Cover
Jetzt kostenlos starten Topsport.pptx
Summary
# De rol van de coach en persoonlijke reflectie
Dit onderwerp onderzoekt het belang van zelfevaluatie van een coach, het integreren van feedback van spelers en staf, en het leren van andere coaches om een persoonlijke coachingsstijl te ontwikkelen.
### 1.1 Zelfevaluatie en de ideale coachingsstijl
Het bepalen van je eigen coachingsstijl is een persoonlijk proces dat begint met introspectie. Coaches moeten reflecteren op hoe zij hun idealen in de praktijk brengen. Dit omvat het actief vragen van feedback van zowel spelers als de rest van de coachingsstaf. Het is essentieel om te bepalen waar je als coach de nadruk op wilt leggen, zowel in je eigen gedrag als in de ontwikkeling van het team.
### 1.2 Leren van andere coaches
Een cruciaal aspect van professionele ontwikkeling is het observeren van het gedrag van andere coaches. Door te analyseren hoe zij opereren, wat hun gemeenschappelijke kenmerken zijn en welke termen zij hanteren, kan een coach zijn of haar eigen stijl verfijnen. De plaatsing van coaches op een hypothetische "coachingscirkel" kan helpen bij het categoriseren van verschillende stijlen en benaderingen. Er kan worden onderzocht of topsportcoaches hogere eisen stellen dan coaches in de breedtesport.
### 1.3 De relatie tussen breedtesport en topsport
Er is een wederzijdse afhankelijkheid tussen breedtesport en topsport.
* **Topsport heeft breedtesport nodig:** De breedtesport vormt de basis voor het ontwikkelen van spelers met het grootste potentieel. Hoe breder de basis van de breedtesport, hoe groter de kans om talentvolle individuen te ontdekken.
* **Breedtesport heeft topsport nodig:** Topsport fungeert als het uithangbord voor een sport. Sportief succes op nationaal niveau trekt nieuwe jeugdspelers aan, terwijl een gebrek aan succes kan leiden tot een daling in de populariteit van de sport.
De inzet van topsportcoaches in de breedtesport kan een meerwaarde bieden, en het is belangrijk om na te denken over wie de breedtesportcoaches zal opleiden.
> **Tip:** Coaches moeten zichzelf constant bijscholen. Dit kan door middel van gratis literatuur en clinics. Coaching is een continu proces en alleen door voortdurende bijscholing kunnen coaches op het hoogste niveau blijven presteren.
### 1.4 Autonomie-ondersteuning in topsport
Autonomie-ondersteuning is een belangrijke methode die ook topsportcoaches gebruiken om sporters te motiveren. Dit omvat:
* **Inspraak in het playbook of gameplan:** Het basisplan voor het seizoen, hoe het team verwacht wordt te spelen.
* **Inspraak in de waarden en structuur van de ploeg:** Spelers kunnen mede bepalen waar de ploeg voor staat en hoe ze bekend willen staan bij tegenstanders. Dit leidt tot meer betrokkenheid bij het naleven van deze waarden.
* **Stemming geschikte kapitein(en):** Verschillende spelers kunnen leidende rollen opnemen op basis van hun sterktes (bijv. taakleider, motivationele leider).
* **Inspraak in de matchvoorbereiding:** Spelers kunnen input leveren over wat zij nodig hebben voor een wedstrijd.
* **Inspraak in de opwarming:** Coaches kunnen spelers de mogelijkheid geven om een opwarmspel voor te stellen, vaak in samenspraak met het team.
* **Inspraak in de laatste training voor een belangrijke match:** In sommige sporten, zoals rugby, kan de aanvoerder deze training leiden.
De bouwstenen van autonomie-ondersteuning omvatten het stimuleren van inbreng, het geven van betekenisvolle uitleg, het geven van weerstand een stem en uitnodigend communiceren.
#### 1.4.1 Valkuilen van autonomie-ondersteuning
Hoewel autonomie-ondersteuning waardevol is, zijn er ook valkuilen:
* **Spelplezier slaat om in verminderde inzet:** Als autonomie te vaak wordt toegepast, kan het gezien worden als luiheid van de coach, waardoor het motiverende effect afneemt.
* **Te veel inbreng kan zorgen voor chaos:** Te veel inspraak op bijvoorbeeld het playbook kan leiden tot een gebrek aan structuur en chaos. Een coach moet een gezonde balans vinden.
* **Inbreng kan omslaan in frustratie:** De keuze voor een aanvoerder kan bijvoorbeeld leiden tot onenigheid als spelers vrienden kiezen in plaats van de meest geschikte persoon. De coach moet zijn spelers kennen en de keuze in een logische richting sturen.
### 1.5 Structuur en controle in topsport
Structuur is van groot belang in zowel topsport als breedtesport. In topsport wordt vaak alles tot in de puntjes geregeld voor de atleten. Topsportcoaches scoren hierdoor vaak zeer hoog op het gebied van structuur.
#### 1.5.1 De valkuil van controle
De overmatige nadruk op structuur kan echter omslaan in controle. Dit kan leiden tot de volgende valkuilen:
* **Druk:** Topsporters zijn vaak zelf al perfectionistisch of "controlefreaks". Extreme controle door de coach kan deze interne druk vergroten.
* **Grensoverschrijdend gedrag:** Wanneer controle te lang doorgaat, kan dit leiden tot een dominante cultuur en uiteindelijk omslaan in grensoverschrijdend gedrag.
> **Tip:** Het is cruciaal voor coaches om "control what you can" toe te passen, maar tegelijkertijd te waken voor het punt waarop structuur omslaat in controlerende of zelfs grensoverschrijdende situaties. Een gezonde balans en kennis van de individuele sporter zijn hierbij essentieel.
---
# De relatie tussen breedtesport en topsport
Deze sectie analyseert de wederzijdse afhankelijkheid tussen breedtesport en topsport, waarbij topsport fungeert als uithangbord en breedtesport essentieel is voor talentontwikkeling.
### 2.1 De onmisbaarheid van breedtesport voor topsport
Topsport kan niet bestaan zonder een sterke breedtesportbasis. Breedtesport is cruciaal voor de ontwikkeling van spelers met het grootste potentieel.
#### 2.1.1 Hoe breder de basis, hoe groter de kans op talent
Hoe breder de participatie in een sport, hoe groter de kans dat er individuen met uitzonderlijk talent worden ontdekt en verder kunnen doorgroeien naar de topsport. De breedtesport vormt de fundamenten voor de aanvoer van talent naar de hogere niveaus.
#### 2.1.2 Hiërarchie van selectie
De doorstroming van breedtesport naar topsport verloopt via verschillende selectieniveaus:
* Breedtesport jeugd
* Provinciale jeugdselectie
* Nationale jeugddetectie
* Selectie nationale jeugdploeg
* Selectie nationale ploeg
Deze gelaagde structuur zorgt ervoor dat talent systematisch wordt opgemerkt en begeleid.
### 2.2 De rol van topsport als uithangbord voor breedtesport
Breedtesport kan evenmin zonder topsport. Topsport dient als het visitekaartje van een sporttak en heeft een directe impact op de instroom van nieuwe beoefenaars.
#### 2.2.1 Succes trekt aan
Succes op het hoogste niveau binnen een sportdiscipline leidt tot verhoogde populariteit en trekt daardoor meer jeugdspelers aan. Dit fenomeen zorgt voor een positieve cyclus van betrokkenheid en groei binnen de sport.
#### 2.2.2 Gevolgen van gebrek aan nationaal succes
Omgekeerd kan een gebrek aan nationaal succes op termijn leiden tot een daling in de populariteit en de instroom van nieuwe spelers in de betreffende sport. Dit benadrukt het belang van aanhoudende prestaties van topsporters voor de vitaliteit van de breedtesport.
### 2.3 De meerwaarde van topsportcoaches in de breedtesport
De inzet van topsportcoaches in de breedtesport kan van grote waarde zijn, niet alleen voor de ontwikkeling van talent, maar ook voor de opleiding van breedtesportcoaches zelf.
#### 2.3.1 Kennisoverdracht en kwaliteitsverbetering
Door hun expertise en ervaring kunnen topsportcoaches waardevolle inzichten en methodieken delen die de kwaliteit van de breedtesport kunnen verhogen. Dit draagt bij aan een betere opleiding van zowel jonge sporters als de coaches die hen begeleiden.
### 2.4 Continue bijscholing voor coaches
Zowel in de breedtesport als in de topsport is constante professionele ontwikkeling voor coaches essentieel.
#### 2.4.1 Het belang van een growth mindset
Coaching is een continu leerproces. Coaches die zich voortdurend bijscholen en een "growth mindset" hanteren, blijven presteren op een hoog niveau en kunnen hun spelers optimaal begeleiden.
#### 2.4.2 Bronnen van bijscholing
Zelfontwikkeling kan plaatsvinden via diverse gratis bronnen zoals literatuur en clinics.
### 2.5 Autonomie-ondersteuning in topsport
Ook in de topsport wordt autonomie-ondersteuning toegepast om sporters te motiveren. Dit houdt in dat sporters inspraak krijgen op verschillende aspecten van hun sportieve traject.
#### 2.5.1 Toepassingen van autonomie-ondersteuning
Voorbeelden van autonomie-ondersteuning in de topsport zijn:
* **Inspraak in het playbook of gameplan:** Spelers worden betrokken bij de strategische planning van het team.
* **Inspraak in waarden en structuur van de ploeg:** Spelers denken mee over de identiteit en de normen binnen het team. Dit kan leiden tot meer commitment, omdat spelers zich meer herkennen in de gezamenlijk bepaalde waarden.
* **Stemming geschikte kapitein(en):** Spelers kunnen medezeggenschap hebben in de keuze van teamleiders, waarbij rekening wordt gehouden met diverse leiderschapskwaliteiten (taakleider, motivationele leider, sociale leider, externe leider).
* **Inspraak in matchvoorbereiding:** Spelers kunnen aangeven wat ze nodig hebben om optimaal voorbereid te zijn op een wedstrijd.
* **Inspraak in opwarming:** Indien gewenst door de coach, kunnen spelers suggesties doen voor opwarmingsactiviteiten.
* **Inspraak in de laatste training voor een belangrijke match:** In sporten zoals rugby kan de kapitein de leiding nemen over de laatste training.
#### 2.5.2 Bouwstenen van autonomie-ondersteuning
De effectieve toepassing van autonomie-ondersteuning steunt op diverse bouwstenen:
* Stimuleren van inbreng.
* Geven van betekenisvolle uitleg.
* Een stem geven aan weerstand.
* Uitnodigend communiceren.
* Spelplezier voeden.
#### 2.5.3 Valkuilen van autonomie-ondersteuning in topsport
Hoewel waardevol, kent autonomie-ondersteuning ook valkuilen:
* **Spelplezier slaat om in verminderde inzet:** Als autonomie te vaak wordt toegepast zonder duidelijke grenzen, kan het worden gezien als luiheid van de coach, wat de inzet van spelers ondermijnt.
* **Te veel inbreng kan zorgen voor chaos:** Een overmaat aan inspraak, bijvoorbeeld in een playbook, kan leiden tot een gebrek aan structuur en overzicht. De coach moet een gezonde balans bewaken.
* **Inbreng kan omslaan in frustratie:** De keuze voor bijvoorbeeld een kapitein kan leiden tot onenigheid of tot de keuze voor vrienden in plaats van de meest geschikte persoon. Dit vereist zorgvuldige sturing door de coach.
### 2.6 Structuur en controle in topsport
Structuur is van vitaal belang in zowel topsport als breedtesport. Vaak wordt er binnen topsport zeer gedetailleerd voor de atleet geregeld. Dit kan echter omslaan in een valkuil wanneer structuur te ver gaat en controle wordt.
#### 2.6.1 De balans tussen structuur en controle
Topsporters zijn vaak van nature geneigd tot controle. Wanneer deze controle extreem wordt, kan dit leiden tot druk en ongezonde situaties.
#### 2.6.2 Valkuilen van extreme controle
Extreme controle kan verschillende negatieve gevolgen hebben:
* **Druk:** Een omgeving met te veel controle kan leiden tot excessieve druk op de sporter.
* **Dominerende cultuur en grensoverschrijdend gedrag:** Wanneer controle ontaardt in een dominante sfeer, kan dit escaleren naar grensoverschrijdend gedrag.
> **Tip:** Als coach is het cruciaal om de grens tussen sturende structuur en controlerend gedrag te herkennen en te bewaken om een gezonde en productieve omgeving te creëren.
---
# Autonomie-ondersteuning in topsport en de valkuilen ervan
Dit thema verkent hoe topsportcoaches autonomie-ondersteuning toepassen om sporters te motiveren, inclusief voorbeelden zoals inspraak in het playbook en teamwaarden, en bespreekt tevens de potentiële valkuilen van te veel autonomie-ondersteuning.
### 3.1 Autonomie-ondersteuning in topsport
Autonomie-ondersteuning wordt door topsportcoaches ingezet als een krachtig middel om sporters te motiveren. Dit houdt in dat sporters meer zeggenschap krijgen over aspecten van hun sportbeoefening, wat leidt tot een verhoogde betrokkenheid en intrinsieke motivatie.
#### 3.1.1 Voorbeelden van autonomie-ondersteuning
* **Inspraak in het playbook of game-plan:** Dit omvat de basisafspraken voor het volledige seizoen en de verwachte speelwijze van het team. Spelers kunnen hierin hun inbreng leveren, wat het draagvlak vergroot.
* **Inspraak in de waarden en structuur van de ploeg:** Aan het begin van de voorbereiding krijgen spelers inspraak in waar de ploeg voor wil staan, hoe ze willen worden herkend door tegenstanders, en wat de normen en waarden zijn. Dit stimuleert de inzet om deze waarden na te leven.
* **Stemming van geschikte kapitein(en):** Er is niet noodzakelijk slechts één kapitein. Verschillende spelers kunnen leidende rollen opnemen op basis van hun sterktes, bijvoorbeeld als taakleider, motivationele leider, sociale leider of externe leider.
* **Inspraak in matchvoorbereiding:** Spelers kunnen aangeven wat zij individueel nodig hebben ter voorbereiding op een wedstrijd.
* **Inspraak in opwarming (indien gewenst door coach):** Coaches kunnen spelers de mogelijkheid geven om zelf een opwarmingsspel voor te stellen of samen met het team te kiezen wat ze graag doen.
* **Inspraak in laatste training voor een belangrijke match:** In sommige sporten, zoals rugby, kan de kapitein de leiding nemen over de laatste training voor een cruciale wedstrijd.
#### 3.1.2 Bouwstenen van autonomie-ondersteuning
De principes van autonomie-ondersteuning die worden toegepast, omvatten onder andere:
* Stimuleren van inbreng.
* Betekenisvolle uitleg geven.
* Weerstand een stem geven.
* Uitnodigend communiceren.
* Spelplezier voeden.
### 3.2 Valkuilen van autonomie-ondersteuning in topsport
Hoewel autonomie-ondersteuning veel voordelen biedt, kunnen topsportcoaches, net als coaches in breedtesport, in valkuilen vervallen.
#### 3.2.1 Te veel inspraak en verminderde inzet
* **Spelplezier slaat om in verminderde inzet:** Wanneer het geven van inspraak, zoals bij het kiezen van een opwarmingsspel, te vaak gebeurt, kan dit worden gezien als luiheid van de coach en zijn effectiviteit verliezen.
* **Te veel inbreng kan zorgen voor chaos:** Te veel verschillende inspraak op een playbook kan leiden tot een gebrek aan structuur en chaos. Een gezonde balans is cruciaal.
* **Inbreng kan omslaan in frustratie:** De keuze voor een kapitein kan, indien niet goed begeleid, leiden tot onenigheid. Spelers kiezen soms vrienden boven de meest geschikte leider. Het is belangrijk de spelers te kennen en de keuze in een logische richting te sturen.
#### 3.2.2 Structuur en controle in topsport
Structuur is essentieel in zowel topsport als breedtesport. Vaak is alles tot in de puntjes geregeld voor atleten. Echter, hier schuilt een valkuil: wanneer slaat structuur om in controle?
* **Controle vs. dwang:** Topsporters zijn vaak zelf controlefreaks. Echter, te veel controle kan leiden tot druk, wat een valkuil is.
* **Dominante cultuur en grensoverschrijdend gedrag:** Extreme controle kan resulteren in een dominante cultuur. Als dit lang aanhoudt, kan het overgaan in grensoverschrijdend gedrag.
> **Tip:** Zorg voor een duidelijke scheiding tussen het stimuleren van autonomie en het behouden van de nodige structuur en controle die kenmerkend zijn voor topsport.
> **Voorbeeld:** Een coach die spelers laat meebeslissen over tactische aanpassingen tijdens een wedstrijd, ondersteunt autonomie. Echter, wanneer diezelfde coach elke individuele beweging van een speler dicteert zonder ruimte voor eigen interpretatie, gaat dit ten koste van de autonomie en kan het leiden tot overmatige druk.
---
# Structuur en controle in topsport
Dit onderwerp verkent de vitale rol van structuur en controle in topsport, hoe dit wordt georganiseerd, en wanneer het kan escaleren naar excessieve controle of zelfs grensoverschrijdend gedrag.
### 4.1 De rol van structuur en controle
Structuur is een bepalende factor in zowel topsport als breedtesport. In topsport is deze structuur vaak tot in de puntjes uitgewerkt voor de atleten, wat kan leiden tot een situatie waarin alles voor hen geregeld is.
#### 4.1.1 Wanneer slaat structuur om in controle?
Een belangrijk aandachtspunt is wanneer de rigide structuur die essentieel is voor topsport, omslaat in excessieve controle. Topsporters zijn van nature vaak al gericht op controle. Deze drang tot controle kan echter een valkuil worden.
* **Valkuil 1: Extreme controle en druk.** Wanneer topsporters, die van nature controlefreaks zijn, te maken krijgen met extreme controle van buitenaf, kan dit leiden tot aanzienlijke druk.
* **Valkuil 2: Dominante cultuur en grensoverschrijdend gedrag.** Extreme controle kan zich ontwikkelen tot een dominante cultuur binnen een team of sportorganisatie. Als dit proces langer aanhoudt, kan het escaleren naar grensoverschrijdend gedrag. Dit is een significante valkuil die de mentale en fysieke gezondheid van sporters kan schaden.
> **Tip:** Het is cruciaal voor coaches om een gezonde balans te vinden tussen het bieden van de nodige structuur en het vermijden van een klimaat van overmatige controle. De grens tussen effectieve begeleiding en verstikkende controle is dun.
### 4.2 Autonomie-ondersteuning in topsport
Hoewel structuur en controle belangrijk zijn, maken topsportcoaches ook gebruik van autonomie-ondersteunende methoden om hun sporters te motiveren. Dit omvat het betrekken van sporters bij beslissingen en processen.
#### 4.2.1 Methoden voor autonomie-ondersteuning
* **Inspraak in het playbook of gameplan:** Spelers krijgen inspraak in de basisafspraken voor het seizoen en de algemene speelwijze van het team. Dit vergroot de betrokkenheid en het eigenaarschap.
* **Inspraak in waarden en structuur van de ploeg:** Aan het begin van het seizoen kunnen spelers meebeslissen over de waarden en normen van het team. Dit zorgt voor een grotere bereidheid om deze na te leven.
* **Stemming van geschikte kapitein(en):** In plaats van slechts één kapitein, kunnen verschillende spelers leidinggevende rollen opnemen op basis van hun specifieke sterktes, zoals taakleiderschap, motivationeel leiderschap, sociaal leiderschap of extern leiderschap.
* **Inspraak in matchvoorbereiding:** Spelers kunnen aangeven wat zij nodig hebben voor een wedstrijd, wat de coach kan helpen om de voorbereiding beter af te stemmen.
* **Inspraak in opwarming:** Soms kunnen coaches spelers een opwarmingsspel laten voorstellen, wat kan bijdragen aan het spelplezier en de motivatie.
* **Inspraak in laatste training voor een belangrijke match:** In sporten zoals rugby kan de kapitein bijvoorbeeld de leiding nemen over de laatste training voor een cruciale wedstrijd.
> **Tip:** Het stimuleren van inbreng en het geven van betekenisvolle uitleg zijn essentiële bouwstenen voor autonomie-ondersteuning. Ook het geven van een stem aan weerstand en uitnodigend communiceren dragen hieraan bij.
#### 4.2.2 Valkuilen van autonomie-ondersteuning in topsport
Hoewel autonomie-ondersteuning waardevol is, kunnen coaches ook hierin vervallen in valkuilen:
* **Spelplezier slaat om in verminderde inzet:** Als het inspreken van bijvoorbeeld een opwarmingsspel te vaak gebeurt, kan dit door de coach als luiheid worden gezien en zijn effect verliezen. Dit kan leiden tot verminderde inzet in plaats van verhoogde motivatie.
* **Te veel inbreng kan zorgen voor chaos:** Te veel inspraak op belangrijke gebieden zoals het playbook kan leiden tot chaos in plaats van structuur. De coach moet hierin een gezonde balans bewaken.
* **Inbreng kan omslaan in frustratie:** De keuze voor bijvoorbeeld een aanvoerder kan leiden tot onenigheid als spelers uit kiezen voor vrienden in plaats van de meest geschikte persoon voor de rol. Het is belangrijk de spelers goed te kennen en de keuzes in een logische richting te sturen.
> **Voorbeeld:** Een coach die spelers continu laat kiezen wat ze willen doen tijdens de opwarming, loopt het risico dat dit gezien wordt als een gebrek aan leiderschap. De spelers kunnen hierdoor minder gedisciplineerd worden in plaats van gemotiveerder.
De kern is om autonomie-ondersteuning effectief in te zetten door spelplezier te voeden en inbreng te stimuleren, zonder dat dit leidt tot chaos of verminderde inzet.
---
# Werkcolleges en praktische opdrachten
Dit gedeelte behandelt de vereisten voor deelname aan werkcolleges, de deadline management voor opdrachten en de noodzaak om specifieke literatuur mee te brengen.
### 5.1 Voorbereiding en deelname aan werkcolleges
Werkcolleges (WC's) vereisen een grondige voorbereiding om deelname mogelijk te maken. Het niet of onvolledig indienen van de voorbereiding vóór aanvang van het werkcollege resulteert in uitsluiting van deelname aan de les. Iedereen is verplicht zich voor te bereiden.
#### 5.1.1 Specifieke vereisten per werkcollege
* **WC1:** Vereist een voorbereiding van 5 minuten waarin oefeningen uit de lessen worden behandeld. Het handboek over motiverend coachen is verplicht mee te brengen.
* **WC2:** Is verplicht in te vullen. Dit betreft een enquête en een autobiografische opdracht die uiterlijk op zondag 30 november via Leho ingediend moet worden.
#### 5.1.2 Algemene deelnamevoorwaarden
* **Voorbereiding:** Niet voorbereid is niet deelnemen aan de les en bijgevolg geen feedback ontvangen.
* **Kledij:** Sportkledij en sportschoenen zijn verplicht.
* **Te laat komen:** Te laat komen betekent pas deelnemen vanaf de pauze, indien de lesgever dit toestaat.
* **Indiening:** Indiening op Leho is verplicht voor week 8 (WC1 & WC2).
### 5.2 Literatuurvereisten
Het handboek "motiverend coachen" is een verplichte literatuur die meegebracht moet worden naar werkcollege 1.
### 5.3 Overige belangrijke informatie
* **Gastspreker:** Op vrijdag 12 december is er een gastspreker. Aanwezigheid is verplicht, aangezien er zeker examenvragen uit deze sessie zullen komen.
* **Repetitie:** Werkcolleges dienen ter repetitie van de stof.
> **Tip:** Zorg ervoor dat je de voorbereidingsopdrachten altijd tijdig en volledig indient om deelname aan de werkcolleges niet te mislopen. Controleer ook de specifieke instructies voor elk werkcollege goed.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Jeugdcoach | Een coach die gespecialiseerd is in het begeleiden en trainen van jonge sporters, vaak gericht op hun ontwikkeling binnen een sportdiscipline. |
| Selectietrainer | Een trainer die verantwoordelijk is voor het selecteren van spelers voor een team of selectie, en deze vervolgens traint met het oog op prestatie en competitie. |
| Head coach | De hoofdverantwoordelijke coach van een team of sportclub, die de algehele leiding heeft over trainingen, wedstrijden en de sportieve strategie. |
| Assistent coach | Een coach die de hoofdcoach ondersteunt bij trainingen, wedstrijdanalyses en de begeleiding van spelers, en specifieke taken uitvoert zoals de fysieke training. |
| Physical coach | Een coach die zich richt op de fysieke conditie, kracht, uithoudingsvermogen en blessurepreventie van sporters, vaak in samenwerking met de hoofdcoach. |
| Talent scout | Een persoon die actief zoekt naar jong talentvolle sporters binnen een bepaalde regio of sporttak, met als doel hen te werven voor verdere ontwikkeling. |
| Promotie | Het bereiken van een hogere divisie of competitieniveau binnen een sportcompetitie door middel van sportieve prestaties, zoals kampioenschap of plaatsing voor play-offs. |
| Kampioen | De sporter of ploeg die als eerste eindigt in een competitie of toernooi en daarmee de hoogste eer behaalt. |
| Play-offs | Een reeks wedstrijden die gespeeld worden na de reguliere competitie om de uiteindelijke kampioen te bepalen, vaak tussen de bestgeplaatste teams. |
| Goud / Zilver / Brons | Medailles die worden uitgereikt aan de winnaars van de eerste, tweede en derde plaats in een sportcompetitie of toernooi. |
| Reflecteren | Het proces van nadenken over eigen ervaringen, acties en prestaties om daaruit te leren en toekomstig gedrag te verbeteren. |
| Feedback | Informatie die wordt gegeven over iemands gedrag, prestaties of werk, bedoeld om verbeterpunten te identificeren en groei te stimuleren. |
| Co-achingstaf | De groep van coaches en andere stafleden die samenwerken om een team of individuele sporters te begeleiden en te ondersteunen. |
| Coachingscirkel | Een model of raamwerk dat de verschillende aspecten en domeinen van coaching visualiseert en organiseert, vaak gebruikt voor zelfreflectie en ontwikkeling. |
| Breedtesport | Sportactiviteiten die gericht zijn op recreatie, gezondheid en algemene deelname voor een breed publiek, zonder de nadruk op topsportprestaties. |
| Topsport | Sportbeoefening op het hoogste niveau, gericht op maximale prestaties, competitie en het behalen van sportieve successen. |
| Selectie nationale ploeg | Het team dat de beste spelers van een land vertegenwoordigt in internationale competities. |
| Nationale jeugddetectie | Het proces van het opsporen en identificeren van veelbelovende jonge talenten voor nationale jeugdselecties. |
| Provinciale jeugdselectie | Een team samengesteld uit de beste jonge spelers binnen een specifieke provincie, die deelneemt aan regionale competities. |
| Shadow team | Een team dat fungeert als een trainingspartner of reserveteam voor de hoofdselectie, vaak bestaande uit opkomend talent. |
| Potentieel | De mogelijkheid of aanleg die een persoon heeft om zich te ontwikkelen tot iets groots of succesvols, in dit geval op sportief gebied. |
| Uithangbord | Iets of iemand dat de representatie vormt van een grotere entiteit, zoals een sport of club, en die publieke aandacht en herkenning genereert. |
| Autonomie-ondersteuning | Een coachtechniek waarbij sporters meer controle en inspraak krijgen in hun eigen trainingsproces, doelen en beslissingen, wat leidt tot hogere motivatie en betrokkenheid. |
| Playbook | Een verzameling van strategieën, tactieken en basisafspraken die een team hanteert tijdens het spel of seizoen. |
| Gameplan | Een gedetailleerd plan van aanpak voor een specifieke wedstrijd, inclusief strategieën en reacties op mogelijke scenario's van de tegenstander. |
| Taakleider | Een persoon die de leiding heeft over een specifieke taak of project binnen een team. |
| Motivationele leider | Een leider die in staat is om anderen te inspireren, motiveren en enthousiasmeren om hun doelen te bereiken. |
| Sociale leider | Een leider die zich richt op het bevorderen van harmonieuze relaties en cohesie binnen een groep. |
| Externe leider | Een leider die buiten de directe operationele groep opereert, maar wel invloed uitoefent op de resultaten. |
| Spelplezier | Het plezier en de voldoening die een sporter ervaart tijdens het beoefenen van hun sport. |
| Valkuilen | Situaties of gedragingen die tot negatieve gevolgen kunnen leiden, ondanks goede bedoelingen. |
| Controle | Het vermogen om omstandigheden, processen of gedragingen te beheersen en te sturen. |
| Grensoverschrijdend gedrag | Gedrag dat de grenzen van acceptabel sociaal contact overschrijdt, variërend van intimidatie tot fysiek geweld. |
| Werkcollege | Een interactieve sessie waarin studenten in groepen werken aan opdrachten, casestudies of projecten onder begeleiding van een docent. |
| Autobiografische opdracht | Een schrijfopdracht waarbij de student een persoonlijk verhaal of reflectie op eigen ervaringen presenteert. |