Cover
Empieza ahora gratis 2.2.2.2..pdf
Summary
# Indeling van subjectieve rechten
Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in politieke rechten en burgerlijke rechten, met verdere subcategorieën binnen elk [1](#page=1).
### 1.1 Politieke rechten
Subjectieve politieke rechten zijn rechten die een burger tegenover de overheid kan uitoefenen en opeisen. Ze kunnen worden onderverdeeld in politieke vrijheden, participatierechten en sociaal-economische rechten [1](#page=1).
#### 1.1.1 Politieke vrijheden
Politieke vrijheden verlenen burgers een onaantastbare vrijheid, zoals de vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van onderwijs. Deze rechten brengen voor de overheid de plicht met zich mee om geen wetgevende, administratieve of feitelijke handelingen te stellen die een inmenging in deze vrijheidssfeer inhouden [1](#page=1).
#### 1.1.2 Participatierechten
Participatierechten, ook wel politieke rechten in enge zin genoemd, verlenen burgers de mogelijkheid om deel te nemen aan het overheidsbeleid. Voorbeelden hiervan zijn het kiesrecht en het recht om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen [1](#page=1).
#### 1.1.3 Sociaal-economische rechten
Sociaal-economische rechten verlenen burgers het recht om van de overheid financiële tegemoetkomingen (zoals steun aan behoeftigen) of bepaalde diensten (zoals gratis onderwijs) te vragen. De nakoming van deze rechten wordt grotendeels onrechtstreeks gefinancierd door de burger zelf of door andere burgers via belastingen. In het laatste geval betekent de toekenning van sociaal-economische rechten een vorm van vermogensherverdeling [1](#page=1).
### 1.2 Burgerlijke rechten
Burgerlijke of civiele rechten zijn subjectieve rechten die een burger tegenover zijn medeburgers kan uitoefenen. Soms wordt ook de overheid als medeburger beschouwd, met name wanneer de overheid geen gebruik maakt van haar machtspositie [1](#page=1).
Burgerlijke rechten kunnen worden onderverdeeld in persoonlijkheids- en familierechten, zakelijke rechten, vorderingsrechten en intellectuele rechten [1](#page=1).
#### 1.2.1 Persoonlijkheids- en familierechten
Deze rechten hebben betrekking op de beschikking over de eigen persoon (fysieke en psychische integriteit) en op de staat van de persoon binnen de familie. Persoonlijkheidsrechten omvatten onder meer het recht op het eigen lichaam, ook na de dood, en het recht op zedelijke integriteit wat betreft naam, eer en privacy. Familierechten vloeien voort uit bijvoorbeeld het huwelijk, afstamming, ouderschap of voogdij [1](#page=1).
Het belangrijkste kenmerk van persoonlijkheids- en familierechten is dat ze, in tegenstelling tot andere burgerlijke rechten, extra-patrimoniaal zijn. Dit betekent dat ze geen financiële waarde hebben en niet verkocht of anderszins overgedragen kunnen worden, noch tijdens het leven, noch na de dood. Deze rechten eindigen onvermijdelijk bij de dood van de titularis [1](#page=1).
#### 1.2.2 Zakelijke rechten
Zakelijke rechten kennen een heerschappij toe over een goed. Deze heerschappij kan volledig zijn (eigendom) of gedeeltelijk (vruchtgebruik, erfdienstbaarheid) [1](#page=1).
#### 1.2.3 Vorderingsrechten
Vorderingsrechten verlenen de bevoegdheid om van iemand anders de uitvoering van één of meer verbintenissen te eisen. Een verbintenis kan inhouden dat de ander iets moet doen, geven of laten [1](#page=1).
#### 1.2.4 Intellectuele rechten
Intellectuele rechten verlenen een exclusieve heerschappij over een intellectuele creatie, zoals een tekst, een uitvinding of een logo. Deze rechten, waaronder auteursrecht, octrooi en merkenrecht, zijn in geld waardeerbaar [1](#page=1).
> **Tip:** De laatste drie categorieën burgerlijke rechten (zakelijke rechten, vorderingsrechten en intellectuele rechten) worden samen aangeduid als patrimoniale of vermogensrechten [2](#page=2).
### 1.3 Patrimoniale rechten
Patrimoniale rechten hebben betrekking op economische, in geld waardeerbare goederen die verhandelbaar zijn. De titularis mag erover beschikken, ze overdragen of er afstand van doen. De meeste van deze rechten eindigen niet bij de dood van de titularis, maar gaan over op zijn erfopvolgers [2](#page=2).
De som van de patrimoniale rechten van een persoon, verminderd met zijn patrimoniale verplichtingen (schulden), vormt het patrimonium of vermogen van die persoon. Een schuldenaar staat met zijn gehele vermogen borg voor de betaling van zijn schulden. Het begrip vermogen kan echter ook ruimer worden gebruikt om het geheel van rechten en plichten van een persoon aan te duiden, inclusief het passief. Dit is de betekenis die wordt gebruikt wanneer men spreekt over het vermogen van de erflater dat overgaat op zijn erfgenamen [2](#page=2).
> **Tip:** Subjectieve rechten kunnen ontstaan, wijzigen, overgaan of verdwijnen door rechtsfeiten en rechtshandelingen. Deze begrippen worden verder in dit handboek besproken [2](#page=2).
---
# Politieke rechten van de burger
Subjectieve politieke rechten stellen burgers in staat hun rechten tegenover de overheid uit te oefenen en op te eisen, en kunnen worden onderverdeeld in politieke vrijheden, participatierechten en sociaal-economische rechten [1](#page=1).
### 2.1 Politieke vrijheden
Politieke vrijheden verlenen burgers een onaantastbare vrijheid, zoals de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van onderwijs. Deze rechten brengen voor de overheid de plicht met zich mee om geen wetgevende, administratieve of feitelijke handelingen te verrichten die deze vrijheidssferen aantasten [1](#page=1).
### 2.2 Participatierechten
Participatierechten, ook wel politieke rechten in enge zin genoemd, bieden burgers de mogelijkheid om deel te nemen aan het overheidsbeleid, zoals het kiesrecht en het recht om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen [1](#page=1).
### 2.3 Sociaal-economische rechten
Sociaal-economische rechten geven burgers het recht om financiële tegemoetkomingen (zoals steun aan behoeftigen) of bepaalde diensten (zoals gratis onderwijs) van de overheid te vragen. De nakoming van deze rechten wordt grotendeels gefinancierd via belastingen, hetzij door de burger zelf, hetzij door andere burgers, wat in het laatste geval een vorm van vermogensherverdeling impliceert [1](#page=1).
> **Tip:** Het is belangrijk om te onthouden dat sociaal-economische rechten, hoewel ze individuele voordelen bieden, vaak gefinancierd worden door de gemeenschap als geheel.
### 2.4 Burgerlijke rechten
Burgerlijke of civiele rechten zijn subjectieve rechten die een burger tegenover zijn medeburgers kan uitoefenen. Soms wordt de overheid ook als medeburger beschouwd, met name wanneer zij niet haar specifieke machtspositie als overheid uitoefent [1](#page=1).
Burgerlijke rechten kunnen verder worden onderverdeeld in:
#### 2.4.1 Persoonlijkheids- en familierechten
Deze rechten hebben betrekking op de beschikking over de eigen persoon (fysieke en psychische integriteit) en de staat van de persoon binnen de familie. Persoonlijkheidsrechten omvatten onder andere het recht op het eigen lichaam, ook na de dood, en het recht op zedelijke integriteit met betrekking tot naam, eer en privacy. Familierechten zijn onder meer rechten die voortvloeien uit het huwelijk, afstamming, ouderschap of voogdij [1](#page=1).
> **Kenmerk:** Persoonlijkheids- en familierechten zijn, in tegenstelling tot andere burgerlijke rechten, extra-patrimoniaal, wat betekent dat ze geen financiële waarde hebben en niet overdraagbaar zijn, noch tijdens het leven, noch na de dood. Ze eindigen onvermijdelijk bij het overlijden van de titularis [1](#page=1).
#### 2.4.2 Zakelijke rechten
Zakelijke rechten kennen een heerschappij toe over een goed, hetzij volledig (eigendom), hetzij gedeeltelijk (vruchtgebruik, erfdienstbaarheid) [1](#page=1).
#### 2.4.3 Vorderingsrechten
Vorderingsrechten verlenen de bevoegdheid om van iemand anders de uitvoering van een of meer verbintenissen te eisen, hetzij een doen, geven of laten [1](#page=1).
#### 2.4.4 Intellectuele rechten
Intellectuele rechten verlenen een exclusieve heerschappij over een intellectueel werk [1](#page=1).
---
# Burgerlijke rechten tussen burgers
Burgerlijke rechten zijn subjectieve rechten die een burger kan uitoefenen tegenover zijn medeburgers. Soms wordt de overheid ook als medeburger beschouwd, met name wanneer zij niet haar machtspositie als overheid benut [1](#page=1).
### 2.2.1 Indeling van burgerlijke rechten
Burgerlijke rechten kunnen worden onderverdeeld in vier hoofdcategorieën: persoonlijkheids- en familierechten, zakelijke rechten, vorderingsrechten en intellectuele rechten [1](#page=1).
#### 2.2.1.1 Persoonlijkheids- en familierechten
Deze rechten hebben betrekking op de beschikking over de eigen persoon (fysieke en psychische integriteit) en de staat van de persoon binnen de familie [1](#page=1).
* **Persoonlijkheidsrechten** omvatten onder meer het recht op het eigen lichaam (ook na de dood), het recht op zedelijke integriteit met betrekking tot de naam, de eer en de privacy [1](#page=1).
* **Familierechten** vloeien voort uit onder andere het huwelijk, de afstamming, het ouderschap of de voogdij [1](#page=1).
Het belangrijkste kenmerk van persoonlijkheids- en familierechten is dat ze extra-patrimoniaal zijn, wat betekent dat ze geen financiële waarde hebben. Ze kunnen niet worden verkocht of anderszins worden overgedragen, noch tijdens het leven, noch na de dood. Deze rechten eindigen onvermijdelijk bij het overlijden van de titularis [1](#page=1).
#### 2.2.1.2 Zakelijke rechten
Zakelijke rechten kennen een heerschappij toe over een goed. Deze heerschappij kan volledig zijn, zoals bij eigendom, of gedeeltelijk, zoals bij vruchtgebruik of erfdienstbaarheid [1](#page=1).
#### 2.2.1.3 Vorderingsrechten
Vorderingsrechten verlenen de bevoegdheid om van iemand anders de uitvoering van een of meer verbintenissen te eisen. Een verbintenis kan inhouden dat de ander iets moet doen, geven of nalaten [1](#page=1).
#### 2.2.1.4 Intellectuele rechten
Intellectuele rechten verlenen een exclusieve heerschappij over een intellectuele creatie, zoals een tekst, een uitvinding of een logo. Voorbeelden hiervan zijn auteursrecht, octrooi en merkenrecht [2](#page=2).
### 2.2.2 Patrimoniale versus extra-patrimoniale rechten
De laatste drie categorieën (zakelijke rechten, vorderingsrechten en intellectuele rechten) zijn patrimoniale of vermogensrechten [2](#page=2).
* **Patrimoniale rechten** hebben betrekking op economische, in geld waardeerbare goederen die verhandelbaar zijn. De titularis mag erover beschikken, ze overdragen aan iemand anders of er afstand van doen. De meeste van deze rechten eindigen niet bij de dood van de titularis, maar gaan over op zijn erfopvolgers [2](#page=2).
* **Extra-patrimoniale rechten** (zoals persoonlijkheids- en familierechten) hebben geen financiële waarde en kunnen niet worden overgedragen [1](#page=1).
#### 2.2.2.1 Het begrip patrimonium
De som van de patrimoniale rechten van een persoon, verminderd met zijn patrimoniale verplichtingen (schulden), vormt het patrimonium of vermogen van die persoon. Een schuldenaar staat met heel zijn vermogen borg voor de betaling van zijn schulden [2](#page=2).
Het begrip vermogen kan in het recht ook worden gebruikt in de betekenis van het geheel van rechten en plichten van een persoon, dus zowel het actief als het passief. In die betekenis wordt het gebruikt wanneer gezegd wordt dat het vermogen van de erflater overgaat op zijn erfgenamen [2](#page=2).
> **Tip:** Het onderscheid tussen patrimoniale en extra-patrimoniale rechten is cruciaal voor het begrijpen van de overdraagbaarheid en erfopvolging van verschillende soorten rechten.
### 2.2.3 Ontstaan en tenietgaan van subjectieve rechten
Subjectieve rechten kunnen ontstaan, wijzigen, overgaan of verdwijnen door rechtsfeiten en rechtshandelingen. Deze begrippen worden verder in dit handboek besproken [2](#page=2).
---
# Patrimoniale en extra-patrimoniale rechten
Het onderscheid tussen patrimoniale en extra-patrimoniale rechten is fundamenteel voor het begrijpen van subjectieve rechten, waarbij het economische karakter van een recht de primaire classificatiefactor is. Patrimoniale rechten hebben een financiële waarde en zijn verhandelbaar, terwijl extra-patrimoniale rechten dit karakter missen [2](#page=2).
### 4.1 Patrimoniale rechten
Patrimoniale rechten, ook wel vermogensrechten genoemd, hebben betrekking op economische, in geld waardeerbare goederen. Het belangrijkste kenmerk is dat deze rechten verhandelbaar zijn. Dit betekent dat de titularis erover mag beschikken, ze mag overdragen aan iemand anders of er afstand van doen. De meeste van deze rechten eindigen niet bij de dood van de titularis, maar gaan over op zijn erfopvolgers [2](#page=2).
De som van de patrimoniale rechten van een persoon, verminderd met zijn patrimoniale verplichtingen (schulden), vormt het patrimonium of vermogen van die persoon. Een schuldenaar staat met zijn gehele vermogen borg voor de betaling van zijn schulden. Het begrip vermogen kan in het recht ook worden gebruikt voor het geheel van rechten en plichten van een persoon, dus zowel actief als passief. In die betekenis wordt het vermogensbegrip gebruikt wanneer gezegd wordt dat het vermogen van de erflater overgaat op zijn erfgenamen [2](#page=2).
Patrimoniale rechten kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën:
#### 4.1.1 Zakelijke rechten
Zakelijke rechten kennen een heerschappij toe over een goed. Deze heerschappij kan volledig zijn (eigendom) of gedeeltelijk (vruchtgebruik, erfdienstbaarheid) [1](#page=1).
#### 4.1.2 Vorderingsrechten
Vorderingsrechten verlenen de bevoegdheid om van iemand anders de uitvoering van een of meer verbintenissen te eisen. Deze verbintenis kan erin bestaan dat de ander iets moet doen, geven of laten [1](#page=1).
#### 4.1.3 Intellectuele rechten
Intellectuele rechten verlenen een exclusieve heerschappij over een intellectuele creatie, zoals een tekst, een uitvinding of een logo. Deze rechten, zoals auteursrecht, octrooi en merkenrecht, zijn in geld waardeerbaar [2](#page=2).
### 4.2 Extra-patrimoniale rechten
Extra-patrimoniale rechten zijn subjectieve rechten die geen financiële waarde hebben. Ze zijn niet verhandelbaar, wat betekent dat ze niet verkocht kunnen worden of op een andere manier overgedragen, noch tijdens het leven, noch na de dood (bijvoorbeeld via testament). Deze rechten eindigen dus onvermijdelijk bij de dood van de titularis ervan [1](#page=1) [2](#page=2).
Extra-patrimoniale rechten komen voornamelijk voor binnen het domein van de burgerlijke rechten, met name de persoonlijkheids- en familierechten.
#### 4.2.1 Persoonlijkheids- en familierechten
Deze rechten hebben betrekking op de beschikking over de eigen persoon (de fysieke en psychische integriteit) en op de staat van de persoon binnen de familie. Persoonlijkheidsrechten omvatten onder andere het recht op het eigen lichaam, ook tot na de dood, en het recht op zedelijke integriteit wat betreft de naam, de eer en de privacy. Familierechten zijn onder andere rechten die voortvloeien uit het huwelijk, de afstamming, het ouderschap of de voogdij [1](#page=1).
> **Tip:** Het belangrijkste kenmerk van persoonlijkheids- en familierechten is dat ze, in tegenstelling tot de andere soorten burgerlijke rechten (zakelijke, vorderings-, en intellectuele rechten), extra-patrimoniaal zijn [1](#page=1).
### 4.3 Verhouding tot politieke rechten
Hoewel het document zich primair richt op patrimoniale en extra-patrimoniale rechten binnen de burgerlijke rechten, is het relevant om te vermelden dat politieke rechten een aparte categorie vormen van subjectieve rechten. Politieke rechten worden door de burger tegenover de overheid uitgeoefend en kunnen worden onderverdeeld in politieke vrijheden, participatierechten en sociaal-economische rechten. Sociaal-economische rechten kunnen, doordat ze vaak financiële tegemoetkomingen of diensten inhouden, indirect een vorm van vermogensverschuiving of -herverdeling impliceren, maar ze worden niet direct als patrimoniaal in de zin van verhandelbare goederen beschouwd [1](#page=1).
> **Tip:** Het onderscheid tussen patrimoniale en extra-patrimoniale rechten is cruciaal omdat het bepaalt of een recht tot het vermogen van een persoon behoort en of het na overlijden kan worden overgedragen [1](#page=1) [2](#page=2).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Subjectieve politieke rechten | Dit zijn rechten die een burger kan uitoefenen en opeisen tegenover de overheid, onderverdeeld in politieke vrijheden, participatierechten en sociaal-economische rechten. |
| Politieke vrijheden | Rechten die burgers een onaantastbare vrijheid verlenen, zoals het recht op vrije meningsuiting of vrijheid van onderwijs, waarbij de overheid geen wetgevende, administratieve of feitelijke handelingen mag stellen die inbreuk maken op deze vrijheid. |
| Participatierechten | Ook wel politieke rechten in enge zin genoemd, deze verlenen burgers de mogelijkheid om deel te nemen aan het overheidsbeleid, zoals het kiesrecht en het recht om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen. |
| Sociaal-economische rechten | Rechten die burgers de mogelijkheid bieden om van de overheid financiële tegemoetkomingen of bepaalde diensten te vragen, zoals steun aan behoeftigen of gratis onderwijs. |
| Burgerlijke rechten (civiele rechten) | Subjectieve rechten die een burger kan uitoefenen tegenover zijn medeburgers; de overheid kan hierbij soms als medeburger worden beschouwd indien zij geen gebruik maakt van haar machtspositie. |
| Persoonlijkheids- en familierechten | Rechten die betrekking hebben op de beschikking over de eigen persoon (fysieke en psychische integriteit) en de staat van de persoon binnen de familie, zoals het recht op het eigen lichaam en rechten voortvloeiend uit huwelijk of afstamming. |
| Zakelijke rechten | Rechten die een heerschappij toekennen over een goed, welke volledig kan zijn (eigendom) of gedeeltelijk (vruchtgebruik, erfdienstbaarheid). |
| Vorderingsrechten | Rechten die de bevoegdheid verlenen om van iemand anders de uitvoering van een of meer verbintenissen te eisen, in de vorm van een doen, geven of laten. |
| Intellectuele rechten | Rechten die een exclusieve heerschappij verlenen over een intellectuele creatie, zoals auteursrecht of octrooi, en die in geld waardeerbaar zijn. |
| Patrimoniale rechten | Rechten die economische, in geld waardeerbare goederen betreffen en verhandelbaar zijn; deze gaan meestal over op erfopvolgers en vormen samen met verplichtingen het vermogen. |
| Extra-patrimoniale rechten | Rechten die geen financiële waarde hebben en niet verkocht of overgedragen kunnen worden; deze eindigen doorgaans bij de dood van de titularis. |
| Vermogen (patrimonium) | De som van de patrimoniale rechten van een persoon, verminderd met zijn patrimoniale verplichtingen (schulden); het kan ook verwijzen naar het geheel van rechten en plichten van een persoon. |