Cover
Start now for free HC11- 3 Fonologie-connected speech-2024-25.pptx
Summary
# Fonologie van connected speech
Dit deel behandelt de kenmerken van vloeiende spraak, ook wel connected speech genoemd, en de regels die daarbij komen kijken.
## 1. Inleiding tot connected speech
Connected speech verwijst naar de fonologische processen die optreden wanneer woorden vloeiend aan elkaar worden gesproken, in tegenstelling tot geïsoleerde woorduitspraak. Deze processen zijn articulatorisch gemakkelijker en komen vaker voor in informele spreekstijlen en snellere spreeksnelheden. De regels voor connected speech zijn minder dwingend dan lexicale fonologische regels en zijn vaak afhankelijk van de spreekstijl en -snelheid.
## 2. Connected speech op woordniveau
Op woordniveau komen specifieke connected speech-regels aan bod, waaronder stemassimilatie bij fricatieven, duuraanpassingen bij klinkers, en processen van reductie en deletie.
### 2.1 Assimilatie van stem bij fricatieven (fricative voicing)
Hierbij wordt een stemloze fricatief stemhebbend wanneer deze tussen twee klinkers staat, of tussen een liquida of nasaal en een klinker.
* **Voorbeeld:** *bo*s* **z** *eemoon*, *ra*s* **z** *echt*, *kan*s* **z** *arm*, *pol*s* **z** *ontsteking*.
Dit proces kan ook deel uitmaken van een "feeding" relatie met final devoicing.
* **Voorbeeld:** *hoe*f* **v** *ijzer* (final devoicing: /f/ -> /f/), *huis* **s** *arts* (final devoicing: /s/ -> /s/), *weg* **g** *omleiding* (final devoicing: /x/ -> /x/, feeding naar assimilatie), *berg* **g** *alm* (final devoicing: /x/ -> /x/, feeding naar assimilatie).
### 2.2 Reductie
Reductie houdt in dat een korte of lange klinker in een onbeklemtoonde lettergreep wordt vervangen door een sjwa (`/ə/`). Dit komt vooral voor in drielettergrepige woorden waarbij de tweede lettergreep onbeklemtoond is.
* **Voorbeeld:** *b*a*naan* (`/a/` -> `/ə/`), *m*e*taal* (`/ɛ/` -> `/ə/`), *tel*e*foon* (`/ɛ/` -> `/ə/`), *pol*i*tiek* (`/i/` -> `/ə/`).
Daarnaast kan de `/i/`-klank gereduceerd worden tot `/j/` (palatalisatie).
* **Voorbeeld:** *rad*i*o* (`/i/` -> `/j/`), *finan*c*ieel* (`/i/` -> `/j/`), *soc*i*aal* (`/i/` -> `/j/`).
### 2.3 Deletie
Deletie is het volledig weglaten van klanken. Er zijn verschillende contexten waarin dit kan voorkomen:
* **Weglating van sjwa:** Wanneer twee onbeklemtoonde lettergrepen met een sjwa (`/ə/`) elkaar opvolgen en de tweede lettergreep begint met een `/l/` of `/r/`, kan de sjwa in de eerste lettergreep worden weggelaten.
* **Voorbeeld:** *sidd*e*ren* (`/ə/` weggelaten), *snuf*f*elen* (`/ə/` weggelaten), *wandel*e*n* (`/ə/` weggelaten).
* **Weglating van nasaal:** Een onbeklemtoonde lettergreep die eindigt op `/ən/` kan de `/n/` laten vallen.
* **Voorbeeld:** *openlijk* (`/n/` weggelaten), *deken* (`/n/` weggelaten), *werken* (`/n/` weggelaten), *dieren* (`/n/` weggelaten), *molentje* (`/n/` weggelaten).
* **Weglating van nasaal na `on-`:** Bij het voorvoegsel `on-` gevolgd door een fricatief, kan de `/n/` worden weggelaten en de voorafgaande klinker genasaliseerd worden.
* **Voorbeeld:** *ongaarne* (`/n/` weggelaten, nasalisering), *onsympathiek* (`/n/` weggelaten, nasalisering).
* **Weglating van `/t/`:** Wanneer een lettergreefeinde wordt gevormd door een obstruent gevolgd door `/t/` en vervolgens een consonant, kan de `/t/` worden weggelaten.
* **Voorbeeld:** *postkantoor* (`/t/` weggelaten), *kavtje* (`/t/` weggelaten), *kastje* (`/t/` weggelaten).
### 2.4 Inserție (Epenthese)
Inserție is het toevoegen van klanken. Twee veelvoorkomende gevallen zijn:
* **Toevoeging van sjwa:** Een sjwa (`/ə/`) kan worden toegevoegd tussen een liquida en een consonant (met uitzondering van `/s/` en `/t/`).
* **Voorbeeld:** *melk* (`/ə/` ingevoegd), *helm* (`/ə/` ingevoegd), *kalm* (`/ə/` ingevoegd), *erg* (`/ə/` ingevoegd), *merg* (`/ə/` ingevoegd), *merk* (`/ə/` ingevoegd).
* **Toevoeging van homorganische occlusief:** Een homorganische occlusief wordt toegevoegd tussen een bilabiale of velaire nasaal gevolgd door een `/t/` in medeklinkerclusters.
* **Voorbeeld:** *kamt* (`/p/` ingevoegd -> `[kɑmpt]`), *zingt* (`/k/` ingevoegd -> `[zɪŋkt]`), *gomt* (`/p/` ingevoegd -> `[gɔmpt]`).
## 3. Connected speech op constituenten-niveau
Op dit niveau worden de connected speech-processen toegepast tussen woorden die een syntactische eenheid vormen, zoals een constituent.
### 3.1 Assimilatie van stem
De assimilatieregels, met name stemassimilatie, gelden ook tussen woorden die een syntactische, maar geen morfologische eenheid vormen.
* **Progressieve assimilatie:** De stem van een klank beïnvloedt de daaropvolgende klank.
* **Voorbeeld:** *kan*t* **v** *an*, *hoo*p* **z** *akken*, *bo*s* **g** *aan*, *ran*d* **v** *an*.
* **Regressieve assimilatie:** De stem van een klank beïnvloedt de voorafgaande klank.
* **Voorbeeld:** *i*s* **d** *at*, *laa*t* **b** *innen*.
* **Fricative voicing:** Stemloze fricatieven worden stemhebbend tussen twee klinkers of tussen een liquida/nasaal en een klinker.
* **Voorbeeld:** *pa*s* **z** *op*, *af* **v** *aan*, *kan*s* **z** *af*.
* **Feeding relaties:** Deze processen kunnen in combinatie optreden met bijvoorbeeld final devoicing.
* **Voorbeeld:** *lee*f* **v** *in*, *zel*f* **v** *ook*, *len*s* **z** *uit*, *lig* **g** *uit*.
### 3.2 Nasale assimilatie en palatalisatie
* **Nasale assimilatie:** De `/n/` kan verschillende allofonen aannemen, afhankelijk van de daaropvolgende consonant (bilabiaal, labiodentaal, palataal of velair).
* **Voorbeeld:** *in Praag* (`/n/` -> `/m/` -> `[ɪmpray]`), *in Finland* (`/n/` -> `/ɱ/` -> `[ɪɱfɪnlɑnt]`), *in juli* (`/n/` -> `/ɲ/` -> `[ɪɲjyni]`).
* **Palatalisatie:** Dentale-alveolaire medeklinkers kunnen worden gepatalliseerd naar `/j/`, eventueel met weglating van de `/j/`.
* **Voorbeeld:** *had je* (`/d/` + `/j/` -> `[cə]`), *ontspan je* (`/n/` + `/j/` -> `[ɲə]`), *ben je* (`/n/` + `/j/` -> `[ɲə]`).
### 3.3 Reductie en deletie
* **Reductie van enclitische pronomina:** Gereduceerde (enclitische) vormen van persoonlijke voornaamwoorden worden vaak gebruikt.
* **Voorbeeld:** *Laat hem* (`[latəm]`), *laat haar* (`[latər]`), *laat het* (`[latət]`).
* **Deletie van slotconsonant/beginconsonant:** Dit kan optreden in combinatie met de reductie van voornaamwoorden of in andere clusters.
* **Deletie van slotconsonant vorige woord:**
* **Voorbeeld:** *dat’k* (`[dɑk]`), *moet’k* (`[muk]`), *zal’k* (`[zɑk]`).
* **Deletie van beginconsonant volgende woord:**
* **Voorbeeld:** *'k heb* (`[kɛp]`), *ze heeft* (`[zeft]`), *we hebben* (`[wɛbə]`).
* **Deletie nasaal voor fricatief:** De deletie van een nasaal (`/n/`) voor een fricatief, met nasalisering van de voorafgaande klinker.
* **Voorbeeld:** *ton vullen* (`[tɔ̃vʏlə]`), *ton grijpen* (`[tɔ̃ɡʀɛɪpən]`).
* **Deletie `/t/` tussen obstruent en consonant:**
* **Voorbeeld:** *komt Piet* (`[kɔmpit]`), *zakt Piet* (`[zɑkpit]`).
* **Degeminatie:** Twee identieke medeklinkers die opeenvolgend voorkomen, worden vaak gereduceerd door verlenging van de eerste en inkorting van de tweede, of simpelweg een enkele, langere versie.
* **Voorbeeld:** *ik koop* (stel dat hier sprake was van geminatie), *jan nam*, *An niet*.
### 3.4 Inserție
* **Toevoeging van glottale stop of semi-vocaal:** Dit kan optreden tussen klinkers of na een sjwa bij woordbegin met een klinker.
* **Voorbeeld:** *vatte het* (`[vɑtənət]`), *belde ie* (`[bɛldiə]`), *toffe is* (`[tɔfəɪs]`).
* **Toevoeging van /-n/:** Een `/n/` kan worden toegevoegd na een sjwa bij een woord dat begint met een klinker.
* **Voorbeeld:** *vatte het* (`[vɑtənət]`), *belde ie* (`[bɛldiə]`).
## 4. Overzicht fonologische regels
De regels van connected speech zijn een integraal onderdeel van de vloeiende, natuurlijke spraak en manifesteren zich op zowel woordniveau als op constituenten-niveau. Ze dragen bij aan articulatorisch gemak en efficiëntie, hoewel ze niet altijd verplicht zijn en sterk afhankelijk kunnen zijn van de context en de spreker.
> **Tip:** Hoewel deze regels vaak onbewust worden toegepast, is het voor taalstudenten essentieel om ze te herkennen en te begrijpen om zowel spraakproductie als spraakbegrip te verbeteren. Het oefenen van de fonetische transcriptie van connected speech kan hierbij zeer nuttig zijn.
> **Voorbeeld oefening:** Beschouw het woord "rugzak".
> 1. **Fonetisch schrijven (geïsoleerd):** `[rœxsɑk]`
> 2. **Fonetisch schrijven (connected speech context, mogelijk met assimilatie):** `[rœɣzɑk]`
> 3. **Verduidelijking van de fonologische regel:** In dit geval is er sprake van regressieve stemassimilatie, waarbij de stemloze `/k/` aan het einde van "rug" stemhebbend wordt gemaakt (`/x/` -> `/ɣ/`) onder invloed van de stemhebbende `/z/` aan het begin van "zak".
---
# Regels op woordniveau binnen connected speech
Hieronder volgt een gedetailleerde studiegids over de regels op woordniveau binnen connected speech.
## 2. Regels op woordniveau binnen connected speech
Dit onderdeel behandelt de specifieke fonologische regels die van toepassing zijn op individuele woorden tijdens vloeiende, samengevoegde spraak, met als doel articulatorisch gemak.
### 2.1 Kenmerken van connected speech
Connected speech omvat regels die van toepassing zijn op vloeiende spraak en zijn minder dwingend dan lexicale fonologische regels. Deze regels zijn vaak afhankelijk van de spreekstijl en -snelheid en komen met name voor in informele registers en onverzorgde spraak. Ze leiden voornamelijk tot assimilatie en reductie, en betreffen post-lexicale fonologie op woord- en constituentenniveau.
> **Tip:** Connected speech-regels zijn niet verplicht toe te passen; ze ontstaan uit articulatorisch gemak in snelle, informele spraak.
### 2.2 Connected speech op woordniveau
De regels op woordniveau hebben betrekking op specifieke fonologische processen die binnen individuele woorden optreden.
#### 2.2.1 Assimilatie van stem bij fricatieven (Fricative voicing)
Dit proces houdt in dat een stemloze fricatief stemhebbend wordt wanneer deze voorkomt tussen twee klinkers, of tussen een liquida of nasaal en een klinker.
* **Voorbeelden:**
* Tussen twee klinkers: *bo*s* *anemoon* ($[boz anəmo:n]$), *ra*s* *echt* ($[raz ɛxt]$), *ka*n*s* *arm* ($[kanz arm]$).
* Tussen liquida/nasaal en klinker: *pol*s* *ontsteking* ($[polz ɔntste:kɪŋ]$).
Dit proces kan interageren met andere processen, zoals final devoicing.
* **Voorbeeld van feeding:** Final devoicing gevolgd door fricative voicing.
* *hoefijzer* ($[hofɛj.zər]$ -> $[ho:fɛj.zər]$ -> $[ho:fɛj.zər]$)
* *huisarts* ($[hœys.a:rts]$ -> $[hœys.a:rts]$)
* *wegomleiding* ($[wɛx.o:m.lɛy.dɪŋ]$ -> $[wɛx.o:m.lɛy.dɪŋ]$)
* *bergalm* ($[bɛrx.alm]$ -> $[bɛrx.alm]$)
#### 2.2.2 Reductie van klinkers
Reductie houdt in dat een korte of lange klinker in een onbeklemtoonde lettergreep wordt vervangen door een sjwa ($/\partial/$).
* **Voorbeelden:**
* *b*a*naan* ($[bəna:n]$), *m*e*taal* ($[mət a:l]$).
Dit proces is met name actief in drielettergrepige woorden waarbij de structuur lettergreep 1 (lange of gesloten klinker en secundair accent) + lettergreep 2 (onbeklemtoond) + lettergreep 3 (beklemtoond) is. De klinker in de tweede lettergreep wordt dan vervangen door een sjwa.
* **Voorbeelden:**
* *tel*e*foon* ($[tələfo:n]$)
* *pol*i*tiek* ($[poli'tik]$)
Daarnaast kan in het proces van reductie een $/i/$ vervangen worden door $/j/$ (palatalisatie).
* **Voorbeelden:**
* *radio* ($[ra:djo]$)
* *financieel* ($[finan'sjɛl]$)
* *sociaal* ($[so'sjal]$)
> **Tip:** In snelle spraak neigen we sterk tot het reduceren van klinkers in onbeklemtoonde lettergrepen.
#### 2.2.3 Deletie (weglating)
Deletie is het volledig weglaten van klanken.
* **Weglating van sjwa in specifieke structuren:** Wanneer twee onbeklemtoonde lettergrepen met een sjwa op elkaar volgen, en de tweede lettergreep begint met $/l/$ of $/r/$, wordt de sjwa in de eerste lettergreep weggelaten.
* **Voorbeelden:** *s*i*dder*e*n* ($[sɪdərən] \rightarrow [sɪdrən]$), *snuf*f*el*e*n* ($[snʏfələn] \rightarrow [snʏflən]$), *wand*e*l*e*n* ($[wandələ] \rightarrow [wandlən]$).
* **Weglating van nasalen:** Een onbeklemtoonde lettergreep die eindigt op $/ən/$ leidt vaak tot het weglaten van de $/n/$.
* **Voorbeelden:** *ope*n*lijk* ($[opənlik] \rightarrow [opənlɪk]$), *deke*n* ($[dekən] \rightarrow [dekə]$), *werke*n* ($[wɛrkən] \rightarrow [wɛrkə]$), *diere*n* ($[dirən] \rightarrow [dirə]$), *mole*n*tje* ($[moləntjə] \rightarrow [moləntjə]$).
* **Weglating van /n/ in de prefix 'on-':** De prefix 'on-' gevolgd door een fricatief kan leiden tot het weglaten van de $/n/$ en een nasalisering van de voorafgaande korte klinker.
* **Voorbeelden:** *o*n*gaarne* ($[ɔŋɡɑrnə]$), *o*n*sympathiek* ($[ɔ̃sɪmpa'tik]$).
* **Weglating van /t/ aan lettergreep-einde:** Wanneer een lettergreep eindigt op een obstruent gevolgd door $/t/$ en vervolgens een consonant, wordt de $/t/$ weggelaten.
* **Voorbeelden:** *pos*t* *kantoor* ($[pɔskɑntor]$), *kaf*t*je* ($[kaftjə] \rightarrow [kaftjə]$), *kas*t*je* ($[kastjə] \rightarrow [kastjə]$).
> **Tip:** Deletie is het volledig verdwijnen van een klank of klankgroep om de spraak te versnellen, vooral in informele contexten.
#### 2.2.4 Invoeging (insertie)
Insertie is het toevoegen van klanken.
* **Invoeging van sjwa:** Een sjwa ($/\partial/$) kan worden ingevoegd tussen een liquida en een consonant (met uitzondering van $/s/$ en $/t/$).
* **Voorbeelden:** *melk* ($[mɛl.k] \rightarrow [mɛlək]$), *helm* ($[hɛlm] \rightarrow [hɛləm]$), *kalm* ($[kɑlm] \rightarrow [kɑləm]$), *erg* ($[ɛrx] \rightarrow [ɛrəx]$), *merg* ($[mɛrx] \rightarrow [mɛrəx]$), *merk* ($[mɛrk] \rightarrow [mɛrək]$).
* **Invoeging van homorganische occlusief:** Een homorganische occlusief wordt ingevoegd tussen een bilabiale of velaire nasaal gevolgd door $/t/$ in medeklinkerclusters.
* **Voorbeelden:** *kamt* ($[kɑmt]$) wordt uitgesproken als $[kɑmpt]$, *zingt* ($[zɪŋt]$) als $[zɪŋkt]$, *gomt* ($[ɡɔmt]$) als $[ɡɔmpt]$.
> **Tip:** De invoeging van een doffe 'e' (sjwa) wordt fonologisch ook wel epenthesis genoemd.
### 2.3 Connected speech op constituentenniveau
Op constituentenniveau worden de connected speech-regels toegepast tussen woorden die een syntactische eenheid vormen. Dit omvat assimilatieregels, reductie en deletie van klanken tussen woorden.
#### 2.3.1 Assimilatie van stem (tussen woorden)
Assimilatieregels gelden ook voor woorden die syntactisch aan elkaar gekoppeld zijn, zelfs zonder morfologische eenheid.
* **Progressieve stemassimilatie:** Een klank beïnvloedt een volgende klank.
* **Voorbeelden:** *kant van* ($[kɑntvɑn]$), *hoop zakken* ($[ho:psɑkən]$), *bos gaan* ($[bɔzɡa:n]$), *rand van* ($[rantvɑn]$).
* **Regressieve stemassimilatie:** Een klank beïnvloedt een voorafgaande klank.
* **Voorbeelden:** *is dat* ($[ɪzdat]$), *laat binnen* ($[la:dbɪnən]$).
* **Fricative voicing (tussen woorden):** Stemloze fricatieven worden stemhebbend tussen klinkers of tussen klanken die samen een klinkerachtig effect creëren.
* **Voorbeelden:** *pas op* ($[pazɔp]$), *af aan* ($[av a:n]$), *kans af* ($[kanz af]$).
Ook hier kunnen processen in een feeding relatie optreden, zoals final devoicing gevolgd door fricative voicing.
* **Voorbeelden:**
* *leef in* ($[le:fin] \rightarrow [le:fɪn]$)
* *zelf ook* ($[zɛlf o:k] \rightarrow [zɛlv o:k]$)
* *lens uit* ($[lɛns ʉyt] \rightarrow [lɛnz ʉyt]$)
* *lig uit* ($[lɪx ʉyt] \rightarrow [lɪx ʉyt]$)
> **Tip:** Assimilatie van de stem is een fonologisch proces waarbij een klank stemhebbend of stemloos wordt door de invloed van een naburige klank.
#### 2.3.2 Nasale assimilatie en palatalisatie (tussen woorden)
* **Nasale assimilatie:** De $/n/$ kan een allofoon aannemen die homorganisch is met de daaropvolgende consonant (bilabiaal, labiodentaal, palataal of velair).
* **Voorbeelden:** *in Praag* ($[ɪm pra:x]$), *in Finland* ($[ɪɱfɪnlɑnt]$), *in juli* ($[ɪɲjyli]$).
* **Palatalisatie:** Dentale-alveolaire consonanten kunnen palataliseren naar $/j/$ (eventueel met weglating van de $/j/$).
* **Voorbeelden:** *had je* ($[hatjə] \rightarrow [hadʒə]$), *ontspan je* ($[ɔntspanjə] \rightarrow [ɔntspaɲə]$), *ben je* ($[bɛnjə] \rightarrow [bɛɲə]$).
#### 2.3.3 Reductie en deletie (tussen woorden)
* **Reductie van enclitische pronomina:** Gereduceerde vormen van persoonlijke voornaamwoorden (enclitica) komen vaak voor.
* **Voorbeelden:** *Laat hem* ($[latəm]$), *laat haar* ($[latɛr]$), *laat het* ($[latət]$).
* **Deletie van slotconsonant vorige woord:** Dit gaat vaak samen met de reductie van enclitische pronomina.
* **Voorbeelden:** *dat'k* ($[dɑtk]$), *moet'k* ($[mu:tk]$), *zal'k* ($[zɑlk]$).
* **Deletie van beginconsonant volgende woord:** Dit kan ook voorkomen in combinatie met reductie.
* **Voorbeelden:** *'k heb* ($[kɛp]$), *ze heeft* ($[ze:ft]$), *we hebben* ($[wɛbə]$).
> **Tip:** Deze regels van reductie en deletie tussen woorden zijn niet verplicht en worden vaker toegepast in informele spraak.
* **Deletie van nasaal voor fricatief:** De nasaal wordt weggelaten voor een fricatief, wat leidt tot nasalisering van de voorafgaande klinker.
* **Voorbeelden:** *ton vullen* ($[tɔ̃vʏlə]$), *ton grijpen* ($[tɔ̃ɡrɛypə]$).
* **Deletie van /t/ tussen obstruent en consonant:**
* **Voorbeelden:** *komt Piet* ($[kɔmpit]$), *zakt Piet* ($[zɑkpit]$).
* **Degeminatie:** Het verlengen en vervolgens inkorten van twee identieke consonanten aan het begin van een woord.
* **Voorbeelden:** *ik koop* ($[i:kko:p]$), *jan nam* ($[ja:nna:m]$), *An niet* ($[a:nni:t]$).
#### 2.3.4 Insertie (tussen woorden)
* **Invoeging van glottale stop of semi-vocaal:** Tussen twee klinkers kan een glottale stop of een semi-vocaal worden ingevoegd.
* **Voorbeelden:** *vatte het* ($[vatət ɛt]$), *belde ie* ($[bɛldə i:]$), *toffe is* ($[tofə ɪs]$).
* **Invoeging van /-n/ na sjwa:** Een /-n/ kan worden ingevoegd na een sjwa aan het begin van een woord dat met een klinker begint.
* **Voorbeelden:** *vatte het* ($[vatənət]$), *belde ie* ($[bɛldən i:]$), *toffe is* ($[tofən ɪs]$).
---
# Regels op constituentenniveau binnen connected speech
Dit gedeelte focust op fonologische regels die gelden tussen woorden die een syntactische eenheid vormen binnen connected speech.
### 3.1 Kenmerken van connected speech op constituentenniveau
Connected speech-regels, die van toepassing zijn op vloeiende en aan elkaar gesproken taal, zijn minder dwingend dan lexicale fonologische regels en zijn vaak afhankelijk van de spreekstijl en -snelheid. Ze komen veelvuldig voor in informele registers en onverzorgde spraak, voornamelijk gedreven door articulatorisch gemak. Deze regels vinden we op het post-lexicale niveau, specifiek op woordniveau en op constituentenniveau. Terwijl lexicale regels automatisch en verplicht zijn, zijn connected speech-regels vaak optioneel.
### 3.2 Assimilatie van stem op constituentenniveau
Assimilatieregels, waarbij een klank stemhebbend of stemloos wordt onder invloed van een naburige klank, gelden ook tussen woorden die geen morfologische, maar wel een syntactische eenheid vormen.
#### 3.2.1 Progressieve en regressieve stemassimilatie
* **Progressieve stemassimilatie:** De stem van een klank beïnvloedt de stem van de daaropvolgende klank.
* Voorbeelden: `kant van` ($[kɑn(t)fɑn]$), `hoop zakken` ($[hopzɑkə(n)]$), `bos gaan` ($[bosxɑn]$), `rand van` ($[rantfɑn]$).
* **Regressieve stemassimilatie:** De stem van een klank beïnvloedt de stem van de voorafgaande klank.
* Voorbeelden: `is dat` ($[ɪzdat]$), `laat binnen` ($[lazbɪnə(n)]$).
#### 3.2.2 Fricative voicing
Stemloze fricatieven worden stemhebbend wanneer ze zich tussen twee klinkers bevinden, of tussen een liquida of nasaal en een klinker. Dit geldt ook op constituentenniveau.
* Voorbeelden: `pas op` ($[pɑzɔp]$), `af aan` ($[ɑfɑn]$), `kans af` ($[kɑnzɑf]$).
#### 3.2.3 Feeding relaties
Deze regel treedt ook op in feeding relaties, waarbij een proces (zoals final devoicing) een andere proces (zoals fricative voicing) activeert.
* Voorbeelden: `leef in` ($[leːfɪn] \rightarrow [leːvɪn]$), `zelf ook` ($[zɛlfɔk] \rightarrow [zɛvɔk]$), `lens uit` ($[lɛnsœy̯t] \rightarrow [lɛnzœy̯t]$), `lig uit` ($[lɪxœy̯t] \rightarrow [lɪɣœy̯t]$).
### 3.3 Nasale assimilatie en palatalisatie op constituentenniveau
#### 3.3.1 Nasale assimilatie
De plaats van articulatie van de nasaal `/n/` kan veranderen om homorganisch te worden met de daaropvolgende medeklinker. Dit leidt tot allofonen van `/n/` in complementaire distributie, afhankelijk van de daaropvolgende consonant (bilabiaal, labiodentaal, palataal of velair).
* Voorbeelden: `in Praag` ($[ɪmpray]$), `in Finland` ($[ɪɱfɪnlɑnt]$), `in juli` ($[ɪɲjyni]$).
#### 3.3.2 Palatalisatie
Tand-alveolaire medeklinkers kunnen gepalataliseerd worden tot een /j/-achtige klank, soms met weglating van de /j/. Dit gebeurt wanneer ze gevolgd worden door een /j/ of een palataal.
* Voorbeelden: `had je` ($[hɑt jə] \rightarrow [hɑcə]$), `ontspan je` ($[ɔntspan jə] \rightarrow [ɔntspaɲə]$), `ben je` ($[bɛn jə] \rightarrow [bɛɲə]$).
### 3.4 Reductie en deletie op constituentenniveau
#### 3.4.1 Reductie van enclitische pronomina
Gereduceerde, of enclitische, vormen van persoonlijke voornaamwoorden kunnen voorkomen, naast hun beklemtoonde varianten.
* Voorbeelden: `Laat hem` ($[lat hɛm] \rightarrow [latəm]$), `laat haar` ($[lat hɑr] \rightarrow [latər]$), `laat het` ($[lat hɛt] \rightarrow [latət]$).
Deze reductie gaat vaak gepaard met deletie van de slotmedeklinker van het voorgaande woord.
* Voorbeelden: `dat’k` ($[dat kə] \rightarrow [dɑk]$), `moet’k` ($[mut kə] \rightarrow [muk]$), `zal’k` ($[zal kə] \rightarrow [zɑk]$).
Ook kan deze reductie samengaan met deletie van de beginmedeklinker van het volgende woord.
* Voorbeelden: `‘k heb` ($[kə hɛp] \rightarrow [kɛp]$), `ze heeft` ($[ze hɛft] \rightarrow [zeft]$), `we hebben` ($[we hɛbə(n)] \rightarrow [wɛbə]$).
#### 3.4.2 Deletie van nasaal voor fricatief
De deletie van een nasaal (`/n/`) vóór een fricatief, gevolgd door nasalisering van de voorafgaande klinker, is ook een veelvoorkomend fenomeen.
* Voorbeelden: `ton vullen` ($[tɔn vʏlə(n)] \rightarrow [tɔ̃vʏlə]$), `ton grijpen` ($[tɔn ɣreɪ̯pə(n)] \rightarrow [tɔ̃ɣreɪ̯pə]$).
#### 3.4.3 Deletie van /t/ tussen obstruent en consonant
De deletie van de /t/ vindt plaats wanneer deze zich tussen een obstruent en een andere consonant bevindt.
* Voorbeelden: `komt Piet` ($[kɔmt pit] \rightarrow [kɔmpit]$), `zakt Piet` ($[zɑkt pit] \rightarrow [zɑkpit]$).
#### 3.4.4 Degeminatie
Dit proces omvat het verlengen en vervolgens inkorten van twee identieke opeenvolgende medeklinkers. Hoewel dit vaker op woordniveau voorkomt, kan het ook de grens tussen woorden beïnvloeden in specifieke contexten.
* Voorbeelden: `ik koop` ($[ɪk kop] \rightarrow [ɪkkop]$), `jan nam` ($[jɑn nam] \rightarrow [jɑnnɑm]$), `An niet` ($[ɑn nit] \rightarrow [ɑnnit]$).
### 3.5 Insertie op constituentenniveau
#### 3.5.1 Insertie van nasaal
Het toevoegen van een nasaal, specifiek /-n/, na een sjwa (`/ə/`) aan het begin van een woord dat met een klinker begint, is een vorm van insertie op constituentenniveau.
* Voorbeelden: `vatte het` ($[vɑtə hɛt] \rightarrow [vɑtənət]$), `belde ie` ($[bɛldə ij] \rightarrow [bɛldəijə]$), `toffe is` ($[tɔfə ɪs] \rightarrow [tɔfənis]$).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Connected speech | Vloeiende, aan elkaar gesproken taal waarbij fonologische regels toegepast worden om de spraak vlotter te laten klinken. |
| Segmentale fonologie | Het onderdeel van de fonologie dat zich bezighoudt met de klanken in een taal en hun eigenschappen, zoals klinkers en medeklinkers. |
| Assimilatie van stem | Een fonologisch proces waarbij een stemloze medeklinker stemhebbend wordt of een stemhebbende medeklinker stemloos wordt onder invloed van naburige klanken. |
| Fricatieven | Medeklinkers die worden gevormd door de lucht door een nauwe opening te persen, waardoor wrijving ontstaat (bijvoorbeeld /f/, /s/, /ʃ/). |
| Stemloze fricatief | Een fricatief waarbij de stembanden niet trillen tijdens de articulatie (bijvoorbeeld /f/, /s/). |
| Stemhebbende fricatief | Een fricatief waarbij de stembanden wel trillen tijdens de articulatie (bijvoorbeeld /v/, /z/). |
| Sjwa | Een onbeklemtoonde, neutrale klinkerklank, vaak aangeduid met het symbool /ə/, zoals in de 'e' van 'de' of 'een'. |
| Palatalisatie | Een fonologisch proces waarbij een klank wordt gepalataliseerd, wat betekent dat de tong zich naar het harde gehemelte beweegt tijdens de articulatie, vaak resulterend in een /j/-achtige klank. |
| Deletie | Een fonologisch proces waarbij een klank of letter uit een woord wordt weggelaten om de spraak te vergemakkelijken of te versnellen. |
| Nasale assimilatie | Een proces waarbij een nasaal (zoals /n/) verandert in een andere nasale klank die homorganisch is met de daaropvolgende medeklinker. |
| Homorganisch | Klanken die op dezelfde plaats in het spraakkanaal worden gevormd; ze delen dezelfde articulatieplaats. |
| Obstruent | Een medeklinker die wordt gevormd door gedeeltelijke of volledige belemmering van de luchtstroom in het spraakkanaal (bijvoorbeeld plosieven, fricatieven, affricaaten). |
| Epenthesis | Het proces van het invoegen van een extra klank of letter in een woord, vaak een klinker, om de uitspraak te vergemakkelijken of clustervermijding. |
| Degeminatie | Een fonologisch proces waarbij een verdubbelde medeklinker wordt gereduceerd tot een enkele medeklinker, vaak met een aanpassing in duur. |
| Glottale stop | Een klank die wordt geproduceerd door het plotseling sluiten en openen van de stembanden, zoals de breuk in "uh-oh". |
| Semi-vocaal | Een klank die kenmerken deelt met zowel klinkers als medeklinkers, zoals de /j/ in "ja" of de /w/ in "was". |