Cover
Empieza ahora gratis Week 9 - VCJ bachelor course 2025_2026.pptx
Summary
# Bijzondere vormen van victimisatie
Dit hoofdstuk gaat over bijzondere vormen van victimisatie, waarbij specifiek wordt gekeken naar moord, seksueel geweld, cybercriminaliteit en terrorisme, inclusief hun specifieke gevolgen en betekenis voor de slachtoffers.
## 1. Bijzondere vormen van victimisatie
### 1.1 Verlies door moord (Co-victims van moord)
De victimisatie door moord heeft niet alleen impact op het directe slachtoffer, maar ook op de nabestaanden, die worden aangeduid als co-slachtoffers.
#### 1.1.1 Prevalentie
* In België wordt het moordcijfer geschat op 1,7 per 100.000 inwoners, wat neerkomt op ongeveer 180 moorden per jaar.
* Elke moord heeft gemiddeld 7 tot 10 nauwe nabestaanden, wat resulteert in 1300 tot 1800 co-slachtoffers van moord per jaar in België.
* Mannen zijn vaker slachtoffer dan vrouwen, maar zijn nog vaker dader.
* Ongeveer 50% van de moorden betreft familie of kennissen, 20% hangt samen met georganiseerde misdaad, 10% met beroving, 4% met seksuele misdrijven, en 4% met gevechten tussen onbekenden.
#### 1.1.2 Verschil met niet-gewelddadige dood
Hoewel er overeenkomsten zijn in het verdriet en de financiële stress, onderscheidt moord zich door de volgende aspecten:
* **Plotselingheid:** Moord is bijna altijd plotseling.
* **Gewelddadigheid:** Het slachtoffer heeft mogelijk geleden of was bang voor het overlijden.
* **Schuldgevoelens:** Nabestaanden kunnen zich afvragen of ze iets hadden kunnen doen.
* **Betrokkenheid:** Er is vaak betrokkenheid van het strafrechtelijk systeem en de media.
* **Stigma:** Moord draagt vaak een stigma met zich mee ("het merkteken van Abel").
#### 1.1.3 De betekenis van victimisatie door moord
Het geven van betekenis aan een moord is een complex proces dat vaak jaren in beslag neemt. Het combineert diep verdriet met trauma.
* **Gecompliceerd verdriet:** Traumata en verdriet zijn verwant, maar kunnen ook tegenstrijdig zijn. Verdriet voelt als verlies, terwijl victimisatie wordt ervaren als een verliezer zijn. Verdriet is vaak droefheid, terwijl victimisatie vernedering kan betekenen.
* **Traumatische herinneringen versus contact met de dierbare:** Er kan een spanning bestaan tussen traumatische herinneringen en de wens om contact te houden met de overledene.
* **Identiteitsschok:** De victimisatie kan de identiteit van de nabestaanden aantasten. Wat betekent het om ouder of zus te zijn als zoon of broer is vermoord?
* **Betekenisgeving (Meaning making):** Nabestaanden proberen betekenis te vinden door bijvoorbeeld onrechtvaardigheden in de afhandeling van hun zaak aan te kaarten, te vechten voor gerechtigheid, of hun leven zin te geven door de dood van hun dierbare. Verhalen vertellen is hierbij een belangrijk middel.
> **Tip:** Het concept "complicated grief" is cruciaal om de langdurige en complexe impact van moord op nabestaanden te begrijpen.
### 1.2 Victimization by sexual violence
Seksueel geweld is een ingrijpende vorm van victimisatie met specifieke kenmerken en gevolgen.
#### 1.2.1 Prevalentie en daderrelatie
* De levenslange prevalentie van verkrachting in de VS wordt geschat op 20% voor vrouwen, waarbij de meeste vrouwen dit voor het eerst ervaren vóór hun 18e jaar.
* De jaarlijkse prevalentie in de VS is 1,6% voor vrouwen. Er is een hoge mate van herhaaldelijke victimisatie.
* Het is belangrijk op te merken dat prevalentiecijfers sterk kunnen variëren afhankelijk van de onderzoeksmethoden.
* **Daderrelatie:** In tegenstelling tot het stereotype van de "vreemde gevaar", is de dader van verkrachting in ongeveer 70% van de gevallen bekend bij het slachtoffer. Bij specifieke groepen, zoals studenten, loopt dit op tot 90%. Ongeveer 50% van de verkrachtingen wordt gepleegd door een intieme partner.
* Verkrachting binnen relaties wordt minder vaak als verkrachting ervaren. Bij gerapporteerde verkrachtingen zijn misdrijven door onbekenden oververtegenwoordigd.
* Ongeveer 3% van de mannen wordt ook slachtoffer van verkrachting, meestal door een andere man. In Amerikaanse gevangenissen worden jaarlijks 81.000 gevangenen het slachtoffer van verkrachting, waarvan 56.000 door penitentiair personeel.
* Mannen die zich identificeren als homoseksueel en vrouwen die zich identificeren als lesbisch lopen een verhoogd risico op seksueel geweld.
* Seksueel misbruik, met name in de kindertijd, is een voorspeller van herhaaldelijke victimisatie en correleert met seksueel deviant gedrag.
#### 1.2.2 Impact van seksueel geweld
* **Mentale gezondheid:** Een hoge risico (40-70%) op het ontwikkelen van posttraumatische stressstoornis (PTSS) en andere overlappende stoornissen zoals depressie en angststoornissen.
* Geschat wordt dat in Nederland onerkende gevallen van seksuele victimisatie in de jeugd een causale factor zijn voor 60-70% van de volwassenen die professionele hulp zoeken.
* **Relaties en seksleven:** Seksueel geweld kan een significante negatieve impact hebben op intieme relaties en het seksleven.
* **Herhaalde victimisatie en dader-slachtoffer cycli:** Er is een verhoogd risico op herhaaldelijke victimisatie.
#### 1.2.3 Seksueel geweld en het strafrechtelijk systeem
* **Aangiftebereidheid:** Het percentage aangiften van verkrachting is relatief laag, schattingen variëren van ongeveer 25% afhankelijk van het land en de bron.
* **Attrition rate:** De "attrition rate" (het afnemen van zaken in het juridische proces) is hoog. Slechts 8% van de verkrachtingen wordt vervolgd, 3% resulteert in een veroordeling, en 2% leidt tot detentie.
* **Valse aangiften:** Hoewel moeilijk te onderzoeken, suggereert het meeste bewijs dat valse aangiften veel minder voorkomen dan ware aangiften die niet serieus worden genomen of opgevolgd.
* **Secundaire victimisatie:** Slachtoffers kunnen secundaire victimisatie ervaren binnen het strafrechtelijk systeem.
#### 1.2.4 Secundaire victimisatie bij seksueel geweld
* **Ongeloofwaardigheid:** Kenmerken van traumatische herinneringen kunnen slachtoffers onbetrouwbaar doen lijken. Moeilijkheden bij het gedetailleerd herinneren van de gebeurtenis kunnen leiden tot herhaaldelijk ondervraging, wat zeer belastend is.
* **Variërende verklaringen:** Door de traumatische aard van de herinnering kunnen latere verklaringen verschillen, wat kan leiden tot de perceptie dat het slachtoffer liegt.
#### 1.2.5 De specifieke aard van seksueel geweld
Foucault stelde de vraag of seksueel geweld anders is dan een "stoot in het gezicht". Het antwoord is ja, om de volgende redenen:
* **Belang van belichaming (embodiment):**
* Seksueel geweld identificeert ons met het lichaam "dat we zijn", terwijl de agressor controle neemt over het lichaam "dat we hebben".
* Geweld is gericht op het overnemen van controle over het lichaam van het slachtoffer.
* Het slachtoffer kan na de aanranding een andere relatie met zijn of haar lichaam ontwikkelen, het lichaam kan als een verrader of een bron van kwetsbaarheid worden gezien.
* **Continuüm van seksueel geweld:**
* **Continuüm van gedragingen:** Vrouwen worden blootgesteld aan een reeks gedragingen van minder tot meer ernstig seksueel geweld.
* **Continue aanwezigheid:** Seksueel geweld kan een voortdurende aanwezigheid hebben in het leven van vrouwen.
* **Genderverschillen:** De betekenis van seksueel geweld is ook verweven met genderverschillen.
> **Tip:** Het concept van de "continuüm van seksueel geweld" benadrukt dat er niet één type seksueel geweld is, maar een reeks ervaringen die vaak met elkaar verband houden.
#### 1.2.6 Belangrijke kwesties bij seksueel geweld
* **Levenslange prevalentie:** Ongeveer 20% van de vrouwen wordt slachtoffer, vaak bekend met de dader.
* **Traumatische herinneringen:** De impact van traumatische herinneringen is significant.
* **Complexiteit van interactie met het strafrechtelijk systeem:** Hoge attrition rates en risico op secundaire victimisatie.
* **De betekenis van seksueel geweld:** Verweven met belichaming en gender.
### 1.3 Victimisation by cybercrime
Cybercriminaliteit omvat diverse vormen van victimisatie die zich online afspelen.
#### 1.3.1 Soorten cybercriminaliteit en prevalentie
Bekende vormen van cybercriminaliteit zijn onder meer:
* **Image-Based Sexual Abuse (IBSA):** Dit omvat onder andere de ongeoorloofde verspreiding van intieme beelden, zoals "revenge porn", en sextortion.
* Levenslange prevalentie van IBSA (inclusief sextortion, "revenge" porn) wordt geschat op 10-15%.
* **E-mail afpersingsfraude:** Valse claims van hacks met de dreiging om privé-informatie te publiceren.
* **Online winkelfraude:** Aankoop van goederen die nooit geleverd worden of nagemaakt zijn.
* **Online bankfraude:** Ongeautoriseerde toegang tot bankrekeningen en transacties.
* **Cyberpesten, stalking en intimidatie:** Online pesterijen, het volgen van personen via digitale middelen en het bedreigen.
* **Hacking:** Ongeautoriseerde toegang tot computersystemen en data.
* **Malware:** Infectie van apparaten met schadelijke software.
Jaarlijkse prevalentiecijfers (indicatief):
* Online winkelfraude: 1-3%
* Online bankfraude: 1-2%
* Cyberpesten, stalking, intimidatie: 2-3%
* Hacking: 1-6%
* Malware: 2-15%
#### 1.3.2 Categorieën van cybercrime victimisatie
Cybercrime victimisatie kan grofweg in vier categorieën worden ingedeeld:
1. **Cyberafhankelijke misdrijven:** Misdrijven die uitsluitend online kunnen plaatsvinden (bv. malware, hacking).
2. **Cyberondersteunde misdrijven:** Bestaande misdrijven die online worden gefaciliteerd (bv. fraude, cyberpesten).
* Financiële criminaliteit online (fraude).
* Interpersoonlijke criminaliteit online (cyberpesten, bedreigingen).
* Seksuele criminaliteit online (IBSA).
Vaak is er sprake van een combinatie van verschillende vormen van cybercriminaliteit.
#### 1.3.3 Gevolgen van cybercrime victimisatie
De gevolgen van cybercrime victimisatie zijn vergelijkbaar met die van offline vormen van victimisatie, en kunnen zelfs ernstigere vormen aannemen:
* **Financiële gevolgen:** Verlies van geld, kosten voor herstel van systemen.
* **Psychologische/emotionele gevolgen:** Angst, stress, depressie, verlies van vertrouwen, verminderd zelfvertrouwen, machteloosheid.
* **Schaamte en gêne:** Slachtoffers kunnen zich schamen, vooral als ze het gevoel hebben dat het hun eigen schuld is of dat ze medeplichtig waren.
* **Onzekerheid:** De angst dat beelden opnieuw opduiken of dat malware aanwezig blijft op apparaten, zorgt voor voortdurende onzekerheid.
* **Slachtofferblamage (victim blaming):** Grote groepen online kunnen slachtoffers de schuld geven, met name bij IBSA, sextortion en "revenge porn".
> **Voorbeeld:** Jessica Logan was een slachtoffer van IBSA en cyberpesten, wat uiteindelijk leidde tot haar zelfmoord. Dit leidde in Ohio tot de "Jessica Logan Act" die IBSA criminaliseert.
#### 1.3.4 Image-Based Sexual Abuse (IBSA) / Technology Facilitated Sexual Violence
De term "Technology Facilitated Sexual Violence" (TFSV) wordt soms geprefereerd boven "revenge porn" omdat wraak niet altijd het motief is, en "porn" een specifieke intentie van de beelden suggereert die niet altijd van toepassing is.
Vijf vormen van IBSA:
1. Relatievergelding (relationship retribution).
2. Sextortion.
3. Voyeurisme.
4. Sexploitation.
5. Seksuele aanranding.
#### 1.3.5 Belangrijke kwesties bij IBSA victimisatie
* **Tijdsgebonden aspecten:** Foto's/video's kunnen op elk moment opnieuw opduiken, waardoor het moeilijk is te bepalen wanneer de victimisatie voorbij is.
* **Medeplichtigheid/precipitatie van slachtoffers:** Slachtoffers kunnen door anderen of door zichzelf de schuld krijgen.
* **Rol van anderen:**
* **Participatie:** Cijfers suggereren dat tot 10% van de mensen deelneemt aan het verspreiden van IBSA-materiaal.
* **Virale verspreiding:** Het materiaal kan zich razendsnel verspreiden.
* **Reactie op victimisatie:** "Slut-shaming" en cyberpesten komen veel voor.
* **Nieuwheid en criminalisering:**
* Is het effectief gecriminaliseerd? Is het criminaliseerbaar om de juiste redenen?
* Zijn er voldoende remedies beschikbaar?
* Is de benaming "revenge porn" adequaat?
* **Identiteitskwesties:** Wat zegt IBSA over ons zelfbeeld? Wat betekent het als onze online persona's geschonden worden? Er zijn generatieverschillen in gedrag gerelateerd aan IBSA.
> **Tip:** De specifieke rol van schaamte, schuld en onzekerheid is kenmerkend voor IBSA victimisatie, naast de tijdselementen en de waargenomen rol van daders en slachtoffers.
### 1.4 Victimisation by terrorism
Victimisatie door terrorisme onderscheidt zich van andere vormen van victimisatie door de intentie en de bredere impact.
#### 1.4.1 Definiëren van terrorisme
Het definiëren van terrorisme is complex, er bestaan ongeveer 80 verschillende definities. Het is een beladen term met politieke lading. Veel definities omvatten:
* De intentie om dood of ernstig lichamelijk letsel te veroorzaken, of schade aan eigendommen.
* Willekeurige doelwitten, met name burgers of niet-strijders.
* Het doel om een bevolking te intimideren of een regering/internationale organisatie te dwingen iets te doen of na te laten.
De directe slachtoffers zijn dus een middel om een bredere groep te bereiken.
De vraag rijst of staatsmisdaad of staatsagressie ook als terrorisme kan worden beschouwd.
#### 1.4.2 Prevalentie van terrorisme
* Er is een afname in het aantal terroristische aanslagen, maar een toename in oorlogen en oorlog-achtige activiteiten.
* In 2023 waren er wereldwijd 3.350 aanslagen met 8.300 dodelijke slachtoffers, waaronder 1.200 op 7 oktober 2023.
* West-Afrika kent het hoogste aantal aanslagen (bv. JMIN). Er is een afname in Europa en bijvoorbeeld Irak. De piek lag in 2015, waarna de focus zich verplaatste naar de Sahel.
* In Europa zijn daden van terreur, zoals die gepleegd door groeperingen zoals ISIS, een aandachtspunt.
#### 1.4.3 Victimisation door terrorisme: wie is het slachtoffer?
* **Publieke aard van terrorisme:** Terrorisme treft slachtoffers niet alleen als individu, maar ook als vertegenwoordiger van een collectief. De publieke opinie is een secundaire of tertiaire doelwit.
* **Manifeste bedreiging:** Waar misdaad een symbolische bedreiging vormt, is terrorisme een manifestere poging tot reële schade.
* **Publiek als mede-slachtoffer:** Het publiek wordt getroffen alsof zij zelf slachtoffer zijn.
#### 1.4.4 Impact van terrorisme
* **Psychologische impact op het publiek ("Worrying well"):** Vooral bij onbekend risico en symptomen met meerdere mogelijke oorzaken, kunnen medische faciliteiten overspoeld worden door massapsychogene ziekte.
* **Onveilig gedrag:** Door het overschatten van risico's kunnen mensen onveilig gedrag vertonen.
* **Traumatische gevolgen:** Ongeveer 30% van de direct blootgestelde personen ontwikkelt PTSS, vooral in gebieden met een chronische terreurdreiging. Een aanzienlijk aantal vicieuze slachtoffers (5-10% na 9/11) ontwikkelde PTSS.
#### 1.4.5 De kern van victimisatie door terrorisme
* **Nationale identiteit:** Het ondermijnen van nationale identiteit is een belangrijk element.
* **Dehumanisering:** Directe slachtoffers kunnen gedehumaniseerd worden omdat ze slechts als middel dienen om een boodschap over te brengen aan een bredere groep.
* **Vicieuze vergelding (Vicarious retribution):** Dit betreft het vergelden van iets dat een lid van de eigen groep is overkomen, door geweld te gebruiken tegen een lid van een buitenstaandersgroep die niet persoonlijk betrokken was bij de oorspronkelijke aanval. Dit proces omvat:
1. **Relevantie:** Is de daad relevant voor mij?
2. **Identificatie:** Identificatie met de eigen groep.
3. **"Out-group entitativity":** De buitenstaandersgroep wordt als een coherent geheel gezien.
4. **Vergelding:** De actie om te vergelden.
Dit is cruciaal voor het begrijpen van terrorisme en de reactie daarop.
> **Voorbeeld:** De narratieven rondom de slag op het Merelveld in 1389 zijn een voorbeeld van hoe "chosen trauma's" worden gebruikt in Servische politiek en identiteit.
### 1.5 Collectieve acties en sociale bewegingen
Na victimisatie kunnen slachtoffers zich verenigen en collectieve acties ondernemen, vaak geholpen door sociale bewegingen.
#### 1.5.1 Peer support
* **Peer support groepen:** Slachtoffers met vergelijkbare ervaringen delen, steunen en helpen elkaar.
* **Voordelen:** Emotionele en praktische ondersteuning, mogelijkheid om ervaringen te verwerken, altruïsme geboren uit lijden (helpen van anderen als vorm van zelfheling), sociale integratie, toegenomen zelfeffectiviteit.
* **Re-storying:** Peer support helpt slachtoffers hun ervaringen te herstructureren ("re-storying"), waardoor ze betekenis kunnen geven aan wat ze hebben meegemaakt en hoe dit hun leven heeft beïnvloed. Dit gebeurt vaak door middel van metaforen en donkere humor.
> **Tip:** Peer support fungeert als een "narrative playground" waar slachtoffers nieuwe manieren vinden om hun ervaringen te uiten en te begrijpen.
#### 1.5.2 Framing in sociale bewegingen
* **Framing:** Het proces van het selecteren en samenvoegen van elementen uit de realiteit om een verhaal te creëren dat een bepaalde interpretatie bevordert. Sociale bewegingen gebruiken framing om sociale problemen te definiëren.
* **Succesvolle frames bevatten:**
* **Probleemdefinitie:** Wat is het probleem?
* **Causale analyse:** Wat is de oorzaak en hoe is deze verbonden met het probleem?
* **Moreel oordeel:** Hoe worden de causale agenten beoordeeld?
* **Oplossingspromotie:** Wat is de oplossing?
* **Injustice frames:** Sociale problemen die als onrechtvaardigheid worden gezien, vinden sneller draagvlak.
> **Voorbeeld:** De #MeToo beweging en Black Lives Matter maken gebruik van gemedieerde gevallen van seksueel geweld en raciale onrechtvaardigheid om steun te mobiliseren.
#### 1.5.3 Victimisation en radicalisatie
Victimisatie kan een rol spelen in radicalisatie, zowel op persoonlijk als groepsniveau.
* **Radicalisatie als zoektocht naar betekenis:** Verlies van betekenis of significatie door victimisatie kan leiden tot een zoektocht naar hernieuwde betekenis, die gevonden kan worden in radicale ideologieën die geweld als oplossing bieden.
* **Gevolg van gemarginaliseerde identiteit:** Een gevictimeerde identiteit kan leiden tot een groepsidentiteit die gewelddadig gedrag rechtvaardigt, mede door het concept van "chosen trauma's".
#### 1.5.4 Competitieve victimhood (CV)
Competitieve victimhood is het idee dat verschillende groepen of individuen strijden om de status van "meest" of "meest rechtvaardige" slachtoffer te zijn.
* **Vormen van CV:**
* Slachtoffers van hetzelfde evenement.
* Slachtoffers van vergelijkbare gebeurtenissen.
* Slachtoffers van tegenstrijdige groepen (bv. in langdurige conflicten).
* **Hoe CV werkt:**
* **Moreel typecasting:** De eigen geweldsuitbarstingen worden als reactief/beschermend gezien, terwijl die van de ander voortkomen uit kwaadaardige intenties.
* **Sociale vergelijking:** "Ik ben beter omdat mijn lijden erger was."
* **"Whataboutery":** Het afweren van kritiek door te verwijzen naar de misdaden van de ander.
* **Gespannen geheugen (biased memory):** Het selectief onthouden van informatie die het eigen slachtofferschap benadrukt.
* **Gevolgen van CV:** Verhoogde groepscohesie, rechtvaardiging van geweld door de eigen groep, morele superioriteit en het recht om geweld te gebruiken ("non-violent violence"). Het kan ook leiden tot een "cancel culture" en het eisen van steun van derden.
> **Tip:** Het concept van "chosen trauma's" van Vamik Volkan is hierbij cruciaal, omdat het verklaart hoe collectieve verhalen van victimisatie een sleutelrol spelen in groepidentiteit en rechtvaardiging van geweld.
---
# Betekenisgeving en coping bij victimisatie
Dit onderwerp onderzoekt hoe slachtoffers betekenis geven aan hun ervaringen, met nadruk op gecompliceerd rouwproces, trauma, identiteitsverlies en de rol van sociale steun.
### 2.1 Verlies en rouw na victimisatie
Victimisatie, met name na een moord of seksueel geweld, kan leiden tot gecompliceerd rouwproces. Dit onderscheidt zich van normaal rouwen door de aard van het verlies en de omstandigheden waaronder het plaatsvond.
#### 2.1.1 Co-victims van moord
Co-victims van moord zijn de naasten van slachtoffers die door moord om het leven zijn gekomen. In België zijn er jaarlijks naar schatting 1300 tot 1800 co-victims van moord. Mannen zijn vaker slachtoffer dan vrouwen, maar ook vaker dader. De meerderheid van de moorden vindt plaats binnen familie- of kennissenkringen, of gerelateerd aan misdaad, beroving, seksuele misdrijven of ruzies tussen onbekenden.
**Verschillen met niet-gewelddadige dood:**
* **Plotselingheid:** Moorden zijn bijna altijd plotseling.
* **Gewelddadigheid:** De geliefde kon lijden of angst ervaren voor het overlijden.
* **Schuldgevoelens:** Co-victims kunnen zich afvragen of ze iets hadden kunnen doen.
* **Betrokkenheid bij CJS en media:** Co-victims worden vaak geconfronteerd met het strafrechtelijk systeem en de media.
* **Stigma:** Moord draagt een stigma met zich mee, soms aangeduid als het "teken van Kaïn".
**Betekenisgeving na moord:**
Co-victims combineren rouw met trauma. Rouw is gericht op verlies, terwijl trauma gericht is op de schokkende aard van de gebeurtenis. Dit kan leiden tot tegenstrijdige gevoelens: het gevoel van verlies versus het gevoel een "verliezer" te zijn, verdriet versus vernedering. Het verwerken van traumatische herinneringen staat soms haaks op het verlangen om in contact te blijven met de overledene.
Na de moord proberen slachtoffers jarenlang betekenis te geven aan de gebeurtenis. Dit kan gepaard gaan met een verlies van identiteit, waarbij de rol van bijvoorbeeld ouder of zus verstoord wordt door de moord op een zoon of broer. Voorbeelden van betekenisgeving omvatten het identificeren van hypocrisie of onrechtvaardigheid in de afhandeling van de zaak, vechten voor rechtvaardigheid, of leven op een manier die betekenis geeft aan het verlies.
> **Tip:** De interactie tussen rouw en trauma is complex. Begrijp dat beide elementen vaak tegelijkertijd aanwezig zijn en elkaar kunnen beïnvloeden.
#### 2.1.2 Victimatie door seksueel geweld
* **Prevalentie:** De levenslange prevalentie van verkrachting in de VS wordt geschat op 20% voor vrouwen. De meeste vrouwen ervaren dit voor het eerst voor hun 18e levensjaar. De jaarlijkse prevalentie in de VS is 1,6% voor vrouwen. Herhaalde victimisatie komt veel voor.
* **Daderrelatie:** De dader is in de meeste gevallen bekend bij het slachtoffer (ongeveer 70%). Bij bepaalde soorten verkrachting, zoals in studentenkringen, is dit percentage hoger (90%). Ongeveer 50% van de verkrachtingen wordt gepleegd door een partner. Verkrachting binnen relaties wordt minder vaak als verkrachting ervaren, en bij aangifte zijn misdrijven door onbekenden oververtegenwoordigd.
* **Mannen en specifieke groepen:** Ongeveer 3% van de mannen is ook slachtoffer van verkrachting, meestal door een andere man. In Amerikaanse gevangenissen worden jaarlijks veel gedetineerden slachtoffer van verkrachting, waarvan een aanzienlijk deel door penitentiaire staf. Gender-geïnformeerde mannen en lesbische vrouwen lopen een verhoogd risico op seksueel geweld. Seksueel misbruik, met name in de kindertijd, is een voorspeller van herhaalde victimisatie en correleert met seksueel deviant gedrag.
* **Impact van verkrachting:**
* **Mentale gezondheid:** Hoge risico's (40-70%) op posttraumatische stressstoornis (PTSS), depressie en angststoornissen.
* **Relaties en seksualiteit:** Negatieve impact op relaties en seksleven.
* **Herhaalde victimisatie:** Cyclus van slachtofferschap en daderschap.
* **Aangiftebereidheid en strafrechtelijk systeem:**
* Aangiftepercentages zijn relatief laag (ongeveer 25%).
* De "attrition rate" (uitval) van verkrachtingszaken in het CJS is hoog: slechts een klein percentage leidt tot vervolging, veroordeling en detentie.
* **Secundaire victimisatie:** Traumatische herinneringen maken slachtoffers soms onbetrouwbaar in de ogen van het CJS. Het gebrek aan details, wisselende verklaringen en de herhaalde ondervraging vormen een grote last. Dit kan leiden tot ongeloof of beschuldigingen van liegen.
* **De betekenis van seksueel geweld:** Seksueel geweld wordt als anders ervaren dan bijvoorbeeld een fysieke aanval.
* **Embodiment (lichamelijkheid):** Het eigen lichaam kan als vijandig of kwetsbaar worden ervaren. Seksueel geweld identificeert het slachtoffer met het lichaam dat het is, terwijl de agressie gericht is op controle over het lichaam dat men heeft.
* **Continuüm van seksueel geweld:** Het wordt begrepen als een continuüm van gedragingen, van minder tot meer ernstig, en als een continue aanwezigheid in het leven van vrouwen. De betekenis ligt mede in deze gendergerelateerde verschillen.
> **Voorbeeld:** Een vrouw die een partnerverkrachting meemaakt, kan moeite hebben dit te herkennen of aan te geven, omdat de relatie en de verwachtingen daarbinnen de ervaring 'normaliseren' of bagatelliseren, wat leidt tot een dieper gevoel van isolatie en verlies van betekenis.
#### 2.1.3 Victimatie door cybercrime
Cybercrime omvat diverse vormen van victimisatie, zoals online fraude, cyberpesten, stalking, hacking, malware en Beeld Gebaseerd Seksueel Misbruik (BSM).
* **Prevalentie:** Jaarlijkse prevalentiecijfers variëren per type cybercrime, met online winkelfraude, cyberpesten en hacking als veelvoorkomende vormen. Beeld Gebaseerd Seksueel Misbruik, inclusief sextortion en "wraakporno", heeft een significante levenslange prevalentie.
* **Categorieën:**
* **Cyberafhankelijke misdrijven:** (bv. malware, hacking).
* **Cybermogelijk gemaakte misdrijven:** Financiële criminaliteit online, interpersoonlijke criminaliteit online (cyberpesten, bedreigingen), en seksuele criminaliteit online (BSM).
* **Gevolgen:** Net als bij offline victimisatie, zijn er financiële, psychologische en emotionele gevolgen. Slachtoffers kunnen een verlies van vertrouwen, eigenwaarde en een gevoel van machteloosheid ervaren. Schaamte, zelfverwijt en onzekerheid over het voortduren van de victimisatie komen vaak voor. Beeldvorming en "victim blaming" kunnen het leed vergroten, zeker bij vormen als sextortion.
* **Beeld Gebaseerd Seksueel Misbruik (BSM):** Ook wel Technology Facilitated Sexual Violence genoemd, omdat "wraak" niet altijd de drijfveer is en "porno" de lading niet dekt.
* **Vormen:** Relatievergelding, sextortion, voyeurisme, sexploitatie en seksuele aanranding.
* **Sleutelpunten:**
* **Tijdsgebonden kenmerken:** Beelden kunnen op elk moment opnieuw opduiken, wat de onzekerheid vergroot.
* **Compliciteit/participatie:** Slachtoffers kunnen zichzelf of anderen deels beschuldigen. Victim blaming door derden is frequent.
* **Rol van anderen:** Deelname aan victimisatie (bv. bekijken van materiaal), virale distributie en negatieve reacties ("slut-shaming").
* **Criminalisering en remedies:** Vragen over effectieve criminalisering, passende naamgeving en beschikbare rechtsmiddelen.
* **Identiteitskwesties:** Wat betekent het als online persona's worden geschonden? Generatieverschillen in gedrag spelen hierin een rol.
* **Jessica Logan Act:** Een voorbeeld van wetgeving gericht op criminalisering van BSM na een tragisch geval.
> **Voorbeeld:** Een tiener wordt slachtoffer van sextortion. De gelekte beelden worden online breed verspreid. Het slachtoffer ervaart schaamte, angst voor verdere verspreiding, en krijgt te maken met negatieve reacties van medeleerlingen, wat leidt tot sociale isolatie en psychische problemen.
#### 2.1.4 Victimatie door terrorisme
Victimisatie door terrorisme onderscheidt zich van andere vormen van victimisatie door de intentionele aard, de politieke doelen en de bredere maatschappelijke impact.
* **Definitie van terrorisme:** Moeilijk te definiëren (ca. 80 definities), vaak politiek geladen. Kenmerken zijn de intentie tot dood of ernstig letsel, willekeurige of civiele doelwitten, en het doel om een bevolking te intimideren of een regering te dwingen. Directe slachtoffers zijn middelen om een bredere groep te bereiken. De vraag of staatsmisdaad ook terrorisme is, blijft complex.
* **Prevalentie:** Hoewel het aantal terroristische aanslagen wereldwijd fluctueert, blijft het een significant wereldwijd probleem, met met name in West-Afrika een hoge activiteit. In Europa en andere regio's is een afname te zien, maar de dreiging blijft aanwezig.
* **De aard van victimisatie:**
* **Publiek karakter:** Terrorisme treft slachtoffers niet alleen als individu, maar als vertegenwoordiger van een collectief. De publieke opinie is een secundair of tertiair doelwit.
* **Manifeste dreiging:** In tegenstelling tot misdaad, dat vaak een symbolische dreiging vormt, is de dreiging van terrorisme manifest en ambitieert het een reële impact op de samenleving.
* **Vicarious victimisatie:** De publieke impact kan leiden tot massapsychogene ziekte (zorgwekkende 'well-being') en onveilig gedrag door overschatting van risico's.
* **Traumatische gevolgen:** Ongeveer 30% van direct blootgestelde personen ontwikkelt PTSS, vooral bij chronische dreiging. Er is ook sprake van vicarious slachtoffers, die PTSS kunnen ontwikkelen zonder direct getroffen te zijn.
* **Betekenisgeving en identiteit:**
* **Nationale identiteit:** Terrorisme raakt vaak aan de nationale identiteit.
* **Dehumanisering:** Directe slachtoffers kunnen gedehumaniseerd worden door hun rol als middel voor communicatie.
* **Vicarious retribution:** De neiging om vergelding te zoeken voor leed dat een 'in-group' is aangedaan, door actie te ondernemen tegen een 'out-group' lid dat niet persoonlijk betrokken was. Dit proces omvat relevantie-inschatting, identificatie met de in-group, herkenning van de out-group als een coherent geheel, en uiteindelijk retribution. Dit is cruciaal voor het begrijpen van zowel terrorisme als de reacties erop.
### 2.2 Copingmechanismen en sociale steun
Slachtoffers gebruiken diverse copingstrategieën en sociale steun om met victimisatie om te gaan en betekenis te geven aan hun ervaringen.
#### 2.2.1 Peer support en sociale bewegingen
* **De kracht van gedeelde ervaringen: peer support**
* **Definitie:** Slachtoffers met vergelijkbare ervaringen delen, steunen en helpen elkaar in "mutual aid groups" of peer support groepen.
* **Voordelen:**
* Emotionele en praktische ondersteuning.
* Mogelijkheid tot verwerking door te praten en verhalen te vertellen.
* "Altruïsme geboren uit lijden": anderen helpen als vorm van zelfheling.
* **Re-storying:** Hulp bij het begrijpen en verwoorden van de ervaring, het uitproberen van nieuwe metaforen en het ontwikkelen van een gedeelde gemeenschapsnarratief. Dit is belangrijk omdat slachtoffers soms moeite hebben hun ervaringen te duiden, zeker na negatieve reacties van niet-slachtoffers.
* Herstel van sociale integratie, verhoogde zelfeffectiviteit en een gevoel van gedeeld lot.
* **Frames van victimisatie in sociale bewegingen**
* **Framing:** Het selecteren en presenteren van elementen uit de werkelijkheid om een bepaalde interpretatie te bevorderen en publieke opinie te beïnvloeden.
* **Succesvolle frames:** Benadrukken problematiek, causale analyse, morele beoordeling en aanbevelingen voor oplossingen.
* **Van gedeelde ervaring naar sociale verandering:** Victimatie biedt vaak een krachtig frame voor sociale bewegingen (bv. Black Lives Matter, #MeToo). Mediagenieke gevallen worden gebruikt om steun te mobiliseren.
* **Sociale bewegingen, politieke actie en geweld**
* **Radicalisering:** Victimatie kan leiden tot verlies van betekenis of significantie, wat een voedingsbodem kan zijn voor radicalisering, met name wanneer een ideologie geweld als oplossing biedt en een duidelijke vijand aanwijst. Victimatie op groepsniveau kan hierbij een rol spelen.
* **Chosen trauma's:** Verhalen van collectieve victimisatie die deel uitmaken van de groepsidentiteit (bv. in de Balkan). Deze kunnen politiek worden ingezet om hedendaagse conflicten te rechtvaardigen.
* **Competitieve victimhood:** De neiging om te concurreren over wie het meest gemarteld is, kan leiden tot morele zelfprojectie (agent-patiënt dynamiek), sociale vergelijking ("ik heb het erger meegemaakt"), en het rechtvaardigen van eigen geweld als reactief of beschermend. Dit kan leiden tot verhoogde cohesie binnen de groep en het rechtvaardigen van geweld, het verkrijgen van steun van buitenaf, en een gevoel van moreel recht of superioriteit ("victim entitlement").
> **Voorbeeld:** De #MeToo-beweging gebruikte de gedeelde ervaringen van seksueel misbruik en intimidatie om een grootschalig sociaal en politiek frame te creëren dat de misstand aan de kaak stelde en leidde tot bredere maatschappelijke verandering en discussie.
---
# Collectieve reacties op victimisatie
Dit onderwerp onderzoekt de collectieve reacties op victimisatie, waarbij de nadruk ligt op peer support, sociale bewegingen en politiek geweld als gevolg van gedeelde traumatische ervaringen.
## 3. Collectieve reacties op victimisatie
### 3.1 De kracht van gedeelde ervaring: peer support
Peer support, ook wel zelfhulpgroepen genoemd, omvat een collectieve reactie waarbij slachtoffers met vergelijkbare ervaringen elkaar steunen en helpen. Deze groepen bieden een omgeving voor emotionele en praktische hulp, en faciliteren het verwerkingsproces door middel van verbale of narratieve uitdrukking. Het concept van "altruïsme geboren uit lijden" suggereert dat het helpen van anderen een vorm van zelfheling kan zijn, wat leidt tot verlichting van negatieve gevoelens, herstel van betekenis, sociale integratie, verhoogde zelfeffectiviteit, wederkerigheid, empathie en versterkte zelfidentificatie met de groep.
Peer support fungeert als een "narratieve speeltuin" waar slachtoffers manieren kunnen uitproberen om hun ervaringen te uiten en betekenis te geven. Dit is essentieel omdat slachtoffers niet altijd begrijpen wat hen is overkomen, de impact ervan, of hoe ze het moeten verwoorden. Met name reacties van niet-slachtoffers die kritisch of kleinerend zijn, maken de noodzaak voor een ondersteunend publiek nog groter. Binnen deze groepen kunnen slachtoffers metaforen en donkere humor gebruiken om hun verhaal te vertellen, en een nieuw gemeenschappelijk narratief ontwikkelen, wat cruciaal is na het verlies van eerdere narratieven en verbindingen.
> **Tip:** Peer supportgroepen zijn cruciaal voor het herstellen van betekenis en het opbouwen van een gemeenschapsgevoel na traumatische ervaringen.
### 3.2 Sociale bewegingen: van gedeelde ervaring naar sociale verandering
De onrechtvaardigheid die voortkomt uit victimisatie kan krachtige kaders vormen voor sociale bewegingen. Framing, het selecteren en presenteren van bepaalde elementen uit de werkelijkheid om een specifieke interpretatie te bevorderen, is hierbij essentieel. Een succesvol frame definieert het probleem, analyseert de oorzaken, beoordeelt de verantwoordelijken en promoot een oplossing.
Bekende voorbeelden zoals Black Lives Matter, dat ontstond uit publieke gevallen van victimisatie en excessief politiegeweld, en de #MeToo-beweging, die het gevolg was van hooggeprofileerde gevallen van seksueel geweld en wangedrag, illustreren hoe gedeelde ervaringen van onrecht kunnen leiden tot massale sociale actie en een roep om verandering. Door middel van "mediagenieke gevallen" worden steun en bewustzijn gemobiliseerd, en worden sociale problemen effectief in de publieke opinie gebracht.
### 3.3 Politieke actie en geweld: de donkere kant van collectieve victimisatie
De donkere kant van collectieve victimisatie kan politiek geweld en radicalisering aanwakkeren.
#### 3.3.1 Victimiatie en radicalisering
Radicalisering kan worden gezien als een zoektocht naar betekenis, met name wanneer individuen of groepen een verlies van betekenis of significantie ervaren als gevolg van victimisatie. Ideologieën die geweld als oplossing presenteren, wijzen duidelijke vijanden aan, wat individuen kan helpen hun verloren significantie te herwinnen, met name door groepslidmaatschap. Dit proces kan leiden tot het verlies van tegenstrijdige doelen (zoals familie, werk of opleiding) en een verhoogde focus op groepsidentiteit.
#### 3.3.2 Gekozen trauma's en etnisch geweld
Het concept van "gekozen trauma's" beschrijft hoe groepen specifieke collectieve victimisatie-ervaringen uit hun geschiedenis selecteren en hergebruiken als onderdeel van hun identiteit en politieke retoriek. Deze narratieven van victimisatie kunnen politiek handig zijn en leiden tot een gevoel van collectief recht, zelfs generaties na de oorspronkelijke gebeurtenis. Dit kan bijdragen aan voortdurende conflicten en wederzijdse vijandigheid, zoals te zien is in de context van etnisch geweld.
#### 3.3.3 Competitief victimisme
Competitief victimisme is de neiging om te concurreren om de status van ultiem slachtoffer, wat kan optreden tussen slachtoffers van dezelfde gebeurtenis, slachtoffers van vergelijkbare gebeurtenissen, of tussen leden van conflicterende groepen. Dit fenomeen wordt gekenmerkt door:
* **Moreel typeren (Moral typecasting):** Het toeschrijven van kwade intenties aan de "ander" terwijl eigen acties worden gerechtvaardigd als reactief of beschermend.
* **Sociale vergelijking:** "Ik ben beter omdat wat mij overkwam erger was."
* **"Whataboutery":** Het afleiden van kritiek door te wijzen op de fouten van anderen.
* **Magnitude/moralisatiekloof:** Een vertekend geheugen en perceptie van de ernst van de geleden schade.
Competitief victimisme kan leiden tot verhoogde cohesie binnen de eigen groep, het rechtvaardigen van geweld tegen de "andere" groep, het verkrijgen van morele en materiële steun van derden, en het cultiveren van een gevoel van "victim entitlement" of morele superioriteit.
> **Voorbeeld:** De bewering "zij begonnen" is een klassiek voorbeeld van moreel typeren in competitieve victimisme, waarbij de eigen agressie wordt gerechtvaardigd als een reactie op de oorspronkelijke daad van de ander.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Co-slachtoffers van moord | Personen die direct verwant zijn aan of nauw betrokken waren bij een slachtoffer van moord. Zij worden geconfronteerd met gecompliceerde rouw en trauma als gevolg van het geweld. |
| Gecompliceerd rouw | Een langdurige en ernstige vorm van rouw die optreedt na een verlies, gekenmerkt door aanhoudend intense gevoelens van gemis en moeite met het aanpassen aan het leven zonder de overledene. |
| Victimiseren door seksueel geweld | Het ondergaan van seksuele handelingen tegen de wil van het individu, wat diepgaande psychologische, emotionele en soms fysieke gevolgen heeft. Dit omvat ook de ervaring met het strafrechtsysteem. |
| Image-Based Sexual Abuse (IBSA) | Een vorm van online seksueel geweld waarbij intieme beelden van een persoon zonder toestemming worden verspreid, vaak met als doel chantage, vernedering of wraak. |
| Terrorisme | Het gebruik van geweld of dreiging met geweld om politieke, religieuze of ideologische doelen te bereiken, met de intentie om een bevolking te intimideren of een overheid te dwingen tot actie. |
| Massapsychogene ziekte | Een fenomeen waarbij psychische symptomen, zoals misselijkheid of duizeligheid, zich verspreiden binnen een groep mensen zonder een duidelijke fysieke oorzaak, vaak getriggerd door angst of stress. |
| Posttraumatische stressstoornis (PTSS) | Een psychische stoornis die kan ontstaan na het meemaken of getuige zijn van een traumatische gebeurtenis, gekenmerkt door intrusieve herinneringen, vermijding, negatieve veranderingen in stemming en cognitie, en verhoogde alertheid. |
| Vicarious retribution | Het verlangen naar vergelding voor een gebeurtenis die een lid van de eigen groep is overkomen, gericht op een lid van een buitenstaandersgroep die niet direct bij de oorspronkelijke aanval betrokken was. |
| Peer support | Ondersteuning geboden door mensen met vergelijkbare ervaringen of problemen. Dit kan emotionele steun, praktische hulp en het delen van strategieën om te coping omvatten. |
| Framing | Het proces waarbij bepaalde aspecten van de waargenomen werkelijkheid worden belicht en samengevoegd tot een narratief dat een specifieke interpretatie bevordert, vaak gebruikt in sociale bewegingen om een probleem te definiëren. |
| Competitief victimisme | De neiging om de eigen victimisatie te vergelijken met die van anderen, vaak om een hogere morele status te verkrijgen of om eigen acties te rechtvaardigen. Het kan leiden tot een race naar de bodem in termen van geleden leed. |
| Radicalisering | Het proces waarbij individuen of groepen extremere politieke of religieuze overtuigingen aannemen, wat kan leiden tot het omarmen van geweld als middel om doelen te bereiken. |