Cover
Start now for free woorddossier PXL Education 2024(1).docx
Summary
# Woordenlijst Nederlands
*Summary generation failed for this topic.*
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Abrupt | Betekent plotseling of ineens, vaak gebruikt om een snelle verandering of actie te beschrijven. |
| Abstract | Verwijst naar iets dat losgemaakt is van de werkelijkheid of geen duidelijke herkenbare vorm heeft, zoals in kunst of concepten. |
| Adequaat | Beschrijft iets dat passend of geschikt is voor een bepaalde situatie, waarbij het voldoet aan de vereisten. |
| Alert | Betekent snel reagerend op veranderingen of gevaren, wat duidt op waakzaamheid en snelle respons. |
| Allochtoon | Een term voor iemand die zelf, of wiens ouders, in een ander land zijn geboren dan waar hij/zij nu woont. |
| Alternatief | Duidt op een andere mogelijkheid of keuze die afwijkt van wat gebruikelijk of heersend is. |
| Ambivalent | Beschrijft een toestand van het niet weten wat te kiezen, met dubbele gevoelens over iets, wat tweeslachtigheid impliceert. |
| Analoog | Verwijst naar iets dat niet op het binaire stelsel werkt en gebruik maakt van wijzers, in tegenstelling tot digitaal. |
| Analyseren | Betekent het grondig onderzoeken of ontleden van iets, vaak om de kern of hoofdgedachte te achterhalen. |
| Anarchie | Beschrijft een toestand van regeringloosheid of wanorde, waarin er geen gevestigde autoriteit is. |
| Anticiperen | Houdt in dat men vooraf rekening houdt met wat er kan gebeuren, om zo toekomstige gebeurtenissen te beïnvloeden of te voorkomen. |
| Arbitrair | Duidt op iets dat willekeurig gebeurt, zonder duidelijke logica of reden, zoals een ogenschijnlijk willekeurige studiekeuze. |
| Archaïsch | Verwijst naar verouderde taalvormen, zinsconstructies of woorden die niet meer gangbaar zijn in modern taalgebruik. |
| Argumenteren | Betekent bewijzen of aan het licht brengen van iets, vaak door het aanvoeren van feiten en redenen ter ondersteuning van een stelling. |
| Argusogen | Wordt gebruikt in de uitdrukking "iemand/iets met argusogen bekijken", wat betekent dat men iemand of iets met veel wantrouwen observeert. |
| Arsenaal | Verwijst naar een verzameling of opslagplaats, oorspronkelijk van wapens, maar ook figuurlijk voor een grote hoeveelheid uitvluchten of middelen. |
| Artificieel | Betekent onecht of kunstmatig, wanneer iets niet op natuurlijke wijze is ontstaan of gebeurt, zoals in voeding. |
| Associatie | Beschrijft de koppeling of het aan elkaar verbinden van ideeën, concepten of gebeurtenissen, zoals in het geval van Pavlovs hond. |
| Associëren | Betekent verbinden of in verband brengen met iets, vaak met de implicatie van een link of relatie. |
| Atheïst | Een persoon die niet gelooft in het bestaan van een oppermachtig wezen of een god, en vaak gelooft in wetenschap en logica. |
| Authentiek | Betekent echt of oorspronkelijk, vaak gebruikt om materiaal aan te duiden dat niet is aangepast of gecreëerd voor onderwijsdoeleinden. |
| Autochtoon | Een persoon die woont in het land waar hij of zij geboren is, in tegenstelling tot een allochtoon. |
| Autonoom | Beschrijft iets of iemand die zichzelf regerend, zelfstandig, zelfbesturend of onafhankelijk is, zonder externe controle. |
| Autoriteit | Verwijst naar gezag of een gezaghebbend persoon, iemand die respect en gehoorzaamheid afdwingt door kennis of positie. |
| Banaal | Betekent alledaags, plat, afgezaagd of doodgewoon, en beschrijft iets dat weinig origineel of bijzonder is. |
| Beleidsnota | Een schriftelijke uiteenzetting die de plannen en intenties van een beleidsterrein of organisatie beschrijft. |
| Bureaucratie | Verwijst naar een verzamelnaam voor regelende instanties en regelingen, vaak geassocieerd met een grote, logge organisatie die strikt volgens de regels werkt, soms met negatieve connotatie. |
| Causaal | Beschrijft een oorzakelijk verband, waarbij een verschijnsel wordt veroorzaakt door of het gevolg is van een ander verschijnsel. |
| Censuur | Betekent controle door de overheid of een andere macht op wat mensen schrijven of zeggen, met als doel het beperken van informatie. |
| Cesuur | Geeft het moment aan waarop iets verandert of eindigt, een breuk, overgang of grens, zoals een cesuur voor een examen. |
| Charter | Kan verwijzen naar een vlucht zonder vaste dienstregeling of naar een officieel document met een belangrijke mededeling. |
| Cognitief | Heeft betrekking op kennen of leren kennen, en omvat de mentale processen die te maken hebben met kennisverwerving en -verwerking. |
| Coherent | Beschrijft iets dat samenhangend is, waarbij de verschillende delen logisch met elkaar verbonden zijn. |
| Collaboratie | Verwijst naar het samenwerken of heulen met de vijand, meestal gebruikt in een negatieve betekenis. |
| Compenseren | Betekent iets wat minder is uitgevallen weer goed proberen te maken of terug in balans te brengen. |
| Competent | Duidt op bekwaamheid of bevoegdheid tot handelen of oordelen; iemand die bekwaam is in een bepaald gebied. |
| Competentie | Kan verwijzen naar bevoegdheid, recht om over iets te oordelen, bekwaamheid, of in het onderwijs, een mix van kennis, vaardigheden en attitudes. |
| Component | Is een deel van een groter geheel, een bouwsteen of element dat bijdraagt aan het geheel. |
| Concept | Kan een voorlopige formulering, versie of begrip zijn; een idee of basisidee. |
| Concluderen | Betekent besluiten of afleiden, vaak op basis van bestaande informatie of redeneringen. |
| Conclusie | Is het besluit dat men neemt na een proces van redeneren of overwegen. |
| Conform | Betekent overeenkomstig, in orde, of volgens, in overeenstemming met een bepaalde norm of richtlijn. |
| Consensus | Verwijst naar overeenstemming van mening, waarbij de betrokkenen het met elkaar eens zijn. |
| Consequent | Duidt op het steeds op dezelfde manier handelen of zijn, zonder afwijkingen of inconsistenties. |
| Consequentie | Is het gevolg van iets wat men doet of beslist, de directe uitkomst van een actie. |
| Conservatief | Beschrijft iemand die vasthoudend is aan bestaande elementen en niet bereid is tot verandering. |
| Contamineren | Betekent besmetten of verontreinigen, vaak met schadelijke stoffen of bacteriën. |
| Context | Verwijst naar de omstandigheden of het verband waarin iets zich voordoet, wat helpt bij het begrijpen van betekenis. |
| Continuïteit | Betekent ononderbroken duur of voortgang zonder onderbreking, essentieel voor het voortbestaan van processen of organisaties. |
| Controverse | Is een verschil van mening over een bepaald onderwerp, wat leidt tot discussie en debat. |
| Controversieel | Beschrijft iets dat een twistpunt vormt of omstreden is, en veel tegenstrijdige reacties oproept. |
| Conventioneel | Betekent zoals we al lang gewend zijn of volgens de gewoonte, en beschrijft methoden of manieren die traditioneel zijn. |
| Correlatie | Verwijst naar betrekking, samenhang of verband tussen verschillende zaken, zonder dat er per se een oorzakelijk verband is. |
| Creatief | Beschrijft iemand met talent om nieuwe dingen te verzinnen, originele ideeën te ontwikkelen en oplossingen te bedenken. |
| Cruciaal | Betekent beslissend, doorslaggevend of essentieel, en duidt op het belang van iets voor het slagen van een proces. |
| Decreet | Is een bevel van de overheid, of een wet uitgevaardigd door een parlement, zoals het Vlaams of Waals parlement. |
| Deductief | Beschrijft een redenering waarbij men van een algemene wet of stelling uitgaat en die toepast op concrete situaties. |
| Delegeren | Betekent afvaardigen of overdragen van bevoegdheid of werk aan anderen, terwijl de eindverantwoordelijkheid behouden blijft. |
| Denigrerend | Beschrijft taalgebruik dat kleinerend of neerbuigend is, en de waarde van iemand of iets vermindert. |
| Destructief | Betekent vernietigend of afbrekend, en beschrijft gedrag dat schade veroorzaakt. |
| Dilemma | Is een moeilijke keuze tussen twee of meer mogelijkheden, waarbij elke keuze nadelige gevolgen kan hebben. |
| Diversifiëren | Betekent het aanbrengen van verscheidenheid in iets, bijvoorbeeld in beleggingen om risico's te spreiden. |
| Domineren | Beschrijft het spelen van de grootste rol, het meest opvallen of overheersen in een bepaalde situatie of groep. |
| Draineren | Betekent het afvoeren van water uit de bodem, met als gevolg het verlagen van het waterpeil, vaak toegepast in de landbouw. |
| Dynastie | Verwijst naar een koninklijke of keizerlijke familie die gedurende een periode aan de macht is. |
| Effectief | Betekent doeltreffend, en beschrijft iets dat het gewenste effect bereikt. |
| Efficiënt | Duidt op doelmatigheid, praktisch zijn en een grondig, doeltreffend resultaat bereiken met minimale inspanning. |
| Elementair | Verwijst naar iets dat te maken heeft met de basis, van wezenlijk belang of cruciaal is. |
| Elitair | Beschrijft iets dat van een elite is, exclusief en vaak alleen toegankelijk voor een selecte groep. |
| Emancipatie | Is het streven naar gelijke rechten en zelfstandigheid, vaak toegepast op groepen die voorheen werden achtergesteld. |
| Empathie | Betekent het aanvoelen van de gevoelens en gedachten van anderen, wat duidt op een sterk inlevingsvermogen. |
| Empirisch | Gebaseerd op ervaring, waarneming of proefnemingen, en dus niet louter theoretisch. |
| Epiloog | Is een tekst of muziek aan het einde van een verhaal, muziekstuk, film of toneelstuk, dat een afsluiting of naschrift biedt. |
| Equivalent | Verwijst naar iets dat gelijk is aan of gelijkwaardig is aan iets anders, een tegenhanger of equivalent. |
| Escorteren | Betekent ter bescherming of als eerbewijs begeleiden, vaak door beveiligingspersoneel of een erewacht. |
| Essentieel | Is noodzakelijk, cruciaal of onmisbaar, en van zeer groot belang voor het bestaan of functioneren van iets. |
| Etaleren | Betekent uitstallen van producten om ze te laten zien, of figuurlijk, iets laten zien of verkondigen. |
| Ethiek | Is het vakgebied van de filosofie dat zich bezighoudt met wat goed en slecht is, oftewel moraalfilosofie. |
| Ethisch | Betekent moreel, zedelijk of rechtvaardig, en verwijst naar gedrag dat in overeenstemming is met morele principes. |
| Evolueren | Beschrijft het zich geleidelijk ontwikkelen over een langere periode, vaak met verandering en aanpassing. |
| Executeren | Betekent een vonnis voltrekken of iemand terechtstellen, met name wanneer de doodstraf is opgelegd. |
| Expansie | Verwijst naar uitbreiding over een groter gebied, of inspanningen om over een groter gebied te heersen, vaak in economische of politieke context. |
| Expliciet | Betekent uitdrukkelijk en duidelijk, zonder ruimte voor interpretatie of twijfel. |
| Extravert | Beschrijft iemand die open is en graag in gezelschap van anderen verkeert, in tegenstelling tot introvert. |
| Facultatief | Betekent niet verplicht, keuzevrijheid hebbend, wat duidt op optionele deelname aan een activiteit. |
| Fascistisch | Verwijst naar het fascisme, een politiek systeem dat ultranationalistisch, corporatistisch, autoritair en onverdraagzaam is. |
| Feedback | Betekent een vergelijking van het effect met de oorspronkelijke bedoeling, feedback geeft informatie over prestaties. |
| Fiasco | Is een mislukking, iets dat volledig mislukt is en niet het gewenste resultaat oplevert. |
| Fictief | Betekent verzonnen, bedacht of denkbeeldig, en niet gebaseerd op de werkelijkheid. |
| Flexibel | Beschrijft iets dat aanpasbaar is aan veranderende omstandigheden, met een zekere mate van vrijheid. |
| Formeel | Betekent officieel en volgens de regels, in tegenstelling tot informeel. |
| Frappant | Verwijst naar iets dat opvallend is en direct de aandacht trekt, verrassend en merkwaardig. |
| Frequent | Betekent vaak voorkomend of herhaaldelijk, en duidt op een hoge frequentie van gebeurtenissen. |
| Frontaal | Duidt op iets dat zich aan de voorzijde bevindt of naar de voorzijde gericht is, zoals een frontale aanrijding. |
| Functioneel | Beschrijft iets dat precies geschikt is voor het beoogde doel, waarbij de praktische bruikbaarheid vooropstaat. |
| Fundamenteel | Verwijst naar iets dat heel belangrijk en noodzakelijk is, een essentieel onderdeel. |
| Futiliteit | Betekent iets kleins en onbelangrijks, waar men zich soms onnodig druk om maakt. |
| Generaliseren | Betekent iets algemener maken dan het eigenlijk is, door uit specifieke gevallen conclusies te trekken die niet altijd opgaan. |
| Heterogeen | Beschrijft een groep of verzameling die bestaat uit mensen of dingen van verschillende soort of diversiteit. |
| Hiaat | Verwijst naar een gemis of tekortkoming, bijvoorbeeld in kennis, wetgeving of een reeks gebeurtenissen. |
| Hiërarchie | Betekent rangorde of volgorde op grond van rang, waarbij duidelijk is wie leiding geeft en wie verantwoording aflegt. |
| Homogeen | Beschrijft iets dat gelijk is, bestaande uit een eenheid van soort of samenstelling. |
| Hypocriet | Betekent schijnheilig of huichelachtig, iemand die zich anders voordoet dan hij werkelijk is. |
| Hypothese | Is een aangenomen veronderstelling of een voorlopige verklaring die nog bewezen moet worden. |
| Immuniteit | Kan verwijzen naar weerstand tegen ziekte of naar diplomatieke onschendbaarheid, waardoor iemand niet vervolgd kan worden. |
| Imperium | Verwijst naar een groot en machtig rijk, vaak met uitgebreide invloed en controle over vele gebieden. |
| Impliceren | Betekent met zich meebrengen of betekenen, waarbij de ene zaak de andere impliciet inhoudt. |
| Impliciet | Betekent indirect, verborgen of stilzwijgend inbegrepen, zonder dat het direct wordt uitgesproken. |
| In natura | Betekent in goederen uitbetaald, niet in geld, waarbij diensten of producten worden geruild voor andere. |
| Inclusief | Betekent inbegrepen of meegeteld, en geeft aan dat iets deel uitmaakt van het totaal. |
| Incompetent | Duidt op onbekwaamheid of ongeschiktheid voor een bepaalde taak of functie. |
| Inductief | Beschrijft een methode van onderzoek waarbij men uitgaat van feiten en verschijnselen om een algemene theorie te ontwikkelen. |
| Infrastructuur | Verwijst naar de voorzieningen zoals wegen, bruggen en opslagplaatsen die nodig zijn voor het goed functioneren van een gebied. |
| Initieel | Betekent in het begin of beginnend, de eerste fase van iets. |
| Innovatief | Beschrijft iets dat vernieuwend is, nieuwe methoden, producten of ideeën introduceert. |
| Insinueren | Betekent het maken van bedekte toespelingen of indirecte beschuldigingen, zonder iets direct te zeggen. |
| Integer | Duidt op eerlijkheid, onkreukbaarheid en oprechtheid, en beschrijft iemand die betrouwbaar is. |
| Integraal | Betekent volledig, waarbij niets ontbreekt, en wordt gebruikt om aan te geven dat het geheel ergens naartoe gaat. |
| Integreren | Verwijst naar inburgering in de samenleving, waarbij iemand de taal, gewoonten en normen van een nieuw land leert kennen. |
| Intentie | Is de bedoeling of wat men wil bereiken met een bepaalde actie of uitspraak. |
| Interactief | Betekent in wisselwerking, waarbij mensen op elkaar reageren en een dynamisch proces van communicatie plaatsvindt. |
| Interageren | Betekent op elkaar inwerken, elkaar wederzijds beïnvloeden of deelnemen aan een interactie. |
| Interneren | Verplichten dat iemand op een bepaalde plaats gaat wonen, vaak om veiligheidsredenen of als straf. |
| Intimideren | Betekent bang maken of bedreigen, waardoor iemand zich minder zeker voelt of wordt afgeschrikt. |
| Intrinsiek | Verwijst naar iets dat innerlijk, van binnenuit afkomstig of wezenlijk is, zoals intrinsieke motivatie. |
| Introvert | Beschrijft iemand die naar binnen gekeerd is en liever alleen of met weinig mensen samen is, tegenovergesteld aan extravert. |
| Inventief | Betekent vindingrijk, iemand die in staat is nieuwe ideeën en oplossingen voor problemen te bedenken. |
| Irrigeren | Betekent bevloeien, het kunstmatig voorzien van water, vooral in de landbouw bij droogte. |
| Kartel | Kan verwijzen naar een groep bedrijven die samen afspraken maken om concurrentie te beperken, een verbond tussen politieke partijen, of een misdaadorganisatie. |
| Kwantiteit | Verwijst naar hoeveelheid, en staat tegenover kwaliteit, waarbij het gaat om de mate waarin iets aanwezig is. |
| Labiel | Beschrijft iemand met snel wisselende stemmingen, een persoonlijkheid die niet stabiel is. |
| Lacune | Betekent iets dat ontbreekt, een gemis, onvolledigheid of hiaat, bijvoorbeeld in iemands kennis of in een wet. |
| Legitiem | Duidt op iets dat gewettigd of rechtsgeldig is, bijvoorbeeld een afwezigheid met een doktersbriefje. |
| Loyaal | Betekent trouw zijn aan personen, groepen of principes, ongeacht de omstandigheden. |
| Lucratief | Betekent winstgevend of veel geld opleverend, en beschrijft een transactie of activiteit die financieel voordelig is. |
| Ludiek | Verwijst naar iets dat speels is, op een vrolijke en ongedwongen manier wordt gebracht. |
| Macaber | Betekent griezelig, luguber of eng, en wordt vaak gebruikt om een sfeer of gebeurtenis te beschrijven. |
| Marginaal | Betekent onbeduidend of aan de rand van de maatschappij levend, soms met een negatieve connotatie van uitschot. |
| Materieel | Verwijst naar iets lichamelijks, stoffelijks, of naar schade die niet van immateriële aard is. |
| Metafoor | Is een beeldspraak die berust op een vergelijking, waarbij een woord in een niet-letterlijke betekenis wordt gebruikt om iets te beschrijven. |
| Metamorfose | Betekent gedaanteverwisseling of een ingrijpende verandering, zoals de transformatie van een rups in een vlinder. |
| Migratie | Verwijst naar het zich verplaatsen van een bevolking, dieren of vogels, vaak over langere afstanden. |
| Migreren | Betekent trekken of verhuizen, zoals vogels die naar het zuiden trekken wanneer het kouder wordt. |
| Monopolie | Is een situatie waarbij de markt door slechts één aanbieder wordt beheerst, wat leidt tot een alleenrecht. |
| Moreel | Betekent gegrond op het innerlijk gevoel van goed en kwaad, en verwijst naar ethische principes. |
| Moreel | Verwijst ook naar de veerkracht van een groep in moeilijke omstandigheden, de moed en het doorzettingsvermogen. |
| Nasaal | Verwijst naar iets dat via de neus wordt uitgesproken, waardoor de klank nasaal klinkt. |
| Nefast | Betekent noodlottig of zeer schadelijk, en heeft negatieve gevolgen. |
| Nihil | Betekent niets, een absolute afwezigheid van iets. |
| Non-profit | Beschrijft een organisatie die niet gericht is op winst maken, maar op het helpen van anderen of het nastreven van een sociaal doel. |
| Norm | Verwijst naar een maatstaf, uitgangspunt of gedragsregel waaraan men zich moet houden. |
| Nostalgie | Betekent verlangen naar vroeger, naar wat geweest is, vaak geassocieerd met herinneringen aan prettige tijden. |
| Nuance | Is een klein, nauwelijks waarneembaar verschil, een subtiele variatie in betekenis of kleur. |
| Objectief | Duidt op een neutrale houding, zonder zich door eigen voorkeur of mening te laten beïnvloeden. |
| Observatie | Betekent onderzoek door waarneming, waarbij men iets aandachtig bekijkt om informatie te verzamelen. |
| Onafhankelijkheid | Verwijst naar het op zichzelf staan, zelfbestuur hebben en niet afhankelijk zijn van anderen. |
| Onafscheidelijk | Beschrijft personen die altijd samen zijn en niet uit elkaar te krijgen zijn. |
| Onbaatzuchtig | Duidt op handelen zonder dat men er zelf voordeel van wil hebben, puur uit altruïsme. |
| Onbegonnen | Verwijst naar iets dat onuitvoerbaar, ondoenlijk of onmogelijk is, een taak die niet kan worden volbracht. |
| Onbeholpen | Beschrijft iemand die onhandig, stuntelig of lomp is, en moeite heeft met fijne motoriek of sociale interactie. |
| Onbemiddeld | Betekent niets of bijna niets bezittend, iemand die arm is of weinig middelen heeft. |
| Onberispelijk | Verwijst naar iets dat foutloos of vlekkeloos is, perfect en zonder gebreken. |
| Onbezonnen | Duidt op gedrag of acties waar niet goed over is nagedacht, impulsief en zonder overweging. |
| Ongemoeid | Betekent iets of iemand met rust laten, er zich niet mee bemoeien. |
| Ongenaakbaar | Beschrijft personen die niet toegankelijk zijn, of in sport, veel sterker dan de concurrenten en onverslaanbaar. |
| Ongerept | Verwijst naar iets dat zonder door mensen te zijn beïnvloed, puur en natuurlijk is. |
| Ongezouten | Betekent in figuurlijke zin openhartig of afwijkend, een uitgesproken mening die recht voor zijn raap is. |
| Onkreukbaar | Duidt op betrouwbaarheid, eerlijkheid en onomkoopbaarheid; iemand die niet te beïnvloeden is door corruptie. |
| Onwrikbaar | Betekent dat er niets tegenin te brengen is, zonder twijfel, een vaststaand feit. |
| Opteren | Betekent de voorkeur geven aan of kiezen voor een bepaalde optie of mogelijkheid. |
| Paradox | Is een uitspraak of situatie die op het eerste gezicht tegenstrijdig lijkt, maar bij nader inzien logisch of wijs kan zijn. |
| Parafraseren | Betekent iets omschrijven of in eigen woorden vertellen, zonder de oorspronkelijke tekst letterlijk te citeren. |
| Paranormaal | Verwijst naar iets dat bovennatuurlijk is, buiten de normale natuurwetten vallend. |
| Participeren | Betekent deelnemen aan een activiteit, evenement of groep. |
| Perspectief | Verwijst naar het punt van waaruit je naar iets kijkt, de gezichtshoek of invalshoek. |
| Plausibel | Betekent aannemelijk, acceptabel of geloofwaardig, een redelijke verklaring voor iets. |
| Postuum | Betekent na de dood, en wordt gebruikt voor werken die na het overlijden van de maker worden uitgebracht. |
| Precisiseren | Betekent nauwkeurig beschrijven of specificeren, om duidelijkheid te scheppen. |
| Preventief | Betekent bedoeld om erger te voorkomen, als voorzorgsmaatregel. |
| Primair | Duidt op iets dat de eerste plaats inneemt, de belangrijkste of oorspronkelijke rol heeft. |
| Principieel | Verwijst naar handelen uit vaste overtuiging of volgens bepaalde (geloofs)principes, zoals een veganist. |
| Prioriteit | Is datgene wat voorrang heeft of krijgt, het belangrijkste aspect dat eerst aangepakt moet worden. |
| Progressie | Betekent vooruitgang, de ontwikkeling en verbetering over tijd. |
| Progressief | Beschrijft iemand die toekomstgericht is, vooruitstrevend en openstaat voor verandering en vernieuwing. |
| Pseudoniem | Is een verzonnen naam die iemand gebruikt in plaats van zijn eigen naam, bijvoorbeeld een schrijver. |
| Rationeel | Betekent nadenken en handelen op een logische en doordachte manier, in tegenstelling tot irrationeel. |
| Realistisch | Beschrijft iets dat erg veel op de werkelijkheid lijkt, overtuigend en authentiek. |
| Rebellieren | Betekent zich verzetten tegen het gevestigd gezag of in opstand komen tegen autoriteiten. |
| Recensent | Is iemand die beoordelingen schrijft van werken van kunst of wetenschap in kranten of tijdschriften. |
| Receptief | Beschrijft iemand die openstaat voor indrukken en ontvankelijk is, wat belangrijk is bij taalverwerving. |
| Reduceren | Betekent beperken, afnemen, inkrimpen of verkleinen, het tot een kleiner geheel herleiden. |
| Reductie | Verwijst naar de vermindering of korting, bijvoorbeeld in prijs of omvang. |
| Reëel | Betekent werkelijk, precies zoals in de werkelijkheid, en beschrijft iets dat echt bestaat. |
| Referentie | Verwijst naar een verwijzing, of naar iemand die gunstige inlichtingen over jou kan geven, bijvoorbeeld voor een sollicitatie. |
| Refereren (aan) | Betekent verwijzen naar iets of iemand, een link leggen naar eerdere informatie of gebeurtenissen. |
| Reflectie | Kan betrekking hebben op het terugkaatsen van licht, hitte of geluid, of op een gestructureerde manier om ervaringen te begrijpen en te analyseren. |
| Regionaal | Verwijst naar iets dat tot een bepaalde streek of regio behoort, zoals een regionale krant. |
| Regulier | Betekent regelmatig of wat algemeen gedaan of gebruikt wordt, in tegenstelling tot ongebruikelijk of specifiek. |
| Relatief | Betekent beoordeeld ten opzichte van iets of iemand anders, de betekenis hangt af van de vergelijking. |
| Relevant | Is belangrijk voor het onderwerp waar het over gaat, en heeft betrekking op de materie, in tegenstelling tot irrelevant. |
| Representatief | Beschrijft iets dat een goede vertegenwoordiging geeft van een groep of geheel, een typerend voorbeeld. |
| Respons | Betekent antwoord of reactie, de output op een vraag, onderzoek of actie. |
| Retoriek | Verwijst naar beeldspraak die clichés en overdrijvingen gebruikt, of naar de leer van de welsprekendheid. |
| Ritueel | Is een vaste handeling die iets symboliseert, vaak geassocieerd met ceremonies of tradities. |
| Selecteren | Betekent kiezen of uitpikken, een selectie maken uit een grotere groep. |
| Sensibiliseren | Betekent mensen bewust maken van een probleem of situatie, om zo hun houding te beïnvloeden. |
| Significant | Is een statistisch begrip dat aangeeft dat de kans dat een verschijnsel voorkomt groter is dan toeval, wat duidt op een belangrijk effect. |
| Sinecure | Verwijst naar een makkelijk baantje of eenvoudige tijd, vaak gebruikt in de negatieve zin dat iets juist geen sinecure is. |
| Status quo | Betekent de toestand waarin iets nu is, de bestaande situatie die men probeert te handhaven. |
| Statuut | Is een reglement van organisatie, waarin de regels en procedures van een instelling of groep zijn vastgelegd. |
| Stereotiep | Beschrijft iets dat vast, onveranderlijk, clichématig of geregeld terugkerend is, een voorspelbaar patroon. |
| Subjectief | Verwijst naar een persoonlijke mening of een persoonlijke beoordeling, beïnvloed door individuele gevoelens en ervaringen. |
| Subtiel | Betekent nauwelijks waarneembaar of fijngevoelig, kleine, subtiele verschillen. |
| Synthese | Is de samenvatting, het samenbrengen van verschillende elementen tot een coherent geheel. |
| Synthetisch | Betekent kunstmatig of samengesteld, niet natuurlijk, zoals synthetische vezels. |
| Synthetiseren | Betekent kunstmatig bereiden, combineren of samenvoegen van afzonderlijke dingen tot een geheel. |
| Tolerant | Duidt op verdraagzaamheid jegens andersdenkenden, respect voor afwijkende meningen of gedragingen. |
| Tolereren | Betekent ermee instemmen, verdragen, of zeggen dat het mag, ook al keurt men het niet volledig goed. |
| Topic | Verwijst naar een onderwerp of thema waarover gesproken of geschreven wordt. |
| Totalitair | Beschrijft een politiek systeem dat de staat de hoogste waarde toekent, waaraan het individu volledig ondergeschikt moet worden gemaakt. |
| Transitie | Betekent overgang, de periode van verandering van de ene staat naar de andere. |
| Unaniem | Betekent zonder verschil van mening, eensgezind, waarbij iedereen het met elkaar eens is. |
| Universeel | Verwijst naar iets dat op alle gebieden toepasbaar of geldend is, overal en altijd. |
| Universum | Betekent heelal, het geheel van alle sterrenstelsels, materie en energie. |
| Valide | Betekent geldig of aannemelijk, en beschrijft iets dat correct is of een goede reden heeft. |
| Variant | Is de afwijkende vorm van iets, een versie die verschilt van het origineel. |
| Variëren | Betekent afwisselen, verschillende vormen aannemen of verschillen vertonen. |
| Ventileren | Verwijst naar het voortdurend verversen van lucht, om frisse lucht in een ruimte te krijgen. |
| Verbaal | Heeft betrekking op het spreken, en beschrijft communicatie via woorden. |
| Verifiëren | Betekent controleren of de juistheid nagaan van gegevens of informatie. |
| Verzuiling | Is de term voor een maatschappij die is onderverdeeld op grond van geloofsovertuiging en/of maatschappelijke opvattingen. |
| Xenofobie | Verwijst naar haat of angst voor vreemdelingen of buitenlanders, vreemdelingenhaat. |