Cover
Start now for free H9 - Parasitologie.pdf
Summary
# Inleiding tot parasieten en classificatie van parasitaire infecties
Dit onderwerp introduceert de studie van parasieten, definieert hun relatie met gastheren en categoriseert menselijke parasitaire infecties, met een focus op protozoa, helminthiasis en arthropoden.
### 1.1 Definities en begrippen
Parasitologie bestudeert organismen die op of in een gastheer leven, waarbij ze voordelen trekken uit deze relatie zonder er iets nuttigs voor terug te geven. In een medische context hoeft een parasiet niet per se aantoonbare schade toe te brengen aan de gastheer [1](#page=1).
* **Parasieten**: Organismen die leven op of in een gastheer, waarvan ze voordelen halen zonder iets nuttigs terug te geven; bij pathogenen is de relatie schadelijk voor de gastheer [1](#page=1).
* **Commensalen**: Organismen die in een nauwe relatie leven waarbij één partij voordelen trekt uit de relatie, maar waarbij geen van beide partijen nadelen ondervindt [1](#page=1).
* **Symbionten**: Organismen die samenleven en waarbij beide partijen voordelen ondervinden van de relatie [1](#page=1).
### 1.2 Classificatie van parasieten en infecties
Parasieten omvatten doorgaans protozoa (eukaryote ééncellige organismen), wormen (helminthinen) en arthropoden (zoals insecten, die vaak als ectoparasieten optreden) . Deze organismen hebben vaak ingewikkelde levenscycli [1](#page=1).
#### 1.2.1 Protozoa infecties
Protozoa zijn eencellige eukaryote organismen [1](#page=1).
* **Intestinale protozoa**: Infecties die het spijsverteringskanaal aantasten.
* Voorbeelden zijn *Giardia lamblia* en *Cryptosporidium spp.* [1](#page=1).
* **Bloed- en weefselprotozoa**: Infecties die zich in het bloed of in lichaamsweefsels bevinden.
* Een voorbeeld is *Toxoplasma gondii*, een weefselprotozoa [1](#page=1).
#### 1.2.2 Helminthiasis (worminfecties)
Helminthiasis verwijst naar infecties veroorzaakt door wormen. Deze worden onderverdeeld in verschillende groepen [1](#page=1):
* **Nemathelminthes (Nematoden)**: Ook wel rondwormen genoemd, gekenmerkt door hun niet-gesegmenteerde lichaamsstructuur [1](#page=1).
* Voorbeelden zijn *Toxocara canis/cati*, *Enterobius vermicularis*, *Ascaris lumbricoides*, *Anisakis simplex*, en *Trichinella spiralis* [1](#page=1).
* **Platyhelminthes (Platwormen)**: Dit omvat lintwormen en zuigwormen.
* **Cestoden (Lintwormen)**: Deze wormen zijn gesegmenteerd [1](#page=1).
* Voorbeelden zijn *Taenia saginata* (& *solium*), *Echinococcus multilocularis*, en *E. granulosus* [1](#page=1).
* **Trematoden (Zuigwormen of Botten)**: Deze wormen zijn niet gesegmenteerd [1](#page=1).
* Een voorbeeld is *Fasciola hepatica* [1](#page=1).
#### 1.2.3 Arthropoden (Arthropoden)
Arthropoden zijn geleedpotige dieren die parasitaire infecties bij de mens kunnen veroorzaken, vaak als ectoparasieten die aan de buitenkant van het lichaam leven [1](#page=1).
* Voorbeelden zijn *Sarcoptes scabiei* (veroorzaker van schurft) en *Pediculus humanus spp.* (hoofdluis) [1](#page=1).
---
# Protozoaire infecties: intestinale en weefselpathogenen
Dit deel van de samenvatting richt zich op specifieke protozoaire infecties die intestinale of weefselpathogenen zijn, waaronder *Giardia lamblia*, *Cryptosporidium spp.* en *Toxoplasma gondii*, met aandacht voor hun diagnostiek, symptomen en behandelingen.
### 2.1 Intestinale protozoa
Intestinale protozoa zijn eencellige organismen die het spijsverteringskanaal infecteren en verschillende symptomen kunnen veroorzaken, variërend van acute tot chronische diarree [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 2.1.1 Giardia lamblia (Giardiasis)
*Giardia lamblia* (ook bekend als *Giardia duodenalis*) is een veelvoorkomende verwekker van intestinale infecties, vooral in tropische gebieden, maar kan ook in België en Europa voorkomen [2](#page=2) [3](#page=3).
##### 2.1.1.1 Pathogenese en symptomen
* De parasiet manifesteert zich in twee vormen: cysten en trofozoïeten [2](#page=2).
* De trofozoïet is de vegetatieve vorm die zich ongeslachtelijk vermenigvuldigt door tweedeling in het duodenum [2](#page=2).
* In het duodenum hechten de trofozoïeten zich aan de darmmucosa met zuignappen en veroorzaken ze symptomen zoals diarree en malabsorptie [2](#page=2).
* Ze nestelen zich specifiek op plaatsen waar vetoplosbare vitaminen worden geabsorbeerd, wat leidt tot competitie met voedingsstoffen [2](#page=2).
* Dit resulteert in het niet kunnen metaboliseren van lipiden, die vervolgens in de stoelgang terechtkomen, leidend tot vettige stoelgang (steatorroe). Ook de opname van andere nutriënten wordt belemmerd [2](#page=2).
* *Giardia lamblia* blijft in het darmlumen en dringt niet door de mucosa of andere systemen heen, waardoor symptomen als koorts en spierpijn afwezig zijn [2](#page=2).
* Typische symptomen van giardiasis zijn langdurige diarree (2-4 weken), buikpijn, verminderde eetlust, gewichtsverlies en een opgeblazen gevoel. Een verergering van symptomen na het drinken van melk kan voorkomen [2](#page=2).
##### 2.1.1.2 Diagnostiek
* De diagnose wordt gesteld door onderzoek van de stoelgang op cysten en trofozoïeten [2](#page=2).
* De gevoeligheid van stoelgangonderzoek is echter relatief laag, waardoor een negatief resultaat bij een sterk vermoeden van giardiasis de infectie niet uitsluit [2](#page=2).
##### 2.1.1.3 Behandeling
* De voorkeursbehandeling is ornidazole (Tibernal®): 3 tabletten van 500mg in één enkele dosis [2](#page=2).
* Vroeger werd tinidazole (Fasigyn®) gebruikt, met doseringen van 4 tabletten van 500mg gedurende 1 tot 10 dagen [2](#page=2).
#### 2.1.2 Cryptosporidium spp.
*Cryptosporidium parvum* is een andere belangrijke pathogene intestinale protozoa die vooral bij kinderen vaker voorkomt [2](#page=2) [3](#page=3).
##### 2.1.2.1 Pathogenese en symptomen
* Bij immuuncompetente individuen is de ziekte doorgaans zelf-limiterend [3](#page=3).
* Bij immuungecompromitteerde patiënten kan de infectie echter ernstig verlopen [3](#page=3).
##### 2.1.2.2 Behandeling
* Bij immuuncompetente individuen is er geen specifieke behandeling; men wacht tot de infectie vanzelf overgaat (weken tot maanden) [3](#page=3).
* Bij immuungecompromitteerde patiënten kan behandeling nodig zijn, afhankelijk van de ernst van de symptomen en de onderliggende immunodeficiëntie.
#### 2.1.3 Dientamoeba fragilis
*Dientamoeba fragilis* is een protozoön waarvan het pathogene vermogen controversieel is [2](#page=2) [3](#page=3).
##### 2.1.3.1 Pathogenese en symptomen
* De infectie is meestal zelf-limiterend [3](#page=3).
* Symptomen kunnen diarree, buikpijn en een opgeblazen gevoel omvatten [2](#page=2).
##### 2.1.3.2 Behandeling
* Indien behandeling geïndiceerd is, kan deze met tinidazole of ornidazole (30mg/kg, 1-dosis) of paromomycine (10mg driemaal daags gedurende 7 dagen) plaatsvinden [3](#page=3).
#### 2.1.4 Overige intestinale protozoa
Andere minder voorkomende of specifiek voor immuungecompromitteerden relevante intestinale protozoa zijn *Cytosospora belli* en *Microsporidium sp.*. Deze treden doorgaans alleen op bij patiënten met een verminderde immuniteit [3](#page=3).
### 2.2 Weefselpathogenen
#### 2.2.1 Toxoplasma gondii
*Toxoplasma gondii* is een protozoön die in diverse weefsels kan infecteren en zowel immuuncompetente als immuungecompromitteerde individuen kan aantasten [3](#page=3).
##### 2.2.1.1 Infectie bij immuuncompetente individuen
* Bij immuuncompetente individuen is de infectie asymptomatisch of manifesteert zich als een mononucleosis-lijkend syndroom [3](#page=3).
* De ziekte is over het algemeen zelf-limiterend [3](#page=3).
* Specifieke behandeling is zelden nodig, tenzij er complicaties optreden, wat zeldzaam is [3](#page=3).
##### 2.2.1.2 Infectie bij zwangere vrouwen
* Zwangeren met een acute infectie met *Toxoplasma gondii* lopen een hoog risico op verticale transmissie naar de foetus (10-80%) [3](#page=3).
* Het risico voor de moeder zelf is niet per se hoog, maar de gevolgen voor de foetus kunnen ernstig zijn, waaronder miskraam, ernstige cognitieve abnormaliteiten en vroeggeboorte [3](#page=3).
##### 2.2.1.3 Infectie bij immuungecompromitteerde patiënten
* Patiënten met een verzwakt immuunsysteem (bv. HIV/AIDS-patiënten) lopen een hoog risico op reactivatie van een latente *Toxoplasma gondii*-infectie. Dit is met name gerelateerd aan bradyzoïeten [3](#page=3).
* De meest voorkomende presentaties zijn encefalitis en chorioretinitis [3](#page=3).
* De behandeling bestaat uit hoge doses cotrimoxazole of sulfadiazine-pyrimethamine [3](#page=3).
---
# Helminthiasis en arthropodeninfecties: rondwormen, lintwormen, zuigwormen en ectoparasieten
Dit deel van de studiehandleiding richt zich op infecties veroorzaakt door diverse wormen (nematoden, cestoden, trematoden) en arthropoden, met specifieke aandacht voor aandoeningen zoals ascariasis, taeniasis, scabies en pediculosis.
### 3.1 Rondworminfecties (Nematoden)
#### 3.1.1 Ascariasis (Ascaris lumbricoides)
Ascariasis wordt veroorzaakt door de rondworm *Ascaris lumbricoides*, die zich in de darmen van de mens vestigt. De infectiecyclus is complex en begint met de opname van eitjes uit besmette grond [4](#page=4).
* **Levenscyclus:**
* Volwassen wormen paren in de darmen en produceren eitjes die via de feces worden uitgescheiden [4](#page=4).
* Deze eitjes zijn aanvankelijk niet besmettelijk en hebben 10 dagen tot 2 weken nodig om uit te rijpen in de omgeving [4](#page=4).
* Bij opname van een (nog) niet-besmettelijk ei, ondergaat dit een cyclus door het lichaam waarbij larven ontstaan [4](#page=4).
* De larven migreren via de lever en het hart, worden opgehoest en opnieuw ingeslikt, een proces dat bekend staat als larvale migratie [4](#page=4).
* Eenmaal terug in de darmen ontwikkelen de larven zich tot volwassen wormen [4](#page=4).
* **Diagnose:** De diagnose wordt gesteld door het aantonen van (niet-)bevruchte eitjes in de stoelgang. In geval van infectie zijn de eitjes met 100% zekerheid terug te vinden [4](#page=4).
* **Risicofactoren:** Ascariasis is sterk gerelateerd aan onhygiënische omstandigheden, met name in tropische of ontwikkelingslanden [4](#page=4).
* **Klinische symptomen:**
* **Larvale migratie:** Kan astma-achtige symptomen met koorts veroorzaken. Soms asymptomatisch, zelden Loeffler syndroom of urticaria [4](#page=4).
* **Volwassen wormen in darmen:** Vaak asymptomatisch, soms niet-specifieke buikpijn. Kan leiden tot mechanische obstructie. In gebieden met weinig middelen kan het een co-factor zijn van ondervoeding [4](#page=4).
* **Complicaties:** Galstenen, bacteriële infecties, necrose van de darmwand [4](#page=4).
* **Behandeling:** De behandeling bestaat uit twee tabletten mebendazol per dag gedurende drie dagen [4](#page=4).
#### 3.1.2 Enterobiasis (Enterobius vermicularis)
Enterobiasis, ook wel bekend als pinworminfectie, wordt veroorzaakt door *Enterobius vermicularis* [6](#page=6).
* **Levenscyclus:** De cyclus kenmerkt zich door hand-mond contact, leidend tot continue herinfectie [6](#page=6).
* Vrouwelijke wormen migreren naar de anus om 's nachts, tijdens rust van het metabolisme, eitjes te leggen [6](#page=6).
* De eitjes worden besmettelijk na enkele uren [6](#page=6).
* Contact met de anus, daarna aanraken van objecten en vervolgens orale opname leidt tot herinfectie [6](#page=6).
* **Diagnose:** Vaak klinisch, gebaseerd op anale of vaginale jeuk (vooral 's nachts) en niet-specifieke buikpijn. Kan appendicitis veroorzaken door obstructie. De "scotch tape test" is nuttig: eitjes worden met plakband van de anale huid verzameld, aangezien stoelgangonderzoek vaak negatief is [6](#page=6).
* **Behandeling:** Eenvoudig, met mebendazol 100 mg eenmalig. Over twee weken wordt een tweede dosis ingenomen. Het is essentieel om de hele familie te behandelen vanwege de hoge besmettelijkheid [6](#page=6).
#### 3.1.3 Toxocariasis (Toxocara canis)
Toxocariasis wordt veroorzaakt door *Toxocara canis*, een worm die normaal voorkomt bij honden en katten. Mensen raken geïnfecteerd door contact met eitjes in de omgeving, vaak via besmette grond (bv. zandbakken) [5](#page=5).
* **Levenscyclus in de mens:** Mensen zijn geen definitieve gastheren; larven ontwikkelen zich niet tot volwassen wormen. De infectie resulteert in viscerale larva migrans [5](#page=5).
* **Klinische presentatie:** Meestal bij kinderen, met symptomen als koorts, verlies van eetlust, buikpijn en droge hoest. Kenmerkend is hypereosinofilie. Andere symptomen kunnen zijn: oedeem, urticaria, bronchitis en hepatomegalie. Zeldzaam kan het leiden tot encefalitis of ooglokalisaties [5](#page=5).
* **Diagnose:** Moeilijk, vaak via serologie. Eitjes worden niet in de stoelgang gevonden [5](#page=5).
* **Behandeling:** Grotendeels gebaseerd op steroïden [5](#page=5).
### 3.2 Lintworminfecties (Cestoden)
#### 3.2.1 Taeniasis (Taenia saginata en Taenia solium)
Taeniasis is een infectie met lintwormen, waarbij *Taenia saginata* (rundveeworm) en *Taenia solium* (varkenslintworm) de meest voorkomende zijn [7](#page=7).
* **Taenia saginata:**
* **Levenscyclus:** De worm komt normaal voor bij runderen, waarbij de mens de definitieve gastheer is. Infectie treedt op door het eten van besmet vlees met zichtbare cysten [7](#page=7).
* **Klinische presentatie:** Meestal asymptomatisch, soms buikpijn, expulsie van proglottiden (segmenten van de worm) en anale jeuk. Kan leiden tot appendicitis of intestinale occlusie. Kan een cofactor zijn van ondervoeding. Lintwormen kunnen 4-6 meter lang worden [7](#page=7).
* **Diagnose:** Aantonen van de worm, proglottiden of eitjes [7](#page=7).
* **Behandeling:** Niclosamide 2 gram eenmalig [7](#page=7).
* **Taenia solium:** De exacte levenscyclus en klinische presentatie van *Taenia solium* worden niet gedetailleerd beschreven in dit document, maar de aanwezigheid van *Taenia saginata* en *Taenia solium* als onderscheid wordt genoemd [7](#page=7).
### 3.3 Arthropodeninfecties (Ectoparasieten)
#### 3.3.1 Pediculosis capitis (Hoofdluizen)
Hoofdluizen (*Pediculus humanus capitis*) veroorzaken jeuk aan het hoofd, zowel dag als nacht [5](#page=5).
* **Symptomen:** Jeuk aan het hoofd [5](#page=5).
* **Behandeling:** Het doel is de luizen te verstikken, wat effectief kan zijn door regelmatig aanbrengen van een middel rond de luizen gedurende 1 tot 2 weken. Niet alle beschikbare producten zijn even effectief. Permethrine 1% lotion (Nix®) is niet altijd eenvoudig te gebruiken en kan allergische reacties veroorzaken. Dimeticon (Silikon®) is een alternatief, hoewel niet overal verkrijgbaar [5](#page=5).
* **Extra informatie:** Luizen worden van mens op mens overgedragen en voeden zich met bloed. Neten zijn de eitjes die aan het haar worden vastgelijmd [5](#page=5).
#### 3.3.2 Scabies (Schurft)
Scabies is een huidinfectie die wordt veroorzaakt door de schurftmijt [4](#page=4).
* **Symptomen:** Intense jeuk, vooral 's nachts. De huiduitslag kan meer eczeem-achtig zijn en verspreid over het lichaam. Het kan nodulair worden. In sommige gevallen kan het als een SOA worden beschouwd wanneer het de geslachtsdelen aantast [4](#page=4).
* **Behandeling:** De behandeling is stapsgewijs en niet altijd eenvoudig [4](#page=4).
1. Permethrine 5% crème [4](#page=4).
2. Benzylbenzoaat 25% lotion [4](#page=4).
3. Ivermectine tabletten [4](#page=4).
Indien stap 1 onvoldoende effect heeft, wordt overgegaan naar stap 2, enzovoort [4](#page=4).
#### 3.3.3 Larva migrans
Dit wordt kort aangestipt in de context van *Toxocara canis* infecties, waar het verwijst naar de migratie van larven door weefsels. *Larva migrans cutanea* wordt specifiek genoemd als een mogelijk symptoom van toxocariasis [5](#page=5).
> **Tip:** Bestudeer de levenscycli van de verschillende parasieten nauwkeurig, aangezien deze cruciaal zijn voor het begrijpen van de diagnose en behandeling. Let specifiek op de overdrachtswegen en waar de parasiet zich in het menselijk lichaam bevindt tijdens de infectie.
---
# Zeldzame en endemische parasitaire infecties in België/Europa
Dit onderwerp bespreekt minder voorkomende, maar potentieel ernstige parasitaire aandoeningen die endemisch kunnen zijn in Europa, zoals echinokokkose, anisakiasis en fasciolasis.
### 4.1 Overzicht van parasitaire infecties in België en Europa
Hoewel het aantal autochtone parasitaire infecties in België en Europa is afgenomen, blijven sommige nog steeds belangrijk. Veel van deze infecties veroorzaken momenteel geen ernstige ziekte, maar kunnen wel invaliderend zijn, zoals scabies, giardiasis en toxocariasis. Er zijn echter ook zeldzame aandoeningen die ernstig kunnen zijn en een gespecialiseerde aanpak vereisen, waaronder echinokokkose, fasciolasis en trichinellosis [9](#page=9).
### 4.2 Echinokokkose
Echinokokkose wordt veroorzaakt door verschillende soorten van het geslacht *Echinococcus*. Twee belangrijke vormen zijn alveolaire echinokokkose (*Echinococcus multilocularis*) en cystische echinokokkose (*Echinococcus granulosus*) [8](#page=8).
#### 4.2.1 Alveolaire echinokokkose (Echinococcus multilocularis)
* **Endemiciteit:** Deze vorm is endemisch in Centraal- en Oost-Europa, inclusief België [8](#page=8).
* **Transmissie:** De transmissie vindt plaats via de uitwerpselen van vossen en andere dieren. De eieren komen in de omgeving terecht op planten en in de grond, waardoor boeren en jagers risico lopen op besmetting [8](#page=8).
* **Klinische presentatie:** Het veroorzaakt pseudo-tumorale laesies in de lever, die langzaam groeien en soms infectieuze metastasen kunnen vormen, wat vergelijkbaar is met een traag groeiende leverkanker [8](#page=8).
* **Diagnose:** Diagnose wordt gesteld op basis van beeldvorming, serologie en meestal een biopsie [8](#page=8).
* **Behandeling:** De behandeling is zeer moeilijk en omvat chirurgie en een albendazolebehandeling voor minimaal twee jaar, mogelijk levenslang [8](#page=8).
#### 4.2.2 Cystische echinokokkose (Echinococcus granulosus)
* **Endemiciteit:** Deze vorm is endemisch in tropische gebieden en zuidoost Europa, en kan voorkomen bij reizigers en immigranten [8](#page=8).
* **Transmissie:** Besmetting treedt op door het innemen van eieren via geïnfecteerde grond of voedsel [8](#page=8).
* **Klinische presentatie:** De ziekte kan verschillende klinische presentaties vertonen [8](#page=8).
* **Diagnose:** Diagnose is gebaseerd op beeldvorming en serologie [8](#page=8).
* **Behandeling:** De behandeling is complex [8](#page=8).
### 4.3 Anisakiasis (Anisakis sp.)
Anisakiasis is een infectie veroorzaakt door *Anisakis* soorten [8](#page=8).
* **Transmissie:** De infectie wordt opgelopen door het consumeren van rauwe vis, wat vooral voorkomt in Azië, maar ook in de Europese Unie [8](#page=8).
* **Klinische presentatie:** Anisakiasis kan verschillende symptomen veroorzaken:
* Acute urticaria of voedselallergie [8](#page=8).
* Acute epigastrische pijn met braken [8](#page=8).
* Subacute abdominale pijn [8](#page=8).
* **Behandeling:** De beste therapie is het verwijderen van de larve, bijvoorbeeld tijdens een gastroscopie. Albendazole kan worden gebruikt voor subacute vormen, maar wordt niet als een echte therapie beschouwd [8](#page=8).
### 4.4 Fascioliasis (Fasciola hepatica)
Fascioliasis is een infectie veroorzaakt door de leverbot *Fasciola hepatica* [9](#page=9).
* **Transmissie:** Besmetting vindt plaats door het eten van waterplanten, zoals waterkers [9](#page=9).
* **Klinische presentatie:** De infectie kan leiden tot obstructies in de galwegen en diverse complicaties. De eieren worden uitgescheiden in de stoelgang. Klinische manifestaties omvatten [9](#page=9):
* **Larvale migratie:** Koorts, leverpijn en -zwelling, en hypereosinofilie [9](#page=9).
* **Volwassen wormen in de galwegen:** Dit kan leiden tot cholangitis, cholecystitis en leverabcessen [9](#page=9).
### 4.5 Trichinella spiralis
* **Incubatie:** De incubatietijd is ongeveer één week [9](#page=9).
* **Klinische presentatie:** De infectie kent twee fasen:
* **Volwassen wormen in de intestinale wanden:** Veroorzaakt acute gastro-enteritis [9](#page=9).
* **Larvale migratie in weefsel:** Na de vrijlating van nieuwe larven, migreert deze naar spierweefsel (myositis), wat kan leiden tot oedeem, urticaria, encefalitis, myocarditis en een gezwollen gelaat met hevige pijn [9](#page=9).
### 4.6 Belangrijke parasitaire infecties in België/Europa
Hoewel veel parasitaire infecties in België en Europa een beperkte morbiditeit hebben, kunnen ze wel invaliderend zijn. Voorbeelden van dergelijke infecties zijn giardiasis, toxoplasmose, ascariasis, taeniasis, scabies en pediculosis. Sommige zeldzame, maar ernstige aandoeningen vereisen een specialistische benadering [9](#page=9).
> **Tip:** Terwijl de algemene morbiditeit van parasitaire infecties in België is afgenomen, is het essentieel om de specifieke symptomen en risicofactoren van de zeldzamere, maar potentieel ernstige infecties zoals echinokokkose, anisakiasis en fasciolasis te kennen voor een correcte diagnose en behandeling.
> **Tip:** Houd rekening met de reisgeschiedenis van patiënten, aangezien sommige van deze parasieten endemisch zijn in specifieke regio's buiten België/Europa maar wel bij terugkerende reizigers kunnen voorkomen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Parasiet | Een organisme dat leeft op of in een gastheer en daar voordelen uit haalt zonder iets nuttigs terug te geven. In een medische context hoeft een parasiet niet per se aantoonbare schade toe te brengen aan de gastheer. |
| Commensaal | Organismen die leven in een nauwe relatie waarbij één van de partners voordeel trekt uit de relatie, zonder dat de andere partner daar nadelige gevolgen van ondervindt. |
| Symbiont | Organismen die samenleven waarbij beide partners voordeel hebben van de relatie. |
| Protozoa | Eukaryote eencellige organismen die tot de eerste categorieën van parasieten behoren, zoals Giardia lamblia en Toxoplasma gondii. |
| Helminthen | Een groep wormen die parasitaire infecties bij de mens kunnen veroorzaken, onderverdeeld in nematoden (rondwormen) en platyhelminten (platwormen zoals lintwormen en zuigwormen). |
| Arthropoden | Een klasse van geleedpotige dieren die ectoparasieten kunnen zijn, zoals Sarcoptes scabiei (schurftmijt) en Pediculus humanus (luis). |
| Trofozoïet | De vegetatieve, actieve en vermenigvuldigende vorm van een protozoaire parasiet, die zich vaak vasthecht aan de darmwand en symptomen veroorzaakt. |
| Cysten | Een inactieve, omhulde vorm van sommige protozoa of wormen, die dient ter bescherming tegen omgevingsfactoren en infectie mogelijk maakt. |
| Larvale migratie | Het proces waarbij larven van een parasiet door het lichaam van de gastheer reizen, vaak via de bloedbaan of lymfestelsels, voordat ze zich ontwikkelen tot volwassen wormen of zich in bepaalde weefsels vestigen. |
| Ectoparasiet | Een parasiet die leeft aan de buitenkant van de gastheer, zoals luizen en mijten die op de huid of in het haar leven. |
| Endemisch | Een ziekte die constant aanwezig is in een bepaalde populatie of geografisch gebied, maar meestal op een laag niveau. |
| Opportunistische infectie | Een infectie die wordt veroorzaakt door een pathogeen dat doorgaans geen ziekte veroorzaakt bij een gezonde persoon, maar wel ernstig ziekte kan veroorzaken bij personen met een verzwakt immuunsysteem. |
| Serologie | Een diagnostische methode die de aanwezigheid van specifieke antilichamen in het bloed detecteert, wat kan wijzen op een infectie met een bepaalde parasiet of ziekteverwekker. |
| Viscerale larva migrans (VLM) | Een syndroom dat optreedt wanneer larven van bepaalde wormen, zoals Toxocara canis, migreren door de organen (lever, longen, hersenen) van een menselijke gastheer, die geen definitieve gastheer is. |
| Fasciola hepatica | Een leverbot, een type trematode (zuigworm), die infecties kan veroorzaken in de galwegen van de lever bij mensen en dieren, vaak geassocieerd met het eten van besmette waterplanten. |