Cover
Start now for free Voedingsstof water.pptx
Summary
# belang van water als voedingsstof
Water is van cruciaal belang voor het menselijk lichaam en speelt een veelzijdige rol als bouwstof, transportmiddel, oplosmiddel en warmteregulator.
### 1.1 De chemische structuur van water
Water bestaat uit de elementen waterstof (H) en zuurstof (O).
### 1.2 Watergehalte in voedingsmiddelen en het lichaam
* **Voedingsmiddelen:** Het watergehalte varieert sterk. Groenten en fruit bevatten doorgaans het meeste water (tot 97%), terwijl noten en zaden een laag watergehalte hebben (4-6%). Bereiding en bewaring kunnen het watergehalte beïnvloeden.
* **Lichaam:** In het menselijk lichaam neemt water een aanzienlijk deel in. Het watergehalte is afhankelijk van leeftijd en vetgehalte. Pasgeborenen hebben een hoog watergehalte (75-80%), volwassen mannen ongeveer 60% en vrouwen 55%. Bij zwaarlijvige en bejaarde personen neemt het vochtgehalte af.
### 1.3 Plaats van water in het lichaam
Water bevindt zich in twee hoofdcompartimenten:
* **Intracellulair vocht:** Water binnen de cellen.
* **Extracellulair vocht:** Water buiten de cellen, onderverdeeld in:
* **Interstitieel vocht:** Tussen de weefsels.
* **Plasma:** Het vloeibare deel van het bloed.
* **Transcellulair vocht:** Zoals hersenvocht, oogvocht.
* **Lymfe:** Vocht in het lymfestelsel.
### 1.4 Functies van water in het lichaam
Water vervult essentiële functies:
* **Bouwstof:** Essentieel voor het leven; men kan slechts ongeveer 3 dagen overleven zonder water. Water is een belangrijk bestanddeel van organen zoals de hersenen (79%), hart en longen (79%), spieren (76%) en lever (68%).
* **Transportmiddel:**
* **Intravasculair:** Via bloed- en lymebanen transporteert water voedingsstoffen naar weefsels en cellen, en afvalstoffen naar de nieren, longen en klieren.
* **Extravasculair:** Transport van en naar de celinhoud.
* **Oplosmiddel (solvent):** Water is essentieel voor reacties die in een waterige oplossing plaatsvinden. Het is een bestanddeel van spijsverteringssappen, zorgt voor een goede menging en vertering, en is een solvent voor hormonen en antilichamen.
* **Warmteregulator:** Door circulatie in het vaatstelsel helpt water bij het behoud van de lichaamstemperatuur. Het voert warmte af die ontstaat door metabolisme en spiercontractie.
* **Deelname aan chemische reacties:** Water is een partner in diverse chemische reacties in het lichaam.
* **Bescherming:** Water beschermt organen zoals de hersenen, het ruggenmerg, de foetus (vruchtwater) en de ogen.
### 1.5 Water en energie
Water is geen energieleverende stof, maar is wel betrokken bij verbrandingsprocessen. Bij de verbranding van macronutriënten wordt oxidatiewater gevormd, waarvan de hoeveelheid per gram voedingsstof verschilt:
* 1 gram eiwit levert circa $0,41$ ml water op.
* 1 gram koolhydraat levert circa $0,60$ ml water op.
* 1 gram vet levert circa $1,07$ ml water op.
#### 1.5.1 Oefening: berekening van oxidatiewater
**Oefening 1: Melk**
Hoeveel milliliter oxidatiewater levert 100 gram volle melk bij volledige verbranding, uitgaande van de volgende samenstelling: 3.7 gram vetten, 4.0 gram koolhydraten, 4.1 gram eiwitten.
* Vet: $3.7 \text{ g} \times 1.07 \text{ ml/g} = 3.96 \text{ ml}$
* Koolhydraten: $4.0 \text{ g} \times 0.60 \text{ ml/g} = 2.40 \text{ ml}$
* Eiwitten: $4.1 \text{ g} \times 0.41 \text{ ml/g} = 1.68 \text{ ml}$
* **Totaal:** $3.96 \text{ ml} + 2.40 \text{ ml} + 1.68 \text{ ml} = 8 \text{ ml}$ oxidatiewater.
**Oefening 2: Aardappelpuree**
Hoeveel milliliter oxidatiewater levert het verbruik van 200 gram aardappelpuree, uitgaande van de volgende samenstelling per 100 gram: 4.1 gram vetten, 11.8 gram koolhydraten, 2.7 gram eiwitten.
* Samenstelling 200 gram puree: 8.2 gram vetten, 23.6 gram koolhydraten, 5.4 gram eiwitten.
* Vet: $8.2 \text{ g} \times 1.07 \text{ ml/g} = 8.77 \text{ ml}$
* Koolhydraten: $23.6 \text{ g} \times 0.60 \text{ ml/g} = 14.16 \text{ ml}$
* Eiwitten: $5.4 \text{ g} \times 0.41 \text{ ml/g} = 2.21 \text{ ml}$ (Correctie: 0.41 ml/g voor eiwit)
* **Totaal:** $8.77 \text{ ml} + 14.16 \text{ ml} + 2.21 \text{ ml} = 25.14 \text{ ml}$ oxidatiewater.
### 1.6 Dagelijkse waterbehoefte en inname
De dagelijkse waterbehoefte van een volwassen persoon is ongeveer 2.5 liter. Deze behoefte wordt op verschillende manieren gedekt:
* **Drank:** 1000 - 1500 ml per dag.
* **Voedsel:** Ongeveer 70% van de voeding levert water (700 - 1000 ml per dag).
* **Oxidatiewater:** 300 - 500 ml per dag, gevormd tijdens de verbranding van voedingsstoffen.
#### 1.6.1 Factoren die de vochtbehoefte beïnvloeden
Verschillende factoren kunnen de vochtbehoefte verhogen:
* **Aard van voedsel:** Eiwit- en vezelrijke voeding.
* **Gezondheidstoestand:** Diarree, braken, nierproblemen.
* **Omgeving en lichamelijke activiteit:** Warmte, grote hoogte, droge lucht, hevige inspanning.
* **Verhoogd vochtverlies:** Consumptie van cafeïne en alcohol.
* **Leeftijd:** Jonge kinderen hebben meer vocht per kilogram lichaamsmassa nodig.
* **Specifieke situaties:** Zwangerschap (extra 30 ml/dag), borstvoeding (750-1000 ml/dag).
### 1.7 Waterbalans: excretie
Het lichaam verliest vocht via verschillende routes:
* **Verdamping via de huid:** 600-800 ml per dag.
* **Via ademhaling langs de slijmvliezen:** 300-500 ml per dag.
* **Ontlasting:** 100-200 ml per dag.
* **Urine:** 1000-1500 ml per dag (dit is de belangrijkste afvoermogelijkheid).
Meestal is er een evenwicht tussen inname en uitscheiding, gereguleerd door het dorstgevoel.
#### 1.7.1 Waterbalans tabel
| Bron van opname | Hoeveelheid (ml) | Bron van excretie | Hoeveelheid (ml) |
| :------------------ | :---------------- | :------------------------- | :---------------- |
| Drank | 1000 - 1500 | Verdamping via de huid | 600 - 800 |
| Voedsel | 700 - 1000 | Verdamping via ademhaling | 300 - 500 |
| Oxidatiewater | 300 - 500 | Ontlasting | 100 - 200 |
| **Totaal opname** | **2000 - 3000** | Urine | 1000 - 1500 |
| | | **Totaal excretie** | **2000 - 3000** |
> **Tip:** De nieren spelen een cruciale rol in de regulatie van de waterbalans door de hoeveelheid urine aan te passen.
### 1.8 Stoornissen gerelateerd aan watertekort
Een tekort aan water (dehydratie) kan verschillende oorzaken en ernstige gevolgen hebben.
#### 1.8.1 Oorzaken van watertekort
* Intense fysieke inspanning met onvoldoende vochtinname.
* Beperkte waterinname gedurende lange perioden (chronisch).
* Onvoldoende dorstgevoel.
* Niet graag water lusten.
* Overmatig gebruik van diuretische dranken (zoals cafeïnehoudende dranken).
* Klimaatomstandigheden (hitte, droge lucht).
#### 1.8.2 Gevolgen van watertekort
De gevolgen van een watertekort kunnen variëren van mild tot levensbedreigend:
* **Lichte vorm (ongeveer 2% gewichtsverlies van lichaamswater):** Hoofdpijn, vermoeidheid, verlies van eetlust, droge mond, droge ogen, brandend gevoel in de maag, donkere en slecht geurende urine. Fysieke en mentale mogelijkheden verminderen.
* **Verdere dehydratie (ongeveer 10% gewichtsverlies van lichaamswater):** Moeilijk slikken, verschrompelde huid, ingezakte ogen, slechter zicht, pijnlijk urineren, spierspasmen, delirium.
* **Ernstige stoornissen (ongeveer 20% gewichtsverlies van lichaamswater):** Cardiovasculaire problemen, verhoogde hartslag, kan fataal zijn.
#### 1.8.3 Lange termijn gevolgen van chronisch watertekort
Chronisch watertekort kan bijdragen aan:
* Nierstenen.
* Kanker van de borst, darm en urinewegen.
* Obesitas (door een vertraagd metabolisme en mogelijk een verhoogd hongergevoel).
### 1.9 Stoornissen gerelateerd aan een teveel aan water
Een teveel aan water (overhydratatie) kan ook problemen veroorzaken, hoewel dit minder vaak voorkomt dan een tekort:
* **Anurie:** Het stoppen van de urineproductie, wat leidt tot falen van de diurese.
* **Oedeem:** Ophoping van vocht in de weefsels, zoals longoedeem.
> **Tip:** Luister goed naar uw dorstgevoel; het is een belangrijk signaal van uw lichaam om de waterbalans te handhaven.
### 1.10 Water als voedingsstof: samenvatting van belang
Water is een essentiële voedingsstof die onmisbaar is voor vrijwel alle lichaamsfuncties. Het dient als bouwsteen, transportmiddel, oplosmiddel, warmteregulator en is betrokken bij chemische reacties en bescherming. Een adequate inname van water is cruciaal voor het behoud van de gezondheid en optimale lichaamsfuncties, terwijl zowel een tekort als een teveel aan water tot ernstige stoornissen kan leiden.
---
# chemische structuur en watergehalte van voedingsmiddelen
Dit gedeelte onderzoekt de chemische samenstelling van water en het gehalte aan water in diverse voedingsmiddelen, de factoren die dit gehalte beïnvloeden, en de rol van water in het lichaam.
### 2.1 De chemische structuur van water
Water, een essentiële levensstof, bestaat uit twee elementen: waterstof (H) en zuurstof (O). De moleculaire formule van water is $H_2O$.
### 2.2 Watergehalte in voedingsmiddelen
Het watergehalte van voedingsmiddelen (VM) varieert aanzienlijk en is van toepassing op zowel plantaardige als dierlijke producten.
* **Dieren:** Het watergehalte bij dieren ligt doorgaans tussen de 60% en 70%. Een hoger vetgehalte in weefsels correleert met een lager watergehalte.
* **Planten:**
* Groenten en fruit hebben doorgaans het hoogste watergehalte, tot wel 97%, met een gemiddelde rond de 80-90%.
* Noten en zaden bevatten daarentegen zeer weinig water, meestal slechts 4-6%.
### 2.3 Variatie door bereiding en bewaring
Het oorspronkelijke watergehalte van voedingsmiddelen kan significant veranderen door bereidingsprocessen en bewaarmethoden.
* **Normale voeding:** Een gemiddelde dagelijkse voeding bevat ongeveer 70% water.
* **Invloed van bereiding:** Bereidingsmethoden zoals koken, bakken of drogen kunnen het watergehalte drastisch verminderen. Specifieke voorbeelden van watergehaltes na bereiding zijn:
* 85-87% water
* 85% water
* 80% water
* 30-40% water
### 2.4 Water in het lichaam
Water speelt een cruciale rol in het menselijk lichaam en bevindt zich op verschillende plaatsen en vervult diverse functies.
#### 2.4.1 Plaats in het lichaam: bouwstof
Water is een fundamentele bouwstof voor het lichaam en is essentieel voor het leven; men kan slechts ongeveer 3 dagen overleven zonder water.
* **Variatie met leeftijd en vetgehalte:**
* Pasgeborenen hebben een hoog watergehalte van 75-80%.
* Volwassen mannen hebben een watergehalte van circa 60%.
* Volwassen vrouwen hebben een watergehalte van circa 55%.
* Bij zwaarlijvige personen en ouderen neemt het vochtgehalte doorgaans af.
* **Water in organen (gemiddeld):**
* Hersenen: 79%
* Hart en longen: 79%
* Spieren: 76%
* Lever: 68%
* **Compartimenten in het lichaam:** Water bevindt zich zowel binnen als buiten de cellen:
* **Intracellulair vocht:** Water binnen de cellen.
* **Extracellulair vocht:** Water buiten de cellen, onderverdeeld in:
* **Interstitieel vocht:** Vocht tussen de weefsels.
* **Plasma:** Vocht in het bloedplasma.
* **Transcellulair vocht:** Vocht in specifieke lichaamsruimtes (bv. spijsverteringssappen, urine).
* **Lymfe:** Vocht in het lymfestelsel.
#### 2.4.2 Plaats in het lichaam: functies
Water vervult een breed scala aan vitale functies in het lichaam:
* **Bouwstof:** Zoals hierboven beschreven, vormt het een essentieel onderdeel van cellen en weefsels.
* **Beschermende/regulerende stof:** Beschermt organen en helpt bij de regulatie van lichaamsprocessen.
* **Transportmiddel:**
* **Intravasculair:** Via bloed- en lymfebanen transporteert het voedingsstoffen naar weefsels en cellen, en afvalstoffen naar uitscheidingsorganen (nieren, longen).
* **Extravasculair:** Transport van en naar de celinhoud en door de weefsels.
* **Oplosmiddel (solvent):** Veel chemische en biologische reacties vinden plaats in een waterige oplossing. Het is een solvent voor stoffen zoals hormonen en antilichamen, en essentieel voor de menging en vertering van voedsel.
* **Warmteregelaar:** Helpt bij het handhaven van de lichaamstemperatuur door warmteverspreiding via de bloedsomloop en verdamping (transpiratie).
* **Reactiemedium:** Deelname aan chemische reacties, waaronder metabolische processen.
* **Bescherming:** Beschermt delicate organen zoals de hersenen, het ruggenmerg, de ogen en de foetus in de baarmoeder.
* **Geen energieleverancier:** Water levert zelf geen energie, maar is wel betrokken bij energie-producerende verbrandingsprocessen.
#### 2.4.3 Oxidatiewater
Bij de verbranding van voedingsstoffen in het lichaam ontstaat water, ook wel oxidatiewater genoemd. De hoeveelheid gevormd oxidatiewater varieert afhankelijk van het type voedingsstof dat wordt verbrand:
* 1 gram eiwit levert ongeveer 0,41 milliliter water op.
* 1 gram koolhydraat levert ongeveer 0,60 milliliter water op.
* 1 gram vet levert ongeveer 1,07 milliliter water op.
**Voorbeeld 1: Oxidatiewater uit melk**
Om de hoeveelheid gevormd oxidatiewater uit 100 gram volle melk te berekenen, volgen we deze stappen:
1. **Samenstelling 100 g melk:**
* Vetten: 3,7 gram
* Koolhydraten: 4,0 gram
* Eiwitten: 4,1 gram
2. **Berekening gevormd water per nutriënt:**
* 3,7 g vetten x 1,07 ml/g = 3,96 ml water
* 4,0 g koolhydraten x 0,60 ml/g = 2,40 ml water
* 4,1 g eiwitten x 0,41 ml/g = 1,68 ml water
3. **Totaal gevormd oxidatiewater:** 3,96 ml + 2,40 ml + 1,68 ml = 8 ml oxidatiewater uit 100 g volle melk.
**Voorbeeld 2: Oxidatiewater uit aardappelpuree**
Om de hoeveelheid gevormd oxidatiewater uit 200 gram aardappelpuree te berekenen:
1. **Samenstelling 100 g aardappelpuree:**
* Vetten: 4,1 gram
* Koolhydraten: 11,8 gram
* Eiwitten: 2,7 gram
2. **Samenstelling 200 g aardappelpuree (verdubbeld):**
* Vetten: 8,2 gram
* Koolhydraten: 23,6 gram
* Eiwitten: 5,4 gram
3. **Berekening gevormd water per nutriënt (voor 200 g):**
* 8,2 g vetten x 1,07 ml/g = 8,77 ml water
* 23,6 g koolhydraten x 0,60 ml/g = 14,16 ml water
* 5,4 g eiwitten x 0,40 ml/g = 2,16 ml water
4. **Totaal gevormd oxidatiewater:** 8,77 ml + 14,16 ml + 2,16 ml = 25,09 ml oxidatiewater uit 200 g aardappelpuree.
### 2.5 Aanbevolen hoeveelheid water en waterbalans
De waterbehoefte van een persoon wordt bepaald door verschillende factoren en moet worden aangevuld door inname via voeding, dranken en oxidatiewater.
* **Waterbehoefte:** De totale dagelijkse behoefte ligt rond de 2,5 liter.
* **Via voeding:** Ongeveer 70% van de voeding draagt bij (700-1000 ml/dag).
* **Via dranken:** Directe consumptie van dranken (1000-1500 ml/dag).
* **Via oxidatiewater:** Geproduceerd tijdens metabolisme (300-500 ml/dag).
* **Waterverlies (excretie):** Het lichaam verliest water via verschillende uitscheidingsroutes:
* **Verdamping via de huid (transpiratie):** 600-800 ml/dag.
* **Via ademhaling (slijmvliezen):** 300-500 ml/dag.
* **Ontlasting:** 100-200 ml/dag.
* **Urine:** 1000-1500 ml/dag.
Meestal is er een evenwicht tussen inname en verlies, gereguleerd door het dorstgevoel en de nierfunctie. De nieren spelen een cruciale rol in de uitscheiding van overtollig water.
**Tabel 1: Waterbalans van een volwassen persoon in normale omstandigheden**
| Inname | Hoeveelheid (ml/dag) | Verlies | Hoeveelheid (ml/dag) |
| :--------------- | :------------------- | :---------------- | :------------------- |
| Voedsel | 700-1000 | Verdamping huid | 600-800 |
| Drank | 1000-1500 | Ademhaling | 300-500 |
| Oxidatiewater | 300-500 | Ontlasting | 100-200 |
| **Totaal** | **2000-3000** | Urine | 1000-1500 |
| | | **Totaal** | **2000-3000** |
#### 2.5.1 Factoren van vochtbehoefte
Verschillende factoren beïnvloeden de dagelijkse vochtbehoefte:
* **Aard van voedsel:** Eiwit- en vezelrijke voeding verhoogt de behoefte.
* **Gezondheidstoestand:** Diarree, braken en nierproblemen kunnen de vochtbalans verstoren.
* **Omgeving en lichamelijke activiteit:** Warmte, grote hoogte, droge lucht en hevige inspanning verhogen het vochtverlies.
* **Medicatie en consumptie van diuretische dranken:** Cafeïne en alcohol kunnen het vochtverlies verhogen.
* **Leeftijd:** Jongere individuen hebben per kilogram lichaamsmassa meer vocht nodig.
* **Specifieke levensfasen:** Zwangere vrouwen hebben extra vocht nodig (ongeveer 30 ml/dag), en vrouwen die borstvoeding geven hebben een verhoogde behoefte (750-1000 ml/dag).
### 2.6 Stoornissen in de waterbalans
Zowel een tekort als een teveel aan water in het lichaam kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen.
#### 2.6.1 Tekort aan water
Oorzaken van een watertekort zijn onder andere intense fysieke inspanning en langdurige beperkte waterinname.
* **Symptomen:**
* **Vroege stadia:** Hoofdpijn, vermoeidheid, verlies van eetlust, droge mond en ogen, brandend gevoel in de maag, donkere en slecht ruikende urine.
* **Verdere dehydratie:** Moeilijk slikken, verschrompelde huid, ingezakte ogen, verminderd zicht, pijnlijk urineren, spierspasmen, delirium.
* **Ernstige gevolgen:** Cardiovasculaire problemen, verhoogde hartslag.
* **Gevolgen:**
* Een verlies van 2% van het lichaamsgewicht aan vocht kan de fysieke en mentale capaciteiten significant beïnvloeden.
* Een verlies van 10% van het lichaamsgewicht (wat overeenkomt met ongeveer 17% van het lichaamswater) leidt tot ernstige stoornissen.
* Een verlies van 20% van het lichaamsgewicht aan vocht is fataal.
#### 2.6.2 Teveel aan water (overhydratatie)
Een teveel aan water kan leiden tot:
* **Anurie:** Een tekort aan urineproductie, wat nierfalen kan veroorzaken.
* **Oedeem:** Vochtophoping in de weefsels.
* **Longoedeem:** Ophoping van vocht in de longen.
---
# plaats en functies van water in het lichaam
Water is een essentiële bouw- en regulerende stof in het lichaam, cruciaal voor tal van levensprocessen.
### 3.1 Water als bouwstof
Water vormt een significant deel van de lichaamssamenstelling en is verdeeld over verschillende compartimenten:
#### 3.1.1 Lichaamswatergehalte
* Het watergehalte varieert afhankelijk van leeftijd en vetgehalte.
* Pasgeborenen: 75-80%
* Volwassen man: 60%
* Volwassen vrouw: 55%
* Bij zwaarlijvige personen en ouderen neemt het vochtgehalte af.
* Voedingsmiddelen bevatten ook wisselende hoeveelheden water:
* Groenten en fruit: maximaal 97%, gemiddeld 80-90%
* Noten en zaden: 4-6%
* Vlees en vis: 70-80%
* Bereiding en bewaring kunnen het watergehalte van voedingsmiddelen beïnvloeden.
#### 3.1.2 Verdeling van water in het lichaam
Water bevindt zich binnen en buiten de cellen:
* **Intracellulair vocht**: Water binnen de cellen.
* **Extracellulair vocht**: Water buiten de cellen, dat verder onderverdeeld kan worden in:
* **Interstitial vocht**: Tussen de weefsels.
* **Intravasculair vocht**: In de bloed- en lymebanen.
* **Transcellulair vocht**: Vormt specifieke vloeistoffen zoals hersenvocht, gewrichtsvocht, oogvocht, spijsverteringssappen, en urine.
* **Lymfe**: Een deel van het extracellulaire vocht dat circuleert in het lymfestelsel.
> **Tip:** Het lichaamsgewicht van een volwassen persoon bestaat voor ongeveer 55-60% uit water. Dit percentage is hoger bij jongere mensen en lager bij ouderen en mensen met een hoger vetpercentage, aangezien vetweefsel minder water bevat dan spierweefsel.
### 3.2 Water als regulerende stof
Water vervult diverse vitale functies in het lichaam:
#### 3.2.1 Transportmiddel
Water is essentieel voor het transport van stoffen door het lichaam, zowel binnen als buiten de vaatstelsels:
* **Intravasculair transport**: Via bloed en lymfe worden voedingsstoffen naar weefsels en cellen getransporteerd, en afvalstoffen afgevoerd naar uitscheidingsorganen zoals nieren en longen.
* **Extravasculair transport**: Vergemakkelijkt het transport van stoffen naar de celinhoud en vanuit het celmateriaal naar de bloedvaten.
#### 3.2.2 Oplosmiddel (solvent)
Water dient als een universeel oplosmiddel waarin vele chemische reacties plaatsvinden en stoffen worden getransporteerd:
* Het zorgt voor een goede menging en vertering van voedsel.
* Het is het oplosmiddel voor hormonen, antilichamen en andere bioactieve moleculen die door het bloed worden vervoerd.
* Vormt het medium voor biochemische reacties in de cel.
#### 3.2.3 Warmteregulator
Water speelt een cruciale rol bij het handhaven van de lichaamstemperatuur:
* De circulatie van bloed, dat voor een groot deel uit water bestaat, verspreidt warmte die wordt gegenereerd door metabolisme en spiercontractie.
* Verdamping van zweet via de huid helpt overtollige warmte af te voeren.
#### 3.2.4 Deelname aan chemische reacties
Water is niet alleen een oplosmiddel maar ook een directe deelnemer aan tal van chemische reacties, zoals hydrolyse (afbraak door water) en condensatie (vorming van water).
#### 3.2.5 Bescherming
Water beschermt vitale organen en structuren:
* Hersenen en ruggenmerg worden omgeven door cerebrospinaal vocht (een waterige oplossing) ter bescherming tegen schokken.
* De foetus wordt beschermd door vruchtwater.
* Ogen worden gesmeerd en beschermd door tranen.
> **Tip:** Hoewel water geen energieleverende stof is, is het wel direct betrokken bij metabole processen zoals verbranding.
#### 3.2.6 Vorming van oxidatiewater
Tijdens de afbraak van energierijke stoffen (eiwitten, koolhydraten, vetten) wordt water gevormd. Dit zogenaamde oxidatiewater draagt bij aan de totale waterbalans.
* 1 gram eiwit levert ongeveer $0.41$ ml water op.
* 1 gram koolhydraat levert ongeveer $0.60$ ml water op.
* 1 gram vet levert ongeveer $1.07$ ml water op.
> **Voorbeeld:** Berekening van gevormd oxidatiewater uit 100 gram volle melk.
> De gemiddelde samenstelling van 100 gram volle melk is circa 3.7 gram vet, 4.0 gram koolhydraten en 4.1 gram eiwitten.
>
> * Vet: $3.7 \text{ g} \times 1.07 \text{ ml/g} = 3.96 \text{ ml}$
> * Koolhydraten: $4.0 \text{ g} \times 0.60 \text{ ml/g} = 2.40 \text{ ml}$
> * Eiwit: $4.1 \text{ g} \times 0.41 \text{ ml/g} = 1.68 \text{ ml}$
> Totaal gevormd oxidatiewater = $3.96 + 2.40 + 1.68 = 8.04$ ml.
### 3.3 Waterbehoefte en waterbalans
#### 3.3.1 Factoren die de waterbehoefte beïnvloeden
De dagelijkse waterbehoefte (ongeveer 2.5 liter voor een volwassene) wordt beïnvloed door diverse factoren:
* **Dieet**: Eiwit- en vezelrijke voeding verhoogt de waterbehoefte.
* **Gezondheidstoestand**: Diarree, braken en nierproblemen verhogen het vochtverlies.
* **Omgeving en lichamelijke activiteit**: Hitte, grote hoogte, droge lucht en hevige inspanning leiden tot verhoogd vochtverlies.
* **Medicatie**: Bepaalde medicijnen kunnen de vochtbalans beïnvloeden.
* **Leeftijd**: Jonge kinderen hebben per kilogram lichaamsmassa meer vocht nodig dan volwassenen.
* **Speciale omstandigheden**: Zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en zuigelingen hebben een verhoogde waterbehoefte.
#### 3.3.2 Wateropname
De totale wateropname bestaat uit:
* **Drank**: 1000-1500 ml/dag.
* **Voedsel**: Ongeveer 70% van de voeding (700-1000 ml/dag).
* **Oxidatiewater**: 300-500 ml/dag.
#### 3.3.3 Wateruitscheiding
Het lichaam verliest water via:
* **Urine**: 1000-1500 ml/dag (belangrijkste uitscheidingsroute).
* **Verdamping via huid**: 600-800 ml/dag.
* **Verdamping via ademhaling**: 300-500 ml/dag.
* **Ontlasting**: 100-200 ml/dag.
#### 3.3.4 Stoornissen in de waterbalans
Een onevenwicht in de waterbalans kan leiden tot tekorten of overschotten.
##### 3.3.4.1 Watertekort (dehydratie)
* **Oorzaken**: Intense fysieke inspanning, beperkte waterinname, overmatig gebruik van diuretische dranken, zware inspanningen, en bepaalde klimaatomstandigheden.
* **Symptomen**:
* **Eerste stadia**: Hoofdpijn, vermoeidheid, verlies eetlust, droge mond en ogen, brandend gevoel in de maag, donkere en slecht ruikende urine.
* **Verdere dehydratie**: Moeilijk slikken, verschrompelde huid, ingezakte ogen, slechter zicht, pijnlijk urineren, spierspasmen, delirium, cardiovasculaire problemen, en verhoogde hartslag.
* **Gevolgen**:
* Een verlies van 2% van het lichaamsgewicht aan vocht kan de fysieke en mentale prestaties significant beïnvloeden.
* Ernstige stoornissen bij 10% tot 20% gewichtsverlies kunnen fataal zijn. Chronisch watertekort kan leiden tot nierstenen en een verhoogd risico op bepaalde vormen van kanker.
##### 3.3.4.2 Wateroverschot (overhydratatie)
* **Gevolgen**: Anurie (afwezigheid van urineproductie) met nierfalen tot gevolg, en oedeem (vochtophoping), waaronder longoedeem.
> **Tip:** Het dorstgevoel is een belangrijk mechanisme om de waterbalans te reguleren. Regelmatige en voldoende vochtinname, met name water, is cruciaal om een tekort te voorkomen.
---
# water als energiebron en oxidatiewater
Water levert zelf geen energie, maar speelt wel een rol in verbrandingsprocessen waarbij oxidatiewater wordt gevormd.
### 4.1 De rol van water in energieprocessen
Hoewel water zelf geen brandstof is, is het wel direct betrokken bij verbrandingsprocessen in het lichaam. Bij de volledige verbranding van macronutriënten (eiwitten, koolhydraten en vetten) wordt water gevormd. Dit water wordt oxidatiewater genoemd. De hoeveelheid gevormd oxidatiewater verschilt per voedingsstof.
#### 4.1.1 Gevormd oxidatiewater per gram voedingsstof
* 1 gram eiwit levert ongeveer $0.41$ milliliter water op.
* 1 gram koolhydraat levert ongeveer $0.60$ milliliter water op.
* 1 gram vet levert ongeveer $1.07$ milliliter water op.
#### 4.1.2 Voorbeelden van oxidatiewaterberekeningen
**Voorbeeld 1: Oxidatiewater uit melk**
Bereken de hoeveelheid oxidatiewater die 100 gram volle melk oplevert bij volledige verbranding.
* **Stap 1: Samenstelling van 100 gram volle melk**
* Vetten: $3.7$ gram
* Koolhydraten: $4.0$ gram
* Eiwitten: $4.1$ gram
* **Stap 2: Gevormde hoeveelheid water per gram**
* Eiwit: $0.41$ ml/g
* Koolhydraat: $0.60$ ml/g
* Vet: $1.07$ ml/g
* **Stap 3: Berekening**
* Gevormd water uit vetten: $3.7 \text{ g} \times 1.07 \text{ ml/g} = 3.96 \text{ ml}$
* Gevormd water uit koolhydraten: $4.0 \text{ g} \times 0.60 \text{ ml/g} = 2.40 \text{ ml}$
* Gevormd water uit eiwitten: $4.1 \text{ g} \times 0.41 \text{ ml/g} = 1.68 \text{ ml}$
* **Totaal gevormd oxidatiewater:** $3.96 \text{ ml} + 2.40 \text{ ml} + 1.68 \text{ ml} = 8 \text{ ml}$
**Voorbeeld 2: Oxidatiewater uit aardappelpuree**
Bereken de hoeveelheid oxidatiewater die het verbruik van 200 gram aardappelpuree oplevert.
* **Stap 1: Samenstelling van 100 g aardappelpuree**
* Vetten: $4.1$ gram
* Koolhydraten: $11.8$ gram
* Eiwitten: $2.7$ gram
* **Stap 2: Samenstelling van 200 gram aardappelpuree**
* Vetten: $2 \times 4.1 \text{ g} = 8.2 \text{ g}$
* Koolhydraten: $2 \times 11.8 \text{ g} = 23.6 \text{ g}$
* Eiwitten: $2 \times 2.7 \text{ g} = 5.4 \text{ g}$
* **Stap 3: Gevormde hoeveelheid water per gram**
* Eiwit: $0.41$ ml/g
* Koolhydraat: $0.60$ ml/g
* Vet: $1.07$ ml/g
* **Stap 4: Berekening voor 200 g puree**
* Gevormd water uit vetten: $8.2 \text{ g} \times 1.07 \text{ ml/g} = 8.77 \text{ ml}$
* Gevormd water uit koolhydraten: $23.6 \text{ g} \times 0.60 \text{ ml/g} = 14.16 \text{ ml}$
* Gevormd water uit eiwitten: $5.4 \text{ g} \times 0.40 \text{ ml/g} = 2.16 \text{ ml}$
* **Totaal gevormd oxidatiewater:** $8.77 \text{ ml} + 14.16 \text{ ml} + 2.16 \text{ ml} = 25.09 \text{ ml}$
---
# waterbalans en stoornissen
Dit onderwerp behandelt de vochtbehoefte, de factoren die deze beïnvloeden, de opname en uitscheiding van water, en de gevolgen van een watertekort en -overschot in het lichaam.
### 5.1 Het belang van water in het lichaam
Water is een essentiële voedingsstof en een fundamenteel bestanddeel van alle levende organismen. Het is cruciaal voor het overleven, met een mens die slechts ongeveer drie dagen zonder water kan.
#### 5.1.1 Watergehalte in voedingsmiddelen en in het lichaam
* **Voedingsmiddelen:** Zowel plantaardige als dierlijke producten bevatten water. Groenten en fruit hebben doorgaans het hoogste watergehalte (maximaal 97%, gemiddeld 80-90%), terwijl noten en zaden een laag watergehalte hebben (4-6%). Bereiding en bewaring kunnen het watergehalte van voedingsmiddelen beïnvloeden.
* **Lichaam:** Het watergehalte van het lichaam varieert afhankelijk van leeftijd en vetgehalte.
* Pasgeborenen hebben een hoog watergehalte (75-80%).
* Volwassen mannen hebben ongeveer 60% water, volwassen vrouwen 55%.
* Bij zwaarlijvigheid en op oudere leeftijd neemt het vochtgehalte af.
#### 5.1.2 Functies van water in het lichaam
Water vervult diverse vitale functies in het lichaam:
* **Bouwstof:** Water is de basis voor intracellulair en extracellulair vocht, dat zich in en buiten de cellen bevindt. Dit omvat interstitieel vocht (tussen weefsels), plasma, transcellulair vocht en lymfe.
* **Beschermende/regulerende stof:** Water beschermt organen zoals de hersenen, het ruggenmerg, de foetus en de ogen. Het helpt ook bij het reguleren van de lichaamstemperatuur door warmteafgifte via circulatie.
* **Transportmiddel:** Via het intravasculaire systeem (bloed- en lymebanen) transporteert water voedingsstoffen naar weefsels en cellen, en afvalstoffen naar de uitscheidingsorganen. Extravasculair transport vindt plaats naar de celinhoud en van celmateriaal naar bloedvaten.
* **Oplosmiddel (solvent):** Veel chemische reacties vinden plaats in een waterige oplossing. Water is essentieel voor de spijsvertering (bestanddeel van spijsverteringssappen), de menging van stoffen, en dient als oplosmiddel voor hormonen en antilichamen.
* **Warmteregelaar:** Door circulatie in het vaatstelsel helpt water bij het handhaven van de lichaamstemperatuur en reguleert het warmte die vrijkomt bij metabolisme en spiercontractie.
* **Partner in chemische reacties:** Water is een reactiemedium voor diverse biochemische processen.
* **Energie:** Hoewel water zelf geen energie levert, is het wel betrokken bij verbrandingsprocessen. Tijdens de verbranding van macronutriënten ontstaat oxidatiewater.
#### 5.1.3 Oxidatiewater
Oxidatiewater wordt gevormd tijdens de metabole verbranding van macronutriënten in het lichaam. De hoeveelheid gevormd water verschilt per voedingsproduct:
* 1 gram eiwit levert ongeveer 0,41 ml water op.
* 1 gram koolhydraat levert ongeveer 0,60 ml water op.
* 1 gram vet levert ongeveer 1,07 ml water op.
##### 5.1.3.1 Voorbeelden berekening oxidatiewater
> **Voorbeeld:** Bereken de hoeveelheid oxidatiewater uit 100 gram volle melk, uitgaande van de volgende samenstelling: 3,7 gram vetten, 4,0 gram koolhydraten en 4,1 gram eiwitten.
>
> * Vet: $3,7 \text{ g} \times 1,07 \text{ ml/g} = 3,96 \text{ ml}$
> * Koolhydraten: $4,0 \text{ g} \times 0,60 \text{ ml/g} = 2,40 \text{ ml}$
> * Eiwit: $4,1 \text{ g} \times 0,41 \text{ ml/g} = 1,68 \text{ ml}$
> * Totaal: $3,96 \text{ ml} + 2,40 \text{ ml} + 1,68 \text{ ml} = 8,04 \text{ ml}$ oxidatiewater uit 100 g volle melk.
> **Voorbeeld:** Bereken de hoeveelheid oxidatiewater uit 200 gram aardappelpuree. De samenstelling van 100 gram aardappelpuree is: 4,1 gram vetten, 11,8 gram koolhydraten en 2,7 gram eiwitten.
>
> * Samenstelling 200 gram puree: 8,2 gram vetten, 23,6 gram koolhydraten, 5,4 gram eiwitten.
> * Vet: $8,2 \text{ g} \times 1,07 \text{ ml/g} = 8,77 \text{ ml}$
> * Koolhydraten: $23,6 \text{ g} \times 0,60 \text{ ml/g} = 14,16 \text{ ml}$
> * Eiwit: $5,4 \text{ g} \times 0,40 \text{ ml/g} = 2,16 \text{ ml}$ (let op: de bron vermeldt 0,40 ml voor eiwit in dit specifieke voorbeeld, hoewel eerder 0,41 ml werd genoemd. We gebruiken hier de waarde uit het voorbeeld voor consistentie).
> * Totaal: $8,77 \text{ ml} + 14,16 \text{ ml} + 2,16 \text{ ml} = 25,09 \text{ ml}$ oxidatiewater uit 200 g aardappelpuree.
### 5.2 Vochtbehoefte en inname
De aanbevolen dagelijkse vochtinname voor een volwassene is ongeveer 1,5 tot 2 liter. Deze behoefte kan echter variëren afhankelijk van diverse factoren.
#### 5.2.1 Factoren die de vochtbehoefte beïnvloeden
* **Voedingspatroon:** Eiwitrijke en vezelrijke voeding kan de vochtbehoefte verhogen.
* **Gezondheidstoestand:** Bij diarree, braken of nierproblemen kan de vochtbehoefte verhoogd zijn.
* **Omgeving en lichamelijke activiteit:** Warmte, grote hoogte, droge lucht en hevige inspanningen verhogen het vochtverlies en daarmee de behoefte.
* **Leeftijd:** Jonge kinderen hebben per kilogram lichaamsgewicht meer vocht nodig dan volwassenen.
* **Fysiologische omstandigheden:** Zwangere vrouwen hebben een verhoogde behoefte (ca. 30 ml/dag extra). Vrouwen die borstvoeding geven, hebben een aanzienlijk verhoogde behoefte (750-1000 ml/dag).
* **Medicatie:** Sommige medicijnen kunnen de vochtbalans beïnvloeden.
* **Gedronken dranken:** Overmatig gebruik van diuretische dranken (zoals alcohol en cafeïne) kan leiden tot verhoogd vochtverlies.
#### 5.2.2 Wateropname
De totale vochtinname wordt verkregen uit:
* **Drank:** Ongeveer 1000-1500 ml per dag.
* **Voeding:** Ongeveer 700-1000 ml per dag (uit waterrijke voedingsmiddelen).
* **Oxidatiewater:** Ongeveer 300-500 ml per dag.
Het totale aanbevolen dagelijkse vochtinname is ongeveer 2,5 liter.
#### 5.2.3 Wateruitscheiding (excretie)
De wateruitscheiding vindt plaats via:
* **Urine:** De belangrijkste route, normaal gesproken 1000-1500 ml per dag.
* **Verdamping via de huid:** Ongeveer 600-800 ml per dag.
* **Verdamping via de ademhaling:** Ongeveer 300-500 ml per dag.
* **Ontlasting:** Ongeveer 100-200 ml per dag.
Normaal gesproken is er een evenwicht tussen opname en uitscheiding, voornamelijk geregeld door het dorstgevoel en de nierfunctie.
> **Tip:** De waterbalans wordt doorgaans op peil gehouden door een perfecte regulatie van het dorstgevoel en de afvoer via de nieren.
### 5.3 Waterbalansstoornissen
Waterbalansstoornissen ontstaan wanneer de opname en/of uitscheiding van water significant afwijkt van de behoefte.
#### 5.3.1 Watertekort (dehydratie)
Een watertekort ontstaat wanneer de uitscheiding van water de inname overstijgt, of bij onvoldoende inname.
##### 5.3.1.1 Oorzaken van watertekort
* Intense fysieke inspanning met onvoldoende vochtinname.
* Beperkte waterinname gedurende lange periodes (chronisch tekort).
* Onvoldoende dorstgevoel.
* Niet lusten van water.
* Overmatig gebruik van diuretische dranken.
##### 5.3.1.2 Symptomen van watertekort
De symptomen variëren in ernst, afhankelijk van de mate van uitdroging:
* **Eerste stadia:** Hoofdpijn, vermoeidheid, verlies van eetlust, droge mond en ogen, brandend gevoel in de maag, donkere en slecht ruikende urine.
* **Verdere uitdroging:** Moeilijk slikken, verschrompelde huid, ingezakte ogen, slechter zicht, pijnlijk urineren, spierspasmen, delirium.
* **Ernstige uitdroging:** Cardiovasculaire problemen, verhoogde hartslag.
##### 5.3.1.3 Gevolgen van watertekort
* **2% gewichtsverlies:** Vermindering van fysieke en mentale capaciteiten.
* **10% gewichtsverlies (ca. 17% van lichaamswater):** Ernstige stoornissen.
* **20% gewichtsverlies:** Fataal.
#### 5.3.2 Wateroverschot (overhydratatie)
Een wateroverschot ontstaat wanneer de opname van water de uitscheidingscapaciteit van het lichaam overstijgt. Dit is minder gebruikelijk dan dehydratie, omdat het dorstmechanisme en de nieren meestal effectief zijn in het reguleren van de vochtbalans.
##### 5.3.2.1 Gevolgen van wateroverschot
* **Oedeem:** Vochtophoping in de weefsels.
* **Longoedeem:** Vochtophoping in de longen.
* **Anurie:** Afwezigheid van urineproductie, leidend tot het falen van de diurese. Dit is een ernstige aandoening waarbij de nieren het overtollige vocht niet meer kunnen uitscheiden.
> **Tip:** Hoewel water essentieel is, kan zowel een tekort als een teveel schadelijk zijn. Het handhaven van een correcte waterbalans is cruciaal voor de gezondheid.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Voedingsstof | Een stof die essentieel is voor de groei, het onderhoud en het functioneren van een organisme, en die wordt opgenomen uit de omgeving. |
| Waterbalans | De verhouding tussen de hoeveelheid water die een organisme opneemt en de hoeveelheid water die het verliest, wat cruciaal is voor het behoud van homeostase. |
| Chronisch watertekort | Een langdurig ontoereikende inname van water, die kan leiden tot een reeks gezondheidsproblemen door uitdroging. |
| Diuretische dranken | Dranken die een vochtafdrijvend effect hebben, waardoor de nieren meer urine produceren en het lichaam sneller vocht verliest. |
| Obesitas | Een medische aandoening waarbij er een buitensporige ophoping van lichaamsvet is, wat leidt tot negatieve gezondheidseffecten en een verhoogd risico op andere ziekten. |
| Chemische structuur | De rangschikking van atomen en moleculen in een bepaalde stof, die de eigenschappen en het gedrag van die stof bepaalt. |
| Watergehalte | De hoeveelheid water die aanwezig is in een stof, uitgedrukt als een percentage van het totale gewicht. |
| Bereiding (voeding) | Het proces van het veranderen van rauwe voedingsmiddelen in eetbare gerechten door middel van koken, bakken, braden of andere technieken. |
| Bewaring (voeding) | Methoden die worden gebruikt om de houdbaarheid van voedingsmiddelen te verlengen en bederf te voorkomen, zoals koelen, invriezen of drogen. |
| Intracellulair vocht | Het vocht dat zich binnenin de cellen van het lichaam bevindt en essentieel is voor celactiviteit en metabolisme. |
| Extracellulair vocht | Het vocht dat zich buiten de cellen bevindt, inclusief bloedplasma, lymfe en interstitiële vloeistof, en dat een medium vormt voor transport en uitwisseling. |
| Transportmiddel | Een medium of substantie die helpt bij het verplaatsen van materialen van de ene plaats naar de andere binnen een organisme, zoals bloed of lymfe voor water. |
| Oplosmiddel (solvent) | Een vloeistof die andere stoffen kan oplossen om een homogene oplossing te vormen, wat cruciaal is voor veel biochemische reacties. |
| Warmteregelaar | Een mechanisme dat de lichaamstemperatuur binnen een bepaald bereik handhaaft, waarbij water door verdamping en circulatie een belangrijke rol speelt. |
| Metabolisme | Het geheel van chemische processen die in levende organismen plaatsvinden om leven te onderhouden, inclusief de omzetting van voedsel in energie. |
| Oxidatiewater | Water dat wordt gevormd als bijproduct van metabolische oxidatiereacties in het lichaam, voornamelijk bij de verbranding van koolhydraten, vetten en eiwitten. |
| Volledige verbranding | Een chemische reactie waarbij een brandstof reageert met een oxidator (meestal zuurstof) om een maximale hoeveelheid energie vrij te geven, resulterend in koolstofdioxide en water. |
| Basaal metabolisme | De minimale hoeveelheid energie die een organisme nodig heeft om in rust vitale lichaamsfuncties te behouden, zoals ademhaling en hartslag. |
| Vruchtwater | De vloeistof die de foetus omgeeft tijdens de zwangerschap en bescherming, temperatuurregeling en bewegingsvrijheid biedt. |
| Borstvoeding | Het proces waarbij moedermelk wordt gegeven aan een zuigeling, wat essentieel is voor de voeding en de ontwikkeling van de baby. |
| Diarree | Een aandoening die wordt gekenmerkt door frequente, waterige stoelgangen, wat kan leiden tot significant vochtverlies en uitdroging. |
| Anurie | Een ernstige vermindering of afwezigheid van urineproductie door de nieren, vaak een teken van nierfalen of ernstige uitdroging. |
| Oedeem | Een medische aandoening die wordt gekenmerkt door abnormale ophoping van vocht in lichaamsweefsels, wat resulteert in zwelling. |
| Longoedeem | Een ophoping van overtollig vocht in de longen, wat ademhalingsmoeilijkheden veroorzaakt en vaak een symptoom is van hartfalen. |