Cover
Jetzt kostenlos starten Veiligheid_persoonlijke_beschermingsmiddelen.pdf
Summary
# Introductie tot persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)
Dit onderwerp introduceert het concept van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's), definieert wat wel en niet als PBM wordt beschouwd, en legt de hiërarchie van preventie uit [2](#page=2).
### 1.1 Definitie van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)
Een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) is elke uitrusting die bestemd is om door de werknemer gedragen of vastgehouden te worden om hem te beschermen tegen één of meer risico's die zijn veiligheid of gezondheid op het werk kunnen bedreigen. Dit omvat tevens alle aanvullingen of accessoires die daartoe kunnen bijdragen. PBM's hebben tot doel om de risico's bij werkzaamheden met machines en materialen of in risicovolle situaties, zoals werken op grote hoogte, tot een minimum te beperken. Ze worden ingezet wanneer organisatorische, technische en collectieve beschermingsmaatregelen niet kunnen worden aangewend. Dit principe kadert binnen de preventiehiërarchie [2](#page=2).
> **Tip:** Begrijp dat PBM's een laatste redmiddel zijn in de preventiehiërarchie, en niet de primaire oplossing voor risicobeheersing [2](#page=2).
### 1.2 Wat wordt niet beschouwd als PBM's
Binnen de context van deze cursus worden de volgende items niet beschouwd als PBM's:
* Gewone werkkledij en uniformen die niet specifiek bedoeld zijn om de veiligheid en de gezondheid van de werknemer te beschermen [3](#page=3).
* PBM's die specifiek bedoeld zijn voor militairen, politieagenten en personeel van de ordediensten, zoals schilden [3](#page=3).
* PBM's van wegvervoermiddelen, zoals autogordels [3](#page=3).
* Sportuitrusting [3](#page=3).
* Zelfverdedigings- of afschrikkingsmateriaal, zoals spuitbussen [3](#page=3).
### 1.3 Soorten persoonlijke beschermingsmiddelen
De verschillende soorten PBM's omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
* Hoofdbescherming [4](#page=4).
* Oog- en gelaatsbescherming [4](#page=4).
* Gehoorbescherming [4](#page=4).
* Ademhalingsbescherming [4](#page=4).
* Voetbescherming [4](#page=4).
* Handbescherming [4](#page=4).
* Beschermingskledij: lichaamsbescherming [4](#page=4).
* Valbescherming [4](#page=4).
> **Voorbeeld:** Een veiligheidshelm ter bescherming tegen vallende objecten is een vorm van hoofdbescherming, en dus een PBM. Daarentegen is een normale t-shirt geen PBM, omdat het niet specifiek ontworpen is om de veiligheid of gezondheid te beschermen [3](#page=3) [4](#page=4).
---
# Hoofdbescherming
Hoofdbescherming is essentieel om diverse risico's op de werkplek aan te pakken, variërend van vallende objecten tot chemische blootstelling, en omvat verschillende soorten uitrusting zoals veiligheidshelmen en stootpetten, elk met specifieke toepassingen en normeringen [6](#page=6).
### 2.1 Het belang van hoofdbescherming
Een veiligheidshelm is cruciaal voor het opvangen van schokken, waarbij het tot wel 70% van de impact kan absorberen die anders de halswervels zou belasten [7](#page=7).
### 2.2 Soorten hoofdbescherming
#### 2.2.1 Veiligheidshelm
Een veiligheidshelm is ontworpen om te beschermen tegen meerdere gevaren, waaronder vallende voorwerpen, stoten, wegvliegende deeltjes en chemische producten. Het gebruik ervan kan continu of occasioneel zijn, afhankelijk van de sector zoals de bouw of het werken op hoogte [6](#page=6).
**Samenstelling van een veiligheidshelm:**
De veiligheidshelm bestaat uit verschillende onderdelen die samen zorgen voor bescherming en draagcomfort [8](#page=8):
1. **Helmschaal:** Het stevige, buitenste deel van de helm [8](#page=8).
2. **Harnas:** Het binnenwerk dat aan de helmschaal bevestigd is en de schokken verder absorbeert [8](#page=8).
3. **Harnasbevestiging:** Het mechanisme dat het harnas aan de schaal koppelt [8](#page=8).
4. **Hoofdband:** Het aanpasbare deel dat rond het hoofd zit en de helm stabiel positioneert [8](#page=8).
5. **Zweetband:** Een optioneel deel dat zweet absorbeert [8](#page=8).
6. **Vizier:** Een extra beschermingsdeel dat aan de helm kan worden bevestigd [8](#page=8).
7. **Kinband:** Zorgt ervoor dat de helm op zijn plaats blijft, vooral bij impact of beweging [8](#page=8).
**Levensduur van een veiligheidshelm:**
Kunststof helmen hebben een beperkte levensduur die door de fabrikant wordt bepaald. De fabricagedatum is aan de binnenkant van de helm aangegeven [7](#page=7) [9](#page=9).
* Polyethyleen (PE) helmen hebben een levensduur van 2 jaar [9](#page=9).
* Polyamide (PA) helmen hebben een levensduur van 3 jaar [9](#page=9).
* Glasvezel versterkte helmen hebben een levensduur van 5 jaar [9](#page=9).
**Onderhoud en vervanging van de veiligheidshelm:**
Een helm moet onmiddellijk vervangen worden na het ondergaan van een zware slag of schok, of wanneer er zichtbare barsten of microbarsten aanwezig zijn. Ook verkleuring kan een indicatie zijn voor vroegtijdige vervanging [11](#page=11) [7](#page=7).
> **Tip:** Laat een helm of stootpet niet onnodig in direct zonlicht achter, zoals op de hoedenplank van een auto, omdat dit de materialen kan aantasten. Vermijd ook het gebruik van lijm en verf op de helm, aangezien dit de helm broos kan maken; plak daarom geen stickers op de helm. Zorg ervoor dat de helm goed is ingesteld voor optimaal draagcomfort [11](#page=11).
#### 2.2.2 Stootpet (Bumpcap)
Een stootpet wordt gebruikt in situaties waar alleen bescherming tegen stoten nodig is, en niet tegen vallende voorwerpen [10](#page=10).
### 2.3 Toepassingsgebied en normen
De normen voor hoofdbescherming specificeren het toepassingsgebied van verschillende soorten bescherming [13](#page=13).
| Categorie | Toepassingsgebied | Norm |
| :-------- | :------------------------------------------------------- | :----------- |
| III | Bescherming tegen grote hitte (bijvoorbeeld brandweerhelmen) | EN 443:2008 |
| II | Industriële veiligheidshelmen met hoog beschermingsniveau | EN 14052:2012 |
| I | Industriële stootpetten | EN 812:2012 |
---
# Gehoorbescherming en geluidsevaluatie
Dit onderwerp behandelt de aard van geluid, de meting ervan in decibel (dB(A)), dagelijkse blootstelling, wetgeving, grenswaarden en de verschillende soorten maatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's) voor gehoorbescherming.
### 3.1 Wat is geluid?
Geluid ontstaat wanneer een bron lucht in trilling brengt. Deze trillingen creëren geluidsgolven, die worden gekenmerkt door kleine luchtdrukvariaties, vergelijkbaar met rimpels op water. Mogelijke geluidsbronnen zijn onder andere machines, de menselijke stem en vallende voorwerpen [19](#page=19).
De sterkte en toonhoogte van een geluid worden beïnvloed door de hoeveelheid trillingen per seconde [20](#page=20).
### 3.2 Geluidssterkte meten in decibel (dB)
De sterkte van een geluid, ook wel geluidsniveau genoemd, wordt uitgedrukt in decibel (dB). Een normale menselijke gehoor kan geluiden waarnemen tussen 0 dB (gehoordrempel) en 140 dB (pijngrens) [20](#page=20).
#### 3.2.1 A-weging (dB(A))
Voor de weergave van het geluidsniveau wordt vaak gebruik gemaakt van de zogenaamde A-weging, wat resulteert in de eenheid dB(A). Deze weging komt het meest overeen met hoe mensen geluid daadwerkelijk beleven [21](#page=21).
#### 3.2.2 De logaritmische aard van decibel
Decibel is een logaritmische eenheid, wat betekent dat geluidsniveaus niet zomaar opgeteld of afgetrokken kunnen worden zoals bij lineaire waarden. Wanneer twee geluidsbronnen met elk 80 dB(A) geluid produceren, is het gezamenlijke geluidsniveau geen 160 dB(A), maar 83 dB(A). Dit principe illustreert dat een verdubbeling van de geluidsintensiteit leidt tot een toename van slechts 3 dB(A) [22](#page=22).
> **Tip:** Onthoud dat een verdubbeling van het geluid in praktijk maar een kleine toename in decibel betekent door de logaritmische schaal.
### 3.3 Dagelijkse persoonlijke blootstelling
De geluidsbelasting die een werknemer gedurende een werkdag van 8 uur ervaart, wordt de dagelijkse persoonlijke blootstelling genoemd. Een veilige dagelijkse blootstelling wordt geacht bij 80 dB(A) gedurende 8 uur [23](#page=23).
| Blootstelling (tijd) | Geluidsniveau in dB(A) |
| :------------------- | :--------------------- |
| 8 uur | 80 dB(A) |
| 4 uur | 83 dB(A) |
| 2 uur | 86 dB(A) |
| 1 uur | 89 dB(A) |
| 30 minuten | 92 dB(A) |
| 15 minuten | 95 dB(A) |
| 7 minuten | 98 dB(A) |
| 3,5 minuten | 101 dB(A) |
| 1,75 minuten | 104 dB(A) |
| 50 seconden | 107 dB(A) |
| 25 seconden | 110 dB(A) |
> **Tip:** Deze tabel is cruciaal om te begrijpen hoe de toegestane blootstellingstijd afneemt bij hogere geluidsniveaus.
### 3.4 Wetgeving rond gehoorbescherming
De algemene regels met betrekking tot geluid op de werkplek stellen dat het risico op lawaainiveaus gemeten en geëvalueerd moet worden. De blootstelling van werknemers aan geluid moet tot een zo laag mogelijk niveau beperkt worden. Vanaf een dagelijkse blootstelling van 80 dB(A) moeten maatregelen genomen worden [24](#page=24).
Langdurige blootstelling aan niveaus boven 80 dB(A) gedurende jaren kan na verloop van tijd gehoorbeschadiging veroorzaken. Hoe hoger het niveau, hoe groter de kans op gehoorschade. Bij opeenvolgende impulsgeluiden is het risico op gehoorbeschadiging groter, waarbij de grenswaarden 10 dB(A) lager liggen. De grenswaarde van 80 dB(A) moet zoveel mogelijk gerespecteerd worden bij de aanschaf van nieuwe machines of arbeidsmiddelen. Boven de 80 dB(A) is er gevaar voor gehoorschade [27](#page=27).
#### 3.4.1 Grens- en actiewaarden
Er worden verschillende waarden gehanteerd om de blootstelling aan geluid te reguleren:
* **Onderste actiewaarde:**
* Dagelijkse blootstelling (8 uur): 80 dB(A) [28](#page=28).
* Piek: 112 Pa (piekgeluidsdruk) [28](#page=28).
* Bij overschrijding: PBM's worden ter beschikking gesteld [28](#page=28).
* **Bovenste actiewaarde:**
* Dagelijkse blootstelling (8 uur): 85 dB(A) [28](#page=28).
* Piek: 140 Pa [28](#page=28).
* Bij overschrijding: PBM's moeten gedragen worden [28](#page=28).
* **Grenswaarde voor blootstelling:**
* Dagelijkse blootstelling (8 uur): 87 dB(A) [28](#page=28).
* Piek: 200 Pa [28](#page=28).
* Het blootstellingsniveau mag de grenswaarde nooit overschrijden. Zo niet, dan moeten onmiddellijk maatregelen genomen worden om het niveau te reduceren door preventiemaatregelen toe te passen [28](#page=28).
> **Belangrijk:** De wetgeving onderscheidt actiewaarden en een grenswaarde. Het niet naleven van de grenswaarde vereist onmiddellijke actie.
### 3.5 Maatregelen ter beperking van geluid
Maatregelen ter beperking van geluid worden toegepast volgens de preventiehiërarchie:
1. **Eliminatie:** Het kiezen van machines en werkmethodes die een zo laag mogelijk-niveau produceren [29](#page=29).
2. **Substitutie (vervangen):** Indien mogelijk, vervangen van lawaaierige apparatuur door stillere alternatieven.
3. **Collectieve beschermingsmiddelen (CBM's):** Maatregelen die de verspreiding en weerkaatsing van geluid tegengaan, en trillingen dempen [29](#page=29).
* **Geluidsisolatie:** Om de verspreiding van geluid tegen te gaan [29](#page=29).
* **Geluidsabsorberende materialen:** Om de weerkaatsing van geluid te belemmeren, zoals polyurethaanschuim dat invallende luchttrillingen vasthoudt [29](#page=29).
* **Trillingsdempers:** Vaak gemaakt van rubber, om te voorkomen dat trillingen via structuren, leidingen of vloeren worden doorgegeven [29](#page=29).
4. **Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's):** Individuele bescherming voor de werknemer. Voorbeelden hiervan zijn oorkappen, schuimproppen, oordopjes en otoplastieken [30](#page=30).
5. **Organisatorische maatregelen:** Maatregelen gerelateerd aan de werkorganisatie en planning. Dit omvat het samenbrengen van lawaaierige machines, het regelen van de werkorganisatie, het beperken van het aantal blootgestelde werknemers (bv. lasvoorbereiding scheiden van lassers) en het aanbrengen van signalisatie [30](#page=30) [37](#page=37).
#### 3.5.1 Organisatorische maatregelen in detail
Organisatorische maatregelen zijn gericht op het beperken van de blootstelling van werknemers aan lawaai. Dit kan door "lawaaierige" operaties te scheiden van "stille" operaties, zoals het scheiden van lasvoorbereiding (zagen/slijpen) van het laswerk zelf. Ook het samenbrengen van lawaaierige machines en het goed regelen en plannen van de werkzaamheden behoren tot deze maatregelen [37](#page=37).
Bij de onderste actiewaarde (80 dB(A)) omvatten organisatorische maatregelen het ter beschikking stellen van PBM's, het geven van voorlichting en opleiding, en gezondheidstoezicht. De bovenste actiewaarde (85 dB(A)) vereist daarnaast maatregelen om lawaai te verminderen, signalering/afbakening van gevarenzones en het verplicht stellen van het gebruik van PBM's. Bij overschrijding van de grenswaarde (87 dB(A)) moeten onmiddellijk maatregelen genomen worden om de blootstelling onder de grenswaarde te brengen, de oorzaak te identificeren en beschermings- en preventiemaatregelen aan te passen [38](#page=38).
#### 3.5.2 Signalisatie
Bij overschrijding van de bovenste actiewaarde (85 dB(A)) is de werkgever verplicht passende signalisatie aan te brengen en de toegang tot arbeidsplaatsen waar werknemers aan lawaai blootgesteld kunnen worden, te beperken [39](#page=39).
### 3.6 Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM's)
Verschillende soorten PBM's zijn beschikbaar om werknemers te beschermen tegen geluidsoverlast:
* **Oorkappen:**
* Bestaat uit twee hardplastic schelpen met zachte kunststof afdichtingsringen [31](#page=31).
* De binnenzijde is bekleed met geluidsabsorberende materialen [31](#page=31).
* Verminderen het geluidsniveau met 15 tot 25 dB(A) [31](#page=31).
* De schelpen zijn in hoogte verstelbaar [31](#page=31).
* Sommige types hebben ingebouwde luidsprekers voor muziek of berichten [31](#page=31).
* De druk op het hoofd kan bij langdurig gebruik als vervelend worden ervaren [31](#page=31).
* **Schuimproppen:**
* Cilindervormige stukjes kunststofschuim [32](#page=32).
* Worden samengedrukt en in het oor ingebracht, waarna ze langzaam uitzetten om de gehoorgang op te vullen [32](#page=32).
* Verminderen het geluidsniveau met 10 tot 15 dB(A) [32](#page=32).
* **Oordopjes:**
* Gemaakt van siliconenrubber of zacht plastiek [34](#page=34).
* Verschillende vormen, zoals kegels, staafjes of met lucht gevulde kussentjes [34](#page=34).
* Meestal voorzien van dunne, soepele afdichtingslamellen [34](#page=34).
* Hygiënisch en duurzaam, geschikt voor hergebruik [34](#page=34).
* Kunnen problemen geven bij een onregelmatige gehoorgangvorm [34](#page=34).
* Verminderen het geluidsniveau met 10 tot 15 dB(A) [34](#page=34).
* **Otoplastieken (individueel aangemeten oordoppen):**
* Gemaakt van kunsthars, op maat gemaakt op basis van een afdruk van de gehoorgang [35](#page=35).
* Sluiten de gehoorgang af zonder druk op de wand uit te oefenen [35](#page=35).
* Comfortabel en gaan lang mee [35](#page=35).
* De demping is instelbaar, variërend van 5 tot 30 dB(A) [35](#page=35).
---
# Ademhalingsbescherming
Dit gedeelte behandelt de risico's die ademhalingsbescherming vereisen, zoals verstikking, chemische stoffen en stof, en bespreekt de keuze en varianten van ademhalingsbeschermingsmiddelen, inclusief filterselectie.
### 4.1 Risico's die ademhalingsbescherming vereisen
Ademhalingsbescherming is noodzakelijk wanneer werknemers worden blootgesteld aan diverse gevaren voor de luchtwegen. Deze risico's omvatten [41](#page=41):
* **Verstikking:** Dit treedt op bij een laag zuurstofgehalte in de ademlucht [41](#page=41).
* **Chemische stoffen en dampen:** Blootstelling aan schadelijke chemische agentia is een veelvoorkomend risico [41](#page=41).
* **Stof:** Diverse soorten stof, variërend van fijn tot zeer fijn en toxisch, kunnen schadelijk zijn voor de ademhalingswegen [41](#page=41).
* **Vloeistofnevel:** Inhalatie van nevels geproduceerd door vloeistoffen vormt eveneens een risico [41](#page=41).
* **Hygiëne en comfort:** Hoewel niet altijd direct een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM), spelen hygiëne en comfort ook een rol bij de keuze van ademhalingsbescherming [41](#page=41).
### 4.2 Situaties die de keuze van ademhalingsbescherming beïnvloeden
De keuze van de juiste ademhalingsbescherming wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de aard van de aanwezige gevaren en de omstandigheden van blootstelling. Belangrijke overwegingen zijn [42](#page=42):
* De aard van het chemisch product en het aanwezige stof [42](#page=42).
* De omgeving, rekening houdend met factoren zoals temperatuur en andere aanwezige risico's [42](#page=42).
* De tijdsduur van de blootstelling, variërend van occasioneel tot continu gebruik [42](#page=42).
Een cruciale boodschap is: **METEN IS WETEN!!** Dit benadrukt het belang van het vaststellen van de feitelijke concentraties van schadelijke stoffen [42](#page=42).
### 4.3 Betreden van risicovolle ruimtes en de rol van grenswaarden
Bij het betreden van ruimtes waar gevaarlijke gassen of stoffen aanwezig kunnen zijn, is een systematische aanpak essentieel. De volgende vragen moeten worden gesteld [43](#page=43):
1. **Is er voldoende zuurstof aanwezig?**
* Indien de zuurstofconcentratie onvoldoende is, moet onafhankelijke adembescherming worden gebruikt [43](#page=43).
* Indien er wel voldoende zuurstof aanwezig is, moeten de volgende stappen worden genomen:
* Welk product of welke stof is er aanwezig [43](#page=43)?
* Wat is de concentratie van deze stof [43](#page=43)?
* Wat is de grenswaarde (TLV) voor deze stof [43](#page=43)?
**Grenswaarde voor blootstelling aan chemische agentia (TLV):** De Threshold Limit Value (TLV) is de gemiddelde concentratie waaraan een werknemer gedurende 8 uur per dag, gedurende zijn gehele loopbaan, mag worden blootgesteld zonder ziek te worden. Er wordt ook gesproken van een "korte tijdswaarde" die een piekblootstelling gedurende 15 minuten aangeeft [43](#page=43).
De lijst van grenswaarden voor blootstelling aan chemische agentia is vastgelegd in de Codex [44](#page=44).
### 4.4 Keuze en varianten van ademhalingsbeschermingsmiddelen
Er is een breed scala aan ademhalingsbeschermingsmiddelen beschikbaar, elk geschikt voor specifieke toepassingen. De belangrijkste varianten zijn [45](#page=45):
* **Wegwerpmaskers:** Geschikt voor kortdurende blootstelling aan lage concentraties stof of deeltjes [45](#page=45).
* **Halfgelaatsmaskers en volgelaatsmaskers:** Bieden betere bescherming dan wegwerpmaskers en zijn geschikt voor diverse gas-, damp- en deeltjesfiltertoepassingen [45](#page=45).
* **Motor aangedreven systemen:** Deze systemen gebruiken een motor om lucht door een filter te blazen, wat zorgt voor een constante toevoer van gefilterde lucht en een hoger beschermingsniveau [45](#page=45).
* **Perslucht aangedreven systemen:** Deze systemen leveren ademlucht uit een externe bron, zoals een persluchtleiding [45](#page=45).
* **Persluchtflessen:** Onafhankelijke ademluchttoevoer vanuit een cilinder, ideaal voor situaties met zeer gevaarlijke stoffen of onvoldoende zuurstof [45](#page=45).
* **Vluchtmaskers:** Ontworpen voor noodsituaties, zoals branden of industriële calamiteiten, om snel en veilig een risicovolle omgeving te verlaten [45](#page=45).
* **Hygiëne- en comfortmaskers:** Deze maskers worden soms gebruikt voor comfort of lichte filtering, maar zijn **geen** Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM's) en bieden geen adequate bescherming tegen schadelijke agentia [45](#page=45).
> **Tip:** Bij de selectie van ademhalingsbescherming is het essentieel om rekening te houden met de aard van de verontreiniging, de concentratie ervan, de omgevingsfactoren en de benodigde beschermingsduur.
### 4.5 Keuze van filters
De effectiviteit van ademhalingsbescherming hangt sterk af van het juiste filtergebruik. Er wordt onderscheid gemaakt tussen filters voor deeltjes en filters voor gassen en dampen [46](#page=46).
#### 4.5.1 Filters voor deeltjes
Filters voor vaste en vloeibare deeltjes worden aangeduid met P1, P2 en P3. De klassering geeft het beschermingsniveau aan ten opzichte van de toelaatbare grenswaarde [46](#page=46):
* **P1:** Beschermt tot 5 keer de toelaatbare grenswaarde [46](#page=46).
* **P2:** Beschermt tot 10 keer de toelaatbare grenswaarde [46](#page=46).
* **P3:** Biedt het hoogste niveau van bescherming en beschermt tot 50 keer de toelaatbare grenswaarde [46](#page=46).
#### 4.5.2 Filters voor gassen en dampen
Filters voor gassen en dampen worden geïdentificeerd aan de hand van specifieke letters en kleurcodes. Enkele veelvoorkomende typen zijn [46](#page=46):
* **A:** Beschermt tegen organische gassen en dampen met een kookpunt hoger dan 65 °C [46](#page=46).
* **B:** Beschermt tegen anorganische gassen en dampen, zoals waterstofcyanide [46](#page=46).
* **E:** Beschermt tegen zwaveldioxide en andere zure gassen [46](#page=46).
* **K:** Beschermt tegen ammoniak en organische derivaten daarvan [46](#page=46).
* **CO:** Specifiek voor koolmonoxide [46](#page=46).
* **Hg:** Specifiek voor kwikdampen [46](#page=46).
> **Tip:** De keuze van het juiste gasfilter moet altijd worden geraadpleegd in de veiligheidsinformatieblad (SDS) fiche van de betreffende stof, onder het onderdeel persoonlijke bescherming [47](#page=47).
### 4.6 Kleurcode van gasfilters
Elk gasfilter heeft een specifieke kleurcode die direct aangeeft tegen welke schadelijke gassen en dampen het filter bescherming biedt. Deze kleurcodering is een gestandaardiseerde methode om de gebruiker snel te informeren over de toepasbaarheid van het filter. Het correct interpreteren van deze kleurcodes is cruciaal voor een effectieve bescherming [47](#page=47).
---
# Voet- en handbescherming
Dit onderdeel behandelt de noodzaak van voet- en handbescherming, de verschillende beschermingsklassen en normen, en de evoluties in comfort en materialen.
### 5.1 Voetbescherming
#### 5.1.1 Risico's en gebruik van voetbescherming
Voetbescherming is essentieel vanwege diverse risico's op de werkplek, waaronder:
* Vallende of uitstekende voorwerpen [48](#page=48).
* Uitglijden op gladde oppervlakken zoals olie of water [48](#page=48).
* Stoten tegen hindernissen [48](#page=48).
* Blootstelling aan vocht, wat kan leiden tot comfort- en gezondheidsproblemen [48](#page=48).
* Wisselende weersomstandigheden [48](#page=48).
* Hete deeltjes zoals lasspatten of slijpsel, en contact met hete oppervlakken [49](#page=49).
* Het bieden van stabiliteit bij het werken op ladders [49](#page=49).
Het gebruik van voetbescherming varieert afhankelijk van de aard van het werk en de omgeving:
* Continu gebruik vereist duurzame en comfortabele schoeisel [49](#page=49).
* Omstandigheden kunnen nat of droog zijn, met gladde vloeren of aanwezigheid van olie [49](#page=49).
* De dagelijkse afstand die afgelegd moet worden, speelt een rol in de keuze van het schoeisel [49](#page=49).
* De noodzaak om schoenen snel te kunnen uittrekken kan belangrijk zijn in bepaalde situaties [49](#page=49).
#### 5.1.2 Beschermingsklassen voor veiligheidsschoenen
Veiligheidsschoenen vallen onder verschillende beschermingsklassen, die aangeven tegen welke specifieke risico's ze bescherming bieden. Alle veiligheidsschoenen moeten voorzien zijn van een verharde neus die bestand is tegen een energie van 200 Joule en een druk van 1500 daN [51](#page=51).
* **Klasse S1:** Deze schoenen hebben een veiligheidsneus, zijn antistatisch en nemen energie op in de hiel. Ze zijn geschikt voor werkzaamheden in droge omstandigheden [51](#page=51).
* **Klasse S2:** Deze klasse omvat alle eigenschappen van S1, plus een verhoogde weerstand tegen het binnendringen van water. Ze zijn geschikt voor vochtige omstandigheden of plaatsen waar het vochtig kan worden, zoals buitenshuis [51](#page=51).
* **Klasse S3:** Deze klasse bouwt voort op S2 en voegt een ondoordringbare tussenzool en een antislipprofiel toe. Dit maakt ze geschikt voor een breed scala aan werkomstandigheden [51](#page=51).
* **Klasse S4:** Deze klasse is vergelijkbaar met S1, maar de schoenen zijn volledig waterdicht omdat ze van kunststof zijn gemaakt. Dit zijn typisch werklaarzen of veiligheidslaarzen van rubber of kunststof materialen [52](#page=52).
* **Klasse S5:** Deze klasse omvat alle eigenschappen van S4, aangevuld met een ondoordringbare tussenzool en een antislipprofiel. Dit is de meest veilige categorie binnen de werklaarzen [52](#page=52).
#### 5.1.3 Evoluties in voetbescherming
De evolutie van voetbescherming richt zich op zowel comfort als materiaalinnovatie.
* **Toenemend comfort:**
* Dalend gewicht van schoenen [53](#page=53).
* Hogere soepelheid voor meer bewegingsvrijheid [53](#page=53).
* Bijkomende beschermende eigenschappen [53](#page=53).
* Een trend naar een meer "sportschoen"-achtig ontwerp [53](#page=53).
* Mogelijkheden voor orthopedische aanpassingen met speciale inlegzolen of volledige schoenen [53](#page=53).
* **Materialen:**
* Gebruik van polycarbonaat en polyesters in plaats van stalen neuzen [53](#page=53).
* Inzet van kevlar en aramide voor verbeterde bescherming [53](#page=53).
* Gebruik van ademende kunststoffen als alternatief voor leer [53](#page=53).
* Innovaties in binnenvoeringen [53](#page=53).
* Introductie van waterdichte tussenlagen [53](#page=53).
#### 5.1.4 Aandachtspunten en aanpak bij de keuze van voetbescherming
Voetbescherming wordt beschouwd als het meest "gevoelige" Persoonlijk Beschermingsmiddel (PBM). Bij de keuze van schoenen is het belangrijk om [54](#page=54):
* Testen en consensus te bereiken over de geschiktheid [54](#page=54).
* Consequent te blijven in de gemaakte keuzes [54](#page=54).
* Rekening te houden met medische redenen, zoals afwijkingen, die vaak terecht een aangepaste schoen vereisen [54](#page=54).
* Zich bewust te zijn van de enorme variatie in merken en kwaliteiten [54](#page=54).
De aanpak voor het selecteren van geschikte voetbescherming omvat:
* Het bepalen van een realistisch budget, aangezien goedkoop niet altijd kwalitatief is [54](#page=54).
* Vertrekken vanuit een grondige risicoanalyse en de daaruit voortvloeiende benodigde eigenschappen [54](#page=54).
* Kijken naar merken die gespecialiseerd zijn in specifieke sectoren zoals de bouw, industrie, zorgsector, of voedingsindustrie [54](#page=54).
* Een beperkt aantal types te laten testen en evalueren [54](#page=54).
* Uiteindelijk te kiezen uit één type schoen, met eventueel één toegelaten variant per risicocategorie [54](#page=54).
### 5.2 Handbescherming
#### 5.2.1 Algemene risico's en gebruik van handbescherming
Handbescherming is noodzakelijk om te beschermen tegen diverse risico's, waaronder:
* Schuren, stoten, snijden en prikken [55](#page=55).
* Blootstelling aan chemische en biologische agentia [55](#page=55).
* Extreme temperaturen, zowel van de omgeving (koude/warmte) als van oppervlakken [55](#page=55).
* Vocht [55](#page=55).
Het gebruik van handbescherming varieert afhankelijk van:
* De te beschermen zone: vingers, hand, pols of arm [55](#page=55).
* De benodigde beschermingsgraad [55](#page=55).
* De gebruiksduur van de handschoen [55](#page=55).
* Het vereiste comfortniveau [55](#page=55).
* De onderhoudsvoorschriften [55](#page=55).
#### 5.2.2 Algemene eisen voor veiligheidshandschoenen (EN 420)
De Europese norm EN 420 stelt algemene vereisten aan veiligheidshandschoenen. Deze omvatten:
* De uitvoering, wasinstructies, en maatvoering [56](#page=56).
* Absorptie van waterdamp en elektrostatische eigenschappen [56](#page=56).
* **Vingergevoeligheid:** Dit wordt uitgedrukt in een presentatieniveau van 1 tot 5, waarbij een hogere score een betere vingergevoeligheid aangeeft. Het wordt gemeten aan de hand van de kleinste diameter van een pin die met de handschoen driemaal binnen 30 seconden kan worden opgeraapt [56](#page=56).
| Presentatieniveau | Diameter (mm) |
| :---------------- | :------------ |
| 1 | 11,0 |
| 2 | 9,5 |
| 3 | 8,0 |
| 4 | 6,5 |
| 5 | 5,0 |
#### 5.2.3 Bescherming tegen mechanische risico's (EN 388)
De norm EN 388 specificeert de bescherming tegen mechanische risico's en wordt aangeduid met vier cijfers:
* **A: Slijtvastheid (abrasion resistance):** Dit geeft de weerstand tegen schuren aan en wordt ingedeeld in 4 klassen, gebaseerd op het aantal cycli van slijtage (0-4) [57](#page=57).
* **B: Snijweerstand (blade cut resistance):** Dit geeft de weerstand tegen snijden aan en wordt ingedeeld in 5 klassen, gebaseerd op het aantal snijbewegingen ten opzichte van een referentieweefsel (0-5) [57](#page=57).
* **C: Scheursterkte (tear resistance):** Dit geeft de scheurbestendigheid aan en wordt ingedeeld in 4 klassen, gebaseerd op de benodigde scheurkracht in Newton (0-4) [57](#page=57).
* **D: Perforatieweerstand (puncture resistance):** Dit geeft de weerstand tegen prikken aan en wordt ingedeeld in 4 klassen, gebaseerd op de kracht die nodig is om het materiaal met een metalen punt te doorboren in Newton (0-4) [57](#page=57).
#### 5.2.4 Bescherming tegen hitte en vuur (EN 407)
De norm EN 407 regelt de bescherming tegen hitte en vuur met zes cijfers:
* **A: Ontvlambaarheid:** Weerstand tegen ontvlambaarheid (1-4) [58](#page=58).
* **B: Contacthitte:** Weerstand tegen directe aanraking met hete oppervlakken (1-4) [58](#page=58).
* **C: Convectiehitte:** Weerstand tegen hitteoverdracht door luchtstroming (1-3) [58](#page=58).
* **D: Stralingshitte:** Weerstand tegen warmteoverdracht door straling (1-4) [58](#page=58).
* **E: Kleine metaal spatten:** Weerstand tegen kleine spatten gesmolten metaal (1-4) [58](#page=58).
* **F: Grote metaal spatten:** Weerstand tegen grotere hoeveelheden gesmolten metaal (1-4) [58](#page=58).
#### 5.2.5 Bescherming tegen koude (EN 511)
De norm EN 511 omvat de bescherming tegen koude met drie cijfers:
* **A: Convectie koude:** Weerstand tegen koudeoverdracht door luchtstroming (1-4) [59](#page=59).
* **B: Contact koude:** Weerstand tegen directe aanraking met koude oppervlakken (1-4) [59](#page=59).
* **C: Waterdoordringing:** Weerstand tegen het binnendringen van water (0-1) [59](#page=59).
#### 5.2.6 Bescherming tegen chemische risico's (EN 374)
Chemische inwerking op handschoenen gebeurt op drie manieren [60](#page=60):
* **Penetratie:** Dit houdt in dat de handschoenen geen lek mogen vertonen [60](#page=60).
* **Permeatie:** Dit is het proces waarbij een chemische stof op moleculair niveau door het handschoenmateriaal dringt. Dit omvat absorptie van moleculen aan de contactzijde, diffusie door het materiaal, en desorptie aan de binnenzijde. De permeatietijd wordt gemeten en uitgedrukt in minuten [60](#page=60).
* **Chemische agentia:** Een handschoen moet een doorbraaktijd van minstens 30 minuten behalen tegenover ten minste drie chemicaliën uit een specifieke lijst [61](#page=61).
#### 5.2.7 Maatvoering van handschoenen
De juiste maat van een handschoen wordt bepaald door de breedte van de handpalm (zonder de duim) te meten in centimeters. Deze meting komt overeen met de maat van de handschoen; bijvoorbeeld, een handpalmbreedte van 8 cm resulteert in maat 8 [63](#page=63).
> **Tip:** Bij het kiezen van voet- en handbescherming is het cruciaal om de specifieke risico's van de werkomgeving grondig te analyseren en de normen die van toepassing zijn op de beschermingsmiddelen nauwkeurig te raadplegen. Het comfort speelt een belangrijke rol in de acceptatie en correcte het gebruik van PBM's.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) | Iedere uitrusting die bestemd is om door de werknemer gedragen of vastgehouden te worden om hem te beschermen tegen één of meer risico's die zijn veiligheid of gezondheid op het werk kunnen bedreigen. |
| Preventie hiërarchie | Een principe dat stelt dat eerst organisatorische en technische maatregelen moeten worden genomen om risico's te beperken, voordat men zich richt op collectieve of individuele beschermingsmiddelen. |
| Veiligheidshelm | Een helm ontworpen om het hoofd te beschermen tegen vallende voorwerpen, stoten, wegvliegende deeltjes en chemische producten. |
| Harnas (in helm) | Het binnenste deel van een helm dat bevestigd zit aan de binnenkant van de helmschaal en zorgt voor de pasvorm en schokabsorptie. |
| Stootpet | Een lichte helm die alleen bescherming biedt tegen stoten, niet tegen vallende voorwerpen. |
| Geluidsniveau | De sterkte van een geluid, uitgedrukt in Decibel (dB). Mensen met een normaal gehoor kunnen geluiden waarnemen tussen 0 dB (gehoordrempel) en 140 dB (pijngrens). |
| dB(A) | Een A-gewogen decibelwaarde die de geluidssterkte weergeeft op een manier die het meest overeenkomt met de geluidsbeleving van een mens. |
| Dagelijkse persoonlijke blootstelling | De geluidsbelasting voor een werknemer gedurende een werkdag van 8 uur. |
| Grenswaarde (geluid) | Het maximale geluidsniveau waarbij een werknemer per dag mag worden blootgesteld zonder risico op gehoorbeschadiging op lange termijn. Voor dagelijkse blootstelling is dit 87 dB(A) (rekening houdend met demping). |
| Oorkappen | Een type gehoorbescherming bestaande uit twee hardplastic schelpen met zachte afdichtingsringen, die het geluidsniveau met 15 à 25 dB(A) verminderen. |
| Schuimproppen | Cilindervormige stukjes kunststofschuim die in het oor worden ingebracht en langzaam uitzetten om de gehoorgang op te vullen, wat het geluidsniveau met 10-15 dB(A) vermindert. |
| Oordopjes (siliconen/plastic) | Gehoorbeschermers gemaakt van siliconenrubber of zacht plastic, vaak kegelvormig of met lamellen, die het geluidsniveau met 10-15 dB(A) verminderen en hygiënisch en duurzaam zijn. |
| Otoplastieken | Individueel aangemeten oordoppen, gemaakt van kunsthars, die comfortabel de gehoorgang afsluiten zonder druk uit te oefenen en het geluidsniveau met 5-30 dB(A) kunnen verminderen. |
| Ademhalingsbescherming | Uitrusting die wordt gebruikt om de luchtwegen te beschermen tegen gevaarlijke stoffen in de lucht, zoals gassen, dampen, stof en vloeistofnevel. |
| TLV (Threshold Limit Value) | Grenswaarde voor blootstelling aan chemische agentia; de gemiddelde concentratie waaraan een werknemer 8 uur per dag gedurende zijn hele loopbaan mag worden blootgesteld zonder ziek te worden. |
| Filter P1, P2, P3 | Filters voor vaste en vloeibare deeltjes, waarbij P1 5x, P2 10x en P3 50x beschermt tegen de toelaatbare grenswaarde. |
| Gasfilter A, B, E, K, CO, Hg | Filters voor specifieke gassen en dampen, aangeduid met lettercodes, die bescherming bieden tegen verschillende schadelijke stoffen. |
| Veiligheidsschoenen S1 | Werkschoenen met een verharde neus die 200 J kan opvangen, antistatisch zijn en energie opnemen in de hiel, geschikt voor droge omstandigheden. |
| Veiligheidsschoenen S2 | Zoals S1, maar met verhoogde waterafstoting en weerstand tegen het binnendringen van water, geschikt voor vochtige omstandigheden. |
| Veiligheidsschoenen S3 | Zoals S2, maar met een penetreerbare tussenzool en antislipprofiel, geschikt voor veel werkomstandigheden. |
| Veiligheidslaarzen S4 | Waterdichte werklaarzen van kunststof, vergelijkbaar met S1 qua bescherming van de neus. |
| Veiligheidslaarzen S5 | Zoals S4, maar met een penetreerbare tussenzool en antislipprofiel, de meest veilige laarzen in deze categorie. |
| Mechanische risico's (handschoenen) | Risico's zoals schuren, snijden, scheuren en prikken, waarvoor handschoenen worden geclassificeerd volgens normen zoals EN 388 (slijtvastheid, snijweerstand, scheursterkte, prikbestendigheid). |
| Hitte- en vuurbescherming (handschoenen) | Bescherming tegen ontvlambaarheid, contact hitte, convectie hitte, stralingshitte en metaal spatten, geclassificeerd volgens EN 407. |
| Koudebescherming (handschoenen) | Bescherming tegen convectie koude, contact koude en waterdoordringing, geclassificeerd volgens EN 511. |
| Chemische risico's (handschoenen) | Risico's van blootstelling aan chemische stoffen, waarbij handschoenen worden getest op penetratie, permeatie en absorptie, geclassificeerd volgens EN 374. |
| Permeatie (handschoenen) | Het proces waarbij een chemische stof op moleculair niveau door het handschoenmateriaal dringt, wat resulteert in blootstelling van de huid. |