Cover
Empieza ahora gratis student_ppt_Deel_2_Personen-_en_familierecht_okt_2024 (1).pdf
Summary
# Rechtspersoonlijkheid: natuurlijke en rechtspersonen
Dit onderwerp verkent de beginselen en het einde van rechtspersoonlijkheid voor zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, met een focus op hun ontstaan en beëindiging.
### 1.1 De persoon als rechtssubject
De persoon, ofwel het rechtssubject, is de drager van rechten en plichten. Dit kan een natuurlijke persoon zijn (een mens van vlees en bloed) of een rechtspersoon (zoals een vennootschap). Het onderwerp vergelijkt natuurlijke en rechtspersonen op twee belangrijke punten: het begin van hun rechtspersoonlijkheid en het einde ervan [6](#page=6).
### 1.2 Begin van rechtspersoonlijkheid
#### 1.2.1 Natuurlijke persoon
De rechtspersoonlijkheid van een natuurlijke persoon begint op het moment van geboorte. Er is echter een uitzondering waarbij rechtspersoonlijkheid retroactief kan werken, met name ten behoeve van het erfrecht. De rechtspersoonlijkheid van een natuurlijke persoon is volledig en omvat alle mogelijke rechten en plichten [7](#page=7) [9](#page=9).
#### 1.2.2 Rechtspersoon (vennootschap)
De rechtspersoonlijkheid van een rechtspersoon, zoals een vennootschap, ontstaat bij de neerlegging van de notariële oprichtingsakte op de griffie van de ondernemingsrechtbank. De rechtspersoonlijkheid van een vennootschap is beperkt tot haar statutair doel. Volgens de orgaantheorie wordt een rechtspersoon in het rechtsverkeer vertegenwoordigd door haar organen, zoals zaakvoerders en de algemene vergadering van aandeelhouders [7](#page=7) [9](#page=9).
> **Tip:** Begrijpen wanneer rechtspersoonlijkheid begint, is cruciaal, vooral in situaties die financiële of juridische consequenties hebben, zoals bij de oprichting van een bedrijf of bij erfeniskwesties.
### 1.3 Einde van rechtspersoonlijkheid
#### 1.3.1 Natuurlijke persoon
De rechtspersoonlijkheid van een natuurlijke persoon eindigt bij overlijden [10](#page=10).
#### 1.3.2 Rechtspersoon (vennootschap)
Het einde van de rechtspersoonlijkheid van een vennootschap verloopt in twee stappen. Eerst vindt de ontbinding plaats, die vrijwillig of gerechtelijk kan zijn. Vervolgens volgt de vereffening, waarbij de bezittingen van de vennootschap worden omgezet in geld om schulden te voldoen en eventuele resterende winst te verdelen [10](#page=10).
### 1.4 Waarom een vennootschap oprichten?
Het oprichten van een vennootschap biedt specifieke voordelen. Een belangrijk voordeel is de mogelijke belastingbesparing doordat de vennootschapsbelasting (VenB) soms lager is dan de personenbelasting (PB). Daarnaast zorgt een vennootschap voor een beperking van de aansprakelijkheid. In tegenstelling tot een eenmanszaak of een natuurlijke persoon die met het gehele eigen vermogen instaat voor zowel persoonlijke als beroepsschulden, kunnen de schuldeisers van een vennootschap enkel beslag leggen op het kapitaal en de goederen van de vennootschap zelf [11](#page=11).
> **Voorbeeld:** Stel, een natuurlijke persoon leent 100.000 dollars voor zijn zaak. Als de zaak failliet gaat en hij kan niet terugbetalen, kunnen zijn schuldeisers beslag leggen op zijn huis en spaargeld. Als een vennootschap met een kapitaal van 100.000 dollars echter failliet gaat, kunnen de schuldeisers enkel beslag leggen op de 100.000 dollars van de vennootschap, niet op het privévermogen van de zaakvoerders.
---
# Staat van de persoon en familierelaties
Dit onderwerp behandelt de juridische identiteit van een persoon, zowel binnen de maatschappij als binnen de familie, en de relaties die hieruit voortvloeien [15](#page=15).
### 2.1 De staat van de persoon
De staat van de persoon omvat het geheel van kenmerken die iemands juridische toestand in de maatschappij en familie bepalen en hem onderscheiden van anderen. Deze staat wordt onderverdeeld in de staat in de maatschappij en de staat in de familie [15](#page=15).
#### 2.1.1 Staat in de maatschappij
De staat in de maatschappij wordt bepaald door de volgende elementen:
* **Naam:** Bestaat uit de familienaam en de voornaam. De familienaam kan gekozen worden uit die van de vader, de moeder, of een combinatie van beide. De voornaam wordt gekozen door de ouders en gecontroleerd door de ambtenaar van de burgerlijke stand; wijziging is mogelijk [16](#page=16).
* **Geslacht:** Dit is een kenmerk dat de juridische toestand van een persoon beïnvloedt [16](#page=16).
* **Woonplaats:** Dit is de plaats waar men zijn rechten en plichten officieel wil uitoefenen. Een persoon heeft slechts één officiële woonplaats (domicilie), hoewel meerdere verblijfplaatsen mogelijk zijn. Soms wordt de woonplaats wettelijk bepaald, zoals voor echtgenoten die op één adres worden geacht te wonen of voor minderjarige kinderen die bij hun ouders wonen [16](#page=16).
* **Nationaliteit:** Dit verwijst naar ius sanguinis, wat betekent dat iemand de nationaliteit verkrijgt door geboren te zijn uit ouders met die nationaliteit [16](#page=16).
#### 2.1.2 Staat in de familie
De staat in de familie wordt bepaald door:
* **Biologische afstamming:** Dit omvat bloedverwanten en aanverwanten [17](#page=17).
* **Fictieve afstamming:** Dit wordt gecreëerd door adoptie, die kan zijn in de vorm van gewone adoptie of volle adoptie [17](#page=17).
### 2.2 Bloedverwantschap
Bloedverwanten zijn personen die van elkaar afstammen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bloedverwanten in de rechte lijn en in de zijlijn [18](#page=18).
#### 2.2.1 Bloedverwanten in de rechte lijn
Dit zijn personen die rechtstreeks van elkaar afstammen [19](#page=19).
* **Recht opgaande lijn (ascendenten):** Dit zijn de voorouders van een persoon. De graad van bloedverwantschap in de opgaande lijn wordt bepaald door het aantal generaties. Bijvoorbeeld, ouders bevinden zich in de eerste graad opgaande lijn, en grootouders in de tweede graad opgaande lijn [20](#page=20) [21](#page=21).
* **Recht neergaande lijn (descendenten):** Dit zijn de afstammelingen van een persoon. Kinderen bevinden zich in de eerste graad neergaande lijn, en kleinkinderen in de tweede graad neergaande lijn [22](#page=22) [23](#page=23).
#### 2.2.2 Bloedverwanten in de zijlijn
Dit zijn personen die een gemeenschappelijke voorouder hebben, maar niet rechtstreeks van elkaar afstammen. De graad van bloedverwantschap in de zijlijn wordt bepaald door het aantal generaties tot de gemeenschappelijke voorouder, waarbij de gemeenschappelijke voorouder zelf niet wordt meegeteld. Bijvoorbeeld, broers en zussen staan in de tweede graad van bloedverwantschap in de zijlijn, ooms/tantes en neven/nichten in de derde of vierde graad [24](#page=24) [25](#page=25).
### 2.3 Aanverwantschap
Aanverwanten zijn aangetrouwde familieleden. Voorbeelden hiervan zijn schoonmoeders, schoonvaders, schoonzussen, schoonbroers, schoonzoons en schoondochters [26](#page=26).
### 2.4 Adoptie
Adoptie creëert een fictieve afstamming. Er zijn twee vormen [27](#page=27):
* **Volle adoptie:**
* Is uitsluitend voor minderjarigen [27](#page=27).
* Verbreekt de juridische band met de biologische ouders [27](#page=27).
* De geadopteerde heeft erfrecht in de adoptiefamilie alsof hij of zij daarin geboren is [27](#page=27).
* **Gewone adoptie:**
* Is mogelijk voor zowel minderjarigen als meerderjarigen [27](#page=27).
* Verbreekt de band met de biologische ouders niet [27](#page=27).
* Het erfrecht in de adoptiefamilie is beperkter en geldt voornamelijk tussen de geadopteerden en de adoptanten [27](#page=27).
---
# Huwelijk: vereisten, vorm en huwelijksstelsels
Dit onderwerp behandelt de vereisten voor het aangaan van een huwelijk, de formele procedures, de huwelijkse plichten van echtgenoten, de bescherming van de gezinswoning en de verschillende huwelijksvermogensstelsels.
## 3. Huwelijk: vereisten, vorm en huwelijksstelsels
### 3.1 Grondvereisten voor het huwelijk
Om een geldig huwelijk te kunnen aangaan, moeten er aan een aantal grondvereisten worden voldaan, vastgelegd in het oud Burgerlijk Wetboek [31](#page=31) [32](#page=32).
#### 3.1.1 Huwbare leeftijd
De minimale leeftijd om te kunnen trouwen is 18 jaar. Personen jonger dan 18 jaar kunnen echter met een huwelijk instemmen mits toestemming van hun ouders en goedkeuring van de familierechtbank of enkel toestemming van de familierechtbank [31](#page=31) [32](#page=32).
#### 3.1.2 Toestemming van de verloofden
Het huwelijk is een plechtig contract dat gebaseerd is op de wederzijdse toestemming van beide partijen, uitgedrukt door het "ja-woord". Deze toestemming moet vrijelijk gegeven worden [31](#page=31) [32](#page=32).
#### 3.1.3 Geen huwelijksbeletsel
Er zijn bepaalde beletselen die een huwelijk ongeldig maken of verbieden:
* **Bigamie:** Het aangaan van een tweede huwelijk voordat het eerste huwelijk wettelijk ontbonden is, is niet toegestaan [31](#page=31) [32](#page=32).
* **Bloed- en aanverwantschap in verboden graad:**
* In de rechte lijn is huwen tussen bloed- en aanverwanten verboden voor alle graden [31](#page=31) [32](#page=32).
* In de zijlijn is huwen verboden tussen broers en zussen (tweede graad). Ook tussen ooms/tantes en hun neven/nichten (derde graad) is dit verboden [31](#page=31) [32](#page=32).
* Echter, in aanverwantschap van de derde graad kan de rechtbank dispensatie verlenen [31](#page=31).
De sanctie op een huwelijksbeletsel is, indien dit vooraf ontdekt wordt, de weigering van de huwelijksvoltrekking. Indien het beletsel achteraf ontdekt wordt, kan dit leiden tot de nietigverklaring van het huwelijk [32](#page=32).
### 3.2 Vormvereisten van huwelijkssluiting
Naast de grondvereisten zijn er ook specifieke vormvereisten voor de huwelijkssluiting [33](#page=33).
#### 3.2.1 Huwelijksaangifte
Voordat het huwelijk voltrokken kan worden, moet er een huwelijksaangifte gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van een van de verloofden. Dit resulteert in een akte van aangifte [33](#page=33).
#### 3.2.2 De voltrekking
Het huwelijk wordt in het openbaar voltrokken door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Na de voltrekking ondertekenen de echtgenoten de huwelijksakte [33](#page=33).
> **Tip:** De huwelijksakte mag niet verward worden met een huwelijkscontract [33](#page=33).
### 3.3 Huwelijkse plichten en bescherming van de gezinswoning (Primair huwelijksstelsel)
Het primaire huwelijksstelsel omvat de rechten en plichten die voor alle echtgenoten gelden, ongeacht hun huwelijkscontract. Deze zijn van openbare orde en dus niet aanpasbaar [34](#page=34).
#### 3.3.1 Vier basishuwelijksplichten
Er zijn vier fundamentele plichten die voortvloeien uit het huwelijk [35](#page=35):
* **Samenwoning:** Echtgenoten dienen dezelfde woonplaats te hebben. Bij gebrek aan overeenstemming hierover beslist de familierechtbank [35](#page=35).
* **Getrouwheid:** Overspel is niet toegestaan en kan een reden zijn voor echtscheiding [35](#page=35).
* **Bijstand:** Dit houdt psychologische bijstand in [35](#page=35).
* **Hulp en bijdrage:** Dit betreft financiële bijstand. Bij problemen kan via de familierechtbank een loondelegatie gevraagd worden, conform artikel 221 BW [35](#page=35).
#### 3.3.2 Bescherming van de gezinswoning
De gezinswoning geniet een bijzondere bescherming om te garanderen dat het gezin te allen tijde een dak boven het hoofd heeft. Deze bescherming geldt enkel voor de woning die als hoofdverblijfplaats dient en niet voor tweede verblijven of kantoren [36](#page=36).
**3.3.2.1 Voor eigenaars van de gezinswoning**
Zelfs als slechts één echtgenoot eigenaar is, moeten beide echtgenoten samen beslissingen nemen over de gezinswoning. Dit geldt voor de volgende vier handelingen [37](#page=37):
1. Verkopen [37](#page=37).
2. Verhuren voor langer dan 9 jaar [37](#page=37).
3. Hypothekeren [37](#page=37).
4. Wegschenken [37](#page=37).
Indien één echtgenoot weigert, kan de andere echtgenoot machtiging vragen aan de familierechtbank om de handeling alleen uit te voeren [37](#page=37).
**3.3.2.2 Voor huurders en verhuurders van de gezinswoning**
Dit principe geldt als wettelijk medehuurderschap/medehuur [38](#page=38).
* **Bescherming van huurders:** De verhuurder moet de opzegging apart aan beide echtgenoten betekenen via twee afzonderlijke brieven [38](#page=38).
* **Bescherming van verhuurder:** De huurders moeten gezamenlijk de opzegging geven. Dit kan in één brief ondertekend door beiden, of in twee aparte brieven. Zo niet, hoeft de verhuurder hier geen rekening mee te houden [38](#page=38).
De verhuurder moet op de hoogte zijn van het huwelijk; anders behoort het huurrecht enkel toe aan degene die het contract heeft getekend. Verplichtingen zoals huur betalen of huurschade worden geregeld in het Vlaams Woninghuurdecreet (art. 51) [38](#page=38).
#### 3.3.3 Uitoefening van beroep
Elke echtgenoot mag vrij zijn of haar beroep kiezen. De familierechtbank kan een beroep echter verbieden indien de belangen van het gezin in het gedrang komen. Echtgenoten mogen elkaars naam gebruiken in beroepsrelaties mits akkoord. Inkomsten mogen individueel ontvangen worden, maar dienen bij voorkeur eerst aan het huishouden en daarna aan de eigen beroepsactiviteit besteed te worden [39](#page=39).
#### 3.3.4 Depositorekening
Elke echtgenoot kan zelfstandig een bankrekening openen of een kluis huren. In principe dient de bank de andere echtgenoot hiervan op de hoogte te brengen, hoewel dit in de praktijk vaak niet gebeurt [40](#page=40).
#### 3.3.5 Hoofdelijkheid voor huishoudelijke schulden
Echtgenoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor huishoudelijke schulden en voor de opvoeding van de kinderen, zoals bepaald in artikel 222 oud BW. Dit is een afwijking van twee rechtsprincipes [41](#page=41) [44](#page=44):
1. **Rechtsprincipe 1 (art. 5.69 BW):** Normaal gezien kan een schuldeiser enkel de schuldenaar zelf dagvaarden. De afwijking hierin is dat beide echtgenoten gedagvaard kunnen worden, zelfs als slechts één van hen de schuld aanging [41](#page=41) [44](#page=44).
2. **Rechtsprincipe 2 (art. 5.159 BW):** Normaal gezien is er bij meerdere schuldenaars sprake van gedeelde aansprakelijkheid, waarbij de schuld gelijk verdeeld wordt. De afwijking is hoofdelijkheid, waarbij de schuldeiser één van de schuldenaren kan kiezen om de volledige schuld te dragen [41](#page=41) [43](#page=43) [44](#page=44).
> **Voorbeeld gedeelde aansprakelijkheid:** Jan, Peter en Luc huren samen een fuifzaal voor 600 dollars. Elke persoon is slechts aansprakelijk voor 200 dollars [42](#page=42).
> **Voorbeeld hoofdelijke aansprakelijkheid:** Jan, Peter en Luc huren samen een fuifzaal voor 600 dollars. De schuldeiser kan Jan aanspreken om de volledige 600 dollars te betalen [43](#page=43).
Deze hoofdelijkheid wordt enkel toegepast als de schuld in verhouding staat tot de bestaansmiddelen [44](#page=44).
#### 3.3.6 Dringende en voorlopige maatregelen
Bij huwelijksproblemen kunnen echtgenoten zich wenden tot de familierechtbank voor dringende en voorlopige maatregelen, zoals het vragen van een aparte woonst of een loondelegatie [45](#page=45).
### 3.4 Einde van het huwelijk
Het huwelijk kan eindigen door:
1. Nietigverklaring van het huwelijk indien de grondvereisten niet voldaan werden [46](#page=46).
2. Overlijden van een partner [46](#page=46).
3. Echtscheiding uitgesproken door de familierechtbank [46](#page=46).
#### 3.4.1 Echtscheiding
De procedure van echtscheiding verloopt via de familierechtbank en begint vaak met het treffen van dringende en voorlopige maatregelen. Feitelijke scheiding heeft geen directe juridische gevolgen, maar kan wel een grond zijn voor echtscheiding. Tot aan de uitspraak van de familierechtbank blijven de huwelijkse plichten van kracht. Er zijn twee vormen van echtscheiding [47](#page=47):
##### 3.4.1.1 Echtscheiding door onderlinge toestemming (EOT)
Bij EOT hebben beide echtgenoten vooraf akkoord bereikt over zaken zoals goederen, kinderen en alimentatie. Op het moment van het verzoekschrift dienen de echtgenoten minimaal zes maanden feitelijk gescheiden te zijn. Dit is een puur schriftelijke procedure [48](#page=48) [49](#page=49).
##### 3.4.1.2 Echtscheiding door onherstelbare ontwrichting (EOO)
EOO kan op twee manieren worden verkregen [49](#page=49):
1. **Door feitelijke scheiding:**
* Als beide echtgenoten de aanvraag doen, is een feitelijke scheiding van minimaal zes maanden vereist [49](#page=49).
* Als slechts één echtgenoot de aanvraag doet, is een feitelijke scheiding van minimaal één jaar vereist [49](#page=49).
2. **Door feiten:** Er moeten specifieke feiten worden bewezen die de ontwrichting aantonen, zoals overspel, mishandeling, grove belediging of veroordeling wegens criminele activiteiten [49](#page=49).
### 3.5 Secundair huwelijksstelsel: Huwelijksvermogensrecht
Het secundair huwelijksstelsel bepaalt de vermogensrechtelijke verhouding tussen de echtgenoten en is een keuze die wordt vastgelegd in een huwelijkscontract. Dit contract kan op elk moment tijdens het huwelijk worden aangepast met wederzijdse instemming. Indien er geen keuze wordt gemaakt, geldt het wettelijk stelsel. Er zijn twee hoofdhwelijksstelsels, maar tussenvormen zijn ook mogelijk [34](#page=34) [50](#page=50).
#### 3.5.1 Het wettelijk stelsel
Het wettelijk stelsel treedt in werking als er geen huwelijkscontract wordt opgemaakt [51](#page=51).
##### 3.5.1.1 Inhoud van de vermogens
Het wettelijk stelsel is een gemeenschap van aanwinsten en bestaat uit drie vermogens [55](#page=55):
1. **Eigen vermogen van de man (EVM)** [51](#page=51) [55](#page=55).
2. **Eigen vermogen van de vrouw (EVV)** [51](#page=51) [55](#page=55).
3. **Gemeenschappelijk vermogen (GV)** [51](#page=51) [55](#page=55).
Het volgende is in de eigen vermogens van de man en vrouw opgenomen [56](#page=56):
* Wat men bezat vóór het huwelijk.
* Wat men tijdens het huwelijk ontvangt door erfenis, schenking of testament.
* Kleren en voorwerpen voor persoonlijk gebruik.
* Het recht op herstel van persoonlijke schade. Dit recht is persoonlijk. Morele schadevergoeding of vergoeding voor fysieke letsels behoren tot het eigen vermogen (EV). Vergoeding voor verlies van beroepsinkomsten behoort tot het gemeenschappelijk vermogen (GV) [56](#page=56) [57](#page=57).
* Het recht op pensioen.
* Materiaal voor de uitoefening van het beroep, ook al is het gekocht met gemeenschappelijk geld. Als dit materiaal met geld uit het EV werd aangekocht, behoort het tot het EV. Indien het met geld uit het GV werd aangekocht, behoort het tot het EV, maar is er een vergoeding aan het GV verschuldigd bij ontbinding van het huwelijk (waarde op het moment van overlijden of instellen van de echtscheidingsvordering). Dit betekent dat de ex-echtgenoot de helft van die waarde krijgt [56](#page=56) [58](#page=58).
* **Bijzondere toepassing vennootschap:** Een vennootschap opgericht voor één echtgenoot met geld van het GV, behoort tot het EV van die echtgenoot (aandelen op naam). Dividenden en bezoldiging van de bedrijfsleider behoren tot het GV. Bij ontbinding van het huwelijk is een vergoeding aan het GV verschuldigd voor de waarde van de aandelen [59](#page=59).
* Voordelen van personenverzekering bij overlijden van de partner.
* Goederen aangekocht met eigen geld (wederbelegging) [56](#page=56).
Tot het gemeenschappelijk vermogen behoren [56](#page=56):
* Beroepsinkomsten (loon, ziekteuitkering, pensioen, etc.).
* Wat via testament of schenking aan beide echtgenoten toekomt, mits uitdrukkelijk bepaald.
* Inkomsten uit eigen goederen (bv. verhuur eigen huis).
* Een goed waarvan men niet kan bewijzen dat het eigen is.
Bij overlijden van een echtgenoot of bij echtscheiding blijven de eigen vermogens eigen, en wordt het gemeenschappelijk vermogen in twee verdeeld [52](#page=52).
##### 3.5.1.2 Bestuur over de vermogens
* **Eigen vermogen:** Elk echtgenoot heeft alleenbestuur over zijn eigen vermogen, met uitzondering van de beschikking over de gezinswoning [60](#page=60).
* **Gemeenschappelijk vermogen:**
* **Principe gelijklopend bestuur:** Echtgenoten beslissen apart, waarbij er een vermoeden is dat de andere instemt [60](#page=60).
* **Gezamenlijk bestuur:** Voor belangrijke beslissingen zoals de beschikking over de gezinswoning is gezamenlijk bestuur vereist (conform het primair huwelijksstelsel) [60](#page=60).
* **Alleenbestuur:** Voor handelingen die verband houden met het beroep, mag de echtgenoot alleen beslissen [60](#page=60).
De sanctie indien de belangen van het gezin in gevaar komen, is de nietigverklaring door de familierechtbank [60](#page=60).
##### 3.5.1.3 Schulden: beslaglegging door deurwaarder
De beslaglegging door een deurwaarder hangt af van het type schuld [61](#page=61) [63](#page=63) [66](#page=66) [68](#page=68):
* **Schulden van eigen vermogen:** De deurwaarder heeft keuze. Beslag kan gelegd worden op het eigen vermogen van de schuldenaar, en op diens beroepsinkomsten in het GV [63](#page=63) [66](#page=66) [68](#page=68).
* Voorbeelden: boete voor snelheidsovertreding door de man of vrouw [63](#page=63).
* **Schulden van gemeenschappelijk vermogen:** De deurwaarder heeft keuze. Beslag kan gelegd worden op het eigen vermogen van beide echtgenoten en op het gemeenschappelijk vermogen [66](#page=66) [68](#page=68).
* **Uitzondering:** Het EV van de niet-contracterende echtgenoot blijft buiten schot bij buitensporige schulden voor huishouden of opvoeding van kinderen, en bij schulden voor het eigen beroep. Tenzij de echtgenoot mee het contract heeft ondertekend [68](#page=68) [70](#page=70).
* Voorbeeld: koppel heeft samen woning gekocht maar nog niet betaald [66](#page=66).
* Voorbeeld: man gaat lening aan voor zijn zelfstandige activiteit; vrouw tekent mee [70](#page=70).
> **Uitleg tabellen schulden:** De tabellen op pagina's 64, 65, 67, 69 en 71 illustreren visueel op welke vermogens beslag gelegd kan worden afhankelijk van het type schuld en de schuldenaar. Ze tonen de keuzevrijheid van de deurwaarder bij schulden uit EV of GV.
#### 3.5.2 Gemeenschap van goederen
Bij dit stelsel bestaat er slechts één vermogen, het gemeenschappelijk vermogen. Bij overlijden of echtscheiding wordt dit vermogen in twee verdeeld. Dit stelsel kan gebruikt worden om kinderen feitelijk te onterven, in combinatie met een verblijvings- of keuzebeding [53](#page=53) [74](#page=74).
> **Voorbeeld gemeenschap van goederen met verblijvingsbeding:** Jan en Marie zijn gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van goederen met een verblijvingsbeding dat bepaalt dat het GV volledig bij de langstlevende echtgenoot blijft. Ze hebben één kind. Als Jan overlijdt, wordt eerst het huwelijksstelsel vereffend. De helft van Jan komt toe aan Marie, en niets aan het kind. De nalatenschap van Jan is dus leeg [75](#page=75) [76](#page=76).
#### 3.5.3 Scheiding van goederen
Bij dit stelsel zijn er slechts twee vermogens: het eigen vermogen van de man en het eigen vermogen van de vrouw. Bij overlijden of echtscheiding blijven de eigen vermogens bij de respectievelijke personen. Dit stelsel is aangewezen als een echtgenoot zelfstandige is, waarbij het eigen vermogen van de zelfstandige het beroepsmateriaal bevat en het eigen vermogen van de niet-zelfstandige de rest [54](#page=54) [77](#page=77).
Zaken die samen gekocht worden, vallen onder onverdeeldheid en niet onder het gemeenschappelijk vermogen [54](#page=54).
Bij beroepsschulden kan de deurwaarder geen beslag leggen op een GV, aangezien dit niet bestaat. Het EV van de niet-zelfstandige echtgenoot blijft buiten schot; enkel beslag op het EV van de zelfstandige echtgenoot, inclusief beroepsmateriaal, is mogelijk. Om dit te ondervangen, kan de schuldeiser de partner laten meetekenen [78](#page=78).
##### 3.5.3.1 Verrekenbeding (nieuw sinds 1/9/2018)
Sinds 1 september 2018 is een verrekenbeding mogelijk binnen het stelsel van scheiding van goederen. Omdat bij dit stelsel enkel het EV kan aangroeien, kan een verrekenbeding bij ontbinding van het huwelijk zorgen voor een eerlijkere verdeling, met name als één echtgenoot de alleenverdiener is. Het verrekenbeding is niet verplicht. Indien het niet is voorzien, kan een rechter een billijkheidscorrectie toepassen bij onvoorziene en ongunstig gewijzigde omstandigheden, beperkt tot 1/3 van de totale aangroei bij beide echtgenoten [79](#page=79) [80](#page=80) [81](#page=81) [82](#page=82).
### 3.6 Huwelijkscontract en wijzigingen
Op elk moment kan men afwijken van het wettelijk stelsel via een huwelijkscontract. Dit contract kan, met instemming van beide echtgenoten, aangepast worden naargelang veranderende omstandigheden. In een huwelijkscontract kan men quasi alles bedingen, zoals het in gemeenschap brengen van een bouwgrond om het huis dat erop gebouwd wordt ook gemeenschappelijk te maken. De twee extreme situaties zijn de gemeenschap van goederen en de scheiding van goederen [73](#page=73).
#### 3.6.1 Anticipatieve inbreng (nieuw sinds 1/9/2018)
Sinds 1 september 2018 bestaat de mogelijkheid van anticipatieve inbreng bij het wettelijk stelsel. Indien een koppel samen een woning koopt vóór het huwelijk, is er sprake van onverdeeldheid. Na het huwelijk valt elk de helft van de woning in eigen vermogen. Om de woning in het GV in te brengen, zijn er normaal kosten verbonden aan een huwelijkscontract. De anticipatieve inbreng is een oplossing waarbij men bij de aankoop een verklaring opneemt in het compromis. Vanaf de sluiting van het huwelijk wordt de woning dan als GV beschouwd, zonder de kosten van een huwelijkscontract. Dit is nuttig, met name ter bescherming van de langstlevende echtgenoot. De voorwaarde is dat de aankoop 50/50 gebeurde in volle eigendom [83](#page=83).
---
# Wettelijke samenwoning
Wettelijke samenwoning is een officiële status die bepaalde, beperkte rechtsgevolgen met zich meebrengt voor twee personen die samenwonen, afgeleid van het huwelijk [85](#page=85).
### 4.1 Wat is wettelijke samenwoning?
Er bestaan twee vormen van samenwonen: feitelijk samenwonen en wettelijk samenwonen. Feitelijk samenwonen is niet officieel en brengt geen specifieke rechtsgevolgen met zich mee. Wettelijk samenwonen is daarentegen wel officieel en kent eigen, zij het beperkte, rechtsregels die zijn afgeleid van het huwelijk [85](#page=85).
### 4.2 Wie kan wettelijk samenwonen?
Om wettelijk samen te wonen, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan [86](#page=86):
* Er mogen slechts twee personen bij betrokken zijn [86](#page=86).
* Beide personen moeten meerderjarig en handelingsbekwaam zijn [86](#page=86).
* De personen hoeven geen echtgenoten te zijn en hoeven geen intieme relatie te hebben. Een voorbeeld hiervan is een ongehuwd broer en zus die samenwonen, bijvoorbeeld om minder successierechten te betalen [86](#page=86).
### 4.3 Hoe wordt wettelijke samenwoning officieel gemaakt?
De wettelijke samenwoning wordt officieel gemaakt door een verklaring van samenwoning af te leggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit is niet hetzelfde als een samenlevingscontract. De verklaring wordt vervolgens ingeschreven in het bevolkingsregister [86](#page=86).
### 4.4 Rechten en plichten bij wettelijke samenwoning
Bij wettelijke samenwoning worden enkele rechten en plichten uit het primair huwelijksstelsel overgenomen. Deze omvatten [87](#page=87):
1. **Financiële hulp:** De partners zijn verplicht elkaar financieel te ondersteunen [87](#page=87).
2. **Bescherming van de gezinswoning:** De gezinswoning geniet een bepaalde bescherming [87](#page=87).
3. **Hoofdelijke aansprakelijkheid:** Partners zijn hoofdelijk aansprakelijk voor huishoudelijke schulden en voor de opvoeding van de kinderen [87](#page=87).
Wat betreft de verdeling van de goederen, geldt standaard een **scheiding van goederen**. Het is echter mogelijk om via een samenlevingscontract hiervan af te wijken [87](#page=87).
### 4.5 Einde van de wettelijke samenwoning
Een wettelijke samenwoning kan op verschillende manieren eindigen [88](#page=88):
1. **Overlijden van een partner:** Wanneer één van de partners overlijdt, eindigt de wettelijke samenwoning [88](#page=88).
2. **Huwelijk van een partner:** Als één van de partners in het huwelijk treedt met een andere persoon (of zelfs met de samenwonende partner), eindigt de wettelijke samenwoning [88](#page=88).
3. **Nietigverklaring van de samenwoning:** De samenwoning kan nietig verklaard worden [88](#page=88).
4. **Verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand:** Een of beide partners kunnen een verklaring afleggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand om de wettelijke samenwoning te beëindigen. Bij een eenzijdige verklaring zal de ambtenaar de andere partner hiervan op de hoogte stellen via een gerechtsdeurwaarder [88](#page=88).
### 4.6 Nadelen ten opzichte van het huwelijk
Er zijn enkele nadelen verbonden aan wettelijke samenwoning in vergelijking met een huwelijk [89](#page=89):
* Niet alle plichten die bij een huwelijk horen, worden automatisch overgenomen bij wettelijke samenwoning [89](#page=89).
* Het automatisch erfrecht is beperkter voor wettelijk samenwonenden in vergelijking met gehuwden [89](#page=89).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rechtssubject | Een drager van rechten en plichten binnen een rechtssysteem. Dit kan zowel een natuurlijk persoon (mens) als een rechtspersoon (zoals een vennootschap) zijn. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het juridische vermogen van een entiteit (natuurlijk persoon of rechtspersoon) om rechten te hebben en plichten na te komen in het rechtsverkeer. |
| Natuurlijke persoon | Een mens van vlees en bloed die, vanaf de geboorte, rechtspersoonlijkheid bezit en drager is van rechten en plichten. |
| Rechtspersoon (vennootschap) | Een juridische constructie, zoals een vennootschap, die zelfstandig rechten en plichten kan hebben en kan optreden in het rechtsverkeer, gescheiden van de individuele personen die er deel van uitmaken. |
| Griffie van de ondernemingsrechtbank | Het administratieve secretariaat van de ondernemingsrechtbank waar juridische documenten, zoals oprichtingsaktes van vennootschappen, worden neergelegd en geregistreerd. |
| Orgaantheorie | Een juridisch concept dat stelt dat een rechtspersoon in het rechtsverkeer wordt vertegenwoordigd en gehandeld door middel van zijn organen, zoals bestuurders of de algemene vergadering. |
| VenB (Vennootschapsbelasting) | De belasting die wordt geheven op de winsten van vennootschappen, die in sommige gevallen lager kan zijn dan de personenbelasting (PB) voor natuurlijke personen. |
| PB (Personenbelasting) | De belasting die wordt geheven op het inkomen van natuurlijke personen. |
| Staat van de persoon | Het geheel van kenmerken die de juridische toestand van een persoon in de maatschappij en in de familie bepalen, zoals naam, burgerlijke staat, nationaliteit en woonplaats. |
| Bloedverwanten | Personen die van elkaar afstammen of een gemeenschappelijke voorouder hebben. Ze worden ingedeeld in rechte lijn (rechtstreekse afstamming) en zijlijn (gemeenschappelijke voorouder). |
| Aanverwanten | Personen die door huwelijk aan elkaar verbonden zijn, ook wel aangetrouwde familie genoemd. |
| Adoptie | Een juridische handeling waardoor een band van afstamming wordt gecreëerd tussen de adoptant(en) en de geadopteerde, wat fictieve afstamming inhoudt. |
| Feitelijke bekwaamheid | Het vermogen van een persoon om feitelijk te handelen en te waarnemen wat hij of zij kan doen. |
| Genotsbekwaamheid (rechtsbekwaamheid) | Het vermogen van een persoon om rechten te hebben en plichten te dragen. Dit is gelijk aan rechtspersoonlijkheid. |
| Handelingsbekwaamheid | Het vermogen van een persoon om zelfstandig rechten uit te oefenen en plichten na te komen, zoals het aangaan van contracten. |
| Huwelijk | Een duurzame, plechtige verbintenis tussen twee personen, die juridische en persoonlijke gevolgen heeft voor beide partners. |
| Huwelijkse plichten | De wettelijke verplichtingen die echtgenoten jegens elkaar hebben, zoals samenwonen, getrouwheid, bijstand en hulp. |
| Huwelijksstelsel | De regels die de vermogensrechtelijke verhouding tussen echtgenoten bepalen, zowel tijdens het huwelijk als bij ontbinding ervan. Dit kan het primaire of secundaire stelsel betreffen. |
| Primair huwelijksstelsel | De wettelijke rechten en plichten die van toepassing zijn op alle echtgenoten, ongeacht hun keuze voor een secundair stelsel. Dit betreft o.a. samenwoning, getrouwheid, bijstand en bescherming van de gezinswoning. |
| Secundair huwelijksstelsel | De vermogensrechtelijke regeling die echtgenoten vrijelijk kunnen kiezen via een huwelijkscontract, zoals het wettelijk stelsel, scheiding van goederen, of gemeenschap van goederen. |
| Gezinswoning | De woning die door het gezin als hoofdverblijf wordt gebruikt. De beschikking over deze woning is wettelijk beschermd en vereist vaak de instemming van beide echtgenoten. |
| Hoofdelijkheid | Een verbintenis waarbij meerdere personen gezamenlijk en voor het geheel aansprakelijk zijn voor een schuld. De schuldeiser kan één van de hoofdelijk schuldenaren aanspreken voor de volledige betaling. |
| Nietigverklaring | Het ongeldig verklaren van een rechtshandeling, waardoor deze geacht wordt nooit te hebben bestaan. Dit kan bijvoorbeeld bij een huwelijk gebeuren als de grondvereisten niet zijn voldaan. |
| Echtscheiding | De formele beëindiging van een huwelijk door een rechterlijke uitspraak, die kan plaatsvinden door onderlinge toestemming (EOT) of op grond van onherstelbare ontwrichting (EOO). |
| Huwelijksvermogensrecht | Het rechtsgebied dat de eigendomsverhoudingen en de verdeling van goederen tussen echtgenoten regelt. |
| Wettelijk stelsel | Het huwelijksvermogensstelsel dat van toepassing is als echtgenoten geen huwelijkscontract hebben gesloten. Dit stelsel kent drie vermogens: het eigen vermogen van de man, het eigen vermogen van de vrouw en het gemeenschappelijk vermogen. |
| Gemeenschap van goederen | Een huwelijksvermogensstelsel waarbij alle goederen van de echtgenoten, zowel voor als tijdens het huwelijk verkregen, één gemeenschappelijk vermogen vormen. |
| Scheiding van goederen | Een huwelijksvermogensstelsel waarbij elk echtgenoot een eigen vermogen behoudt en er geen gemeenschappelijk vermogen is. Samen aangekochte goederen vormen een onverdeeldheid. |
| Gemeenschappelijk vermogen (GV) | Het vermogen dat door beide echtgenoten gezamenlijk wordt bezeten, binnen het wettelijk stelsel of het stelsel van gemeenschap van goederen. |
| Eigen vermogen (EV) | Het vermogen dat een echtgenoot individueel bezit, verkregen vóór het huwelijk of tijdens het huwelijk door erfenis, schenking of specifieke persoonlijke rechten. |
| Huwelijkscontract | Een overeenkomst tussen echtgenoten waarin zij afwijken van het wettelijk huwelijksstelsel en eigen afspraken maken over hun vermogensrechtelijke verhoudingen. |
| Wettelijke samenwoning | Een officiële verbintenis tussen twee meerderjarige personen die samenwonen, met beperkte rechten en plichten die deels afgeleid zijn van het huwelijk. |
| Samenlevingscontract | Een contract tussen feitelijk samenwonenden dat hun onderlinge afspraken regelt, maar geen officiële status heeft zoals wettelijke samenwoning of huwelijk. |