Cover
Jetzt kostenlos starten H1.docx
Summary
# Het concept gender en de geschiedenis van genderstudies
Dit onderwerp biedt een introductie tot het concept 'gender', de historische ontwikkeling van genderstudies en belangrijke theoretische stromingen binnen dit veld, met een focus op de sociale en culturele constructie van gender in relatie tot andere vormen van diversiteit.
### 1.1 De plaatsbepaling van genderstudies
Genderstudies kan worden ingebed in het onderwijs via verschillende strategieën:
* **Vergelijkingsbenadering:** Neemt mannelijke perspectieven als uitgangspunt en voegt de vrouw hieraan toe, vaak zonder diepgaande kritische analyse. Dit riskeert een tegenstelling tussen mannen en vrouwen te creëren.
* **Speciale behandelingsbenadering:** Gender wordt als een apart perspectief of specialisatie genomen. Dit kan leiden tot diepgaande, interdisciplinaire kennis, maar trekt mogelijk een beperkt publiek aan. Dit is de benadering die dit opleidingsonderdeel volgt.
* **Mainstreaming:** Kritische reflectie op gender wordt geïntegreerd in alle vakken, wat de meeste impact zou hebben maar vaak op minder draagvlak stuit.
Het opleidingsonderdeel beoogt analytisch en kritisch inzicht te bieden in de sociale en culturele constructie en representatie van gender, in relatie tot diversiteit zoals etniciteit, religie, seksualiteit en klasse.
### 1.2 Het concept 'gender'
'Gender' is een Engelstalig concept dat moeilijk te vertalen is en verschilt van 'sekse'.
* **Sekse:** Verwijst naar biologische aspecten.
* **Gender:** Verwijst naar de sociale en culturele aspecten, de representatie van mannelijkheid en vrouwelijkheid, en ontsnapt aan de 'natuurlijkheid' van geslachtsverschillen door te focussen op sociaal geconstrueerde verschillen. Het legt ook een link met machtsrelaties.
Vroeger kon 'sekse' ook sociale en psychologische aspecten omvatten, maar sinds de introductie van 'gender' kreeg 'sekse' een meer reductionistische, biologische betekenis.
### 1.3 Historische context en oorsprong van het concept gender
Het idee achter gender als sociaal geconstrueerd verschil bestond al langer, maar de term zelf kreeg een specifieke wetenschappelijke invulling vanaf de jaren 1950.
#### 1.3.1 Vroege reflecties
* **Begin 20e eeuw:** Kritiek op biologisch determinisme, dat sekse en ras als vaststaand en hiërarchisch beschouwde.
* **Vanaf jaren 1920:** Sociologen en antropologen spraken over 'sekserollen' (cultureel verwacht gedrag) en 'sekse status' (sociale rangorde). Psychologen introduceerden termen als 'psychologische sekse' en 'sekserol identificatie'.
#### 1.3.2 De introductie van de term 'gender'
* **Vanaf jaren 1950:** John Money, Joan Hampson & John Hampson (Johns Hopkins University) introduceerden 'gender' in de wetenschappelijke literatuur op basis van experimenten met intersekse kinderen. Ze constateerden dat biologisch geslacht niet altijd overeenkwam met iemands identificatie en rolgedrag.
* **John Money:** Introduceerde de concepten 'gender' en 'genderrol' (1955). Zijn idee was dat kinderen gender leren zoals taal; biologisch geslacht bepaalt niet iemands genderrol en -oriëntatie (concept van de 'tabula rasa'). De beroemde John/Joan-case toonde echter aan dat aangeleerd gedrag moeilijk te veranderen is.
> **Tip:** De definitie van Money voor 'genderrol' omvatte "all those things that a person says or does to disclose himself or herself as having the status of boy or man, girl or woman, respectively. It includes, but is not restricted to, sexuality in the sense of eroticism."
* **Robert Stoller:** Populaireerde de term 'gender' (vanaf 1962). Hij publiceerde in 1968 'Sex and Gender', waarin hij voor het eerst 'sekse' en 'gender' tegenover elkaar plaatste. Stoller introduceerde de term 'genderidentiteit' voor de 'psychologische sekse'. Hij benadrukte de onafhankelijkheid van sekse en gender: "While sex and gender seem to common sense inextricably bound together, one purpose of this study will will be to confirm the fact that the two realms are not inevitably bound in anything like a one-to-one relationship, but each may go into quite independent ways." Hij toonde aan dat opvoeding een cruciale rol speelt in genderidentificatie, niet enkel biologie. Stoller had echter een normatieve visie en was geen feminist; hij stelde de binaire visie op man/vrouw niet ter discussie en zag afwijkende genderidentiteiten als pathologisch die genormaliseerd moesten worden.
### 1.4 Feminisme en het concept gender
Feminisme is ouder dan het concept 'gender'. Vóór de jaren 1950 werd er al gedebatteerd over de historische, culturele en structurele factoren die betekenis gaven aan 'man' en 'vrouw'.
#### 1.4.1 Protofeminisme en feministische golven
* **Protofeminisme:** Denkstromingen van individuele figuren die 'feministische' ideeën uitten, voorafgaand aan georganiseerd feminisme.
* **Christine de Pizan (1405):** Schreef 'La Cité des Dames', een verdediging van vrouwen in het kader van het eeuwenoude debat 'la querelle des femmes'. Haar werk stelde dat de maatschappij bepaalt wat aan mannen en vrouwen wordt overgelaten, en dat mannen en vrouwen in balans kunnen samenleven.
* **Mary Wollstonecraft (1792):** Pleitte in 'A Vindication of the Rights of Women' voor gelijke deelname van vrouwen aan het economische en politieke leven. Ze daagde het idee van natuurlijke, beperkende rollen voor vrouwen uit en beïnvloedde het liberaal feminisme.
* **Alexandra Kollontai (1909):** Verdedigde het socialistisch feminisme, dat klasse-ongelijkheid aanpakte naast gendergelijkheid. Ze bekritiseerde de exclusieve focus van liberale feministen op kiesrecht en onderwijs, en hield rekening met de economische onafhankelijkheid van arbeidersvrouwen. Ze bevroeg het idee van de eenheid van vrouwen.
* **Eerste feministische golf (ca. 1880-1920):** Gericht op gelijke rechten zoals kiesrecht, recht op betaald werk en onderwijs. Er was een kritiek op de biologische rechtvaardiging van genderrollen.
* **Tweede feministische golf (ca. 1960-1990):** Een heropleving van feministisch gedachtegoed, met focus op reproductieve rechten, bestrijding van genderstereotypen, kritiek op pornografie en de universele onderdrukking van vrouwen. Deze golf zag de introductie van het concept 'gender' in feministische literatuur.
* **Derde feministische golf (ca. 1990-2010):** Ontstond als kritiek op de tweede golf, met nadruk op diversiteit, inclusie en identiteit (intersectionaliteit), en als reactie op de uitsluiting van niet-witte, niet-middenklasse vrouwen.
* **Vierde feministische golf (ca. 2012-heden):** Gekenmerkt door online activisme via sociale media.
#### 1.4.2 Antropologisch onderzoek naar genderconstructie
* **Margaret Mead:** Haar werk, zoals 'Coming of Age in Samoa' (1928), toonde aan dat de ideeën over vrouwelijkheid en de 'puberteitscrisis' cultureel geconstrueerd zijn en niet universeel biologisch bepaald. In 'Sex and Temperament in Three Primitive Societies' (1993) beschreef ze contrasterende genderrollen in verschillende samenlevingen in Papoea-Nieuw-Guinea (Arapesh, Mundugumor, Tchambuli), om aan te tonen dat de constructie van mannelijkheid en vrouwelijkheid cultureel variabel is.
> **Tip:** Mead's werk suggereerde dat 'nurture' belangrijker is dan 'nature' en dat de mens een grote psycho-biologische plasticiteit bezit. Haar werk is later bekritiseerd door Derek Freeman, die de universaliteit van psycho-biologische ontwikkeling benadrukte.
#### 1.4.3 De verschuiving naar 'gender' in feministische literatuur (jaren 60-70)
Vanaf de jaren 60 begonnen Amerikaanse feministen de term 'gender' te gebruiken om de **sociale aard van sekseverschillen** te benadrukken en machtsongelijkheid aan te kaarten. Dit maakte de verschuiving van "biology is destiny" naar "socialisation is destiny" mogelijk.
* **Simone de Beauvoir (1989):** Haar werk 'Le Deuxième Sexe' (oorspronkelijk 1949) is cruciaal: "On ne naît pas femme, on le devient" (Je bent niet geboren als vrouw, je wordt het). Ze verwierp biologische en psychologische verklaringen voor de minderwaardigheid van vrouwen en schetste hoe sociale rollen en opvoeding vrouwen beperken. Ze benadrukte het belang van geboortecontrole en toegang tot werk buiten huis voor gelijkheid. Haar werk vormde een inspiratiebron voor de tweede feministische golf.
* **Kate Millett (1970):** In 'Sexual Politics' gebruikte zij de term gender om een onderscheid te maken: "Sex is biological, gender psychological, and therefore cultural." Ze analyseerde hoe patriarchale structuren aangeleerde hiërarchieën creëren en zag seksualiteit als een politieke dimensie die mannelijke dominantie ondersteunt.
* **Germaine Greer (1970):** In 'The Female Eunuch' gebruikte ze Stoller's studies om de natuurlijke tweedeling van seksen in vraag te stellen. Ze bekritiseerde sociale normen die vrouwelijkheid definiëren als onderdanigheid en seksloosheid, en riep vrouwen op zich te bevrijden door deze normen af te wijzen.
* **Ann Oakley (1972):** In 'Sex, Gender and Society' was dit het eerste feministische werk met 'gender' in de titel. Oakley betoogde dat we onze biologische eigenschappen moeten scheiden van onze culturele positie: "To be a man or a woman, a boy or a girl, is as much a function of dress, gesture, occupation, social network and personality, as it is of possessing a particular set of genitals." Ze onderbouwde dit met antropologisch onderzoek en studies naar intersekse personen, en benadrukte het belang van opvoeding ('nurture').
#### 1.4.4 Culturele verklaringen voor de onderdrukking van vrouwen
Vanaf de jaren 1970 werden verschillende theoretische verklaringen voor de universele onderdrukking van vrouwen ontwikkeld, mede mogelijk gemaakt door het concept gender:
* **Michelle Rosaldo:** De **privé-publiek oppositie**. Vrouwen worden door hun moederschap beperkt tot het domein van het privé, wat hen toegang ontneemt tot het publieke domein waar prestige wordt toegekend.
* **Nancy Chodorow:** De **rol van moeders in de opvoeding**. Jongens ontwikkelen een mannelijke identiteit door het afwijzen van hun moeder en de vrouwelijke wereld, wat leidt tot een mannelijke persoonlijkheid gebaseerd op ontkenning van relatie en afhankelijkheid. Meisjes identificeren zich met de moeder, wat leidt tot een vrouwelijke persoonlijkheid gebaseerd op relatie en connectie.
* **Sherry Ortner:** De **natuur-cultuur oppositie** (symbolische theorie). Universeel wordt de vrouw dichter bij de natuur geplaatst dan de man. Dit impliceert dat vrouwen gecontroleerd en onderworpen moeten worden, net zoals de natuur.
#### 1.4.5 Verplichte heteroseksualiteit en het 'sex/gender system'
* **Gayle Rubin (1975):** In 'The Traffic in Women' integreerde Rubin het idee van verplichte heteroseksualiteit in haar verklaring voor de onderdrukking van vrouwen. Ze herdefinieerde Lévi-Strauss' concept van 'uitwisseling van vrouwen' als een 'traffic in women', waarbij vrouwen als giften worden overgedragen om mannen sociale macht te laten uitoefenen. Het 'sex/gender system' creëert genderrollen door de biologische verschillen te versterken en legt een taboe op andere seksuele relaties dan tussen man en vrouw. Het ondermijnen van dit systeem vereist niet alleen het einde van de onderdrukking van vrouwen, maar ook de eliminatie van verplichte heteroseksualiteit en genderrollen.
#### 1.4.6 Verschilfeminisme (Verschiedenheidsdenken)
Als reactie op het gelijkheidsdenken (gelijk aan wie? aan mannen?), benadrukt verschilfeminisme het belang van het **vrouwelijke verschil**. De oorzaak van onderdrukking ligt in het onderwaarderen van het vrouwelijke.
* **Hélène Cixous (1975):** Pleitte voor 'écriture féminine' (vrouwelijke schrijfstijl) om de stilte opgelegd aan vrouwen uit te dagen en hun eigenheid, identiteit en verlangen te herwinnen.
* **Luce Irigaray (1977):** Bekritiseerde de Freudiaanse psychoanalyse en de mannelijke focus op seksualiteit. Ze beschreef de specificiteit van vrouwelijke seksualiteit als fluïde en multipel, in contrast met de singulariteit van de fallische representatie.
* **Carol Gilligan (1982):** In 'A Different Voice' bekritiseerde Gilligan Kohlberg's model van morele ontwikkeling. Ze stelde dat er twee morele stemmen zijn: een rechtsethiek (mannelijk, logisch, individualistisch) en een zorgethiek (vrouwelijk, relationeel, gericht op zorg). Deze zijn geen niveaus van ontwikkeling, maar verschillende dimensies.
### 1.5 Vrouwenstudies versus Genderstudies
De introductie van de term 'gender' leidde tot debatten over de focus van het veld.
* **Vrouwenstudies:** Legde de focus expliciet op vrouwen en hun ervaringen.
* **Genderstudies:**
* **Voordelen:**
* Gender is een relationele notie die sociale relaties en machtsdynamieken tussen mannen en vrouwen analyseert.
* Mogelijkheid om de constructie van mannelijkheid te analyseren in relatie tot vrouwelijkheid.
* Ondervraagt de unitaire categorie 'vrouwen' en kijkt naar verschillen tussen vrouwen.
* De term 'gender' wordt gezien als neutraler en wetenschappelijker, wat de integratie in het academische veld bevordert.
* **Kritiek:**
* Kan opnieuw leiden tot androcentrisme.
* De politieke mobilisatie tegen mannen als 'vijand' kan worden bemoeilijkt.
* Kan leiden tot depolitisering en neutrale integratie, waarbij de kritische dimensie van ongelijkheid en macht wordt verminderd.
De argumenten voor de bredere analyse van genderrelaties hebben uiteindelijk de overhand gekregen, wat heeft geleid tot de sterke groei van het veld 'genderstudies'.
---
# Verschillende benaderingen en stromingen binnen genderstudies
Dit onderwerp verkent de diverse academische benaderingen, theoretische stromingen en de historische ontwikkeling van het concept gender binnen genderstudies.
### 2.1 Benaderingen binnen onderwijsstrategieën
Verschillende strategieën worden gebruikt om gender te integreren binnen het onderwijs, elk met eigen kenmerken en risico's:
* **Vergelijkingsbenadering:**
* Neemt mannelijke perspectieven als uitgangspunt en voegt daar de vrouw aan toe.
* Gender wordt een thema, met een focus op man-vrouw gelijkheid.
* Kenmerkt zich door een gebrek aan kritische reflectie en theoretische verdieping.
* Risico: het onbedoeld tegenover elkaar plaatsen van mannen en vrouwen als aparte groepen.
* **Speciale behandelingsbenadering:**
* Gender wordt als een perspectief gehanteerd, dat voor diverse vakgebieden kan worden toegepast.
* Gender studies worden vaak als apart vak of specialisatie aangeboden.
* Voordeel: biedt de mogelijkheid tot diepgaande kennis en een interdisciplinaire/bredere kijk.
* Risico: trekt mogelijk enkel diegenen aan met een specifieke interesse in het onderwerp.
* **Mainstreaming:**
* Een kritische reflectie op gender wordt geïntegreerd in alle vakken, zonder het als een apart thema te behandelen.
* Betreft het nadenken over genderdynamieken en het conceptualiseren van gender binnen alle disciplines.
* Potentieel de meest impactvolle benadering.
* Risico: kan op weerstand stuiten bij gebrek aan draagvlak, omdat niet iedereen het even belangrijk vindt.
### 2.2 De ontwikkeling en conceptualisering van gender
Het concept 'gender' is cruciaal binnen genderstudies en onderscheidt zich van 'sekse'.
* **Gender versus Sekse:**
* **Sekse:** Verwijst naar de biologische aspecten van man- en vrouwzijn.
* **Gender:** Verwijst naar de sociale, culturele en psychologische aspecten van mannelijkheid en vrouwelijkheid, en ontsnapt aan de natuurlijkheid van biologische verschillen. Het legt ook een verband met machtsrelaties.
* **Historische context van het concept gender:**
* **Begin 20e eeuw:** Opkomst van kritiek op biologisch determinisme, dat sekse en ras als vaststaande en hiërarchische categorieën zag.
* **Vanaf jaren 1920:** Sociologen en antropologen spreken over 'sekserollen' (cultureel verwachte gedragingen) en 'sekse status' (sociale rangorde). Psychologen gebruiken termen als 'psychologische sekse' en 'sekserol identificatie'.
* **Vanaf jaren 1950:** John Money, Joan Hampson en John Hampson introduceren het concept 'gender' in de wetenschappelijke literatuur, gebaseerd op experimenten met intersekse kinderen. Ze ontdekten dat biologisch geslacht niet altijd overeenkomt met iemands gevoel of gedrag, wat de noodzaak voor een aparte term voor deze aspecten benadrukte.
* Money introduceerde de concepten 'gender', 'genderrol' (1955) en 'genderoriëntatie'. Zijn idee, vergelijkbaar met het leren van taal, suggereerde dat biologisch geslacht iemands genderrol en oriëntatie niet bepaalt. Het beroemde John/Joan-geval, hoewel een controversiële case, toonde de complexiteit van de genderidentificatie aan.
* **Robert Stoller:** Populariseerde de term 'gender' (vanaf 1962) en publiceerde in 1968 'Sex and Gender', waarin hij voor het eerst de termen sekse en gender expliciet tegenover elkaar plaatste. Hij introduceerde 'genderidentiteit' als de 'psychologische sekse'. Stoller benadrukte de psychologische en culturele connotaties van gender, los van biologische factoren: "If the proper terms for sex are 'male' and 'female', the corresponding terms for gender are 'masculine' and 'feminine'; these latter might be quite independent of (biological) sex." Hij geloofde dat opvoeding een cruciale rol speelde in genderidentificatie, zoals geïllustreerd door zijn werk met intersekse kinderen. Stoller, hoewel geen feminist, had een normatieve visie op gender en was bezorgd over de erosie van traditionele genderrollen, wat leidde tot het idee van 'normalisering' van genderidentiteiten die niet conform waren met het biologische lichaam.
### 2.3 Feminisme en de introductie van het concept gender
Feministische theorievorming is ouder dan het concept gender, maar de introductie van gender heeft de analyse van genderongelijkheid verdiept.
* **Protofeminisme:** Denkrichtingen en individuen die vóór het georganiseerde feminisme (19e eeuw) al feministische ideeën uitten.
* **Christine de Pisan (15e eeuw):** Auteur van 'La Cité des Dames', pleitte voor de capaciteiten van vrouwen en stelde dat maatschappelijke beperkingen de oorzaak waren van verschillen tussen mannen en vrouwen, niet biologie.
* **Mary Wollstonecraft (18e eeuw):** Schreef 'A Vindication of the Rights of Woman' en pleitte voor gelijke deelname van vrouwen aan het economische en politieke leven, en bekritiseerde de beperkende sociale rollen die aan vrouwen werden opgelegd.
* **Alexandra Kollontaj (begin 20e eeuw):** Voorstander van socialistisch feminisme, bekritiseerde de exclusieve focus op kiesrecht en onderwijs bij liberale feministen en benadrukte het belang van economische onafhankelijkheid.
* **Feministische golven en de introductie van gender:**
* **Eerste feministische golf (ca. 1880-1920):** Focus op gelijke rechten (kiesrecht, betaald werk, onderwijs).
* **Tweede feministische golf (ca. 1960-1990):** Heropleving van feministische ideeën, met een verschuiving naar reproductieve rechten, bestrijding van genderstereotypen, kritiek op seksualiteit en de universele onderdrukking van vrouwen. De introductie van het concept gender in deze periode faciliteerde diepgaandere theoretische reflecties.
* **Derde feministische golf (ca. 1990-2010):** Ontstaan als kritiek op de tweede golf, met focus op diversiteit, inclusie en identiteit (intersectionaliteit).
* **Vierde feministische golf (ca. 2012-heden):** Online activisme via sociale media.
* **Antropologisch onderzoek en de culturele constructie van gender:**
* **Margaret Mead:** Met haar antropologisch onderzoek, zoals 'Coming of Age in Samoa' (1928) en 'Sex and Temperament in Three Primitive Societies' (1993), toonde Mead aan dat genderrollen cultureel geconstrueerd zijn en sterk variëren tussen samenlevingen. Dit daagde de notie van universele, biologisch bepaalde genderpatronen uit, wat de basis legde voor het 'nurture over nature' debat. Haar werk werd echter ook bekritiseerd door onder andere Derek Freeman, die de universele psycho-biologische ontwikkeling benadrukte.
* **De impact van Simone de Beauvoir:**
* Haar werk 'Le Deuxième Sexe' (1949) met de beroemde uitspraak "On ne naît pas femme, on le devient" (Men wordt niet als vrouw geboren, men wordt het) stelde expliciet de biologische determinatie van vrouwelijkheid in vraag. Ze analyseerde de sociale en historische oorzaken van vrouwelijke minderwaardigheid en pleitte voor geboortecontrole en toegang tot buitenshuis werk als factoren voor gelijkheid. Dit werk was een inspiratiebron voor de tweede feministische golf.
* **Introductie van gender in feministische literatuur (jaren '60-'70):**
* Amerikaanse feministen begonnen de term 'gender' te gebruiken om de sociale aard van sekseverschillen te benadrukken en machtsonevenwichten aan te kaarten. Dit verschoof de focus van 'biology is destiny' naar 'socialisation is destiny'.
* **Kate Millett ('Sexual Politics', 1970):** Gebruikte de term gender om een onderscheid te maken tussen 'sex' (biologisch) en 'gender' (psychologisch, cultureel), en analyseerde hoe patriarchale structuren seksueel geweld en de vernedering van vrouwen in literatuur legitimeren. Ze zag seksualiteit als een politieke dimensie die machtsongelijkheden ondersteunt.
* **Germaine Greer ('The Female Eunuch', 1970):** Bekritiseerde de sociale normen die vrouwelijkheid definiëren als onderdanigheid en seksloosheid. Ze stelde dat vrouwen cultureel gecastreerd zijn en riep op tot revolutie om patriarchale systemen en de nucleaire familie te ontmantelen.
* **Ann Oakley ('Sex, Gender and Society', 1972):** Benadrukte de noodzaak om 'bodily endowments' (lichamelijke gaven) te scheiden van 'cultural positioning' (culturele positionering). Zij argumenteerde dat gender net zozeer een functie is van 'dress, gesture, occupation, social network and personality' als van de biologische sekse. Ze wees op de diversiteit aan culturele genderrollen en de impact van opvoeding (nurture).
### 2.4 Culturele verklaringen voor de onderdrukking van vrouwen
Verschillende theoretische perspectieven binnen het feminisme hebben culturele verklaringen geboden voor de universele onderdrukking van vrouwen.
* **Privé-publiek oppositie (Michelle Rosaldo):** Vrouwen worden door hun moederrol beperkt tot het private, huiselijke domein, waardoor ze geen toegang hebben tot het publieke domein waar mannen prestige en culturele waarde vergaren.
* **De rol van moeders in opvoeding (Nancy Chodorow):** Mannen ontwikkelen hun identiteit door het verwerpen van de moeder en de vrouwelijke wereld, wat leidt tot een persoonlijkheid gebaseerd op ontkenning van relaties. Vrouwen identificeren zich met de moeder en ontwikkelen een persoonlijkheid gebaseerd op relatie en connectie. Dit verklaart volgens Chodorow de neiging van mannen om zich boven vrouwen te stellen.
* **Natuur-cultuur oppositie (Sherry Ortner):** De universele perceptie dat vrouwen dichter bij de natuur staan dan mannen (vanwege aspecten als menstruatie en zwangerschap) leidt tot een rechtvaardiging van hun controle en onderwerping, analoog aan de onderwerping van de natuur.
### 2.5 Verdiepende stromingen en concepten
Naast de algemene feministische theorieën zijn er specifieke stromingen en concepten die het denken binnen genderstudies hebben gevormd.
* **Gayle Rubin en het 'sex/gender system':**
* Integreerde het concept van **verplichte heteroseksualiteit** in haar analyse van de onderdrukking van vrouwen.
* Ze herdefinieerde Lévi-Strauss' idee van 'uitwisseling van vrouwen' als een "traffic in women", waarbij vrouwen als goederen worden overgedragen om sociale macht voor mannen mogelijk te maken.
* Het man-vrouw koppel als sociale eenheid creëert een ge-genderde arbeidsverdeling die biologische verschillen versterkt en gender vormt.
* Dit systeem omvat een taboe op andere seksuele relaties dan die tussen man en vrouw, wat leidt tot het opleggen van het heteroseksuele huwelijk.
* Rubin betoogde dat het ondermijnen van dit systeem niet alleen de onderdrukking van vrouwen, maar ook de eliminatie van verplichte heteroseksualiteit en genderrollen vereist. Ze stelde dat vrouwen niet alleen worden onderdrukt *als* vrouwen, maar ook *door het hebben van moeten zijn* van vrouwen.
* Haar ideaal was een genderloze maatschappij waarin genderidentiteit geen consequenties meer heeft.
* **Verschildenken en cultureel feminisme:**
* Ontstaan als reactie op het gelijkheidsdenken, waarbij de vraag werd gesteld: gelijk aan wie?
* Benadrukt het verschil tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid en pleit voor de **herwaardering van het vrouwelijke**. De oorzaak van onderdrukking ligt in het onderwaarderen van vrouwelijke belevingen en ervaringen (zoals vrouwelijke seksualiteit, moederschap, relationaliteit).
* **Hélène Cixous ('Le Rire de la Médusa', 1975):** Pleitte voor 'écriture féminine' (vrouwelijke schrijfstijl) om de stilte van vrouwen uit te dagen. Zij zag Medusa als een symbool van vrouwelijke kracht en moedigde vrouwen aan hun creativiteit vanuit hun lichamelijke beleving te ontwikkelen.
* **Luce Irigaray ('Ce Sexe Qui N'en Est Pas Un', 1977):** Bekritiseerde de Freudianse psychoanalyse en de focus op een monofallische seksualiteit. Ze beschreef de specificiteit van vrouwelijke seksualiteit als fluïde, multipliceerbaar en onlokaliseerbaar, in contrast met de singulariteit van de mannelijke fallische representatie. Zij pleitte voor het bespreekbaar maken van vrouwelijke seksualiteit buiten het fallische denken.
* **Carol Gilligan ('A Different Voice', 1982):** Bekritiseerde Kohlberg's model van morele ontwikkeling, dat mannen als maatstaf nam. Gilligan stelde dat er een **mannelijke rechtsethiek** (logisch, individualistisch, gericht op gerechtigheid) en een **vrouwelijke zorgethiek** (relationeel, gericht op het beschermen van interpersoonlijke relaties en zorg) bestaat. Deze worden niet als verschillende ontwikkelingsniveaus gezien, maar als verschillende, complementaire ethische benaderingen.
### 2.6 Vrouwenstudies versus genderstudies
De opkomst van genderstudies was deels een reactie op de beperkingen van 'vrouwenstudies'.
* **Debatten rond de terminologie:**
* De term 'vrouwenstudies' werd aanvankelijk breed gebruikt, maar leidde tot discussies over het verbreden van de focus naar ook mannenervaringen en de politieke implicaties van de benaming.
* **Kritiek op 'genderstudies':** Kan opnieuw androcentrisme veroorzaken, de politieke mobilisatie tegen mannen als groep bemoeilijken en leiden tot depolitisering of een neutrale integratie binnen het academische veld. De term 'gender' kan als wetenschappelijker en objectiever worden beschouwd dan 'vrouwenstudies'.
* **Voordelen van 'genderstudies':**
* Gender is een **relationele notie**, die toelaat de sociale relaties en machtsdynamieken tussen mannen en vrouwen te analyseren (zij worden in relatie tot elkaar gedefinieerd).
* Analyse van de constructie van **mannelijkheid** in relatie tot vrouwelijkheid.
* Bevraagt de unitaire categorie "vrouwen" en erkent **verschillen tussen vrouwen**.
* Deze argumenten leidden tot de dominante positie van het veld 'genderstudies'.
> **Tip:** Het is essentieel om de historische evolutie van het concept gender te begrijpen, vanaf de oorspronkelijke ideeën over biologisch determinisme tot de meer genuanceerde sociale en culturele constructies die nu centraal staan in genderstudies. De kritiek op het werk van vroege denkers, zoals Margaret Mead, is ook belangrijk voor een volledig begrip.
> **Voorbeeld:** De overgang van de focus op "vrouwenstudies" naar "genderstudies" illustreert de academische ontwikkeling van het veld. Terwijl vrouwenstudies zich primair richtten op de ervaringen van vrouwen, stelt genderstudies dat mannelijkheid en vrouwelijkheid inherent aan elkaar gerelateerd zijn en dat beide constructies geanalyseerd moeten worden om de complexiteit van genderdynamieken te begrijpen. Dit opent de deur naar een bredere analyse van gender als sociaal construct, voorbij de traditionele binaire opvattingen.
---
# Feministische theorievorming en het concept gender
Hier is een samenvatting van het onderwerp "Feministische theorievorming en het concept gender", opgesteld als een examengerichte studiehandleiding.
## 3. Feministische theorievorming en het concept gender
Dit onderwerp verkent de evolutie van feministische denkbeelden en de cruciale introductie en ontwikkeling van het concept 'gender' binnen deze theorievorming.
### 3.1 De plaats van genderstudies in onderwijsstrategieën
Genderstudies kan op verschillende manieren worden geïntegreerd in het onderwijs, zoals uiteengezet door Chow:
* **Vergelijkingsbenadering:** Dit is een minder voorkomende methode waarbij mannelijke perspectieven als uitgangspunt worden genomen en vrouwen vervolgens worden 'toegevoegd'. Gender wordt dan een thema, gericht op man-vrouw gelijkheid, maar zonder diepgaande theoretische kritiek en met het risico om mannen en vrouwen als gescheiden groepen te presenteren.
* **Speciale behandelingsbenadering:** Deze benadering, die wordt gevolgd in het kader van dit opleidingsonderdeel, ziet gender als een perspectief dat op diverse gebieden kan worden toegepast. Het resulteert vaak in aparte vakken of specialisaties, wat kan leiden tot diepgaandere kennis en een interdisciplinaire kijk, maar ook tot een beperkt publiek.
* **Mainstreaming:** Hierbij wordt een kritische reflectie op gender geïntegreerd in alle vakken, waarbij genderdynamieken en conceptualisaties worden meegenomen in de algemene lesinhoud. Hoewel potentieel het meest impactvol, vereist dit brede draagvlak en acceptatie.
Het opleidingsonderdeel beoogt een kennismaking met actuele theorievorming en onderzoek binnen gender en diversiteit, met als doel analytisch en kritisch inzicht te verwerven in de sociale en culturele constructie en representatie van gender in relatie tot andere vormen van diversiteit.
### 3.2 Het concept gender: definitie en historische context
Het Engelstalige woord 'gender' is niet eenvoudig te vertalen naar het Nederlands en onderscheidt zich van 'sekse'.
* **Sekse:** Verwijst naar de biologische aspecten.
* **Gender:** Verwijst naar de sociale, culturele en psychologische aspecten, de representatie van mannelijkheid en vrouwelijkheid, en ontsnapt aan de 'natuurlijkheid' van geslachtsverschillen. Het legt ook een link met machtsrelaties en -dynamieken.
Historisch gezien had 'sekse' ook een bredere sociale en psychologische betekenis, maar na de introductie van 'gender' kreeg 'sekse' een meer reductionistische, biologische betekenis.
De historische context voor de introductie van gender als sociaal geconstrueerd verschil ligt in het begin van de 20e eeuw, met een groeiende kritiek op biologisch determinisme. Sociologen en antropologen spraken vanaf de jaren 1920 over 'sekserollen' en 'seksestatus', terwijl psychologen termen als 'psychologische sekse' en 'sekserolidentificatie' gebruikten.
### 3.3 De oorsprong van het concept gender
De term 'gender' werd vanaf de jaren 1950 geïntroduceerd in de wetenschappelijke literatuur door psychologen en psychiaters John Money, Joan Hampson en John Hampson. Hun werk met intersekse kinderen leidde tot nieuwe concepten.
* **John Money:** Introduceerde in 1955 de concepten 'gender', 'genderrol' en 'genderoriëntatie'. Hij stelde dat kinderen gender leren zoals ze taal leren en dat biologisch geslacht niet bepalend is voor iemands genderrol en -oriëntatie. Zijn beroemde case van John/Joan toonde echter aan dat dit idee niet volledig klopt, aangezien het kind negatieve gevolgen ondervond en uiteindelijk zelfmoord pleegde, wat de impact van aangeleerd gedrag benadrukt.
* **Definitie van genderrol (Money):** "The term gender role is used to signify all those things that a person says or does to disclose himself or herself as having the status of boy or man, girl or woman, respectively. It includes, but is not restricted to, sexuality in the sense of eroticism."
Vroege visies legden een link tussen normatieve genderidentiteit en seksualiteit (heteroseksuele oriëntatie). Gender verwijst naar de sociale en psychologische componenten van wat vroeger 'sekse' werd genoemd, en toont het verschil tussen sekse (biologisch) en sociale rol (mannelijkheid/vrouwelijkheid), evenals mogelijke discrepanties tussen beide.
* **Robert Stoller:** Werkte eveneens met intersekse kinderen en populariseerde de term 'gender'. In zijn boek "Sex and Gender" (1968) plaatste hij als eerste de termen 'sekse' en 'gender' tegenover elkaar.
* Hij lanceerde de term **'genderidentiteit'** voor de 'psychologische sekse'.
* Stoller benadrukte dat geslacht en gender niet noodzakelijk één-op-één gerelateerd zijn: "If the proper terms for sex are 'male' and 'female', the corresponding terms for gender are 'masculine' and 'feminine'; these latter might be quite independent of (biological) sex."
* Zijn werk toonde aan dat opvoeding een cruciale rol speelt in genderidentificatie.
* Stoller had echter een normatieve visie; hij zag gender als een balans die 'juist' moest zijn en beschouwde afwijkingen van de binaire norm als pathologisch. Hij stelde het binaire visie op man/vrouw niet ter discussie en had geen feministische agenda.
### 3.4 Feminisme en de introductie van het concept gender
Feminisme is ouder dan het concept gender. Vóór de jaren '50 werd er al gedebatteerd over de historische, culturele en structurele factoren die betekenis geven aan de categorieën 'man' en 'vrouw'. Dit wordt aangeduid als 'protofeminisme'.
#### 3.4.1 Feministische golven
De feministische golven zijn ontstaan vóór de introductie van het concept gender en vertegenwoordigen verschillende fasen in de feministische beweging:
* **Eerste feministische golf (1880-1920):** Focus op gelijke rechten (kiesrecht, recht op betaald werk, onderwijs) en het ter discussie stellen van rollen die uitsluitend aan mannen werden toegekend, deels gebaseerd op biologische argumenten.
* **Tweede feministische golf (1960-1990):** Heropleving van het feministische gedachtegoed met een verschuiving naar reproductieve rechten, bestrijding van genderstereotypen (seksualiteit, pornografie) en diepgaande theoretische reflecties op de universele onderdrukking van vrouwen. De introductie van het concept gender vond plaats gedurende deze golf.
* **Derde feministische golf (1990-2010):** Ontstond als kritiek op de tweede golf, die voornamelijk gedragen werd door witte middenklasse vrouwen. Focus op diversiteit, inclusie en identiteit, met de introductie van het concept **intersectionaliteit**.
* **Vierde feministische golf (2012-heden):** Gekenmerkt door online activisme via sociale media (bv. #MeToo, body positivity).
#### 3.4.2 Sleutelfiguren en hun bijdragen
Verschillende denkers, deels protofeministen, legden de basis voor de conceptuele verschuivingen die later door het genderconcept werden versterkt:
* **Christine de Pizan (Livres de la Cité des Dames, 1405):**
* Een protofeministe die deelnam aan het middeleeuwse debat over vrouwen ("la querelle des femmes").
* Haar werk is een allegorische uiteenzetting die een stad voorstelt waar vrouwen veilig kunnen leven en beschermd worden tegen mannelijke spot en aantijgingen.
* Ze stelde dat er geen inherente verschillen zijn in capaciteiten tussen mannen en vrouwen; de maatschappij bepaalt wat aan wie wordt toegewezen.
* **Mary Wollstonecraft (A Vindication of the Rights of Women, 1792):**
* Beïnvloed door de Franse Revolutie, pleitte ze voor economische en politieke gelijkheid van mannen en vrouwen.
* Ze stelde het idee ter discussie dat vrouwen van nature voorbestemd zijn voor een specifieke rol en niet als kinderen behandeld moeten worden.
* Beschouwde het huwelijk als een vorm van legale prostitutie, die vrouwen economisch volledig afhankelijk maakte.
* Een inspiratiebron voor de eerste feministische golf, met name liberaal feminisme.
* **Alexandra Kollontaj (The Social Basis of the Woman Question, 1909):**
* Reflecteerde vanuit een socialistisch perspectief op feminisme.
* Voorstander van socialistisch feminisme: gelijkheid van mannen en vrouwen vereist ook het opheffen van klasseongelijkheid.
* Bekritiseerde de exclusieve focus van liberale feministen op kiesrecht en onderwijs, en benadrukte economische onafhankelijkheid.
* Bevroeg het idee van de eenheid van vrouwen en was kritisch op de exclusieve focus van liberaal feminisme.
* **Margaret Mead (Coming of Age in Samoa, 1928; Sex and Temperament in Three Primitive Societies, 1993):**
* Haar antropologisch onderzoek toonde de culturele constructie van mannelijkheid en vrouwelijkheid aan nog vóór de term 'gender' wijdverbreid was.
* *Coming of Age in Samoa:* Stelde dat de puberteitscrisis geen natuurlijke fase is, maar cultureel gecreëerd wordt door maatschappelijke disciplinering en taboes, in contrast met de meer open seksuele moraal op Samoa.
* *Sex and Temperament:* Toonde via vergelijkende studies in Papoea-Nieuw-Guinea aan dat genderrollen cultureel variabel zijn (bv. Arapesh, Mundugumor, Tchambuli), wat de Westerse normen ter discussie stelde en het belang van 'nurture' boven 'nature' benadrukte.
* **Natuur vs. Nurture debat:** Mead's werk voedde dit fundamentele debat.
* **Simone de Beauvoir (Le Deuxième Sexe, 1989):**
* Stelde expliciet het idee van sekse als biologisch bepaald ter discussie met de beroemde uitspraak: "On ne naît pas femme, on le devient" (Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt het).
* Analyseerde de historische, sociale en psychologische oorzaken van de ondergeschikte positie van vrouwen.
* Bekritiseerde biologische en psychologische verklaringen en schetste hoe beperkende sociale rollen aan vrouwen zijn toegeschreven, met een nadruk op de rol van opvoeding, passiviteit en het behagen van mannen.
* Vertrekkend vanuit existentialisme, bekritiseerde ze de mythe van het 'eeuwig vrouwelijke' en de idee van een onveranderlijke vrouwelijke essentie.
* Benadrukte het belang van geboortecontrole en toegang tot buitenshuis werk voor vrouwen als sleutelfactoren voor gelijkheid.
* Een belangrijke inspiratiebron voor de tweede feministische golf.
### 3.5 De introductie van gender in feministische literatuur (jaren 60-70)
De term 'gender', zoals we die nu begrijpen, verscheen voor het eerst bij Amerikaanse feministen vanaf de jaren '60. Het doel was de sociale aard van sekseverschillen te benadrukken om hiërarchieën en machtsonevenwichten aan te kaarten. Dit droeg bij aan de verschuiving van "biology is destiny" naar "socialisation is destiny".
De fundamentele vraag werd: als gender maakbaar is, waarom vasthouden aan bestaande structuren die leiden tot onderdrukking van vrouwen?
* **Kate Millett (Sexual Politics, 1970):**
* Een typisch werk uit de tweede feministische golf, met focus op seksualiteit en representatie.
* Een van de eerste feministen die de term gender gebruikte, verwijzend naar Money en Stoller: "Sex is biological, gender psychological, and therefore cultural".
* Analyseerde politieke dimensies van seksualiteit, waarbij machtsongelijkheden en mannelijke dominantie in literaire werken werden blootgelegd.
* Verbreedde de invraagstelling van het biologische en natuurlijke naar ook seks, en definieerde politiek als "all power-structured relationships". Het motto "The personal is political" werd hierbij centraal.
* **Germaine Greer (The Female Eunuch, 1970):**
* Het eerste hoofdstuk is gewijd aan 'Gender'. Greer gebruikte Stoller's studies om de natuurlijke tweedeling van seksen met inherente karakteristieken ter discussie te stellen.
* Bekritiseerde de sociale normen die vrouwelijkheid definiëren, vergelijkbaar met de onderdanigheid en seksloosheid van een eunuch.
* Vrouwen worden cultureel gecastreerd door onderdrukking van hun natuurlijke instincten.
* Riep vrouwen op tot revolutie en het afwijzen van patriarchale structuren, inclusief de kernfamilie. Een radicale feministische benadering.
* **Ann Oakley (Sex, Gender and Society, 1972):**
* Het eerste feministische werk met 'gender' in de titel.
* Centraal idee: de noodzaak om lichamelijke kenmerken te scheiden van culturele positionering: "need to separate out our bodily endowments from our cultural positioning".
* Stelde dat 'man' of 'vrouw' zijn net zozeer een functie is van kleding, gebaren, beroep, sociale netwerken en persoonlijkheid als van het bezitten van specifieke genitaliën.
* Bood bewijs voor het gebrek aan correlatie tussen sekse en gender door antropologie en studies op intersekse personen, en benadrukte het belang van opvoeding.
#### 3.5.1 Culturele verklaringen voor de onderdrukking van vrouwen
Verschillende theorieën binnen de feministische stroming in deze periode, mede mogelijk gemaakt door de conceptualisering van gender, boden verklaringen voor de universele onderdrukking van vrouwen:
* **Michelle Rosaldo & Louise Lamphere (Woman, Culture, Society, 1980):**
* **Privé-publiek oppositie:** Vrouwen worden door hun moederschap beperkt tot het huiselijke domein, wat hen de toegang ontzegt tot het publieke domein waar mannen prestige en culturele waarde verwerven.
* **De rol van moeders in de opvoeding (Nancy Chodorow):** Jongens ontwikkelen hun mannelijke identiteit door de moeder en vrouwelijke wereld te verwerpen, wat leidt tot mannelijke persoonlijkheden gebaseerd op ontkenning van relatie en afhankelijkheid. Meisjes identificeren zich met de moeder, wat leidt tot vrouwelijke persoonlijkheden gebaseerd op relatie en connectie. Deze differentiatie is noodzakelijk voor de mannelijke identiteitsvorming en verklaart mogelijk het zichzelf boven de vrouw plaatsen van mannen.
* **Natuur-cultuur oppositie (Sherry Ortner):** Een universele opvatting die vrouwen dichter bij de natuur plaatst dan mannen, wat leidt tot de noodzaak van controle en onderwerping van vrouwen, analoog aan de onderwerping van de natuur.
* **Gayle Rubin (The Traffic in Woman: Notes on the Political Economy of Sex, 1975):**
* Integreerde **verplichte heteroseksualiteit** in de verklaring voor universele onderdrukking: "Gender is not only an identification with one sex; it also entails that sexual desire be directed toward the other sex."
* Herdefinieerde het concept "uitwisseling van vrouwen" van Lévi-Strauss als een "traffic in women", waarbij vrouwen als giften worden overgedragen om mannen sociale macht te laten uitoefenen.
* De man-vrouw koppel als sociale eenheid creëert genderverdeelde arbeid die biologische verschillen versterkt en gender creëert, inclusief een taboe op andere seksuele relaties dan tussen man en vrouw.
* Het ondermijnen van dit "sex/gender systeem" vereist de eliminatie van verplichte heteroseksualiteit en genderrollen, omdat hetzelfde systeem vrouwen onderdrukt en hen die niet hetero zijn.
* Stelde: "But we are not only oppressed as women, we are oppressed by having to be women". Droom van een genderloze maatschappij.
#### 3.5.2 Verschilfeminisme
Een andere stroming die zich ontwikkelde als reactie op het gelijkheidsdenken (gelijk aan wie? Moeten we gelijk worden aan mannen?). Verschilfeministen benadrukken het **verschil** en zien de oorzaak van de onderdrukking in de onderwaardering van het vrouwelijke. Ze pleiten voor herwaardering van het vrouwelijke en specifieke vrouwelijke belevingen.
* **Hélène Cixous (Le rire de la méduse, 1975):**
* Pleidooi voor een **"écriture féminine"** (vrouwelijke schrijfstijl) die de stilte opgelegd aan vrouwen uitdaagt.
* Herinterpreteert de mythe van Medusa als een symbool van vrouwelijke kracht.
* Oproep aan vrouwen om creativiteit te ontwikkelen vanuit hun lichamelijke beleving en taal te vinden die mannelijke literaire conventies uitdaagt.
* **Luce Irigaray (Ce sexe qui n'(en)est pas un, 1977):**
* Kritiek op de Freudianse psychoanalyse en de visie van 'één sekse' (mannelijk) waarbij vrouwen een gecorrigeerde afwijking zijn.
* Beschrijft de specificiteit van vrouwelijke seksualiteit: fluïditeit, multipliciteit en onlokaliseerbaarheid, in contrast met de mannelijke seksualiteit.
* Benadrukt het belang van het bespreekbaar maken van vrouwelijke seksualiteit en het ontwikkelen van een eigen identiteit, los van het fallische denken.
* **Carol Gilligan (A Different Voice, 1982):**
* Kritiek op Kohlberg's model van morele ontwikkeling, dat als maatstaf mannelijke argumenten (rechtsethiek) hanteerde.
* Stelde dat er twee soorten morele stemmen zijn: een mannelijke en een vrouwelijke, die voortkomen uit verschillende zelfbeelden (vrouwen definiëren zich via relaties, mannen door afscheiding).
* Introduceerde het concept van **zorgethiek** (nadruk op relaties en zorg voor anderen) als complementair aan de rechtsethiek, en stelde dat dit niet een lager ontwikkelingsniveau is, maar een andere, waardevolle dimensie van moreel redeneren.
### 3.6 Vrouwenstudies versus genderstudies
In de jaren '60 en '70 gebruikten de meeste studies die de term gender toepasten, deze om vrouwen te bestuderen. Dit leidde tot debatten:
* **Moet de focus worden verbreed om ook de ervaringen van mannen te onderzoeken?**
* **Moet men de term 'Vrouwenstudies' of 'Genderstudies' gebruiken?**
**Kritiek op Genderstudies:**
* Kan leiden tot nieuw androcentrisme.
* Vrouwen als groep kunnen vergeten worden, wat politieke mobilisatie bemoeilijkt.
* Kan depolitisering en neutrale integratie binnen de academische wereld veroorzaken, omdat 'gender' een neutralere en objectievere connotatie heeft dan 'vrouwen', en minder direct kritiek op ongelijkheid impliceert.
**Voordelen van Genderstudies:**
* Gender is een relationele notie die analyse van sociale relaties en machtsdynamieken tussen mannen en vrouwen mogelijk maakt.
* Het idee dat mannen en vrouwen in relatie tot elkaar worden gedefinieerd, wat een gescheiden studie bemoeilijkt.
* De analyse van de constructie van mannelijkheid in relatie tot vrouwelijkheid.
* Het in vraag stellen van de unitaire categorie 'vrouwen' en het onderzoeken van verschillen tussen vrouwen.
Deze laatste argumenten hebben de overhand gekregen, wat heeft geleid tot een sterke groei van het veld 'genderstudies'.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gender | Een sociaal en cultureel geconstrueerd aspect dat verwijst naar de representatie van mannelijkheid en vrouwelijkheid, ontsnappend aan de natuurlijkheid van geslachtsverschillen en vaak gelinkt aan machtsrelaties. |
| Sekse | Verwijst primair naar de biologische aspecten die een individu definiëren als mannelijk of vrouwelijk. |
| Vergelijkingsbenadering | Een onderwijsstrategie waarbij mannelijke perspectieven als standaard worden genomen en vrouwelijke perspectieven er 'bij' worden gevoegd, met een focus op man-vrouw gelijkheid zonder diepgaande theoretische kritiek. |
| Speciale behandelingsbenadering | Een onderwijsstrategie waarbij gender als een apart vak of specialisatie wordt aangeboden, wat leidt tot diepgaandere kennis en een interdisciplinaire kijk op het onderwerp. |
| Mainstreaming | De integratie van kritische reflectie op gender in alle vakken, met als doel genderdynamieken en conceptualisaties in alle disciplines te verankeren voor maximale impact. |
| Protofeminisme | Een denkstroming, vaak bestaande uit individuele figuren, die feministische ideeën uitdroeg vóór het ontstaan van georganiseerd feminisme, zoals de ideeën van Christine de Pizan en Mary Wollstonecraft. |
| Genderidentiteit | De innerlijke subjectieve beleving van iemands gender, die al dan niet overeenkomt met het biologische geslacht. |
| Genderrol | Het cultureel verwachte gedrag dat geassocieerd wordt met mannen en vrouwen binnen een specifieke samenleving. |
| Verplichte heteroseksualiteit | Het idee dat heteroseksuele relaties de norm zijn en dat seksueel verlangen zich automatisch op het andere geslacht moet richten, wat bijdraagt aan het onderdrukken van andere seksuele oriëntaties en genderrollen. |
| Zorgethiek | Een ethische benadering die de nadruk legt op het onderhouden van interpersoonlijke relaties en het zorgen voor anderen, vaak gecontrasteerd met de rechtsethiek die focust op gerechtigheid en individualisme. |
| Intersectionaliteit | Een concept dat analyseert hoe verschillende vormen van discriminatie en sociale identiteiten (zoals etniciteit, religie, seksualiteit, klasse) elkaar kruisen en overlappen, wat leidt tot unieke ervaringen van onderdrukking. |
| Privé-publiek oppositie | De opdeling van de maatschappij in een private sfeer (vaak geassocieerd met het huishouden en vrouwen) en een publieke sfeer (geassocieerd met werk en politiek, en mannen), waarbij de publieke sfeer meer prestige en culturele waarde geniet. |
| Cultuur-natuur oppositie | Een symbolische theorie die stelt dat vrouwen universeel dichter bij de natuur worden geplaatst dan mannen, wat leidt tot een noodzaak voor onderwerping en controle van vrouwen, analoog aan de controle van de natuur. |