Cover
Start now for free Hattusa en de ineenstorting van het Hettitische rijk (def tekst).pdf
Summary
# De stad Hattusa: architectuur en organisatie
Hattusa, de voormalige hoofdstad van het Hettitische rijk, was een strategisch gelegen, grootschalige stad met een duidelijke hiërarchische indeling, een indrukwekkend verdedigingssysteem, een centraal koninklijk paleis op de citadel, en een uitgebreide religieuze en logistieke infrastructuur, waaronder de Grote Tempel en geavanceerde waterhuishouding [2](#page=2).
### 1.1 Site, benedenstad en bovenstad: overzicht
Hattusa besloeg een oppervlakte van 200 hectare en kende een aanzienlijk hoogteverschil van 300 meter tussen het noordelijke en zuidelijke deel. De bevolking wordt geschat op 10.000 tot 12.000 inwoners op het hoogtepunt in het late New Kingdom. De stad was opgebouwd uit twee hoofddelen [2](#page=2):
* **Benedenstad:** Dit was het oudste deel van de stad, gelegen in het noorden en op lagere hoogte. Het omvatte de citadel met het paleis (Buyukkale) en de Grote Tempel met bijbehorende magazijnen [2](#page=2).
* **Bovenstad:** Dit was het jongste deel, gelegen in het zuiden en op hogere grond. Hier bevonden zich ongeveer 25 tempelcomplexen en grote waterreservoirs [2](#page=2).
De stad werd omringd door indrukwekkende muren, met buitenmuren van 8 meter hoog en ongeveer 200 defensieve torens van 12 meter hoog. Ook binnen de stad waren er afscheidingen met muren. Vijf monumentale poorten, waaronder de Sfinxenpoort, de Koningspoort en de Leeuwenpoort, gaven toegang tot de stad [2](#page=2).
### 1.2 De citadel Buyukkale – het koninklijk paleis
De citadel, Buyukkale genaamd, vormde het politieke, administratieve en koninklijke centrum van het Hettitische Rijk. Het huisvestte de paleizen van de koning en de adel, de centrale staatsadministratie, magazijnen, waterreservoirs en het Koninklijk Archief. De architectuur van het paleis, bestaande uit meerdere gebouwen rondom binnenplaatsen, verschilt van die in Mesopotamië, waar afzonderlijke gebouwen voor specifieke functies werden gebruikt. De overblijfselen dateren voornamelijk uit de 13e eeuw v.Chr. [3](#page=3).
De stad weerspiegelde de hiërarchische Hettitische samenleving, met de koning op de citadel, fysiek het dichtst bij de goden, heersend over het volk in de benedenstad, allen beschermd door de muren. Onder het koninklijk huis bevond zich een klasse van edelen, ambtenaren en priesters, gevolgd door vrije burgers (boeren, ambachtslui, handelaren, soldaten) en onderaan slaven en gevangenen [3](#page=3).
De Hettitische koning bekleedde diverse rollen:
* Staatshoofd van de kernstaat en vazalstaten [3](#page=3).
* Rechter, gebaseerd op de Hettitische codex [3](#page=3).
* Opperbevelhebber van het leger met strijdwagens [3](#page=3).
* Diplomaat, met beroemde vredesverdragen zoals het Verdrag van Kadesh met Ramses III in 1259 v.Chr. [3](#page=3).
* Econoom, verantwoordelijk voor graan- en watervoorraden in de redistributieve paleiseconomie [3](#page=3).
* Opperpriester, 'aangeduid' door de goden en na zijn dood vergoddelijkt [3](#page=3).
### 1.3 De grote tempel en de magazijnen
De Grote Tempel was met bijna 20.000 m² en 160 meter lengte het grootste gebouw van Hattusa. Het dateert uit de 17e-16e eeuw v.Chr. en was gewijd aan de Hettitische oppergoden, de Stormgod Teshub en de Zonnegodin Arinna. De omvang van de tempel onderstreept de centrale rol van religie in de Hettitische staat [3](#page=3).
De architectuur volgde het klassieke Hettitische tempelontwerp met een centrale binnenplaats, omringd door kamers, en achteraan de heilige kamers (cellae). Rondom de tempel bevonden zich opslagplaatsen (magazijnen), werkplaatsen, archieven en verblijven voor tempelpersoneel, evenals een woonwijk voor ambachtslieden die voor de tempel werkten [3](#page=3).
Het tempelcomplex omvatte meer dan 200 magazijnen, essentieel voor de opslag van offers, voedsel en goederen voor ceremonies en het onderhoud van het personeel. Archeologen vonden er grote opslagvaten (pithoi) voor olie en wijn, kleitabletten in archieven en diepe graansilo's met grote hoeveelheden verbrand graan. Deze graansilo's fungeerden als een centrale staatsgraanvoorraad, cruciaal voor herverdeling binnen de staat, het leger, de cultus en de stad, en voor overleving tijdens droogteperiodes, bewaard via een 'vacuüm-storage' methode [3](#page=3).
### 1.4 Muren, torens en poorten
De stad kende meerdere verdedigingswallen. De eerste ommuring van de benedenstad dateert uit het Old Kingdom en werd tijdens het New Kingdom verder uitgebreid met de aanleg van de bovenstad. Vooral in de laatste decennia van het New Kingdom werden de muren uitgebreid, versterkt en soms verdubbeld. Binnen de stad werden ook stadsdelen afgebakend met muren. De buitenste stadsomwalling besloeg 6,6 kilometer en telde 200 defensieve torens [4](#page=4).
De stad had vijf belangrijke poorten, waarvan er drie goed bewaard zijn gebleven en versierd met beelden of reliëfs [4](#page=4):
* **De Sfinxenpoort:** Gelegen in het zuiden, aan het hoogste punt van de bovenstad. De poort werd geflankeerd door vier sfinxen. De functie was waarschijnlijk ceremonieel en militair [4](#page=4).
* **De Leeuwenpoort:** In de ZW bovenstad, geflankeerd door twee leeuwen. De functie was het afweren van vijanden en kwade geesten [4](#page=4).
* **De Koningspoort:** Deze poort bevat een monumentaal reliëf van een god (mogelijk Sharumma) in militaire uitrusting. De functie was zowel defensief als ceremonieel [4](#page=4).
* **De Yerkapi:** Gelegen op het zuidelijkste en hoogste punt van de stad. Het is een kunstmatige heuvel, bekleed met stenen en bepleisterd, doorboord met poternen (tunnels) [4](#page=4).
### 1.5 De vele tempels in de bovenstad
In de bovenstad werden tijdens het New Kingdom ongeveer 25 tempels gebouwd. Hun architectuur was vergelijkbaar: een binnenplaats, een cella voor de god, werkplaatsen eromheen en kelders met archieven. Deze tempels werden voornamelijk gebouwd in de laatste decennia van de stad, tijdens perioden van veroveringen en oorlogen [4](#page=4).
Elke tempel was gewijd aan en bevatte een beeld van een specifieke god, afkomstig uit een veroverd gebied of volk binnen het Hettitische rijk. Dit diende ter vorming van het Hettitische Pantheon via syncretisme, naast de drie belangrijkste 'eigen' goden. De Hettieten namen deze goden letterlijk mee ("godnapping") vanuit veroverde gebieden, gelovend dat ze hiermee ook de macht en bescherming van deze goden verwierven, wat hen de bijnaam "het volk van duizend goden" opleverde [4](#page=4).
### 1.6 Waterreservoirs, kanalen en dammen
Zowel in de bovenstad als op de citadel bevonden zich grote waterreservoirs. Hattusa was sterk afhankelijk van opgeslagen water om droogteperiodes te overbruggen, voornamelijk voor de bevolking en het vee, niet voor irrigatie. De Hettieten ontwikkelden ingenieuze systemen voor wateropslag en -beheer, waaronder citernen, kunstmatige reservoirs (tot 60x90 meter), kanalen en leidingen. Deze systemen werden gevoed via intersectie met watervoerende artesische lagen. Het beheer en eigendom van water stond onder controle van de koning. Watermanagement had ook een rituele functie [4](#page=4).
### 1.7 Het koninklijk archief
Sinds 1906 zijn in de citadel en onder de Grote Tempel meer dan 30.000 spijkerschrifttabletten, fragmenten en zegels opgegraven. Deze zijn bewaard gebleven door de brand van de stad in 1180 v.Chr.. De meeste tabletten dateren uit de periode tussen de 14e en vroege 12e eeuw v.Chr., de glorietijd van de stad en het rijk [4](#page=4).
De tabletten zijn geschreven in minstens 8 talen, waaronder Hettitisch (de oudste bekende Indo-Europese taal) en Akkadisch (de diplomatieke lingua franca), maar ook Luwisch, Hurritisch en het niet-Indo-Europese Hattisch. In 2023 werd nog een nieuwe Indo-Europese taal geïdentificeerd. Het Hettitische schrift werd in 1916 ontcijferd door de Tsjech Hrozny. De Hettieten gebruikten zowel spijkerschrift (Akkadische versie op tabletten) als het Luwische hiërogliefenschrift (voor zegels en op monumenten) [4](#page=4) [5](#page=5).
De archieven bevatten waardevolle informatie over Hettitische wetgeving (de Hettitische codex, gericht op herstelrecht), decreten, annalen, brieven, boekhouding, administratie, cultusvoorschriften en verdragen. Archivering in spijkerschrifttabletten was voorbehouden aan de koninklijke bureaucratie en tempelarchieven; informatie over het dagelijkse leven van individuele burgers is daarin niet terug te vinden [5](#page=5).
---
# Het Hettitische koninklijk archief en de samenleving
Het Hettitische koninklijk archief van Hattusa biedt cruciale inzichten in de wetgeving, economie, cultuur en sociale structuur van het Hettitische Rijk door de analyse van ontcijferde spijkerschrifttabletten en hiërogliefen [4](#page=4) [5](#page=5).
### 2.1 Opgraving, talen en schrift van het archief
Sinds 1906 zijn in de citadel en onder de grote tempel van Hattusa meer dan 30.000 spijkerschrifttabletten, fragmenten en zegels opgegraven. Deze vondsten zijn bewaard gebleven doordat de stad in 1180 v.Chr. is afgebrand. De overgrote meerderheid van de tabletten dateert uit de periode tussen de 14e en vroege 12e eeuw v.Chr., wat overeenkomt met de glorietijd van de stad en het rijk [4](#page=4).
De tabletten zijn geschreven in minstens acht talen. De meest voorkomende talen zijn Hettitisch, de oudste bekende Indo-Europese taal, en Akkadisch, dat diende als diplomatieke lingua franca. Daarnaast werden ook talen als Luwisch, Hurritisch en het niet-Indo-Europese Hattisch aangetroffen. In 2023 werd er zelfs een nieuwe Indo-Europese taal geïdentificeerd op de tabletten. Het Hettitische schrift, en daarmee de taal, werd in 1916 ontcijferd door de Tsjech Hrozny [4](#page=4).
De Hettieten maakten gebruik van twee soorten schrift [5](#page=5):
* **Spijkerschrift:** Dit werd voornamelijk gebruikt voor de tabletten en was gebaseerd op de Akkadische versie [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Luwisch hiërogliefenschrift:** Dit schrift werd gebruikt voor zegels en inscripties op muren en monumenten [4](#page=4) [5](#page=5).
> **Tip:** De bewaring van de Hettitische archieven is indirect toe te schrijven aan de verwoesting van de stad; het vuur zorgde ervoor dat de kleitabletten hard werden in plaats van te verpulveren [4](#page=4).
### 2.2 Thema's en inzichten uit de archieven
De archieven van het paleis en de tempels in Hattusa vormen een rijke bron van informatie over diverse aspecten van de Hettitische samenleving, economie en geschiedenis. Ze bieden specifieke inzichten in [5](#page=5):
* **Wetgeving:** De archieven bevatten de Hettitische codex, die significant verschilde van de Codex van Hammurabi. In plaats van het principe "oog om oog", lag de nadruk op herstelrecht [5](#page=5).
* **Decreten en annalen:** Deze documenten geven een beeld van het koninklijk bestuur en historische gebeurtenissen [5](#page=5).
* **Brieven:** Correspondetie tussen koninklijke functionarissen en mogelijk ook met buitenlandse heersers biedt inzicht in diplomatie en administratie [5](#page=5).
* **Boekhouding en administratie:** Gedetailleerde administratieve documenten geven inzicht in de economische organisatie van het rijk [5](#page=5).
* **Cultusvoorschriften:** Teksten gerelateerd aan religieuze praktijken en ceremonies, inclusief de toevoeging van goden uit veroverde gebieden aan het pantheon [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Literatuur:** Verhalen en mythologische teksten dragen bij aan het begrip van de Hettitische cultuur [5](#page=5).
* **Verdragen:** Belangrijke verdragen, zoals het verdrag van Kadesh uit 1259 v.Chr., zijn teruggevonden, wat inzicht geeft in de Hettitische buitenlandse politiek [10](#page=10) [5](#page=5).
Het is belangrijk op te merken dat de archivering in spijkerschrifttabletten voornamelijk beperkt was tot de koninklijke bureaucratie en tempelarchieven. Informatie over het dagelijkse sociale en economische leven van individuele burgers en de gewone bevolking is hierdoor schaars [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Het verdrag van Kadesh (1259 v.Chr.) is een cruciaal document dat de relatie tussen de Hettieten en het Egyptische Rijk weerspiegelt en de diplomatieke vaardigheden van de Hettieten aantoont [10](#page=10) [5](#page=5).
### 2.3 De rol van de tempels en koninklijke archivering
In de bovenstad van Hattusa bevonden zich ongeveer 25 tempels, voornamelijk gebouwd in de latere decennia van het New Kingdom, de periode van veroveringen en oorlog. Deze tempels volgden een vergelijkbaar architectonisch patroon: een binnenplaats, een cella voor de god, omringende werkplaatsen en kelders die dienden als archieven. Elke tempel was gewijd aan en bevatte een beeld van een god afkomstig uit een veroverd gebied of volk binnen het Hettitische rijk. Dit droeg bij aan het Hettitische syncretisme, waarbij naast de drie belangrijkste 'eigen' goden, ook goden uit andere culturen werden opgenomen in het pantheon. De Hettieten praktiseerden 'godnapping', waarbij ze gestolen goden in hun eigen pantheon opnamen, ervan overtuigd dat ze hiermee ook de macht en bescherming van deze goden verwierven. Dit verklaart waarom de Hettieten soms worden aangeduid als het 'volk van duizend goden' [4](#page=4).
### 2.4 Het belang van waterbeheer
Hattusa beschikte over grote waterreservoirs, zowel in de bovenstad als op de citadel. Dit was essentieel om droogtes te overbruggen en was bedoeld voor de bevolking en met name voor het vee, niet voor irrigatie. De Hettieten ontwikkelden ingenieuze systemen voor wateropslag en -beheer, waaronder citernen, grote artificiële reservoirs (tot 60x90 meter), kanalen en leidingen. Deze systemen werden gevoed via intersectie met watervoerende artesische lagen. Het beheer en eigendom van deze watervoorraden stond onder controle van de koning. Naast de praktische functie had watermanagement ook een rituele betekenis [4](#page=4).
### 2.5 Overige relevante vondsten gerelateerd aan het archief
* **De Deeds of Anitta:** Dit is de oudst bekende Hettitische spijkerschrifttekst en de oudst bekende tekst in een Indo-Europese taal. Het document biedt inzicht in de vroege Hettitische geschiedenis [15](#page=15).
* **Yazilikaya:** Hoewel Yazilikaya een openluchtheiligdom is en geen deel uitmaakt van het koninklijk archief in Hattusa zelf, zijn de reliëfs die daar zijn gevonden van immense culturele en religieuze waarde. De reliëfs in Kamer A tonen een processie van 73 godheden die het Hettitisch-Hurritische pantheon representeren, en in Kamer B is het bekende reliëf van Koning Tudhaliya IV omhelsd door zijn beschermgod Sharruma te zien. Deze beelden bieden visuele context bij de religieuze en politieke aspecten die ook in de teksten van het archief naar voren komen. De afbeeldingen van de 12 goden van de onderwereld zijn ook te zien op Yazilikaya [10](#page=10) [5](#page=5).
---
# De ineenstorting van het Hettitische rijk en de Late Bronstijd
Hier is de samenvatting over de ineenstorting van het Hettitische rijk en de Late Bronstijd, opgesteld als een examengericht studiemateriaal.
## 3. De ineenstorting van het Hettitische rijk en de Late Bronstijd
De Late Bronstijd zag de teloorgang van grote rijken, waaronder het Hettitische rijk, veroorzaakt door een complex samenspel van factoren binnen een "systems collapse" model, waarbij klimaatsverandering als een primaire stressor fungeerde, versterkt door invasies, aardbevingen en interne politieke instabiliteit [13](#page=13).
### 3.1 Het Hettitische Rijk: opkomst en bloei
Het Hettitische rijk, gelegen in Anatolië, ontstond uit de mix van Indo-Europese, Hurrische en Hattische culturen die zich hadden gevestigd na 5000 v.o.t.. De Indo-Europese sprekers, waaronder Luwisch, Pala en Nesite, vestigden zich geleidelijk, waarbij de Nesite-taal zich ontwikkelde tot de Hettitische taal, de lingua franca van het rijk. De ontwikkeling van het Hettitische rijk werd gestimuleerd door het handelsnetwerk van de Oude Assyriërs, wat leidde tot de adoptie van spijkerschrift en een uitwisseling van ideeën [11](#page=11).
Het rijk kende drie belangrijke periodes:
* **Het Oude Rijk (ca. 1650-1500 v.o.t.)**: Gevormd door koningen als Laberna en Hattusili I, die de macht consolideerde, Hattusa tot hoofdstad maakte en agressief uitbreidde naar Syrië, met de verovering van Yamhad en de vernietiging van Babylon rond 1590 v.o.t. [11](#page=11).
* **Het Midden Rijk (ca. 1500-1430 v.o.t.)**: Een politiek onstabiele periode gekenmerkt door verlies van Syrische bezittingen en momentum in Mesopotamië, mede door interne dynastieke strijd totdat Telipinu een edict opstelde [11](#page=11).
* **Het Nieuwe Rijk (ca. 1430-1180 v.o.t.)**: De periode van grootste expansie onder koningen als Suppiluliuma I, waarbij het rijk Anatolië, Noord-Syrië en delen van Boven Mesopotamië omvatte. Monumentale bouwwerken en bloeiende kunst kenmerkten deze periode onder Tudhaliya IV, voordat het rijk onder Suppiluliuma II instortte tijdens de Late Bronstijd Collapse [11](#page=11).
Na de instorting ontstonden er Neo-Hettitische staatjes, die uiteindelijk door het Neo-Assyrische Rijk werden opgeslokt [11](#page=11).
### 3.2 De Late Bronstijd Collapse
De periode 1700-1200 v.o.t. was een tijdperk van grote mogendheden in het Nabije Oosten, zoals het Egyptische Rijk, de Myceense paleiscultuur, en het Hettitische rijk, gekenmerkt door een sterk geglobaliseerde wereld met uitgebreide handels- en diplomatieke netwerken. Rond 1200 v.o.t. stortte deze wereld echter in elkaar, waarbij sommige rijken volledig verdwenen (Myceense paleiscultuur, Hettitische rijk) en andere zware tijden doormaakten [12](#page=12).
#### 3.2.1 Hypothese van de invasies van de Zeevolkeren
Een vroege hypothese, voorgesteld door 19e-eeuwse Egyptologen, wees op de invasies van de "Zeevolkeren" als oorzaak van de collapse. Deze theorie baseerde zich op Egyptische inscripties en reliëfs, zoals die van Ramses III in Medinet Habu, die melding maken van aanvallen door verschillende groepen, waaronder de Karkisha, Lukka, Sherden, Shekelesh, Eqwesh, Denyen, Peleset, Tjekker en Weshwesh. Hoewel de origine van deze groepen deels onbekend is, suggereren hypotheses herkomst uit het Egeïsche gebied, Sicilië, Sardinië, Cyprus en West-Anatolië. Hedendaags wordt de invasies van de Zeevolkeren echter meer gezien als een symptoom van eerdere gebeurtenissen dan als een primaire oorzaak [12](#page=12).
#### 3.2.2 Het "Systems Collapse" model
Het hedendaagse dominante model is dat van "Systems Collapse", waarbij klimaatsverandering als de primaire stressor wordt beschouwd. Dit model, gedefinieerd door Colin Renfrew, beschrijft een kettingreactie van falende elementen die uiteindelijk de hele structuur doet instorten. Kenmerken van systems collapse zijn: ineenstorting van gecentraliseerde administratie en economie, verdwijning van de elite, bevolkingsvermindering en migratie [13](#page=13).
##### 3.2.2.1 Mogelijke oorzaken van de Late Bronstijd Collapse
Archeologisch, natuurwetenschappelijk en historisch onderzoek wijst op een combinatie van factoren:
* **Klimaatverandering**: Een lange periode van ernstige droogte rond 1200 v.o.t. in het Oost-Mediterrane gebied. Dendrologisch onderzoek in Anatolië door Sturt Manning en collega's leverde bewijs van een droogte en verminderde oogstopbrengsten in centraal Anatolië tussen 1198 en 1196 v.o.t. [13](#page=13).
* **Invasies en migraties**: Grootschalige volksverplaatsingen, mogelijk deels veroorzaakt door de droogte [12](#page=12) [14](#page=14).
* **Aardbevingen**: De term "earthquake storm" wordt gebruikt om de impact van mogelijke opeenvolgende aardbevingen aan te duiden [13](#page=13).
* **Ziekten**: Zoals een nieuwe uitbraak van de pest die mogelijk leidde tot evacuatie [14](#page=14).
* **Politiek en organisatie**: Interne politieke instabiliteit en de organisatie van de verschillende rijken [13](#page=13).
Deze factoren werkten synergetisch, waardoor de impact van elk individueel probleem werd vergroot en leidde tot een domino-effect in de onderling verbonden rijken [13](#page=13).
##### 3.2.2.2 Ripple effects
De gevolgen van deze factoren omvatten onder meer:
* Voedseltekorten en afgesneden handelsroutes, wat leidde tot opstanden en migratie [13](#page=13).
* Schaarste aan grondstoffen voor brons (tin, koper), wat leidde tot conflicten om deze bronnen [13](#page=13).
* Verlies van internationale relaties, verdragen en diplomatie [13](#page=13).
Dit alles culmineerde in de ondergang van vele rijken en stadstaten, wat resulteerde in de ineenstorting van het hele systeem van de Grote Mogendheden [13](#page=13).
### 3.3 De ondergang van het Hettitische Rijk
De ineenstorting van het Hettitische rijk was een direct gevolg van de Late Bronstijd Collapse, met klimaatsverandering als een cruciale factor [13](#page=13).
#### 3.3.1 De impact van droogte en misoogsten
De ernstige en abrupte droogte rond 1200 v.o.t. in het Oost-Mediterrane gebied had verwoestende gevolgen voor de landbouw in het Hettitische rijk, dat sterk afhankelijk was van regionaal geproduceerd graan en vee. Hettitische waterhuishouding, hoewel bestand tegen een jaar slechte oogst, kon een langdurige droogte van twee tot meer jaren niet opvangen. Dit leidde tot misoogsten, schaarste en hongersnood, wat resulteerde in interne opstanden en migratie. Teksten tonen aan dat heersers hun buren smeekten om graanleveringen om hun bevolking van de honger te redden [13](#page=13) [14](#page=14).
#### 3.3.2 Gevolgen voor het rijk
De droogte en daaruit voortvloeiende problemen hadden diverse negatieve gevolgen:
* Minder arbeidskrachten, wat de militaire macht verminderde en de verdediging tegen indringers zoals de Zeevolkeren verzwakte [14](#page=14).
* Onderbreking van handelsroutes, met minder invoer van grondstoffen en luxegoederen en een lagere belastinginkomsten [14](#page=14).
* De geconcentreerde macht in Centraal-Anatolië/Hattusa maakte de politiek en administratie extra kwetsbaar [14](#page=14).
* De vele vazalstaten verhoogden de kwetsbaarheid voor opstanden [14](#page=14).
#### 3.3.3 Archeologische sporen van de teloorgang van Hattusa
Archeologisch onderzoek in Hattusa, de Hettitische hoofdstad, toont een geleidelijke evacuatie van de koninklijke familie, elite en administratie over decennia, voorafgaand aan de uiteindelijke verwoesting. Jürgen Seeher stelt dat de finale vernietiging door brand en invasie plaatsvond rond 1180 v.o.t., waarschijnlijk door de Kaska en groepen van de Zeevolkeren [14](#page=14).
* **Bewijs van vernietiging**: Brandlagen, verbrande artefacten en grote hoeveelheden verkoold graan in silo's wijzen op een gewelddadige einde [14](#page=14).
* **Verhuisoperatie**: Het ontbreken van kleitabletten geschreven na 1180 v.o.t. en het feit dat waardevolle delen van het koninklijk archief reeds elders waren ondergebracht, duiden op een georganiseerde verhuisoperatie [14](#page=14).
* **Gebrek aan strijdsporen**: Het ontbreken van wapens of artefacten van veroveraars suggereert dat de vernietiging plaatsvond nadat de stad grotendeels verlaten was [14](#page=14).
> **Tip:** Houd rekening met de "systems collapse" theorie; er is zelden één enkele oorzaak voor zulke grote historische gebeurtenissen. Meerdere factoren die elkaar versterken, zijn cruciaal.
> **Voorbeeld:** De droogte trof de landbouw, wat leidde tot hongersnood. Hongersnood verzwakte het leger, waardoor invasies succesvoller werden en de handelsroutes verder verstoord raakten, wat de economie nog meer trof. Dit is een duidelijk voorbeeld van "ripple effects".
---
# Religieuze en funeraire praktijken
De Hettitische godsdienst en hun funerair gedrag waren complex en gevarieerd, met een pantheon dat werd weerspiegeld in religieuze centra zoals Yazilikaya en diverse begrafenisrituelen die per regio en periode verschilden [5](#page=5).
### 4.1 De Hettitische godsdienst en het pantheon
De Hettitische religie was polytheïstisch en kende een pantheon dat sterk beïnvloed was door Hurritische goden. Yazilikaya, gelegen nabij Hattusa, fungeerde als een belangrijk openluchtheiligdom en koninklijke herdenkingsplaats voor de staatsgoden. De reliëfs op de wanden van de twee galerijen van Yazilikaya geven een unieke inkijk in dit pantheon [5](#page=5).
#### 4.1.1 Yazilikaya: een weergave van het pantheon
* **Kamer A (de grote galerij)**: Bevat een processie van 73 godheden. De centrale scène toont de Stormgod Teshub, vergezeld van zijn stier, en de Zonnegodin Hebat, geflankeerd door haar panter [5](#page=5).
* **Kamer B (de kleine galerij)**: Toont onder andere de 12 goden van de onderwereld en een gedenkwaardig reliëf van koning Tudhaliya IV die door zijn beschermgod Sharruma wordt omhelsd, wat diende als goddelijke legitimatie van het koningschap. De typische Hettitische iconografie van de 12 goden van de onderwereld kenmerkt zich door hoge hoofddekels, een rok en gordel, een zwaard, en stevige knieën en kuiten [10](#page=10) [5](#page=5).
Yazilikaya werd voornamelijk gebruikt tijdens het bestuur van koning Tudhaliya IV in de late 13e eeuw v.Chr., hoewel de site al sinds de 16e eeuw v.Chr. in gebruik was. Het was onder meer een locatie voor de viering van het nieuwe jaar [5](#page=5).
### 4.2 Funeraire praktijken bij de Hettieten
De Hettitische funerair cultuur vertoonde een aanzienlijke heterogeniteit, met uiteenlopende begrafenisrituelen die werden aangetroffen op verschillende vindplaatsen in Anatolië [5](#page=5).
#### 4.2.1 Variatie in mortuaire gebruiken
De Hettieten kenden een grote variatie aan grafstructuren, waaronder:
* Pithosbegravingen [5](#page=5).
* Kuilgraven [5](#page=5).
* (Stenen) kistgraven [5](#page=5).
Inhumatie (lichamen begraven) was de meest voorkomende praktijk [5](#page=5).
#### 4.2.2 Funeraire praktijken in en rond Hattusa
Hattusa zelf vormt een uitzondering, aangezien er in de stad zelf geen graven zijn gevonden. De necropolis Osmankayasi, gelegen buiten de stad op 400 meter van Yazilikaya, biedt echter inzicht in de specifieke funerair rites die eigen zijn aan Hattusa [5](#page=5).
* **Oud Koninkrijk (Old Kingdom)**: Graven uit deze periode (tot de 17e eeuw v.Chr.) omvatten inhumaties in kistgraven. Daarnaast werden lichamen gecremeerd met een secundaire depositie van de urnen in natuurlijke rotsnissen [5](#page=5).
* **Nieuw Koninkrijk (New Kingdom)**: Hoewel deze periode (14e tot 13e eeuw v.Chr.) het hoogtepunt van het Hettitische Rijk vertegenwoordigt, zijn er nog geen koningsgraven ontdekt. Tekstuele bronnen suggereren dat er sprake was van inhumaties in grote stenen kisten, maar de locatie van deze monumentale koninklijke necropolis blijft onbekend [5](#page=5).
> **Tip:** Het is belangrijk op te merken dat de begrafenisrituelen rond Hattusa, met name de crematies en secundaire depositie in urnen, specifiek zijn voor deze stad en dateren uit het Oud Koninkrijk. De specifieke praktijken van het Nieuw Koninkrijk, vooral die van de koninklijke elite, zijn nog niet volledig opgehelderd door archeologische vondsten [5](#page=5).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Hattusa | De archeologische site van de voormalige hoofdstad van het Hettitische rijk, gelegen in Anatolië. De stad kende verschillende periodes van bewoning en bloei, en werd rond 1180 v.Chr. definitief verwoest. |
| Hettitische Rijk | Een machtig rijk in de late bronstijd, gevestigd in Anatolië, dat zich uitstrekte over een groot deel van Anatolië en delen van Syrië. Het rijk stond bekend om zijn militaire macht, diplomatieke verdragen en geavanceerde bestuurlijke systemen. |
| Chalcolithicum | Een overgangsperiode tussen het Neolithicum (steentijd) en de Bronstijd, gekenmerkt door het gelijktijdig gebruik van steen en koper voor gereedschappen en wapens. Op de site van Hattusa is er vroege bewoning uit deze periode aangetroffen. |
| Hattische | Verwijst naar de oorspronkelijke bewoners van Anatolië vóór de komst van de Hettieten. De Hattische taal en goden werden door de Hettieten overgenomen en geïntegreerd in hun eigen cultuur en pantheon. |
| Assyrische handelspost | Een vestiging van Assyrische handelaren in een vreemd gebied, gericht op de uitwisseling van goederen en de vestiging van handelsnetwerken. In Hattusa was er een belangrijke Assyrische handelspost in de 3e millennium v.Chr. |
| Oude Rijk (Hettieten) | De eerste periode van het Hettitische koninkrijk, die duurde van ongeveer 1650 tot 1500 v.Chr. In deze periode werd de macht van de Hettieten geconsolideerd en werd Hattusa tot hoofdstad gemaakt. |
| Nieuwe Rijk (Hettieten) | De laatste en meest succesvolle periode van het Hettitische rijk, die duurde van ongeveer 1430 tot 1180 v.Chr. Het rijk kende zijn grootste expansie en bloei, met aanzienlijke culturele en bouwkundige ontwikkelingen. |
| Buyukkale | De citadel van Hattusa, die fungeerde als het politieke, administratieve en koninklijke residentiële centrum van het Hettitische Rijk. Hier bevonden zich de paleizen, staatsadministratie en het koninklijk archief. |
| Pantheon | De verzameling van alle goden van een bepaald polytheïstisch geloofssysteem. Het Hettitische pantheon was syncretisch en omvatte goden van verschillende volkeren die het rijk had onderworpen of waarmee het in contact kwam. |
| Spijkerschrift | Een oud schrift dat werd gebruikt door verschillende culturen in het Nabije Oosten, waaronder de Sumeriërs, Akkadiërs en Hettieten. Het schrift bestond uit wigvormige tekens die in kleitabletten werden gedrukt. |
| Luwisch hiërogliefenschrift | Een schrift dat werd gebruikt door de Luwiërs, een volk dat in Anatolië woonde. Dit schrift bestond uit hiëroglyfen en werd voornamelijk gebruikt voor inscripties op monumenten en zegels. |
| Late Bronstijd Collapse | Een periode van wijdverbreide sociale ineenstorting en culturele veranderingen in het oostelijke Middellandse Zeegebied rond 1200 v.Chr. Verschillende grote rijken en paleisculturen verdwenen of werden ernstig verzwakt. |
| Zeevolkeren | Een coalitie van verschillende volkeren die in de late bronstijd migreerden en invallen deden in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Hun precieze oorsprong en rol in de Late Bronstijd Collapse zijn onderwerp van debat. |
| Systems Collapse | Een model dat verklaart hoe complexe samenlevingen kunnen instorten als gevolg van een combinatie van meerdere stressfactoren die elkaar versterken, zoals klimaatverandering, invasies, economische instabiliteit en politieke onrust. |
| Dendrologisch onderzoek | Wetenschappelijk onderzoek naar bomen en hout, met name de analyse van jaarringen om klimaatschommelingen en historische gebeurtenissen te reconstrueren. Dit type onderzoek heeft bijgedragen aan het begrip van de droogteperiodes rond de val van het Hettitische Rijk. |
| Funeraire cultuur | De gebruiken en rituelen die verband houden met de dood en begrafenis van personen binnen een bepaalde cultuur. De Hettitische funeraire cultuur kende variatie, met zowel inhumaties als crematies. |
| Cuneïforme tabletten | Kleitabletten waarop geschreven is met spijkerschrift. Deze tabletten dienden als opslag van informatie en vormen een cruciale bron voor de kennis van oude beschavingen, waaronder de Hettieten. |