Cover
Start now for free 06_Reservoir_en_overdracht.pdf
Summary
# Reservoir en overdracht van infectieziekten
Dit onderwerp behandelt de bronnen waar ziekteverwekkers zich in stand houden en de mechanismen waarmee ze van het ene naar het andere organisme worden overgedragen [1](#page=1) [4](#page=4).
### 1.1 De rol van het reservoir
Het reservoir is de "pool" waarin een micro-organisme zich in stand kan houden door replicatie en van waaruit een vatbare gastheer besmet kan worden [4](#page=4).
* **Mens als reservoir:** Vaak is de mens het primaire reservoir, zoals bij het poliovirus. Als het reservoir zich bij de mens bevindt, kan vaccinatie potentieel het reservoir uitroeien, wat leidt tot kudde-immuniteit [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Dieren als reservoir:** Soms zijn ook dieren gastheren die het reservoir vormen, zoals bij de lintworm (Taenia) of malaria (Plasmodium). Wanneer het reservoir zich in dieren bevindt, heeft vaccinatie op de mens geen directe invloed op het reservoir zelf. Als de mens een eind- of tussengastheer is, maar niet deel uitmaakt van het reservoir omdat de kiem zich niet in de mens kan in stand houden, kan uitroeiing van de dierlijke gastheren theoretisch het reservoir vernietigen, zoals bij aviaire influenza [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Omgeving als reservoir:** Bij uitbreiding kan de hele wereld, inclusief dode materie, dienen als reservoir. Voorbeelden hiervan zijn *Clostridium tetani* (in aarde/vuil) en *Legionella* [4](#page=4).
### 1.2 Overdracht van ziekteverwekkers
Het transport van de kiem van het reservoir naar de gastheer gebeurt door middel van een vector (een levend organisme) of een carrier [4](#page=4).
* **Voorbeelden van overdracht:**
* **Poliovirus:** Via zaken of vloeistoffen die besmet zijn met menselijke stoelgangresten en ingeslikt worden [4](#page=4).
* **Taenia saginata (rundsworm):** Via rauw rundsvlees dat besmet is met cysten, of via zaken/vloeistoffen besmet met runder- of menselijke stoelgangresten die ingeslikt worden [4](#page=4).
* **Plasmodium spp. (malaria):** Via de Anopheles mug, door bloed. Het uitroeien van de vector, zoals muggen bij malaria, kan de verspreiding stoppen [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Clostridium tetani (tetanus):** Via aarde of vuil dat besmet is met de bacteriën of sporen en in wonden terechtkomt [4](#page=4).
* **Vibrio cholerae (cholera):** Via water of voeding besmet met de bacteriën uit menselijke fecaliën [4](#page=4).
* **Toxoplasma gondii:** Via onvoldoende verhit vlees, groenten die in de openlucht zijn gekweekt, of andere zaken die besmet zijn met (katten)stoelgangresten [4](#page=4).
### 1.3 Gastheer types en transmissie
De gastheer kan een tussengastheer of een eindgastheer zijn [6](#page=6).
* **Tussengastheer:** Een tussengastheer neemt deel aan de levenscyclus van de parasiet, maar horizontale verspreiding binnen deze gastheersoort is niet mogelijk. Voor *Toxoplasma gondii* is de mens een tussengastheer; directe mens-mens besmetting is hierdoor doorgaans niet mogelijk, behalve in specifieke gevallen zoals bij kanibalisme. Verticale transmissie (van moeder op kind) is wel mogelijk [6](#page=6).
* **Eindgastheer:** Een eindgastheer is een organisme waarin de parasiet zich seksueel kan voortplanten en dat horizontale verspreiding mogelijk maakt [6](#page=6).
### 1.4 Transmissietypen
* **Horizontale transmissie:** Dit is de meest voorkomende vorm van infectieoverdracht, waarbij ziekteverwekkers van de ene individuele gastheer op de andere worden overgedragen. Dit wordt verwacht in dichtbevolkte menselijke populaties [6](#page=6).
* **Verticale transmissie:** Deze vorm van transmissie vindt plaats van een ouder op de nakomelingen, bijvoorbeeld van moeder op kind tijdens de zwangerschap, bevalling of borstvoeding. Verticale transmissie wordt belangrijker in kleine, geïsoleerde gemeenschappen [6](#page=6).
> **Tip:** Begrijpen welk organisme fungeert als reservoir en de specifieke overdrachtsmechanismen zijn cruciaal voor het ontwikkelen van effectieve preventie- en bestrijdingsstrategieën voor infectieziekten.
> **Voorbeeld:** De uitroeiing van de Anopheles mug (vector) heeft wereldwijd geleid tot een drastische vermindering van malaria in veel gebieden, wat illustreert hoe het aanpakken van de overdrachtsroute een infectieziekte kan indammen [5](#page=5).
---
# Onderscheid tussen exogene en endogene infectieziekten
Dit hoofdstuk legt het verschil uit tussen infecties die worden veroorzaakt door externe pathogenen en infecties die voortkomen uit de eigen flora van het lichaam, vaak bij verminderde weerstand [2](#page=2) [3](#page=3).
### 6.1.1. Exogene infectieziekten
Exogene infectieziekten treden op wanneer de ziekteverwekker (het pathogeen) oorspronkelijk niet tot de normale flora van het lichaam behoorde. Dit zijn de typische pathogenen die we associëren met infectieziekten, zoals *Salmonella*, Hepatitis B virus (HBV) en influenza. Ook infecties veroorzaakt door een tijdelijke "passant" in de flora, zoals *Neisseria meningitidis*, worden beschouwd als exogeen [3](#page=3).
> **Tip:** Denk bij exogene infecties aan ziekteverwekkers die van buiten het lichaam komen en een nieuwe infectie veroorzaken.
### 6.1.2. Endogene infectieziekten
Endogene infectieziekten ontstaan wanneer een reeds aanwezige kiem uit de eigen lichaamsflora, onder invloed van verminderde weerstand, een (opportunistische) infectieziekte veroorzaakt. Dit treedt vaak op wanneer bacteriën die normaal gesproken deel uitmaken van de darmflora of huidflora, weefsels binnendringen. Een ander voorbeeld is wanneer micro-organismen uit de flora van de bovenste luchtwegen afdalen naar de lagere luchtwegen en daar een infectie veroorzaken. Ook (herpes)virussen kunnen analoog een endogene infectie veroorzaken, zoals koortsblaasjes (herpes simplex virus) of gordelroos (varicella zoster virus) [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Een patiënt met een verzwakt immuunsysteem na een chemokuur ontwikkelt een longontsteking veroorzaakt door bacteriën die normaal gesproken in de keelholte aanwezig zijn.
### 6.1.3. Rol van de arts bij endogene infecties
De arts kan een significante rol spelen in het optreden van endogene infecties. Het gebruik van antibiotica kan bijvoorbeeld leiden tot een verstoring van de normale flora, waardoor opportunistische kiemen de overhand krijgen. Invasieve technieken, zoals het plaatsen van katheters of het uitvoeren van operaties, kunnen de normale barrières van het lichaam doorbreken en zo endogene pathogenen toegang geven tot anders steriele gebieden. Ook immunosuppressiva, medicijnen die de afweer onderdrukken, verhogen het risico op endogene infecties [3](#page=3).
> **Conclusie:** Doordacht handelen door de arts en het strikt respecteren van hygiëneprotocollen zijn cruciaal om het ontstaan van endogene infecties te minimaliseren [3](#page=3).
---
# Epidemiologie en de verspreiding van HIV
Dit deel behandelt de principes van epidemieën, de specifieke verspreiding van HIV, en illustreert dit met analyses van clusters en moleculaire evolutie.
### 3.1 Epidemieën in het algemeen
Een epidemie wordt onderhouden door voldoende geschikt contact tussen vatbare personen. Transmissie van een infectieziekte veronderstelt geschikt contact tussen een vatbaar persoon en een infectieus agens [10](#page=10) [8](#page=8).
### 3.2 De verspreiding van HIV
#### 3.2.1 HIV-1 pandemie: oorsprong en vroege verspreiding
* **Oorsprong in Centraal Afrika:** De HIV-1 pandemie begon in Centraal Afrika [11](#page=11).
* **Moleculaire evolutie en oorsprong:**
* Moleculaire klok simulaties, gebaseerd op de snelheid van mutaties in het virus, suggereren dat een gemeenschappelijke voorouder van HIV-1 rond de wisseling van de 19e en 20e eeuw moet zijn ontstaan [9](#page=9).
* Deze voorouder maakte waarschijnlijk een succesvolle sprong van aap naar mens, mogelijk tijdens de jacht op of bereiding van apenvlees [9](#page=9).
* Er is direct bewijs van uitgebreide diversiteit van HIV-1 in Kinshasa rond 1960 [9](#page=9).
* **Vroege verspreiding en bevolkingsgroei:**
* De doorbraak van de epidemie in Belgisch Congo correleert met de bevolkingsexplosie in Afrikaanse steden, zoals Kinshasa [10](#page=10).
* Voor de ontdekking van aids in 1981, stierven honderdduizenden zwarte mensen waarschijnlijk onopgemerkt aan de ziekte [9](#page=9).
* HIV-1 kan al vele jaren in Centraal Afrika aanwezig zijn geweest voordat verhoogde migratie en sociaaleconomische onrust het virus vanaf eind jaren '70 begon te verspreiden [11](#page=11).
* **Verspreiding buiten Afrika:**
* Vanuit Afrika verspreidde het virus zich naar Europa [11](#page=11).
* Via Haïti (nakomelingen van slaven met familiebanden in Afrika) verspreidde het virus zich naar Amerika [11](#page=11).
* Buiten Afrika traden de meeste infecties op bij mannen [11](#page=11).
#### 3.2.2 Epidemiologische clusteranalyse en seksuele transmissie
* **Voorbeeld van seksuele transmissie:** Een voorbeeld van een epidemiologische clusteranalyse illustreert de verspreiding van HIV via seksueel contact [7](#page=7).
* De indexpatiënt (patiënt 0) verspreidt het virus door seksueel contact [7](#page=7).
* In het getoonde voorbeeld is de indexpatiënt een homofiele steward van Air Canada die door seksuele contacten het virus verspreidde in verschillende Amerikaanse steden [7](#page=7).
* Zijn seksuele partners gaven het virus vervolgens door aan derden [7](#page=7).
* **Representatie van patiënten:** In een epidemiologische clusteranalyse wordt elke cirkel gebruikt om een patiënt weer te geven [7](#page=7).
* Informatie die per patiënt kan worden weergegeven is de stad van diagnose en de symptomen [7](#page=7).
* Voorbeelden van symptomen zijn Kaposi sarcoom (KS), Pneumocystis jiroveci (carinii) pneumonie (PCP), of andere opportunistische infecties (other OI) [7](#page=7).
* Lijnen die cirkels verbinden, geven seksuele blootstelling aan [7](#page=7).
#### 3.2.3 Moleculaire analyse en verwantschap
* **RNA-sequentie homologie:** Moleculaire analyses, zoals het vergelijken van RNA-sequenties, tonen de verwantschap tussen verschillende HIV-isolaten [9](#page=9).
* **Lijnlengte als maat voor verwantschap:** Hoe verder twee sequenties van elkaar verwijderd zijn op een fylogenetische boom (weergegeven door de lengte van de lijnen), hoe minder verwant ze zijn [9](#page=9).
### 3.3 Belangrijke concepten voor epidemieonderhoud
* **Reproductiegetal ($R_0$):** Een epidemie kan slechts worden onderhouden als er voldoende geschikte contacten tussen vatbare personen plaatsvinden, wat neerkomt op een reproductiegetal ($R_0$) groter dan 1 [10](#page=10).
* Het concept $R_0$ is cruciaal voor het begrijpen van de aanhouding van een epidemie. Als $R_0 > 1$, groeit het aantal geïnfecteerden exponentieel. Als $R_0 < 1$, sterft de epidemie uit. Als $R_0 = 1$, stabiliseert de situatie [10](#page=10).
> **Tip:** De analyse van moleculaire evolutie, zoals RNA-sequentie homologie en moleculaire klokken, biedt cruciale inzichten in de historische oorsprong en verspreidingspatronen van virussen zoals HIV.
> **Voorbeeld:** De clustering van patiënten met HIV in een geografisch gebied, zoals geschetst in de analyse van de steward, kan helpen bij het identificeren van bronnen van infectie en het begrijpen van lokale transmissieketens.
---
# Verplicht aan te geven infectieziekten
Dit onderwerp behandelt de wettelijke verplichting voor artsen en laboratoria om bepaalde infectieziekten te melden, de redenen achter deze meldingsplicht, en de praktische uitvoering hiervan.
### 4.1 De meldingsplicht
De meldingsplicht voor infectieziekten is ingesteld door de overheid en geldt voor specifieke zorgprofessionals en instellingen.
#### 4.1.1 Wie is meldingsplichtig?
De volgende personen en instanties zijn verplicht infectieziekten te melden:
* Behandelende artsen [17](#page=17).
* Artsen van het centrum voor leerlingenbegeleiding [17](#page=17).
* Bedrijfsartsen [17](#page=17).
* Artsen belast met het medisch toezicht op kinderen en jongeren in voorzieningen [17](#page=17).
* CRA-artsen (coördinatie in woonzorgcentra) [17](#page=17).
* Instellingsartsen [17](#page=17).
* Het hoofd van het laboratorium microbiologie waar het onderzoek plaatsvond [17](#page=17).
#### 4.1.2 Rationale voor de meldingsplicht
De belangrijkste redenen voor de meldingsplicht zijn:
* **Urgentie:** Snel signaleren is cruciaal om de verspreiding van infectieziekten te beheersen [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Epidemiepreventie:** Het beperken van het aantal gevallen en het voorkomen van epidemieën [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Samenwerking:** Het faciliteren van de samenwerking tussen artsen en de gezondheidsautoriteiten [17](#page=17).
#### 4.1.3 Wat moet gemeld worden?
Zowel vermoedelijke als geconfirmeerde infectieziekten moeten gemeld worden [17](#page=17).
#### 4.1.4 Termijn van melding
* Vermoedelijke en geconfirmeerde infectieziekten moeten binnen 24 uur gesignaleerd worden [17](#page=17).
* In gevallen waar onmiddellijke interventie vereist is, dient zo snel mogelijk telefonisch contact te worden opgenomen [17](#page=17).
#### 4.1.5 Aan wie wordt gemeld?
De meldingen dienen te geschieden aan de bevoegde artsen van de dienst Infectieziektebestrijding van de Vlaamse Gemeenschap in de provincie waar het incident (ziekte of cluster) zich voordoet [17](#page=17).
#### 4.1.6 Rol van de overheid en verdere stappen
* De overheid (via de arts Infectieziekten) kan aanvullende gegevens opvragen [17](#page=17).
* Er wordt overlegd met de melder over de zinvolle inperkingsmaatregelen die nog genomen kunnen worden [17](#page=17).
* De melding wordt geregistreerd [17](#page=17).
* Indien nuttig, wordt informatie verstrekt op het gebied van diagnostiek, therapie, omvang en preventie [17](#page=17).
* Leden van de dienst infectieziektebestrijding nemen zo nodig contact op met andere betrokken personen of artsen en stroomlijnen het samenwerkingsproces [17](#page=17).
* **Belangrijk:** De meldingsplicht ontslaat de aanmeldende artsen niet van hun eigen plicht om te handelen en inperkingsmaatregelen te nemen of aan te bevelen [17](#page=17).
> **Tip:** De praktijk leert dat de meldingsplicht helaas vaak wordt nagelaten, wat kan leiden tot onbetrouwbare cijfers over de daadwerkelijke prevalentie van infectieziekten. Het is daarom essentieel om de onderlijnde ziekten (in de documentatie) zeker te kennen [17](#page=17) [18](#page=18).
### 4.2 Lijst van verplicht aan te geven infectieziekten
De volgende infectieziekten zijn verplicht aan te geven door artsen en laboratoria [18](#page=18):
* Anthrax (miltvuur)
* Botulisme
* Brucellose
* Cholera
* Chikungunya
* Dengue koorts
* Difterie
* Ebola
* EHEC (Enterohaemorragische E. coli)
* Gastro-enteritis, bij epidemische verheffing in een collectiviteit
* Gele koorts
* Gonorree
* Haemophilus influenzae B invasieve infecties (hersenvliesontsteking en epiglotitis)
* Hepatitis A
* Acute hepatitis B
* Humane infectie met aviaire (of nieuw subtype) influenza
* Legionellose
* Leptospirose
* Malaria waarbij vermoed wordt dat de besmetting gebeurde op het Belgisch grondgebied, inclusief (lucht)havens
* Marburg
* Mazelen
* Meningokokkeninfecties van bloed of hersenvliezen
* MERS- coronavirus
* Kinkhoest (Bordetella pertussis)
* Pest
* Pokken
* Polio(myelitis)
* Psittacose (Chlamydia psittaci)
* Q-koorts (Coxiella burnetii)
* Rabies
* Salmonella typhi of paratyphi
* SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome)
* Shigellose
* Streptococcus pyogenes invasieve infecties
* Syfilis
* Tuberculose
* Tularemie (Francisella tularensis)
* Variola (pokken)
* Virale hemorragische koorts (Ebola-, Lassa-, Marburg- en gelijkaardige virussen)
* Vlektyfus (Rickettsia prowazekii of Rickettsia typhi)
* Voedselinfectie (vanaf twee gevallen)
* West Nilevirus
* Zikavirus
* Zorginfecties door multiresistente micro-organismen
* Elke dreigende epidemie van een (vermoedelijk) infectieus syndroom
> **Tip:** Raadpleeg de website http://www.zorg-en-gezondheid.be/meldingsplichtigeinfectieziekten/ voor de meest actuele en volledige lijst en specifieke richtlijnen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Reservoir | De 'pool' waarin een organisme zich in stand houdt door replicatie en van waaruit een vatbare gastheer kan worden besmet. Dit kan een ander organisme (mens, dier) of de omgeving (dode materie, aarde) zijn. |
| Overdracht | Het transport van een ziekteverwekker van het reservoir naar een nieuwe gastheer. Dit kan direct gebeuren of via intermediaire agenten zoals vectoren of dragers. |
| Exogene infectieziekten | Infectieziekten die worden veroorzaakt door een ziekteverwekker die oorspronkelijk niet tot de normale flora van het lichaam behoorde en van buitenaf wordt binnengebracht. |
| Endogene infectieziekten | Infectieziekten die optreden wanneer een reeds aanwezig micro-organisme (uit de normale flora) opportunistisch een infectie veroorzaakt, vaak ten gevolge van verminderde weerstand van de gastheer. |
| Flora | De verzameling micro-organismen die normaal gesproken op of in het lichaam leven, zoals bacteriën op de huid of in de darmen, die meestal geen ziekte veroorzaken. |
| Opportunistische infectie | Een infectie die wordt veroorzaakt door een pathogeen dat normaal gesproken het lichaam niet infecteert, maar dit wel kan doen wanneer de afweer van de gastheer verzwakt is. |
| Vector | Een organisme, meestal een insect zoals een mug, dat ziekteverwekkers overbrengt van een geïnfecteerd individu of reservoir naar een vatbare gastheer. |
| Drager (Carrier) | Een persoon of dier dat besmet is met een ziekteverwekker en deze kan verspreiden zonder zelf duidelijke ziekteverschijnselen te vertonen. |
| Kudde-immuniteit | Het indirecte beschermingsmechanisme dat optreedt wanneer een voldoende groot deel van een populatie immuun is voor een infectieziekte, waardoor de verspreiding ervan sterk wordt verminderd en ook ongevaccineerden beschermd worden. |
| Tussengastheer | Een gastheer in de levenscyclus van een parasiet waarin het organisme zich ontwikkelt, maar niet de volwassenheid bereikt of zich seksueel voortplant. Horizontale transmissie tussen mensen is hierbij meestal niet mogelijk. |
| Eindgastheer | De gastheer waarin een parasiet zijn volwassen stadium bereikt en/of zich seksueel voortplant. Horizontale verspreiding van de ziekte is hierbij wel mogelijk. |
| Horizontale transmissie | De overdracht van een ziekteverwekker van de ene individuele gastheer naar de andere op een niet-seksuele manier, of van persoon tot persoon binnen een generatie. |
| Verticale transmissie | De overdracht van een infectie van een moeder op haar kind, hetzij tijdens de zwangerschap, de bevalling, of via borstvoeding. |
| Epidemiologie | De studie van de verspreiding, oorzaken en effecten van ziekte in specifieke populaties, met als doel de controle en preventie ervan te verbeteren. |
| R0 (Reproductiegetal) | Het basis reproductiegetal, dat aangeeft hoeveel secundaire gevallen gemiddeld worden veroorzaakt door één infectieus individu in een volledig vatbare populatie. Een R0 groter dan 1 duidt op een potentiële epidemie. |
| Meldingplichtige infectieziekten | Infectieziekten die volgens de wet verplicht moeten worden gemeld aan de gezondheidsautoriteiten door artsen en laboratoria, om zo uitbraken te kunnen monitoren en bestrijden. |
| Zorginfecties | Infecties die worden opgelopen in een zorginstelling, zoals een ziekenhuis of verpleeghuis, vaak veroorzaakt door multiresistente micro-organismen. |