Cover
Start now for free hoofdstuk 1 het begrip handicap en beperking.pdf
Summary
# Het begrip handicap en beperking
## 1. Evolutie van het begrip handicap en beperking
### 1.1 Maatschappelijke perceptie van handicap
Historisch gezien is het begrip 'handicap' sterk beïnvloed door maatschappelijke normen en economische omstandigheden. Samenlevingen streefden vaak naar homogeniteit, waardoor individuen die afweken van de norm aan de periferie kwamen te staan. Terminologie zoals 'onvolwaardigen', 'abnormalen', 'idioten' en 'mindervaliden' droeg een negatieve lading met zich mee en reflecteerde gevoelens van minachting, afkeer en ongemak. In tijden van crises, zoals oorlogen of economische neergang, waren personen met een beperking vaak de eerste slachtoffers en de eersten die getroffen werden door bezuinigingen. Xenofobie, de angst voor het vreemde, speelde een rol in de negatieve beeldvorming en leidde tot bescherming van de eigen groep, vermijding, onwetendheid en vooroordelen [6](#page=6).
Er is echter een positieve verschuiving gaande waarbij personen met een beperking, hun families en omgeving meer controle nemen over hun leven. Een groeiend bewustzijn leidt ertoe dat zij opkomen voor hun rechten en streven naar respectvolle behandeling als volwaardige leden van de samenleving [7](#page=7).
### 1.2 Huidige benamingen
In het Vlaamse taalgebied wordt, in lijn met aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie en de Raad van Europa, de voorkeur gegeven aan de benaming 'mensen met een beperking' in plaats van 'de gehandicapten'. De nadruk ligt op het feit dat zij in de eerste plaats mensen zijn, die op sommige vlakken anders zijn, maar niet minder waard. De samenleving streeft naar een evenwicht tussen persoonsgerichte hulpverlening en de behoefte aan individuele ontplooiingskansen, vrijheid, zelfbepaling en sociaal functioneren [7](#page=7).
**Begrippenlijst:**
* **Bewustzijn:** Weten wat er gebeurt, stilstaan bij de feiten, nadenken [7](#page=7).
* **Norm:** Regels [7](#page=7).
* **Vooroordeel:** Iets dat je denkt over een persoon voordat je de persoon leert kennen [7](#page=7).
* **Menswaardig:** Respectvol omgaan met andere personen en ze behandelen als een mens, een normale behandeling [7](#page=7).
* **Delicaat:** Gevoelig liggend, sensitieve informatie, kwetsbaar [7](#page=7).
* **Persoonsgericht:** Zorg gebaseerd op de persoonlijke noden van iemand [8](#page=8).
* **Zelfbepaling:** Eigen keuzes maken, een vrije keuze kunnen maken, je eigen baas zijn, zelf kunnen kiezen, zelf beslissingen maken [8](#page=8).
* **Participatie:** Deelnemen/Deelname [9](#page=9).
* **Diversiteit:** Verschillen, variatie van iets binnen een bepaalde groep [9](#page=9).
* **Identiteit:** Kunnen zijn wie je bent, persoonlijkheid, jezelf zijn, persoonlijk voor iedereen [9](#page=9).
## 2. Rechten van personen met een beperking
Personen met een beperking hebben, net als ieder ander mens, rechten en plichten. Deze rechten zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van Mensen met een Beperking, gebaseerd op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en opgesteld in 2006 in New York. België ondertekende deze verklaring in 2009 [8](#page=8).
### 2.1 Belangrijke artikelen van het VN-Verdrag
* **Artikel 1 Doelstelling:** Iedereen met een beperking heeft recht op alle mensenrechten die in de algemene verklaring van de mensenrechten staan, en moet met respect en eerbied behandeld worden [8](#page=8).
* **Artikel 3 Algemene beginselen:** De uitgangspunten van het verdrag zijn:
1. Respect voor waardigheid, persoonlijke autonomie, inclusief de vrijheid om keuzes te maken en onafhankelijkheid van personen [9](#page=9).
2. Non-discriminatie [9](#page=9).
3. Volledige en daadwerkelijke participatie in en opname in de samenleving [9](#page=9).
4. Respect voor verschillen en aanvaarding dat personen met een beperking deel uitmaken van de mensheid en menselijke diversiteit [9](#page=9).
5. Gelijke kansen [9](#page=9).
6. Toegankelijkheid [9](#page=9).
7. Gelijkheid van man en vrouw [9](#page=9).
8. Respect voor de ontwikkeling van kinderen met een beperking en respect voor het recht op een eigen identiteit [9](#page=9).
Meer informatie over dit verdrag is te vinden op https://www.gripvzw.be/nl/artikel/65/tekst-vn-verdrag-inzake-de-rechten-van-personen-met-een-beperking [10](#page=10).
## 3. Perspectief 2020: Vernieuwde financiering en zorgmodellen
### 3.1 De visie van Perspectief 2020
Perspectief plan 2020 was een actieplan gelanceerd door de Vlaamse regering in 2016 om het welzijn van personen met een beperking te verbeteren. Het basisuitgangspunt was: 'zoveel mogelijk gewoon in de samenleving en zo weinig mogelijk uitzonderlijk en afzonderlijk'. Personen met een beperking worden beschouwd als volwaardige burgers wiens persoonlijke autonomie, rechten en mogelijkheden gerespecteerd moeten worden, en die zo zelfstandig mogelijk deelnemen aan de samenleving. Isolement van personen met een beperking dient te worden vermeden. Deze nieuwe visie brak met het traditionele beeld van personen met een beperking als primair hulpbehoevend [10](#page=10).
### 3.2 Persoonsvolgende Financiering (PVF)
Om de visie van Perspectief 2020 te realiseren, werd de Persoonsvolgende Financiering (PVF) geïntroduceerd. In dit model gaan de budgetten voor zorg niet langer rechtstreeks naar de voorzieningen of diensten, maar naar de persoon met de beperking zelf. Hierdoor krijgt de persoon met een beperking meer keuzevrijheid in hoe de ondersteuning wordt georganiseerd en betaald. Dit maakt het ook gemakkelijker om zorg thuis en in een voorziening te combineren of om vlot over te schakelen tussen beide [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 3.2.1 Concrete doelen van Perspectief 2020
* **Verbeteren van de kwaliteit:** Zowel de kwaliteit van zorg en ondersteuning als de kwaliteit van bestaan [11](#page=11).
* **Investeren in mensen:** In plaats van geld te laten verloren gaan in structuren zoals grote voorzieningen of tussenpersonen [11](#page=11).
* **Vraaggestuurde zorg:** Het systeem werkt vraaggestuurd, waarbij de persoon met een beperking zelf aangeeft wat hij nodig heeft en een voorziening zoekt die deze ondersteuning kan bieden. Dit vervangt de vroegere aanbodgerichte zorg waarbij personen zich moesten aanpassen aan het aanbod [11](#page=11).
* **Stimuleren van vernieuwende projecten:** Om wachtlijsten te verkleinen en meer mensen ondersteuning te bieden, worden projecten zoals online hulpverlening, particuliere woon- en dagondersteuning, en ouderinitiatieven gestimuleerd [11](#page=11).
* **Bevorderen van sociaal ondernemen:** Projecten streven naar maatschappelijke meerwaarde zoals emancipatie, integratie, duurzame loopbanen of het versterken van competenties van kansengroepen [12](#page=12).
* **Verbeteren van overleg:** Meer overleg tussen verschillende diensten om mensen makkelijker en efficiënter te helpen [12](#page=12).
**Begrippenlijst:**
* **Dagcentrum:** Een plaats waar mensen met een beperking overdag terechtkunnen voor activiteiten en begeleiding [12](#page=12).
* **Inclusief:** Zodanig dat iedereen kan deelnemen en deel uitmaken van de samenleving [12](#page=12).
* **Particulier:** Privé, niet-overheidsgebonden [12](#page=12).
* **Ouderinitiatief:** Een project opgestart door ouders van personen met een beperking [12](#page=12).
* **Maatschappelijke meerwaarde:** Een bijdrage aan de samenleving die verder gaat dan louter economische winst, gericht op welzijn en participatie [12](#page=12).
* **Emancipatie:** Het verwerven van gelijke rechten en maatschappelijke volwaardigheid [12](#page=12).
* **Integratie:** Het opnemen van personen met een beperking in de samenleving op alle niveaus [12](#page=12).
* **Duurzaam:** Langdurig, bestendig [13](#page=13).
* **Competentie:** Vaardigheid, bekwaamheid [13](#page=13).
* **Kansengroepen:** Groepen in de samenleving die minder kansen krijgen [13](#page=13).
### 3.3 Overzicht financiering
De financiering en de hoogte van het budget zijn afhankelijk van factoren zoals de mate van ondersteuningsbehoefte, leeftijd en urgentie van de vraag. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen financiering voor minderjarigen en meerderjarigen [13](#page=13) [14](#page=14).
#### 3.3.1 Financiering voor meerderjarigen: Persoonsvolgend Budget (PVB)
Het PVB is een jaarlijks, gepersonaliseerd budget waarmee zorgvragers ondersteuning en zorg kunnen inkopen bij professionele zorgverleners, individuele begeleiders, vrijwilligersorganisaties of binnen het eigen netwerk. De ondersteuning wordt uitgedrukt in punten [14](#page=14).
Er zijn twee scenario's, "trappen" genaamd, die de PVF vormen:
* **Eerste trap:** Bestaat uit een Basisondersteuningsbudget (BOB), eventueel aangevuld met Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH) [15](#page=15).
* **BOB:** Een maandelijks bedrag (circa 330 euro in 2024) voor personen die niet veel hulp nodig hebben, bedoeld voor eenvoudige hulp zoals poetshulp, vervoersonkosten of oppas. Voorwaarden zijn een erkende beperking en een vastgestelde ondersteuningsnood. Voordelen zijn weinig papierwerk, geen bewijsplicht, vrije besteding en geen lange procedures of wachtlijsten [15](#page=15).
* **RTH:** Kan het BOB aanvullen en maakt het mogelijk een beperkte hoeveelheid dagopvang, begeleiding of verblijf in een erkende voorziening in te kopen [15](#page=15).
* **Tweede trap:** Het Persoonsvolgend Budget (PVB) zelf, wanneer de ondersteuningsnood groter is en de middelen uit trap 1 niet volstaan [15](#page=15).
* **Procedure:** Vereist een gedetailleerd, gefundeerd ondersteuningsplan waarin doelen, benodigde ondersteuning en mogelijke aanbieders beschreven worden. Men kan dit plan zelf opstellen of zich laten bijstaan door een Dienst Ondersteuningsplan (DOP) [15](#page=15).
* **Budgethoogte:** Schommelt in 2024 tussen 10.000 en 90.000 euro, afhankelijk van de zorgnood [16](#page=16).
* **Uitbetaling:** Kan cash op de rekening, als voucher die aan een voorziening wordt overhandigd, of een combinatie van beide [16](#page=16).
* **Gebruik:** Met het PVB kan men bijvoorbeeld een assistent betalen, dagen in een dagcentrum of een thuisbegeleider [16](#page=16).
* **Voordelen:** Hulp kan volledig op maat geboden worden [16](#page=16).
* **Nadelen:** Lange wachtlijsten door grote vraag en beperkt budget, waardoor mensen met een lagere ondersteuningsnood lang moeten wachten. Daarnaast brengt het veel werk met zich mee doordat personen met een beperking zelf werkgevers worden, met administratieve taken zoals sollicitaties en loonuitbetalingen [16](#page=16).
#### 3.3.2 Financiering voor minderjarigen: Ondersteuningstoeslag en Persoonlijk Assistentiebudget (PAB)
* **Ondersteuningstoeslag:** Een relatief beperkt bedrag (circa 331 euro in 2024), maandelijks uitgekeerd via het Groeipakket, dat aangevuld kan worden met Rechtstreeks Toegankelijke Hulp [17](#page=17).
* **Persoonlijk Assistentiebudget (PAB):** Een budget dat het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) aan minderjarigen geeft om assistentie thuis, op school of op het werk te organiseren en te betalen [17](#page=17).
* **Doel:** Betalen van personen die helpen bij huishoudelijk werk, lichaamsverzorging, dagbesteding en verplaatsingen [17](#page=17).
* **Richtlijnen en verantwoording:** Er zijn richtlijnen voor het gebruik van het budget, en gemaakte kosten moeten worden verantwoord. Dit vereist administratief werk [17](#page=17).
* **Budgethoogte:** Schommelt in 2024 tussen 12.164 en 56.760 euro op jaarbasis, aangepast aan de index. De hoogte is afhankelijk van de benodigde ondersteuning, de aard en ernst van de beperking, en de leefsituatie [17](#page=17).
* **Aanvraagprocedure:** Minderjarigen vragen een PAB aan bij de Integrale Toegangspoort via een multidisciplinair team (MDT). Dit team stelt een aanvraagdocument (A-document) op en begeleidt de aanvraag. Het MDT meet de zorgvraag (inschalen), en het team Indicatiestelling van de ITP bepaalt de definitieve budgethoogte [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Prioritering:** Vanwege beperkte middelen krijgen dringende dossiers als eerste een PAB, beoordeeld door de Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie (IRPC) op basis van een checklist [18](#page=18).
* **Spoedprocedure:** Mogelijk voor kinderen met een snel degeneratieve aandoening [18](#page=18).
### 3.4 Besluit over financiering
De verschuiving naar vraaggestuurde ondersteuning en aangepast aanbod is een gevolg van meer aandacht voor de basisrechten van personen met een beperking. Ondanks de doelstellingen zijn er knelpunten, zoals lange wachtlijsten, waar de sector en overheid aan blijven werken [18](#page=18).
## 4. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
Het VAPH is een overheidsdienst binnen het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, die alle ondersteuning organiseert die de Vlaamse Overheid aan personen met een beperking en hun gezin besteedt. Hun werking omvat zorg en individuele bijstand. Het VAPH bevordert participatie, integratie en gelijke kansen, met als doel de grootst mogelijke autonomie en levenskwaliteit te bereiken [18](#page=18) [19](#page=19).
### 4.1 Gehanteerde definitie van beperking
Het VAPH hanteert de definitie: "Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren". Deze definitie erkent zowel zichtbare als minder zichtbare beperkingen [19](#page=19).
* **Voorwaarden voor aanmerking:** De beperking moet langdurig en belangrijk zijn, en het functioneren in de maatschappij belemmeren. Dit geldt voor personen onder de 65 jaar die effectief in België verblijven [19](#page=19).
* De term 'persoon met een beperking' legt de nadruk op de persoon en niet enkel op de stoornis, omdat een persoon meer is dan zijn beperking [19](#page=19).
### 4.2 Organisatorische structuur
Het belangrijkste adviesorgaan van het VAPH is het Raadgevend Comité, bestaande uit vertegenwoordigers van gebruikers, diensten, voorzieningen en deskundigen [20](#page=20).
### 4.3 Takenpakket van het VAPH
Het VAPH is verantwoordelijk voor:
* Voorlichting en oriëntering van personen met een beperking en hun gezinnen [20](#page=20).
* Preventie, detectie en diagnose van beperkingen [20](#page=20).
* Kennisoverdracht rond beperkingen [20](#page=20).
* Bevorderen van opvang, behandeling en begeleiding [20](#page=20).
* Bevorderen van integratie in de maatschappij [20](#page=20).
* Studie en onderzoek [20](#page=20).
Het VAPH subsidieert diensten, voorzieningen en personen met een beperking op verschillende domeinen:
* **Diensten en voorzieningen:** Die ondersteuning verlenen [20](#page=20).
* **Hulpmiddelen en aanpassingen:** Voor de organisatie van het dagelijks leven [20](#page=20).
* **Persoonsvolgende financiering (PVB):** Een budget op maat voor meerderjarigen om zorg en ondersteuning in te kopen. Niet alle vormen vereisen goedkeuring van het VAPH; twee vormen van beperking-specifieke ondersteuning zijn rechtsreeks toegankelijk [21](#page=21).
* **Persoonlijk Assistentiebudget (PAB):** Een budget voor minderjarigen om assistentie thuis of op school te organiseren. De aanvraag verloopt via de intersectorale toegangspoort [21](#page=21).
### 4.4 Ondersteuningsvormen
De noden van personen met een beperking zijn divers. Het VAPH biedt verschillende ondersteuningsmogelijkheden, waaronder [21](#page=21):
* **Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH):**
* DOP (dienst ondersteuningsplan)
* Begeleiding
* Dagopvang
* Kort verblijf
* **Minderjarigen:**
* Ambulant (Thuisbegeleiding)
* Semi-residentieel (Semi-internaat)
* Residentieel (Observatie- en behandelingscentrum, Internaat, Begeleide uitgroei, Pleegzorg, Kortverblijf, Logeren, Multifunctioneel centrum)
* **Meerderjarigen:**
* Ambulant (Thuisbegeleiding, Zelfstandig wonen, Begeleid wonen, Beschermd wonen, Geïntegreerd wonen)
* Semi-residentieel (Dagcentrum, Begeleid werken)
* Residentieel (Tehuis voor werkenden, Tehuis voor niet-werkenden, Pleegzorg, Kortverblijf, Logeren, Flexibel aanbod meerderjarigen (FAM), Combinaties)
## 5. Onderwijs voor kinderen en jongeren met een beperking
### 5.1 Het buitengewoon onderwijs
Het buitengewoon onderwijs wordt ingericht voor drie niveaus:
* Buitengewoon kleuteronderwijs (buko) [23](#page=23).
* Buitengewoon lager onderwijs (bulo) of buitengewoon basis onderwijs (bubao) [23](#page=23).
* Buitengewoon secundair onderwijs (buso) [23](#page=23).
De indeling naar type gebeurt voor alle niveaus van het buitengewoon onderwijs, met uitzondering van het basisaanbod. Op secundair niveau bestaat er tevens een indeling naar opleidingsvorm [23](#page=23).
---
# Specifieke beperkingen en onderwijs
Dit gedeelte bespreekt verschillende soorten beperkingen en de specifieke onderwijsvormen die eraan gekoppeld zijn, met een focus op visuele, auditieve en fysieke beperkingen, evenals het leersteundecreet.
### 2.1 Het buitengewoon onderwijs
Het buitengewoon onderwijs is opgericht voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften en kent drie niveaus [23](#page=23):
* **Buitengewoon kleuteronderwijs (buko)**: Vanaf 2,5 jaar tot 6 jaar (mogelijk verlengd tot 8 jaar) [24](#page=24).
* **Buitengewoon lager onderwijs (bulo) of buitengewoon basisonderwijs (bubao)**: Vanaf 6 jaar tot 13 jaar (mogelijk verlengd tot 15 jaar) [24](#page=24).
* **Buitengewoon secundair onderwijs (buso)**: Vanaf 13 jaar tot 21 jaar, met uitzonderlijke instap op 12 jaar [24](#page=24).
Er is een indeling naar type voor alle niveaus, met uitzondering van het basisaanbod (BA) op kleuter- en secundair niveau. Op secundair niveau is er tevens een indeling naar opleidingsvorm [23](#page=23).
#### 2.1.1 Het buitengewoon basisonderwijs (bubao)
Het bubao kent verschillende types, elk afgestemd op specifieke behoeften:
* **Type basisaanbod (Type BA)**: Ontstaan sinds het M-decreet (september 2015), is een samenvoeging van het vroegere type 1 en 8. Dit type is bedoeld voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking, ontwikkelingsachterstand, of ernstige leerstoornissen zoals dyslexie, dysorthografie, dyspraxie, dyscalculie en dysfasie. Er wordt onderwijs aangeboden in kleine groepen, met focus op het aanleren van vaardigheden op een begrijpelijke manier, aangepaste methoden, wereldoriëntatie, bewegingsopvoeding, en sociale en creatieve vaardigheden. In het secundair onderwijs wordt dit vaak aangeboden via projecten 'algemene vakken' (PAV) [24](#page=24).
* **Type 2**: Aangepast aan kinderen en jongeren met een matige of ernstige verstandelijke handicap. Dit type onderwijs, ook wel levensscholing genoemd, richt zich op het aanleren van dagelijkse vaardigheden die zelfstandig leven bevorderen, zoals taal en communicatie, gedragsaanpassing, creatieve en sociale activiteiten. Aangepaste leermethoden worden gebruikt, en leerlingen leren waar mogelijk eenvoudige teksten lezen en begrijpen, en rekenen in functie van concrete taken (planning, geld, meten). Dit type bereidt vaak voor op arbeid in een beschermd milieu, zoals beschutte werkplaatsen (buso-OV2) [24](#page=24).
* **Type 1 (in OV1)**: Dit type is voor leerlingen die bovenop een verstandelijke handicap nog een andere ernstige handicap hebben (meervoudig gehandicapten) of een zeer ernstige verstandelijke handicap. OV1 bereidt voor op leven in een beschermd milieu, zoals dagcentra of tehuizen [25](#page=25).
* **Type 3**: Biedt onderwijs aangepast aan kinderen en jongeren met ernstige gedrags- of emotionele problemen. Er is veel aandacht voor persoonlijkheidsontwikkeling. Deze leerlingen hebben nood aan structuur en duidelijke afspraken, en klassieke opvoedingsmethoden moeten aangepast worden. Leerkrachten ontwikkelen methoden om moeilijkheden op te vangen en gedrag positief te beïnvloeden [25](#page=25).
* **Type 4**: Aangepast aan leerlingen met een lichamelijke handicap, zoals ernstige bewegingsmoeilijkheden, verlamming, spastische bewegingen, of spina bifida. De oorzaken kunnen liggen in aangeboren hersenbeschadiging, ongevallen, of spierziekten. Dit type is bedoeld voor kinderen die regelmatig medische, paramedische of orthopedagogische voorzieningen nodig hebben die het gewoon onderwijs niet kan bieden [25](#page=25) [26](#page=26).
* **Type 5**: Voor kinderen en jongeren die wegens langdurige ziekte of een wankele gezondheid in een ziekenhuis of medische instelling verblijven. Het onderwijs sluit aan bij het huidige niveau van de leerling om schoolse achterstand te beperken. Het onderwijs kan 'bed aan bed' georganiseerd worden of in klasjes binnen de instelling [26](#page=26).
* **Type 6**: Bestemd voor blinde en slechtziende kinderen en jongeren. Specifieke methoden worden gebruikt om de gezichtshandicap te compenseren. Blinde kinderen leren brailleschrift, en slechtzienden leren hun resterende gezichtsvermogen beter te gebruiken en oriëntatievermogen te ontwikkelen. Zij kunnen, met hulpmiddelen, vaak het gewone leerprogramma volgen [26](#page=26).
* **Type 7**: Aangepast aan dove en slechthorende kinderen en jongeren. Communicatie is cruciaal, aangezien deze kinderen vaak vereenzamen door achterstand in taalontwikkeling. Liplezen, hoortraining, gebarentaal, zelfvertrouwen opbouwen en sociale omgang oefenen zijn belangrijke focuspunten [26](#page=26).
* **Type 9**: Nieuw sinds het M-decreet, voor kinderen en jongeren met ASS (autismespectrumstoornis) zonder verstandelijke beperking. Het onderwijs wordt zeer specifiek gegeven, rekening houdend met de vraag en nood van het kind [26](#page=26).
Voor specifieke groepen zoals kinderen met een meervoudige handicap, autisme met verstandelijke beperking, of specifieke gedragsstoornissen binnen ASS, is de keuze van een onderwijstype complex. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) speelt hier een belangrijke rol bij het vinden van de meest aangepaste onderwijsvorm. Sommige scholen voor buitengewoon onderwijs hebben specifieke auti-begeleiding of aparte auti-klassen [27](#page=27).
#### 2.1.2 Het buitengewoon secundair onderwijs (buso)
Het buso verdeelt leerlingen in vier opleidingsvormen (OV) op basis van de aard en ernst van hun handicap, met doelstellingen gericht op de latere levensloop [27](#page=27).
* **Opleidingsvorm 1 (OV 1)**: Gericht op sociale vorming om integratie in een beschermd milieu (dagcentrum, bezigheidstehuis) mogelijk te maken. Activiteiten bevorderen zelfredzaamheid, communicatie, sensomotorische en sociale vaardigheden. Duurt minimaal vier jaar [27](#page=27).
* **Opleidingsvorm 2 (OV 2)**: Biedt algemene, sociale vorming en arbeidstraining ter integratie in een beschermd leef- en arbeidsmilieu. Kent twee fasen van elk minimaal twee studiejaren. De eerste fase focust op sociale vorming en arbeidsgeschiktmaking, de tweede fase op arbeidsgeschiktmaking met mogelijkheid tot stages [28](#page=28).
* **Opleidingsvorm 3 (OV 3)**: Biedt algemene, sociale vorming en beroepsvorming ter voorbereiding op werken in het gewone leef- en arbeidsmilieu. Duurt 5 jaar, waarbij de opleiding geleidelijk meer naar een specifiek beroep wordt gericht [28](#page=28).
* **Opleidingsvorm 4 (OV 4)**: Biedt algemeen technisch, kunst- en beroepsonderwijs met doorstromings- of kwalificatieafdeling. Niet toegankelijk voor jongeren met een mentale handicap. De uurroosters en diploma's zijn gelijk aan die van het overeenkomstige gewoon onderwijs [28](#page=28).
### 2.2 Het leersteundecreet
Het leersteundecreet, ingevoerd vanaf het schooljaar 2023-2024, vervangt het M-decreet en streeft naar kwaliteitsvol en werkbaar onderwijs voor alle leerlingen. Het M-decreet maakte het onderwijs inclusiever, door leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het recht te geven zich in te schrijven in een gewone school, mits redelijke aanpassingen, zoals laptops, rekenmachines of langere toetsentijden. Inclusie werd de regel, buitengewoon onderwijs de uitzondering [29](#page=29) [30](#page=30).
**Kenmerken van het leersteundecreet:**
* Leerlingen met speciale zorgnoden kunnen nog steeds in het gewoon onderwijs terecht [30](#page=30).
* Er worden 680 voltijdse krachten voorzien voor betere ondersteuning: 600 krachten ondersteunen leerlingen en leerkrachten in de klas, ondersteund door 80 omkaderende functies (coördinatoren en administratieve medewerkers) [30](#page=30).
* Er worden 36 leersteuncentra opgericht als regionaal aanspreekpunt en expertisecentrum voor laagdrempelige en koepel overschrijdende werking. Scholen kiezen zelf met welk centrum ze samenwerken en krijgen inspraak over de inzet van middelen [30](#page=30).
* De klassenraad krijgt meer zeggenschap en kan beoordelen of het recht op gewoon onderwijs haalbaar is voor de leerling. Scholen kunnen een leerling met zware zorgnoden weigeren als aanpassingen buiten proportie zijn, steeds in overleg met ouders. De school moet kunnen aantonen dat aanpassingen buiten proportie zijn [30](#page=30) [31](#page=31).
* Buitengewoon onderwijs blijft een volwaardige optie, met de mogelijkheid voor leerlingen om eventueel terug te keren naar het gewoon onderwijs en vice versa. Deeltijds les volgen in gewoon en buitengewoon onderwijs is mogelijk in een individueel aangepast traject [31](#page=31).
* De 3.666 ondersteuners in het gewoon onderwijs krijgen een vast ambt en statuut, wat de job aantrekkelijker maakt [31](#page=31).
* Er wordt geïnvesteerd in professionalisering van ondersteuners en leerkrachten, wat gevolgen heeft voor de lerarenopleiding, zodat alle leraren competenties hebben voor basiszorg en verhoogde zorg [31](#page=31).
* Onderwijspartners (CLB's, pedagogische begeleidingsdiensten) krijgen een grotere rol in het waarborgen van de effectiviteit van hulp op de klasvloer. Scholen die achterblijven, kunnen verplicht een begeleidingstraject volgen, onder toezicht van de onderwijsinspectie [31](#page=31).
### 2.3 Visuele beperking
Een visuele beperking is een overkoepelende term voor iedereen met een verminderd gezichtsvermogen of het ontbreken daarvan, wat leidt tot belemmeringen in sociaal-maatschappelijk functioneren. Men maakt onderscheid tussen blindheid (volledig afwezig gezichtsvermogen) en slechtziendheid (aanwezigheid van benutbare gezichtsresten) [31](#page=31).
### 2.4 Auditieve beperking
Een auditieve beperking omvat diverse aspecten van gehoorverlies en de gevolgen daarvan .
### 2.5 Fysieke beperking
Een fysieke beperking (FB) omvat stoornissen die de mobiliteit, kracht, coördinatie, of andere fysieke functies aantasten .
> **Tip:** Het is essentieel om de specifieke types, oorzaken, en ondersteuningsvormen voor elke beperking te begrijpen, evenals de evolutie naar meer inclusief onderwijs via decreten zoals het leersteundecreet. Zorg ervoor dat je de verbanden tussen de verschillende types beperkingen en de bijhorende onderwijsmodellen kunt leggen.
---
# Financiering en ondersteuningsvormen
Dit onderdeel behandelt de financieringssystemen voor personen met een beperking, met de nadruk op Persoonsvolgende Financiering (PVF), Persoonsvolgend Budget (PVB) en het Persoonlijke Assistentiebudget (PAB), en de diverse ondersteuningsvormen die hieruit voortvloeien.
### 3.1 Perspectief 2020 en de vernieuwing van financiering
Het "Perspectief 2020" plan, gelanceerd door de Vlaamse regering in 2016, markeerde een fundamentele herziening van het welzijn van personen met een beperking. Het kernprincipe was "zoveel mogelijk gewoon in de samenleving en zo weinig mogelijk uitzonderlijk en afzonderlijk". Personen met een beperking werden erkend als volwaardige burgers met rechten op autonomie, participatie en respect voor hun keuzes. Dit nieuwe beleid brak met het vroegere beeld van hulpbehoevendheid en leidde tot de invoering van Persoonsvolgende Financiering (PVF) [10](#page=10).
#### 3.1.1 Kenmerken van Persoonsvolgende Financiering (PVF)
Onder PVF gaan de zorgbudgetten rechtstreeks naar de persoon met een beperking in plaats van naar de voorzieningen. Dit geeft de persoon de vrijheid om zelf te bepalen hoe en door wie de ondersteuning wordt georganiseerd, en maakt een flexibele combinatie van thuiszorg en voorzieningen mogelijk [11](#page=11).
#### 3.1.2 Concrete doelen van Perspectief 2020
De belangrijkste doelen van Perspectief 2020 waren:
* **Verbetering van de kwaliteit van zorg en ondersteuning en de kwaliteit van bestaan** [11](#page=11).
* **Investeren in mensen in plaats van in structuren** [11](#page=11).
* **Vraaggestuurde zorg** in plaats van aanbodgerichte zorg, waarbij personen met een beperking zelf aangeven wat ze nodig hebben [11](#page=11).
* **Stimuleren van vernieuwende projecten** om wachtlijsten te verkleinen, zoals online hulpverlening, particuliere woon- en dagondersteuning en ouderinitiatieven [11](#page=11).
* **Bevorderen van sociaal ondernemen**, waarbij projecten een maatschappelijke meerwaarde nastreven zoals emancipatie, integratie of competentie versterking [12](#page=12).
* **Verbeteren van de overlegstructuren** tussen verschillende diensten voor efficiëntere hulpverlening [12](#page=12).
#### 3.1.3 Overzicht financiering
De financiering en de hoogte van het budget zijn afhankelijk van factoren zoals de mate van ondersteuningsnood, leeftijd en urgentie van de vraag. Er wordt onderscheid gemaakt tussen financiering voor minderjarigen en meerderjarigen [13](#page=13) [14](#page=14).
##### 3.1.3.1 Financiering voor meerderjarigen: Persoonsvolgende Financiering (PVF)
Voor meerderjarigen met een beperking zijn er twee scenario's, de zogenaamde "trappen" van PVF [15](#page=15):
* **Trap 1: Basisondersteuningsbudget (BOB) en Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH)**
* Het **BOB** is een maandelijks bedrag (ongeveer 330 euro in 2024) voor personen met een beperkte ondersteuningsnood. Het kan gebruikt worden voor eenvoudige hulp zoals poetshulp of vervoerskosten. Voorwaarden zijn een erkende beperking en vastgestelde ondersteuningsnood. Voordelen zijn minimale administratie, geen bewijsplicht en geen lange procedures of wachtlijsten [15](#page=15).
* **RTH** kan het BOB aanvullen en biedt de mogelijkheid om een beperkte hoeveelheid dagopvang, begeleiding of verblijf in een erkende voorziening in te kopen [15](#page=15).
* **Trap 2: Persoonsvolgend Budget (PVB)**
* Dit budget is bestemd voor personen met een grotere ondersteuningsnood wanneer Trap 1 onvoldoende is [15](#page=15).
* Het vereist een uitgebreidere procedure, inclusief het opstellen van een gefundeerd ondersteuningsplan waarin doelen, benodigde ondersteuning en mogelijke ondersteuners worden beschreven. Personen kunnen zich laten bijstaan door een Dienst Ondersteuningsplan (DOP) [15](#page=15).
* De budgethoogte in 2024 schommelt tussen 10.000 en 90.000 euro, afhankelijk van de zorgnood [16](#page=16).
* Uitbetaling kan gebeuren als cash op de rekening, als voucher voor een voorziening, of een combinatie van beide [16](#page=16).
* Met het PVB kan men bijvoorbeeld een assistent betalen, bijdragen aan een dagcentrum of een thuisbegeleider inschakelen [16](#page=16).
* Voordelen zijn op maat gemaakte hulp. Nadelen zijn lange wachtlijsten door beperkt budget en veel administratief werk (personen worden zelf werkgevers). Prioritering gebeurt op basis van urgentie [16](#page=16).
##### 3.1.3.2 Financiering voor minderjarigen: Ondersteuningstoeslag en Persoonlijk Assistentiebudget (PAB)
* De **Ondersteuningstoeslag** is vergelijkbaar met het BOB en wordt maandelijks via het Groeipakket uitgekeerd (ongeveer 331 euro in 2024). Dit kan aangevuld worden met RTH [17](#page=17).
* Het **Persoonlijke Assistentiebudget (PAB)** wordt door het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH) toegekend aan minderjarigen om assistentie thuis, op school of op het werk te organiseren en te betalen. Dit geld dekt kosten voor personen die helpen bij huishoudelijk werk, lichaamsverzorging, dagbesteding en verplaatsingen [17](#page=17).
* Er zijn richtlijnen voor het gebruik en er is een verantwoording van gemaakte kosten vereist, wat administratief werk met zich meebrengt [17](#page=17).
* Het PAB schommelt in 2024 tussen 12.164 en 56.760 euro op jaarbasis, en wordt jaarlijks aangepast aan de index. De hoogte is afhankelijk van de ondersteuningsnood, de aard en ernst van de beperking en de leefsituatie [17](#page=17).
* Minderjarigen vragen een PAB aan via de Integrale Toegangspoort (ITP) met een multidisciplinair team (MDT). Het MDT stelt een aanvraagdocument (A-document) op en begeleidt de aanvrager [17](#page=17).
* Het MDT meet de zorgvraag (inschatting) en stelt een voorstel tot budgethoogte op, waarna het team Indicatiestelling van de ITP de definitieve hoogte bepaalt [18](#page=18).
* Wachtlijsten bestaan, en prioriteit wordt gegeven aan dringende dossiers via een checklist beoordeeld door de Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie (IRPC) [18](#page=18).
* Een spoedprocedure is mogelijk voor kinderen met snel degeneratieve aandoeningen [18](#page=18).
#### 3.1.4 Conclusie over de financiering
De evolutie naar vraaggestuurde financiering en ondersteuning is een belangrijke verschuiving, gericht op de basisrechten van personen met een beperking. Ondanks de doelstellingen blijven er knelpunten bestaan, zoals lange wachtlijsten, waar de sector en de overheid creatief mee omgaan en aan moeten blijven werken [18](#page=18).
### 3.2 Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
Het VAPH is een overheidsdienst binnen het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, die alle ondersteuning organiseert die de Vlaamse Overheid biedt aan personen met een beperking en hun gezin. Hun werking omvat zorg en individuele bijstand. Het VAPH wil participatie, integratie en gelijke kansen bevorderen, met als doel maximale autonomie en levenskwaliteit te bereiken [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 3.2.1 Gehanteerde definitie van beperking
Het VAPH hanteert de volgende definitie van een beperking: "Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren". Deze definitie erkent zowel fysieke, mentale als psychische beperkingen die leiden tot langdurige en significante participatieproblemen. De beperking moet voortkomen uit een stoornis bij de persoon zelf. Het decreet geldt voor personen met een beperking die jonger zijn dan 65 jaar bij aanvraag en die effectief in België verblijven. De focus ligt op de persoon en niet enkel op de stoornis [19](#page=19).
#### 3.2.2 Organisatiestructuur
Het belangrijkste adviesorgaan van het VAPH is het Raadgevend Comité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van gebruikers, diensten, voorzieningen en onafhankelijke deskundigen [20](#page=20).
#### 3.2.3 Takenpakket van het VAPH
Het takenpakket van het VAPH is breed en omvat:
* **Voorlichting en oriëntering** van personen met een beperking en hun gezinsleden [20](#page=20).
* **Preventie, detectie en diagnose** van beperkingen [20](#page=20).
* **Kennisoverdracht** rond beperkingen [20](#page=20).
* **Bevorderen van opvang, behandeling en begeleiding** [20](#page=20).
* **Bevorderen van integratie** in de maatschappij [20](#page=20).
* **Studie en onderzoek** [20](#page=20).
Het VAPH subsidieert diensten, voorzieningen en personen met een beperking op diverse domeinen:
* **Diensten en voorzieningen**: die ondersteuning verlenen bij begeleiding of opvang [20](#page=20).
* **Hulpmiddelen en aanpassingen**: tegemoetkomingen voor hulpmiddelen of aanpassingen aan woning of wagen [20](#page=20).
* **Persoonsvolgende financiering (PVB)**: een budget op maat voor meerderjarigen om zorg en ondersteuning in te kopen. Niet alle vormen vereisen goedkeuring van het VAPH; RTH is rechtsreeks toegankelijk [21](#page=21).
* **Persoonlijk assistentiebudget (PAB)**: een budget voor minderjarigen om assistentie thuis of op school te organiseren. Enkel minderjarigen kunnen dit aanvragen via de intersectorale toegangspoort [21](#page=21).
### 3.3 Ondersteuningsvormen
De noden van personen met een beperking variëren sterk, en het VAPH biedt een reeks ondersteuningsmogelijkheden. Deze kunnen variëren van hulpmiddelen en woningaanpassingen tot begeleiding bij planning, aankleden, koken, tijdelijke opvang, of permanente opvang [21](#page=21).
#### 3.3.1 Overzicht van ondersteuningsvormen
Hieronder volgt een overzicht van de door het VAPH mogelijk gemaakte begeleidings- en opvangvormen [22](#page=22):
* **Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH)**:
* Dienst ondersteuningsplan (DOP)
* Begeleiding
* Dagopvang
* Kort verblijf
* **Minderjarigen**:
* **Ambulant**: Thuisbegeleiding
* **Semi-residentieel**: Semi-internaat
* **Residentieel**:
* Observatie- en behandelingscentrum (OBC)
* Internaat
* Begeleide uitgroei
* Pleegzorg
* Kortverblijf
* Logeren
* Multifunctioneel centrum
* **Meerderjarigen**:
* **Ambulant**:
* Thuisbegeleiding
* Zelfstandig wonen
* Begeleid wonen
* Beschermd wonen
* Geïntegreerd wonen
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Handicap | Een handicap verwijst naar de maatschappelijke normen en verwachtingen ten aanzien van menselijk functioneren, waarbij individuen die hier niet aan voldoen, aan de rand van de samenleving kunnen komen te staan. |
| Beperking | Een beperking wordt gedefinieerd als een langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon, voortkomend uit het samenspel tussen functiestoornissen (mentaal, psychisch, lichamelijk, zintuiglijk), activiteit beperkingen en persoonlijke en externe factoren. |
| Menswaardig | Menswaardig behandelen betekent respectvol omgaan met andere personen en hen behandelen als volwaardige individuen, met erkenning van hun intrinsieke waarde. |
| Zelfbepaling | Zelfbepaling houdt in dat een individu de vrijheid heeft om eigen keuzes te maken, beslissingen te nemen en zelfstandig richting te geven aan zijn of haar leven, waarbij men de eigen baas is. |
| Persoonsvolgende Financiering (PVF) | PVF is een financieringsmodel waarbij budgetten voor zorg rechtstreeks naar de persoon met een beperking gaan, zodat deze zelf kan bepalen hoe en door wie de ondersteuning wordt georganiseerd en betaald, wat meer keuzevrijheid biedt. |
| Persoonsvolgend Budget (PVB) | Het PVB is een budget op maat dat meerderjarigen met een beperking kunnen inkopen voor zorg en ondersteuning, afhankelijk van hun zorgnood, en kan worden besteed aan diverse vormen van hulp zoals assistenten, dagcentra of thuisbegeleiders. |
| Persoonlijke Assistentiebudget (PAB) | Het PAB is een budget dat VAPH toekent aan minderjarigen om assistentie thuis, op school of op het werk te organiseren en te betalen, waarbij specifieke richtlijnen gelden voor het gebruik en verantwoording van de kosten. |
| Buitengewoon onderwijs | Buitengewoon onderwijs is een onderwijsvorm die speciaal is ingericht voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften, verdeeld over verschillende types die aangepast zijn aan diverse soorten beperkingen. |
| Leersteundecreet | Het leersteundecreet, dat het M-decreet heeft vervangen, streeft naar kwaliteitsvol en werkbaar onderwijs voor alle leerlingen, door extra ondersteuning te bieden in het gewoon onderwijs en de samenwerking tussen scholen en leersteuncentra te bevorderen. |
| Visuele beperking | Een visuele beperking is een overkoepelende term voor verminderd of afwezig gezichtsvermogen, die het sociaal-maatschappelijk functioneren belemmert en onderverdeeld wordt in blindheid en slechtziendheid. |
| Auditieve beperking | Een auditieve beperking betreft een verminderd gehoorvermogen dat de communicatie en ontwikkeling kan beïnvloeden, met verschillende oorzaken en diagnostische methoden. |
| Fysieke beperking | Een fysieke beperking omvat stoornissen van neurologische, musculaire of orthopedische aard, evenals chronische ziekten, die invloed hebben op de motorische vaardigheden en verschillende ontwikkelingsgebieden. |
| Mentale beperking | Een mentale beperking verwijst naar een intellectuele functioneringsachterstand die wordt gekenmerkt door beperkingen in zowel intellectuele vermogens als adaptieve vaardigheden, en wordt ingedeeld in verschillende niveaus van ernst. |
| Meervoudige beperking | Een meervoudige beperking is de aanwezigheid van twee of meer significante beperkingen bij een persoon, die elkaar wederzijds beïnvloeden en een unieke benadering voor begeleiding vereisen. |