Cover
Start now for free Les_9_VC_2025.pdf
Summary
# Veiligheidscoördinatie en algemene regelgeving
Dit onderwerp belicht de wetgeving rond welzijn op het werk en de specifieke rol van de veiligheidscoördinator op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen.
### 1.1 Wetgeving en welzijn op het werk
De regelgeving betreffende welzijn op het werk is een cruciaal onderdeel van het veiligheidsbeleid op bouwplaatsen. De student dient inzicht te hebben in welke regelgeving van toepassing is [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.2 Veiligheidscoördinatie op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen
Veiligheidscoördinatie op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen is een specifiek toepassingsgebied binnen de bredere regelgeving voor welzijn op het werk [4](#page=4).
#### 1.2.1 Rol en verantwoordelijkheden
De veiligheidscoördinator heeft specifieke verantwoordelijkheden binnen het bouwproces. Daarbij is het onderscheid tussen een veiligheidscoördinator en een preventieadviseur belangrijk. De coördinator dient aan te geven welke regelgeving specifiek van toepassing is op veiligheidscoördinatie [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 1.2.2 Documentatie en procedures
* **Sloopopvolgingsplan (SOP)**:
* **Procedure aanvraag:** Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor sloop of ontmanteling dient de bouwheer een sloopopvolgingsplan te laten opstellen door een onafhankelijk architect of deskundige [29](#page=29).
* **Integratie in documenten:** Het SOP is een integraal onderdeel van het vergunningsaanvraagdossier, de aanbestedingsdocumenten, de prijsvraag en de contracten [29](#page=29).
* **Behoud van exemplaren:** De houder van de omgevingsvergunning, de gemeente, de ontmantelaar/sloper en de veiligheidscoördinator moeten elk een exemplaar bewaren [29](#page=29).
* **Standaardprocedure:** De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) heeft een standaardprocedure ontwikkeld voor de opmaak en controle van het SOP [29](#page=29).
* **Rol van de deskundige:** De deskundige ziet erop toe dat afvalstoffen afkomstig van selectieve sloop of ontmanteling worden afgevoerd naar een vergunde verwerkingsinrichting [29](#page=29).
* **Functie van het sloopopvolgingsplan**:
* Het SOP biedt slopers/aannemers een gedetailleerd overzicht van de afbraakwerkzaamheden [31](#page=31).
* **Voor aannemers:**
* Maakt het mogelijk om op een objectieve manier een gedetailleerde, op het project afgestemde offerte op te maken [31](#page=31).
* Biedt inzicht in aanwezige gevaarlijke afvalstoffen en de benodigde voorzorgsmaatregelen voor een veilige afbraak [31](#page=31).
* Maakt het mogelijk personeel en onderaannemers volledig te informeren over afvalstromen vóór de start van de werken [31](#page=31).
* **Voor de veiligheidscoördinator:**
* Zorgt ervoor dat alle gekende gevaarlijke afvalstoffen tijdig bekend zijn [31](#page=31).
* Maakt een combinatie mogelijk van de risico-analyse van de sloopdeskundige met de eigen risico-analyse voor de verdere werkzaamheden [31](#page=31).
* **Voor de eigenaar:**
* Zorgt ervoor dat de offerte van de aannemer volledig is aangepast aan het project [31](#page=31).
* Minimaliseert de kans op onverwachte (meer)kosten [31](#page=31).
### 1.3 Gevaren, risico's en preventie
Het vak behandelt ook algemene concepten zoals gevaren, risico's, preventie, analyse van ongevallen en oorzakenbomen [4](#page=4).
#### 1.3.1 Risico-analyse en preventiemaatregelen
Een essentieel onderdeel is het maken van een risico-analyse en het implementeren van de bijbehorende preventiemaatregelen [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 1.3.2 Specifieke veiligheidsaspecten en werkzaamheden
De cursus behandelt de betekenis van veiligheidssignalisatie en specifieke veiligheidsaspecten voor diverse werkzaamheden op de werf [3](#page=3).
* **Slopen**: Dit is een van de specifieke werkzaamheden waar aandacht aan besteed wordt, met focus op preventie [13](#page=13) [33](#page=33).
* **Werken in uitgravingen**: Specifieke aandacht voor deze werkzaamheden en gerelateerde aspecten zoals inplanting, bouwplaatsorganisatie, uitgravingen, grondophopingen, stutten en beschoeiingen [100](#page=100) [4](#page=4).
* **Werken op hoogte**: Dit is een belangrijk thema binnen de veiligheidscoördinatie [13](#page=13) [4](#page=4).
* **Veiligheid met betrekking tot elektriciteit**: Dit aspect wordt behandeld [4](#page=4).
* **Veiligheidssignalisatie**: De betekenis en toepassing ervan worden uitgelegd [3](#page=3) [4](#page=4).
* **Asbest**: Regelgeving omtrent asbest en de asbestinventaris zijn van belang [3](#page=3) [4](#page=4).
* **Verbouwen**: Specifieke aandachtspunten bij verbouwingen [49](#page=49).
#### 1.3.3 FOPS beveiliging
Dit is een specifiek beveiligingsonderdeel dat aan bod komt [39](#page=39).
#### 1.3.4 Veiligheidsafstanden
Het concept van veiligheidsafstanden wordt behandeld [34](#page=34).
### 1.4 Veiligheid na een ongeval
De procedure na een ongeval en maatregelen om toekomstige ongevallen te vermijden, worden ook besproken [3](#page=3).
### 1.5 Registratie op de werf
De regelgeving omtrent registratie op de werf is eveneens een onderwerp [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.6 Keuringen en normen
* **Jaarlijkse keuringen**: Keuringen door een bevoegd persoon dienen jaarlijks te gebeuren .
* **Conformiteit met normen**: Conformiteit met normen zoals EN 131 is van belang .
### 1.7 Leermethoden en evaluatie
Ter ondersteuning van het leerproces worden hulpmiddelen zoals Kahoot genoemd .
> **Tip:** Zorg ervoor dat je de verbanden legt tussen de algemene welzijnswetgeving en de specifieke vereisten voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen, met de nadruk op de rol van de veiligheidscoördinator. De Sloopopvolgingsplan is een concreet voorbeeld van een document dat de rol van verschillende actoren en de preventie van risico's illustreert.
>
> **Tip:** Houd de specifieke verantwoordelijkheden van de verschillende actoren (bouwheer, architect, deskundige, aannemer, veiligheidscoördinator) in het oog, met name in relatie tot documenten zoals het sloopopvolgingsplan.
>
> **Tip:** Besteed extra aandacht aan de specifieke werkzaamheden die als risicovol worden beschouwd (werken op hoogte, uitgravingen, sloop), aangezien deze vaak specifieke coördinatie- en veiligheidsmaatregelen vereisen.
---
# Risicoanalyse en preventiemaatregelen bij specifieke werkzaamheden
Deze sectie behandelt de identificatie van gevaren en risico's, het uitvoeren van risicoanalyses en het implementeren van preventiemaatregelen voor diverse werkzaamheden, waaronder werken in uitgravingen, op hoogte, slopen, en rond wand- en vloeropeningen [4](#page=4).
### 2.1 Algemene principes van risicoanalyse en preventie
Risicoanalyse omvat het identificeren van gevaren, het beoordelen van de risico's die hieruit voortvloeien, en het implementeren van passende preventiemaatregelen. Gevaren kunnen van technische aard zijn, zoals instortingen, vallen, knellingen, of gezondheidsgerelateerd, zoals blootstelling aan stof of gevaarlijke stoffen [15](#page=15) [16](#page=16) [4](#page=4).
> **Tip:** Een effectieve risicoanalyse is cruciaal voor het waarborgen van de veiligheid op de werkplek. Het document benadrukt de noodzaak van een systematische aanpak [4](#page=4).
### 2.2 Werken in uitgravingen
#### 2.2.1 Risico's bij werken in uitgravingen
Werken in uitgravingen brengt diverse risico's met zich mee:
* **Elektrocutie:** Door beschadiging van onder spanning staande kabels [9](#page=9).
* **Brand en explosie:** Door beschadiging van gas- en olieleidingen [9](#page=9).
* **Bedolven worden:** Door inkalving van de sleuf [9](#page=9).
* **Wateroverlast:** Door instromend water [9](#page=9).
* **Bodemvervuiling:** Door beschadiging van leidingen met gevaarlijke stoffen of aanraking met gevaarlijke/biologische stoffen [9](#page=9).
* **Verstikking:** Door beschadiging van gasleidingen [9](#page=9).
* **Val van personen:** Vallen in de uitgraving [73](#page=73).
* **Ongevallen op de sleufbodem zelf.** [73](#page=73).
* **Brand, explosie, verstikking, vergiftiging:** Door aanwezige gassen en dampen [73](#page=73).
* **Vallend materiaal:** Voorwerpen die in de uitgraving vallen [72](#page=72).
#### 2.2.2 Preventieve maatregelen bij werken in uitgravingen
Om de risico's te beheersen, zijn de volgende maatregelen essentieel:
* **Controle op de aanwezigheid van kabels, leidingen en tanks:** Graven mag enkel gebeuren als de liggingsgegevens bekend zijn. Het is aan te raden om proefsleuven te graven om de exacte ligging vast te stellen, waarbij men kan graven tot 1,5 meter van de opgegeven ligging nadat deze vastgesteld is [10](#page=10).
* **Werkwijze graafmachinist:** De graafmachinist graaft enkel op aanwijzing van zijn leidinggevende. Bij schade aan kabels/leidingen of als deze niet op de aangegeven plaats liggen, moet dit direct gemeld worden [10](#page=10).
* **Gebruik van graafmachine:** Een graafbak zonder tanden kan overwogen worden [10](#page=10).
* **Aanpassing helling talud:** De helling moet aangepast zijn aan de diepte van de uitgraving en de aard van de grond [12](#page=12) [70](#page=70).
* **Beschoeiing:** Verplicht bij uitgravingsdieptes groter dan 1,2 meter. Diverse beschoeiingsmethoden worden genoemd, waaronder metalen damplanken, houten of gecombineerde beschoeiing, metalen beschoeiing, en beschoeiing met prefab-panelen [12](#page=12) [70](#page=70) [94](#page=94).
* **Opstaande kanten:** Voorzien rondom de uitgravingen om te voorkomen dat voorwerpen op personen vallen [12](#page=12) [70](#page=70).
* **Plaatsing uitgegraven aarde:** Op veilige afstand plaatsen [12](#page=12) [70](#page=70).
* **Toegang en ontruiming:** Minimaal twee ladders voorzien voor toegang en ontruiming [12](#page=12) [70](#page=70).
* **Verboden in uitgraving:** Geen gascilinders in de uitgraving [12](#page=12) [70](#page=70).
* **Hekwerk:** Rond uitgravingen plaatsen [12](#page=12) [70](#page=70).
* **Veiligheidsafstand:** Voldoende afstand houden tussen de rand van een uitgraving en toestellen, voertuigen, etc [12](#page=12) [70](#page=70).
* **Besloten ruimte:** Diepe uitgravingen worden beschouwd als besloten ruimtes [12](#page=12) [70](#page=70).
#### 2.2.3 Bodemgedrag en uitvoeringstechnieken
Het bodemgedrag is bepalend voor de keuze van de uitvoeringstechniek, met name bij de aanwezigheid van naburige gebouwen of aanvulgrond parallel aan de sleuf. Ontlasting van grond is belangrijk tijdens het graven, het plaatsen van beschoeiing, en het verwijderen van beschoeiing en aanaarden [80](#page=80) [81](#page=81) [82](#page=82) [83](#page=83) [84](#page=84).
> **Tip:** Een grondige analyse van het terrein, inclusief de aard van de bodem (compact, rotsachtig, los, zanderig, leem, klei), is essentieel in de ontwerpfase [74](#page=74) [75](#page=75).
### 2.3 Werken op hoogte
#### 2.3.1 Risico's bij werken op hoogte
Werken op hoogte is het meest voorkomende ongeval in de bouwsector en brengt aanzienlijke risico's met zich mee:
* **Vallen:** Het belangrijkste risico, met een valhoogte van meer dan 2 meter dat als gevaarlijk wordt beschouwd .
* **Vallende voorwerpen:** Materialen of gereedschap die van hoogte vallen en personen raken .
#### 2.3.2 Preventieve maatregelen bij werken op hoogte
De preventiehiërarchie geldt ook hier:
1. **Afschaffen van de noodzaak:** De eerste keuze is om de noodzaak om op hoogte te werken te elimineren, bijvoorbeeld door bediening vanaf gelijkvloers .
2. **Veiligere werkmiddelen:** Gebruik van veiligere middelen zoals een trap .
3. **Collectieve beschermingsmiddelen:** Denk aan leuningen of werkbakken .
4. **Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM):** Zoals een veiligheidsharnas .
#### 2.3.3 Gebruik van steigers
* **Bevoegd persoon:** Bij het gebruik van een steiger moet een bevoegd persoon, aangewezen door de werkgever en met de vereiste kennis door opleiding, aanwezig zijn .
* **Montage:** Voor de montage is een bevoegd persoon nodig die beschikt over de gebruiksaanwijzing van de fabrikant, een berekeningsnota en een montageschema opstelt of aanpast, en een instructienota voor gebruik opstelt .
* **Opbouw:** De werkgever is verantwoordelijk voor de opbouw. De steiger moet bestand zijn tegen belastingen en atmosferische invloeden, stevig verankerd zijn, een stevig draagvlak hebben, en voldoen aan de vereiste vloerafmetingen (minimaal 60 cm breed als er geen materiaal opgeslagen is, en minimaal 100 cm breed als er wel materiaal opgeslagen is) .
* **Afstand steiger-gevel:** Maximaal 30 cm .
* **Toegankelijkheid:** Gedeelten die niet gebruiksklaar zijn, moeten worden afgezet om toegang te voorkomen .
* **Steigerkaart (Scafftag):** Geeft de status van de steiger aan (groen = betreden toegestaan, rood = betreden verboden) .
* **Leuningen:** Essentieel voor de veiligheid, bestaande uit een horizontale bovenlat, tussenleuning en stootboord .
* **Max. belasting:** Moet worden berekend en gerespecteerd .
* **Windkracht:** Werken op hoogte met een steiger mag doorgaans niet bij windkracht 6 Beaufort of hoger .
* **Controlepunten:** Stevige ondergrond, mogelijkheden voor verankering, voorkomen van verplaatsing van de steiger, correct gebruik van verdeelbalken, geen spieën .
* **Veelgebruikte steigers:** ladderopbouwsteigers (lichte werken), rolsteigers, hangende steigers, en vliegende steigers .
#### 2.3.4 Gebruik van ladders
Ladders zijn primair bedoeld voor inspectie- of controlewerkzaamheden en lichte werkzaamheden binnen armbereik. Ze zijn niet geschikt voor zware of langdurige werkzaamheden .
* **Opstelling:** Een ladder moet stabiel staan op een goede ondergrond, met de juiste hellingshoek (circa 75 graden) en 1 meter uitsteken boven het te bereiken oppervlak .
* **Drie aanrakingspunten:** Gebruikers moeten altijd drie contactpunten met de ladder behouden (twee handen en een voet, of twee voeten en een hand) .
* **Max. stahoogte:** 7,5 meter .
* **Aan elkaar maken:** Ladders met meer dan 25 sporten moeten bovenaan worden vastgemaakt .
* **Overlappingslengte:** Minimaal 1 meter voor gekoppelde ladders .
* **Nabijheid elektriciteit:** Gebruik kunststof of houten ladders .
* **Toegang:** Deuren of doorgangen achter een ladder moeten geblokkeerd worden .
* **Persoonstransport:** Is verboden .
* **Belasting:** Alleen opzetten van een ladder is toegestaan tot 25 kg .
> **Tip:** Ladders zijn om te verplaatsen, niet om op te werken !
### 2.4 Slopen
#### 2.4.1 Risico's bij slopen
Bij sloopwerkzaamheden kunnen de volgende risico's optreden:
* **Instorting:** Bedelving of letsel bij instorting van delen van het gebouw [15](#page=15) [21](#page=21).
* **Vallend sloopmateriaal:** Personen die geraakt worden door vallend materiaal [15](#page=15) [21](#page=21).
* **Vrijkomen gevaarlijke stoffen:** Blootstelling aan gevaarlijke stoffen [16](#page=16) [21](#page=21).
* **Struikelen of kwetsen:** Struikelen over afgebroken materiaal of zich kwetsen aan uitstekende delen [15](#page=15) [21](#page=21).
* **Verblinding, verbranding:** Bij oxy-acetyleenbranden [15](#page=15).
* **Knelling:** In de cabine bij machinaal afbreken [15](#page=15).
* **Explosieven:** Bedelving of letsel bij sloop met explosieven [15](#page=15).
* **Gezondheidsrisico's:** Stof, ongedierte, producten, isolatiematerialen, niet afgesloten nutsleidingen, aanwezige toestellen [16](#page=16).
* **Lawaii:** Geluidsoverlast [21](#page=21).
#### 2.4.2 Preventie bij slopen
* **Onderzoek bestaand gebouw:**
* Structurele kenmerken (metaal, beton) [17](#page=17).
* Bouwtoestand (bouwvallig) [17](#page=17).
* Omgeving van het gebouw [17](#page=17).
* Aanwezigheid van wegen, nutsleidingen [17](#page=17).
* Wijzigingen, aanpassingen, renovaties [17](#page=17).
* **Inventarisatie specifieke risico's:** Zoals transformatoren, asbest, oude tanks, bliksemafleiders [18](#page=18).
* **Bepalen sloopmethode:** Rekening houdend met belendende gebouwen, aanwezigheid van derden, omgeving, beperkingen van technieken, en aanwezige machines/installaties [19](#page=19).
* **Sloopopvolgingsplan (SOP):**
* **Verplichting:** Vereist bij aanvraag van een omgevingsvergunning voor sloop-, ontmantelings- en renovatiewerken van bepaalde omvang [25](#page=25) [26](#page=26).
* **Doel:** Hulpmiddel voor selectief slopen en inzamelen, waardoor gevaarlijke afvalstoffen vooraf verwijderd kunnen worden en fracties gerecycleerd kunnen worden [25](#page=25).
* **Inhoud:** Identificatie van de werf en alle vrijkomende afvalstoffen, met een inventaris van gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen. Voor elke stof: benaming, EURAL-code, vermoedelijke hoeveelheid, plaats in het gebouw, en verschijningsvorm [26](#page=26).
* **Toepassingsgrenzen:** Voor niet-residentiële gebouwen > 1000 m³ bouwvlocume, en voor residentiële gebouwen > 5000 m³. Voor infrastructuurwerken > 250 m³ [27](#page=27) [28](#page=28).
* **Uitzonderingen:** Geen SOP nodig voor het slopen van een eengezinswoning [30](#page=30).
* **Voordelen:** Geeft slopers inzicht voor offerteopmaak, voorzorgsmaatregelen en communicatie. Helpt de veiligheidscoördinator bij risicoanalyses. Voorkomt onverwachte kosten voor de eigenaar [31](#page=31).
* **Maatregelen algemeen:** Inventaris gevaarlijke producten, sloopplan, werf vrijmaken, rekening houden met draagkracht overblijvende constructies, afvoerkokers voor afval, veiligheidshekken, en PBM (helm, schoenen, gehoorbescherming) [21](#page=21).
* **Veiligheidsafstanden:** Moeten worden gerespecteerd [34](#page=34).
### 2.5 Werken rond wand- en vloeropeningen
#### 2.5.1 Risico's bij wand- en vloeropeningen
De belangrijkste risico's bij werken rond wand- en vloeropeningen zijn:
* **Vallen:** Personen die in de openingen vallen [7](#page=7).
* **Geraakt worden door een vallend voorwerp:** Objecten die in de openingen vallen [7](#page=7).
#### 2.5.2 Preventieve maatregelen bij wand- en vloeropeningen
Om deze risico's te beheersen, worden de volgende maatregelen getroffen:
* **Overdekken:** Openingen afdekken met weerstandbiedend materiaal [7](#page=7).
* **Afscherming:** Voorzien van een leuning of hekwerk [7](#page=7).
* **Signalering:** Aanduiden van het gevaar en voorkomen dat mensen in de buurt komen [7](#page=7).
### 2.6 Hijswerkzaamheden
#### 2.6.1 Risico's bij hijswerkzaamheden
Onveilige hijswerkzaamheden kunnen leiden tot ongevallen, met name door:
* **Onjuiste aanslag van lasten:** Verkeerde manier van bevestigen van de last aan de hijsmiddelen .
* **Onveilige hijshoogte:** Onvoldoende ruimte om de last veilig te hijsen .
* **Scherpe randen van lasten:** Kunnen hijsmiddelen beschadigen .
* **Onjuist gebruik van haken:** Waardoor deze kunnen openbuigen .
* **Te grote hoeken bij het hijsen:** Door gebrek aan ruimte .
* **Onstabiele lasten:** Lasten die kunnen schuiven .
* **Onbekende gewichten of zwaartepunten:** Onjuiste inschatting van de last .
#### 2.6.2 Preventieve maatregelen bij hijswerkzaamheden
* **Keuze hijsmiddelen:** Bij onvoldoende hijshoogte is het beter om een hijstraverse, hijsbalk of hijsjuk te gebruiken, in plaats van bijvoorbeeld een kettingtweesprong .
* **Bescherming bij scherpe randen:** Gebruik beschermingshoezen voor hijsbanden of bescherming om de rand van de last .
* **Aanslaan haken:** Haak van binnen naar buiten aanslaan om piekbelasting op het sterkste deel van de haak te laten komen, in plaats van op de veiligheidsklep .
* **Gebruik hijstraverse/hijsbalk/hijsjukk:** Als alternatief om in te grote hoeken te hijsen .
* **Stabiliteit van de last:** De last moet altijd horizontaal en stabiel hangen .
* **Kennis van de last:** Het gewicht en zwaartepunt van de last moeten bekend zijn .
* **Werklast:** Houd je aan de aangegeven werklast en bereken eventuele afwijkingen door de manier van aanslaan .
* **Afstand houden:** Houd afstand van de last na het aanslaan en zorg dat collega's uit de buurt blijven .
* **Kraan/takel recht boven last:** Zorg ervoor dat de kraan of takel altijd recht boven de last hangt .
---
# Veiligheid bij hijs- en hefwerkzaamheden
Dit gedeelte van de studiehandleiding behandelt de cruciale veiligheidsaspecten die komen kijken bij hijs- en hefwerkzaamheden, met de nadruk op correcte aanslagmethoden, het juiste gebruik van hijsmiddelen en het voorkomen van veelvoorkomende ongevallen [4](#page=4).
### 3.1 Algemene principes van hijs- en hefwerkzaamheden
Veilig hijsen en heffen vereist een grondige voorbereiding en aandacht voor detail om risico's te minimaliseren. De volgende punten zijn essentieel om te onthouden :
* De kraan of takel dient altijd recht boven de last te hangen .
* De last moet te allen tijde horizontaal hangen .
* De last moet stabiel zijn, zodat deze niet kan verschuiven .
* Het is cruciaal om het gewicht van de last en de locatie van het zwaartepunt te kennen .
* De aangegeven werklast mag nooit worden overschreden. Afwijkingen die ontstaan door de manier van aanslaan, dienen berekend te worden .
* Na het aanslaan van de last, dient er afstand gehouden te worden. Collega's in de buurt moeten ook op de hoogte gesteld worden om een risicovolle situatie te voorkomen .
### 3.2 Aanslaan van lasten
Het correct aanslaan van lasten is een fundamenteel onderdeel van veilige hijswerkzaamheden .
#### 3.2.1 Aanslagpunten
* Buitenhoek (kantelhoek): dit refereert naar de hoek tussen de hijsbanden of -kabels en het horizontale vlak. Het is belangrijk om deze hoeken binnen acceptabele grenzen te houden om overbelasting van hijsmiddelen te voorkomen .
* Aanslagpunten op de last: deze moeten stevig en geschikt zijn om de hijsmiddelen te dragen .
#### 3.2.2 Berekenen van het zwaartepunt
Het correct bepalen van het zwaartepunt van een last is essentieel voor een stabiele en veilige hijspoging .
> **Tip:** Een correct berekend zwaartepunt zorgt ervoor dat de last niet gaat kantelen of schuiven tijdens het hijsen .
### 3.3 Keuze van hijsmiddelen en specifieke situaties
De keuze van de juiste hijsmiddelen is afhankelijk van de aard van de last en de omstandigheden op de werf .
#### 3.3.1 Beperkte hijshoogte
Indien er onvoldoende hijshoogte beschikbaar is, is het aan te raden om te kiezen voor alternatieve hijsmiddelen zoals een hijstraverse, hijsbalk of hijsjuk, in plaats van bijvoorbeeld een kettingtweesprong. Door de hijsbreedte te vergroten, kan de benodigde hijshoogte worden gereduceerd .
> **Voorbeeld:** Bij het hijsen van lange objecten in een ruimte met een laag plafond, kan een hijsbalk helpen om de last lager te houden dan wanneer er bijvoorbeeld hijsbanden in een V-vorm gebruikt zouden worden .
#### 3.3.2 Scherpe randen van lasten
Bij het hijsen van lasten met scherpe randen is het cruciaal om de juiste hijsmiddelen te kiezen en extra bescherming te voorzien .
* Gebruik voor lasten met scherpe randen staalkabels, kettingen of hijsbalken .
* Als er toch hijsbanden gebruikt moeten worden, is het verplicht om een beschermingshoes rond de hijsband aan te brengen, of om de scherpe rand van de last zelf te beschermen .
#### 3.3.3 Aanslaan van haken
De manier waarop een haak wordt aangeslagen kan significante veiligheidsimplicaties hebben .
* Het aanslaan van een haak van buiten naar binnen, waarbij de veiligheidsklep naar beneden wijst, brengt risico's met zich mee. De piekbelasting komt dan op het dunste deel van de haak, wat kan leiden tot openbuigen .
* Het is veiliger om de haak van binnen naar buiten aan te slaan. Hierbij wijst de veiligheidsklep naar boven en komt de piekbelasting op de nek van de haak, het dikste en meest stevige onderdeel .
> **Praktijkvoorbeeld:** Medewerkers geven soms aan dat ze "geen ruimte hebben om in kleine hoeken te hijsen" en dus beter in grote hoeken kunnen hijsen. Een veiliger alternatief is het gebruik van een hijstraverse, hijsbalk of hijsjuk, waarmee de last en hijsmiddelen in balans gebracht worden zonder in hoeken te hoeven hijsen .
### 3.4 Veelvoorkomende ongevallen en preventie
Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften bij hijs- en hefwerkzaamheden kan leiden tot ernstige ongevallen. Essentiële preventieve maatregelen omvatten :
* Zorg ervoor dat de kraan of takel altijd recht boven de last hangt .
* Garandeer dat de last horizontaal en stabiel hangt .
* Kennis van het gewicht en zwaartepunt van de last is van vitaal belang .
* Houd u strikt aan de aangegeven werklast en bereken eventuele afwijkingen door de aanslagmethode .
* Creëer een veilige zone rondom de hijswerkzaamheden door afstand te houden en collega's te instrueren .
---
# Asbest en sloopopvolgingsplannen
Dit onderwerp behandelt de regelgeving en procedures rondom asbest, inclusief de asbestinventaris, en het sloopopvolgingsplan, dat verplicht is voor bepaalde sloop-, ontmantelings- en renovatiewerken om selectieve sloop en afvalinzameling te bevorderen [4](#page=4).
### 4.1 Het sloopopvolgingsplan
#### 4.1.1 Doel en functionaliteit
Het sloopopvolgingsplan (SOP) is een verplicht hulpmiddel bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor bepaalde sloop-, ontmantelings- en renovatiewerken. Het dient om selectief te slopen en selectief afval in te zamelen op de werf. Dit maakt het mogelijk om gevaarlijke afvalstoffen voorafgaand aan de eigenlijke sloop te verwijderen. Selectief ingezamelde fracties kunnen als zuivere stromen rechtstreeks afgevoerd worden voor recyclage. Wanneer de werf wordt opgevolgd door de sloopbeheerorganisatie Tracimat, kan het puin als laag milieurisicoprofiel (LMRP) naar een breker worden afgevoerd [25](#page=25).
#### 4.1.2 Inhoud van het sloopopvolgingsplan
Het sloopopvolgingsplan omvat de identificatie van de werf en alle afvalstoffen die zullen vrijkomen tijdens de sloop of ontmanteling. De inventaris van de materialen geeft een overzicht van de gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen, opgesplitst in bovenbouw, onderbouw en buitenverhardingen [26](#page=26).
Voor elke afvalstof vermeldt het SOP:
* De benaming [26](#page=26).
* De bijhorende EURAL-code [26](#page=26).
* De vermoedelijke hoeveelheid (in kubieke meter of ton) [26](#page=26).
* De plaats binnen het gebouw waar de afvalstof voorkomt [26](#page=26).
* De verschijningsvorm [26](#page=26).
Daarnaast bevat het SOP werfspecifieke aanbevelingen en adviezen over selectieve sloopvoorwaarden [26](#page=26).
#### 4.1.3 Verplichting en omvang
Een sloopopvolgingsplan is verplicht bij de sloop of ontmanteling van gebouwen of infrastructuurwerken waarvoor een omgevingsvergunning nodig is, vanaf een bepaalde omvang van het betrokken volume [26](#page=26).
**Voor gebouwen geldt:**
* Bij niet-residentiële gebouwen vanaf een totaal betrokken bouwvolume groter dan 1000 m³ [27](#page=27).
* Voor in hoofdzaak residentiële gebouwen (maximaal 1/3 van het betrokken bouwvolume heeft een andere functie dan wonen) enkel voor een betrokken volume groter dan 5000 m³ [27](#page=27).
* Het betrokken volume is de som van de bouwvolumes van alle gebouwen opgenomen in dezelfde omgevingsvergunning [27](#page=27).
**Voor infrastructuurwerken geldt:**
* De afbraak of sloop gekoppeld aan de aanleg of het onderhoud van infrastructuur met een volume van de werken groter is dan 250 m³ [28](#page=28).
#### 4.1.4 Procedure
Voor de aanvraag van de omgevingsvergunning voor sloop of ontmanteling laat de bouwheer het sloopopvolgingsplan opstellen door een onafhankelijk architect of deskundige. Het SOP maakt deel uit van het vergunningsaanvraagdossier, de aanbestedingsdocumenten, de prijsvraag en de contracten [29](#page=29).
De houder van de omgevingsvergunning, de gemeente, de ontmantelaar/sloper en de veiligheidscoördinator houden een exemplaar bij. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) heeft een standaardprocedure opgesteld voor de opmaak van een sloopopvolgingsplan en het controleverslag. De deskundige volgt op dat de afvalstoffen die ontstaan bij de selectieve sloop of ontmanteling worden afgevoerd naar een vergunde inrichting voor verwerking [29](#page=29).
#### 4.1.5 Uitzonderingen
Voor het slopen van een eengezinswoning is geen sloopopvolgingsplan nodig [30](#page=30).
#### 4.1.6 Voordelen van het sloopopvolgingsplan
Het SOP dient voor de slopers/aannemers afbraakwerken als volgt:
* Zij kunnen op een objectieve manier een gedetailleerde offerte opmaken, op maat van het project [31](#page=31).
* Zij hebben inzicht in alle aanwezige gevaarlijke afvalstoffen en welke voorzorgsmaatregelen zij dienen te treffen voor een veilige afbraak [31](#page=31).
* Zij kunnen hun personeelsleden/onderaannemers volledig op de hoogte brengen van de aanwezige afvalstromen en hun locatie [31](#page=31).
Voor de veiligheidscoördinator ontwerp en verwezenlijking biedt het SOP het voordeel dat alle gekende gevaarlijke afvalstoffen voor de start van de werken bekend zijn. De voorgestelde risico-analyse door de sloopdeskundige kan worden gecombineerd met de eigen risico-analyse voor het verdere verloop van de werken [31](#page=31).
Voor de eigenaar is het grote voordeel dat de offerte van de aannemer volledig aangepast kan worden aan het project, en de hoeveelheid onverwachte (meer)kosten tot een minimum kan worden herleid [31](#page=31).
### 4.2 Asbest en de asbestinventaris
Asbest wordt ook behandeld binnen de context van veiligheid op de werf. Hoewel de details van de asbestinventaris niet diepgaand worden uitgewerkt op de genoemde pagina's, is het een essentieel onderdeel dat voorafgaat aan sloop- en renovatiewerken om de aanwezigheid van asbest te identificeren en te inventariseren. Dit is van cruciaal belang voor de opstelling van het sloopopvolgingsplan, aangezien asbest een gevaarlijke afvalstof is die specifieke procedures vereist voor verwijdering en afhandeling [4](#page=4).
> **Tip:** De asbestinventaris is de basis voor het identificeren van gevaarlijke afvalstoffen in het sloopopvolgingsplan. Zonder een correcte asbestinventaris kan een sloopopvolgingsplan niet volledig en veilig worden opgesteld.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Veiligheidscoördinator | Een persoon die is aangewezen om de veiligheid en gezondheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen te coördineren, met als doel het voorkomen van ongevallen en het waarborgen van een veilige werkomgeving voor alle betrokken partijen. |
| Regelgeving | Een verzameling van wettelijke bepalingen, decreten, koninklijke besluiten en ministeriële omzendbrieven die de normen en procedures vastleggen waaraan bouw- en sloopactiviteiten moeten voldoen om de veiligheid en gezondheid van werknemers en derden te garanderen. |
| Risico-analyse | Een systematisch proces waarbij potentiële gevaren worden geïdentificeerd, de waarschijnlijkheid van het optreden van een ongewenste gebeurtenis wordt ingeschat en de mogelijke gevolgen worden bepaald, teneinde preventieve maatregelen te kunnen treffen. |
| Preventie | Het geheel van maatregelen en acties gericht op het vermijden van ongevallen, ziekten en gevaren op de werkplek, door het wegnemen of beheersen van risico's en het creëren van een veilige werkomgeving. |
| Sloopopvolgingsplan | Een document dat verplicht is bij bepaalde sloop-, ontmantelings- en renovatiewerken, waarin alle afvalstoffen die vrijkomen worden geïdentificeerd, met informatie over gevaarlijke en niet-gevaarlijke materialen, hun hoeveelheid en herkomst, ter bevordering van selectieve sloop en correcte afvalverwerking. |
| Asbest | Een groep mineralen die van nature voorkomt en die door zijn vezelstructuur en brandwerende eigenschappen veel werd gebruikt in bouwmaterialen. Inademing van asbestvezels kan ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals asbestose en mesothelioom. |
| Werken op hoogte | Werkzaamheden die worden uitgevoerd op een hoogte van meer dan twee meter boven de grond of het laagste niveau, waarbij valgevaar bestaat. Dit vereist specifieke veiligheidsmaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen om ongevallen te voorkomen. |
| Uitgravingen | Werkzaamheden die betrekking hebben op het afgraven van grond voor de aanleg van funderingen, kelders, leidingen of andere constructies. Deze werkzaamheden brengen risico's met zich mee zoals instorting, bedelving en contact met ondergrondse leidingen. |
| Veiligheidssignalisatie | Visuele waarschuwingsborden en pictogrammen die worden gebruikt om gevaren aan te duiden, verboden kenbaar te maken, verplichtingen weer te geven en veiligheidsinstructies te communiceren op de werkplek. |
| Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) | Uitrusting die door een werknemer wordt gedragen of gehanteerd om zich te beschermen tegen één of meerdere gevaren die de gezondheid of de veiligheid bij de uitoefening van een beroep of een activiteit kunnen bedreigen. Voorbeelden zijn helmen, veiligheidsschoenen, handschoenen en veiligheidsbrillen. |
| Beschoeiing | Een constructie die wordt aangebracht langs de wanden van een uitgraving om te voorkomen dat de grond instort en om de stabiliteit te waarborgen, vooral bij grotere dieptes of instabiele grondsoorten. |
| Oxy-acetyleenbranden | Een proces waarbij een mengsel van zuurstof en acetyleen wordt gebruikt voor lassen of snijden van metalen. Dit proces brengt risico's met zich mee zoals brand, explosie en verbranding. |
| EURAL-code | De Europese Afvalcatalogus (EURAL) code is een unieke identificatiecode die wordt toegekend aan verschillende soorten afvalstoffen om hun classificatie en beheer te standaardiseren binnen de Europese Unie. |