Cover
Empieza ahora gratis ONDERNEMINGINMOEILIJKHEDEN.pptx
Summary
# Insolventiewetgeving en de onderneming in moeilijkheden
Dit onderwerp betreft de insolventiewetgeving en de procedurele en materiële aspecten die van toepassing zijn op ondernemingen die zich in financiële moeilijkheden bevinden.
## 1. Insolventiewetgeving en de onderneming in moeilijkheden
De insolventiewetgeving, zoals vastgelegd in Boek XX van het Wetboek Economisch Recht (WER), regelt de aanpak van ondernemingen in financiële nood. Het doel is om waar mogelijk faillissementen te voorkomen door middel van herstelmaatregelen, of om, indien herstel niet mogelijk is, een ordentelijke afwikkeling van de onderneming te waarborgen. De wetgeving is ingrijpend gewijzigd sinds de invoering van de Europese Herstructureringsrichtlijn, met als doel preventieve herstructureringsstelsels te faciliteren.
### 1.1 Toepassingsgebied van de insolventiewetgeving
De insolventiewetgeving is van toepassing op het brede begrip 'onderneming', wat inhoudt dat ook vrije beroepen, hun vennootschappen, vzw's en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid die winstbejag nastreven, eronder vallen. Uitgezonderd zijn echter verzekeringsondernemingen, kredietinstellingen en financiële ondernemingen.
#### 1.1.1 Het insolventieregister (Regsol)
Sinds april 2017 is Regsol, het Centraal Register Solvabiliteit, operationeel. Dit digitale platform centraliseert alle informatie betreffende insolventieprocedures en wordt beheerd door de ordes van advocaten.
### 1.2 Insolventieprocedures buiten faillissement
Het overheidsbeleid streeft ernaar faillissementen zoveel mogelijk te voorkomen. De vroegere Wet op het Gerechtelijk Akkoord werd afgeschaft en vervangen door de Wet betreffende de Continuïteit van Ondernemingen (WCO), die meer mogelijkheden biedt voor herstel. De WCO-wetgeving is sindsdien aangepast, onder meer om misbruik tegen te gaan en in lijn met Europese richtlijnen.
#### 1.2.1 Uitgangspunten van insolventie buiten faillissement
De WCO hanteert een 'open portaal'-benadering met soepele voorwaarden en diverse instrumenten om de continuïteit van de onderneming of haar activiteiten te waarborgen. Recente wijzigingen beoogen de procedures efficiënter te maken en misbruik te ontmoedigen, door te focussen op een snellere opsporing van bedrijven met reële herstelkansen.
#### 1.2.2 Vroegtijdige waarschuwing
Informatie die wijst op dreigende insolventie, zoals wijzigingen in werknemersaantallen, achterstallen bij sociale en fiscale instanties, verstekvonnissen of beslagberichten, wordt verzameld op de griffie van de Ondernemingsrechtbank en bij het Openbaar Ministerie. Deze gegevens worden opgenomen in het centrale register van economische knipperlichten, dat niet publiek toegankelijk is. De schuldenaar kan inzage vragen en onjuiste gegevens laten corrigeren.
#### 1.2.3 Kamers voor ondernemingen in moeilijkheden
Elke Ondernemingsrechtbank beschikt over een Kamer voor Ondernemingen in Moeilijkheden. Deze kamers ontvangen informatie over ondernemingen in financiële problemen en volgen hun situatie op om faillissementen te vermijden en schuldeisersrechten te beschermen. De rechter kan inlichtingen inwinnen bij cijferberoepen, de onderneming oproepen, en een plaatsbezoek doen.
##### 1.2.3.1 Nieuwe bevoegdheid inzake schuldeisersakkoorden
De Kamer kan schuldeisers oproepen om te verschijnen teneinde een schikking te treffen. Indien een akkoord wordt bereikt, wordt dit vastgesteld in een proces-verbaal dat uitvoerbaar verklaard wordt.
##### 1.2.3.2 Dossiers met faillissementsaanwijzingen
Indien uit het onderzoek blijkt dat de onderneming zich in staat van faillissement bevindt, kan de Kamer het dossier doorsturen naar de Procureur des Konings voor een faillissementsdagvaarding, of naar de Ondernemingsrechtbank voor de aanstelling van een herstructureringsdeskundige of de gerechtelijke ontbinding van de vennootschap.
#### 1.2.4 Versterking van de rol van cijferberoepen
Cijferberoepen hebben een wettelijke voorlichtingsplicht. Indien de onderneming geen maatregelen neemt na deze voorlichting, kunnen zij de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank schriftelijk informeren.
#### 1.2.5 Voorlopige en bewarende maatregelen
##### 1.2.5.1 Herstructureringsdeskundige
De voorzitter van de Ondernemingsrechtbank kan, op verzoek van het Openbaar Ministerie, de onderneming of een belanghebbende, een herstructureringsdeskundige aanstellen. Deze onafhankelijke expert, aangesteld door de rechtbank of de Kamer, kan de onderneming bijstaan bij het herstelproces. De aanstelling is flexibel en kan ook buiten gerechtelijke procedures om gebeuren.
##### 1.2.5.2 Voorlopig bewindvoerder
Bij aanwijzingen van faillissement kan de voorzitter een voorlopig bewindvoerder aanstellen, die het bestuur van de onderneming tijdelijk geheel of gedeeltelijk kan overnemen. Deze maatregel vervalt indien binnen 21 dagen geen vordering tot faillietverklaring, gerechtelijke ontbinding of gerechtelijke reorganisatie wordt ingeleid.
##### 1.2.5.3 Vereffeningsdeskundige
Een vereffeningsdeskundige kan door de Ondernemingsrechtbank worden aangesteld met een specifieke opdracht tijdens een gerechtelijke reorganisatie om de overdracht van de onderneming onder gerechtelijk gezag mogelijk te maken.
#### 1.2.6 Minnelijk akkoord buiten gerechtelijke reorganisatie
Ondernemingen kunnen buiten een gerechtelijke procedure om minnelijke akkoorden sluiten met hun schuldeisers, zoals schuldherschikkingen of afbetalingsplannen. Een akkoord met één schuldeiser is nu mogelijk, mits het expliciet gericht is op de reorganisatie en neergelegd wordt in Regsol. Homologatie door de voorzitter is vereist voor tegenstelbaarheid aan een curator bij een later faillissement. De voorzitter kan homologatie weigeren indien de onderneming geen levenskansen heeft of het akkoord derden schaadt.
#### 1.2.7 Gerechtelijke reorganisatie
##### 1.2.7.1 Doelstellingen
Het hoofddoel is het behoud van de continuïteit van de onderneming of haar activiteiten door middel van een minnelijk akkoord, een collectief akkoord op basis van een reorganisatieplan, of de overdracht onder gerechtelijk gezag.
##### 1.2.7.2 Voorwaarden
De continuïteit van de onderneming moet onmiddellijk of op termijn bedreigd zijn. De staat van faillissement is geen reden tot afwijzing, en een toekomstige bedreiging volstaat. Recente aanvragen voor gerechtelijke reorganisatie hebben geen opschortende werking, tenzij de rechtbank anders bepaalt.
##### 1.2.7.3 Inleiding van de procedure
De procedure wordt ingeleid met een verzoekschrift bij de Ondernemingsrechtbank, met de nodige stavingstukken over de financiële toestand, de bedreiging van de continuïteit, en de beoogde doelstellingen. Documenten zoals jaarrekeningen, een staat van activa en passiva, en een lijst van schuldeisers moeten worden voorgelegd, uiterlijk twee dagen voor de zitting. De indiening gebeurt via Regsol.
##### 1.2.7.4 Opening van de gerechtelijke reorganisatie
Vanaf de neerlegging van het verzoek tot aan de uitspraak door de Ondernemingsrechtbank, zijn faillietverklaring en gerechtelijke ontbinding onmogelijk. Alle middelen van tenuitvoerlegging worden opgeschort. Een gedelegeerd rechter onderzoekt de ontvankelijkheid en gegrondheid van het verzoek en brengt verslag uit aan de rechtbank. Het verzoek wordt binnen 48 uur aan het Openbaar Ministerie overgemaakt. De rechtbank doet uitspraak binnen 15 dagen na de indiening, en binnen 8 dagen na de behandeling.
##### 1.2.7.5 Gevolgen van de opening van de gerechtelijke reorganisatie
De onderneming krijgt een opschorting van betaling toegestaan voor maximaal vier maanden. Dit geldt ook voor de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner die mede gehouden is tot beroepsschulden. Uitvoeringsprocedures en beslagen worden geschorst. De ondernemer mag bepaalde schuldvorderingen vrijwillig betalen indien dit voor het behoud van de continuïteit vereist is. Schuldeisers mogen lopende overeenkomsten niet beëindigen bij contractuele wanprestatie, op voorwaarde dat de ondernemer de uitvoering binnen 15 dagen herneemt. De ondernemer kan de uitvoering opschorten mits schadevergoeding.
##### 1.2.7.6 Verloop van de procedure
De procedure is flexibel. De onderneming kan op elk moment vragen om de procedure bij te sturen of over te schakelen tussen instrumenten. Alle stukken betreffende de procedure zijn elektronisch inkijkbaar voor partijen en schuldeisers via Regsol. De procedure kan voortijdig beëindigd worden indien de continuïteit niet gehandhaafd kan worden of indien de verstrekte informatie onjuist is, met mogelijkheid tot uitspreken van faillissement. De rechtbank kan de opschorting van betaling verlengen, maar de maximale duur bedraagt twaalf maanden.
##### 1.2.7.7 Instrumenten binnen de gerechtelijke reorganisatie
* **Minnelijk akkoord:** Gelijkaardig aan het buitengerechtelijk akkoord, maar onder toezicht van de rechtbank en met bescherming van de opschorting. Het is bindend voor de partijen en kan na akkoord leiden tot sluiting van de procedure.
* **Collectief akkoord (reorganisatieplan):** Dit vereist goedkeuring door de schuldeisers. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine/middelgrote ondernemingen.
* **Fase van opschorting:** Opstellen van een reorganisatieplan met een beschrijvend en een bepalend gedeelte.
* **Goedkeuring:** Het plan moet goedgekeurd worden bij gewone meerderheid op dubbel vlak (aantal schuldeisers en vertegenwoordigd kapitaal). Schuldeisers moeten minimaal 20% van hun schuld ontvangen, met uitzonderingen voor bepaalde schulden. De rechtbank kan weigeren het plan te homologeren indien het geen vooruitzicht biedt op het afwenden van de vereffening of het waarborgen van de levensvatbaarheid. Het plan is bindend voor alle schuldeisers.
* **Grote ondernemingen:** Aandeelhoudersbetrokkenheid is verplicht. Schuldeisers en aandeelhouders worden ingedeeld in categorieën. Indien het plan niet de vereiste meerderheden behaalt, kan de rechtbank onder voorwaarden de tegenstemmers 'overrulen' (cram down).
* **Fase van uitvoering:** De uitvoeringstermijn mag maximaal vijf jaar bedragen. Bij niet-nakoming kan elke schuldeiser intrekking vorderen.
* **Besloten gerechtelijke reorganisatieprocedure:** Een procedure zonder publiciteit, ingesteld op verzoek van de onderneming, een schuldeiser of aandeelhouder. Een herstructureringsdeskundige leidt de procedure met als doel een minnelijk of collectief akkoord te bereiken. Enkel betrokken schuldeisers zijn gebonden. Opschorting van betaling is niet voorzien, tenzij de voorzitter anders beslist.
* **Overdracht van de onderneming onder gerechtelijk gezag:** Dit is geen reorganisatieprocedure, maar een procedure gericht op een efficiënte vereffening. Het kan betrekking hebben op het geheel of een gedeelte van de onderneming en wordt afgesloten met faillissement of gerechtelijke ontbinding. Er kan sprake zijn van een vrijwillige (op verzoek van de onderneming) of gedwongen (op verzoek van een schuldeiser, overnemer of openbaar ministerie) overdracht.
* **Pre-pack:** Sinds 1 september 2023 kan een onderneming die in staat van faillissement verkeert, vragen om failliet verklaard te worden en voorafgaand aan de faillietverklaring de overgang van activa en activiteiten voor te bereiden. Dit moet de vereffening vergemakkelijken, een zo hoog mogelijke uitbetaling aan schuldeisers garanderen en werkgelegenheid behouden. Er worden beoogd curatoren en een beoogd rechter-commissaris aangesteld voor een termijn van maximaal 60 dagen. De beslissing is niet openbaar. Gedurende de opdracht van de beoogd curator geldt geen opschorting.
### 1.3 Faillissement
#### 1.3.1 Inleiding
Faillissement is de procedure voor ondernemingen die hun verplichtingen niet meer kunnen nakomen, niet meer gered kunnen worden, de markt verstoren en dus zo snel mogelijk van de markt moeten verdwijnen. Het voorkomt een ongeordende stormloop op het vermogen van de onderneming. Een onafhankelijke curator beheert de vereffening van de failliete boedel.
#### 1.3.2 Voorwaarden voor faillietverklaring
1. **Onderneming in ruime zin:** Van toepassing op natuurlijke personen (tot zes maanden na overlijden) en rechtspersonen (tot zes maanden na sluiting vereffening).
2. **Duurzaam opgehouden te betalen:** Dit is meer dan een tijdelijk liquiditeitsprobleem.
3. **Krediet geschokt:** De handelbaarheid kan geen krediet meer verkrijgen.
#### 1.3.3 Gerechtelijke ontbinding en vereffening als alternatief
Naast faillissement kan de rechtbank ook de gerechtelijke ontbinding uitspreken, met name wanneer er geen noemenswaardige activa meer voorhanden zijn en dit in het algemeen belang is.
#### 1.3.4 Initiatiefrecht
* **Onderneming:** Door aangifte van de boeken ('de boeken neerleggen') ter griffie van de Ondernemingsrechtbank binnen de maand na staking van betaling (nu elektronisch via Regsol).
* **Schuldeisers:** Bij dagvaarding voor de faillissementskamer.
* **Openbaar Ministerie:** Bij dagvaarding, op basis van inlichtingen van de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden.
* **Voorlopig bewindvoerder:** Kan ook het initiatief nemen.
#### 1.3.5 Vonnnis van faillietverklaring
De Ondernemingsrechtbank spreekt het faillissement uit indien de voorwaarden vervuld zijn. De beslissing kan 15 dagen worden opgeschort om de onderneming de mogelijkheid te geven een gerechtelijke reorganisatie aan te vragen. Het vonnis is onmiddellijk uitvoerbaar, zelfs bij hoger beroep.
##### 1.3.5.1 Inhoud van het vonnis
* **Aanstelling curator(en) en rechter-commissaris(sen):** De rechter-commissaris ziet toe op de afwikkeling en controleert het werk van de curator. De curator, een advocaat, beheert en vereffent de failliete boedel. Bij faillissement van vrije beroepers wordt een medecurator van dezelfde beroepsgroep aangesteld.
* **Termijn voor aangifte van schuldvordering:** Schuldeisers moeten binnen één maand na het faillissementsvonnis hun schuldvordering indienen, inclusief bewijsstukken en melding van eventuele voorrechten, om deel te kunnen nemen aan de verdeling van het actief. Indien de termijn verstreken is, kan de schuldeiser nog opname vorderen voor het nog niet verdeelde actief, op eigen kosten (binnen de verjaringstermijn van één jaar).
* **Dag van staking van betaling:** In principe de datum van faillissement. Deze kan vervroegd worden tot maximaal zes maanden voor de faillissementsdatum, bijvoorbeeld op vordering van de curator, indien ernstige en objectieve omstandigheden dit bewijzen. De periode tussen staking van betaling en de faillissementsdatum wordt de 'verdachte periode' genoemd.
De gegevens uit het vonnis worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
#### 1.3.6 Gevolgen van faillissement
* **Verlies van beheer over vermogen:** Van rechtswege verliest de gefailleerde het beheer over zijn goederen, zowel die op de datum van faillietverklaring als die daarna verkregen worden op grond van een oorzaak die het faillissement voorafgaat. De curator neemt het beheer over. Alle rechtshandelingen gesteld door de gefailleerde zijn niet tegenstelbaar aan de boedel. De gefailleerde mag geen overeenkomsten afsluiten, betalingen doen of ontvangen, op straffe van nietigheid. Voor natuurlijke personen gelden nuanceringen, zoals voor onbeslagbare goederen en vervangingsinkomsten. Sinds 1 mei 2018 vallen goederen of inkomsten verworven na faillietverklaring op grond van een oorzaak die dateert van na het faillissement niet in de boedel.
* **Verdachte periode:** Handelingen gesteld tijdens de verdachte periode kunnen door de curator niet-tegenstelbaar worden verklaard. Dit geldt voor handelingen uit vrijgevigheid, betaling van niet-vervallen schulden, betalingen anders dan in geld van vervallen schulden, en het toestaan van zekerheden na het ontstaan van de schuldvordering. Indien de curator kan bewijzen dat de contractspartij kennis had van de staking van betaling, kan de niet-tegenstelbaarheid ook gelden voor betalingen van vervallen schulden en andere handelingen ten bezwarende titel. Buiten de verdachte periode kan de curator handelingen aanvechten op grond van de faillissementspauliana, indien hij kan bewijzen dat de contractspartij te kwader trouw handelde om schuldeisers te schaden.
* **Opschorting tenuitvoerlegging:** Alle beslagen gelegd door schuldeisers worden opgeschort. De opbrengst van eventuele verkopen valt in de boedel.
* **Onmiddellijke opeisbaarheid schulden / stuiting interesten:** Dit dient ter vlotte afhandeling van het faillissement.
#### 1.3.7 Afwikkeling van het faillissement
* **Rol curator:** De curator is de centrale figuur. Hij oefent de rechten van de gefailleerde uit en behartigt het gezamenlijk belang van de schuldeisers. Jaarlijks brengt hij verslag uit over zijn activiteiten.
* **Lopende contracten:** Het faillissement beëindigt lopende contracten niet, tenzij er een uitdrukkelijk ontbindend beding is of het gaat om intuïtu personae contracten. De curator kan contracten beëindigen. Indien de curator een overeenkomst voortzet na het faillissement, worden de prestaties vanaf dan beschouwd als schulden van de boedel.
* **Verificatie van de schuldvorderingen:** Na afloop van de termijn voor aangifte van schuldvorderingen vindt de verificatie plaats. De curator kan schuldvorderingen aanvaarden, aanhouden of betwisten. Betwiste vorderingen worden later door de ondernemingsrechtbank beslecht. Indien het actief ontoereikend is om de kosten te dekken, kan de rechtbank de sluiting van het faillissement uitspreken.
* **Eigendomsvoorbehoud:** Mits bepaalde voorwaarden vervuld zijn (schriftelijk beding, roerende goederen, goederen nog ongewijzigd aanwezig, registratie in pandregister), kan de verkoper het eigendom behouden tot volledige betaling. Vanaf 1 mei 2018 geldt een verrijkingsverbod: de waarde van het teruggevorderde goed wordt verrekend met de schuldvordering.
* **Vereffening, verdeling, sluiting:** Dit omvat het inventariseren van het actief, het te gelde maken ervan, en de verdeling onder de schuldeisers rekening houdend met voorrechten. Schulden van de boedel en bevoorrechte schuldeisers worden eerst voldaan, daarna volgt een pondspondsgewijze verdeling onder de gewone schuldeisers. De sluiting van het faillissement gebeurt op de algemene vergadering van schuldeisers.
#### 1.3.8 Kwijtschelding
Alleen voor gefailleerde natuurlijke personen. De gefailleerde wordt automatisch bevrijd van zijn restschulden (behalve voor schulden met zakelijke zekerheid, onderhoudsschulden of schadevergoeding voor letselschade). Kwijtschelding kan reeds vanaf de zesde maand na opening faillissement worden verkregen. Belanghebbenden kunnen weigering vragen bij grove fouten van de gefailleerde. Echtgenoten, wettelijk samenwonende partners en kosteloze borgstellers kunnen ook bevrijd worden.
---
# Insolventieprocedures buiten faillissement
Hier is een gedetailleerde samenvatting van "Insolventieprocedures buiten faillissement" voor uw studiehandleiding.
## 2. Insolventieprocedures buiten faillissement
Dit deel van de analyse focust op de diverse procedures die gericht zijn op het vermijden van een faillissement, zoals gerechtelijke reorganisatie en minnelijke akkoorden.
### 2.1 Inleiding en doelstelling
Het voornaamste doel van de wetgever op het gebied van insolventie is het zoveel mogelijk voorkomen van faillissementen. De vroegere wetgeving op het gerechtelijk akkoord werd afgeschaft omdat deze niet leidde tot een vermindering van faillissementen. De huidige Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO), nu geïntegreerd in Boek XX van het Wetboek Economisch Recht (WER), biedt ruimere mogelijkheden voor het herstel van ondernemingen, geheel of gedeeltelijk, of het behouden van de activiteiten die nog te redden zijn. Recente wijzigingen in 2023, in uitvoering van een Europese richtlijn, hebben de procedures efficiënter gemaakt en misbruiken trachten tegen te gaan, met de bedoeling om bedrijven sneller op te sporen die effectief kans maken op herstel. De wetgeving kent een "open portaal"-benadering met soepele toekenningsvoorwaarden en flexibele instrumenten, maar de wetswijzigingen maken de procedures minder vrijblijvend en efficiënter.
#### 2.1.1 Toepassingsgebied
De insolventiewetgeving is van toepassing op het ruime begrip "onderneming", wat ook vrije beroepen, hun vennootschappen, vzw's en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid met een winstoogmerk omvat. Verzekeringsondernemingen, kredietinstellingen en financiële ondernemingen zijn uitgesloten.
#### 2.1.2 Vroegtijdige waarschuwing en registers
Er wordt voorzien in de digitalisering van insolventieprocedures via Regsol (Centraal Register Solvabiliteit), een databank en elektronisch platform beheerd door de balies. Op de griffie van de Ondernemingsrechtbank en bij het Openbaar Ministerie worden gegevens verzameld die wijzen op dreigende insolventie, zoals wijzigingen in personeelsbestand, achterstallen bij sociale zekerheid en belastingen, verstekvonnissen, achterstallige facturen, beslagberichten, etc. Deze gegevens worden opgenomen in het centraal register van economische knipperlichten, dat niet publiek toegankelijk is. Ondernemers kunnen inzage vragen en correcties laten aanbrengen.
#### 2.1.3 Kamers voor ondernemingen in moeilijkheden
Aan elke Ondernemingsrechtbank is een kamer voor ondernemingen in moeilijkheden verbonden. Deze kamers ontvangen gegevens over ondernemingen in moeilijkheden om hen sneller te kunnen opsporen, de toestand op te volgen, een faillissement te vermijden en de rechten van schuldeisers te beschermen. De rechter kan bij cijferberoepen inlichtingen inwinnen, de onderneming oproepen, horen of een plaatsbezoek doen.
#### 2.1.4 Nieuwe bevoegdheden van de kamers (herstructureringsrichtlijn)
Ondernemingen die menen in dreigende insolventie te verkeren, kunnen de Kamer vragen om aangewezen schuldeisers op te roepen om te verschijnen voor de Kamer teneinde een schikking af te sluiten en te laten vaststellen. Deze schikkingen, die uitvoerbaar worden verklaard na opstelling van een proces-verbaal, kunnen zowel met individuele als met groepen schuldeisers worden afgesloten, ook met fiscale en sociaalrechtelijke schuldeisers. Indien uit het onderzoek blijkt dat de onderneming in staat van faillissement verkeert, kan het dossier worden verzonden naar de Procureur des Konings voor een faillietverklaring, of worden overgemaakt aan de ondernemingsrechtbank voor de aanstelling van een herstructureringsdeskundige of de gerechtelijke ontbinding van de vennootschap.
#### 2.1.5 Versterking cijferberoepen
Cijferberoepen spelen een cruciale rol in de strijd tegen faillissementen. Zij hebben een wettelijke voorlichtingsplicht ten aanzien van de onderneming bij het vaststellen van feiten die het voortbestaan bedreigen. Indien de onderneming geen maatregelen neemt, kunnen zij de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank schriftelijk inlichten.
### 2.2 Voorlopige en bewarende maatregelen
Voordat een procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt geopend, of zelfs daarbuiten, kunnen bepaalde maatregelen worden genomen om de continuïteit te waarborgen of de boedel te beschermen.
#### 2.2.1 Herstructureringsdeskundige
De herstructureringsdeskundige is een onafhankelijke expert die de onderneming in moeilijkheden bijstaat. Hij wordt aangesteld door de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank of de Kamer voor Ondernemingen in moeilijkheden, op verzoek van de onderneming. Er zijn geen vormvereisten; zelfs een mondeling verzoek volstaat. De deskundige fungeert als tussenpersoon tussen de onderneming en haar schuldeisers en heeft autoriteit door zijn aanstelling door de rechtbank. Kenmerken zijn neutraliteit, confidentialiteit en flexibiliteit. Hij heeft geen vertegenwoordigingsbevoegdheid. De deskundige kan worden ingeschakeld bij buitengerechtelijke reorganisaties en ook binnen een gerechtelijke reorganisatie. Zijn opdracht hoeft niet te eindigen met de opening van een gerechtelijke reorganisatie.
#### 2.2.2 Voorlopig bewindvoerder
De Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank kan, zelfs bij aanwijzingen dat de onderneming in staat van faillissement verkeert, één of meer voorlopig bewindvoerders aanstellen. Hun bevoegdheid wordt nauwkeurig bepaald en kan ertoe leiden dat het bestuur van de onderneming geheel of gedeeltelijk wordt ontnomen. Deze maatregel vervalt indien niet binnen 21 dagen een vordering tot faillietverklaring, gerechtelijke ontbinding of gerechtelijke reorganisatie wordt ingeleid, en deze procedures moeten binnen 4 maanden na inleiding worden uitgesproken.
#### 2.2.3 Vereffeningsdeskundige
De vereffeningsdeskundige wordt aangesteld door de Ondernemingsrechtbank op verzoek van de onderneming, het openbaar ministerie of een belanghebbende. Hij wordt aangesteld met een specifieke opdracht voor bepaalde duur tijdens de gerechtelijke reorganisatie, met het oog op een overdracht onder gerechtelijk gezag.
### 2.3 Minnelijke akkoorden buiten gerechtelijke reorganisatie
Ondernemingen in moeilijkheden kunnen buiten een gerechtelijke procedure om akkoorden afsluiten met hun schuldeisers, zoals schuldherschikking of afbetalingsakkoorden.
#### 2.3.1 Voorwaarden en tegenstelbaarheid
Een minnelijk akkoord kan nu worden gesloten met slechts één schuldeiser (voorheen minstens twee). Het akkoord moet expliciet de intentie tot reorganisatie vermelden en wordt neergelegd in Regsol. Bij een later faillissement is het akkoord tegenstelbaar aan de curator indien de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank het heeft gehomologeerd en uitvoerbaar verklaard. De Voorzitter kan echter weigeren te homologeren indien de onderneming geen economische levensvatbaarheid heeft of indien het akkoord nadelige effecten heeft voor derden. Schuldeisers die geen deel uitmaken van het akkoord, worden er niet door gebonden.
### 2.4 Gerechtelijke reorganisatie
De gerechtelijke reorganisatie beoogt het behoud van de continuïteit van de onderneming, geheel of gedeeltelijk, onder toezicht van de rechtbank, aan de hand van verschillende instrumenten.
#### 2.4.1 Doelstellingen
De belangrijkste doelstellingen zijn:
* Behoud van de continuïteit van de onderneming, geheel of gedeeltelijk, of van haar activiteiten.
* Dit kan gebeuren via:
* Een minnelijk akkoord met de schuldeisers.
* Een collectief akkoord met de schuldeisers op basis van een reorganisatieplan.
* De overdracht onder gerechtelijk gezag van het geheel of een gedeelte van de onderneming of haar activiteiten.
#### 2.4.2 Voorwaarden
De continuïteit van de onderneming moet bedreigd zijn, hetzij onmiddellijk, hetzij op termijn. De staat van faillissement is geen reden tot afwijzing, en een toekomstige bedreiging volstaat. Eerdere aanvragen tot gerechtelijke reorganisatie binnen de 12 maanden hebben geen schorsende werking, tenzij de rechtbank anders bepaalt. Bij een nieuwe aanvraag binnen 5 jaar mogen verworvenheden van schuldeisers uit een vorige procedure niet worden aangetast.
#### 2.4.3 Inleiding van de procedure
Een verzoekschrift moet worden ingediend bij de Ondernemingsrechtbank, met deugdelijke stavingstukken over de financiële toestand, een uiteenzetting van de feiten, de doelstellingen, de twee recentste jaarrekeningen (of aangiftes personenbelasting), een staat van activa en passiva (max. 3 maanden oud), een lijst van schuldeisers met de bedragen, en een begroting van inkomsten en uitgaven voor de duur van de gevraagde opschorting. Deze stukken moeten uiterlijk 2 dagen voor de zitting worden neergelegd, tenzij een gedetailleerde nota wordt ingediend waarom ze niet konden worden verstrekt. De indiening gebeurt via Regsol.
#### 2.4.4 Opening gerechtelijke reorganisatie
Vanaf de neerlegging van het verzoekschrift tot aan de uitspraak door de Ondernemingsrechtbank is een faillietverklaring of gerechtelijke ontbinding niet meer mogelijk. Alle middelen van tenuitvoerlegging worden geschorst, en gedwongen verkopen zijn verboden. Een gedelegeerd rechter wordt aangesteld om de stukken te onderzoeken en verslag uit te brengen aan de rechtbank over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het verzoek. Na opening van de procedure ziet hij toe op het verloop en informeert de rechtbank over de toestand van de ondernemer. Het verzoek wordt binnen 48 uur aan het Openbaar Ministerie overgemaakt. De rechtbank behandelt het verzoek binnen 15 dagen na neerlegging en doet uitspraak binnen 8 dagen na behandeling. Bij vervulling van de voorwaarden wordt de procedure geopend.
#### 2.4.5 Gevolgen opening gerechtelijke reorganisatie
Bij opening kent de Rechtbank de onderneming een opschorting van betaling toe voor een maximum van 4 maanden. Deze opschorting geldt ook voor mede-aansprakelijke echtgenoten of wettelijk samenwonende partners. Alle uitvoeringsprocedures worden geschorst en een faillissement is niet mogelijk. De ondernemer mag bepaalde schuldvorderingen vrijwillig betalen indien dit noodzakelijk is voor de continuïteit. Schuldeisers mogen lopende overeenkomsten niet beëindigen bij contractuele wanprestatie door de ondernemer, tenzij deze de overeenkomst binnen 15 dagen na ingebrekestelling herneemt. De ondernemer kan de uitvoering van een contract opschorten mits schadevergoeding voor de schuldeiser.
#### 2.4.6 Vervolg procedure
De procedure kent grote flexibiliteit, waarbij de onderneming op elk moment kan vragen om de procedure bij te sturen, over te stappen tussen instrumenten, of instrumenten te combineren. Het dossier wordt elektronisch bijgehouden in Regsol en is toegankelijk voor partijen en schuldeisers. De procedure kan voortijdig door de Rechtbank worden beëindigd indien de continuïteit van (een deel van) de onderneming niet kan worden gehandhaafd, of indien de verstrekte informatie onvolledig of onjuist is. In dat geval kan het faillissement worden uitgesproken. De onderneming kan ook zelf verzaken aan de vordering tot gerechtelijke reorganisatie. De rechtbank kan de termijn van opschorting verlengen indien dit gerechtvaardigd is, met een maximale duur van 12 maanden.
##### 2.4.6.1 Instrumenten binnen gerechtelijke reorganisatie
* **Minnelijk akkoord:** Idem als buitengerechtelijk minnelijk akkoord, maar onder toezicht van de Rechtbank en met bescherming van de opschorting. Het bindt enkel de partijen. Homologatie en uitvoerbaarverklaring door de Rechtbank zijn mogelijk. Na het akkoord sluit de Rechtbank de procedure. Betalingen in uitvoering van het akkoord kunnen niet worden aangevochten bij een later faillissement.
* **Collectief akkoord (reorganisatieplan):** Sedert 1 september 2023 wordt onderscheid gemaakt tussen grote en kleine/middelgrote ondernemingen.
* **Fase van de opschorting:** In deze fase wordt gezocht naar een oplossing en wordt een reorganisatieplan opgesteld door de onderneming (eventueel met hulp van de herstructureringsdeskundige). Het plan bevat een beschrijvend gedeelte (toestand, problemen, oplossingen, betwiste schuldvorderingen) en een bepalend gedeelte (concrete maatregelen, toekomstige gevolgen, betalingspercentages voor schuldeisers).
* **Goedkeuring door de schuldeisers:** Het plan moet goedgekeurd worden bij gewone meerderheid op dubbel vlak: een meerderheid van het aantal schuldeisers die samen minstens de helft van de aanvaarde schuldvorderingen vertegenwoordigen. Het plan kan een gedifferentieerde behandeling voorzien, maar schuldeisers moeten minstens 20% van hun schuld bekomen. Geen vermindering is mogelijk voor schulden uit arbeidsrelaties, penale boeten, onderhoudsschulden of vorderingen letselschade. De Rechtbank kan weigeren het plan te homologeren indien het geen vooruitzicht biedt op het afwenden van vereffening of faillissement, of op het waarborgen van de levensvatbaarheid van de onderneming. Het plan is bindend voor alle schuldeisers, ook voor hen die niet deelnamen aan de stemming. Medeschuldenaars of borgstellers kunnen zich niet op het plan beroepen.
* **Nieuwe voorwaarden voor grote ondernemingen:** Aandeelhouders moeten verplicht betrokken worden. Schuldeisers en aandeelhouders worden ingedeeld in categorieën, net als gewone en bevoorrechte schuldeisers. Indien het plan niet de vereiste meerderheden behaalt, kan de Rechtbank onder bepaalde voorwaarden de tegenstemmers "overrulen" (cram down).
* **Fase van de uitvoering van het reorganisatieplan:** De uitvoeringstermijn mag niet langer dan 5 jaar bedragen vanaf de homologatie. Bij niet-nakoming kan elke schuldeiser de intrekking vorderen. Betalingen in het verleden kunnen niet worden ongedaan gemaakt.
* **Besloten gerechtelijke reorganisatieprocedure:** Sedert 1 september 2023 is er een zelfstandige procedure voorzien zonder publiciteit om het krediet van de onderneming niet te doen wankelen. Kan op verzoek van de onderneming, een schuldeiser of aandeelhouder. De voorzitter stelt een herstructureringsdeskundige aan die de leiding neemt. Het doel is een minnelijk of collectief akkoord te bereiken. De onderneming bepaalt welke schuldeisers worden betrokken. Er is geen opschorting voorzien, tenzij de Voorzitter hiertoe beslist (max. 4 maanden). Niet-betrokken schuldeisers blijven buiten het plan en behouden hun recht op volledige uitbetaling.
### 2.5 Overdracht van de onderneming onder gerechtelijk gezag
Dit is geen procedure van gerechtelijke reorganisatie gericht op continuïteit, maar op een efficiënte vereffening, vaak voorafgaand aan faillissement of gerechtelijke ontbinding. Het kan betrekking hebben op het geheel of een deel van de onderneming. Een vereffeningsdeskundige wordt aangesteld onder toezicht van de gedelegeerd rechter.
#### 2.5.1 Vrijwillige en gedwongen gerechtelijke overdracht
* **Vrijwillige gerechtelijke overdracht:** Op verzoek van de onderneming zelf in het inleidend verzoekschrift of later in de procedure.
* **Gedwongen gerechtelijke overdracht:** Op verzoek van een schuldeiser, potentiële overnemer of openbaar ministerie. Dit kan slechts in bepaalde gevallen aan de onderneming worden opgedrongen, grosso modo wanneer deze in staat van faillissement verkeert zonder gebruik te hebben gemaakt van de procedure gerechtelijke reorganisatie, of wanneer deze procedure heeft gefaald.
### 2.6 Pre-pack
Sedert 1 september 2023 kan een onderneming die meent in staat van faillissement te verkeren, aan de Rechtbank verzoeken om failliet te worden verklaard en om voorafgaand aan de faillietverklaring de overgang van (een deel van) haar activa en activiteiten te laten voorbereiden. De onderneming moet aantonen dat deze voorbereiding de vereffening vergemakkelijkt, een zo hoog mogelijke uitbetaling aan de schuldeisers verzekert en de werkgelegenheid zoveel mogelijk behoudt. Er worden dan in raadkamer een of meer beoogd curatoren en een beoogd rechter-commissaris aangesteld voor een termijn van maximaal 30 dagen, verlengbaar met 30 dagen. Noch het verzoek, noch de beslissing van de rechtbank wordt openbaar gemaakt. De beoogd curator onderzoekt de realiseerbaarheid van het voorgestelde doel, wordt betrokken bij de voorbereiding van het faillissement en vertegenwoordigt de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. Tijdens de opdracht van de beoogd curator geldt er geen opschorting.
### 2.7 Faillissement: Inleiding en voorwaarden
Een faillissement wordt ingeleid voor ondernemingen die hun verplichtingen niet meer kunnen nakomen, niet meer gered kunnen worden, de markt verstoren en snel van de markt moeten verdwijnen. Het doel is een ongeordende stormloop op het vermogen te vermijden via een speciale procedure met een onafhankelijke curator die de activa te gelde maakt en de passiva in de mate van het mogelijke aanzuivert.
#### 2.7.1 Voorwaarden voor faillietverklaring
1. **Onderneming in ruime zin:** Ook natuurlijke personen (tot 6 maanden na overlijden) en rechtspersonen (tot 6 maanden na sluiting vereffening) kunnen failliet verklaard worden.
2. **Duurzaam opgehouden te betalen:** Dit is meer dan een tijdelijk liquiditeitsprobleem.
3. **Krediet geschokt:** De handelaar kan geen krediet meer krijgen.
#### 2.7.2 Gerechtelijke ontbinding en vereffening als alternatief
Wie het faillissement vraagt, kan de rechtbank ook verzoeken de gerechtelijke ontbinding van de onderneming uit te spreken, indien de voorwaarden voor faillissement vervuld zijn. De rechtbank zal de ontbinding uitspreken wanneer er geen noemenswaardige activa meer zijn en dit in het algemeen belang is.
#### 2.7.3 Initiatiefrecht
* **Onderneming:** Door aangifte "de boeken neerleggen" ter griffie van de ondernemingsrechtbank, verplicht binnen de maand na staking van betaling (elektronisch via Regsol).
* **Schuldeisers:** Bij dagvaarding voor de faillissementskamer van de Ondernemingsrechtbank.
* **Openbaar Ministerie:** Bij dagvaarding, op grond van inlichtingen verkregen van de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden.
* **Voorlopig bewindvoerder:** Kan eveneens het initiatief nemen.
#### 2.7.4 Vonnis van faillietverklaring
Als de Ondernemingsrechtbank vaststelt dat de voorwaarden vervuld zijn, wordt bij vonnis het faillissement uitgesproken. De rechtbank kan de beslissing 15 dagen opschorten opdat de onderneming een gerechtelijke reorganisatie kan aanvragen. Het vonnis is onmiddellijk uitvoerbaar, zelfs indien hoger beroep wordt aangetekend.
##### 2.7.4.1 Inhoud vonnis
A. **Aanstelling curator(en) en rechter-commissaris(sen):**
* **Rechter-commissaris:** Ziet toe op de afwikkeling, vormt gerechtelijke controle op de curator, brengt verslag uit aan de ondernemingsrechtbank, zit vergaderingen met schuldeisers voor en kan maatregelen bevelen om de boedel te beveiligen.
* **Curator:** Een advocaat belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel. Gekozen uit een lijst samengesteld door de ondernemingsrechtbank. Bij faillissement van een vrije beroeper wordt een medecurator van dezelfde beroepsgroep aangesteld.
B. **Bepaling termijn voor aangifte van schuldvordering:** Eén maand vanaf het faillissementsvonnis. Schuldeisers moeten hun vordering met bewijsstukken indienen om op te nemen in de boedel. Elektronisch via Regsol, tenzij voor buitenlandse vennootschappen of particulieren zonder advocaat, die zich tot de curator wenden. Laattijdige indiening is mogelijk voor het nog onverdeelde actief, op kosten van de schuldeiser (verjaringstermijn van 1 jaar).
C. **Bepaling dag staking van betaling:** In regel de datum van faillissement (of overlijden natuurlijke persoon). Kan vervroegd worden tot maximaal 6 maanden voor de faillissementsdatum indien bewezen. De periode tussen staking van betaling en faillissementsvonnis is de "verdachte periode".
Deze gegevens worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
#### 2.7.5 Gevolgen faillissement
* **Verlies van beheer over vermogen met voorlopige buitenbezitsstelling en beschikkingsonbevoegdheid:** Vanaf de faillietverklaring verliest de gefailleerde het beheer over zijn goederen op de datum van faillietverklaring en die verkregen zijn na die datum op grond van een oorzaak die het faillissement voorafgaat. De curator neemt het beheer over. Dit gaat gepaard met buitenbezitsstelling: de curator kan goederen weghalen, briefwisseling wordt afgeleid. Alle rechtshandelingen door de gefailleerde gesteld na faillietverklaring zijn niet tegenstelbaar aan de boedel (nietigheid). Goederen of inkomsten verkregen na faillietverklaring op grond van een oorzaak die *na* faillietverklaring dateert, vallen niet in het faillissement; de gefailleerde behoudt het beheer hiervan.
* **Verdachte periode:** Curator kan bepaalde handelingen die tijdens deze periode zijn gesteld, niet laten tegenstellen. Dit geldt voor:
* Handelingen om niet of met groot onevenwicht tussen prestaties.
* Betaling van niet-vervallen schulden.
* Betalingen anders dan in geld van vervallen schulden.
* Zekerheden toegestaan na het ontstaan van de schuldvordering.
Indien de curator kan bewijzen dat de contractspartij kennis had van de staking van betaling, geldt dit ook voor betalingen van vervallen schulden en andere bezwarende titel handelingen. Handelingen buiten de verdachte periode kunnen ook worden aangevochten (faillissementspauliana) indien de contractspartij te kwader trouw handelde.
* **Opschorting tenuitvoerlegging:** Alle beslagen door schuldeisers gelegd, worden opgeschort. Opbrengsten van inbeslaggenomen goederen vallen in de boedel.
* **Onmiddellijke opeisbaarheid schulden / stuiting interesten:** Dit is ter bevordering van een vlotte afhandeling.
#### 2.7.6 Afwikkeling faillissement
* **Rol curator:** De centrale figuur die de rechten van de gefailleerde uitoefent en het gezamenlijk belang van de schuldeisers nastreeft. Hij brengt jaarlijks verslag uit over zijn activiteiten in Regsol.
* **Lopende contracten:** Faillissement beëindigt lopende contracten niet, tenzij er een uitdrukkelijk ontbindend beding is of het contract intuïtu personae betreft. De curator kan contracten beëindigen zonder opzegtermijn. Indien de curator een contract na het faillissement verderzet (bv. huur handelspand), worden de prestaties van na het faillissement beschouwd als een schuld van de boedel (supervoorrecht).
* **Verificatie van de schuldvorderingen:** Binnen wettelijke termijnen, in aanwezigheid van de gefailleerde. Eerste verificatie na afloop van de aangiftetermijn. Betwisting door de curator leidt tot latere beslissing van de ondernemingsrechtbank. Bij kennelijk ontoereikend actief kan de rechtbank de sluiting van het faillissement uitspreken (summiere rechtspleging).
* **Eigendomsvoorbehoud:** Geldig voor roerende goederen indien schriftelijk opgesteld vóór levering, en de goederen nog ongewijzigd aanwezig zijn. Terugvordering moet gebeuren vóór het proces-verbaal van nazicht van schuldvorderingen. Na verrekening van de waarde van het goed met de resterende schuldvordering, moet een overschot aan de curator worden terugbetaald, of kan de schuldeiser slechts voor het saldo aangifte doen.
* **Vereffening, verdeling, sluiting:** Inventariseren van het actief, te gelde maken (verkoop of overdracht), en verdeling onder schuldeisers met rekening houden van voorrechten. Schulden van de boedel (ereloon curator, etc.) en bevoorrechte schuldeisers hebben voorrang. Eventueel overschot wordt pondsgewijs verdeeld onder gewone schuldeisers. De sluiting gebeurt op de algemene vergadering van schuldeisers.
#### 2.7.7 Kwijtschelding (enkel voor natuurlijke personen)
Natuurlijke personen worden na sluiting van het faillissement automatisch bevrijd van restschulden, behalve voor schulden met zakelijke zekerheid, onderhoudsschulden en schadevergoedingen voor letselschade door eigen fout. Kwijtschelding kan al vanaf de 6de maand na opening faillissement worden verkregen. De kwijtschelding kan geweigerd worden indien de gefailleerde grove fouten heeft begaan die bijdroegen aan het faillissement, of wetens onjuiste inlichtingen heeft verstrekt. Ook echtgenoten/partners en kosteloze borgstellers kunnen (na verzoek) bevrijd worden.
---
# Faillissementsprocedures en de rol van de curator
Dit onderwerp behandelt de procedures die leiden tot faillissement, de voorwaarden die daaraan verbonden zijn, en de uitgebreide rol van de curator bij de afwikkeling van de failliete boedel.
### 3.1 Inleiding tot insolventiewetgeving
De insolventiewetgeving, geïntegreerd in Boek XX van het Wetboek Economisch Recht (WER) sinds 1 mei 2018, beoogt faillissementen te voorkomen door middel van herstelmaatregelen. Belangrijke wijzigingen, in lijn met Europese richtlijnen, zijn van kracht sinds 1 september 2023 en leggen de nadruk op preventieve herstructureringsstelsels. De wetgeving is van toepassing op het brede begrip 'onderneming', inclusief vrije beroepen en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid die winst beogen, maar is niet van toepassing op financiële instellingen. Het Regsol-platform, een centraal register voor insolventieprocedures, faciliteert de digitalisering van deze processen.
### 3.2 Insolventieprocedures buiten faillissement
Het primaire doel van de wetgever is het voorkomen van faillissementen. De vroegere Wet op de continuïteit van de ondernemingen (WCO) verving de wet op het gerechtelijk akkoord, met bredere mogelijkheden voor herstel. Recente wijzigingen beogen misbruik tegen te gaan en te zorgen dat enkel bedrijven met reële herstelkansen de procedures benutten.
#### 3.2.1 Vroegtijdige waarschuwing en kamers voor ondernemingen in moeilijkheden
Dreigende insolventie wordt gesignaleerd via een centraal register van economische knipperlichten, dat gegevens verzamelt over onder andere werknemersaantallen, betalingsachterstallen en beslagberichten. Deze gegevens zijn niet publiek toegankelijk, maar de schuldenaar kan inzage krijgen. Aan elke Ondernemingsrechtbank is een Kamer voor Ondernemingen in Moeilijkheden verbonden, die gegevens over bedrijven in moeilijkheden verzamelt en opvolgt om faillissementen te vermijden.
De rechter kan:
* Inlichtingen inwinnen bij accountants en bedrijfsrevisoren.
* De onderneming oproepen en horen.
* Een plaatsbezoek doen indien de onderneming niet verschijnt.
#### 3.2.2 Nieuwe bevoegdheden ingevolge de herstructureringsrichtlijn
Een onderneming in dreigende insolventie kan de Kamer verzoeken schuldeisers op te roepen voor een schikkingsgesprek. Indien een schikking wordt bereikt, wordt deze vastgesteld in een proces-verbaal en uitvoerbaar verklaard.
#### 3.2.3 Dossieroverdracht en mogelijke gevolgen
Als het onderzoek aantoont dat de onderneming in staat van faillissement verkeert, kan de Kamer het dossier doorsturen naar de Procureur des Konings voor een faillietverklaring, of het overmaken aan de Ondernemingsrechtbank voor de aanstelling van een herstructureringsdeskundige of gerechtelijke ontbinding.
#### 3.2.4 Versterking van cijferberoepen
Cijferberoepen spelen een cruciale rol bij het signaleren van bedreigingen voor het voortbestaan van een onderneming en het informeren van de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank.
#### 3.2.5 Voorlopige/bewarende maatregelen
* **Herstructureringsdeskundige:** Kan door de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank worden aangesteld om de continuïteit te waarborgen, ook buiten een gerechtelijke reorganisatie.
* **Voorlopig bewindvoerder:** Kan door de Voorzitter worden aangesteld om het bestuur tijdelijk over te nemen, indien er aanwijzingen zijn van faillissement. Deze maatregel vervalt indien binnen 21 dagen een vordering tot faillietverklaring, gerechtelijke ontbinding of gerechtelijke reorganisatie wordt ingesteld.
#### 3.2.6 Herstructureringsdeskundige als tussenpersoon
Een herstructureringsdeskundige is een onafhankelijke expert die de onderneming in moeilijkheden bijstaat, fungeert als tussenpersoon tussen de onderneming en haar schuldeisers, en werkt met de kenmerken van neutraliteit, confidentialiteit en flexibiliteit.
#### 3.2.7 Vereffeningsdeskundige
Deze wordt aangesteld door de Ondernemingsrechtbank met een specifieke opdracht tijdens een gerechtelijke reorganisatie om een overdracht onder gerechtelijk gezag mogelijk te maken.
#### 3.2.8 Minnelijk akkoord buiten gerechtelijke reorganisatie
Ondernemingen kunnen buiten een gerechtelijke procedure om akkoorden sluiten met hun schuldeisers (bv. schuldherschikking). Een akkoord kan nu zelfs met één schuldeiser worden gesloten. Het akkoord moet neergelegd worden in Regsol en is tegenstelbaar aan een curator bij een later faillissement indien het gehomologeerd en uitvoerbaar verklaard is door de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank.
#### 3.2.9 Gerechtelijke reorganisatie: doelstellingen
Het behoud van de continuïteit van de onderneming of haar activiteiten staat centraal, via drie instrumenten: een minnelijk akkoord, een collectief akkoord op basis van een reorganisatieplan, of de overdracht onder gerechtelijk gezag.
#### 3.2.10 Gerechtelijke reorganisatie: voorwaarden
De continuïteit van de onderneming moet onmiddellijk of op termijn bedreigd zijn. Een staat van faillissement sluit een procedure niet uit, noch een toekomstige bedreiging van de continuïteit.
#### 3.2.11 Gerechtelijke reorganisatie: inleiding van de procedure
De procedure wordt ingeleid met een verzoekschrift bij de Ondernemingsrechtbank, vergezeld van bewijsstukken over de financiële toestand van de onderneming. Deze stukken moeten uiterlijk twee dagen voor de zitting worden neergelegd, tenzij een gedetailleerde nota wordt verstrekt die de redenen voor het ontbreken van de documenten verklaart. De indiening gebeurt via Regsol.
#### 3.2.12 Gerechtelijke reorganisatie: opening
Vanaf de indiening van het verzoek tot opening van een gerechtelijke reorganisatie tot aan de uitspraak door de rechtbank, is een faillietverklaring of gerechtelijke ontbinding niet meer mogelijk. Alle middelen van tenuitvoerlegging worden geschorst en gedwongen verkopen zijn uitgesloten. Een gedelegeerd rechter wordt aangesteld om toezicht te houden op de procedure. De rechtbank behandelt het verzoek binnen 15 dagen na indiening en doet uitspraak binnen 8 dagen daarna.
#### 3.2.13 Gerechtelijke reorganisatie: gevolgen van de opening
Bij opening van de procedure kent de rechtbank de onderneming een opschorting van betaling toe voor maximaal vier maanden. Deze opschorting geldt ook voor de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner die medegehouden is tot beroepsschulden. Alle uitvoeringsprocedures worden geschorst en faillissement is niet mogelijk. Lopende overeenkomsten kunnen niet door schuldeisers worden beëindigd bij wanprestatie, tenzij de ondernemer de overeenkomst binnen 15 dagen na ingebrekestelling herstelt. De ondernemer kan de uitvoering van een contract opschorten indien noodzakelijk voor de reorganisatie, mits schadevergoeding.
#### 3.2.14 Gerechtelijke reorganisatie: vervolgprocedure
De onderneming kan op elk ogenblik aan de rechtbank vragen om de procedure bij te sturen of instrumenten te combineren. Alle stukken met betrekking tot de procedure zijn elektronisch inzagbaar voor partijen en schuldeisers via Regsol. De procedure kan voortijdig door de rechtbank worden beëindigd indien de onderneming manifest niet in staat is de continuïteit te handhaven of onjuiste informatie verstrekt, wat kan leiden tot faillissement. De maximale duur van de opschorting kan, na verlenging, niet meer dan 12 maanden bedragen.
#### 3.2.15 Gerechtelijke reorganisatie: instrumenten - minnelijk akkoord
Dit instrument, onder toezicht van de rechtbank, is bindend voor de partijen. Homologatie en uitvoerbaarverklaring door de rechtbank is mogelijk. Betalingen of handelingen ter uitvoering van het akkoord kunnen niet worden aangevochten bij een later faillissement.
#### 3.2.16 Gerechtelijke reorganisatie: instrumenten - collectief akkoord (reorganisatieplan)
Dit instrument vereist goedkeuring door de schuldeisers. Sedert 1 september 2023 wordt een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine/middelgrote ondernemingen. Het plan bestaat uit een beschrijvend gedeelte (toestand, problemen, oplossingen) en een bepalend gedeelte (concrete maatregelen, toekomstige gevolgen, betalingspercentage voor schuldeisers).
Het plan moet door een gewone meerderheid van de schuldeisers worden goedgekeurd (zowel qua aantal als qua vertegenwoordigde schuldwaarde). Het kan voorzien in gedifferentieerde behandeling, mits minimaal 20% van de schuld wordt betaald. Schulden uit arbeidsrelaties, penale boeten, onderhoudsschulden en vorderingen tot schadevergoeding bij letsel zijn uitgezonderd van schuldvermindering. De rechtbank kan weigeren het plan te homologeren indien het geen vooruitzicht biedt op het afwenden van vereffening of faillissement.
Voor grote ondernemingen zijn er nieuwe voorwaarden, waaronder de verplichte betrokkenheid van aandeelhouders en de indeling van schuldeisers en aandeelhouders in categorieën. De rechtbank kan, onder bepaalde voorwaarden, tegenstemmers "overrulen" (cram down).
#### 3.2.17 Gerechtelijke reorganisatie: collectief akkoord - vervolg (uitvoeringsfase)
De uitvoeringstermijn van het reorganisatieplan mag maximaal 5 jaar bedragen. Bij niet-nakoming kan elke schuldeiser de intrekking vorderen.
#### 3.2.18 Besloten gerechtelijke reorganisatieprocedure
Sinds 1 september 2023 is er een procedure voor besloten gerechtelijke reorganisatie, zonder publiciteit, om het krediet van de onderneming niet te schaden. Op verzoek van de onderneming, een schuldeiser of aandeelhouder, stelt de voorzitter een herstructureringsdeskundige aan. Het doel is een minnelijk of collectief akkoord te bereiken. Enkel de door de onderneming betrokken schuldeisers vallen onder deze procedure; niet-betrokken schuldeisers behouden recht op volledige uitbetaling. Er is geen opschorting voorzien, tenzij de Voorzitter dit beslist voor betrokken schuldeisers (maximaal 4 maanden).
#### 3.2.19 Overdracht van de onderneming onder gerechtelijk gezag (voorafgaand aan faillissement/ontbinding)
Dit is geen procedure gericht op continuïteit, maar op efficiënte vereffening, vaak afgesloten met faillissement of gerechtelijke ontbinding. Het kan betrekking hebben op het geheel of een deel van de onderneming. Een vereffeningsdeskundige wordt aangesteld om de overdracht te faciliteren.
* **Vrijwillige gerechtelijke overdracht:** Op verzoek van de onderneming zelf of op een later moment.
* **Gedwongen gerechtelijke overdracht:** Op verzoek van een schuldeiser, potentiële overnemer of het openbaar ministerie, doorgaans wanneer de onderneming in staat van faillissement verkeert zonder gebruik te hebben gemaakt van de procedure gerechtelijke reorganisatie of wanneer deze gefaald heeft.
#### 3.2.20 Pre-pack (sedert 1 september 2023)
Een onderneming die meent in staat van faillissement te verkeren, kan de rechtbank verzoeken om faillietverklaring en de voorbereiding van de overgang van activa en activiteiten vóór de faillietverklaring. Dit moet de vereffening vergemakkelijken, een zo hoog mogelijke uitbetaling aan schuldeisers garanderen en werkgelegenheid behouden. Er worden beoogde curatoren en een beoogd rechter-commissaris aangesteld voor maximaal 30 dagen, verlengbaar met 30 dagen. Het verzoek en de beslissing zijn niet openbaar. De beoogd curator onderzoekt de haalbaarheid en vertegenwoordigt de belangen van de schuldeisers. Er is geen opschorting van de uitvoering van lopende overeenkomsten tijdens deze periode.
### 3.3 Faillissement
#### 3.3.1 Inleiding tot faillissement
Faillissement is een procedure voor ondernemingen die hun verplichtingen niet meer kunnen nakomen, niet meer gered kunnen worden, de markt verstoren en zo snel mogelijk van de markt moeten verdwijnen. Het beoogt een geordende vereffening van het vermogen en terugbetaling aan schuldeisers door een onafhankelijke curator.
#### 3.3.2 Voorwaarden voor faillietverklaring
1. **Onderneming in ruime zin:** Inclusief natuurlijke personen tot 6 maanden na overlijden en rechtspersonen tot 6 maanden na sluiting van de vereffening.
2. **Duurzaam opgehouden te betalen:** Geen tijdelijk liquiditeitsprobleem.
3. **Krediet geschokt:** De handelaar kan geen krediet meer krijgen.
Als alternatief kan de rechtbank, indien aan de voorwaarden voor faillissement is voldaan, de gerechtelijke ontbinding uitspreken indien er geen noemenswaardige activa meer zijn en dit in het algemeen belang is.
#### 3.3.3 Initiatiefrecht
* **Onderneming:** Door aangifte van de boeken ter griffie van de Ondernemingsrechtbank (verplicht binnen de maand na staking van betaling). Dit gebeurt nu elektronisch via Regsol.
* **Schuldeisers:** Bij dagvaarding voor de faillissementskamer.
* **Openbaar Ministerie:** Bij dagvaarding, op grond van informatie van de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden.
* **Voorlopig bewindvoerder:** Zoals reeds besproken.
#### 3.3.4 Vonnis van faillietverklaring: beoordeling voorwaarden
Indien de Ondernemingsrechtbank de voorwaarden vervuld acht, spreekt zij het faillissement uit bij vonnis. De beslissing kan 15 dagen worden opgeschort indien de onderneming een gerechtelijke reorganisatie kan aanvragen. Het vonnis is onmiddellijk uitvoerbaar, zelfs bij hoger beroep.
#### 3.3.5 Vonnis van faillietverklaring: inhoud vonnis
Het vonnis bevat:
**A. Aanstelling curator(en) en rechter-commissaris(sen)**
* **Rechter-commissaris:** Ziet toe op de afwikkeling, controleert het werk van de curator, brengt verslag uit aan de rechtbank, zit vergaderingen met schuldeisers voor en kan maatregelen bevelen ter beveiliging van de boedel.
* **Curator:** Een advocaat belast met beheer en vereffening van de boedel. Gekozen uit een lijst samengesteld door de ondernemingsrechtbank. Bij faillissement van een vrije beroeper wordt een medecurator uit dezelfde beroepsgroep aangesteld.
**B. Bepaling termijn voor aangifte van schuldvordering**
Eén maand vanaf het faillissementsvonnis. Schuldeisers moeten hun schuldvordering indienen met bewijsstukken en vermelding van eventuele voorrechten. Indien de termijn is verstreken, kan de schuldeiser de opname van de schuldvordering vorderen voor het nog niet verdeelde actief, op eigen kosten (binnen 1 jaar).
**C. Bepaling dag staking van betaling**
In beginsel de datum van faillissement, maar kan vervroegd worden tot maximaal 6 maanden vóór de faillissementsdatum, indien ernstige en objectieve omstandigheden aantonen dat er eerder staking van betaling was. De periode tussen staking van betaling en de faillissementsdatum wordt de "verdachte periode" genoemd.
Deze gegevens worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
#### 3.3.6 Gevolgen van faillissement
* **Verlies van beheer over vermogen met buitenbezitstelling en beschikkingsonbevoegdheid:** Van rechtswege worden goederen op de datum van faillietverklaring en goederen verkregen na die datum (op grond van een oorzaak die het faillissement voorafgaat) overgedragen aan de curator. Alle rechtshandelingen gesteld door de gefailleerde zijn niet tegenstelbaar aan de boedel. Sinds 1 mei 2018 vallen goederen of inkomsten verkregen tijdens het faillissement, op grond van een oorzaak die dateert van nà faillietverklaring, niet in het faillissement. De gefailleerde behoudt het beheer hiervan.
* **Verdachte periode:** Handelingen gesteld tijdens deze periode kunnen niet-tegenstelbaar zijn aan de curator indien de handeling 'om niet' is of een groot onevenwicht vertoont, betalingen van niet-vervallen schulden betreft, anders dan in geld gebeurt of indien de contractspartij kennis had van de staking van betaling. Handelingen buiten de verdachte periode kunnen ook worden aangevochten mits bewijs van kwade trouw van de contractspartij.
* **Opschorting tenuitvoerlegging:** Alle beslagen worden opgeschort.
* **Onmiddellijke opeisbaarheid schulden/stuiting intresten:** Ter bevordering van een vlotte afhandeling.
#### 3.3.7 Afwikkeling van het faillissement: rol curator
De curator is de centrale figuur in de afwikkeling van het faillissement. Hij oefent de rechten van de gefailleerde uit, streeft het gezamenlijk belang van de schuldeisers na en brengt jaarlijks verslag uit over zijn activiteiten.
#### 3.3.8 Afwikkeling van het faillissement: lopende contracten
Het faillissement beëindigt lopende contracten niet automatisch, tenzij er een uitdrukkelijk ontbindend beding is of het gaat om intuïtu personae contracten. De curator kan lopende overeenkomsten beëindigen. Indien de curator niet reageert op een ingebrekestelling, wordt het contract van rechtswege ontbonden. Indien de curator beslist een overeenkomst voort te zetten, moeten de prestaties van nà het faillissement worden uitgevoerd en vormen deze schulden van de boedel met een supervoorrecht.
#### 3.3.9 Afwikkeling van het faillissement: verificatie van de schuldvordering
Binnen wettelijk bepaalde termijnen worden schuldvorderingen geverifieerd. De curator kan een vordering aanvaarden, aanhouden of betwisten. Indien het actief ontoereikend is om de kosten te dekken, kan de rechtbank de sluiting van het faillissement uitspreken (summiere rechtspleging).
#### 3.3.10 Afwikkeling van het faillissement: eigendomsvoorbehoud
Een beding van eigendomsvoorbehoud op roerende goederen blijft tegenstelbaar aan de curator mits specifieke voorwaarden: schriftelijke opstelling, goederen nog ongewijzigd aanwezig, registratie in het pandregister indien van toepassing. Vanaf 1 mei 2018 geldt een verrijkingsverbod waarbij de waarde van het teruggevorderde goed wordt verrekend met de resterende schuldvordering.
#### 3.3.11 Afwikkeling van het faillissement: vereffening, verdeling, sluiting
Dit omvat het inventariseren van het actief, het te gelde maken ervan, en de verdeling onder de schuldeisers met inachtneming van voorrechten. De kosten van de boedel en de bevoorrechte schuldeisers worden eerst voldaan, waarna een pondsgewijze verdeling onder de gewone schuldeisers plaatsvindt. De sluiting van het faillissement gebeurt op een algemene vergadering van schuldeisers.
#### 3.3.12 Kwijtschelding
Enkel voor gefailleerde natuurlijke personen. De gefailleerde wordt automatisch bevrijd van restschulden, met uitzonderingen (bv. onderhoudsschulden, schadevergoedingen). Kwijtschelding kan al vanaf de 6de maand na opening van het faillissement worden verkregen. Elke belanghebbende kan weigering vragen indien de gefailleerde grove fouten beging die bijdroegen aan het faillissement. Ook echtgenoten, wettelijk samenwonende partners en kosteloze borgstellers kunnen bevrijd worden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Insolventiewetgeving | De wetgeving die regelt hoe om te gaan met ondernemingen die hun betalingsverplichtingen niet meer kunnen nakomen, met als doel een geordende afwikkeling of herstel te bewerkstelligen. |
| Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO) | Een vroegere wetgeving die gericht was op het herstel van ondernemingen in moeilijkheden door middel van herstelmaatregelen, later opgenomen in boek XX van het Wetboek Economisch Recht. |
| Faillissementswetgeving | De wetgeving die de procedure regelt voor de collectieve beslaglegging op het vermogen van een onderneming, de vereffening ervan en de terugbetaling aan schuldeisers. |
| Wetboek Economisch Recht (WER) | Een verzameling van wetten die het economisch recht in België regelen, waarin onder andere boek XX inzake insolventie van ondernemingen is opgenomen. |
| Preventieve herstructureringsstelsels | Procedures die de mogelijkheid bieden om tijdig in te grijpen bij dreigende insolventie om een faillissement te voorkomen door middel van herstructurering. |
| Onderneming | Een entiteit die een economische activiteit uitoefent, inclusief vrije beroepen, vzw's, en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid die een winstoogmerk hebben. |
| Regsol (Centraal Register Solvabiliteit) | Een digitaal platform en databank voor alle insolventieprocedures, beheerd door de ordes van advocaten, dat de digitalisering van deze procedures faciliteert. |
| Gerechtelijk akkoord | Een vroegere procedure die bedoeld was om een akkoord te bereiken tussen een onderneming in moeilijkheden en haar schuldeisers, welke in 2009 werd afgeschaft en vervangen door de WCO. |
| Open portaal benadering | Een filosofie achter de insolventiewetgeving die uitgaat van soepele toekenningsvoorwaarden en flexibele instrumenten om de continuïteit van de onderneming te behouden. |
| Kamer voor ondernemingen in moeilijkheden | Een gespecialiseerde kamer binnen elke Ondernemingsrechtbank die gegevens verzamelt en de toestand van ondernemingen in moeilijkheden opvolgt om faillissementen te vermijden. |
| Herstructureringsdeskundige | Een onafhankelijke expert die een onderneming in moeilijkheden bijstaat bij het opstellen van een herstelplan en optreedt als tussenpersoon tussen de onderneming en haar schuldeisers. |
| Voorlopig bewindvoerder | Een persoon die door de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank kan worden aangesteld om tijdelijk het beheer van de onderneming over te nemen, met name in geval van kennelijke tekortkomingen of onbestuurbaarheid. |
| Vereffeningsdeskundige | Een deskundige die door de Ondernemingsrechtbank wordt aangesteld tijdens een gerechtelijke reorganisatie om de overdracht van activa of activiteiten onder gerechtelijk gezag mogelijk te maken. |
| Minnelijk akkoord | Een overeenkomst die een onderneming in moeilijkheden buiten een gerechtelijke procedure om sluit met haar schuldeisers, bijvoorbeeld voor schuldherschikking of afbetalingsakkoorden. |
| Gerechtelijke reorganisatie | Een procedure die erop gericht is de continuïteit van de onderneming te behouden door middel van een minnelijk akkoord, een collectief akkoord op basis van een reorganisatieplan, of de overdracht onder gerechtelijk gezag. |
| Reorganisatieplan | Een gedetailleerd plan opgesteld door een onderneming in moeilijkheden dat de concrete toestand, de problemen, de voorgestelde oplossingen en de mate van betaling aan de schuldeisers beschrijft, met als doel goedgekeurd te worden door de schuldeisers. |
| Collectief akkoord | Een akkoord dat tot stand komt door de goedkeuring van een reorganisatieplan door de schuldeisers, waarbij een meerderheid van zowel het aantal schuldeisers als het bedrag van de schuldvorderingen vereist is. |
| Cram down | Een mechanisme in het Belgische insolventierecht waarbij de rechtbank, onder bepaalde voorwaarden, een reorganisatieplan kan opleggen aan schuldeisers die tegen hebben gestemd, indien de meerderheid van de categorie van schuldeisers het plan heeft goedgekeurd. |
| Overdracht onder gerechtelijk gezag | Een procedure waarbij het geheel of een gedeelte van de onderneming of haar activiteiten wordt overgedragen aan een derde partij onder toezicht van de rechtbank, vaak als een efficiënte manier om activa te gelde te maken en de waarde ervan te behouden. |
| Pre-pack | Een procedure die het mogelijk maakt om, voorafgaand aan een faillietverklaring, de overgang van activa en activiteiten van een onderneming voor te bereiden met het oog op een soepele vereffening, maximale opbrengst en behoud van werkgelegenheid. |
| Curator | Een advocaat die door de rechtbank wordt aangesteld om het beheer en de vereffening van de failliete boedel op zich te nemen en de belangen van de gezamenlijke schuldeisers te behartigen. |
| Rechter-commissaris | Een rechter van de Ondernemingsrechtbank die toezicht houdt op de afwikkeling van een faillissement en gerechtelijke controle uitoefent op het werk van de curator. |
| Verdachte periode | De periode tussen de staking van betaling en de datum van de faillietverklaring, waarin handelingen die de schuldeisers benadelen niet-tegenstelbaar kunnen worden verklaard aan de curator. |
| Opschorting tenuitvoerlegging | De schorsing van alle beslagen gelegd door schuldeisers op het vermogen van een gefailleerde onderneming, waardoor de opbrengst van eventuele verkopen in de failliete boedel valt. |
| Kwijtschelding | De bevrijding van een gefailleerde natuurlijke persoon van zijn restschulden, behalve voor specifieke schulden zoals onderhoudsschulden of schadevergoedingen voor letselschade. |