Cover
Jetzt kostenlos starten Stuvia-4501966-verpleegkunde-interventies.pdf
Summary
# Procedure van een verpleegkundige interventie
Deze sectie beschrijft de stappen die een verpleegkundige moet volgen bij het uitvoeren van een interventie, inclusief gegevensverzameling, planning, actie, nazorg en evaluatie [2](#page=2).
### 1.1 Algemene procedure van een verpleegkundige interventie
De algemene procedure van een verpleegkundige interventie omvat de volgende vier hoofdfasen: gegevensverzameling, planning, actie en evaluatie [2](#page=2).
#### 1.1.1 Gegevens verzamelen
Dit is de eerste fase en houdt in dat de verpleegkundige relevante informatie verzamelt over de zorgvrager, de geplande interventie en het benodigde materiaal [2](#page=2).
* **De zorgvrager:**
* **Administratieve gegevens:** Hieronder vallen naam, voornaam, kamer- en bednummer, geslacht, leeftijd en opnamedatum [2](#page=2).
* **Medische gegevens:** Dit omvat de reden van opname, uitgevoerde onderzoeken, diagnose en behandeling, evenals eventuele afwijkingen of bijzondere aandachtspunten [2](#page=2).
* **Verpleegkundige gegevens:** Dit betreft de fysieke toestand (mobiliteit, medewerking) en de psycho-sociaal-spirituele aspecten (begrip, aandachtspunten, verwachtingen) van de zorgvrager [2](#page=2).
* **De verpleegkundige interventie:**
* Controleer de uit te voeren interventies, voorschriften en afspraken [2](#page=2).
* Controleer de frequentie en het tijdstip van de interventie [2](#page=2).
* Controleer eventuele afspraken en procedures op de afdeling [2](#page=2).
* **Het materiaal:**
* Ga na welk materiaal nodig is voor de interventie [2](#page=2).
* Controleer of een deel van het materiaal al aanwezig is op de kamer van de zorgvrager [2](#page=2).
#### 1.1.2 Planning
In deze fase plant de verpleegkundige de interventie op basis van de toestand van de zorgvrager en integreert deze, indien mogelijk, in de totaalzorg [2](#page=2).
#### 1.1.3 Actie
De actiefase omvat de voorbereiding en de daadwerkelijke uitvoering van de interventie [2](#page=2).
* **Voorbereiding:**
* **Buiten de kamer:**
* **De verpleegkundige:** Zorgt voor persoonlijke hygiëne en past handhygiëne toe [2](#page=2).
* **De zorgvrager:** Verifieert of de zorgvrager op de hoogte is van de geplande interventie [2](#page=2).
* **Het materiaal:** Verzamel al het benodigde materiaal [2](#page=2).
* **Op de kamer:**
* **De zorgvrager:** Begroet de zorgvrager, vraagt eventuele bezoekers de kamer te verlaten en controleert de identiteit van de zorgvrager. De verpleegkundige geeft informatie over de procedure, gewaarwordingen en de verwachte medewerking van de zorgvrager [2](#page=2) [3](#page=3).
* **De omgeving:** Schakel het beletlicht in, sluit eventueel ramen en deuren en de bedgordijnen. Zorg voor voldoende ruimte en breng het bed op een ergonomische werkhoogte [3](#page=3).
* **Het materiaal:** Stel het materiaal ergonomisch op [3](#page=3).
* **Uitvoering:** De daadwerkelijke uitvoering van de interventie vindt plaats [3](#page=3).
#### 1.1.4 Nazorg
De nazorgfase bestaat uit acties zowel op de kamer als buiten de kamer, gericht op het herstellen van de normale situatie en administratieve afhandeling [3](#page=3).
* **Op de kamer:**
* **De zorgvrager:** Installeer de zorgvrager in een comfortabele houding, vraag of die nog iets nodig heeft en groet de zorgvrager bij vertrek [3](#page=3).
* **Het materiaal:** Reinig en desinfecteer het materiaal indien nodig en berg het gebruikte materiaal op [3](#page=3).
* **De omgeving:** Plaats het bed in laagstand en breng de onrusthekens naar beneden. Zet gebruiksvoorwerpen binnen handbereik, open de bedgordijnen en schakel het beletlicht uit [3](#page=3).
* **Buiten de kamer:**
* **Het materiaal:** Sorteer, reinig en desinfecteer het materiaal indien nodig en berg het op [3](#page=3).
* **De verpleegkundige:** Pas handhygiëne toe [3](#page=3).
* **De administratie:** Rapporteer schriftelijk de uitgevoerde zorg en observaties in het verpleegdossier en mondeling de observaties [3](#page=3).
#### 1.1.5 Evaluatie
De laatste fase is de evaluatie, waarbij wordt beoordeeld of de interventie correct en vlot is uitgevoerd, er holistisch is gewerkt en rekening is gehouden met de basisprincipes [3](#page=3).
* Werd de interventie correct en vlot uitgevoerd [3](#page=3)?
* Werd er holistisch gewerkt [4](#page=4)?
* Werd er rekening gehouden met de basisprincipes [4](#page=4)?
* Hygiëne en steriliteit [4](#page=4).
* Belevingswereld van de zorgvrager [4](#page=4).
* Zelfzorg en inspraak [4](#page=4).
* Veiligheid [4](#page=4).
* Comfort [4](#page=4).
* Ergonomie [4](#page=4).
* Economie en ecologie [4](#page=4).
### 1.2 Handhygiëne: procedure handen wassen
De procedure voor het handen wassen beschrijft de indicaties, doelstellingen, planning en acties voor het professioneel wassen van handen [4](#page=4).
#### 1.2.1 Indicaties om handen te wassen
Handen moeten gewassen worden in verschillende situaties om kruisbesmetting te voorkomen en hygiëne te waarborgen [4](#page=4).
* **Persoonlijke hygiëne:** Vóór en na aanvang van werk of pauze, na toiletgebruik, na hoesten, niezen of neus snuiten [4](#page=4).
* **Bij zichtbaar bevuilde handen** [4](#page=4).
* **Bij contact met een patiënt met micro-organismen die alcoholresistent zijn** (bijvoorbeeld Clostridioides difficile) [4](#page=4).
* **Na rechtstreekse blootstelling aan lichaamsvochten** [4](#page=4).
#### 1.2.2 Doelstellingen
Het doel van de procedure is dat de student de handen op een professionele manier kan wassen [4](#page=4).
#### 1.2.3 Planning
De duur van het handen wassen moet minimaal 40 tot 60 seconden bedragen [4](#page=4).
#### 1.2.4 Actie
De acties voor het handen wassen zijn onderverdeeld in voorbereiding, uitvoering en nazorg [4](#page=4).
* **Voorbereiding:**
* Verwijder ringen, polshorloges en andere sieraden [4](#page=4).
* Zorg voor algemeen goede persoonlijke hygiëne [4](#page=4).
* Controleer of alle materialen aanwezig zijn [4](#page=4).
* **Uitvoering:**
* Open de kraan [4](#page=4).
* Bevochtig de handen, vingertoppen en onderarmen met water [4](#page=4).
* Neem 1-2 pompjes zeep en zeep alle oppervlakken van de handen in [4](#page=4).
* Spoel de handen onder stromend water, gericht naar beneden [4](#page=4).
* Droog de handen met een wegwerphanddoek door te deppen [4](#page=4).
* Sluit de kraan met de elleboog of een wegwerpdoekje [4](#page=4).
* **Nazorg:**
* Maak geregeld gebruik van huidbeschermende crème [4](#page=4).
* Vermeld eventuele infecties aan handen en nagels [4](#page=4).
* Bescherm eventuele wondjes door ze af te dekken of handschoenen te dragen [4](#page=4).
* * *
# Handhygiëne en isolatiemaatregelen
Handhygiëne en isolatiemaatregelen zijn cruciale componenten voor het waarborgen van patiëntveiligheid en het voorkomen van de verspreiding van infecties in de zorg. Dit omvat nauwkeurige procedures voor handwassen en handontsmetting, evenals de correcte toepassing van preventieve isolatiemaatregelen (#page=4, 6, 7) [4](#page=4) [6](#page=6) [7](#page=7).
### 2.1 Handen wassen
Het wassen van handen is een fundamentele procedure voor persoonlijke hygiëne en infectiepreventie [4](#page=4).
#### 2.1.1 Indicaties om handen te wassen
Er zijn diverse situaties waarin handen gewassen dienen te worden [4](#page=4):
* **Persoonlijke hygiëne:** vóór en na aanvang van werkzaamheden of een pauze, na toiletgebruik, na hoesten, niezen of het snuiten van de neus [4](#page=4).
* **Zichtbaar bevuilde handen:** wanneer handen zichtbaar vies zijn [4](#page=4).
* **Contact met specifieke micro-organismen:** bij patiënten met micro-organismen die resistent zijn tegen alcohol, zoals \_Clostridioides difficile [4](#page=4).
* **Blootstelling aan lichaamsvochten:** na rechtstreekse blootstelling aan lichaamsvochten [4](#page=4).
#### 2.1.2 Procedure handen wassen
Het correct uitvoeren van de handenwasprocedure duurt minimaal 40 tot 60 seconden [4](#page=4).
##### 2.1.2.1 Voorbereiding
Voordat men begint met handen wassen, dienen de volgende voorbereidingen getroffen te worden [4](#page=4):
* Verwijder ringen, polshorloges en andere sieraden [4](#page=4).
* Zorg voor een algemeen goede persoonlijke hygiëne [4](#page=4).
* Controleer of alle benodigde materialen aanwezig zijn [4](#page=4).
##### 2.1.2.2 Uitvoering
De stappen voor het uitvoeren van de handenwasprocedure zijn als volgt [4](#page=4):
1. Open de kraan [4](#page=4).
2. Bvochtig de handen, vingertoppen en onderarmen met water [4](#page=4).
3. Neem 1-2 pompjes zeep en zeep alle oppervlakken van de handen in [4](#page=4).
4. Spoel de handen af onder stromend water, waarbij de handen naar beneden gericht worden gehouden [4](#page=4).
5. Droog de handen met een wegwerphanddoek, bij voorkeur deppend [4](#page=4).
6. Sluit de kraan met de elleboog of met een wegwerpdoekje [4](#page=4).
##### 2.1.2.3 Nazorg
Na het handen wassen is nazorg belangrijk [4](#page=4):
* Maak regelmatig gebruik van een huidbeschermende crème [4](#page=4).
* Meld eventuele infecties aan handen en nagels [4](#page=4).
* Bescherm wondjes door ze af te dekken of handschoenen te dragen [4](#page=4).
### 2.2 Handen ontsmetten
Handen ontsmetten is een alternatief voor handen wassen in bepaalde situaties, vooral wanneer handen niet zichtbaar bevuild zijn. Het gebruik van handschoenen is hierbij relevant [6](#page=6).
#### 2.2.1 Soorten ontsmettingsmiddelen
Er worden verschillende soorten ontsmettingsmiddelen onderscheiden [6](#page=6):
* **Waterig:** geschikt voor handen en wonden [6](#page=6).
* **Alcoholisch:** geschikt voor oppervlakken [6](#page=6).
#### 2.2.2 Aandachtspunten bij ontsmetten
Bij het gebruik van ontsmettingsmiddelen zijn de volgende aandachtspunten van belang [6](#page=6):
* Meng nooit twee verschillende producten [6](#page=6).
* Gebruik de voorgeschreven concentratie van het product [6](#page=6).
* Respecteer de contacttijd van het ontsmettingsmiddel [6](#page=6).
* De bewaartermijnen na opening zijn:
* Waterig: 2 weken [6](#page=6).
* Alcoholisch: 4 weken [6](#page=6).
* Noteer de datum van opening op het product [6](#page=6).
### 2.3 Preventieve isolatiemaatregelen
Preventieve isolatiemaatregelen zijn bedoeld om de verspreiding van infecties te minimaliseren. Er is een specifieke volgorde voor het aan- en uittrekken van beschermingsmiddelen [7](#page=7).
#### 2.3.1 Procedure aan doen
De volgorde voor het aantrekken van isolatiemateriaal is als volgt [7](#page=7):
1. Handen ontsmetten [7](#page=7).
2. Schort aandoen [7](#page=7).
3. Masker aandoen [7](#page=7).
4. Bril aandoen [7](#page=7).
5. Handschoenen aandoen [7](#page=7).
#### 2.3.2 Procedure uitdoen
De volgorde voor het uittrekken van isolatiemateriaal is cruciaal om kruisbesmetting te voorkomen [7](#page=7):
1. Handschoenen uitdoen [7](#page=7).
2. Bril uitdoen [7](#page=7).
3. Schort uitdoen [7](#page=7).
4. Masker uitdoen [7](#page=7).
5. Handen ontsmetten [7](#page=7).
#### 2.3.3 Omgaan met schorten en sas
Indien er een sas (gangetje voor de kamer) aanwezig is, dient het schort met de vuile kant tegen de muur gehangen te worden [7](#page=7).
> **Tip:** Het nauwkeurig volgen van de aan- en uitprocedures voor isolatiemateriaal is essentieel om jezelf en anderen te beschermen tegen infecties. Let goed op de volgorde om contaminatie te voorkomen.
>
> **Tip:** Zorg ervoor dat je huid goed verzorgd blijft met beschermende crèmes, vooral bij frequent handen wassen en ontsmetten, om huidirritatie en -beschadiging te voorkomen.
* * *
# Behoefte aan beweging en manutentie
Dit hoofdstuk behandelt ergonomische principes voor verpleegkundigen bij het verplaatsen van patiënten om musculoskeletale aandoeningen te voorkomen, inclusief bewegingsmodellen en hulpmiddelen.
### 3.1 Algemene principes van beweging en manutentie
De behoefte aan beweging en correcte manutentie is cruciaal in de zorg om musculoskeletale aandoeningen (MSA) bij zorgverleners te voorkomen. MSA zijn gezondheidsproblemen die hun oorsprong vinden in de arbeidssituatie en die specifieke musculoskeletale structuren aantasten, zoals de rug, nek en onderste ledematen. Hoewel er geen wetgeving is die specifieke straffen oplegt voor foutieve manutentie of ergonomie, is het welzijn van de zorgverlener prioriteit [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 3.1.1 Risicofactoren voor musculoskeletale aandoeningen
De belangrijkste risicofactoren die MSA in de hand werken, zijn onderverdeeld in:
* Fysieke (biomechanische) en omgevingsfactoren [9](#page=9).
* Organisatorische factoren [9](#page=9).
* Individuele factoren [9](#page=9).
#### 3.1.2 Voorkomen van musculoskeletale aandoeningen
Om MSA te vermijden, combineert de verpleegkundige drie benaderingen:
* Een ergonomische aanpak [9](#page=9).
* Het correct uitvoeren van bewegingen [9](#page=9).
* Het uitvoeren van lichamelijke oefeningen, zoals stretchoefeningen [9](#page=9).
#### 3.1.3 Manutentie: het ergonomisch verplaatsen van personen
Manutentie bestudeert en beschrijft hoe ‘lasten’, in dit geval mensen, op een ergonomische wijze verplaatst kunnen worden. Het is belangrijk te onthouden dat de benen van een patiënt ongeveer één derde van het lichaamsgewicht wegen. Bovendien mag een zorgverlener slechts maximaal 15 kilogram tillen. Tragisch genoeg heeft 7 op de 10 zorgverleners rug- en/of nekklachten [8](#page=8) [9](#page=9).
##### 3.1.3.1 Belangrijke basishoudingen voor de verpleegkundige bij manutentie
De volgende basishoudingen zijn essentieel voor de verpleegkundige tijdens manutentie:
* Rechtopstaande houding (de enige veilige actieve houding) [9](#page=9).
* Achterovergeleunde houding [9](#page=9).
* Stabiele houding [9](#page=9).
* Strek-buighouding [9](#page=9).
* Stabiele bankhouding [9](#page=9).
* Stabiele rappel [9](#page=9).
* Lage en hoge hurkzit [9](#page=9).
* Supinatie [9](#page=9).
* Pivoteren [9](#page=9).
Een handige applicatie genaamd "Eulift" biedt 3D-animaties van deze basishoudingen [9](#page=9).
##### 3.1.3.2 Algemene aandachtspunten bij het verplaatsen
Bij het verplaatsen van patiënten zijn er diverse algemene aandachtspunten:
* Ken uw eigen grenzen en schat het gewicht van de hulpvrager in [10](#page=10).
* Verdeel het gewicht evenredig wanneer meerdere personen verplaatsen [10](#page=10).
* Zorg voor een goede lichamelijke conditie en sterke spieren ter bescherming [10](#page=10).
* Vermijd hinderlijke kledij en draag veilig schoeisel [10](#page=10).
* Kom zo dicht mogelijk bij het te verplaatsen gewicht [10](#page=10).
* Vermijd obstakels en hindernissen [10](#page=10).
* Zorg indien mogelijk voor voldoende werkruimte, stabiliteit en een groot steunvlak [10](#page=10).
* Beperk de duur van de verplaatsing [10](#page=10).
* Maak zoveel mogelijk gebruik van aanwezige hulpmiddelen [10](#page=10).
* Vermijd hoogteverschillen tijdens het verplaatsen [10](#page=10).
* Houd altijd rekening met het comfort van zowel de hulpvrager als de hulpverlener [10](#page=10).
* Analyseer de beweging in functie van kracht en het natuurlijke bewegingspatroon [10](#page=10).
* Geef vriendelijke instructies aan de zorgvragers [10](#page=10).
* Zorg voor een goede positie van het steeklaken, in de lengte [10](#page=10).
##### 3.1.3.3 Belangrijke uitvoeringsprincipes
Voordat de uitvoering van een verplaatsing start, dient een analyse te gebeuren met de volgende vragen:
* Waar moet de hulpvrager naartoe? [10](#page=10).
* Welk traject moet afgelegd worden? [10](#page=10).
* Wat is de toestand van de hulpvrager? [10](#page=10).
* Welke medewerking kan van de hulpvrager verwacht worden? [10](#page=10).
* Wat zijn onze eigen mogelijkheden en beperkingen? [10](#page=10).
* Welke maatregelen zijn nodig voor een optimale uitvoering? [10](#page=10).
* Moeten er obstakels verwijderd worden? [10](#page=10).
* Over welke hulpmiddelen beschikken we? [10](#page=10).
Na deze analyse kan de uitvoering starten volgens de volgende principes:
* **Ontspan voor inspanning!** Dit geeft maximale kracht bij ontspannen spieren [11](#page=11).
* De uitvoering moet dynamisch maar langzaam gebeuren voor betere krachtdosering en bescherming van gewrichten [11](#page=11).
* Werk steeds met de "3 neuzen" in dezelfde richting (neus van het aangezicht en de neuzen van de schoenen) om torsie van de romp te voorkomen. Vermijd dus voorovergebogen en zijwaarts verplaatsen [11](#page=11).
* Pas de **Wet van Schwann** toe: neem een aanloop om een grote inspanning te vergemakkelijken. De aanloopbeweging is tegengesteld aan de beweging waarbij kracht gezet wordt (schommelbeweging) [11](#page=11).
* Zorg voor stevige en veilige aangrijpingspunten, bij voorkeur ter hoogte van de bekken- en schoudergordel. Gebruik handpalmen om te drukken of te trekken en houd polsen in neutrale positie [11](#page=11).
* Werk zoveel mogelijk met gestrekte armen en houd handen steeds in supinatie [11](#page=11).
* Houd de schouders naar beneden; werk nooit boven schouderhoogte [11](#page=11).
* Neem bij voorovergebogen houdingen altijd steunpunten [11](#page=11).
* Spreek goed af met collega’s tijdens het verplaatsen door middel van korte commando's of knikjes [11](#page=11).
* Laat de hulpvrager meehelpen indien mogelijk, maar hinder zijn spontane verplaatsingen niet [11](#page=11).
#### 3.1.4 Aandachtspunten bij specifieke verplaatsingen
Voor een veilige zorgverlening geldt extra aandacht voor:
* Het omhoog plaatsen van bedhekken bij het wentelen van een zorgvrager [11](#page=11).
* Zorgen dat de zorgvrager schoenen draagt voordat hij rechtstaat [11](#page=11).
#### 3.1.5 Steunpunten
Er zijn verschillende steunpunten te onderscheiden:
* Knie-elleboogsteun [11](#page=11).
* Heup-elleboogsteun [11](#page=11).
#### 3.1.6 Oefenpositie bed: uitvoering
Bij het oefenen van de positie in bed dient rekening gehouden te worden met:
* De algemene indruk van de zorgvrager [12](#page=12).
* De staat van het bed: opgedekt, aanwezigheid van een optrekbeugel, bedhekken, hoog/laag bediening en wielen [12](#page=12).
* Aanwezigheid van infusie [12](#page=12).
* Aanwezigheid van een blaassonde [12](#page=12).
* De indeling van de kamer [12](#page=12).
### 3.2 Procedures bij manutentie van personen
#### 3.2.1 Verplaatsingen
Diverse procedures vallen onder de manutentie van personen:
* **Transleren:** Verplaatsen van de ene plaats naar de andere, met één of twee verpleegkundigen [12](#page=12).
* **Wentelen:** Omdraaien van de patiënt, met één of twee verpleegkundigen. Dit kan gebeuren door duwen/trekken, met een steeklaken, of met een glijzeil als hulpmiddel [12](#page=12).
* **Verplaatsen van lig- naar zithouding:** Dit kan gebeuren via een armbrug, in zijlig, of met behulp van hulpmiddelen zoals een glijzeil of draaischijf [12](#page=12).
* **Verplaatsen van zit- naar lighouding:** Dit gebeurt door pivoteren of schommelen, met hulpmiddelen zoals een glijzeil of draaischijf [12](#page=12).
* **Verplaatsen van zit- naar staande houding:** Hiervoor wordt vaak een lendengordel als hulpmiddel gebruikt [12](#page=12).
* **Verplaatsen van staande- naar zithouding:** [12](#page=12).
* **Hogerop brengen in een bed:** Met één of twee verpleegkundigen [12](#page=12).
* **Hogerop brengen in een zetel of rolstoel:** Met één of twee verpleegkundigen. Hierbij kan een one-way-glide-glijzeil nuttig zijn [12](#page=12).
* **Van (rol)stoel naar bed:** Hierbij kunnen een actief en passief tiltoestel ingezet worden [12](#page=12).
* **Stappen:** Dit kan ondersteund worden door een krukgreep, bruiloftsmars, of armbrug [12](#page=12).
* **Verplaatsen van zorgvrager met rugproblematiek:**
* Van lig- naar zithouding: via zijlig [12](#page=12).
* Van zit- naar lighouding: door schommelen [12](#page=12).
#### 3.2.2 Gebruiken van hulpmiddelen bij verplaatsingen
Een breed scala aan hulpmiddelen ondersteunt verplaatsingen en het aannemen van gewenste houdingen:
* **Aanpassen bedhoogte:** Essentieel voor ergonomisch werken [12](#page=12).
* **Glijzeil/glijlaken:** Specifiek ontworpen voor verplaatsingen binnen het bed [13](#page=13).
* Kan gemakkelijk blijven liggen en is semipermeabel [13](#page=13).
* Is vaak enkelzijdig (glijzeil tunnelvormig) met één gladde en één siliconencoating zijde [13](#page=13).
* Wordt onder het steeklaken geplaatst, maar kan zowel erboven als eronder liggen [13](#page=13).
* **Kuitrol:** [13](#page=13).
* **Looprek:** [13](#page=13).
* **Rolstoel:** [13](#page=13).
* **Tillift:** [13](#page=13).
* **Draaischijf:** [13](#page=13).
* **Glijplank:** [13](#page=13).
* **Actief tiltoestel:** [13](#page=13).
* **Passief tiltoestel:** [13](#page=13).
* **Return lift:** [13](#page=13).
### 3.3 Vervoeren van de zorgvrager
Dit omvat het vervoer per bed/brancard en per rolstoel. Aanvullende educatieve materialen, zoals CANVAS E-Learning filmpjes over manutentie, tilliften en houdingen, zijn beschikbaar [13](#page=13).
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Verpleegkundige interventie | Een specifieke actie of reeks acties die door een verpleegkundige wordt uitgevoerd om de gezondheidstoestand van een zorgvrager te beïnvloeden, te verbeteren of te handhaven. |
| Gegevens verzamelen | Het proces van het systematisch verzamelen van informatie over de zorgvrager, de interventie zelf, en het benodigde materiaal als eerste stap in een verpleegkundige procedure. |
| Planning | Het strategisch bepalen van het tijdstip en de integratie van een verpleegkundige interventie binnen de totaalzorg, rekening houdend met de toestand van de zorgvrager. |
| Actie | Het daadwerkelijke uitvoeren van de verpleegkundige interventie, na een zorgvuldige voorbereiding van zowel de omgeving, het materiaal als de zorgvrager. |
| Nazorg | De stappen die na de uitvoering van een interventie worden ondernomen om de zorgvrager comfortabel te maken, het materiaal te reinigen en op te bergen, en de uitgevoerde zorg te documenteren. |
| Evaluatie | Het beoordelen van de correctheid, efficiëntie en effectiviteit van de uitgevoerde verpleegkundige interventie, inclusief de naleving van basisprincipes zoals hygiëne en ergonomie. |
| Handhygiëne | Het reinigen van de handen met water en zeep of een alcoholisch desinfectiemiddel om micro-organismen te verwijderen en de overdracht van infecties te voorkomen. |
| Musculoskeletale aandoeningen (MSA) | Een verzamelnaam voor gezondheidsproblemen die gerelateerd zijn aan de werkomgeving en de bewegingsstructuren van het lichaam, zoals rug-, nek- en ledemaatklachten. |
| Manutentie | Het vakgebied dat zich bezighoudt met het bestuderen en beschrijven van de ergonomische wijze waarop "lasten", zoals personen, verplaatst kunnen worden om blessures bij hulpverleners te voorkomen. |
| Ergonomie | De wetenschap die zich bezighoudt met het ontwerpen van apparatuur en werkplekken die efficiënt en veilig zijn voor de mens, met speciale aandacht voor het voorkomen van fysieke belasting. |
| Hulpmiddelen bij verplaatsingen | Objecten of apparaten die ondersteuning bieden bij het verplaatsen van zorgvragers, zoals glijzeilen, tilliften en draaischijven, om de inspanning te verminderen en de veiligheid te verhogen. |
| Pivoteren | Een bewegingstechniek waarbij de draaias van de beweging zich in het lichaam van de persoon bevindt, vaak gebruikt bij het verplaatsen van zorgvragers om de romp te ontlasten. |
| Supinatie | De handeling waarbij de hand (of voet) zodanig wordt gedraaid dat de handpalm (of voetzool) naar boven wijst. Dit is een belangrijke anatomische houding voor het verrichten van hef- en duwbewegingen. |