Cover
Start now for free Hähni2016.pdf
Summary
# Vergelijking van dempende en metatarsale inlegzolen voor de voorvoet
Dit onderzoek vergelijkt de effectiviteit van voorvoetdemping (FC) en een metatarsaal kussen (MP) bij het verminderen van piek plantaire druk in de voorvoet bij hardlopers, waarbij FC superieur blijkt [2](#page=2).
### 1.1 Achtergrond en onderzoeksdoel
Hardlopen is een populaire recreatieve sport, maar brengt ook een aanzienlijk risico op blessures met zich mee, met name overbelastingsblessures in het enkel/voetgebied. Klachten in de voorvoet, zoals metatarsalgie en stressfracturen, kunnen worden verklaard door een significante toename van de plantaire druk naarmate de duur van het hardlopen vordert. Voetorthesen worden ingezet om de incidentie van blessures te verminderen door de belasting te reduceren en het comfort te verbeteren [16, 17, 18–23. Twee veelvoorkomende strategieën voor het verminderen van druk in de voorvoet zijn het gebruik van een metatarsaal kussen (MP) en voorvoetdemping (FC). Hoewel eerdere studies de effectiviteit van afzonderlijke ingrepen hebben onderzocht, was er geen directe vergelijking tussen FC en MP bij hardlopers. Het doel van deze studie was om de effectiviteit van FC en MP te vergelijken in het reduceren van de piek plantaire druk in de voorvoet tijdens het hardlopen bij asymptomatische recreatieve hardlopers. De hypothese was dat er geen verschil zou zijn in de piek plantaire druk in de voorvoet tussen de FC- en MP-condities [2](#page=2) [3](#page=3) [7](#page=7).
### 1.2 Methodologie
#### 1.2.1 Onderzoeksopzet en deelnemers
Dit was een cross-sectionele experimentele studie met 23 asymptomatische recreatieve hardlopers (13 vrouwen, 10 mannen) tussen 18 en 65 jaar, die minstens tweemaal per week liepen en gewend waren aan hardlopen op een loopband. De deelnemers werden geworven via e-mail en de lokale hardloopgemeenschap. Uitsluitingscriteria omvatten een voorvoet-loopstijl, recente blessures aan het bewegingsapparaat, acute aandoeningen, eerdere operaties aan de onderste extremiteiten of lumbale wervelkolom binnen een bepaalde periode, en acute infecties. De voetkenmerken werden beoordeeld met de genormaliseerde naviculaire hoogte afgeknot (NNHt) waarbij alle voeten van de deelnemers werden geclassificeerd als normaal gewelfd. De studie werd goedgekeurd door de ethische commissie en alle deelnemers gaven schriftelijk geïnformeerd toestemming [3](#page=3).
#### 1.2.2 Orthesenconstructie
Er werden drie soorten prefab voetorthesen gebruikt (Movecontrol®, IETEC®, Künzell, D), gemaakt van polyurethaanschuimmateriaal (shore 25 met een ethyleenvinylacetaat (EVA) kern van shore 55) [4](#page=4).
* **Controle (C):** Een basale vorm met een concaaf gevormde hiel, minimale mediale longitudinale ondersteuning en een klein geïntegreerd kussen (3.5 x 3.5 cm, 2 mm hoog) [4](#page=4).
* **Metatarsaal kussen (MP):** De basale vorm met een extra metatarsaal kussen van polyurethaan (PU) (5.0 x 5.0 cm, oplopend in hoogte tot 8 mm) dat zich uitstrekt over de voorvoet [4](#page=4).
* **Voorvoetdemping (FC):** De basale vorm met een extra voorvoetdempingskussen van PU (shore 12) met een dikte van 6 mm, dat de volledige voorvoet bedekt [4](#page=4).
Om deelnemers te verblinden, werd op het bovenoppervlak van alle drie de orthesen een identieke blauwe vilten laag van 1 mm aangebracht [4](#page=4).
#### 1.2.3 Procedure
Na het verzamelen van demografische gegevens en het uitvoeren van voetmetingen, volgde een warming-up van 6 minuten op de loopband met een snelheid van 2.78 m/s in neutrale hardloopschoenen. Vervolgens werd het pedar-x®-System (Novel®, München, D) gemonteerd en werden de insoles in de schoenen geplaatst. De volgorde van de testcondities (controle, MP, FC) was gerandomiseerd. Geen van de deelnemers gebruikte dit type orthesen in hun reguliere training. Elke conditie bestond uit 2 minuten hardlopen op de loopband: de eerste minuut voor gewenning en de tweede voor dataverzameling. Plantare drukgegevens werden verzameld gedurende één minuut met een samplingfrequentie van 100 Hz, en de gemiddelde piekdruk van tien stappen werd geanalyseerd. Een percentage masker van 62% tot 80% van de totale voetlengte werd gebruikt om het voorvoetgebied te definiëren en het metatarsale kussen uit te sluiten. Na elke loopbout vulden de deelnemers de Insole Comfort Index (ICI) in [4](#page=4).
#### 1.2.4 Dataverwerking
De gegevens werden gecontroleerd op plausibiliteit met de software van de fabrikant en onvolledige stappen werden verwijderd. Data van 10 stappen van de rechtervoet werden gemiddeld om een representatieve drukverdeling per conditie te verkrijgen. Twee deelnemers werden uitgesloten vanwege een niet-hiel-teen loopstijl, waardoor 23 hardlopers overbleven voor de analyse [4](#page=4).
#### 1.2.5 Meetresultaten
* **Primaire uitkomst:** Piek plantaire druk in de voorvoet, gemeten met het pedar-x®-System. De betrouwbaarheid van deze uitkomst was eerder vastgesteld met een intra-class correlatiecoëfficiënt (ICC) van 0.97 [4](#page=4).
* **Secundaire uitkomsten:**
* Piek plantaire druk in het totale voetgebied. De betrouwbaarheid hiervan was ook hoog (ICC van 0.97) [4](#page=4).
* Insole Comfort Index (ICI): comfort werd beoordeeld op vijf visueel analoge schalen (0-100 punten) [4](#page=4).
#### 1.2.6 Statistische analyse
De steekproefgrootte werd bepaald op minimaal 16 deelnemers op basis van een poweranalyse. De verdeling van de drukgegevens week significant af van een normale verdeling voor de MP- en FC-condities, maar niet voor de controleconditie. Daarom werden de piek drukken beschreven met gemiddelde (SD) en 95% betrouwbaarheidsintervallen (95% CI), naast mediaan en interkwartielafstand (IQR). De primaire hypothese werd getest met de Friedman-test (α = 0.05), gevolgd door post-hoc Wilcoxon signed-rank tests met Bonferroni-correctie (p < 0.017). Secundaire uitkomsten werden beschreven met mediaan (IQR) [4](#page=4).
### 1.3 Resultaten
#### 1.3.1 Piekdruk in de voorvoet
Er werd een significant verschil gevonden in de piekdruk in de voorvoet tussen de drie condities ($\chi^2$ = 19.143, p <.001). Post-hoc analyse toonde significant lagere piekdrukken in de voorvoet bij gebruik van de FC-orthese vergeleken met zowel de controleconditie (p =.003) als de MP-orthese (p =.001). Gemiddeld was de piekdruk in de voorvoet 11% lager met FC vergeleken met de controle, en 12% lager vergeleken met MP. Er werd geen significant verschil gevonden tussen de controleconditie en de MP-orthese (p =.858) [2](#page=2) [5](#page=5).
Tabel 2 samenvatting van piekdruk [kPa in de voorvoet:
| Conditie | Gemiddelde | SD | Lager 95%-CI | Hoger 95%-CI | Mediaan | IQR |
| :------------ | :--------- | :-- | :----------- | :----------- | :------ | :---------- |
| Controle | 313 | 69 | 283 | 343 | 300 | 258 tot 348 |
| Metatarsaal kussen | 315 | 80 | 280 | 350 | 300 | 255 tot 348 |
| Voorvoetdemping | 281 | 80 | 246 | 315 | 268 | 235 tot 323 |
#### 1.3.2 Piekdruk in het totale voetgebied
De piekdrukken in het totale voetgebied waren:
* Controle: 364 ± 82 kPa (95%-CI: 328–399), Mediaan (IQR): 348 (310 tot 440) [5](#page=5).
* Metatarsaal kussen: 357 ± 70 kPa (95%-CI: 326–387), Mediaan (IQR): 348 (303 tot 393) [5](#page=5).
* Voorvoetdemping: 333 ± 81 kPa (95%-CI: 298–368), Mediaan (IQR): 323 (270 tot 363) [5](#page=5).
#### 1.3.3 ICI-somscore (comfort)
De mediaanwaarden (IQR) van de somscores voor comfort waren:
* Controle: 50 (39 tot 74) [6](#page=6).
* Metatarsaal kussen: 49 (35 tot 62) [6](#page=6).
* Voorvoetdemping: 64 (43 tot 76) [6](#page=6).
### 1.4 Discussie
#### 1.4.1 Piekdruk
De studie bevestigt dat voorvoetdemping (FC) de piekdruk in de voorvoet significant kan verlagen, zowel vergeleken met een controleconditie als met een metatarsaal kussen (MP). Deze bevindingen ondersteunen eerdere onderzoeken die de effectiviteit van schokabsorberende en dempende inlegzolen aantonen. De waarden van de piekdrukken in de voorvoet komen overeen met de literatuur voor hardlopers zonder orthosen [6](#page=6) .
De MP-orthese in deze studie toonde geen significante drukvermindering in de voorvoet in vergelijking met de andere condities. Dit is in contrast met eerdere studies die aantoonden dat een metatarsaal kussen effectief is in het verminderen van druk in de voorvoet. Mogelijke verklaringen voor dit verschil zijn variaties in methodologie, zoals de kenmerken van de deelnemers, het schoeisel, de positie van het metatarsale kussen, en het gebruik van prefab versus individueel aangepaste orthesen. Bij prefab orthesen kan de plaatsing van het MP niet individueel worden afgestemd op de positie van de middenvoetsbeentjes, wat de effectiviteit kan beïnvloeden [6](#page=6).
#### 1.4.2 Comfort
De deelnemers beoordeelden de FC-orthese iets gunstiger qua comfort (15 punten hoger op de ICI) dan de andere condities, wat overeenkomt met bevindingen dat hardlopers vaak de voorkeur geven aan gedempte of contourvormige orthesen. Alle drie de geteste condities werden echter als comfortabel ervaren, wat suggereert dat comfort de meetresultaten niet negatief heeft beïnvloed [6](#page=6).
#### 1.4.3 Beperkingen
Enkele beperkingen van de studie werden geïdentificeerd [7](#page=7):
* **Prefab vs. Custom-made orthesen:** Het gebruik van prefab orthesen betekende dat de plaatsing van het metatarsale kussen niet individueel kon worden aangepast, wat mogelijk de resultaten heeft beïnvloed. Hoewel er suggesties zijn dat er slechts kleine verschillen zijn in effecten tussen prefab en custom-made orthesen [25, 55–57, kan dit een factor zijn [7](#page=7).
* **Loopband vs. Overgrond hardlopen:** Laboratoriummetingen op een loopband kunnen verschillen van overgrond hardlopen [50, 58–61. De loopbandomgeving biedt echter een gestandaardiseerd meetsysteem .
* **Gebrek aan shear force meting:** Het pedar-x®-System meet voornamelijk verticale krachten en biedt geen directe informatie over schuifkrachten. Dit kan de analyse van de 3D-vorm van de orthesen beperken, hoewel voor het voorvoetgebied, een grotendeels platte regio, de gemeten verticale component als een redelijke benadering van de normaalkracht wordt beschouwd [7](#page=7).
* **Effect van vilten laag:** De vilten laag die werd gebruikt voor verblinding kan het dempende effect van de FC-orthese mogelijk hebben verminderd [7](#page=7).
* **Specifieke populatie:** De studie omvatte alleen hardlopers met een hiel-teen loopstijl en normaal gewelfde voeten, waardoor conclusies voor andere loopstijlen of voetposturen niet mogelijk zijn [7](#page=7).
* **Betrouwbaarheid ICI:** De validiteit van de ICI is beperkt omdat de subject-specifieke herhaalbaarheid niet is vastgesteld en de test niet over afzonderlijke sessies is herhaald [7](#page=7).
Ondanks deze beperkingen heeft de studie sterke punten, waaronder het gebruik van dezelfde neutrale hardloopschoen op een loopband met gestandaardiseerde snelheid, en de beoordeling van de voetvorm om de invloed van morfologische verschillen te minimaliseren. De heterogene groep mannelijke en vrouwelijke hardlopers draagt ook bij aan de validiteit [7](#page=7).
### 1.5 Conclusies
Het belangrijkste resultaat is dat de voorvoetdemping (FC) orthese, in tegenstelling tot de metatarsale kussen (MP) orthese, een significante reductie van de piek plantaire druk in de voorvoet bewerkstelligde bij recreatieve hardlopers. Prefabricated orthesen met voorvoetdemping verminderen de piekdruk in de voorvoet effectiever dan prefab orthesen met een ingebouwd metatarsaal kussen. Daarom wordt geadviseerd om bij hardlopers met normaal gewelfde voeten, wanneer drukvermindering het primaire doel is, de voorkeur te geven aan orthesen met voorvoetdemping. Verder onderzoek is nodig om te evalueren of patiënten met voorvoetgerelateerde overbelastingsklachten (zoals metatarsalgie) baat hebben bij interventies met voorvoetdemping orthesen in prospectieve studies [7](#page=7).
---
# Plantaire drukmeting bij hardlopers
Dit onderwerp behandelt de methodologie voor het meten van plantaire druk tijdens het hardlopen, met specifieke aandacht voor het gebruik van het pedar-x®-System en de analyse van gegevens zoals piekdruk in de voorvoet en de totale voet.
### 2.1 Introductie tot plantaire drukmeting bij hardlopers
Hardlopen is een populaire recreatieve sport met aanzienlijke gezondheidsvoordelen, maar ook met een aanzienlijk risico op blessures. Overbelasting is een belangrijke oorzaak van hardloopgerelateerde blessures, waarbij mogelijke risicofactoren onder andere lange trainingsafstanden, eerdere blessures, en afwijkende looppatronen en voetposturen omvatten. Een manier om de biomechanica van het hardlopen te evalueren en mogelijke oorzaken van blessures te achterhalen, is door middel van plantaire drukmeting. Dit onderzoek richt zich specifiek op het meten van de piek plantaire druk in de voorvoet tijdens het hardlopen met behulp van de pedar-x®-System [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [2](#page=2) [3](#page=3) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 2.2 Methodologie van plantaire drukmeting
#### 2.2.1 Het pedar-x®-System
Het pedar-x®-System van Novel (München, Duitsland) is een in-shoe plantair drukmeetapparaat dat wordt beschouwd als een waardevol en betrouwbaar hulpmiddel voor de beoordeling van de plantaire drukverdeling. Dit systeem maakt gebruik van 99 capacitieve sensoren, wat resulteert in ongeveer één sensor per 2 cm² afhankelijk van de zoolmaat. De betrouwbaarheid van dit meetsysteem voor zowel de voorvoet- als de totale voetpiekdruk is aangetoond met een hoge intraclass correlatiecoëfficiënt (ICC van 0.97) en een lage test-hertest variabiliteit [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 2.2.2 Procedure van meting
De metingen worden uitgevoerd tijdens stationair hardlopen op een loopband met een gestandaardiseerde snelheid van 2.78 m/s. Een neutrale hardloopschoen (Adidas Duramo 6, 2014) wordt gebruikt. Voordat de drukmetingen beginnen, vindt er een warming-up plaats van 6 minuten op de loopband. De pedar-x®-System sensoren worden in de zolen van de schoenen geplaatst. De testcondities (bijvoorbeeld verschillende soorten inlegzolen) worden in een gerandomiseerde volgorde toegediend. Elke meetsessie duurt 2 minuten per conditie. De eerste minuut dient voor gewenning aan de inlegzool, en de tweede minuut voor dataverzameling [2](#page=2) [4](#page=4).
#### 2.2.3 Dataverzameling en -verwerking
Plantaire druaggegevens worden gedurende één minuut verzameld met een bemonsteringsfrequentie van 100 Hz. De gemiddelde piekdruk van tien stappen wordt geanalyseerd om een representatieve drukverdeling per conditie te verkrijgen. Om mogelijke verstorende informatie over het ontwerp van de voetorthesen te controleren, wordt de dataverzameling uitgevoerd zonder de deelnemers te informeren over de actuele ortheseconditie en het exacte meetmoment [25](#page=25) [38](#page=38) [4](#page=4).
Om de voorvoetregio te definiëren, worden percentage-maskers gebruikt, waarbij de voorvoet wordt gedefinieerd van 62% tot 80% van de totale voetlengte (waarbij de hiel 0% is). Dit zorgt ervoor dat eventuele metatarsale pads van het voorvoetgebied worden uitgesloten. De software pedar®-x Recorder (versie 19.3.30, Novel®, München, D) en novel scientific (versie 19.3.42, Novel®, München D) worden gebruikt voor data-acquisitie en -evaluatie. Data worden gecontroleerd op plausibiliteit en onvolledige stappen worden verwijderd [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 2.2.4 Inlegzolen en testcondities
De studie maakt gebruik van drie soorten inlegzolen:
1. **Controle (C):** Een basisvorm van een orthese met een concaaf gevormde hiel, minimale mediale boogondersteuning en een lage metatarsale pad (3.5 x 3.5 cm, 2 mm hoogte) [4](#page=4).
2. **Metatarsale pad (MP):** De basisvorm aangevuld met een metatarsale pad van polyurethaan (PU) met een grootte van 5.0 x 5.0 cm, oplopend in hoogte van 2.5 cm naar 5.0 cm breed aan de voorvoet tot een maximum van 8 mm [4](#page=4).
3. **Voorvoetdemping (FC):** De basisvorm met een dempende laag van PU (shore 12) van 6 mm dik die de gehele voorvoet bedekt [4](#page=4).
Om de deelnemers te blinderen voor de verschillende condities, wordt een identieke blauwe vilten laag van 1 mm op het bovenoppervlak van alle drie de orthesen bevestigd [4](#page=4).
### 2.3 Uitkomstmaten
De studie analyseert de volgende uitkomstmaten:
1. **Primaire uitkomstmaat:** Piek plantaire druk in de voorvoetregio [5](#page=5).
2. **Secundaire uitkomstmaten:**
* Piek plantaire druk in de totale voetregio [5](#page=5).
* Inlegzool Comfort Index (ICI): De comfortbeleving van de inlegzolen wordt gemeten met een Insole Comfort Index (ICI), waarbij de deelnemers verschillende aspecten van comfort beoordelen op visuele analoge schalen (VAS) die variëren van "zeer comfortabel" tot "niet comfortabel". De somscore van alle items wordt berekend (bereik 0-100) [5](#page=5).
### 2.4 Statistische analyse
De statistische analyse omvat een a priori power- en steekproefgrootteberekening. Voorafgaand aan de analyse wordt de data gecontroleerd op normaliteit met de Shapiro-Wilk test. Omdat de piekdrukgegevens in de voorvoet niet normaal verdeeld waren voor de geteste condities (metatarsale pad: p = 0.017, voorvoetdemping: p = 0.004), wordt een niet-parametrische test gebruikt. De initiële hypothese (geen verschillen in piekdruk in de voorvoet tussen de condities) wordt getoetst met de Friedman test (met een significantieniveau van α = 0.05). Post-hoc analyses worden uitgevoerd met de Wilcoxon signed-rank test, gecorrigeerd met de Bonferroni-correctie (resulterend in p <.017) [2](#page=2) [5](#page=5).
Deskriptieve statistieken, inclusief gemiddelde (SD), 95% betrouwbaarheidsintervallen (95% CI), mediaan en interkwartielafstand (IQR), worden gerapporteerd om de resultaten te vergelijken met bestaande literatuur. Piekdrukken voor de totale voet en de ICI-somscores worden eveneens deskriptief geanalyseerd (mediaan (IQR)) [5](#page=5).
### 2.5 Resultaten
#### 2.5.1 Piekdruk in de voorvoet
De analyse van de piek plantaire druk in de voorvoet toonde een significant verschil aan tussen de drie verschillende orthesecondities (χ² = 19.143, p <.001). Post-hoc analyses toonden significant lagere piekdrukken in de voorvoet aan bij het dragen van de **voorvoetdemping (FC)** in vergelijking met zowel de controleconditie (p =.003) als de metatarsale pad orthese (p =.001). Gemiddeld was de piekdruk in de voorvoet bij runners die de FC-orthese droegen 11% lager vergeleken met de controleconditie en 12% lager vergeleken met de metatarsale pad orthese. Er werd geen significant verschil gevonden in piekdruk in de voorvoet tussen de controleconditie en de metatarsale pad orthese (p =.858) [2](#page=2) [5](#page=5).
> **Tip:** De forefoot cushioning (FC) orthese leidde tot de grootste reductie in piekdruk in de voorvoet.
#### 2.5.2 Piekdruk in de totale voet
De gemiddelde piekdrukken in de totale voetregio waren als volgt:
* Controle (C): 364 ± 82 kPa (mediaan (IQR): 348 (310 tot 440)) [5](#page=5).
* Metatarsale pad (MP): 357 ± 70 kPa (mediaan (IQR): 348 (303 tot 390)) [5](#page=5).
* Voorvoetdemping (FC): 333 ± 81 kPa (mediaan (IQR): 318 (285 tot 363)) [5](#page=5).
Hoewel de FC-orthese de laagste gemiddelde piekdrukken in de totale voet liet zien, waren de verschillen niet significant tussen de condities [2](#page=2) [5](#page=5).
#### 2.5.3 Inlegzool Comfort Index (ICI)
De mediane ICI-somscores waren: Controle (C): 50, Metatarsale pad (MP): 49, en Voorvoetdemping (FC): 64. Dit suggereert dat de voorvoetdemping (FC) als comfortabeler werd ervaren dan de andere condities [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** Een hogere ICI-score, zoals 64 voor de FC-orthese, duidt op een hogere subjectieve beoordeling van comfort door de deelnemers.
### 2.6 Conclusies en beperkingen
#### 2.6.1 Conclusies
De studie concludeert dat, in tegenstelling tot orthesen met een metatarsale pad, de orthese met voorvoetdemping (FC) in staat was om een significante reductie van piekdruk in de voorvoet te bewerkstelligen bij recreatieve hardlopers. Hieruit volgt dat voorgefabriceerde orthesen met voorvoetdemping de piekdruk in de voorvoet meer verminderen dan voorgefabriceerde orthesen met een geïntegreerde metatarsale pad. Daarom moet demping worden overwogen als drukvermindering het primaire doel is bij hardlopers met normale voetbogen [2](#page=2) [7](#page=7).
#### 2.6.2 Beperkingen
* **Type orthesen:** De gebruikte voorgefabriceerde orthesen konden niet individueel worden aangepast, wat kan leiden tot andere resultaten dan bij op maat gemaakte orthesen waar de metatarsale pads individueel geplaatst kunnen worden. Het gebruik van voorgefabriceerde orthesen met identieke oppervlakteontwerpen garandeerde echter een gestandaardiseerde meetsetting [7](#page=7).
* **Loopband vs. overgronds hardlopen:** De overdraagbaarheid van laboratoriummetingen op een loopband naar hardlopen op de grond is een discussiepunt. Hoewel loopbandlopen mogelijk lagere maximale drukken in de mediale voorvoet en teenregio's kan opleveren biedt het loopbandsetting wel optimale omstandigheden voor gestandaardiseerde metingen [50](#page=50) [58](#page=58) [59](#page=59) [60](#page=60) [61](#page=61) [7](#page=7).
* **Meting van krachten:** Het pedar-x®-System meet betrouwbaar verticale belasting, maar biedt geen informatie over schuifkrachten. Echter, omdat de voorvoet een nagenoeg vlak gebied is, wordt aangenomen dat de gemeten verticale component een goede indicatie geeft van de normaalkracht [32](#page=32) [42](#page=42) [62](#page=62) [7](#page=7).
* **Viltlaag:** De viltlaag die werd gebruikt om de orthesen te blinderen, zou het dempende effect van de voorvoetdempingsorthese mogelijk hebben verminderd [7](#page=7).
* **Loopstijl en voetpostuur:** De studie beperkte zich tot hardlopers met een hiel-teen loopstijl en met normale voetbogen, waardoor er geen conclusies getrokken kunnen worden voor hardlopers met een voorvoet- of middenvoet landing, of met afwijkende voetposturen [7](#page=7) [9](#page=9).
* **ICI validiteit:** De validiteit van de Insole Comfort Index (ICI) is beperkt omdat aan twee criteria niet is voldaan: subject-specifieke herhaalbaarheid en herhaling over aparte sessies [39](#page=39).
#### 2.6.3 Sterke punten van de studie
Ondanks de beperkingen heeft de studie aanzienlijke sterke punten:
* Alle deelnemers renden in dezelfde neutrale hardloopschoen op een loopband met een gestandaardiseerde snelheid, waardoor snelheids- en schoenspecifieke effecten werden vermeden [66](#page=66).
* Het voettype van alle deelnemers werd beoordeeld en geclassificeerd (NNHt), en alle deelnemers hadden normale voetbogen, waardoor de invloed van verschillen in voetmorfologie de resultaten waarschijnlijk niet heeft beïnvloed [7](#page=7).
* Er werd een heterogene groep vrouwelijke en mannelijke hardlopers gerekruteerd om te corrigeren voor mogelijke sekse-gerelateerde verschillen in loopproces [67](#page=67).
---
# Relevantie van voetorthesen bij hardloopblessures
Voetorthesen worden ingezet bij hardlopers om overbelastingsklachten, zoals plantaire fasciitis en metatarsalgie, te behandelen door de drukverdeling onder de voet te beïnvloeden, met name in de voorvoetregio [2](#page=2) [3](#page=3).
### 3.1 Behandelingsstrategieën voor voorvoetklachten
Overbelasting in de voorvoet kan leiden tot klachten zoals metatarsalgie en stressfracturen van de middenvoetsbeentjes. Een significante toename van plantaire druk in de voorvoet na het hardlopen is waargenomen bij langlaufers, wat mogelijk een risicofactor is voor deze blessures. Voetorthesen zijn een middel om de magnitude en snelheid van de belasting te verminderen. Ze kunnen symptomen verlichten bij aandoeningen zoals plantaire fasciitis, reumatoïde artritis en metatarsalgie, en het comfort verbeteren [18–23 [2](#page=2).
#### 3.1.1 Twee gangbare concepten voor drukvermindering in de voorvoet
In de praktijk worden voornamelijk twee concepten toegepast om de plantaire druk in de voorvoet te verminderen met behulp van orthesen:
* **Metatarsaal pad (MP):** Een pad dat proximaal van de middenvoetsbeentjes wordt geplaatst [3](#page=3).
* **Voorvoetdemping (FC):** Geïntegreerde demping in de voorvoet van de orthese [2](#page=2).
#### 3.1.2 Vergelijkende effectiviteit van metatarsaal pad en voorvoetdemping
Onderzoek heeft aangetoond dat metatarsale pads (inclusief metatarsale bars en koepels) de plantaire druk in de centrale en mediale voorvoet significant kunnen verminderen tijdens lopen [20, 27–33. Ook is er bewijs dat dempende inlegzolen de piekdruk in de voorvoet verminderen tijdens lopen en rennen. Echter, een directe vergelijking tussen metatarsale pads en voorvoetdemping bij hardlopers ontbrak tot voorheen [3](#page=3).
#### 3.1.3 Studie naar de effectiviteit van FC versus MP
Een studie vergeleek de effecten van een voorvoetdemping (FC) en een metatarsaal pad (MP) op de piekdruk in de voorvoet bij asymptomatische recreatieve hardlopers. Deelnemers renden op een loopband met een snelheid van 2.78 m/s onder drie omstandigheden: controle (zonder orthese), met MP en met FC. De metingen van plantaire druk werden uitgevoerd met het pedar-x®-systeem [2](#page=2).
**Resultaten van de studie:**
* **Piekdruk in de voorvoet:** De piekdruk in de voorvoet was significant lager bij gebruik van FC (281 ± 80 kPa) vergeleken met zowel de controleconditie (313 ± 69 kPa; p =.003) als de MP-conditie (315 ± 80 kPa; p =.001). Er was geen significant verschil tussen de controle- en MP-conditie (p =.858) [2](#page=2).
* De gemiddelde piekdrukwaarden in de voorvoet waren consistent met de huidige literatuur voor hardlopers zonder orthesen [2](#page=2) .
* **Piekdruk onder de totale voet:**
* Controle: 364 ± 82 kPa [2](#page=2).
* Metatarsaal pad: 357 ± 80 kPa [2](#page=2).
* Voorvoetdemping: 333 ± 81 kPa [2](#page=2).
* **Comfort (ICI sum score):** De mediane comfortscores waren: Controle: 50, Metatarsaal pad: 49, Voorvoetdemping: 64. Dit suggereert dat de FC-orthese iets meer comfort bood [2](#page=2).
#### 3.1.4 Conclusies en implicaties
De studie concludeerde dat, in tegenstelling tot orthesen met een metatarsaal pad, de voorvoetdemping (FC) een significante reductie van de piekdruk in de voorvoet realiseerde bij recreatieve hardlopers met normale voetbogen. Daarom wordt geadviseerd om bij recreatieve hardlopers met normale voetbogen bij voorkeur een geprefabriceerde orthese met voorvoetdemping te gebruiken boven een orthese met een geïntegreerd metatarsaal pad, indien drukvermindering het primaire doel is [2](#page=2).
> **Tip:** De keuze voor een voetorthese hangt af van de specifieke klacht en voetstructuur. Hoewel dit onderzoek zich richt op asymptomatische lopers met normale voetbogen, kan het inzicht bieden voor de behandeling van specifieke voorvoetklachten.
### 3.2 Comfort en beperkingen van de studie
#### 3.2.1 Comfortbeleving
Deelnemers beoordeelden het comfort van alle drie de geteste condities als comfortabel, wat suggereert dat het comfort de loopsequenties of drukmetingen niet negatief heeft beïnvloed. De voorvoetdemping werd door de deelnemers iets hoger gewaardeerd qua comfort, wat in lijn is met bevindingen dat comfortabele of zachte orthesen de voorkeur krijgen boven harde orthesen [2](#page=2) .
#### 3.2.2 Beperkingen van het onderzoek
* **Prefabriceerde versus op maat gemaakte orthesen:** Het gebruik van geprefabriceerde orthesen maakte individuele positionering van metatarsale pads onmogelijk, wat de resultaten ten opzichte van op maat gemaakte orthesen kan beïnvloeden. De studie gebruikte echter geprefabriceerde orthesen met identieke oppervlakteontwerpen om een gestandaardiseerde meting te waarborgen [2](#page=2).
* **Loopband versus buiten lopen:** Resultaten van loopbandmetingen zijn mogelijk niet volledig overdraagbaar naar buiten lopen, aangezien loopbanden lagere maximale drukken in de mediale voorvoet en teenregio kunnen geven [50, 58–61. De loopbandomgeving maakt echter gestandaardiseerde metingen mogelijk .
* **Meetmethodiek:** Het pedar-x®-systeem meet betrouwbaar de verticale belasting, maar geeft geen informatie over schuifkrachten. Dit kan de analyse van de 3D-vorm van de ortheses beperken, hoewel de voorvoet als een grotendeels plat gebied wordt beschouwd [2](#page=2) .
* **Feltlaag voor verblinding:** Een feltlaag op de orthesen, gebruikt voor verblindingsdoeleinden, had mogelijk het dempingseffect van de FC-orthese kunnen verminderen [2](#page=2).
* **Beperkingen in deelnemerspopulatie:** De studie omvatte alleen lopers met een hiel-tot-teen loopstijl en normale voetbogen, waardoor conclusies voor lopers met een voorvoet-strike patroon of afwijkende voetposturen niet getrokken kunnen worden [2](#page=2) .
* **Validiteit Insole Comfort Index (ICI):** De ICI voldeed niet aan alle criteria voor subject-specifieke herhaalbaarheid en herhaalde testsessies, waardoor de comfortbeoordeling primair werd gebruikt om duidelijk ongemak uit te sluiten [2](#page=2) .
#### 3.2.3 Sterktes van de studie
Ondanks de beperkingen kent de studie ook sterke punten:
* Alle deelnemers renden in dezelfde neutrale hardloopschoen op een loopband met een gestandaardiseerde snelheid, waardoor snelheids- of schoenspecifieke effecten werden gemeden [2](#page=2) .
* De voetvorm van alle deelnemers werd beoordeeld en geclassificeerd (normale voetbogen), wat de invloed van voetmorfologie op de resultaten minimaliseerde [2](#page=2) .
* Een heterogene groep van zowel vrouwelijke als mannelijke lopers werd gerekruteerd om mogelijke sekse-gerelateerde verschillen in loopbiomechanica te controleren [2](#page=2) .
---
# Comfortbeoordeling van voetorthesen
De subjectieve beoordeling van het comfort van verschillende voetorthesen is een cruciale factor die de prestaties en de keuze van de orthese kan beïnvloeden, gemeten met de Insole Comfort Index (ICI) [2](#page=2) [6](#page=6).
### 4.1 De Insole Comfort Index (ICI)
De Insole Comfort Index (ICI) is een meetinstrument dat wordt gebruikt om het subjectieve comfort van voetorthesen te beoordelen. Het resulteert in een somscore die de algehele perceptie van comfort weergeeft [2](#page=2) [6](#page=6).
#### 4.1.1 Resultaten van de ICI-beoordeling
In een studie naar de effectiviteit van voetorthesen met voorvoetdemping (FC) en een metatarsaal pad (MP) in vergelijking met een controlevoorwaarde (C), rapporteerden deelnemers over het algemeen een medium tot hoge mate van comfort met de geteste orthesen. De mediane ICI-somscores waren als volgt [6](#page=6):
* Controlevoorwaarde (C): 50 [6](#page=6).
* Metatarsaal pad (MP): 49 [6](#page=6).
* Voorvoetdemping (FC): 64 [6](#page=6).
Dit suggereert dat de orthose met voorvoetdemping door de deelnemers iets meer werd geprefereerd qua comfort in vergelijking met de controlevoorwaarde en de orthose met metatarsaal pad [6](#page=6).
#### 4.1.2 Interpretatie van comfortresultaten
De geobserveerde comfortniveaus werden als dusdanig geïnterpreteerd dat ze de hardloopsessies en de drukmetingen niet negatief hebben beïnvloed. Het comfort werd in deze context primair gebruikt om overduidelijk ongemak tijdens de metingen uit te sluiten, en was niet het hoofddoel van de analyse [6](#page=6) [7](#page=7).
### 4.2 Invloed van comfort op prestaties en keuze
Hoewel comfort een subjectieve beoordeling is, wordt het erkend als een belangrijke eigenschap van schoeisel die de prestaties en de acceptatie van orthesen door de gebruiker kan beïnvloeden [6](#page=6).
#### 4.2.1 Comfort als ondersteuning en verbetering
Hardlopers gebruiken voetorthesen vaak voor de behandeling van blessures, als ondersteuning, voor comfort, en potentieel om de prestaties te verbeteren. De perceptie van comfort kan verband houden met de inslagperceptie en demping [6](#page=6).
#### 4.2.2 Vergelijking met eerdere studies
De bevindingen met betrekking tot comfort komen overeen met eerdere studies waarin gezonde deelnemers contourvormende of zachte orthesen prefereerden boven harde orthesen [6](#page=6).
### 4.3 Beperkingen van comfortmetingen
Er zijn enkele beperkingen geassocieerd met de validiteit van de Insole Comfort Index (ICI):
* Subject-specifieke herhaalbaarheid is niet vastgesteld [7](#page=7).
* De test is niet herhaald over afzonderlijke sessies [7](#page=7).
Deze beperkingen betekenen dat de comfortbeoordeling in dit specifieke onderzoek voornamelijk diende als een methode om duidelijke ongemakken uit te sluiten, en niet als een primaire uitkomstmaat [7](#page=7).
### 4.4 Overige overwegingen met betrekking tot orthesen
#### 4.4.1 Prefabricated versus customised orthesen
Er is discussie over de vergelijkbaarheid van studies die gebruikmaken van prefabricated (kant-en-klare) of customized (op maat gemaakte) orthesen. Hoewel er een groeiende hoeveelheid literatuur is die suggereert dat er slechts kleine verschillen zijn in de effecten op plantaire druk tussen beide typen, kunnen er toch verschillen optreden, met name bij de positionering van elementen zoals metatarsale pads. Bij prefabricated orthesen met een geïntegreerd metatarsaal pad konden de pads niet individueel worden gepositioneerd op basis van de anatomische locatie van de middenvoetsbeentjes, wat mogelijk invloed heeft op de drukvermindering in de voorvoet vergeleken met customized orthesen [7](#page=7).
#### 4.4.2 Invloed van een blinderende laag
Het gebruik van een vilten laag op het oppervlak van de orthesen, aangebracht om de deelnemers te 'blindden', zou theoretisch de dempende werking van de voorvoetdemping-orthese hebben kunnen verminderen. Dit aspect is niet meegenomen in de resultaten, maar het is mogelijk dat zonder deze laag een verdere reductie van de piekdruk had kunnen worden bereikt [7](#page=7).
#### 4.4.3 Specifieke populaties
De studie beperkte zich tot lopers met een hiel-tot-teen loopstijl en met normale voetbogen; daarom kunnen er geen conclusies worden getrokken voor lopers met een voorvoetlanding of met andere voetposturen [7](#page=7).
> **Tip:** Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de objectieve meting van plantaire druk en de subjectieve beoordeling van comfort. Beide factoren zijn relevant voor de keuze en het succes van een voetorthese.
> **Voorbeeld:** Een orthose die effectief is in het verminderen van piekdruk, maar als oncomfortabel wordt ervaren, zal waarschijnlijk niet consequent worden gedragen door een recreatieve loper. De ICI biedt een indicatie van dit comfortniveau [6](#page=6).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Voetorthesen | Apparaten die in schoenen worden gedragen om de voetfunctie te corrigeren, te ondersteunen of te ontlasten. Ze worden vaak gebruikt voor de behandeling van voetgerelateerde klachten en blessures. |
| Voorvoetdemping (FC) | Een type voetorthese die specifiek is ontworpen om extra demping te bieden aan het voorvoetgebied, met name onder de middenvoetsbeentjes, om de impactkrachten te verminderen. |
| Metatarsaal kussen (MP) | Een verhoging of pelotte in een voetorthese die strategisch gepositioneerd is net proximaal van de middenvoetsbeentjes (metatarsale koppen) om de druk op dit gebied te verdelen en te verminderen. |
| Plantaire druk | De druk die wordt uitgeoefend op de zool van de voet tijdens contact met een oppervlak. Dit wordt vaak gemeten om de belasting op verschillende delen van de voet te analyseren. |
| Piek plantaire druk | De maximale druk die op een specifiek punt onder de voet wordt gemeten tijdens een belastingsmoment, zoals bij het hardlopen of lopen. Hoge piekdruk kan leiden tot overbelastingsblessures. |
| Metatarsalgie | Pijn in de voorvoet, meestal gelokaliseerd onder de middenvoetsbeentjes, vaak veroorzaakt door overmatige druk of overbelasting van dit gebied. |
| Insole Comfort Index (ICI) | Een vragenlijst of schaal die wordt gebruikt om het comfort van inlegzolen of schoenen te beoordelen. Het omvat vaak verschillende aspecten van comfort, zoals algemeen comfort, comfort van de voorvoet en hiel, en rolcomfort. |
| Cross-sectionele studie | Een type onderzoek waarbij gegevens van een populatie op één specifiek tijdstip worden verzameld. Dit maakt het mogelijk om verschillende groepen of variabelen te vergelijken, maar kan geen oorzaak-gevolgrelaties vaststellen. |
| Friedman-test | Een niet-parametrische statistische test die wordt gebruikt om drie of meer gerelateerde groepen te vergelijken. Het is de niet-parametrische equivalent van een herhaalde metingen ANOVA en wordt vaak gebruikt bij onderzoeken met herhaalde metingen onder verschillende omstandigheden. |
| Wilcoxon signed-rank test | Een niet-parametrische statistische test die wordt gebruikt om twee gerelateerde groepen te vergelijken. Het is de niet-parametrische equivalent van een gepaarde t-test en wordt gebruikt om medianen van gepaarde waarnemingen te vergelijken. |
| Normalized Navicular Height Truncated (NNHt) | Een antropometrische meting die wordt gebruikt om de voetpostuur te classificeren, met name de hoogte van de voetboog. Een lage NNHt duidt op een platte voet, terwijl een hoge NNHt een hoge voetboog aangeeft. |
| Cruciate ligament | Een van de vier belangrijke ligamenten in de knie die stabiliteit bieden. Hoewel niet direct onderzocht, kan de stabiliteit van de knie invloed hebben op looppatronen en blessurerisico. |