Cover
Empieza ahora gratis Samenvatting Administratief recht - Céleste Vandeursen.docx
Summary
# Inleiding tot het administratief recht
Dit gedeelte introduceert het concept administratief recht, de rol van de overheid en de controlemechanismen op verschillende machten, met een focus op de definitie, kenmerken en uitvoerbare beslissingen die het beheerst.
## 1. Inleiding tot het administratief recht
### 1.1 Afbakening van het administratief recht
Administratief recht is het rechtsgebied dat het handelen van de overheid reguleert. Het wordt gekenmerkt door de specifieke positie van de overheid, die vaak een bevoorrechte positie inneemt om het algemeen belang te waarborgen. Dit leidt tot zwaardere verplichtingen voor de overheid, maar ook tot speciale rechtsregels die specifiek op haar van toepassing zijn. Het administratief recht beheerst voornamelijk uitvoerbare beslissingen.
#### 1.1.1 De rol van de overheid en controlemechanismen
De overheid opereert binnen een systeem van machtsverdeling, waarbij controlemechanismen de verschillende machten bewaken:
* **Constitutioneel Hof:** Controleert de wetgevende macht.
* **Hof van Cassatie:** Controleert de rechterlijke macht.
* **Administratiefrechtelijke rechtscolleges:** Controleren de uitvoerende macht.
De belangrijkste administratiefrechtelijke rechtscolleges zijn:
* De Raad van State (federaal, bevoegd voor het hele grondgebied).
* De Raad voor de Vreemdelingenbetwistingen (federaal).
* De Raad voor Vergunningsbetwistingen (enkel voor omgevingsvergunningen).
* De Raad voor Verkiezingsbetwistingen.
* De Raad voor de betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen.
* Het Handhavingscollege.
* De Dienst voor bestuursrechtscolleges (DBRC, enkel bevoegd in Vlaanderen).
De taak van deze rechtscolleges is het beschermen van de burger tegen het handelen van de overheid, zowel preventief (bv. via openbaarheid van bestuur) als curatief (via administratiefrechtelijke rechtscolleges).
#### 1.1.2 Handelen van de overheid: Administratieve beslissingen
Het handelen van de overheid uit zich in administratieve beslissingen, die variëren van specifieke materies zoals ruimtelijke ordening, goederen van de overheid, overheidsopdrachten, tuchtsancties en de aanstelling van ambtenaren, tot het beleid van de lokale overheid.
### 1.2 Kenmerken van administratieve beslissingen
Administratieve beslissingen worden gekenmerkt door:
* **Eenzijdigheid/gezagshalve:** Ze worden door de bestuursinstantie eenzijdig opgelegd.
* **Verricht door bestuurlijke overheid:** Ze komen van een overheidsinstantie.
* **Rechtshandeling:** Ze creëren rechtsgevolgen.
#### 1.2.1 Het voorrecht van bestuur
De overheid geniet bepaalde voorrechten bij het nemen van beslissingen:
* **Derdenbindend:** Ze binden ook derden.
* **Vermoeden van wettigheid:** Ze worden als wettig beschouwd, tenzij het tegendeel bewezen wordt (weerlegbaar).
* **Uitvoerbaar:** Ze kunnen bij voorbaat of gedwongen uitgevoerd worden.
> **Tip:** Een belangrijk onderscheid is dat sommige beslissingen niet onmiddellijk uitvoerbaar zijn, zoals een onteigeningsbeslissing (waarbij voorafgaandelijk een schadevergoeding moet worden betaald) of GAS-boetes (waarvoor een termijn van een maand geldt om in beroep te gaan, en gedurende die periode geen uitvoering kan plaatsvinden).
#### 1.2.2 Soorten uitvoerbare beslissingen
Er zijn drie hoofdcategorieën van uitvoerbare beslissingen:
1. **Reglementaire beslissingen:** Deze leggen algemene regels vast (bv. belastingsreglement). Ze vereisen een materiële motivering.
2. **Individuele beslissingen:** Deze richten zich tot specifieke personen (bv. een plaatsverbod). Ze vereisen zowel een materiële als een formele motivering.
3. **Rechtverlenende beslissingen:** Deze verlenen een recht en kunnen in principe niet zomaar ingetrokken worden (bv. een jachtvergunning).
4. **Niet-rechtverlenende beslissingen:** Dit zijn beslissingen die geen recht verlenen, zoals tuchtsancties.
> **Tip:** Beslissingen kunnen genomen worden met een discretionaire bevoegdheid (waarbij het bestuur een ruime beoordelingsvrijheid heeft, bv. een omgevingsvergunning) of met een gebonden bevoegdheid (waarbij de wet de beslissing bepaalt, bv. het verkrijgen van een rijbewijs na slagen voor de examens).
### 1.3 Administratieve sancties
Administratieve sancties zijn krachtens een wet opgelegd door het bestuur ter bestraffing van een inbreuk op een rechtsnorm. Ze betreffen vaak een geldboete en zijn geen preventieve veiligheidsmaatregel. De GAS-boete is een bijzonder voorbeeld van een administratieve sanctie. Hoger beroep hiertegen is geregeld in artikel 31 van de GAS-wet.
### 1.4 Eisen voor bestuurshandelen: Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur (ABBB)
Elke bestuurshandeling moet aan een aantal eisen voldoen:
* Verantwoord zijn in het algemeen belang.
* In overeenstemming zijn met de wet.
* Gesteld zijn binnen de grenzen van de toegewezen bevoegdheid.
* Gesteld zijn door het aangewezen bestuursorgaan.
Niet-naleving van deze regels kan leiden tot sancties. De **Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur (ABBB)** zijn ongeschreven rechtsregels, ontwikkeld uit de rechtspraak, die gedragsvoorschriften voor de overheid inhouden.
#### 1.4.1 Belangrijke ABBB
* **Hoorplicht:** Vereist dat wanneer het bestuur een ernstige maatregel wil nemen die iemands belangen zwaar aantast op basis van persoonlijk gedrag, de betrokkene de kans moet krijgen zijn standpunt uiteen te zetten over de feiten en de voorgenomen maatregel.
* De betrokkene moet weten welke feiten relevant zijn, welke maatregel het bestuur wenst te nemen, op basis van welke bevoegdheid dit gebeurt en welke regel concreet geschonden wordt.
* Dit geldt enkel voor individuele beslissingen, niet voor reglementaire beslissingen.
* Uitzonderingen op de hoorplicht zijn onder meer: weigering van een gevraagd voordeel, hoogdringendheid, vaststaande feiten en gebonden bevoegdheid, onbeschikbaarheid van de bestuurde, tweede beslissing na procedurefout, en tuchtzaken.
* **Recht van verdediging:** Gaat verder dan de hoorplicht en omvat modaliteiten zoals een uitnodiging, gehoord worden voor de beslissing, uiteenzetting van feiten en te nemen maatregel, en inzagerecht in het dossier.
* **Motiveringsplicht:**
* **Materiële motiveringsplicht:** Heeft betrekking op de inhoudelijke verantwoording van de beslissing en geldt voor alle bestuursbeslissingen. Er moet gemotiveerd worden of er motieven zijn, of deze feitelijk en juridisch juist zijn, en of er een redelijke verhouding bestaat tussen de motieven en de inhoud van de beslissing.
* **Formele motiveringsplicht:** Vereist dat de materiële motivering in de beslissing zelf wordt opgenomen. Dit is vastgelegd in de wet van 29 juli 1991.
* **Onpartijdigheidsbeginsel:**
* **Persoonlijke of subjectieve onpartijdigheid:** Het bestuur mag geen enkele partij bevoordelen of benadelen en moet zonder beïnvloeding of vooringenomenheid handelen.
* **Structurele of objectieve onpartijdigheid:** Het bestuur moet zelf garanties bieden voor onpartijdigheid op het vlak van zijn organisatie, samenstelling, procedure en besluitvorming. Het functioneren van het bestuur moet echter wel mogelijk blijven.
* **Fair play beginsel:** Het bestuur mag het verkrijgen van rechten door de burger niet moedwillig bemoeilijken en mag niet handelen met opzet, kwade trouw of moedwilligheid.
* **Gelijkheidsbeginsel:** Gelijke situaties moeten gelijk behandeld worden en ongelijke situaties ongelijk, tenzij er een objectieve en redelijke verantwoording voor is. Dit beginsel is van toepassing op alle bestuursbeslissingen, zowel bij gebonden als discretionaire bevoegdheid, en bij reglementaire beslissingen. Afwijkingen zijn uitzonderlijk mogelijk.
* **Rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel:**
* **Rechtszekerheidsbeginsel:** Zorgt voor zekerheid over de rechtspositie van de burger. Het recht moet kenbaar, duidelijk en voorzienbaar zijn. Dit betekent in principe een verbod op retroactiviteit (met uitzonderingen) en een beperkte mogelijkheid tot intrekking of opheffing van beslissingen.
* **Vertrouwensbeginsel:** De burger mag vertrouwen op toezeggingen, beloften of een vaste gedragslijn van het bestuur. Dit vertrouwen moet gewettigd en legitiem zijn, gebaseerd op het gedrag van het bestuur en de houding van de burger.
* **Redelijkheidsbeginsel:** Stelt grenzen aan de beleidsvrijheid van het bestuur, met als doel willekeur te voorkomen.
* **Marginale toetsing:** De rechter toetst of een beslissing "kennelijk onredelijk" is.
* Concrete toepassingen omvatten het evenredigheidsbeginsel, het zuinigheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel.
* **Zorgvuldigheidsbeginsel:** Beschouwd als de "moeder van alle ABBB", is dit principe geïnspireerd op de algemene zorgvuldigheidsplicht uit het Burgerlijk Wetboek. Het heeft zowel procedurele als inhoudelijke aspecten. Het bestuur moet handelen als een normaal voorzichtige en redelijke overheid, zorgvuldig feitelijke en juridische elementen vergaren, en alle betrokken belangen afwegen om nodeloze schade aan particuliere belangen te voorkomen.
### 1.5 Bestuursorganen op lokaal niveau
Het Bestuursdecreet regelt de werking van lokale besturen, waaronder gemeenten en OCMW's.
* **Gemeenteraad:** Het hoogste bestuursorgaan, met een volheid van bevoegdheid voor zaken van gemeentelijk belang die niet aan andere organen zijn toevertrouwd. De samenstelling varieert van 7 tot 55 leden, afhankelijk van de bevolking. De gemeenteraad stelt het meerjarenplan en de jaarrekening vast, en heeft exclusieve bevoegdheden zoals het vaststellen van reglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
* **College van burgemeester en schepenen (CBS):** Verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en uitvoering van beslissingen.
* **Vast Bureau (VB):** Bestaat in gemeenten met meer dan 100.000 inwoners en deelt bepaalde taken met het CBS.
* **Burgemeester:** De stemmenkampioen van de grootste fractie binnen de meerderheid is automatisch burgemeester. De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in rechte.
#### 1.5.1 Integratie van Gemeente en OCMW
Sinds 2017 zijn gemeenten en OCMW's politiek, ambtelijk en beleidsmatig geïntegreerd, hoewel beide entiteiten als rechtspersoon blijven bestaan.
### 1.6 Rechtsbescherming
Rechtsbescherming tegen bestuurshandelen kan preventief of curatief zijn.
#### 1.6.1 Preventieve rechtsbescherming
Dit omvat onder meer de **openbaarheid van bestuur**. Burgers hebben het recht om bestuursdocumenten op te vragen en, onder bepaalde voorwaarden, te hergebruiken.
* Het Bestuursdecreet (Vlaamse Overheid) en de Wet openbaarheid van bestuur (federaal) regelen dit.
* Er zijn uitzonderingen op de openbaarheid, met name voor documenten van persoonlijke aard waarvoor de burger een belang moet aantonen, of wanneer de openbaarmaking de bescherming van persoonsgegevens of bedrijfsgeheimen zou schenden.
* De behandeltermijn voor een aanvraag tot openbaarheid bedraagt 20 dagen onder het Bestuursdecreet en 30 dagen onder de Wet openbaarheid van bestuur.
#### 1.6.2 Curatieve rechtsbescherming
Dit omvat beroepsprocedures na een beslissing. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
* **Administratief beroep:** Beroep instellen bij een hogere administratieve instantie.
* **Jurisdictioneel beroep:** Beroep instellen bij een rechterlijke instantie (bv. de Raad van State, de rechtbank van eerste aanleg).
> **Voorbeeld:** Een burger die ontslagen wordt als ambtenaar (tuchtsanctie) kan eerst administratief beroep instellen bij een beroepscommissie. Als hij het niet eens is met de uitspraak van die commissie, kan hij jurisdictioneel beroep instellen bij de Raad van State.
> **Tip:** Het is cruciaal om het verschil te kennen tussen procedurele (vormelijk) en inhoudelijke (materiële) gebreken van een beslissing. Procedurele fouten betreffen de vormvereisten van de besluitvorming, terwijl inhoudelijke fouten betrekking hebben op de kern van de beslissing zelf. De materiële motiveringsplicht heeft een ruimer toepassingsgebied dan de formele motiveringsplicht.
---
# Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB)
Hieronder volgt een gedetailleerde studiegids over de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB).
## 2. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB)
De Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur (ABBB) vormen de fundamentele gedragsregels die de overheid dient te respecteren bij haar handelen, ontwikkeld uit de rechtspraak.
### 2.1 Introductie tot de ABBB
De overheid wordt geacht te handelen in overeenstemming met de wet, binnen de grenzen van haar bevoegdheid en steeds verantwoord in het algemeen belang. Elke bestuurshandeling moet gesteld zijn door het aangewezen bestuursorgaan. Bij niet-naleving van deze regels kunnen sancties worden opgelegd. De ABBB zijn ongeschreven rechtsregels die de burger beschermen tegen willekeurig of onjuist bestuurshandelen.
### 2.2 Hoorplicht
De hoorplicht houdt in dat het bestuur een persoon de mogelijkheid moet bieden om zijn standpunt kenbaar te maken alvorens een ernstige maatregel te nemen die zijn belangen zwaar aantast, wanneer deze maatregel gebaseerd is op persoonlijk gedrag.
#### 2.2.1 Vereisten voor de hoorplicht
* Het bestuur wil een ernstige maatregel nemen.
* De belangen van de betrokkene worden zwaar aangetast.
* De maatregel is gebaseerd op persoonlijk gedrag.
* De persoon moet vooraf zijn standpunt nuttig kunnen uiteenzetten.
* De betrokkene moet op de hoogte zijn van de relevante feiten, de voorgenomen maatregel, de bevoegdheid waaruit deze voortvloeit, en de concrete schending van een regel of verplichting.
#### 2.2.2 Situaties zonder hoorplicht
De hoorplicht geldt niet in de volgende gevallen:
* Weigering van een gevraagd voordeel.
* Hoogdringendheid.
* Vaststaande feiten en gebonden bevoegdheid.
* Onbeschikbaarheid van de bestuurde.
* Tweede beslissing na een procedurefout.
* Tuchtzaken (hier geldt specifiek het recht van verdediging).
### 2.3 Recht van verdediging
Het recht van verdediging, voornamelijk relevant in tuchtzaken, gaat verder dan de hoorplicht en omvat specifiekere modaliteiten.
#### 2.3.1 Modaliteiten van het recht van verdediging
* Uitnodiging tot een gehoor vooraleer een beslissing wordt genomen.
* Uiteenzetting van de feiten en de te nemen maatregel.
* Inzagerecht in het dossier.
### 2.4 Motiveringsplicht
De motiveringsplicht vereist dat bestuurshandelingen van een redelijke onderbouwing voorzien. Men maakt een onderscheid tussen de materiële en formele motiveringsplicht.
* **Materiële motiveringsplicht**: Heeft een ruimer toepassingsgebied en eist dat de beslissing inhoudelijk verantwoord wordt. Dit geldt voor alle bestuursbeslissingen en onderzoekt of er motieven zijn, of deze feitelijk en juridisch juist zijn, en of er een redelijke verhouding bestaat tussen de motieven en de beslissing.
* **Formele motiveringsplicht**: Eis dat de materiële motivering ook daadwerkelijk in de beslissing zelf wordt opgenomen. Dit is vastgelegd in de Wet van 29 juli 1991 ("Formele motiveringswet") en geldt specifiek voor de beschikkende delen van beslissingen.
### 2.5 Onpartijdigheidsbeginsel
Het onpartijdigheidsbeginsel garandeert dat bestuurshandelingen vrij van vooringenomenheid en discriminatie tot stand komen.
#### 2.5.1 Soorten onpartijdigheid
* **Persoonlijke of subjectieve onpartijdigheid**: Het bestuur mag geen enkele partij bevoordelen of benadelen, zonder beïnvloeding of vooringenomenheid.
* **Structurele of objectieve onpartijdigheid**: Het bestuur dient zelf garanties te bieden voor onpartijdigheid in zijn organisatie, samenstelling, procedureverloop en besluitvorming.
#### 2.5.2 Grenzen aan het onpartijdigheidsbeginsel
Het beginsel mag het functioneren van het bestuur niet onmogelijk maken.
### 2.6 Fair play beginsel
Het fair play beginsel houdt in dat het bestuur de verkrijging van rechten door een burger niet moedwillig mag bemoeilijken. Dit vereist een opzet, kwade trouw of moedwilligheid in hoofde van het bestuur.
### 2.7 Gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel stelt dat gelijke situaties gelijk behandeld moeten worden en ongelijke situaties ongelijk, tenzij er een objectieve en redelijke verantwoording is voor een afwijkende behandeling.
#### 2.7.1 Toepassing van het gelijkheidsbeginsel
* **Beschikkingen met gebonden bevoegdheid**: Het bestuur moet de wet toepassen zonder keuzemogelijkheid.
* **Beschikkingen met discretionaire bevoegdheid**: Het beginsel moet concreet worden toegepast gezien de beoordelingsvrijheid.
* **Reglementaire beslissingen**: De toepassing van het gelijkheidsbeginsel is hier ook van belang, hoewel afwijkingen uitzonderlijk mogelijk zijn.
### 2.8 Rechtszekerheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel
Deze beginselen garanderen de burger zekerheid over zijn rechtspositie en de stabiliteit van bestuurshandelen.
#### 2.8.1 Rechtszekerheidsbeginsel
Het recht moet kenbaar, duidelijk en voorzienbaar zijn voor de burger. Dit principe verbiedt in principe retroactiviteit, al zijn hierop uitzonderingen mogelijk. Ook de mogelijkheid tot intrekking of opheffing van bestuursbeslissingen is beperkt.
#### 2.8.2 Vertrouwensbeginsel
Dit beginsel, dat nauwer is dan het rechtszekerheidsbeginsel, houdt in dat de burger moet kunnen vertrouwen op toezeggingen, beloften of een vaste gedragslijn van het bestuur. Het gewekte vertrouwen moet legitiem zijn, gebaseerd op het gedrag van de overheid en de houding van de burger. Schending hiervan wordt zelden door de rechter aanvaard omwille van het gevaar voor opportuniteitscontrole.
### 2.9 Redelijkheidsbeginsel
Het redelijkheidsbeginsel stelt grenzen aan de beleidsvrijheid van het bestuur en verbiedt willekeur.
#### 2.9.1 Concrete toepassingen van het redelijkheidsbeginsel
* **Evenredigheidsbeginsel**: De gekozen maatregel moet in verhouding staan tot het nagestreefde doel.
* **Zuinigheidsbeginsel**: Het bestuur dient de middelen op een efficiënte en doelmatige manier in te zetten.
### 2.10 Zorgvuldigheidsbeginsel
Dit beginsel wordt beschouwd als de "moeder van alle ABBB" en is geïnspireerd op de algemene zorgvuldigheidsplicht uit het Burgerlijk Wetboek.
#### 2.10.1 Toepassing van het zorgvuldigheidsbeginsel
* **Procedureel**: Het bestuur dient zorgvuldige vergaring van feitelijke en juridische elementen te verzekeren om met kennis van zaken te beslissen.
* **Inhoudelijk**: Het bestuur moet handelen als een normaal voorzichtige en redelijke overheid in dezelfde feitelijke omstandigheden en alle betrokken belangen zorgvuldig beoordelen en afwegen, zodat particuliere belangen niet nodeloos worden geschaad.
### 2.11 ABBB in het besluitvormingsproces
De ABBB spelen een cruciale rol in het gehele besluitvormingsproces van de overheid. Dit omvat zowel de procedurele aspecten (bv. het zorgvuldig verzamelen van informatie) als de inhoudelijke aspecten (bv. het afwegen van belangen en het motiveren van de beslissing).
> **Tip:** Zorg dat je het verschil kent tussen procedurele en inhoudelijke aspecten van de ABBB, aangezien dit een belangrijk onderscheid is in de beoordeling van bestuurshandelen.
### 2.12 Gebonden versus discretionaire bevoegdheid
Het is essentieel om het onderscheid te begrijpen tussen gebonden en discretionaire bevoegdheden, omdat dit de toepassing van diverse ABBB beïnvloedt.
* **Gebonden bevoegdheid**: De wet bepaalt strikt de inhoud of het voorwerp van de beslissing die het bestuur moet nemen zodra aan de voorwaarden is voldaan. Het bestuur heeft hier geen vrijheid.
* **Discretionaire bevoegdheid**: Het bestuur heeft een zekere beoordelings- of beleidsvrijheid over hoe het zijn bevoegdheid uitoefent.
> **Tip:** Begrijpen of een bevoegdheid gebonden of discretionair is, is cruciaal voor de beoordeling van de rechtmatigheid van een bestuurshandeling, met name bij de toetsing aan beginselen zoals het gelijkheidsbeginsel en het redelijkheidsbeginsel.
### 2.13 Procedurele versus inhoudelijke aspecten
ABBB kunnen zowel betrekking hebben op de procedure van besluitvorming als op de inhoud van de beslissing zelf.
* **Procedureel of vormelijk**: Betreft de procedure van besluitvorming en roept vormvereisten in het leven. Niet-naleving ervan leidt tot een vormgebrek (procedurefout), wat niet noodzakelijk het eindresultaat van de beslissing beïnvloedt.
* **Inhoudelijk of materieel**: Betreft de inhoud van de beslissing en beïnvloedt meestal het eindresultaat ervan.
### 2.14 De ABBB in de praktijk: Overzicht van rechtspraak
De toepassing van de ABBB wordt voortdurend verfijnd door de rechtspraak van de administratiefrechtelijke rechtscolleges, zoals de Raad van State.
> **Voorbeeld:** Een casus waarin de Raad van State een beslissing vernietigt wegens schending van het zorgvuldigheidsbeginsel toont aan hoe de ABBB een reële impact hebben op de beslissingen van de overheid en de rechtsbescherming van de burger.
Deze principes vormen de basis voor een correct en rechtvaardig bestuur, en hun correcte toepassing is van essentieel belang voor de rechtszekerheid van de burger.
---
# Lokale besturen en hun organisatie
Dit gedeelte behandelt de structuur, organisatie en werking van lokale besturen in België, met een specifieke focus op gemeenten en OCMW's. Het duikt in de samenstelling van de gemeenteraad, de bevoegdheden van diverse bestuursorganen en de relevante regelgeving die van toepassing is op deze lokale besturen.
## 3. Lokale besturen en hun organisatie
### 3.1 De gemeente en het OCMW: een geïntegreerd lokaal bestuur
Sinds 2017 zijn gemeenten en OCMW's politiek, ambtelijk en beleidsmatig geïntegreerd, hoewel beide entiteiten afzonderlijk blijven bestaan als rechtspersonen. Het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) van 22 december 2017 vormt de primaire rechtsgrond voor de werking van deze lokale besturen, aangevuld met de Nieuwe Gemeentewet en de wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen van 29 juli 1991.
### 3.2 Bestuursorganen van een gemeente
Een gemeente wordt bestuurd door een reeks bestuursorganen, elk met specifieke bevoegdheden:
* **Gemeenteraad:**
* **Samenstelling:** Bestaat uit minimaal 7 en maximaal 55 gemeenteraadsleden, afhankelijk van het inwoneraantal van de gemeente. Leden worden om de zes jaar verkozen op de tweede zondag van oktober, tegelijk met de provincieraadsverkiezingen. Kandidaten moeten minstens 18 jaar oud zijn, in de gemeente wonen op het moment van indiening van de kiezerslijsten en er ook gedurende de legislatuur blijven wonen. De Belgische nationaliteit of die van een EU-lidstaat is vereist. De opkomstplicht is afgeschaft. De burgemeester wordt rechtstreeks verkozen als stemmenkampioen van de grootste fractie binnen de meerderheid.
* **Bevoegdheden:** Heeft een volheid van bevoegdheid voor alle zaken van gemeentelijk belang die niet aan een ander orgaan zijn toevertrouwd. Dit omvat het vaststellen van reglementen, het toekennen van nominatieve subsidies, het vaststellen van subsidiereglementen, daden van beschikking over onroerende goederen, het aanvaarden van schenkingen en legaten, en het sluiten van overeenkomsten. De gemeenteraad is ook bevoegd voor het vaststellen van het meerjarenplan en de jaarrekening.
* **Delegatie van bevoegdheden:** De gemeenteraad kan haar bevoegdheden delegeren aan andere organen, mits dit uitdrukkelijk voorzien is en binnen de beperkingen van artikel 41 DLB.
* **College van Burgemeester en Schepenen (CBS):**
* Dit orgaan bestaat uit de burgemeester en de schepenen. Het CBS heeft specifiek toegewezen bevoegdheden van gemeentelijk belang en bevoegdheden op basis van andere regelgeving.
* **Vast Bureau (VB):**
* Voert, samen met het CBS, de dagelijkse leiding van de gemeente.
* **Burgemeester:**
* De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in rechte, kan de gemeente in rechte vertegenwoordigen en is bevoegd voor het aanvaarden van schenkingen en legaten. De rechtsgrond voor de bevoegdheden van de burgemeester is terug te vinden in het DLB en de Nieuwe Gemeentewet.
* **Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD):**
* Dit orgaan is verantwoordelijk voor de sociale dienstverlening binnen de gemeente, voorheen de taak van het OCMW.
### 3.3 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB)
De Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur zijn ongeschreven rechtsregels die de gedragingen van de overheid sturen en uit de rechtspraak voortvloeien. Belangrijke beginselen zijn:
* **Hoorplicht:** De burger moet de kans krijgen om zijn standpunt kenbaar te maken voordat een ernstige maatregel wordt genomen die zijn belangen zwaar aantast. Dit geldt enkel voor individuele beslissingen, niet voor reglementaire beslissingen. Er zijn uitzonderingen op de hoorplicht, zoals bij hoogdringendheid of vaststaande feiten.
* **Recht van verdediging:** Gaat verder dan de hoorplicht, met name in tuchtzaken. Het omvat het recht om te worden uitgenodigd, gehoord te worden voordat een beslissing wordt genomen, de feiten te kennen, de voorgestelde maatregel te kennen en inzage te krijgen in het dossier.
* **Motiveringsplicht:** Alle bestuursbeslissingen moeten materieel gemotiveerd worden. Dit betekent dat de beslissing feitelijk en juridisch juist moet zijn en dat er een redelijke verhouding moet zijn tussen de motieven en de inhoud van de beslissing. Formele motivering vereist dat de motivering expliciet in de beslissing zelf wordt opgenomen. De materiële motiveringsplicht heeft een ruimer toepassingsgebied dan de formele motiveringsplicht.
* **Onpartijdigheidsbeginsel:** Dit omvat zowel persoonlijke (geen begunstiging of benadeling van individuen) als structurele (garanties voor onpartijdigheid in de organisatie en procedures) onpartijdigheid.
* **Gelijkheidsbeginsel:** Gelijke situaties moeten gelijk behandeld worden, tenzij er een objectieve en redelijke verantwoording is voor ongelijke behandeling. Dit beginsel geldt voor alle bestuursbeslissingen, inclusief die met gebonden of discretionaire bevoegdheid.
* **Rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel:** Burgers moeten zekerheid hebben over hun rechtspositie. Wetten moeten kenbaar, duidelijk en voorzienbaar zijn. Er is in principe een verbod op retroactiviteit, met mogelijke uitzonderingen. Het vertrouwensbeginsel beschermt de burger tegen onverwachte wijzigingen in beleidslijnen of toezeggingen van de overheid.
* **Redelijkheidsbeginsel:** Stelt grenzen aan de beleidsvrijheid van het bestuur om willekeur te vermijden. Het vereist dat beslissingen redelijk zijn en evenredig met het nagestreefde doel. Dit omvat ook het zuinigheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel.
* **Zorgvuldigheidsbeginsel:** Wordt beschouwd als de "moeder van alle ABBB". De overheid moet handelen als een normaal zorgvuldige en redelijke overheid, zowel procedureel als inhoudelijk. Dit houdt in dat feitelijke en juridische elementen zorgvuldig moeten worden vergaderd en dat alle betrokken belangen afgewogen moeten worden.
### 3.4 Administratieve sancties en GAS
Administratieve sancties worden opgelegd krachtens een wet, ter bestraffing van een inbreuk op een rechtsnorm. Vaak gaat het om een geldboete en nooit om een vrijheidsstraf. Het Gemeentelijk Administratief Sanctiesysteem (GAS) is een voorbeeld van zo'n sanctie, waarbij burgers binnen een bepaalde termijn beroep kunnen instellen.
### 3.5 Rechtsbescherming tegen bestuurshandelen
Rechtsbescherming kan zowel preventief als curatief worden verleend:
* **Preventieve rechtsbescherming:** Richt zich op het voorkomen van schadelijke beslissingen, bijvoorbeeld via openbaarheid van bestuur en de ABBB.
* **Curatieve rechtsbescherming:** Treedt op nadat een beslissing is genomen. Dit kan via:
* **Administratief beroep:** Een beroep ingesteld bij een hogere bestuursinstantie.
* **Jurisdictioneel beroep:** Een beroep ingesteld bij een administratiefrechtelijk rechtscollege, zoals de Raad van State, of een gewone rechtbank.
#### 3.5.1 Soorten beroepen en rechtscolleges
* **Bestuursdocumenten:** Burgers hebben recht op inzage en kopie van bestuursdocumenten, onder bepaalde voorwaarden en met uitzonderingen (bv. bescherming van persoonlijke levenssfeer). Het Bestuursdecreet (Vlaamse Overheid) en de Wet openbaarheid van bestuur (federale overheid) regelen dit. De behandeltermijn voor een aanvraag tot openbaarheid bedraagt 20 dagen onder het Bestuursdecreet en 30 dagen onder de federale wet.
* **Administratieve rechtscolleges:**
* **Raad van State (RvS):** Federaal, bevoegd voor heel het grondgebied.
* **Raad voor Vergunningsbetwistingen:** Enkel bevoegd voor omgevingsvergunningen.
* **Andere gespecialiseerde raden:** Zoals de Raad voor de Vreemdelingenbetwistingen, de Raad voor Verkiezingsbetwistingen, etc.
* **Procedurele vs. Inhoudelijke gebreken:**
* **Procedureel of vormelijk:** Betreft de procedure van besluitvorming en vormvereisten. Niet-naleving leidt tot een procedurefout.
* **Inhoudelijk of materieel:** Betreft de inhoud van de beslissing en beïnvloedt meestal het eindresultaat.
* **Gebonden vs. Discretionaire bevoegdheid:**
* **Gebonden bevoegdheid:** De wet bepaalt de inhoud van de beslissing die het bestuur moet nemen.
* **Discretionaire bevoegdheid:** Het bestuur heeft een zekere beoordelingsvrijheid over de wijze van uitoefening van de bevoegdheid.
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen gebonden en discretionaire bevoegdheid goed, aangezien dit cruciaal is voor het beoordelen van de wettigheid van een bestuurshandeling.
#### 3.5.2 Categorieën van beslissingen en beroepen
De analyse van casestudies toont aan hoe verschillende soorten beslissingen (tuchtsancties, vergunningen, etc.) aanleiding geven tot specifieke administratieve of jurisdictionele beroepen bij de bevoegde rechtscolleges. Het type beroep hangt af van de aard van de bestreden beslissing en de regelgeving die van toepassing is. Beroepen bij de Raad van State zijn vaak gericht op cassatie, dit wil zeggen de toetsing van de uitspraak van een administratiefrechtelijk rechtscollege op wettigheid.
---
# Rechtsbescherming binnen het administratief recht
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding over rechtsbescherming binnen het administratief recht, gebaseerd op de verstrekte tekst.
## 4. Rechtsbescherming binnen het administratief recht
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de middelen die de burger ter beschikking staan om zich te beschermen tegen het handelen van de overheid, zowel preventief als curatief.
### 4.1 Algemene principes van rechtsbescherming
Rechtsbescherming binnen het administratief recht heeft tot doel de burger te beschermen tegen het optreden van de overheid. Dit kan op twee manieren gebeuren:
* **Preventieve rechtsbescherming:** Deze vorm richt zich op het voorkomen van problemen en wordt in de eerste plaats gewaarborgd door de openbaarheid van bestuur.
* **Curatieve rechtsbescherming:** Deze vorm treedt op nadat een beslissing is genomen en biedt de mogelijkheid om deze aan te vechten, voornamelijk via administratieve en gerechtelijke beroepsmogelijkheden.
### 4.2 Openbaarheid van bestuur
De openbaarheid van bestuur is een fundamenteel beginsel dat burgers het recht geeft om inzage te krijgen in bestuursdocumenten. Dit beginsel is vastgelegd in de wet openbaarheid van bestuur en het Bestuursdecreet.
* **Wat zijn bestuursdocumenten?** Dit zijn alle documenten die in het bezit zijn van een bestuur en die betrekking hebben op de uitoefening van zijn taken. Dit omvat ook voorbereidende documenten die gebruikt worden bij de besluitvorming.
* **Wie kan openbaarheid vragen?** Iedere burger, ongeacht zijn woonplaats of nationaliteit, kan openbaarheid vragen van bestuursdocumenten.
* **Hergebruik van documenten:** Het verkrijgen van een kopie van een bestuursdocument impliceert niet automatisch het recht om dit document te hergebruiken voor andere doeleinden. Dit kan afhankelijk zijn van specifieke regelgeving.
* **Kosten:** Er kunnen kosten aangerekend worden voor het verkrijgen van kopieën van bestuursdocumenten, maar dit is niet altijd het geval.
* **Vorm van aanvraag:** Aanvragen tot openbaarheid moeten schriftelijk of via een vastgestelde procedure worden ingediend. Telefonische aanvragen zijn in principe niet mogelijk.
* **Uitzonderingen:** Er zijn uitzonderingen op het recht op openbaarheid, zoals documenten die de persoonlijke levenssfeer van personen raken, commerciële of industriële informatie, of documenten waarvan de openbaarmaking de goede werking van het bestuur zou schaden. Bij aanvragen van persoonlijke gegevens is er wel steeds een belang aan te tonen.
#### 4.2.1 Behandeltermijnen
De termijn waarbinnen een bestuur moet reageren op een aanvraag tot openbaarheid verschilt naargelang de toepasselijke regelgeving (Vlaams of federaal).
* **Bestuursdecreet (Vlaamse regelgeving):** Een termijn van 20 dagen vanaf de registratie van de aanvraag.
* **Wet openbaarheid van bestuur (Federale regelgeving):** Een termijn van 30 dagen vanaf de binnenkomst van de aanvraag.
Een stilzwijgende goedkeuring is niet automatisch van toepassing bij het uitblijven van een antwoord.
### 4.3 Beroepsmogelijkheden
De curatieve rechtsbescherming bestaat uit administratieve en jurisdictionele beroepen.
#### 4.3.1 Administratieve beroepen
Bij een administratief beroep wordt een beslissing aangevochten bij een hiërarchisch hoger administratief orgaan of een specifieke beroepsinstantie.
* **Kenmerken:**
* De beslissing wordt aangevochten bij een ander bestuursorgaan.
* De uitspraak van het beroep is zelf ook een administratieve beslissing.
* Het doel is om de oorspronkelijke beslissing te laten heroverwegen door de administratie zelf.
* **Voorbeelden:**
* Een tuchtzak waarbij een burger beroep instelt bij een beroepscommissie voor tuchtzaken tegen een disciplinaire beslissing. De redenen voor de vernietiging kunnen schending van beginselen zijn, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel of onwettige delegatie van bevoegdheid.
#### 4.3.2 Jurisdictionele beroepen
Bij een jurisdictioneel beroep wordt een beslissing aangevochten bij een onafhankelijke rechterlijke instantie.
* **Kenmerken:**
* De beslissing wordt aangevochten bij een rechtbank of een administratief rechtscollege dat deel uitmaakt van de rechterlijke macht.
* De uitspraak van het beroep is geen administratieve beslissing meer, maar een rechterlijke uitspraak.
* De rechter toetst de wettigheid van de bestreden beslissing.
* **Voorbeelden:**
* Een beroep bij de Raad van State tegen een beslissing van een administratief rechtscollege, bijvoorbeeld bij materiële motivering die niet in orde is.
* Een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegen een omgevingsvergunning, bijvoorbeeld wegens schending van het zorgvuldigheidsbeginsel. De uitspraak van dit college kan op zijn beurt aangevochten worden bij de Raad van State (cassatieberoep).
* Een beroep bij een gewone rechtbank (bv. Rechtbank van Eerste Aanleg) tegen een beslissing die niet door een specifiek administratief rechtscollege wordt behandeld, bijvoorbeeld een beslissing over de Belgische nationaliteit.
### 4.4 Procedurele versus inhoudelijke gebreken
Bij de beoordeling van beroepen wordt onderscheid gemaakt tussen procedurele en inhoudelijke gebreken:
* **Procedureel of vormelijk:** Betreft de procedure van besluitvorming en het naleven van vormvereisten. Niet-naleving leidt tot een procedurefout.
* **Inhoudelijk of materieel:** Betreft de inhoud van de beslissing zelf en heeft meestal invloed op het eindresultaat.
### 4.5 Gebonden versus discretionaire bevoegdheid
Het type bevoegdheid dat het bestuur uitoefent, is van belang voor de beoordeling van beslissingen.
* **Gebonden bevoegdheid:** De wet bepaalt de inhoud van de beslissing die het bestuur moet nemen zodra aan de voorwaarden is voldaan. Het bestuur heeft hierin geen vrijheid.
* **Discretionaire bevoegdheid:** Het bestuur heeft een zekere beoordelings- of beleidsvrijheid bij de uitoefening van zijn bevoegdheid.
### 4.6 Motiveringsplichten
De motivering van bestuurshandelingen is cruciaal voor rechtsbescherming.
* **Materiële motiveringsplicht:** Heeft betrekking op de inhoudelijke verantwoording van de beslissing. Alle bestuursbeslissingen moeten gemotiveerd zijn, waarbij de motieven feitelijk en juridisch juist moeten zijn en in een redelijke verhouding moeten staan tot de beslissing. Dit heeft een ruimer toepassingsgebied dan de formele motiveringsplicht.
* **Formele motiveringsplicht:** Vereist dat de materiële motivering daadwerkelijk in de beslissing zelf wordt opgenomen. Dit is vastgelegd in de wet van 29 juli 1991.
### 4.7 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB)
De ABBB zijn ongeschreven rechtsregels die gedragsvoorschriften vormen voor de overheid.
* **Hoorplicht:** Besturen moeten betrokkenen de mogelijkheid geven om hun standpunt uiteen te zetten voordat een ernstige maatregel wordt genomen die hun belangen zwaar aantast. Er zijn echter situaties waarin geen hoorplicht geldt (bv. hoogdringendheid, vaststaande feiten).
* **Recht van verdediging:** Gaat verder dan de hoorplicht en omvat onder andere het recht om gehoord te worden, inzage te krijgen in het dossier, en de feiten en de voorgenomen maatregel te kennen.
* **Onpartijdigheidsbeginsel:** Zorgt ervoor dat het bestuur zonder vooringenomenheid en op objectieve wijze beslist.
* **Gelijkheidsbeginsel:** Gelijke situaties moeten gelijk behandeld worden, tenzij er een objectieve en redelijke verantwoording is voor een ongelijke behandeling. Dit geldt voor alle bestuursbeslissingen.
* **Rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel:** Garandeert dat het recht kenbaar, duidelijk en voorzienbaar is, en dat burgers kunnen vertrouwen op toezeggingen of vaste gedragslijnen van het bestuur.
* **Redelijkheidsbeginsel:** Beperkt de beleidsvrijheid van het bestuur en stelt dat beslissingen niet willekeurig mogen zijn. Dit omvat ook het evenredigheidsbeginsel, zuinigheidsbeginsel en zorgvuldigheidsbeginsel.
* **Zorgvuldigheidsbeginsel:** Wordt beschouwd als de "moeder van alle ABBB". Het houdt in dat het bestuur moet handelen als een normaal voorzichtige en redelijke overheid, zowel procedureel (zorgvuldige vergaring van informatie) als inhoudelijk (zorgvuldige afweging van belangen).
#### 4.7.1 ABBB in het besluitvormingsproces
Deze beginselen spelen een cruciale rol tijdens het gehele besluitvormingsproces van het bestuur.
### 4.8 Administratieve sancties
Dit zijn maatregelen opgelegd door het bestuur ter bestraffing van een inbreuk op een rechtsnorm.
* **Kenmerken:** Krachtens een wet, opgelegd door het bestuur, ter bestraffing. Vaak een geldboete, nooit een vrijheidsstraf. Ze zijn geen preventieve veiligheidsmaatregel.
* **GAS-boetes:** Een bijzonder type administratieve sanctie waarbij een beroepsmogelijkheid bestaat (bv. art. 31 GAS-wet). De uitvoering van de GAS-boete is gedurende een bepaalde periode na het instellen van beroep niet mogelijk.
---
**Tip:** Begrijp het onderscheid tussen preventieve en curatieve rechtsbescherming. Preventieve bescherming is vaak via openbaarheid, curatieve via beroepen.
**Tip:** Wees kritisch bij het analyseren van casussen: welke beslissing wordt betwist, welk beroep wordt ingesteld, is de uitspraak administratief of jurisdictioneel, en wat is de reden voor de uitspraak? Dit zijn standaardexamenvragen.
**Tip:** De materiële motiveringsplicht heeft een ruimer toepassingsgebied dan de formele motiveringsplicht. Dit is een belangrijk onderscheid!
**Tip:** De ABBB zijn essentieel. Ken de verschillende beginselen en hun toepassingsgebied, met name het zorgvuldigheidsbeginsel als "moeder van alle ABBB".
---
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Administratief recht | Het rechtsgebied dat de relatie regelt tussen burgers en de overheid (het bestuur) en de interne organisatie van het bestuur zelf. Het beheerst de uitvoerende macht en haar beslissingen. |
| Bestuurlijke beslissing | Een eenzijdige, gezaghebbende rechtshandeling verricht door een bestuursinstantie, die rechtsgevolgen sorteert voor derden. Deze beslissingen zijn onderworpen aan specifieke regels en kunnen door rechtscolleges worden getoetst. |
| Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur (ABBB) | Een verzameling van ongeschreven rechtsregels, ontwikkeld uit de rechtspraak, die als gedragsvoorschriften dienen voor de overheid om een behoorlijk bestuur te waarborgen. Voorbeelden zijn de hoorplicht, motiveringsplicht en het gelijkheidsbeginsel. |
| Hoorplicht | Een beginsel van behoorlijk bestuur dat inhoudt dat een betrokkene het recht heeft om te worden gehoord alvorens een ernstige maatregel wordt genomen die zijn belangen raakt, vooral indien deze gebaseerd is op persoonlijk gedrag. |
| Motiveringsplicht | De verplichting voor een bestuursinstantie om de redenen die aan de basis liggen van een beslissing duidelijk en deugdelijk uiteen te zetten, zowel formeel als materieel. Dit zorgt voor transparantie en controleerbaarheid. |
| Onpartijdigheidsbeginsel | Een beginsel dat vereist dat een bestuursorgaan zowel persoonlijk (geen bevoordeling of benadeling) als structureel (organisatie en samenstelling) onpartijdig handelt. |
| Rechtszekerheidsbeginsel | Een beginsel dat burger zekerheid geeft over hun rechtspositie door te eisen dat rechtsregels kenbaar, duidelijk en voorzienbaar zijn. Het omvat ook beperkingen op retroactiviteit en de mogelijkheid tot intrekking van beslissingen. |
| Vertrouwensbeginsel | Een beginsel dat inhoudt dat burgers mogen vertrouwen op toezeggingen of een vaste gedragslijn van de overheid. Dit vertrouwen moet gewettigd zijn en voortvloeien uit het gedrag van de overheid. |
| Zorgvuldigheidsbeginsel | Het fundamentele beginsel van behoorlijk bestuur dat de overheid verplicht om te handelen als een normaal voorzichtige en redelijke overheid, door zorgvuldig feitelijke en juridische elementen te vergaren en alle betrokken belangen af te wegen. |
| Gemeenteraad | Het hoogste bestuursorgaan van een gemeente, dat de algemene leiding en het beleid van de gemeente bepaalt. De leden worden rechtstreeks verkozen door de burgers van de gemeente. |
| College van burgemeester en schepenen (CBS) | Het uitvoerend orgaan van een gemeente, belast met de dagelijkse leiding en de uitvoering van de beslissingen van de gemeenteraad. Het bestaat uit de burgemeester en de schepenen. |
| Preventieve rechtsbescherming | Rechtsbescherming die plaatsvindt voordat een beslissing definitief is, gericht op het voorkomen van nadelige gevolgen door bijvoorbeeld het recht op inzage van documenten of de mogelijkheid tot het indienen van bezwaren. |
| Curatieve rechtsbescherming | Rechtsbescherming die plaatsvindt nadat een beslissing is genomen, gericht op het ongedaan maken of wijzigen van die beslissing via administratieve of jurisdictionele beroepen. |
| Administratief beroep | Een rechtsmiddel waarbij een beslissing van een bestuursorgaan wordt voorgelegd aan een hogere of andere bestuursinstantie ter herziening. |
| Jurisdictioneel beroep | Een rechtsmiddel waarbij een beslissing van een bestuursorgaan wordt voorgelegd aan een onafhankelijke rechterlijke instantie voor een definitieve uitspraak. |
| Bestuursdocument | Elk document dat, ongeacht de vorm, bestemd is voor of wordt opgesteld door een bestuursorgaan en dat verband houdt met zijn taakuitvoering. Burgers hebben recht op inzage, kopie en hergebruik van deze documenten onder bepaalde voorwaarden. |
| Gebonden bevoegdheid | Een bevoegdheid waarbij de wet de inhoud of het voorwerp van de beslissing nauwkeurig bepaalt zodra aan de voorwaarden is voldaan, zonder enige beoordelingsvrijheid voor het bestuur. |
| Discretionaire bevoegdheid | Een bevoegdheid waarbij het bestuur een zekere beleids- of beoordelingsvrijheid heeft om te beslissen hoe de bevoegdheid wordt uitgeoefend binnen de wettelijke kaders. |
| Materiële motiveringsplicht | De plicht om de inhoudelijke redenen van een beslissing te verantwoorden, inclusief de feitelijke en juridische juistheid en de redelijke verhouding met de beslissing zelf. |
| Formele motiveringsplicht | De plicht om de materiële motivering op te nemen in de beslissing zelf, conform de Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. |