die op het eerste gezicht neutraal zijn, maar in de praktijk een onevenredig zwaar effect hebben op onderdanen van andere lidstaten.
Zowel directe als indirecte discriminatie is verboden.
### 1.6 Uitzonderingen op het vrij verkeer
De rechten die voortvloeien uit het vrij verkeer zijn geen absolute rechten. Er zijn twee hoofdcategorieën van uitzonderingen waardoor artikelen inzake vrij verkeer buiten toepassing kunnen blijven:
1. **Verdragsuitzonderingen:** Specifieke uitzonderingen die direct in de verdragen zijn opgenomen. Deze kunnen zowel bij directe als indirecte discriminatie worden ingeroepen.
2. **Rule of reason (dwingende eisen van algemeen belang):** Maatregelen die nodig zijn voor de bescherming van dwingende redenen van algemeen belang. Deze zijn enkel van toepassing bij indirecte discriminatie.
#### 1.6.1 Voorwaarden voor het toepassen van de uitzonderingen
Om een beroep te kunnen doen op een van de uitzonderingen, moeten aanvullende voorwaarden vervuld zijn:
* De maatregel mag niet in strijd zijn met secundaire EU-wetgeving.
* De maatregel moet daadwerkelijk bijdragen aan de bescherming van het publieke belang.
* De maatregel moet in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel (geschikt en noodzakelijk).
Deze voorwaarden gelden zowel voor de verdragsuitzonderingen als voor de 'rule of reason'.
> **Tip:** Het is cruciaal om de specifieke toepassingsgebieden van de vier vrijheden en de relevante artikelen uit het VWEU te kennen, evenals de criteria die het Hof van Justitie hanteert bij de interpretatie ervan.
> **Tip:** Wees uiterst zorgvuldig bij het toepassen van de uitzonderingen; deze zijn limitatief en vereisen dat aan alle gestelde voorwaarden wordt voldaan.
---
# Onderscheid en belemmeringen van de vier vrijheden
Dit deel focust op hoe de vier vrijheden van elkaar te onderscheiden zijn, met specifieke aandacht voor casussen waarin meerdere vrijheden mogelijk van toepassing zijn, en de verschillende vormen van belemmeringen die het vrije verkeer kunnen tegenwerken.
De interne markt van de EU is een ruimte zonder binnengrenzen waar het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd. Dit wordt bewerkstelligd door het wegnemen van fysieke, financiële en juridische belemmeringen, evenals door harmonisering van wetgeving. De interne markt omvat primair het vrije verkeer, het verbod op staatssteun en het mededingingsrecht.
### 2.1 Definities van de vier vrijheden
Voor alle vier de vrijheden geldt het gelijkheidsbeginsel.
#### 2.1.1 Vrij verkeer van goederen
Dit artikel (art. 28-37 VWEU, art. 110 VWEU) omvat alle producten en goederen die het voorwerp kunnen zijn van handelstransacties en een geldelijke waarde vertegenwoordigen. Illegale producten vallen hier niet onder.
#### 2.1.2 Vrij verkeer van personen
Dit artikel (art. 45-55 VWEU) betreft de mogelijkheid om vrij te reizen en te verblijven in de EU. In beginsel geldt dit voor onderdanen van lidstaten die economisch actief zijn (marktvrijheid). Door het EU-burgerschap is dit uitgebreid naar niet-economisch actieven, zoals studenten en gepensioneerden.
##### 2.1.2.1 Economisch actieve EU-burgers
Economisch actieve EU-burgers kunnen worden onderverdeeld in werknemers en zelfstandigen.
###### 2.1.2.1.1 Vrij verkeer van werknemers
Dit artikel (art. 45 VWEU) verbiedt elke discriminatie op grond van nationaliteit met betrekking tot werkgelegenheid, beloning en andere arbeidsvoorwaarden. Het omvat het recht om in te gaan op een feitelijk aanbod tot tewerkstelling, zich te verplaatsen binnen lidstaten, en te verblijven en te werken overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op nationale werknemers.
Een werknemer wordt gedefinieerd als iemand die in loondienst arbeid verricht. Hierbij wordt gekeken naar de aard van de arbeid, ongeacht of het deeltijds is of de beloning onder het bestaansminimum ligt.
###### 2.1.2.1.2 Vrijheid van vestiging
Dit artikel (art. 49 VWEU) geldt voor toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst. Het omvat de oprichting van zelfstandige ondernemingen en vennootschappen, inclusief agentschappen, filialen en dochterondernemingen. Zowel natuurlijke als rechtspersonen moeten een reële en daadwerkelijke economische activiteit duurzaam en voor onbepaalde duur uitoefenen.
#### 2.1.3 Vrij verkeer van diensten
Dit artikel (art. 56-62 VWEU) is van toepassing op commerciële dienstverlening die gewoonlijk tegen een vergoeding geschiedt, en niet op overheidsdiensten. Het omvat vier situaties:
1. Het brengen van diensten naar een andere lidstaat.
2. Het ontvangen van diensten in een andere lidstaat.
3. Het brengen of ontvangen van diensten zonder dat de dienstverlener of -ontvanger zich verplaatst.
4. Het brengen of ontvangen van diensten waarbij zowel de dienstverlener als de -ontvanger zich verplaatst.
#### 2.1.4 Vrij verkeer van kapitaal
Dit artikel (art. 63-66 VWEU) verbiedt alle beperkingen op het kapitaalverkeer en het betalingsverkeer. Documenten die een bepaalde waarde vertegenwoordigen, zoals geld en waardepapieren, vallen hieronder.
### 2.2 Onderscheid tussen de vier vrijheden
Op een specifieke casus kan slechts één verdragsrechtelijk regime van toepassing zijn.
* **Vrij verkeer van diensten versus vrij verkeer van goederen:** Goederen zijn materiële, tastbare zaken. Diensten zijn immateriële zaken. Het onderscheid kan echter moeilijk zijn bij zaken als elektriciteit, films of loterijbriefjes.
* **Vrij verkeer van diensten versus vrij verkeer van personen (vestiging):** Het tijdsaspect is cruciaal. Tijdelijke werkzaamheden vallen onder diensten, duurzame werkzaamheden onder vestiging.
* **Vrij verkeer van werknemers versus vrijheid van vestiging:** Werken in loondienst is vrij verkeer van werknemers. Werken als zelfstandige (natuurlijke of rechtspersoon) is vrijheid van vestiging. Het onderscheidend criterium is de aanwezigheid van een ondergeschiktheidsrelatie.
* **Vrij verkeer van goederen versus vrij verkeer van kapitaal:** Geld en waardepapieren vallen onder het vrij verkeer van kapitaal, niet onder goederen.
Naast verschillen zijn er ook samenhangen en veel gemeenschappelijke kenmerken tussen de vrijheden. Vaak gaan meerdere vrijheden hand in hand, en een aantal regels geldt voor alle vrijheden.
### 2.3 Grensoverschrijdend aspect
Een grensoverschrijdend aspect is noodzakelijk om een beroep te kunnen doen op een van de vier vrijheden. Een zuiver interne aangelegenheid waarbij slechts één lidstaat betrokken is, valt hier niet onder.
### 2.4 Vormen van belemmeringen van het vrij verkeer
Het verbod op discriminatie op basis van nationaliteit beoogt protectionisme tegen te gaan. Alle maatregelen die, al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel het vrije verkeer kunnen beperken, zijn in strijd met het vrij verkeer.
* **Open discriminatie:** Maatregelen die een direct onderscheid maken op basis van nationaliteit.
* **Verkapte discriminatie:** Maatregelen die ogenschijnlijk neutraal zijn, maar in de praktijk nadelig uitpakken voor goederen of personen uit andere lidstaten.
Zowel directe als indirecte discriminatie is verboden.
> **Tip:** Belemmeringen kunnen zowel expliciet als impliciet zijn. Het is belangrijk om de feitelijke impact van een maatregel te beoordelen, niet alleen de bewoording ervan.
### 2.5 Uitzonderingen op het vrij verkeer
De rechten die voortvloeien uit het vrije verkeer zijn geen absolute rechten. Er zijn twee mogelijkheden om artikelen omtrent vrij verkeer buiten toepassing te laten:
1. **Verdragsuitzonderingen:** Deze zijn direct in het Verdrag vastgelegd.
2. **Rule of reason (redelijke maatregelen voor dwingende eisen van algemeen belang):** Dit betreft maatregelen die noodzakelijk zijn voor dwingende redenen van algemeen belang en die voldoen aan aanvullende voorwaarden.
Verdragsuitzonderingen kunnen zowel bij directe als indirecte discriminatie worden toegepast. De 'rule of reason' is enkel van toepassing bij indirecte discriminatie.
### 2.6 Voorwaarden voor het toepassen van de uitzonderingen
Om gebruik te kunnen maken van de uitzonderingen, moeten altijd aanvullende voorwaarden worden vervuld:
* De maatregel mag niet in strijd zijn met secundaire EU-wetgeving.
* De maatregel moet daadwerkelijk bijdragen aan de bescherming van het publiek belang.
* De maatregel moet in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel, wat inhoudt dat de maatregel geschikt en noodzakelijk moet zijn om het nagestreefde doel te bereiken.
Deze voorwaarden gelden zowel voor de verdragsuitzonderingen als voor de 'rule of reason'.
> **Voorbeeld:** Een lidstaat kan de invoer van een bepaald product beperken om de volksgezondheid te beschermen (bv. door strenge veiligheidsnormen). Deze beperking moet echter evenredig zijn en mag niet als een verkapte vorm van protectionisme worden ingezet.
---
# Uitzonderingen en voorwaarden voor vrij verkeer
Dit onderwerp behandelt de uitzonderingen die mogelijk zijn op de vrijheden van het vrije verkeer, inclusief verdragsuitzonderingen en de 'rule of reason', evenals de aanvullende voorwaarden die vervuld moeten zijn om deze uitzonderingen toe te passen.
## 3. Uitzonderingen op het vrij verkeer
De rechten die voortvloeien uit de vier vrijheden van het vrije verkeer zijn geen absolute rechten. Er zijn twee hoofdmanieren om de toepassing van de verdragsartikelen inzake vrij verkeer terzijde te schuiven:
### 3.1 Verdragsuitzonderingen
Dit zijn uitzonderingen die expliciet in de verdragen zijn opgenomen. Ze kunnen van toepassing zijn op zowel directe als indirecte discriminatie.
### 3.2 De 'rule of reason'
De 'rule of reason' betreft maatregelen die, hoewel ze indirect discriminerend kunnen zijn, gerechtvaardigd worden door dwingende eisen van algemeen belang. Deze uitzondering is specifiek van toepassing op indirecte discriminatie.
## 4. Voorwaarden voor het toepassen van uitzonderingen
Om uitzonderingen op het vrij verkeer succesvol te kunnen toepassen, moeten zowel de verdragsuitzonderingen als de 'rule of reason' aan een reeks aanvullende voorwaarden voldoen:
### 4.1 Niet in strijd met secundaire wetgeving
De betreffende maatregel mag niet in strijd zijn met reeds bestaande Uniewetgeving (secundaire wetgeving).
### 4.2 Daadwerkelijke bescherming van publiek belang
De maatregel moet daadwerkelijk bijdragen aan de bescherming van een publiek belang. Dit kan bijvoorbeeld gaan om openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid.
### 4.3 Evenredigheidsbeginsel
De maatregel moet voldoen aan het evenredigheidsbeginsel. Dit houdt in dat de maatregel geschikt moet zijn om het nagestreefde doel te bereiken en dat deze noodzakelijk moet zijn. Er mag geen minder ingrijpende maatregel bestaan die hetzelfde doel kan bereiken.
> **Tip:** Zowel de verdragsuitzonderingen als de 'rule of reason' moeten aan deze aanvullende voorwaarden voldoen. De rechtvaardiging van een beperking is dus niet enkel gebaseerd op de oorspronkelijke basis in het verdrag of de algemene categorie van de 'rule of reason', maar vereist ook een gedetailleerde toetsing aan de gestelde voorwaarden.
> **Voorbeeld:** Een lidstaat wil de import van een bepaald product beperken om de volksgezondheid te beschermen. Deze maatregel kan gerechtvaardigd zijn onder de 'rule of reason' mits de volksgezondheid een dwingend belang van algemeen belang vormt, de beperking daadwerkelijk de volksgezondheid beschermt en er geen minder ingrijpende middelen voorhanden zijn om dit doel te bereiken. Als bijvoorbeeld een simpel etiketteringsvoorschrift volstaat, dan is een volledig importverbod niet evenredig.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Interne markt | Een economische ruimte binnen de Europese Unie waar het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gegarandeerd, zonder binnengrenzen en met geharmoniseerde wetgeving om belemmeringen weg te nemen. |
| Vrij verkeer van goederen | Het beginsel dat alle producten en goederen die het voorwerp kunnen zijn van handelstransacties, vrij mogen circuleren tussen de lidstaten van de EU, met uitzondering van illegale producten. |
| Vrij verkeer van personen | De mogelijkheid voor burgers van de EU om vrij te reizen, te verblijven en economisch actief te zijn in andere lidstaten, uitgebreid naar niet-economisch actieven door het EU-burgerschap. |
| Vrij verkeer van werknemers | Een specifieke toepassing van het vrij verkeer van personen, waarbij elke discriminatie op grond van nationaliteit met betrekking tot werkgelegenheid, beloning en arbeidsvoorwaarden verboden is. |
| Vrijheid van vestiging | Het recht voor burgers en rechtspersonen om duurzaam en voor onbepaalde duur economische activiteiten uit te oefenen in een andere lidstaat, hetzij als zelfstandige, hetzij door het oprichten van ondernemingen, agentschappen of filialen. |
| Vrij verkeer van diensten | De mogelijkheid om commerciële dienstverlening, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, tijdelijk te verrichten of te ontvangen in een andere lidstaat, zonder dat dit leidt tot permanente vestiging. |
| Vrij verkeer van kapitaal | Het beginsel dat alle beperkingen op het verkeer van kapitaal en betalingen tussen de lidstaten van de EU verboden zijn, wat investeringen en financiële transacties vergemakkelijkt. |
| Discriminatie op basis van nationaliteit | Een maatregel die burgers van de ene lidstaat anders behandelt dan burgers van een andere lidstaat, puur op basis van hun nationaliteit, en die in strijd is met het vrije verkeer. |
| Protectionisme | Economisch beleid dat gericht is op het beschermen van binnenlandse industrieën tegen buitenlandse concurrentie, vaak door middel van tarieven of andere handelsbelemmeringen, wat in de EU wordt tegengewerkt. |
| Open discriminatie | Een maatregel die expliciet onderscheid maakt op basis van nationaliteit, waardoor de toepassing van nationale wetgeving direct leidt tot ongelijke behandeling van buitenlandse en nationale marktdeelnemers. |
| Verkapte discriminatie | Een maatregel die geen direct onderscheid maakt op basis van nationaliteit, maar die in de praktijk wel onevenredige nadelen toebrengt aan buitenlandse marktdeelnemers, waardoor het vrije verkeer wordt belemmerd. |
| Verdragsuitzonderingen | Specifieke uitzonderingen op de toepassing van de verdragsregels betreffende het vrije verkeer die expliciet in de EU-verdragen zijn opgenomen, bijvoorbeeld vanwege openbare orde, veiligheid of volksgezondheid. |
| Rule of reason | Een juridisch principe dat toestaat dat indirecte discriminatie gerechtvaardigd kan zijn indien de maatregel noodzakelijk is ter bescherming van dwingende eisen van algemeen belang, zoals openbare orde, veiligheid of volksgezondheid, en evenredig is. |
| Evenredigheidsbeginsel | Een fundamenteel beginsel in het EU-recht dat stelt dat maatregelen niet verder mogen gaan dan noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken, wat betekent dat ze geschikt en noodzakelijk moeten zijn. |