Cover
Jetzt kostenlos starten Changing cognitions and behaviour.pdf
Summary
# Cognitieve processen en gedragsverandering
Dit onderwerp onderzoekt hoe cognitieve modellen de basis vormen voor het begrijpen en beïnvloeden van gedragsverandering, met een focus op gezondheidsbevordering [1](#page=1).
### 1.1 Modellen voor gedragsverandering
Verschillende modellen zijn ontwikkeld om cognitieve constructen te begrijpen en te richten bij gedragsverandering.
#### 1.1.1 Het Health Belief Model (HBM)
Het HBM stelt dat gedrag wordt beïnvloed door:
* De kosten en baten van het gedrag [1](#page=1).
* De perceptie van vatbaarheid en ernst van de gerelateerde ziekte [1](#page=1).
* (Interne en externe) aanleidingen tot actie [1](#page=1).
* Waargenomen controle over het gedrag [1](#page=1).
* Motivatie om het gedrag uit te voeren [1](#page=1).
**Voorbeeld:** Een interventie gericht op het verhogen van mammografiebezoek bij vrouwen boven de 35 jaar bleek effectiever wanneer deze zowel informatie als HBM-specifieke counseling combineerde, wat resulteerde in een tot vier keer hogere effectiviteit vergeleken met een controleconditie [1](#page=1).
#### 1.1.2 De Theory of Planned Behaviour (TPB)
De TPB suggereert dat gedrag wordt bepaald door:
* De houding ten opzichte van het gedrag [1](#page=1).
* De sociale normen (wat men denkt dat belangrijk is voor anderen) [1](#page=1).
* Waargenomen controle over het gedrag [1](#page=1).
* De intentie om het gedrag uit te voeren [1](#page=1).
Interventies die gericht zijn op TPB-constructen hebben succesvol gedragsverandering teweeggebracht bij oefening, teelbalzelfonderzoek en beschermend seksueel gedrag [1](#page=1).
### 1.2 Cognitieve Dissonantietheorie (CDT)
Cognitieve dissonantie, geïntroduceerd door Festinger, beschrijft de onaangename psychologische toestand die ontstaat bij het bewustzijn van twee inconsistente cognities (bijvoorbeeld overtuigingen of attitudes). Deze dissonantie motiveert de eliminatie van één van de overtuigingen door middel van cognitieve verandering. Gedragsmatige toewijding is essentieel; inconsistenties zonder implicaties leiden zelden tot dissonantie [1](#page=1).
#### 1.2.1 Actie-gebaseerd model
Dit model verklaart situaties waarin dissonantie effectieve en onbelemmerde actie bemoeilijkt, wat leidt tot negatieve arousal. Als gevolg hiervan worden cognities in lijn gebracht met gedragsmatige toewijdingen om de dissonantie te verminderen [1](#page=1).
**Voorbeeld:** Verhoogd bewustzijn dat roken de vatbaarheid voor ernstige ziekten vergroot, kan een roker ertoe aanzetten tot cognitieve verandering [1](#page=1).
#### 1.2.2 Toepassing van CDT in gezondheidsbevordering
Stone et al. toonden de relevantie van CDT voor gezondheidsbevordering aan met betrekking tot condoomgebruik. Een gecombineerde interventie van toewijding opwekken en bewustzijn vergroten van eerdere falen leidde tot significant hogere condoomaankopen vergeleken met alleen informatieverstrekking of bewustzijnverhoging. Dit suggereert dat informatie alleen mogelijk niet volstaat voor actie [1](#page=1).
> **Tip:** Waargenomen barrières en waargenomen controle zijn cruciaal bij het ondersteunen van gedragsverandering. Dit kan betekenen dat mensen nieuwe vaardigheden moeten leren, zoals het bereiden van smakelijke, voedzame maaltijden [1](#page=1).
### 1.3 Verwerking van persuasieve boodschappen
Mensen zijn geen passieve ontvangers van informatie; hun bestaande cognities beïnvloeden hoe nieuwe informatie wordt verwerkt. Effectieve communicatie houdt rekening met bestaande condities en presenteert nieuwe informatie op een manier die aansluit bij bestaande cognities [1](#page=1).
#### 1.3.1 Het Elaboration Likelihood Model (ELM)
Het ELM (Petty en Cacioppo, 1986) stelt dat de mate van cognitieve elaboratie van persuasieve boodschappen kan variëren, waarbij mensen de centrale of perifere verwerkingsroute volgen [1](#page=1).
* **Centrale route:** Betreft het nadenken over de inhoud van de boodschap en het evalueren van de argumenten op basis van bestaande kennis. Dit leidt waarschijnlijk tot langdurige houdings- en actieveranderingen [1](#page=1).
* **Perifere route:** Wordt gebruikt wanneer iemand onwillig of niet in staat is de cognitieve middelen voor centrale verwerking te leveren. Beslissingen worden dan genomen zonder adequate evaluatie van argumenten, wat minder duurzame verandering oplevert, omdat nieuwe informatie niet wordt gekoppeld aan bestaande kennis en overtuigingen. Beslissingen kunnen gebaseerd zijn op gevoel, expertise-accuraatheid ('de dokter weet het') of consensus-accuraatheid ('de meerderheid heeft gelijk') [1](#page=1).
**Voorbeeld:** Bij tijdgebrek of wanneer een onderwerp als irrelevant wordt beschouwd, kan men de perifere route nemen en beslissingen baseren op oppervlakkige heuristieken [1](#page=1).
#### 1.3.2 Invloed van voorkennis op persuasieve boodschappen
Onderzoek van Wood et al. vergeleek de impact van zwakke en sterke argumenten bij mensen met goede of slechte voorkennis. Personen met goede voorkennis vereisten sterke argumenten voor houdingsverandering, terwijl personen met slechte voorkennis (die waarschijnlijk de perifere route volgden) evenzeer werden overtuigd door zwakke als door sterke boodschappen [2](#page=2).
> **Tip:** Om mensen te overtuigen van gezondheidsbevorderende boodschappen, is het belangrijk dat zij de mogelijkheid en motivatie hebben om de centrale route te volgen. Gebrek aan kennis en begrip kan hierbij barrières vormen [2](#page=2).
Centrale verwerking moet leiden tot afwijzing van zwakke argumenten, terwijl perifere verwerking eerder tot overtuiging kan leiden door een gebrek aan argumentatie-evaluatie [2](#page=2).
### 1.4 Conclusies over gedragsverandering
* Cognitieve dissonantietheorie stelt dat het bewustzijn van twee inconsistente cognities een onaangename staat veroorzaakt die we willen elimineren [2](#page=2).
* Houdingsverandering kan worden gestimuleerd door cognitieve dissonantie, maar als gedragsverandering moeilijk wordt geacht, kunnen mensen gezondheidsbevorderende boodschappen verwerpen in plaats van hun intenties te wijzigen [2](#page=2).
* Mensen kunnen persuasieve boodschappen verwerken via de centrale of perifere route. Centrale verwerking leidt waarschijnlijker tot duurzame houdingsverandering en actie [2](#page=2).
* Het verstrekken van alleen informatie is onwaarschijnlijk om gedrag te veranderen, maar kennis is essentieel voor centrale verwerking van gezondheidsrelevante boodschappen. Informatie, motivatie en gedragsvaardigheden zijn allemaal cruciaal voor succesvolle gedragsverandering [2](#page=2).
---
# Cognitieve dissonantie theorie
2. Cognitieve dissonantie theorie
De cognitieve dissonantie theorie (CDT) onderzoekt hoe inconsistenties tussen overtuigingen, attitudes en gedrag leiden tot psychologische spanning die gedragsverandering motiveert [1](#page=1).
### 2.1 Principes van cognitieve dissonantie
Cognitieve dissonantie wordt veroorzaakt door het bewustzijn van twee inconsistente cognities (overtuigingen of attitudes). Dit leidt tot een onplezierige psychologische staat die individuen motiveert om deze inconsistentie te elimineren door middel van cognitieve verandering [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 2.1.1 Gedragsmatige toewijding en dissonantie
Dissonantie treedt op wanneer er sprake is van gedragsmatige toewijding; inconsistenties zonder implicaties leiden waarschijnlijk niet tot dissonantie. Een 'actie-gebaseerd model' stelt dat dissonantie effectieve en onbelemmerde actie kan interfereren, wat negatieve arousal veroorzaakt. Als gevolg hiervan worden cognities in lijn gebracht met gedragsmatige toewijdingen om CDT te verminderen [1](#page=1).
#### 2.1.2 Resolutie van dissonantie
Wanneer mensen zich bewust worden van de inconsistentie tussen hun gedrag en hun cognities, kunnen ze proberen de dissonantie te verminderen door middel van verschillende strategieën:
* **Cognitieve verandering:** Het aanpassen of verwerpen van een van de inconsistente cognities. Bijvoorbeeld, een roker die zich bewust is van het verhoogde risico op ziekte, kan zijn cognities aanpassen door te geloven dat zijn genetica hem beschermt tegen de risico's van roken, of dat andere levensrisico's ertoe leiden dat hij sowieso vroeg sterft [1](#page=1).
* **Gedragsverandering:** Het aanpassen van het gedrag om consistent te zijn met de cognities.
* **Afstand nemen van gedrag/cognities:** Het minimaliseren van de relevantie van het inconsistente gedrag of de cognities. Bijvoorbeeld, afstand nemen van vroegere mislukkingen en de intentie om in de toekomst condoomgebruik te waarborgen [1](#page=1).
> **Tip:** Het is cruciaal om rekening te houden met waargenomen barrières en waargenomen controle wanneer men probeert mensen te helpen hun gedrag te veranderen [1](#page=1).
### 2.2 Toepassing in gezondheidsinterventies
De CDT is relevant voor gezondheidspromotie, met name bij gedragingen zoals condoomgebruik. Interventies die zowel de cognitieve bewustwording van gedrag als gedragsmatige toewijding induceren, kunnen effectiever zijn dan enkel informatieverstrekking [1](#page=1).
#### 2.2.1 Condoomgebruik en CDT
Een studie vergeleek interventies gericht op condoomgebruik:
1. **Enkel informatieverstrekking:** Had beperkt effect op de aankoop van condooms [1](#page=1).
2. **Commitment-inducerend met informatieverstrekking:** Effectiever dan enkel informatie [1](#page=1).
3. **Bewustwording-inducerend (herinnering aan eerdere mislukkingen):** Verhoogde de bewustwording van risico's [1](#page=1).
4. **Gecombineerde commitment- en bewustwording-inducerende conditie:** Leidde tot de grootste toename in condoomgebruik, omdat het de moeilijkheid om het belang van condoomgebruik te ontkennen vergrootte in combinatie met bewustwording van eigen eerdere mislukkingen, wat cognitieve dissonantie veroorzaakte [1](#page=1).
> **Voorbeeld:** Een roker die zich bewust is van de gezondheidsrisico's (cognitie 1), maar toch blijft roken (gedrag/cognitie 2), kan dissonantie ervaren. Om dit op te lossen, kan hij besluiten dat hij toch niet zo vatbaar is voor ziekte, of dat de geneugten van roken opwegen tegen de risico's [1](#page=1).
#### 2.2.2 Factoren die gedragsverandering beïnvloeden
* **Perceptie van gedragscontrole:** De beschikbaarheid van middelen (zoals condooms) kan de waargenomen gedragscontrole verhogen [1](#page=1).
* **Vaardigheden:** In sommige gevallen moeten mensen nieuwe vaardigheden leren (bv. koken van gezonde maaltijden) voordat ze hun gedrag kunnen veranderen [1](#page=1).
* **Afwijzing van boodschappen:** Als gedragsverandering als moeilijk wordt ervaren, kunnen mensen gezondheidspromotieboodschappen afwijzen en hun attitudes ten aanzien van gezondheidsrisicovol gedrag herbevestigen [2](#page=2).
### 2.3 Verwerking van overtuigende boodschappen
Mensen zijn geen passieve ontvangers van informatie; hun bestaande cognities beïnvloeden hoe nieuwe informatie wordt verwerkt [1](#page=1).
#### 2.3.1 Het Elaboration Likelihood Model (ELM)
Het ELM stelt dat de mate waarin mensen overtuigende boodschappen cognitief uitwerken, kan variëren via twee routes:
* **Centrale route:** Hierbij denken mensen na over de inhoud van de boodschap en evalueren ze de argumenten op basis van bestaande kennis. Dit leidt waarschijnlijk tot langdurige houdings- en actieveranderingen [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Perifere route:** Gebruikt wanneer men niet bereid of in staat is tot centrale verwerking. Beslissingen worden genomen zonder grondige evaluatie van argumenten, gebaseerd op oppervlakkige aanwijzingen zoals expertise of consensus. Dit leidt minder snel tot duurzame verandering omdat nieuwe informatie niet aan bestaande kennis wordt gekoppeld [1](#page=1) [2](#page=2).
> **Tip:** Om mensen te overtuigen van gezondheidsbevorderende boodschappen, is het belangrijk dat zij de mogelijkheid en motivatie hebben om de centrale route te gebruiken. Een gebrek aan kennis en begrip kan hierin een barrière vormen [2](#page=2).
#### 2.3.2 Argumentsterkte en voorkennis
Onderzoek toont aan dat mensen met goede voorkennis sterkere argumenten nodig hebben om hun houding te veranderen. Mensen met weinig voorkennis, die waarschijnlijk de perifere route volgen, worden evenzeer overtuigd door zwakke als door sterke argumenten [2](#page=2).
**Samenvatting van de kernpunten:**
* Cognitieve dissonantie theorie stelt dat inconsistente cognities een aversieve psychologische staat veroorzaken die we gemotiveerd zijn te elimineren [2](#page=2).
* Houdingsverandering kan worden aangewakkerd door cognitieve dissonantie, maar als gedragsverandering als moeilijk wordt ervaren, kunnen mensen gezondheidspromotieboodschappen afwijzen in plaats van hun intenties te veranderen [2](#page=2).
* Mensen kunnen overtuigende boodschappen verwerken via de centrale of perifere route. Centrale routeverwerking leidt waarschijnlijk tot duurzame houdings- en actieveranderingen [2](#page=2).
* Het verstrekken van informatie alleen is waarschijnlijk onvoldoende om gedrag te veranderen. Kennis is echter belangrijk voor de centrale routeverwerking van gezondheidsrelevante boodschappen. Informatie, motivatie en gedragsvaardigheden zijn alle cruciaal voor succesvolle gedragsverandering [2](#page=2).
---
# Verwerking van persuasieve berichten
Dit onderwerp onderzoekt hoe individuen persuasieve berichten verwerken via de centrale of perifere route, en hoe dit de effectiviteit van gezondheidsboodschappen beïnvloedt.
## 3. Verwerking van persuasieve berichten
Individuen zijn geen passieve ontvangers van informatie; ze kunnen actief informatie verwerken, waarbij bestaande cognities de manier waarop nieuwe informatie wordt verwerkt, beïnvloeden. Effectieve communicatie is dynamisch en vereist een begrip van de huidige situatie, waarbij nieuwe informatie wordt gepresenteerd op een manier die aansluit bij bestaande cognities. Als bestaande cognities nieuwe informatie niet integreren, moet de communicatie overtuigend zijn om nieuwe cognities te ontwikkelen [1](#page=1).
### 3.1 Het Elaboration Likelihood Model (ELM)
Het Elaboration Likelihood Model (ELM) (Petty & Cacioppo, 1986) stelt dat de mate waarin men persuasieve berichten cognitief uitwerkt kan variëren, waarbij men de centrale of perifere verwerkingsroute volgt [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 3.1.1 De centrale verwerkingsroute
* **Kenmerken:** De centrale route omvat het nadenken over de inhoud van het bericht en het evalueren van de argumenten in het licht van bestaande kennis [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Effectiviteit:** Deze benadering leidt waarschijnlijk tot langdurige houdings- en gedragsveranderingen [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Vereisten:** Omvat het leveren van de cognitieve middelen die nodig zijn voor centrale verwerking [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 3.1.2 De perifere verwerkingsroute
* **Kenmerken:** Wanneer iemand niet bereid of in staat is om de cognitieve middelen voor centrale verwerking te leveren, kan de perifere route worden gebruikt. Hierbij worden beslissingen genomen zonder een gedegen begrip of evaluatie van de argumenten [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Oorzaken:** Dit kan gebeuren onder tijdsdruk of wanneer een kwestie niet relevant wordt geacht [2](#page=2).
* **Beslissingsheuristieken:** Beslissingen kunnen gebaseerd zijn op gevoelens over het bericht of op simpele vuistregels, zoals expertise-accuraatheid (bijvoorbeeld: 'De arts is een expert, dus ze heeft gelijk') of consensus-accuraatheid (bijvoorbeeld: 'Als de meerderheid het ermee eens is, is het waarschijnlijk juist') [2](#page=2).
* **Beperkte duurzaamheid:** Deze route leidt minder waarschijnlijk tot duurzame veranderingen, omdat nieuwe informatie niet wordt gekoppeld aan bestaande kennis en overtuigingen [1](#page=1) [2](#page=2).
### 3.2 Invloed op gezondheidsboodschappen
Om mensen te overtuigen van gezondheidsbevorderende boodschappen, moeten zij de gelegenheid en motivatie hebben om via de centrale route te verwerken. Gebrek aan kennis en begrip van de boodschap kunnen belangrijke barrières vormen [2](#page=2).
* **Effect van argumentsterkte:** Terwijl centrale verwerking moet leiden tot het verwerpen van zwakke argumenten, leidt perifere verwerking waarschijnlijk tot overtuiging door een gebrek aan evaluatie van argumenten [2](#page=2).
* **Voorbeeld (Wood et al., 1985):** Een experiment vergeleek de impact van boodschappen met zwakke en sterke argumenten op individuen met goede of slechte voorkennis. Degenen met goede voorkennis vereisten sterke argumenten om hun houding te veranderen. Degenen met slechte voorkennis (die vermoedelijk via de perifere route verwerkten) werden evenzeer overtuigd door zwakke als door sterke boodschappen [2](#page=2).
> **Tip:** Het bevorderen van verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid is een belangrijk doel. Dit wordt gefaciliteerd wanneer mensen over goede kennis beschikken, bijvoorbeeld over hoe hun lichaam werkt, wat symptomen betekenen en hoe medicatie effect heeft [2](#page=2).
#### 3.2.1 Factoren voor effectieve overtuiging
* **Goede voorkennis:** Goed geïnformeerde mensen die goed onderbouwde, relevante boodschappen ontvangen op een manier die hen in staat stelt zich te concentreren en de informatie te herzien, zullen hun cognitieve verwerking en overtuiging verbeteren [2](#page=2).
* **Genereren van cognitieve dissonantie:** Het overtuigen van mensen van een nieuw standpunt en dit vervolgens contrasteren met hun huidige gedrag kan cognitieve dissonantie genereren en zo gedragsverandering motiveren [2](#page=2).
* **Belang van motivatie en vaardigheden:** Gedragsverandering is echter alleen waarschijnlijk als gevolg van houdings- en motivatieveranderingen wanneer mensen vertrouwen hebben in hun vermogen om te veranderen en dit op een ondersteunde en geleidelijke manier kunnen doen [2](#page=2).
> **Tip:** Als veranderingen niet mogelijk zijn, kunnen mensen gezondheidsbevorderende boodschappen afwijzen en overtuigingen die geassocieerd worden met gezondheidsrisicovol gedrag herbevestigen [2](#page=2).
#### 3.2.2 Het belang van informatie, motivatie en vaardigheden
Het verstrekken van informatie alleen is waarschijnlijk niet voldoende om gedrag te veranderen. Kennis is echter belangrijk voor de centrale route verwerking van gezondheidsgerelateerde berichten. Daarom zijn informatie, motivatie en gedragsvaardigheden cruciaal voor succesvolle gedragsverandering [1](#page=1) [2](#page=2).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Cognitieve processen | Mentale activiteiten zoals waarneming, geheugen, denken en probleemoplossing die van invloed zijn op menselijk gedrag, inclusief beslissingen met betrekking tot gezondheid. |
| Health Belief Model (HBM) | Een theoretisch kader dat voorspelt dat gezondheidsgerelateerd gedrag wordt beïnvloed door de perceptie van vatbaarheid voor ziekte, de ernst ervan, de voordelen en barrières van gedragsverandering, en de signalen om actie te ondernemen. |
| Theory of Planned Behaviour (TPB) | Een model dat stelt dat gedragsintenties, gevormd door attitudes, subjectieve normen en waargenomen gedragscontrole, de belangrijkste voorspellers zijn van gedrag. |
| Cognitieve dissonantie theorie | Een theorie die postuleert dat het ervaren van inconsistentie tussen twee of meer cognities (ideeën, overtuigingen, attitudes) een onaangename psychologische toestand veroorzaakt die motiveert tot het reduceren van die inconsistentie. |
| Perceived behavioural control | Het waargenomen gemak of de moeilijkheid om een bepaald gedrag uit te voeren, wat beïnvloed wordt door de aanwezigheid van hulpmiddelen en mogelijkheden, en de persoonlijke vaardigheden en middelen. |
| Elaboration Likelihood Model (ELM) | Een theorie over persuasie die twee manieren van informatieverwerking beschrijft: de centrale route, waarbij de inhoud van het bericht zorgvuldig wordt geanalyseerd, en de perifere route, waarbij oppervlakkige aanwijzingen worden gebruikt. |
| Centrale route verwerking | Een methode van informatieverwerking waarbij individuen zorgvuldig de inhoud van een persuasieve boodschap evalueren en kritisch nadenken over de argumenten, wat leidt tot duurzamere veranderingen in attitudes en gedrag. |
| Perifere route verwerking | Een methode van informatieverwerking waarbij individuen minder diepgaand nadenken over de inhoud van een persuasieve boodschap en eerder vertrouwen op oppervlakkige aanwijzingen, zoals de geloofwaardigheid van de bron of de emotionele aantrekkingskracht van de boodschap. |
| Gedragsintentie | De bereidheid om een bepaald gedrag uit te voeren, die als de meest directe determinant van gedrag wordt beschouwd in modellen zoals de Theory of Planned Behaviour. |
| Persuasieve berichten | Communicatie die is ontworpen om de attitudes, overtuigingen of het gedrag van een persoon te beïnvloeden, vaak met als doel een specifieke actie te stimuleren of te ontmoedigen. |