Cover
Start now for free Unknown-2.pdf
Summary
# Infecties van de bovenste luchtwegen
Dit onderwerp behandelt virale en bacteriële infecties van de bovenste luchtwegen, waaronder verkoudheid, griep, COVID-19 en keelontsteking, met een focus op de veroorzakende agentia en hun kenmerken [2](#page=2).
### 1.1 Algemene principes van infecties van de bovenste luchtwegen
Infecties van de bovenste luchtwegen komen wereldwijd voor en beïnvloeden de farynx, tonsillen, neus, sinussen, het middenoor en de conjunctiva. Meestal betreft het virale infecties. Preventie en behandeling zijn afhankelijk van de specifieke verwekker [2](#page=2).
### 1.2 Virale infecties van de bovenste luchtwegen
#### 1.2.1 Picornavirussen
Picornavirussen zijn kleine, icosaëdrische, naakte RNA-virussen. Ze zijn de oorzaak van rinitis en rinosinusitis, ook wel bekend als de banale verkoudheid. Het meest voorkomende rhinovirus heeft meer dan 100 serotypen [2](#page=2).
#### 1.2.2 Orthomyxovirussen
Orthomyxovirussen veroorzaken influenza, oftewel griep. Dit zijn envelopvirussen met twee glycoproteïnen die als virusaanhechtingsproteïnen (VAP's) fungeren: hemagglutinine (voor aanhechting aan receptoren in de luchtwegen) en neuraminidase (voor splitsing). Orthomyxovirussen ondergaan permanente veranderingen door antigene drift (mutaties) en antigene shift (recombinaties), zoals bij de interactie tussen humane en vogelvirussen [2](#page=2).
#### 1.2.3 Coronavirussen
Coronavirussen zijn RNA-envelopvirussen die SARS-CoV-2 (severe acute respiratory syndrome coronavirus 2) omvatten, de verwekker van COVID-19. Overdracht kan plaatsvinden via droplets, huidcontact en indirect. Deze virussen komen zowel bij mensen als dieren voor. De ziektebeelden variëren van verkoudheid tot acuut respiratoir syndroom [2](#page=2).
##### 1.2.3.1 SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome)
SARS kwam voor in China in 2002 en manifesteerde zich als atypische longontsteking, ademhalingsproblemen en spijsverteringsproblemen. Sinds 2004 zijn er geen nieuwe gevallen meer gemeld. Het wordt beschouwd als een zoönose, mogelijk afkomstig van vleermuizen [2](#page=2).
##### 1.2.3.2 MERS (Middle East Respiratory Syndrome)
MERS werd in 2012 ontdekt in Jordanië en Saoedi-Arabië. Het veroorzaakt infecties van de lagere luchtwegen en ernstige ziekte bij personen met reeds bestaande gezondheidsproblemen. Er zijn nog steeds nieuwe gevallen, maar de mens-op-mens transmissie is beperkt. Het wordt ook beschouwd als een zoönose, mogelijk afkomstig van vleermuizen en kamelen [2](#page=2).
##### 1.2.3.3 COVID-19
COVID-19 werd in december 2019 vastgesteld in Wuhan. De symptomen variëren van griepachtige klachten tot acuut longlijden, sepsis en hartritmestoornissen. De oorsprong wordt vermoedelijk bij vleermuizen te liggen, met mogelijke overdracht via schubdieren naar de mens. Voorzorgsmaatregelen zijn essentieel [2](#page=2).
### 1.3 Faryngitis (keelontsteking)
Faryngitis, of keelontsteking, heeft meestal een virale oorsprong, bijvoorbeeld door Rhinovirus. Een bacteriële oorsprong komt echter ook voor, met name door *Streptococcus* sp. (groep A) [2](#page=2).
---
# Infecties van de onderste luchtwegen en tuberculose
Dit gedeelte bespreekt bacteriële en schimmelinfecties van de onderste luchtwegen, met een specifieke focus op longontsteking en tuberculose.
### 2.1 Bacteriële infecties
#### 2.1.1 Pneumonie (longontsteking)
Pneumonie is een infectie van de longen, die vooral voorkomt bij verzwakte personen [3](#page=3).
##### 2.1.1.1 Veroorzakende bacteriën
* **Streptococcus pneumoniae**: Deze bacterie is een veelvoorkomende oorzaak van thuis opgelopen longontsteking. Het is een diplokok (komt voor in paren) met een slijmkapsel, dat een belangrijke factor is bij het veroorzaken van ziekte, zoals pneumonie en meningitis. Ongeveer 35-60% van de bevolking is drager van deze bacterie. Vaccinatie vindt plaats op kinderleeftijd [3](#page=3).
* **Staphylococcus aureus**: Deze bacterie wordt vaker opgelopen in een ziekenhuisomgeving (nosocomiale infectie). *Staphylococcus aureus* is een Gram-positieve bacterie die verschijnt in clusters die lijken op druiventrossen en paars kleurt bij Gram-kleuring. Het kan verschillende infecties veroorzaken, waaronder [3](#page=3):
* Pneumonie [3](#page=3).
* Huidinfecties, vooral op plaatsen waar de bacterie op een wondje terechtkomt [3](#page=3).
* Bacteriëmie, vaak geassocieerd met catheters, wat kan leiden tot endocarditis (ontsteking van het hartzakje) en septische arthritis (gewrichtsontsteking) [3](#page=3).
* Toxineproductie, wat kan leiden tot syndromen zoals *Staphylococcal scalded skin syndrome* (SSSS) [3](#page=3).
> **Tip:** *Staphylococcus aureus* kan resistent zijn tegen antibiotica, zoals MRSA (Methicillin-resistant *Staphylococcus aureus*), en komt voor als residente microbiota op de huid en slijmvliezen [3](#page=3).
#### 2.1.2 Tuberculose
Tuberculose (TBC) is een infectieziekte veroorzaakt door de bacterie *Mycobacterium tuberculosis* [3](#page=3).
* **Kenmerken van *Mycobacterium tuberculosis***:
* Aerobe bacterie [3](#page=3).
* Traag groeiend [3](#page=3).
* Moeilijk te kweken in het laboratorium, wat mogelijke relatie heeft met de postulaten van Koch [3](#page=3).
* Heeft een specifieke celwandstructuur die speciale kleuring vereist, zoals de Ziehl-Neelsen kleuring. Deze celwandstructuur kan ertoe leiden dat klassieke antibiotica minder effectief zijn en dat er resistentie ontstaat [3](#page=3).
### 2.2 Schimmel- of gistinfecties
#### 2.2.1 Invasieve aspergillose
Invasieve aspergillose wordt veroorzaakt door de schimmel *Aspergillus*, met *Aspergillus fumigatus* als de meest voorkomende soort. Dit is een opportunistische infectie die vooral optreedt bij mensen met een verzwakt immuunsysteem [3](#page=3).
* **Locatie en verspreiding**:
* De infectie manifesteert zich in de longen en/of sinussen [3](#page=3).
* Wanneer de infectie systemisch wordt (zich door het hele lichaam verspreidt en in de bloedbaan terechtkomt), kan deze snel dodelijk zijn [3](#page=3).
* *Aspergillus* komt niet voor als residente microbiota. Het kan worden aangetroffen als woning- of buitenmilieuschimmel, met name op vochtige plaatsen [3](#page=3).
---
# Infecties van het maag- en darmkanaal
Dit deel behandelt bacteriële, virale en protozoaire infecties van het maag-darmkanaal, met specifieke aandacht voor verschillende pathogenen en hun kenmerken [4](#page=4) [5](#page=5).
### 3.1 Bacteriële infecties
#### 3.1.1 Clostridium sp.
* **Clostridium difficile**:
* Gram-positieve bacil [4](#page=4).
* Obligaat anaëroob [4](#page=4).
* Vormt sporen [4](#page=4).
* Maakt deel uit van de residente darmflora; veroorzaakt klachten enkel bij verstoring van deze flora [4](#page=4).
* Kan leiden tot pseudomembraneuze colitis, ook bekend als antibiotica-geassocieerde colitis [4](#page=4).
#### 3.1.2 Enterobacteriaceae
* Een heterogene groep Gram-negatieve bacillen die aeroob of facultatief anaeroob zijn [4](#page=4).
* Ze komen voor in bodem en water, en als residente microbiota in het darmkanaal [4](#page=4).
* Ze bezitten endotoxinen [4](#page=4).
* **Escherichia coli (E. coli)**:
* Commensaal in het colon [4](#page=4).
* Kan urineweginfecties (UWI) veroorzaken [4](#page=4).
* Is een oorzaak van reizigersdiarree, met name de enterotoxische variant (ETEC) [4](#page=4).
* **Extended Spectrum Beta-Lactamase (ESBL) producerende bacteriën**:
* Dit zijn bacteriën die bepaalde soorten antibiotica kunnen afbreken [4](#page=4).
* Vaak gaat het om gewone darmbacteriën, zoals E. coli [4](#page=4).
* De prevalentie neemt toe [4](#page=4).
* De behandeling wordt hierdoor bemoeilijkt [4](#page=4).
* Ziekenhuisopname is vaak noodzakelijk [4](#page=4).
* Verschillende besmettingswegen vereisen strikte infectiebeheer- en keukenhygiëneregels [4](#page=4).
* **Carbapenemase-producerende enterobacteriën (CPE)**:
* Deze bacteriën breken carbapenem-antibiotica af [4](#page=4).
* Ze verspreiden zich snel in Europa door verhoogde mobiliteit [4](#page=4).
* Bij symptoomloze dragers is er geen antibioticakuur nodig [4](#page=4).
* Bij verzwakte weerstand of op bepaalde ziekenhuisafdelingen kan een (voorzichtige) behandeling worden gestart [4](#page=4).
* Standaardvoorzorgsmaatregelen zijn essentieel [4](#page=4).
* Resistentie kan worden doorgegeven binnen dezelfde familie van micro-organismen [4](#page=4).
#### 3.1.3 Salmonella enterica
* Veroorzaakt bacteriële gastro-enteritis [4](#page=4).
* Besmetting vindt plaats door het eten van besmet voedsel of via faeco-orale transmissie [4](#page=4).
#### 3.1.4 Campylobacter sp.
* Gram-negatieve vibrio met één polaire flagel [4](#page=4).
* *C. jejuni* is de belangrijkste bacteriële oorzaak van gastro-enteritis [4](#page=4).
* Besmetting kan optreden via besmet vlees (bv. kip), wat een zoönose is [4](#page=4).
#### 3.1.5 Helicobacter sp.
* *H. pylori*:
* Gram-negatieve spirillum met meerdere polaire flagella [4](#page=4).
* Produceert urease, wat gebruikt kan worden voor een ademtest [4](#page=4).
### 3.2 Virale infecties
#### 3.2.1 Infectie met het Norovirus
* Een enkelstrengs RNA-virus met een eiwitmantel zonder lipide-envelop [5](#page=5).
* Komt voor bij zowel mensen als dieren [5](#page=5).
* Is de meest frequente oorzaak van gastro-enteritis [5](#page=5).
* Besmetting geschiedt van mens op mens of door contact met een besmette omgeving (voedsel, water, etc.) [5](#page=5).
* Vaak de oorzaak van epidemieën in zorginstellingen vanwege de hoge besmettelijkheid [5](#page=5).
#### 3.2.2 Infectie met het Rotavirus
* Heeft een eiwitmantel zonder lipide-envelop en meerdere segmenten ds RNA [5](#page=5).
* Is zeer stabiel en besmettelijk, voornamelijk via de faeco-orale weg [5](#page=5).
* Veroorzaakt gastro-enteritis bij jonge kinderen [5](#page=5).
* Kan leiden tot dehydratie, wat fataal kan zijn [5](#page=5).
* Een vaccinatie (drinkvaccin) is beschikbaar, maar dient betaald te worden [5](#page=5).
### 3.3 Protozoaire infecties (parasieten)
#### 3.3.1 Infectie met Enterobius vermicularis (aarsmaden)
* Behoort tot de worminfecties [5](#page=5).
* De worm is ongeveer 1 centimeter lang [5](#page=5).
* **Levenscyclus**:
* Ingestie van eitjes [5](#page=5).
* Larven komen uit in de dunne darm [5](#page=5).
* Larven migreren naar de dikke darm [5](#page=5).
* Ze ontwikkelen zich tot volwassen wormen binnen 2 tot 6 weken [5](#page=5).
* Eitjes worden afgezet in de peri-anale regio [5](#page=5).
* Het belangrijkste symptoom is anale jeuk [5](#page=5).
---
# Infecties van de huid
Dit onderwerp behandelt diverse infecties van de huid, waaronder bacteriële infecties veroorzaakt door Staphylococcus en Clostridium, virale infecties door Papovavirussen en Humane herpesvirussen, schimmel- en gistinfecties zoals dermatomycosen en candidiasis, en protozoaire infecties zoals hoofdluizen en schurft.
### 4.1 Bacteriële infecties
Bacteriële huidinfecties kunnen worden veroorzaakt door verschillende soorten bacteriën, waaronder Staphylococcus en Clostridium [6](#page=6).
#### 4.1.1 Infecties door Staphylococcus Sp.
Staphylococcus-soorten zijn deel van de residente microbiota, maar kunnen ook infecties veroorzaken op ongebruikelijke plaatsen, zoals in wondjes. Ze kunnen leiden tot pneumonie, huidinfecties, bacteriëmie (vooral via katheters), endocarditis, septische arthritis en toxineproductie. Een specifiek syndroom geassocieerd met Staphylococcus is het Staphylococcal scalded skin syndrome (SSSS) [6](#page=6).
#### 4.1.2 Infecties door Clostridium Sp.
Besmetting met Clostridium-soorten vindt plaats door contact met sporen, bijvoorbeeld via roest of dierenbeten [6](#page=6).
* **C. perfringens:** Deze bacterie produceert toxines en kan gasgangreen veroorzaken bij wondbesmetting of door consumptie van besmet voedsel. Gasgangreen kan dodelijk zijn als er niet snel medische hulp wordt ingeschakeld, waarbij de bacterie spieren aantast en toxines afgeeft [6](#page=6).
* **C. tetani:** Dit agens produceert een exotoxine, uitsluitend onder anaerobe omstandigheden. Dit leidt tot tetanus, ook wel wondklem genoemd, waarbij de toxines de neurotransmitters blokkeren, specifiek GABA. Spoelen met zuurstofwater kan een behandelingsoptie zijn [6](#page=6).
### 4.2 Virale infecties
Virale huidinfecties kunnen worden veroorzaakt door Papovavirussen en Humane herpesvirussen [6](#page=6).
#### 4.2.1 Infecties door Papovavirussen
Papovavirussen zijn naakte icosaëdrische ds DNA-virussen die celgroei kunnen stimuleren en daardoor kanker kunnen veroorzaken. Ze zijn besmettelijk en komen voor in verschillende groepen [6](#page=6).
* **Humaan papilloma virus (HPV):** Dit zeer besmettelijke virus veroorzaakt wratten op de huid door direct huidcontact en op de genitaliën door seksueel contact. Bepaalde types, zoals HPV-16 en HPV-18, worden geassocieerd met cervixkanker. Vaccinatie is beschikbaar [6](#page=6).
#### 4.2.2 Infecties door Humane herpesvirussen (HHV)
Humane herpesvirussen zijn grote ds DNA-virussen met een envelop. Ze manifesteren zich typisch met een primo-infectie, gevolgd door een latente fase en soms reactivatie. Deze virussen zijn alomtegenwoordig en veroorzaken meestal relatief onschuldige infecties [6](#page=6).
* **Herpes simplex virus (HSV):**
* **HSV 1:** Veroorzaakt herpes labialis. De primo-infectie bij kinderen kan zich uiten als gingivostomatitis, terwijl reactivatie leidt tot koortsblaasjes [6](#page=6).
* **HSV 2:** Veroorzaakt herpes genitalis met anogenitale ulcera, en wordt beschouwd als een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) [6](#page=6).
* **Varicella zoster virus (VZV):**
* De primo-infectie veroorzaakt varicella, beter bekend als waterpokken [7](#page=7).
* Reactivatie van het virus leidt tot zoster, ook bekend als gordelroos (zona). Zona komt vaker voor bij oudere mensen met verminderde weerstand, stress, verlies of eenzaamheid [7](#page=7).
### 4.3 Schimmels en gisten
Schimmelinfecties van de huid kunnen worden onderverdeeld in dermatomycosen en candidiasis [7](#page=7).
#### 4.3.1 Dermatomycosen
Dermatomycosen infecteren de huid, haren en nagels. Ze worden veroorzaakt door dermatofyten, een heterogene groep schimmels [7](#page=7).
* **Voorbeelden van dermatomycosen:**
* Tinea corporis (ringworm) [7](#page=7).
* Tinea pedis (atleetvoet) [7](#page=7).
* Tinea cruris (zwemmerseczeem in de liesstreek) [7](#page=7).
#### 4.3.2 Candidiasis
* **Candida albicans:** Dit is een schimmel die commensaaal op de huid voorkomt, maar bij verminderde weerstand lokale infecties kan veroorzaken. Dit kan zich uiten als spruw, peri-anale candidiasis, vaginale candidiasis en slokdarmcandidiase (vooral bij HIV-patiënten). Systemische candidiasis kan optreden bij neutropenie, waarbij inwendige organen worden aangetast [7](#page=7).
### 4.4 Protozoaire infecties
Protozoaire infecties, veroorzaakt door parasieten, kunnen ook huidproblemen geven [7](#page=7).
#### 4.4.1 Pediculosis capitis (hoofdluizen)
Hoofdluizen zijn kleine, bloedzuigende parasieten die voornamelijk neten (eitjes) zichtbaar laten. Ze veroorzaken jeuk en komen frequent voor, met name in schoolomgevingen. Behandeling bestaat uit anti-luizen shampoo (tweemaal toegepast) en de natkammethode [7](#page=7).
#### 4.4.2 Sarcoptes scabies (Schurftmijt)
De schurftmijt is een kleine parasiet van ongeveer 0,4 mm. Besmetting vindt plaats door direct contact, vaak in warme omgevingen zoals bedden. De mijt graaft zich in de epidermis, met een graafsnelheid van ongeveer 2 millimeter per dag. De mijt legt eieren waaruit larven komen, wat ernstige jeuk veroorzaakt [7](#page=7).
---
# Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's)
Dit gedeelte behandelt een overzicht van verschillende seksueel overdraagbare aandoeningen, onderverdeeld in bacteriële, virale en parasitaire categorieën, inclusief hun kenmerken en syndromen.
### 5.1 Bacteriële SOA’s
#### 5.1.1 Chlamydia sp.
* **Kenmerken:**
* Gram-negatieve bacteriën [10](#page=10).
* Klein formaat (300-400 nm) [10](#page=10).
* Geen peptidoglycanen in de celwand [10](#page=10).
* Obligaat intracellulaire bacteriën [10](#page=10).
* **Specifieke soort (C. trachomatis):**
* Wordt beschouwd als de meest voorkomende bacteriële SOA in België [11](#page=11).
* Kan urethritis veroorzaken [10](#page=10).
* Kan leiden tot infertiliteit bij vrouwen [10](#page=10).
* Vaak asymptomatisch [10](#page=10).
* Behandeling vereist speciale aandacht; geen antibiotica van de tweede keus wegens mogelijke nevenwerkingen. Zeer besmettelijk [11](#page=11).
#### 5.1.2 Neisseria sp.
* **Kenmerken:**
* Gram-negatieve diplokokken [10](#page=10).
* Hebben een kapsel [10](#page=10).
* **Specifieke soort (N. gonorroe):**
* Veroorzaakt gonorroe, ook bekend als "druiper" bij mannen (een SOA) [10](#page=10) [11](#page=11).
* Kan urethritis veroorzaken [10](#page=10).
* Heeft een hoog infectierisico [10](#page=10).
* Vaak asymptomatisch [10](#page=10).
#### 5.1.3 Treponema pallidum
* **Kenmerken:**
* Veroorzaakt syfilis [10](#page=10).
* Is een strikt humaan pathogeen [10](#page=10).
* Behoort tot de spirocheten: dunne gram-negatieve spirillen [10](#page=10).
* **Verloop van de infectie:**
* Begint met een pijnloze zweer op de geslachtsorganen of in de keel [11](#page=11).
* Kan zich ontwikkelen via verschillende stadia, van infectie van de geslachtsorganen tot infectie van andere organen en meningitis [10](#page=10).
* Kwam vroeger vaker voor en is makkelijk te bestrijden met antibiotica, met name in landen waar medische hulp beperkt is [11](#page=11).
### 5.2 Virale SOA’s
#### 5.2.1 Hepatitis B
* **Kenmerken:**
* Kan leverontsteking en leverkanker veroorzaken [11](#page=11).
* Besmettingsweg verloopt via bloed of seksueel contact [11](#page=11).
#### 5.2.2 HSV2 (Herpes Simplex Virus type 2)
* **Kenmerken:**
* Wordt gekenmerkt door pijnlijke blaasjes op de geslachtsorganen die steeds terugkomen [11](#page=11).
#### 5.2.3 HPV (Humaan Papillomavirus)
* **Kenmerken:**
* Kan bloemkoolachtige gezwelletjes veroorzaken, bekend als genitale wratten [11](#page=11).
* Wratten op de handen kunnen niet leiden tot genitale wratten [11](#page=11).
#### 5.2.4 HIV (Humaan Immunodeficiëntie Virus)
* **Kenmerken:**
* Behoort tot de retrovirussen en zijn RNA-envelop virussen [10](#page=10).
* Bevatten reverse transcriptase (RT) [10](#page=10).
* Identificatie vond plaats in 1983 [10](#page=10).
* Besmet T-helpercellen [10](#page=10).
* Binding aan de gastheercel verloopt via gp120 [10](#page=10).
* Het virus bevat reverse transcriptase en integrase die zorgen voor de integratie van het virale genoom in het menselijke DNA [10](#page=10).
* HIV is een virus dat het afweermechanisme afbreekt [11](#page=11).
* Wanneer het aantal T-cellen te laag wordt, ontstaat AIDS [10](#page=10).
* Verschillende antivirale middelen zijn beschikbaar [10](#page=10).
* Ernstige ziekte veroorzaakt door HIV is AIDS [11](#page=11).
* Er wordt gesproken van AIDS wanneer het immuunsysteem onder een bepaalde kritieke grens zakt en het lichaam infecties niet meer kan bestrijden [11](#page=11).
* Het immuunsysteem wordt zodanig zwak dat het lichaam de minste infectie niet kan overwinnen, wat leidt tot AIDS. AIDS is het gevolg van een HIV-besmetting en kan leiden tot sterfte door een banale virusinfectie, zoals verkoudheid of griep, omdat het immuunsysteem en de T-lymfocyten hun functie verliezen [10](#page=10).
### 5.3 Parasitaire SOA’s
#### 5.3.1 Sarcoptes scabies
* **Kenmerken:**
* Wordt ook wel schurft genoemd [11](#page=11).
* Is een ectoparasiet die een voorliefde heeft voor haar [11](#page=11).
* Kan ook genitale infecties veroorzaken [11](#page=11).
#### 5.3.2 Trichomonas vaginalis
* **Kenmerken:**
* Een flagellaat (met een staartje), een eencellige parasiet [10](#page=10) [11](#page=11).
* Heeft een opvallende kern en meerdere flagellen [10](#page=10).
* Is een SOA [10](#page=10).
* Vaak asymptomatisch [10](#page=10).
* Veroorzaakt vaginitis bij vrouwen [10](#page=10).
* Mannnen hebben vaak minder symptomen, maar kunnen wel geïnfecteerd zijn [10](#page=10) [11](#page=11).
* Kan leiden tot vaginale jeuk, een branderig gevoel en vochtafscheiding, vooral bij vrouwen [11](#page=11).
### 5.4 Algemene Opmerkingen en Syndromen
* **Belangrijke SOA-kenmerken:**
* "Druiper" is een synoniem voor gonorroe, een bacteriële SOA [11](#page=11).
* Schaamluis kan worden aangepakt met een "full wax" behandeling [11](#page=11).
* Chlamydia is de meest voorkomende bacteriële SOA in België [11](#page=11).
* Genitale wratten zien eruit als bloemkoolachtige gezwelletjes [11](#page=11).
* Hepatitis B kan leverontsteking en leverkanker veroorzaken [11](#page=11).
* HIV is een virus dat het afweermechanisme afbreekt [11](#page=11).
* Genitale herpes wordt gekenmerkt door pijnlijke blaasjes op de geslachtsorganen die steeds terugkomen [11](#page=11).
* Vooral bij mannen kan het leiden tot urineweginfecties; vrouwen kunnen ook besmet raken, wat kan leiden tot onvruchtbaarheid van de eierstokken [11](#page=11).
* Zelfs zonder symptomen kan men besmettelijk zijn [11](#page=11).
* Syfilis begint met een pijnloze zweer op de geslachtsorganen of in de keel [11](#page=11).
* Schurft is een jeukende SOA, veroorzaakt door een spinachtig organisme [11](#page=11).
* Trichomoniasis is een parasitaire infectie die vooral bij vrouwen vaginale jeuk, een branderig gevoel en vochtafscheiding veroorzaakt [11](#page=11).
> **Tip:** Veel SOA's verlopen asymptomatisch, wat betekent dat iemand besmet kan zijn zonder dit te weten en de infectie kan overdragen [10](#page=10) [11](#page=11).
> **Tip:** AIDS is het eindstadium van een HIV-infectie en treedt op wanneer het immuunsysteem ernstig is beschadigd [10](#page=10) [11](#page=11).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Picornavirussen | Een familie van kleine, icosaëdrische, naakte RNA-virussen die onder andere rinitis en rinosinusitis kunnen veroorzaken. |
| Orthomyxovirussen | Een groep virussen, waaronder het influenzavirus, die griep veroorzaken. Ze hebben een envelop en twee glycoproteïnen: hemagglutinine en neuraminidase, betrokken bij de aanhechting en het splitsen van receptoren in de luchtwegen. |
| Coronavirussen | Een familie van RNA-enveloppe virussen, waaronder SARS-CoV-2 dat COVID-19 veroorzaakt. Ze kunnen variëren van milde verkoudheid tot ernstige acute ademhalingssyndromen zoals SARS en MERS. |
| Streptococcus pneumoniae | Een diplokok die vaak voorkomt als residente microbiota en longontsteking en meningitis kan veroorzaken. Een vaccin is beschikbaar voor vaccinatie op kinderleeftijd. |
| Staphylococcus aureus | Een Gram-positieve bacterie die voorkomt als residente microbiota op huid en slijmvliezen en longontsteking, huidinfecties en bacteriëmie kan veroorzaken. MRSA is een bekende resistente variant. |
| Mycobacterium tuberculosis | De bacterie die tuberculose veroorzaakt. Het is een aerobe, langzaam groeiende bacterie met een aparte celwandstructuur, wat resistentie tegen klassieke antibiotica kan veroorzaken. |
| Clostridium difficile | Een Gram-positieve, anaërobe bacterie met sporevorming die deel uitmaakt van de residente microbiota. Verstoring van de darmflora kan leiden tot pseudomembraneuze colitis. |
| Enterobacteriaceae | Een heterogene groep Gram-negatieve, facultatief anaërobe bacteriën die veel voorkomen in de bodem, water en als residente microbiota in het darmkanaal. Ze produceren endotoxinen en omvatten diverse soorten zoals Escherichia coli. |
| ESBL (Extended Spectrum Beta-Lactamase) | Een enzym geproduceerd door sommige bacteriën, zoals E. coli, dat bepaalde soorten antibiotica kan afbreken, waardoor de behandeling van infecties wordt bemoeilijkt. |
| CPE (Carbapenemase-producerende enterobacteriën) | Enterobacteriën die carbapenem-antibiotica afbreken, wat leidt tot multiresistente infecties die moeilijk te behandelen zijn. |
| Norovirus | Een enkelstrengs RNA-virus met een eiwitmantel zonder lipide-envelop, dat een veelvoorkomende oorzaak is van gastro-enteritis en epidemieën kan veroorzaken, met name in zorginstellingen. |
| Rotavirus | Een virus met een eiwitmantel zonder lipide-envelop en meerdere segmenten ds RNA. Het is zeer stabiel, besmettelijk via de faeco-orale weg en veroorzaakt gastro-enteritis bij jonge kinderen, wat kan leiden tot dehydratatie. |
| Enterobius vermicularis | Een worminfectie die bekend staat als aarsmaden. De cyclus omvat ingestie van eitjes, uitkomen van larfjes in de dunne darm, migratie naar de dikke darm en volwassenwording, wat resulteert in anale jeuk. |
| Papovavirussen | Naakte virussen met een icosaëdrische ds DNA-structuur, die celgroei kunnen stimuleren en geassocieerd worden met kanker. Het humane papillomavirus (HPV) is een bekend voorbeeld dat wratten en cervixkanker kan veroorzaken. |
| Humane herpesvirussen (HHV) | Grote ds DNA-enveloppe virussen die primo-infecties kunnen veroorzaken, gevolgd door een latente fase en soms reactivatie. Voorbeelden zijn Herpes simplex virus (HSV) en Varicella zoster virus (VZV). |
| Dermatomycosen | Infecties van de huid, haren en nagels veroorzaakt door dermatofyten, een heterogene groep schimmels. Voorbeelden zijn tinea corporis, tinea pedis en tinea cruris. |
| Candida albicans | Een schimmel die normaal voorkomt als commensaal op de huid en slijmvliezen. Verminderde weerstand kan leiden tot lokale infecties zoals spruw of vaginale candidiasis, en systemische infecties bij neutropenie. |
| Pediculosis capitis | Een infestatie met hoofdluizen, kleine, bloedzuigende parasieten die jeuk veroorzaken en een veelvoorkomend probleem zijn, vooral in schoolomgevingen. |
| Sarcoptes scabies | Een mijt die zich ingraaft in de epidermis en jeuk veroorzaakt, bekend als schurft. Overdracht vindt plaats via direct contact in warme omgevingen. |
| Listeria sp. | Een Gram-positieve, niet-sporevormende bacterie die intracellulair groeit in macrofagen. L. monocytogenes kan meningitis en andere infecties veroorzaken, vooral bij immuungecompromiteerden en pasgeborenen. |
| Neisseria sp. | Gram-negatieve diplokokken, vaak omkapseld. N. meningitidis veroorzaakt meningitis en meningosepsis, vooral bij kinderen. N. gonorroe is een bacterie die gonorroe veroorzaakt. |
| Haemophilus influenza | Een Gram-negatieve bacterie, niet te verwarren met het influenzavirus, die ernstige infectieziekten bij kinderen kan veroorzaken, zoals meningitis en acute epiglottitis. |
| Prionen | Infectieuze eiwitten (PrP) die de conformatie van gezonde eiwitten kunnen veranderen, leidend tot overdraagbare spongiforme encefalopathieën zoals Creutzfeldt-Jakob Disease (CJD). |
| Hepatitis A | Een acuut besmettelijke virale hepatitis die via de faeco-orale route wordt overgedragen, meestal volledig herstelt en waarvoor vaccinatie beschikbaar is. |
| Hepatitis B | Een virale hepatitis die hematogeen (via bloed) wordt overgedragen. Kan leiden tot fulminante hepatitis, chronische hepatitis of een SOA. Systematische vaccinatie is beschikbaar. |
| Hepatitis C | Een virale hepatitis die hematogeen wordt overgedragen en frequent chronische hepatitis veroorzaakt. Er is geen vaccinatie beschikbaar. |
| Chlamydia sp. | Obligaat intracellulaire Gram-negatieve bacteriën, de meest voorkomende bacteriële SOA. C. trachomatis kan urethritis en infertiliteit veroorzaken, vaak asymptomatisch. |
| Neisseria gonorrhoeae | Een Gram-negatieve diplokok die gonorroe (druiper) veroorzaakt, een SOA met een hoog infectierisico en vaak asymptomatische presentatie. |
| Treponema pallidum | Een spirocheet die syfilis veroorzaakt. Het is een strikt humaan pathogeen met verschillende stadia die verschillende organen kunnen aantasten, inclusief de hersenen. |
| HIV (Human Immunodeficiency Virus) | Een retrovirus dat het immuunsysteem aantast, met name de T-helpercellen. De infectie kan leiden tot AIDS, waarbij het lichaam vatbaar wordt voor opportunistische infecties. |
| Trichomonas vaginalis | Een flagellaat, eencellige parasiet die een SOA veroorzaakt. Bij vrouwen kan het vaginitis veroorzaken, terwijl mannen vaak minder symptomen hebben. |
| Toxoplasma gondii | Een sporozoïsche parasiet die via kattenuitwerpselen wordt verspreid. Kan asymptomatisch zijn bij gezonde individuen, maar is gevaarlijk tijdens zwangerschap en bij immuungecompromitteerden. |
| Epstein-Barr virus (EBV) | Een humaan herpesvirus dat klierkoorts (ziekte van Pfeiffer) veroorzaakt, vooral bij adolescenten. Latent kan het risico op lymfoom en leukemie verhogen bij immuungecompromitteerden. |
| Enterococcus sp. | Gram-positieve bacteriën die vaak voorkomen als intestinale commensaal. E. faecalis en E. faecium kunnen nosocomiale, opportunistische infecties veroorzaken, zoals urineweginfecties en bacteriëmie. VRE (Vancomycine-resistente Enterokokken) is een belangrijk resistentieprobleem. |
| Staphylococcus epidermidis | Een Gram-positieve, bolvormige bacterie die commensaal is op de huid. Het behoort tot de coagulase-negatieve staphylokokken en is een veelvoorkomende oorzaak van katheterinfecties en infecties van kunstkleppen. |