Cover
Empieza ahora gratis meubeltechnologie theorie.docx
Summary
# Inleiding tot meubelbeslagen en het 32 mm-systeem
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting over "Inleiding tot meubelbeslagen en het 32 mm-systeem", gericht op examenvoorbereiding.
## 1. Inleiding tot meubelbeslagen en het 32 mm-systeem
Dit gedeelte introduceert de verscheidenheid aan meubelbeslagen en legt de basisprincipes en voordelen van het 32 mm-systeem voor efficiënte meubelproductie uit.
### 1.1 Verschillende meubelbeslagen
Meubelbeslag omvat een breed scala aan componenten die essentieel zijn voor de functionaliteit, esthetiek en montage van meubelen. Enkele veelvoorkomende categorieën zijn:
* **Scharnieren:** Voor het openen en sluiten van deuren.
* **Schuifladesystemen:** Voor het functioneren van lades.
* **Verbindingsbeslagen:** Voor het monteren en demonteren van meubelonderdelen.
* **Schuif- en vouwdeurmechanismen:** Voor speciale deurtoepassingen.
* **Ophangsystemen:** Voor het bevestigen van meubelen aan wanden.
* **Scharen:** Een type scharnier met een schaarmechanisme.
* **Dragers:** Voor het ondersteunen van legplanken.
* **Sluitingen:** Voor het sluiten van deuren of laden.
* **Handgrepen en ander sierbeslag:** Voor functionaliteit en decoratie.
Bekende fabrikanten van meubelbeslag zijn onder andere Hettich, Blum, Mepla en Häfele.
### 1.2 Kort overzicht van beslagtypen
#### 1.2.1 Scharniersystemen
Naast de meer gangbare potscharnieren, bestaan er ook:
* **Klassiek draaibeslag:** Traditionele scharnieren voor diverse toepassingen.
* **Pianoscharnier:** Een lang, doorlopend scharnier voor bijvoorbeeld kleppen.
* **Vlakscharnieren:** Scharnieren die plat op het oppervlak liggen.
* **Paumelles en fitsen:** Een tweeledig scharniersysteem waarbij één deel in het deuroppervlak wordt ingefreesd en het andere deel aan het corpus wordt bevestigd.
#### 1.2.2 Schuifladesystemen
Ladesystemen kunnen vervaardigd zijn uit kunststof of metaal. Metalen geleiders zijn vaak verzinkt, gelakt of geëpoxeerd. De systemen variëren van eenvoudige looplijsten tot geavanceerdere rol-, tandem- en kooigeleiders.
#### 1.2.3 Verbindingssystemen
Moderne meubelproductie maakt veel gebruik van demonteerbare verbindingen vanwege:
* **Eenvoud van de montage:** Snellere en makkelijkere assemblage.
* **Montagesnelheid:** Productieverhogend.
* **Mechanische sterkte:** Voldoende draagkracht.
* **Kostprijs:** Vaak kosteneffectiever.
* **Esthetisch uitzicht:** Verborgen of nette verbindingen.
Men onderscheidt voornamelijk schroefverbindingen, excentrische verbindingen en rugwandverbindingen.
#### 1.2.4 Ophangsystemen
Ophangsystemen, met name voor hangkasten, bieden vaak driedimensionale verstelmogelijkheden om de kast perfect uit te lijnen.
### 2. Het 32 mm-systeem
#### 2.1 Begrip
Het 32 mm-systeem is een modulair raster dat is ontstaan uit de seriefabricage van metalen bureelmeubelen. De belangrijkste voordelen zijn:
* **Rationalisering in de productie:** Door gestandaardiseerde modules en bewerkingen.
* **Gelijkheid:** Een eenduidige maatvoering die beslagfabrikanten en meubelmakers bindt.
* **Eenvoudige verwerking en montage:** Minder complexe handelingen.
* **Weinig kans op fouten:** Door de gestructureerde aanpak.
#### 2.2 Toepassingsgebieden
De gaten in het 32 mm-systeem, met een onderlinge afstand van 32 mm, worden gebruikt voor de bevestiging van diverse beslagen en onderdelen, waaronder:
* Verstelbare legplanken
* Potscharnieren
* Valscharnieren
* Grepen
* Excentrisch verbindingsbeslag
* Ladegeleiders
* Verbindingsschroeven
* Rugwandverbinders
* Sokkelverstellers
* Legplankdragers
#### 2.3 Constructieprincipe algemeen
Het systeem is gebaseerd op een raster van gaten met een standaard onderlinge afstand van 32 mm, meestal verticaal geboord met een diameter van 5 mm.
* **Afstand as tot voorzijde:** De afstand van de as van de rijboring tot de voorzijde van het paneel is doorgaans 37 mm.
* **Rasterdeling:** De afstand tussen opeenvolgende verticale boringen moet deelbaar zijn door 32 mm.
* **Gunstige afmeting:** Het is gunstig als de afstand van de achterrand van de zijkant tot de achterste boring ook 37 mm bedraagt.
##### De rastertabel
Een rastertabel kan gebruikt worden om afmetingen te bepalen, waarbij de horizontale as de eenheden en de verticale as de tientallen aangeeft.
##### Hoogteberekening van het 32 mm-meubel
De hoogte van een corpusdeel wordt berekend met de formule:
$$ \text{Hoogte} = X + (2 \times B) $$
Waarbij:
* $X = n \times 32$ mm (een veelvoud van 32 mm, bepaald door het aantal boringen)
* $B = \frac{1}{2} \times \text{dikte van plaatmateriaal}$
**Opgelet:** De afstand $B$ kan afwijken afhankelijk van het gebruikte montagesysteem. Bij een plaatdikte van 16 mm en een midden van de drevel op 7,5 mm van de plaat, is $B = 8,5$ mm.
##### Zaaglengte en -breedte van de stijlen
De zaaglengte en -breedte van de stijlen (zijkanten van het corpus) worden mede bepaald door het 32 mm-systeem.
* **Zaagbreedte (diepte):**
$$ \text{Diepte} = Y + (2 \times 37) $$
Waarbij $Y = n \times 32$ mm, en 37 mm de boorafstand tot de zijkant van de plaat is.
##### Hoogte van de sokkel
De hoogte van de sokkel is een veelvoud van 32 mm:
$$ \text{Sokkelhoogte} = n \times 32 \text{ mm} $$
Er zijn twee soorten sokkels: geïntegreerde sokkel en losse sokkel.
#### 2.3.1 Machinale verwerking
De verwerking van het 32 mm-systeem kan op verschillende niveaus plaatsvinden:
* **Manuele methode:** Met behulp van een boorlat.
* **Semi-industriële methode:** Met een compacte boormachine.
* **Industriële methode:** Met een CNC-machine.
### 3. Scharniersystemen
#### 3.1 Algemeenheden
#### 3.1.1 Positie van de deur t.o.v het corpus
De positie van een deur ten opzichte van het meubelcorpus wordt gedefinieerd aan de hand van de opdek:
* **Inliggende deur (indek):** De deur zit volledig binnen het corpus.
* **Half opliggende deur (half opdek):** De deur overlapt de corpusrand gedeeltelijk.
* **Volledig opliggende deur (opdek):** De deur overlapt de gehele corpusrand.
* **Opverliggende deur:** Een variant waarbij de deur het corpus meer overlapt dan bij standaard opdek.
#### 3.1.2 Draairichting van de deur
De draairichting wordt bepaald vanuit het vooraanzicht:
* **Linksdraaiend:** Het scharnier is links geplaatst.
* **Rechtsdraaiend:** Het scharnier is rechts geplaatst.
Bij twee deurtjes krijgt de rechterdeur voorrang bij het openen.
#### 3.2 Potscharnieren
Potscharnieren zijn de meest gebruikte scharnieren in moderne meubelbouw vanwege hun esthetiek, efficiënte montage en regelbaarheid.
##### 3.2.1 Onderdelen van een potscharnier
* **De pot van het scharnier:**
* Materiaal: Gestampt bandstaal.
* Boringen: Een groot gat (35 of 26 mm diameter) voor de pot zelf, en twee kleinere gaten (8 of 10 mm diameter) voor bevestiging of extra functionaliteit. De positie van deze extra gaten verschilt per fabrikant.
* **De scharnierarm:**
* Materiaal: Staal.
* Varianten: Recht, gebogen, diepgebogen, afhankelijk van de gewenste deuroverdekking.
* **Het zelfsluitmechanisme:**
* Vaak geïntegreerd in de scharnierarm of pot, met een gedraaide veer of bladveer.
* Sluit automatisch bij een opening van ongeveer 10° tot 15°.
* De veerkracht is bij sommige scharnieren instelbaar.
* **De montageplaat:**
* Materiaal: Staal.
* Functie: Maakt het mogelijk de deur in de hoogte te verstellen ten opzichte van het corpus.
* Varianten: Eendelige montageschroeven of tweedelige excentrische schroeven (euroschroeven).
##### 3.2.2 Montagetechnieken
##### 3.2.2.1 Montagehulpmiddelen voor beslag
* **Spaanplaatschroeven:** Vernikkelde schroeven van 3,5 mm diameter.
* **Euroschroef of systeemschroef:** Vernikkelde schroeven van 6 mm diameter, veel gebruikt in het 32 mm-systeem.
* **Persdrevels:** Kunststof elementen (diameter 8 of 10 mm) die in voorgeboorde gaten worden geperst voor een stabiele verbinding.
* **Spreidrevel:** Kunststof of metalen elementen die uitzetten in het boorgat voor een stevige bevestiging.
##### 3.2.2.2 Bevestiging van de montageplaten
* **Schroefbevestiging:** Met spaanplaatschroeven.
* **Euroschroef of spreiddrevelschroef:** Gebruikt in combinatie met rijboringen.
* **Drevelverbinding verwerken:** Voor machinale montage.
##### 3.2.2.3 Bevestiging van de scharnieren aan de deuren
* **Schroefbevestiging:** Met twee spaanplaatschroeven (risico op scheef monteren).
* **Drevelbevestiging:** Machinale montage door inpersen.
* **Snelbevestiging:** Een combinatie van schroef- en drevelbevestiging.
* **Klembevestiging:** Montage zonder gereedschap, wat zorgt voor comfort en ergonomie. Dit systeem heeft voordelen op het gebied van logistiek (stapelbaarheid, minder verpakkingsmateriaal), verwerking (minder beschadigingen) en bij de klant (gemakkelijk monteren en demonteren, recyclebaar).
##### 3.2.2.4 Bevestiging van het scharnier aan het montagesysteem
* **Het inhaaksysteem:** De scharnierarm heeft een sleutelgatgleuf en wordt via een 'rits'-principe gemonteerd, waarbij het bovenste scharnier eerst de deur draagt. Dit is goedkoper dan het kliksysteem.
* **Het kliksysteem:** Gereedschapsloze montage van de scharnierarm op de montageplaat. Vereist een exacte positionering van de kruismontageplaat. Voordelen zijn snelle demontage en montage met behoud van instellingen, ideaal voor onderhoud of verhuizingen.
#### 3.2.3 Verwerking van potscharnieren
##### 3.2.3.1 Overdracht van de scharnierpositie op de deur
De positie van de scharnierpotten wordt bepaald door de locatie van de rijboringen en de positie van de deur ten opzichte van het corpus. De afstand van de bovenkant van de deur tot het centrum van de scharnierpot ($A$) wordt vaak berekend als:
$$ A = B + X - 16 \text{ mm} $$
Waarbij $B$ de helft van de plaatdikte is, $X = n \times 32$ mm, en 16 mm een correctiefactor is. De richtmaat $A$ bedraagt doorgaans ongeveer 80 mm.
##### 3.2.3.2 Planningsmaten
* **Boormaat:** De afstand van het scharniergat tot de zijkant van de deur, meestal 3 tot 6 mm, maar kan oplopen tot 8 à 12 mm. Een grotere boormaat resulteert in een grotere opdek en een kleinere voeg.
* **Deurvoeg:** De afstand tussen de buitenkant van het corpus en de buitenkant van de deur. De minimumvoeg is afhankelijk van de boormaat, deurdikte en scharniertype. Bij een middenaanslag moet de totale voeg tussen de deuren minimaal twee keer zo groot zijn als de minimumvoeg. Afgeronde deurhoeken kunnen de voeg minimaliseren.
* **Topopdek:** De afstand van de binnenkant van het corpus tot het scharniergat.
* **Deurspleet:** De afstand tussen de zijkant van de corpuszijde en de binnenkant van de deur, minimaal 1 à 2 mm.
* **Deuropdek:** De afstand van de binnenkant van het corpus tot de buitenkant van de deur. De deuropdek bepaalt het aanzicht en wordt als uitgangspunt genomen. Deze kan worden aangepast door:
* Zijdelingse verstelling met de regelschroef op de scharnierarm.
* Buiging van de scharnierarm (recht, gebogen, diepgebogen).
* Gebruik van een verhoogde montageplaat (dikker = kleinere opdek).
* Wijzigen van de boormaat (groter = grotere opdek).
##### 3.2.3.3 Scharnierafmetingen
* **Lengte van de scharnierarm (BL):** Afstand van de corpuszijde tot het einde van de scharnierarm.
* **Hoogte van de scharnierarm (BH):** Afstand binnenkant corpuszijde tot bovenkant scharnierarm.
* **Deurinssprong (TE):** Maximale afstand van de binnenzijde corpus tot de binnenzijde deuroppervlak in geopende stand. Deze vergroot naarmate de opdek kleiner wordt.
* **Boorbeeld en topmaten:** De afmetingen die het gemonteerde deksel van de pot inneemt (FH = dekselhoogte, FB = dekselbreedte). Dit is belangrijk bij lage deurtjes om te voorkomen dat het deksel in de corpusdikte valt. PB = nodige ruimte.
##### 3.2.3.4 Afstellen van potscharnieren
Potscharnieren bieden vier afstelmogelijkheden:
* **Opdekafstelling:** Bepaalt de zijdelingse positie van de deur.
* **Diepteafstelling:** Bepaalt de inbouw diepte van de deur.
* **Hoogteafstelling:** Bepaalt de verticale positie van de deur (via de montageplaat).
* **Veerdrukafstelling:** Bepaalt de kracht van de sluitveer. Schroef naar links = zwakkere veer (voorkomt luid toeslaan bij kleine deuren). Schroef naar rechts = sterkere veer (betere sluiting bij grote deuren).
##### 3.2.3.5 Aantal scharnieren per deur
Het aantal scharnieren wordt bepaald door de breedte, hoogte, het gewicht en het materiaal van de deur. De onderlinge scharnierafstand $X$ is vaak een veelvoud van 32 mm.
#### 3.2.4 Keuze van het scharniertype
De keuze van het scharniertype hangt af van diverse factoren:
##### 3.2.4.1 Keuze bepaald door de aanslagsituatie
* **Opliggende deur (opdek):** Rechte arm (bocht 0 mm).
* **Halfopliggende deur (half opdek):** Gebogen arm (bocht 9,5 mm).
* **Inliggende deur (indek):** Diepgebogen arm (bocht 16 à 18 mm).
* **Overliggende deur:** Diepgebogen arm.
##### 3.2.4.2 Keuze bepaald door de openingshoek
De openingshoek is de hoek die de deur beschrijft tussen gesloten en open stand. Gangbare openingshoeken zijn 100°, 110°, 125° en 165°.
* **Openingshoek 110°:** Standaardhoek, verbetert de bereikbaarheid. De arm heeft twee draaipunten en een deurinsprong ($T$).
* **Openingshoek 125°:** Verbeterde bereikbaarheid. De arm heeft drie draaipunten en een deurinsprong ($T$). Gebruikt bij opdek en half opdek.
* **Openingshoek 165°:** Meestal minstens vier draaipunten, complexe draaizin. Kenmerken: negatieve deurinsprong ($-T$) voor gebruik met binnenladen, mogelijkheid tot haarvoegaanslag (deurvoeg = 0 mm bij deurdikte tot 19 mm), gebruik bij opdek, halfopdek en indekdeuren. Extra bevestigingsschroeven op de kruismontageplaat.
**Factoren die de theoretische openingshoek beïnvloeden:**
* Boormaat
* Deurdikte en -vorm (afgerond of niet)
* Voorziene voeg
##### 3.2.4.3 Keuze bepaald door de hoekaanslag
Hoekkasten vereisen speciale scharnieren of aanpassingen.
* **Hoekdefiniëring:** Naast de standaard 90° aanslag kunnen hoekkasten ook 20°, 35°, 45° aanslagen hebben (positief of negatief).
* **Hoekaanslagsituaties:**
* Inliggende hoekkastsituatie: Deur en corpus lopen gelijk.
* Half opslaande hoeksituatie: Binnenkant deur en binnenkant corpus lopen gelijk.
* Opslaande hoeksituatie: Buitenkant deur en buitenkant corpus lopen gelijk.
* Maximaal opslaande hoeksituatie: Deur en corpus lopen niet gelijk.
* Hoeksituatie in het verstek: Binnen- en buitenkant deur en corpus lopen gelijk.
* **Hoekaanslag creëren:** Met aangepaste hoekscharnieren (met een specifieke 'krop') of met spievormige montageplaten (5°, 10°, 15°).
##### 3.2.4.4 Keuze bepaald door de kaderconstructie
Bij kaderconstructies komt de deur in hetzelfde vlak te liggen als de corpuszijkant. Bij gebruik van kaderscharnieren met kliksysteem moet voldoende ruimte voor demontage voorzien worden.
##### 3.2.4.5 Keuze bepaald door de dikte van de deur
* **Standaard potscharnieren:** Geschikt voor deurdiktes van 15-16 mm tot 25-28 mm.
* **Dikkedeurscharnieren:** Voor deurdiktes daarboven.
* **Minimumvoeg:** Tabelwaarden hebben betrekking op hoekige deurkanten; afgeronde kanten verbeteren de voegwaarden. Een haarvoegaanslag vereist dat de deurcontour binnen het sjabloon valt.
##### 3.2.4.6 Keuze bepaald door framedeuren
Voor deuren met een kader (stijl en regelwerk) kunnen minischarnieren (diameter 26 mm) gebruikt worden om de breedte van de stijl minimaal te houden. Deze zijn ook geschikt voor kleinere deuren en voor glasdeuren. Hoekaanslagen zijn mogelijk.
##### 3.2.4.7 Keuze bepaald door het materiaal
* **Glasdeurscharnieren:** Minischarnieren met een boordiameter van 26 mm. Schroefmontage van de pot valt binnen de potdiameter en wordt afgedekt.
* **Scharnieren voor aluminium frame:** De scharnierpot heeft een aangepaste vorm voor montage in aluminium profielen.
### 4. Ladesystemen
#### 4.1 Algemeenheden
#### 4.1.1 Positie van het ladefront t.o.v het corpus
* **Inliggend ladefront (indek):** De randen van het ladefront zijn volledig binnen het corpus. De geleider moet achteruit geplaatst worden met minstens de dikte van het ladefront.
* **Half opliggend ladefront:** De randen van de korpuselementen worden minder dan de helft van de dikte bedekt door het ladefront en dienen als aanslag.
* **Opliggend ladefront:** Er is een speling van 2 à 3 mm voorzien.
* **Overliggend ladefront:** De corpuszijden zijn volledig verdoken en de fronten overheersen.
#### 4.1.2 Soorten laden
* **Lade met houten wanden:**
* Standaardladen: Gebruik van hardere, slijtvaste houtsoorten (bv. beuk, eik, es).
* Hogere laden: Multiplex of spaanplaat.
* Bodem: Vezelplaat (meestal 3 mm dik).
* Grotere laden: Bodem 6 à 8 mm dik, pottenladen tot 16 mm.
* **4-zijdige houten lade:** Voorzijde, linkerzijde, rechterzijde, achterzijde. Het frontstuk is bijregelbaar.
* **3-zijdige houten lade (frontlade):** Linkerzijde, rechterzijde en achterzijde. Het frontstuk is niet bijregelbaar.
* **Lade met metalen zijden:** Houten zijden worden vervangen door metalen zijkanten met geïntegreerde geleider. Spaanplaat van 16-18 mm wordt gebruikt. Het frontstuk wordt met adapters bevestigd, die hoogte- en breedteverstelling mogelijk maken.
* **Metalen laden:** Geprefabriceerde, gepoederlakte laden, vaak gebruikt voor bureauladen.
#### 4.1.3 Soorten ladegeleiders
* **Looplijsten:**
* Materiaal: Kunststof.
* Werking: Looprolletje aan de binnenzijde van het corpus, doorlopende groef in de ladezijkant.
* Toepassing: Goedkopere meubelen.
* **Rolgeleiders:**
* Materiaal: Metaal.
* Werking: Gelagerde looprollen (kunststof), epoxyharsbehandeling tegen corrosie. Gedeeltelijk of volledig uittrekbaar.
* Toepassing: Schuifladen, frontladen, legplanken.
* **Dubbelzijdige kooigeleider:**
* Materiaal: Metaal.
* Werking: Geleidersonderdelen bewegen in een geluidsabsorberende kogelkooi met staalkogels. Geleiding boven- en onderaan. Niet scheidbare eenheid van geleider en kooi.
* **Zijdige kooigeleider:**
* Materiaal: Metaal.
* Werking: Geleiding gebeurt 4-zijdig in een geluidsabsorberende kogelgeleider met staalkogels. Niet schendbare eenheid van geleider en kooi. Lade is in de hoogte bij te regelen met snapelementen.
* Toepassing: Keuken-, kantoor-, designmeubelen, houten laden.
#### 4.1.4 Montage van de geleiders
Bij enkel uittrekbare laden onderscheidt men het corpusprofiel en het ladeprofiel. Bij volledig uittrekbare laden komt daar het bliksemprofiel (middenprofiel) bij. Het ladeprofiel wordt op diverse manieren aan de lade gemonteerd: groefmontage, zijdelingse montage, opliggende montage, verdoken montage.
##### 4.1.4.1 Montage van het corpusprofiel
Heeft voorgeboorde gaten voor euroschroeven. De plaatsing van de bevestigingsgaten bepaalt de maximale hoogte van de lade. Het aantal schroeven is afhankelijk van de lengte en belasting; bij meer dan 15 kg belasting is een extra schroef boven de looprol voorzien.
##### 4.1.4.2 Montage van het ladeprofiel
* **Groefmontage:** Het ladeprofiel zit in een doorlopende groef aan de ladezijkant. Geleiders zijn zichtbaar bij het openen. Positie is in hoogte verstelbaar.
* **Zijdelingse montage:** Ladeprofiel wordt aan de zijkant van de lade vastgeschroefd. Geleiders zichtbaar, positie in hoogte verstelbaar.
* **Opliggende montage:** Ladeprofiel wordt onderaan de lade bevestigd. De lade rust op het profiel. Geleiders zichtbaar, positie afhankelijk van rijboring en type geleider.
* **Verdoken montage:** Geleiders zijn volledig ingewerkt in de zijkant van de laden (kunststof/metaal) of de ladebodem wordt hoger gemonteerd (houten laden) om ruimte te creëren.
#### 4.1.5 Belasting van de lade
De maximale belasting wordt bepaald door diverse testen:
* **Slijtagetest:** 100.000 openings- en sluitbewegingen.
* **Statische belastingstest:** 10 x 10 seconden open met extra hoekbelasting van 150 N.
* **Zijdelingse belastingstest:** 10 x 10 seconden open met extra zijdelingse belasting op het front van 150 N.
* **Uittrek- en sluittest:** 10 x met 1,3 m/s bij een totaalmassa van 150 N.
#### 4.1.6 Uittrekverlies van de lade
* **Enkel uitrekbare lade:** Een deel van de lade blijft in het corpus achter, wat de bereikbaarheid beperkt. Het verlies is evenredig aan de lengte van de geleider.
* **Volledig uitrekbare lade:** De achterzijde van de lade komt gelijk met de voorkant van het corpus; de inhoud is bijna volledig zichtbaar.
* **Meer dan volledig uitrekbare lade:** De achterzijde van de lade komt voorbij de voorkant van het corpus; de inhoud is volledig zichtbaar en de bereikbaarheid is optimaal.
#### 4.1.7 Uittrekstop
Voorkomt dat de lade volledig uit het corpus wordt getrokken. Een dubbele uitrekstop biedt de mogelijkheid de lade te blokkeren voor reiniging of bij speciale toepassingen (bv. uittrekbaar klavierbord).
#### 4.1.8 Zelfsluitend effect
De lade sluit automatisch door een mechanisme met veer en een mechanische vergrendeling om ongewild openen te voorkomen. Dit zorgt voor een zacht en geruisloos sluiten.
#### 4.1.9 Dwangloop
Een dwangmatige geleiding in de breedte zorgt voor uitlijning van laden onder elkaar. Het geleiderssysteem kan ook een tolerantieopvang bieden (+1,5 / -1 mm) aan één kant, terwijl de andere kant een dwangloop heeft.
#### 4.2 Verwerking van geleidersystemen
##### 4.2.1 Nodige inbouwgetijdte voor de geleider
* **Inbouwgetijdte (IB):** Breedteafstand tussen corpusbinnenkant en ladebuitenzijde. Afhankelijk van soort, type en merk geleider.
* **Minimale afstand onderaan (MO):** Hoogteafstand tussen het element onder de lade en het centrum van het aanschroefpunt van het corpusprofiel.
* **Minimale afstand bovenaan (MB):** Hoogteafstand tussen het element boven de lade en het centrum van het aanschroefpunt van het corpusprofiel.
* **Inhang-/uithangruimte (I/U):** Minimale hoogteafstand tussen de bovenkant van de lade en het element erboven. Vooral afhankelijk van de mate van uittrekbaarheid. Binnen het 32 mm-systeem wordt het aanschroefpunt bepaald door de rijboring.
##### 4.2.2 De corpusmaten
* **Corpusbinnenbreedte (CBB):** De binnenmaat tussen twee verticale zijden van het corpus.
* **Corpusbinnendiepte (CBD):** De binnenmaat tussen de voorkant van de corpuszijde en de voorkant van de rug (minimum kastdiepte).
##### 4.2.3 De ladematen
* **Breedte van de lade:** $ \text{CBB} - (2 \times \text{IB}) $.
* **Lengte van de lade:** Afhankelijk van CBD en geleiderlengte.
* **Hoogte van de lade:** Zie 4.2.4.2.2.
#### 4.2.4 Verwerking binnen het 32mm-systeem
##### 4.2.4.1 Horizontale maatvoeringen
Corpusprofielen worden met systeemschroeven (euroschroeven) in voorgeboorde gaten bevestigd. Het eerste bevestigingsgat bevindt zich op 37 mm vanaf de rand.
##### 4.2.4.2 Verticale maatuitvoeringen
* **Hoogte van het frontstuk:**
$$ \text{Hoogte front} = X - \text{vooropgestelde speling (VS)} $$
Waarbij $X = n \times 32$ mm, en VS de voorziene speling tussen twee ladefronten is.
* **Maximale hoogte van de lade:** Afhankelijk van beschikbare tussenruimte ($n \times 32 - (2 \times B)$), ladegeleidertype, minimale afstanden onderaan/bovenaan, inhang-/uithangruimte en de fronthoogte.
#### 4.3 Het plaatsen en verstellen van ladefronten
##### 4.3.1 Algemeen
Fronten worden afgeregeld en vastgezet nadat de lade in het corpus is geplaatst. Frontverstellers (in te persen of aan te schroeven) maken dit mogelijk.
##### 4.3.2 Frontbevestiging door schroeven
Een methode is het inslaan van spijkertjes aan de voorkant van de lade, de kopjes afknijpen zodat ze uitsteken, het front aandrukken om de positie te markeren, de spijkertjes verwijderen, voorboren en het front vastschroeven.
##### 4.3.3 Frontbevestiging met frontverstellers
* **Frontverstellers voor houten laden:** Maakt tweedimensionale instelling mogelijk. Het beslag wordt ingeboord en ingeslagen. Na afstelling moet het front met extra schroeven worden vastgezet.
* **Frontverstellers voor metalen laden:** Maakt tweedimensionale verstelling mogelijk, met schroef- of persuitvoering.
### 5. Verbindingsbeslag
#### 5.1 Schroefverbindingen
* **Directe schroefverbinding met spaanplaatschroef:** Geschikt voor algemene bevestiging van beslag. Vernikkelde kleuren passen goed bij beslag. Mogelijk in rijboring met spreidplug.
* **Directe schroefverbinding met confirmaatschroef:** Aanbevolen voor het rechtstreeks verbinden van meubelplaatelementen. Biedt een stevige verbinding, maar de schroef blijft zichtbaar en is niet-zelftappend.
* **Koppelschroefverbinding:** Gebruikt om losstaande kastelementen te verbinden na plaatsing. Verbindingshuizen worden in voorgeboorde gaten geplaatst en met de koppelschroef aangetrokken. Vaak toegepast in keukens.
#### 5.2 Verbindingsblokken
* **Enkele verbindingsblokken:** Trapeziumvormig, met 1 drevel en 1 schroef, voor persmontage.
* **Dubbele verbindingsblokken:** Trapeziumvormig, voor schroeven of drevelen, met vooraf gemonteerde schroef.
#### 5.3 Excentrische verbindingen
* **Algemeen:** Deze verbindingen maken een snelle en stevige, maar ook demontabele verbinding mogelijk. Ze bestaan uit een pot en een drevel.
* **Onderdelen:**
* **De pot:** Eendelig of tweedelig, uitgevoerd in gegoten zink of kunststof.
* **De drevel:** Materiaal staal. Varianten omvatten doorgaande, verdoken of schuingeplaatste opstellingen, afhankelijk van de constructie. Er zijn specifieke drevels voor directe schroefverbindingen, doorgaande boringen, dubbele boringen voor zijwanden, en scharnierdrevels voor T- en hoekverbindingen.
---
# Scharniersystemen
Dit gedeelte behandelt de verschillende soorten scharniersystemen, met een specifieke focus op potscharnieren, hun onderdelen, montagetechnieken, verwerking en de keuze van het juiste scharniertype op basis van diverse factoren.
### 3.1 Algemeenheden
#### 3.1.1 Positie van de deur t.o.v. het corpus
De positionering van een deur ten opzichte van het meubelcorpus is cruciaal voor de keuze van het scharnier en de esthetiek. Er worden vier hoofdsituaties onderscheiden:
* **Inliggende deur (indek):** De deur valt volledig binnen de opening van het corpus.
* **Half opliggende deur (half opdek):** De deur overlapt de corpusrand gedeeltelijk.
* **Volledig opliggende deur (opdek):** De deur bedekt de gehele corpusrand.
* **Opverliggende deur:** De deur valt over de gehele voorkant van het corpus.
#### 3.1.2 Draairichting van de deur
De draairichting van een deur wordt bepaald door de positie van het scharnier in het vooraanzicht:
* **Links- of rechtsdraaiend:** Afhankelijk van de plaatsing van het scharnier aan de linker- of rechterzijde van de deur.
* Bij twee deuren naast elkaar, heeft de rechterdeur meestal voorrang bij het openen.
### 3.2 Potscharnieren
Potscharnieren, ook wel onzichtbaar geplaatste scharnieren genoemd, worden veelvuldig toegepast vanwege hun esthetische voordelen, rationele montage, regelbaarheid en kosteneffectiviteit.
#### 3.2.1 Onderdelen
Een potscharnier bestaat uit de volgende hoofdcomponenten:
* **De pot van het scharnier:** Dit is het deel dat in de deur wordt gefreesd.
* **Materiaal:** Meestal gestampt bandstaal.
* **Boringen:** Een groot gat met een diameter van 35 mm of 26 mm, en twee extra kleine gaten (8 mm of 10 mm) voor de bevestiging. De exacte plaatsing van deze kleine gaten kan per fabrikant verschillen.
* **De scharnierarm:** Deze verbindt de pot met de montageplaat.
* **Materiaal:** Staal.
* **Varianten:** Recht, gebogen of diepgebogen, afhankelijk van de benodigde opdek en aanslagsituatie.
* **Het zelfsluitmechanisme:** Zorgt voor het automatisch sluiten van de deur.
* **Uitvoering:** Kan onzichtbaar zijn, voorzien van een gedraaide veer of een bladveer.
* **Werking:** Sluit de deur automatisch vanaf ongeveer 10° tot 15° voordat deze volledig gesloten is. Bij sommige scharnieren kan de veerkracht worden ingesteld.
* **De montageplaat:** Bevestigt de scharnierarm aan het corpus.
* **Materiaal:** Staal.
* **Functie:** Maakt het mogelijk de deur in de hoogte te verstellen.
* **Verstelmechanismen:** Eendelige montageschroeven of tweedelige excentrische schroeven (euroschroef).
#### 3.2.2 Montagetechnieken
De montage van potscharnieren vereist specifieke hulpmiddelen en technieken.
##### 3.2.2.1 Montagehulpmiddelen voor beslag
* **Spaanplaatschroeven:** Vernikkelde schroeven van 3,5 mm diameter worden gebruikt voor de bevestiging van montageplaten en scharnieren.
* **Euroschroef of systeemschroef:** Een vernikkelde schroef van 6 mm diameter, specifiek ontworpen voor het 32 mm-systeem.
* **Persdrevels:** Kunststof of metalen drevels met een diameter van 8 mm of 10 mm, gebruikt voor machineverwerking.
* **Spreidrevel:** Kunststof of metalen exemplaren, gebruikt voor bevestiging in rijboringen.
##### 3.2.2.2 Bevestiging van de montageplaten
* **Schroefbevestiging:** Montageplaten worden vastgezet met spaanplaatschroeven.
* **Euroschroef of spreiddrevelschroef:** Gebruikt in combinatie met rijboringen binnen het 32 mm-systeem.
* **Drevelverbinding verwerken:** Geschikt voor machinale verwerking, waarbij drevels worden ingeperst.
##### 3.2.2.3 Bevestiging van de scharnieren aan de deuren
* **Schroefbevestiging:** Met twee spaanplaatschroeven. Er bestaat een risico op scheef monteren.
* **Drevelbevestiging:** Geschikt voor machinale montage door inpersen.
* **Snelbevestiging:** Een combinatie van schroef- en drevelbevestiging voor snelle montage.
* **Klembevestiging:** Montage van het scharnier zonder gereedschap. Dit biedt ergonomische voordelen en is praktisch voor logistiek, opslag, transport en onderhoud. Demontage vereist slechts een schroevendraaier.
##### 3.2.2.4 Bevestiging van het scharnier aan het montagesysteem
* **Het inhaaksysteem:** De scharnierarm heeft een sleutelgatgleuf. Montage gebeurt sequentiëel, beginnend met het bovenste scharnier om de deur te dragen. Dit is doorgaans goedkoper dan het kliksysteem.
* **Het kliksysteem:** Maakt gereedschaploze montage van de scharnierarm op de montageplaat mogelijk. Een nauwkeurige positionering van de kruismontageplaat is hierbij essentieel. Dit systeem maakt eenvoudig demonteren en terugplaatsen mogelijk zonder de instellingen te verliezen, wat ideaal is voor onderhoud of verhuizing.
#### 3.2.3 Verwerking van potscharnieren
De correcte verwerking van potscharnieren is essentieel voor een functionele en esthetische montage.
##### 3.2.3.1 Overdracht van de scharnierpositie op de deur
De positie van de scharnierpotten wordt bepaald door de locatie van de rijboringen in het corpus en de plaatsing van de deur ten opzichte van het corpus.
* **Potpositie (A):** De afstand van de bovenkant van de deur tot het centrum van de scharnierpot.
* Formule: $A = B + X - 16 \text{ mm}$
* $B$: halve plaatdikte van het corpus.
* $X$: afstand van de eerste rijboring tot de bovenrand van het corpus (vaak een veelvoud van 32 mm).
* Deur overstand (F): Kan gelijk, positief of negatief zijn.
* De richtmaat $A$ bedraagt bij normale toepassingen circa 80 mm.
##### 3.2.3.2 Planingsmaten
Dit zijn belangrijke afmetingen die meegenomen moeten worden bij de planning van de deur en het corpus.
* **Boormaat:** De afstand van het scharniergat tot de zijkant van de deur. Dit varieert doorgaans van 3 tot 6 mm, maar kan oplopen tot 8 à 12 mm. Een grotere boormaat resulteert in een grotere opdek en een kleinere voeg.
* **Deurvoeg:** De afstand tussen de buitenkant van het corpus en de buitenkant van de deur. Deze is afhankelijk van de boormaat, deurdikte en het scharniertype. Bij middenaanslag moet de totale voeg tussen de deuren minstens twee keer de minimumvoeg bedragen. Het afronden van de deuren kan de voeg minimaliseren.
* **Topopdek:** De afstand van de binnenkant van het corpus tot het scharniergat in de deur.
* **Deurspleet:** De afstand tussen de zijkant van de corpuszijde en de binnenkant van de deur (minimum 1 à 2 mm).
* **Deuropdek:** De afstand van de binnenkant van het corpus tot de buitenkant van de deur ($=\text{topopdek} + \text{deurmaat}$). Dit bepaalt het aanzicht van het meubel. De deuropdek kan worden aangepast door:
* Zijdelingse verstelling met de regel-schroef op de scharnierarm.
* De keuze van de scharnierarm (recht, gebogen, diepgebogen).
* Het gebruik van een dikkere montageplaat.
* Het wijzigen van de boormaat.
##### 3.2.3.3 Scharnierafmetingen
De specifieke afmetingen van de scharnierarm bepalen de inbouwdiepte en de bewegingsvrijheid.
* **Lengte van de scharnierarm (BL):** Afstand van de corpuszijde tot het einde van de scharnierarm.
* **Hoogte van de scharnierarm (BH):** Afstand van de binnenkant corpuszijde tot de bovenkant scharnierarm (varieert per type).
* **Deurinspring (TE):** Maximale afstand van de binnenzijde corpus tot de binnenzijde van het deuroppervlak in geopende stand. Deze afstand vergroot naarmate de opdek kleiner wordt.
##### 3.2.3.4 Boorbeeld en topmaten
* **Boorbeeld:** De tekening van de te boren gaten in de deur.
* **Topmaten:** De afmetingen die het gemonteerde deksel van de pot inneemt. Dit is relevant bij lage deurtjes om te voorkomen dat het deksel in de dikte van het corpus valt.
* $FH$: dekselhoogte.
* $FB$: dekselbreedte.
* $PB$: nodige ruimte.
##### 3.2.3.5 Afstellen van potscharnieren
Potscharnieren bieden diverse afstelmogelijkheden:
* **Opdekafstelling:** Zijdelingse verstelling van de deur om de horizontale positie te corrigeren.
* **Diepteafstelling:** Verstelling van de dieptepositie van de deur.
* **Hoogteafstelling:** Verstelling van de verticale positie van de deur via de montageplaat.
* **Veerdrukafstelling:** De sterkte van de sluitveer kan worden aangepast. Schroef naar links draaien verzwakt de veer (voorkomt luid toeslaan bij kleine deuren), schroef naar rechts draaien versterkt de veer (zorgt voor beter sluiten bij grote deuren).
##### 3.2.3.6 Aantal scharnieren per deur
Het aantal benodigde scharnieren wordt bepaald door de breedte, hoogte, het gewicht en het materiaal van de deur.
* Formule voor onderlinge scharnierafstand: $X = n \times 32 \text{ mm}$
#### 3.2.4 Keuze van het scharniertype
De keuze van het juiste scharniertype wordt bepaald door diverse factoren:
##### 3.2.4.1 Keuze bepaald door de aanslagsituatie
De vorm van de scharnierarm is direct gekoppeld aan de aanslagsituatie van de deur:
* **Opliggende deur (opdek):** Rechte arm (bocht 0 mm).
* **Halfoplige deur (half opdek):** Gebogen arm (bocht 9,5 mm).
* **Inliggende deur (indek):** Diepgebogen arm (bocht 16 à 18 mm).
* **Overliggende deur:** Diepgebogen arm.
##### 3.2.4.2 Keuze bepaald door de openingshoek
De theoretische openingshoek geeft aan hoe ver de deur kan openen. Gangbare hoeken zijn 100°, 110°, 125° en 165°. Deze hoek wordt beïnvloed door de scharnierconstructie, boormaat, deurdikte en vorm, voeg en deurspleet.
* **110° openingshoek:** Standaardhoek, verbetert de bereikbaarheid van de kast. De arm heeft twee draaipunten en er is een deurinsprong ($T$). Gebruikt bij opdek, halfdek en indek.
* **125° openingshoek:** Verbetert de bereikbaarheid van het meubel aanzienlijk. De arm heeft drie draaipunten en een deurinsprong ($T$). Gebruikt bij opdek en half opdek.
* **165° openingshoek:** Beschikt over minstens vier draaipunten en een complexe draaizin. Kenmerkend is een negatieve deurinsprong ($-T$), waardoor deze scharnieren bijzonder geschikt zijn voor combinaties met binnenladen. Bij een deurdikte tot 19 mm kan de voeg nul zijn (haarvoegaanslag). Opdek-, halfopdek- en indekdeuren zijn mogelijk. Extra bevestigingsschroeven in de kruismontageplaat zijn vereist.
##### 3.2.4.3 Keuze bepaald door de hoekaanslag
Specifiek voor hoekkasten, waar de deur een hoek maakt met de corpuszijkant.
* **Hoekdefiniëring:** Standaard is 90°. Hoekkasten kunnen supplementaire hoeken hebben van bijvoorbeeld 20°, 35°, 45° (positief of negatief). De opgegeven openingshoek kan verkleinen door een kleine voeg, dikke deuren, grote inboormaat of zijdelingse verstelling naar een kleinere deuropdek.
* **Hoekaanslagsituaties:**
1. **Inliggende hoekkastsituatie:** Buitenkant deur en binnenkant corpus in één lijn.
2. **Half opliggende hoeksituatie:** Binnenkant deur en binnenkant corpus in één lijn.
3. **Opliggende hoeksituatie:** Buitenkant deur en buitenkant corpus in één lijn.
4. **Maximaal opliggende hoeksituatie:** Buitenkant deur en buitendeur van het corpus niet in één lijn.
5. **Hoeksituatie in verstek:** Binnen- en buitenkant van deur en corpus in één lijn.
* **Hoekaanslag creëren:**
* Met aangepaste hoekscharnieren: De "krop" (hoek) van het scharnier is vermeld op de arm of in de pot.
* Met spievormige montageplaten (5°, 10°, 15°).
##### 3.2.4.4 Keuze bepaald door de kaderconstructie
Bij meubelen met een kaderconstructie, waar de deur in hetzelfde vlak van de corpuszijkant komt te liggen. Kaderscharnieren met een kliksysteem vereisen voldoende ruimte voor demontage.
##### 3.2.4.5 Keuze bepaald door de dikte van de deur
* **Standaard potscharnieren:** Geschikt voor deurdiktes van 15-16 mm tot 25-28 mm.
* **Dikkedeurscharnieren:** Aangepaste scharnieren voor dikkere deuren, toepasbaar bij alle aanslagsituaties.
* **Minimumvoeg:** Afhankelijk van hoekige of afgeronde deurkanten. Voor een haarvoegaanslag moet de deurcontour binnen een specifieke sjabloon vallen.
##### 3.2.4.6 Keuze bepaald door framedeuren
Deuren vervaardigd uit stijl- en regelwerk of met opgevulde panelen.
* **Minischarnieren:** Diameter van 26 mm, geschikt voor minimale stijlbreedtes en kleinere deuren. Toepasbaar bij opdek, halfopdek, indek en hoekaanslagen.
##### 3.2.4.7 Keuze bepaald door het materiaal
Er zijn speciale potscharnieren beschikbaar voor specifieke materialen.
* **Glasdeurscharnieren:** Minischarnieren met een gatdiameter van 26 mm. De schroefmontage van de pot zit binnen de potdiameter en wordt afgedekt.
* **Scharnieren voor aluminium frame:** De scharniertop heeft een aangepaste vorm voor montage in aluminium profielen. De alu-kaders zijn op maat te maken en hebben voorgefreesde uitsparingen voor de scharnieren.
---
# Ladesystemen en geleiders
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de essentiële aspecten van ladesystemen en geleiders, inclusief hun verschillende types, montage, integratie in het 32 mm-systeem, en de plaatsing en verstelling van ladefronten.
## 4 Ladesystemen
### 4.1 Algemeenheden
#### 4.1.1 Positie van het ladefront t.o.v. het corpus
De positie van het ladefront ten opzichte van het meubelcorpus bepaalt het visuele aspect en de functionaliteit.
* **Inliggend ladefront (indek):** De randen van het ladefront zijn volledig aan de binnenzijde van het corpus geplaatst. De geleider moet ten minste de dikte van het ladefront naar achteren worden geplaatst om dit te realiseren.
* **Half opliggend ladefront:** De randen van de korpuselementen worden voor minder dan de helft bedekt door het ladefront en dienen tevens als aanslag. Dit wordt toegepast bij meubelconstructies met meerdere ladefronten en enkelvoudige tussenwanden.
* **Opliggend ladefront:** Hierbij is er een opening van ongeveer 2 tot 3 millimeter tussen het ladefront en de korpusrand.
* **Overliggend ladefront:** De corpuszijden zijn volledig aan het zicht onttrokken en de ladefronten overheersen.
#### 4.1.2 Soorten laden
Er zijn verschillende constructies voor laden, afhankelijk van de materialen en de gewenste functionaliteit.
* **Lade met houten wanden:**
* **Standaardladen:** Gebruiken slijtvaste houtsoorten zoals beuk of eik. Voor hogere laden wordt multiplex of spaanplaat gebruikt. De bodem bestaat doorgaans uit vezelplaat. Grotere laden hebben een bodem van 6 tot 8 millimeter dik, terwijl pottenladen tot 16 millimeter dik kunnen zijn.
* **4-zijdige houten lade:** Omvat een voorzijde, linkerzijde, rechterzijde en achterzijde. Het frontstuk kan ten opzichte van de lade worden bijgeregeld. De ladebodem wordt in een groef of een slag geplaatst.
* **3-zijdige houten lade (frontlade):** Bevat een linkerzijde, rechterzijde en achterzijde. Het frontstuk kan hierbij niet meer worden bijgeregeld.
* **Lade met metalen zijden:** De houten linker- en rechterzijden worden vervangen door metalen zijkanten met een geïntegreerde geleider. De spaanplaat is 16 tot 18 millimeter dik. Het frontstuk wordt met adapters aan de zijkant bevestigd, wat bijregeling in hoogte en breedte mogelijk maakt.
* **Metalen laden:** Dit zijn geprefabriceerde, gepoederlakte laden, vaak toegepast in bureauladen.
#### 4.1.3 Soorten ladegeleiders
Ladegeleiders faciliteren het soepel openen en sluiten van laden en variëren in type, materiaal en functionaliteit.
* **Looplijsten:**
* Materiaal: Kunststof.
* Technische gegevens: Voorzien van een looprolletje dat aan de binnenzijde van het corpus wordt gemonteerd. In de ladezijkant bevindt zich een doorlopende groef.
* Toepassing: Worden veelal gebruikt in goedkopere meubelen.
* **Rolgeleiders:**
* Materiaal: Metaal.
* Technische gegevens: Uitgerust met gelagerde looprollen van speciaal geluidsabsorberend kunststof. De geleiders zijn behandeld met epoxyhars ter voorkoming van corrosie.
* Functionaliteit: Gedeeltelijk of volledig uittrekbaar.
* Toepassing: Geschikt voor schuifladen, frontladen en legplanken.
* **Dubbelzijdige kooigeleider:**
* Materiaal: Metaal.
* Technische gegevens: De geleidersonderdelen bewegen over een geluidsabsorberende kogelkooi in kunststof met geharde staalkogels. De geleiding vindt zowel boven- als onderaan plaats. De geleider en de kogelkooi vormen een ondeelbare eenheid. De lade wordt met één schroef aan de geleider bevestigd.
* **Zijdige kooigeleider:**
* Materiaal: Metaal.
* Technische gegevens: De geleidersonderdelen bewegen over een geluidsabsorberende staal kogelgeleider met geharde staalkogels. De geleiding is vierzijdig. De geleider en de kogelkooi vormen een ondeelbare eenheid. De lade is in de hoogte bij te regelen door middel van snap-elementen.
* Toepassing: Wordt veelvuldig gebruikt in keukeninrichting, kantoorinrichting, designmeubelen en houten laden.
#### 4.1.4 Montage van de geleiders
De montage van ladegeleiders vereist specifieke onderdelen en methoden.
* **Onderdelen:**
* Bij enkel uittrekbare laden onderscheiden we een corpusprofiel en een ladeprofiel.
* Bij volledig uittrekbare laden zijn er drie profielen: corpusprofiel, ladeprofiel en het bliksemprofiel (middenprofiel).
* De montage van het ladeprofiel aan de lade kan op verschillende manieren gebeuren:
* **Groefmontage:** Het ladeprofiel wordt in een groef aan de zijkant van de lade gemonteerd. De geleiders zijn zichtbaar bij het openen. De positie van de lade (groef) kan in de hoogte worden aangepast.
* **Zijdelingse montage:** Het ladeprofiel wordt aan de buitenzijde van de lade vastgeschroefd. De geleiders zijn zichtbaar. De positie van de lade kan in de hoogte worden aangepast.
* **Opliggende montage:** Het ladeprofiel wordt aan de onderzijde van de lade bevestigd; de lade rust op het profiel. De geleiders zijn zichtbaar. De positie van de lade is afhankelijk van de rijboring en het type geleider.
* **Verdoken montage:** De geleiders zijn volledig ingewerkt in de zijkant van de laden. Bij houten laden wordt de bodem hoger gemonteerd om ruimte te creëren voor de geleider. De positie van de lade is afhankelijk van de rijboring en het type geleider.
* **Montage van het corpusprofiel:**
* Dit profiel heeft voorgeboorde gaten voor euroschroeven.
* De positie van het aanschroeven wordt bepaald door de rijboringen, wat invloed heeft op de maximale hoogte van de lade.
* Het aantal schroeven per profiel is afhankelijk van de lengte en belasting van de lade. Bij een belasting groter dan 15 kg wordt een extra schroef boven de looprol voorzien.
#### 4.1.5 Belasting van de lade
De maximale belasting van een lade wordt bepaald door gestandaardiseerde tests.
* **Slijtagetest:** 100.000 openings- en sluitbewegingen.
* **Statische belastingstest:** 10 cycli van 10 seconden in volledig geopende toestand met een extra hoekbelasting van 150 Newton.
* **Zijdelingse belastingstest:** 10 cycli van 10 seconden in volledig geopende toestand met een extra zijdelingse belasting op het front van 150 Newton.
* **Uittrek- en sluit test:** 10 cycli met 1,3 meter per seconde bij een totaalmassa van 150 Newton.
#### 4.1.6 Uitrekverlies van de lade
Het uitrekverlies verwijst naar het deel van de lade dat in het corpus achterblijft wanneer deze geopend is.
* **Enkel uittrekbare lade:** Een deel van de lade blijft in het corpus. De bereikbaarheid van de lade-inhoud is hierdoor niet optimaal. Het uitrekverlies is evenredig aan de lengte van de geleider.
* **Volledig uittrekbare lade:** De achterzijde van de lade komt gelijk met de voorkant van het corpus. De inhoud is bijna volledig zichtbaar.
* **Meer dan volledig uittrekbare lade:** De achterzijde van de lade komt verder dan de voorkant van het corpus. De inhoud is volledig zichtbaar en de bereikbaarheid is optimaal.
#### 4.1.7 Uitrekstop
Een uitrekstop voorkomt dat de lade volledig uit het corpus getrokken wordt. Een dubbele uitrekstop kan de lade blokkeren voor bijvoorbeeld reiniging of bij gebruik van een uittrekbaar toetsenbord.
#### 4.1.8 Zelfsluitend effect
Dit mechanisme zorgt voor de automatische sluiting van de lade. Een mechanische vergrendeling voorkomt ongewild openen, terwijl een veermechanisme zorgt voor een zacht en geruisloos sluiten.
#### 4.1.9 Dwangloop
Een dwangmatige geleiding in de breedte zorgt voor uitlijning van laden onder elkaar. Een geleider kan een tolerantieopvang (+1.5/-1 mm) hebben aan de ene kant en dwangloop aan de andere kant.
### 4.2 Verwerking van geleidersystemen
De correcte verwerking van geleidersystemen is cruciaal voor de maatvoering en functionaliteit.
#### 4.2.1 Benodigde inbouwruimte voor de geleider
Verschillende afstanden moeten in acht worden genomen voor de correcte montage.
* **Inbouwbreedte (IB):** De breedte tussen de corpusbinnenkant en de ladebuitenzijde. Deze is afhankelijk van het type en merk geleider.
* **Minimale afstand onderaan (MO):** De minimale hoogte tussen de bovenkant van het element onder de lade en het centrum van het aanschroefpunt van het corpusprofiel.
* **Minimale afstand bovenaan (MB):** De minimale hoogte tussen de onderkant van het element boven de lade en het centrum van het aanschroefpunt van het corpusprofiel.
* **Inhang-uithangruimte (I/U):** De minimale hoogte tussen de bovenkant van de lade en de onderkant van het element boven de lade. Deze is afhankelijk van de mate van uittrekbaarheid. Binnen het 32 mm-systeem wordt het aanschroefpunt bepaald door de rijboring.
#### 4.2.2 De corpusmaten
De interne afmetingen van het corpus zijn bepalend voor de ladeconstructie.
* **Corpus binnenbreedte (CBB):** De interne breedte tussen de twee verticale zijden van het corpus.
* **Corpus binnendiepte (CBD):** De interne diepte tussen de voorkant van de corpuszijde en de achterkant van de rug (minimum kastdiepte).
#### 4.2.3 De lade maten
De afmetingen van de lade zelf moeten aangepast zijn aan het corpus en de geleiders.
* **Breedte van de lade:** Corpusbreedte (CBB) - 2 x inbouwbreedte (IB).
* **Lengte van de lade:** Afhankelijk van de corpusbinnendiepte (CBD) en de lengte van de geleiders.
* **Hoogte van de lade:** Zie punt 4.2.4.2.2.
#### 4.2.4 Verwerking binnen het 32 mm-systeem
Het 32 mm-systeem biedt een gestandaardiseerd kader voor de maatvoering van laden.
* **Horizontale maatvoeringen:** Corpusprofielen worden met systeemschroeven (euroschroeven) in de voorgeboorde gaten bevestigd. Het eerste bevestigingsgat bevindt zich op 37 mm.
* **Verticale maatuitvoeringen:**
* **Hoogte van het frontstuk:** De totale hoogte van het frontstuk is gelijk aan $X - VS$, waarbij $X = n \times 32$ mm en $VS$ de vooropgestelde speling tussen twee ladefronten is.
* **Maximale hoogte van de lade:** Deze wordt bepaald door de beschikbare tussenruimte ($n \times 32 - (2 \times B)$), het type ladegeleider, minimale afstanden onderaan en bovenaan, inhang-uithangruimte en eventueel de hoogte van het front.
### 4.3 Het plaatsen en verstellen van ladefronten
Nadat de lade in het corpus is geplaatst, kunnen de ladefronten worden afgeregeld en vastgezet.
#### 4.3.1 Algemeen
Met frontverstellers kunnen de fronten gemakkelijk bijgeregeld worden. Er zijn frontverstellers om in te persen en om aan te schroeven.
#### 4.3.2 Frontbevestiging door schroeven
Een mogelijke werkwijze is het markeren van de schroefpositie door middel van spijkertjes, waarna de ladefronten definitief worden gemonteerd met schroeven.
#### 4.3.3 Frontbevestiging met frontverstellers
* **Frontverstellers voor houten laden:** Hiermee kunnen 4-zijdige houten laden tweedimensionaal worden ingesteld. Na de afstelling moet de frontplaat nog met extra schroeven worden vastgezet.
* **Frontverstellers voor metalen laden:** Hiermee kan het front tweedimensionaal worden versteld. Deze kunnen geschroefd of ingeperst worden uitgevoerd.
---
# Verbindingsbeslag
Verbindingsbeslag omvat diverse systemen voor het assembleren en demonteren van meubelonderdelen, met de nadruk op schroefverbindingen, verbindingsblokken en excentrische verbindingen.
### 5.1 Schroefverbindingen
Schroefverbindingen bieden een directe methode om meubelcomponenten met elkaar te verbinden.
#### 5.1.1 Directe schroefverbinding met spaanplaatschroef
Deze vernikkelde schroeven zijn ideaal voor de bevestiging van diverse beslagen op meubelplaten. Ze kunnen ook in rijboringen worden gebruikt, mits met een spreidplug.
#### 5.1.2 Directe schroefverbinding met confirmaatschroef
Confirmaatschroeven zijn geschikt voor het rechtstreeks verbinden van meubelplaatelementen. Ze garanderen een stevige verbinding, zelfs bij plaatmaterialen met een lage dichtheid. Een nadeel is dat ze niet zelftappend zijn en zichtbaar blijven na montage.
#### 5.1.3 Koppelschroefverbinding
Koppelschroeven worden gebruikt om reeds geplaatste kastelementen aan elkaar te koppelen. De verbindingshuizen worden in voorgeboorde gaten geduwd en vervolgens met de koppelschroef aangetrokken. Dit systeem wordt veelvuldig toegepast in keukens.
### 5.2 Verbindingsblokken
Verbindingsblokken bieden een alternatieve methode voor het monteren van meubelonderdelen.
#### 5.2.1 Enkele verbindingsblokken
Deze trapeziumvormige blokken zijn voorzien van één drevel en één schroef, die in een voorgeboord gat worden geplaatst en middels persmontage worden bevestigd.
#### 5.2.2 Dubbele verbindingsblokken
Dubbele verbindingsblokken, eveneens trapeziumvormig, kunnen worden geschroefd of gedreveld en zijn uitgerust met vooraf gemonteerde schroeven.
### 5.3 Excentrische verbindingen
Excentrische verbindingen zijn een veelgebruikt, demonteerbaar verbindingssysteem dat esthetisch aantrekkelijk is en een rationele montagemethode biedt.
#### 5.3.1 Algemeen
Dit type verbinding wordt gekenmerkt door de samenwerking tussen een pot en een drevel, die zorgen voor een stevige en vaak onzichtbare verbinding.
#### 5.3.2 Onderdelen
* **De pot:** Deze kan uit één of twee delen bestaan en is vervaardigd uit gegoten zink of kunststof.
* **De drevel:** Gemaakt van staal, kan de drevel verschillende configuraties hebben, afhankelijk van de constructie: doorlopend, verdonken of schuin geplaatst. Er bestaan varianten voor directe schroefverbindingen, een doorlopende boring, dubbele boringen voor enkele zijwanden, en specifieke scharnierdrevels voor schuine T-verbindingen en hoekverbindingen.
> **Tip:** Excentrische verbindingen zijn ideaal voor meubelen die gedemonteerd en weer geassembleerd moeten worden, zoals bij transport of verhuizing.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Meubelbeslagen | Metalen of kunststof onderdelen die gebruikt worden voor de functionaliteit, bevestiging en decoratie van meubels, zoals scharnieren, handgrepen en ladegeleiders. |
| Scharniersystemen | Een verzameling van beslagen die ervoor zorgen dat deuren, panelen of andere beweegbare delen van een meubel kunnen openen en sluiten door middel van een draaipunt. |
| Schuifladesystemen | Mechanismen die bestaan uit geleiders en wielen of kogels, ontworpen om laden soepel en efficiënt te laten openen en sluiten binnen een meubelstuk. |
| Verbindingsbeslagen | Hardware die wordt gebruikt om verschillende onderdelen van een meubel stevig en vaak ook demontabel met elkaar te verbinden, zoals schroeven, pluggen en excenters. |
| Schuif- en vouwdeurmechanisme | Systemen die speciaal ontworpen zijn om deuren die langs elkaar schuiven of in elkaar vouwen soepel en gecontroleerd te laten bewegen. |
| Ophangsystemen | Beslag dat wordt gebruikt om meubelelementen, zoals kasten, aan een muur of ander ondersteunend oppervlak te bevestigen, vaak met de mogelijkheid tot verticale en horizontale verstelling. |
| Scharen | Een type scharnier dat een schaarachtige beweging toelaat, vaak gebruikt voor klepdeuren of bijzondere toepassingen waar een specifieke openingshoek of bewegingspatroon vereist is. |
| Dragers | Ondersteunende elementen, vaak in de vorm van plankensteunen of consoles, die dienen om legplanken of andere horizontale oppervlakken binnen een meubel te dragen. |
| Sluitingen | Mechanismen die gebruikt worden om deuren, kleppen of laden gesloten te houden, variërend van eenvoudige magneet- of veerklappers tot complexere sloten. |
| Handgrepen en ander sierbeslag | Decoratieve elementen, zoals knoppen en handgrepen, die niet alleen functioneel zijn voor het openen, maar ook bijdragen aan de esthetiek van het meubel. |
| Potscharnier | Een veelgebruikt type scharnier waarbij een ronde pot in een verzonken gat in de deur wordt gemonteerd, en dat via een montageplaat aan het corpus wordt bevestigd. |
| 32 mm-systeem | Een gestandaardiseerd raster van boorgaten en afstanden (elke 32 mm) in meubelpanelen, wat zorgt voor efficiëntie in productie en montage en een hoge mate van flexibiliteit in de plaatsing van beslag. |
| Rijboring | Een reeks parallelle gaten geboord met een specifieke onderlinge afstand (meestal 32 mm) in de zijkanten van meubelpanelen, gebruikt voor de bevestiging van diverse beslagen. |
| Excentrische verbindingen | Een type demontabele verbinding waarbij een excentrische cilinder in een voorgeboord gat wordt gedraaid om een drevel in een ander paneel vast te zetten, wat zorgt voor een sterke en esthetische verbinding. |
| Ladegeleiders | Componenten die de beweging van een lade regelen, variërend van eenvoudige rolgeleiders tot geavanceerde kogelgeleiders die volledige uittrekbaarheid en hoge belastbaarheid bieden. |
| Kogelkooi geleider | Een type ladegeleider waarbij de beweging plaatsvindt via kogels in een kooi, wat zorgt voor een soepele, stille en duurzame werking, zelfs bij zware belasting. |
| Uittrekverlies | Het gedeelte van een lade dat achterblijft in het corpus wanneer de lade wordt uitgetrokken, waardoor de bereikbaarheid van de inhoud beperkt kan zijn bij niet-volledig uittrekbare systemen. |
| Dwangloop | Een mechanisme in ladegeleiders dat zorgt voor een nauwkeurige uitlijning van de lade, waardoor deze altijd op de juiste positie sluit, zelfs als er kleine toleranties zijn in de constructie. |
| Tolerantieopvang | Een mechanisme in ladegeleiders dat kleine afwijkingen of spelingen in de constructie kan opvangen, waardoor de lade toch soepel blijft functioneren. |
| Frontverstellers | Beslagen die het mogelijk maken om de positie van een ladefront ten opzichte van de lade zelf in te stellen (in hoogte en breedte) na montage, voor een perfecte afwerking. |
| Systeemschroef (Euroschroef) | Een specifieke schroef met een conische kop, ontworpen voor gebruik in het 32 mm-systeem, die zorgt voor een stevige en nette verbinding bij het monteren van beslag. |
| Persdrevel | Een cilindrische pen, meestal van kunststof of metaal, die onder druk in een voorgeboord gat wordt gedreven om onderdelen van een meubel te verbinden. |
| Montagestekker | Een type connector, vaak gemaakt van kunststof of metaal, die wordt gebruikt in combinatie met schroeven of drevels om meubelpanelen met elkaar te verbinden, vaak voor demontabele constructies. |
| Gekogelde lade | Een lade die is uitgerust met kogelgeleiders, wat zorgt voor een zeer soepele, stille en stabiele beweging, ideaal voor intensief gebruik en zware belastingen. |
| Deurinsprong (T) | De afstand tussen de binnenkant van het corpus en het uiteinde van de scharnierarm wanneer de deur gesloten is, wat de mate van deurscharnier-overlap bepaalt. |
| Deuropdek | De afstand van de binnenkant van het corpus tot de buitenkant van de deur, wat het visuele aanzicht van het meubel bepaalt en kan worden aangepast door verschillende scharniertypes en instellingen. |
| Deurvoeg | De ruimte tussen de buitenrand van het corpus en de buitenrand van de deur wanneer deze gesloten is, wat essentieel is voor de correcte werking van scharnieren en het voorkomen van wrijving. |
| Haaks kastconstructie | Een standaard meubelconstructie waarbij de zijwanden van het corpus loodrecht op de voorkant staan. |
| Hoek kastconstructie | Een meubelconstructie waarbij de zijwanden van het corpus onder een hoek ten opzichte van de voorkant staan, wat typisch is voor hoekkasten. |
| Kaderconstructie | Een meubelconstructie waarbij een frame wordt gebruikt, waardoor de deur in hetzelfde vlak komt te liggen als de corpuszijkant, in tegenstelling tot een standaard corpus. |
| Framedeuren | Deuren die zijn opgebouwd uit een frame met daartussen panelen, die kunnen worden gemaakt van hout, glas of plaatmateriaal. |