Cover
Jetzt kostenlos starten 3.5. GI klachten bij kinderen en zwangere vrouwen 2025 (2).pdf
Summary
# Gastro-oesofageale reflux en darmkrampen bij baby's
Dit gedeelte van de studiehandleiding behandelt gastro-oesofageale reflux en darmkrampen bij baby's, inclusief de diagnostiek, behandeling en relevante achtergrondinformatie.
## 1. Gastro-oesofageale reflux en darmkrampen bij baby's
### 1.1 Gastro-oesofageale reflux (GER) en gastro-oesofageale refluxziekte (GERD)
#### 1.1.1 Fysiologische reflux (GER)
Fysiologische reflux, ook wel gastro-oesofageale reflux (GER) genoemd, is een normaal fysiologisch proces bij baby's waarbij maaginhoud terugstroomt in de slokdarm zonder dat dit leidt tot complicaties of alarmsymptomen. Baby's met fysiologische reflux groeien en ontwikkelen zich normaal en worden vaak "happy spuiters" genoemd. Dit wordt mede veroorzaakt door een onvolgroeide onderste slokdarmsfincter, een grote vloeistofinname en de neiging om veel te liggen [4](#page=4).
* **Frequentie:** GER is zeer frequent bij zuigelingen en neemt doorgaans spontaan af tegen het einde van het eerste levensjaar [4](#page=4).
* 0-3 maanden: 50% heeft minstens één keer per dag regurgitatie [4](#page=4).
* 4 maanden: 67% [4](#page=4).
* 6-7 maanden: 21% [4](#page=4).
* 10-12 maanden: 5% [4](#page=4).
* **Verborgen reflux:** Maaginhoud kan ook terugstromen tot in de keel zonder dat het de mond bereikt, waarna het weer terugzakt naar de maag; dit wordt "verborgen reflux" genoemd [4](#page=4).
#### 1.1.2 Gastro-oesofageale refluxziekte (GERD)
Gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) wordt gekenmerkt door regurgitatie met verontrustende symptomen of complicaties. Dit kan zich uiten in abnormale gewichtsevolutie, veel en ontroostbaar huilen, voedselweigering, slokdarmontsteking (oesofagitis) of ademhalingsproblemen [5](#page=5).
#### 1.1.3 Behandeling van reflux
De casus introduceert omeprazol als medicatie voor refluxklachten [20](#page=20) [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Omeprazol:**
* **Indicatie:** Gebruikt tegen refluxklachten. De indicatie wordt op de verpakking genoteerd [14](#page=14).
* **Werking:** Omeprazol remt de aanmaak van maagzuur, waardoor het maagzuur minder zuur wordt. Dit behandelt de reflux zelf niet, maar voorkomt schade aan de slokdarmwand of bevordert genezing door het verminderen van de zuurgraad [14](#page=14).
* **Gebruiksinstructies:**
* Dosering: 3 ml suspensie 1x per dag. De doseerspuit wordt meegegeven [15](#page=15) [2](#page=2).
* Voorbereiding: Fles goed schudden voor gebruik [15](#page=15).
* Bewaren: Fles bewaren in de koelkast (bij voorkeur onderaan, niet in de deur) en de houdbaarheid vermelden [15](#page=15).
* Toediening: Het tijdstip van toediening maakt niet uit, maar een vast tijdstip wordt aanbevolen, bij voorkeur 's ochtends indien 1x daags [15](#page=15).
* Toedieningswijze: Met een spuitje achteraan in de mond spuiten (om smaakpapillen te vermijden) en in het gezicht blazen om de slikreflex op te wekken. Een medicijnfopspeen kan ook een optie zijn [15](#page=15).
* Therapietrouw: Het belang van therapietrouw wordt benadrukt [15](#page=15).
* **Bijwerkingen:** Geruststelling over de veelvoorkomende aard van reflux bij baby's en de verwachte spontane afname met leeftijd [16](#page=16).
* **Niet-medicamenteus advies:**
* Rust en regelmaat [16](#page=16).
* Voeden op verzoek en interpretatie hiervan [16](#page=16).
* Eventueel indikken van de voeding (bij flesvoeding) [16](#page=16).
* Baby na voeding 10-20 minuten rechtop houden [16](#page=16).
* Kleine, frequente voedingen (vooral bij flesvoeding) [16](#page=16).
#### 1.1.4 Patiënteneducatie bij omeprazol
Bij de eerste uitgifte van omeprazol wordt geïnformeerd naar eerder gebruik en de uitleg van de arts. Patiënten ontvangen een folder over reflux bij baby's. De apotheker registreert belangrijke opmerkingen in het patiëntendossier [14](#page=14) [17](#page=17).
### 1.2 Darmkrampen bij baby's
Darmkrampen, ook wel koliek genoemd, zijn een veelvoorkomend probleem bij zuigelingen [20](#page=20) [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 1.2.1 Definitie en kenmerken
* **Definitie:** Onverklaarbaar huilen gedurende minstens 3 uur per dag, op minstens 3 dagen per week, gedurende minstens 3 weken bij een verder gezonde baby jonger dan 3 maanden [21](#page=21).
* **Pathogenese:** De exacte oorzaak is ongekend, met hypothesen over de samenstelling van de darmflora [21](#page=21).
* **Beloop:** De piek van de klachten ligt rond de leeftijd van 6 weken, en de klachten verdwijnen spontaan bij een leeftijd van 3 tot 4 maanden [21](#page=21).
* **Karakter:** Darmkrampen zijn benigne, maar kunnen leiden tot ongerustheid en frustratie bij ouders [21](#page=21).
#### 1.2.2 Behandeling van darmkrampen
De casus noemt Belladonna gel voor darmkrampen [20](#page=20) [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Belladonna/anticholinergica:**
* **Werking:** Belladonna remt de darmbeweging, wat leidt tot minder krampen [29](#page=29).
* **Indicatie:** Gebruikt tegen darmkrampen. De indicatie wordt op de verpakking genoteerd [29](#page=29).
* **Gebruiksinstructies:**
* Dosering: 1 capsule 's morgens, 1 's middags en 1 's avonds (dosering is moeilijk te controleren in Nederland) [29](#page=29).
* Toediening: Mag onafhankelijk van maaltijden [29](#page=29).
* Hoe: Meng de inhoud van de capsule met een beetje melk en dien toe met een spuitje of medicijnfopspeen [29](#page=29).
* **Bijwerkingen:** Constipatie of verstopping kan optreden als gevolg van de verminderde darmbeweging [29](#page=29).
* **Overwegingen:** UpToDate vermeldt anticholinergica niet specifiek in hun managementrichtlijnen voor infantile koliek [27](#page=27) [28](#page=28).
#### 1.2.3 Niet-medicamenteus advies bij darmkrampen en huilen
* **Algemene tips voor omgaan met huilen:** Verwijzing naar tips op slide 21 en websites van Kind & Gezin [30](#page=30).
* **Specifieke niet-medicamenteuze adviezen:**
* Buikdragen (draagzak of draagdoek) [24](#page=24).
* Fopspeen [24](#page=24).
* Inbakeren [24](#page=24).
* Venkel (wordt vermeld door Kind & Gezin) [26](#page=26).
#### 1.2.4 Patiënteneducatie bij Belladonna
Bij de eerste uitgifte van Belladonna wordt geïnformeerd naar eerder gebruik en de uitleg van de arts. Patiënten ontvangen schriftelijke informatie via www.kindengezin.be. De apotheker registreert belangrijke opmerkingen in het patiëntendossier [28](#page=28) [29](#page=29) [31](#page=31).
---
# Acuut diarree bij kinderen
Dit onderwerp behandelt de aanpak van acute diarree bij kinderen, met aandacht voor het inschatten van de ernst, de criteria voor verwijzing, en de rol van hydratatie en zelfzorg.
### 2.1 Algemene principes en evaluatie
Bij het adviseren van ouders over diarree bij hun kind is het cruciaal om de ernst van de situatie in te schatten. Hiervoor wordt de WHAM-methode (of een vergelijkbare anamnese) gebruikt. Belangrijke vragen betreffen onder andere [33](#page=33) [34](#page=34) [41](#page=41):
* De leeftijd van het kind [33](#page=33).
* De duur van de klachten en of eerdere vergelijkbare episodes zijn voorgekomen [33](#page=33).
* De aard van de klachten: hoe omschrijft de patiënt de symptomen? Zijn er tekenen van uitdroging? [33](#page=33).
* Het patroon van de ontlasting (bijvoorbeeld frequentie, consistentie) en eventuele oorzaak [33](#page=33).
* Aanwezigheid van andere symptomen zoals braken [33](#page=33).
* Effectiviteit van reeds toegepaste zelfzorg [33](#page=33).
* Recente wijzigingen in medicatie en mogelijke interacties [33](#page=33).
#### 2.1.1 Ernst inschatten en risicofactoren
De ernst van de diarree dient te worden beoordeeld, waarbij met name gelet wordt op tekenen van uitdroging. Bij kinderen, vooral die jonger zijn dan 2 jaar, is er een verhoogd risico op uitdroging. Bijkomende symptomen zoals braken verhogen dit risico [36](#page=36) [41](#page=41).
#### 2.1.2 Doorverwijscriteria
Doorverwijscriteria voor diarree bij kinderen zijn te vinden op verschillende betrouwbare bronnen [34](#page=34):
* **www.thuisarts.nl**: Zoek op 'diarree' en raadpleeg het punt 'Wanneer bellen?'. De website biedt specifieke informatie onder de titel 'Mijn kind heeft diarree' [34](#page=34) [35](#page=35) [36](#page=36).
* **Boek 'Zelfzorgadvies in de praktijk' (VAN)** [34](#page=34).
* **Boek 'Standaarden voor zelfzorg' (KNMP)**, ook beschikbaar via de KNMP kennisbank [34](#page=34).
##### 2.1.2.1 Indicaties voor consultatie huisarts
Een consultatie bij de huisarts is geïndiceerd bij:
* Kinderen jonger dan 2 jaar met diarree die langer dan driekwart dag aanhoudt [36](#page=36).
* Kinderen die naast diarree ook hebben overgegeven [36](#page=36).
* Situaties waarbij de ernst van de diarree twijfelachtig is, maar er wel een risico op uitdroging bestaat. In zo'n "grensgeval" wordt geadviseerd om dezelfde dag nog de huisarts te consulteren [41](#page=41).
### 2.2 Hydratatie bij diarree
Hydratatie is een essentieel onderdeel van de behandeling van diarree bij kinderen [41](#page=41).
#### 2.2.1 Orale rehydratie
Orale rehydratie met een orale rehydratieoplossing (ORS) is de hoeksteen van de behandeling [41](#page=41).
* **Dosering bij kinderen**: Hoewel specifieke doseringen voor kinderen niet expliciet worden vermeld in de verstrekte tekst, wordt wel algemeen het belang van ORS benadrukt. Bij volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar wordt geadviseerd om 200 tot 300 ml ORS te drinken na elke waterdunne ontlasting [39](#page=39) [41](#page=41).
* **Advies bij verstrekking**: Bij het meegeven van ORS is het belangrijk om advies te verstrekken over de bereiding, dosering en bewaring ervan [41](#page=41).
* **Preventieve hydratatie**: Met ORS kan direct gestart worden met preventieve hydratatie [41](#page=41).
#### 2.2.2 Bronnen voor informatie over ORS
Praktische adviezen over het gebruik van ORS bij kinderen zijn te vinden op:
* **www.apotheek.nl**: onder de titel 'ORS bij kinderen' [41](#page=41).
### 2.3 Zelfzorg en overige adviezen
Naast hydratatie zijn er andere aspecten van zelfzorg en advies die relevant zijn bij acute diarree bij kinderen.
#### 2.3.1 Schriftelijke informatie
Het is raadzaam om schriftelijke informatie mee te geven aan ouders, bijvoorbeeld door het doormailen of uitprinten van relevante pagina's. Goede bronnen hiervoor zijn [41](#page=41):
* **www.thuisarts.nl**: 'Mijn kind heeft diarree'. Deze informatie bevat praktische adviezen over het herkennen van uitdroging, voedingsadviezen, hygiënische maatregelen en wanneer een arts gecontacteerd moet worden [41](#page=41).
#### 2.3.2 Niet-geneesmiddelen
Bepaalde middelen die niet als geneesmiddel geregistreerd zijn, kunnen ondersteuning bieden. Een voorbeeld hiervan is Tasectan, dat gelatinetannaat bevat [42](#page=42).
#### 2.3.3 Gebruik van anti-emetica
De vraag over het gebruik van anti-emetica (middelen tegen braken) bij kinderen wordt kort aangestipt, verwijzend naar de NHG Standaard Acute diarree [43](#page=43).
> **Tip:** Bij verdenking op diarree bij kinderen is de anamnese (WHAM) essentieel voor het correct inschatten van de ernst en het bepalen van de juiste aanpak. Let altijd extra goed op tekenen van uitdroging, met name bij jonge kinderen.
> **Voorbeeld:** Een baby van 8 maanden met waterige diarree sinds vanochtend en één episode van braken, zonder koorts of duidelijke uitdrogingsverschijnselen, wordt beschouwd als een "grensgeval" waarbij het advies luidt om dezelfde dag nog de huisarts te raadplegen en te starten met ORS [41](#page=41).
---
# Peuterdiarree en obstipatie bij kinderen
Dit deel behandelt peuterdiarree, gekenmerkt door onverteerde voedselresten en een verstoorde darmmotiliteit, en obstipatie bij kinderen, inclusief de definitie, symptomen en aanpak.
### 3.1 Peuterdiarree
Peuterdiarree is een aandoening die voorkomt bij kinderen tussen de 1 en 4 jaar oud. De symptomen zijn karakteristiek en omvatten ontlasting die 's nachts afwezig is, de eerste ontlasting van de dag die het meest gebonden is, en de aanwezigheid van onverteerde voedselresten in de ontlasting. Soms ervaren deze kinderen ook buikpijn. Belangrijk is dat kinderen met peuterdiarree verder gezond zijn; ze eten en drinken goed, groeien naar behoren en hebben normale dagelijkse activiteiten [46](#page=46).
De onderliggende oorzaak van peuterdiarree is een verstoorde darmmotiliteit, wat leidt tot een verhoogde gevoeligheid voor een onevenwichtige verdeling van macronutriënten in de voeding. Er treedt een significante verkorting van de darmpassagetijd op, wat kan resulteren in osmotische diarree door niet-geresorbeerde nutriënten. Daarnaast kan prikkeling van het colon optreden door galzuren en gefermenteerde, niet-geresorbeerde oligosacchariden. Met name helder appelsap, dat rijk is aan fructose en gefermenteerde vezels, kan het optreden van peuterdiarree bevorderen [46](#page=46).
#### 3.1.1 Aanpak van peuterdiarree
De aanpak van peuterdiarree richt zich primair op voedingsaanpassingen, gebaseerd op de "4 V's" [47](#page=47):
* **Vetstoffen:** Meer vetstoffen toevoegen, zoals volle melkproducten en margarine op brood [47](#page=47).
* **Vezels:** Meer vezels in de voeding opnemen, via bruin brood, groenten en fruit [47](#page=47).
* **Vocht:** De vochtinname beperken tot maximaal 1 liter per dag [47](#page=47).
* **Vruchtensappen:** De inname van vruchtensappen verminderen, met name appelsap [47](#page=47).
Meestal leiden deze voedingsaanpassingen binnen twee weken tot een verbetering. Medicatie is in principe niet nodig [47](#page=47).
#### 3.1.2 Casus 3: Peuterdiarree aanpak
Voor een casus van een 18 maanden oud kind met wekenlange diarree en onverteerde voedselresten, is het belangrijk om eerst de doorverwijscriteria te controleren via www.thuisarts.nl onder 'Mijn kind heeft diarree'. Vervolgens wordt voedingsadvies gegeven op basis van de 4 V's, zowel mondeling als schriftelijk. Schriftelijke informatie is beschikbaar via www.kindengezin.be onder 'Gezondheid en vaccinatie' > 'Koorts, ziekte en medicatie' > 'Ziek?' > 'Peuterdiarree'. Er wordt geadviseerd de huisarts te consulteren indien er geen verbetering optreedt na twee weken [48](#page=48).
### 3.2 Obstipatie bij kinderen
Obstipatie bij kinderen wordt gedefinieerd als een verminderde frequentie van de stoelgang, waarbij minder dan drie stoelgangen per week worden geproduceerd, vaak in de vorm van harde keutels. Dit kan gepaard gaan met buikpijn [49](#page=49) [51](#page=51).
#### 3.2.1 Definitie van obstipatie op basis van leeftijd
De frequentie van de defecatie bij kinderen varieert met de leeftijd:
* **0-3 maanden (borstvoeding):** 5 tot 40 stoelgangen per week [51](#page=51).
* **0-3 maanden (flesvoeding):** 5 tot 28 stoelgangen per week [51](#page=51).
* **6-12 maanden:** 5 tot 28 stoelgangen per week (gemiddeld 1.8 per dag) [51](#page=51).
* **1-3 jaar:** 4 tot 21 stoelgangen per week (gemiddeld 1.5 per dag) [51](#page=51).
* **> 3 jaar:** 3 tot 14 stoelgangen per week (gemiddeld 1 per dag) [51](#page=51).
#### 3.2.2 Aanpak van obstipatie bij het kind
De initiële aanpak van obstipatie bij kinderen omvat het verstrekken van niet-medicamenteus advies, zowel mondeling als schriftelijk. Hierbij wordt verwezen naar www.thuisarts.nl onder 'Mijn kind kan moeilijk poepen' [53](#page=53) [54](#page=54).
**Geneesmiddelen in zelfzorg:**
Het gebruik van laxeermiddelen zonder overleg met de huisarts wordt afgeraden. Bij jonge kinderen worden laxeermiddelen meestal afgeraden, tenzij onder medisch toezicht. Glycerinesuppo's kunnen voor occasioneel gebruik bij baby's in zelfzorg worden overwogen, maar voorzichtigheid is geboden om conditionering te voorkomen [55](#page=55).
#### 3.2.3 Aanpak chronische functionele obstipatie door de arts
Bij chronische functionele obstipatie bij kinderen, hanteert de arts een gestructureerde aanpak [56](#page=56).
* **Kortdurende obstipatie:**
* Niet-medicamenteus advies [56](#page=56).
* Eventueel oraal laxativum:
* **Lactulose:** Dosering varieert met de leeftijd: < 1 jaar: 5 ml/dag; 1 jaar - 5/6 jaar: 5 tot 10 ml/dag; > 5/6 jaar tot 14 jaar: 15 tot 20 ml/dag [56](#page=56).
* **Macrogol:** 0.26 tot 0.84 g/kg/dag. Dit is de eerste keuze [56](#page=56).
* **Zwelmiddel:** Kan gebruikt worden, maar is niet altijd makkelijk toe te dienen bij kinderen [56](#page=56).
* **Paraffine:** Kan een alternatief zijn wanneer osmotische laxativa niet verdragen worden of wanneer stoelgang verweking gewenst is. Het gebruik wordt beperkt tot enkele maanden. Vermijden bij kinderen jonger dan 1 jaar en kinderen met slikstoornissen. Dosering: 1 tot 3 ml/kg/dag [56](#page=56).
* **Ernstige of langdurende obstipatie:** Verwijzing naar de tweede lijn is noodzakelijk [56](#page=56).
#### 3.2.4 Casus 4: Obstipatie aanpak
Voor een casus van een 4-jarig zoontje dat dagelijks buikpijn heeft en minder dan drie keer per week stoelgang maakt, vaak met harde keutels, wordt doorverwijzing geadviseerd om een fecaloom uit te sluiten, zeker omdat de obstipatie al twee maanden aanwezig is [57](#page=57).
---
# Buikpijn en spruw bij kinderen
Deze sectie bespreekt de diagnostiek en aanpak van buikpijn bij kinderen, met onderscheid tussen somatische en functionele oorzaken, en introduceert de behandeling van spruw bij zuigelingen.
### 4.1 Buikpijn bij kinderen
Buikpijn bij kinderen kan diverse oorzaken hebben, variërend van somatische aandoeningen tot functionele klachten. Ongeveer een derde van de gevallen heeft een somatische oorzaak [60](#page=60).
#### 4.1.1 Belangrijke somatische oorzaken van buikpijn
Belangrijke somatische oorzaken van buikpijn bij kinderen tussen 4 en 16 jaar zijn onder meer:
* Maagklachten door irritatie van het maagslijmvlies, vooral bij middelbare scholieren [60](#page=60).
* Maagdarminfecties, veroorzaakt door virussen, bacteriën of parasieten [60](#page=60).
* Appendicitis (buikvliesontsteking) [60](#page=60).
* Blaasontsteking [60](#page=60).
* Andere infecties, zoals oor- of longontsteking, die bij 4-5 jarigen buikpijn kunnen veroorzaken [60](#page=60).
* In de knoop raken van de darm (volvulus of invaginatie), wat zeer zeldzaam is [60](#page=60).
* Een beginnende menstruatie bij meisjes tussen 11 en 14 jaar [60](#page=60).
* Obstipatie (verstopping) [60](#page=60).
* Coeliakie (glutenintolerantie) [60](#page=60).
#### 4.1.2 Functionele buikpijn
In ongeveer twee derde van de gevallen is er geen somatische oorzaak te vinden; dit wordt functionele buikpijn genoemd. De darmen kunnen hierbij gevoelig reageren op diverse prikkels [60](#page=60).
##### 4.1.2.1 Factoren die functionele buikpijn kunnen beïnvloeden
Factoren die functionele buikpijn kunnen beïnvloeden zijn onder andere:
* Voeding [60](#page=60).
* Hormonale factoren, zoals tijdens de puberteit [60](#page=60).
* Geneesmiddelen [60](#page=60).
* Stressfactoren [60](#page=60).
* Angst of depressieve gedachten [60](#page=60).
* Omgevingsfactoren zoals scheiding, overlijden, een nieuwe school, pesten of prestatiedruk [60](#page=60).
* Kindermishandeling of misbruik [60](#page=60).
#### 4.1.3 Aanpak van buikpijn bij kinderen
De aanpak van buikpijn hangt af van de oorzaak.
* **Somatische oorzaak:** Dit vereist een oorzakelijke aanpak [62](#page=62).
* **Functionele buikpijn:** De aanpak kan gevonden worden via www.thuisarts.nl onder het topic "Mijn kind heeft buikpijn die lang duurt" [62](#page=62) [63](#page=63).
#### 4.1.4 Wanneer doorverwijzen bij buikpijn?
Doorverwijzen is noodzakelijk bij:
* Aanwezigheid van andere klachten naast de buikpijn [64](#page=64).
Als er sprake is van enkel buikpijn zonder weerslag op het normale functioneren, wordt dit vaak geïnterpreteerd als "ik voel me niet goed". In dergelijke gevallen is het belangrijk om de klachten niet te catastroferen en adviezen te geven zoals "ga eens naar toilet" of "ga wat rusten in bed". Essentieel hierbij is dat de reactie van ouders niet lonend mag zijn. Informatie kan worden meegegeven via folders of links naar betrouwbare bronnen zoals thuisarts.nl, waarbij de doorverwijscriteria worden benadrukt [64](#page=64).
> **Tip:** Raadpleeg www.thuisarts.nl voor specifieke doorverwijscriteria en adviezen met betrekking tot buikpijn bij kinderen.
### 4.2 Spruw bij baby's
Spruw bij baby's uit zich vaak als witte vlekjes in de mond [65](#page=65).
#### 4.2.1 Diagnostiek en behandeling van spruw
Een witte tong bij zuigelingen komt veel voor en is niet altijd spruw. Wanneer er geen klachten zijn, is behandeling niet nodig. Behandeling is wel geïndiceerd bij frequent loslaten van de tepel en veel huilen. Dit valt niet onder zelfzorg [66](#page=66).
> **Let op:** In België is miconazol orale gel gecontraïindiceerd bij zuigelingen jonger dan 6 maanden [68](#page=68).
#### 4.2.2 Aanpak van spruw bij baby's
Als er geen doorverwijscriteria aanwezig zijn en de baby goed drinkt en geen last lijkt te hebben van de spruw, is geen behandeling nodig [70](#page=70).
##### 4.2.2.1 Niet-medicamenteus advies en contact met arts
Bij milde spruw zonder doorverwijscriteria dient niet-medicamenteus advies te worden verstrekt, samen met informatie over wanneer contact op te nemen met een arts. Betrouwbare informatie hierover is te vinden op www.thuisarts.nl onder het topic "Mijn kind heeft spruw" [69](#page=69) [70](#page=70) [71](#page=71).
---
# Zelfzorgmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding
Dit gedeelte behandelt het gebruik van zelfzorgmiddelen voor maag- en darmklachten, misselijkheid, braken en obstipatie tijdens zwangerschap en borstvoeding, inclusief adviezen voor refluxklachten.
### 5.1 Maag- en darmklachten tijdens zwangerschap en borstvoeding
Bij het adviseren over zelfzorgmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding is het cruciaal om de juiste informatiebronnen te raadplegen. Belangrijke bronnen hiervoor zijn de "Commentaren Medicatiebewaking" (Stichting HealthBase) met de specifieke secties "CI zwangerschap" of "CI borstvoeding", en de website www.lareb.nl, die informatie biedt over geneesmiddelengebruik rondom de zwangerschap. Ook de artikelen in Folia (maart 2020 en april 2017) zijn relevante bronnen [74](#page=74) [78](#page=78) [81](#page=81).
#### 5.1.1 Nausea en braken
Voor specifieke informatie over de behandeling van misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap en borstvoedingsperiode, is het raadzaam om de beschikbare artikelen en commentaren op www.lareb.nl te raadplegen [76](#page=76).
#### 5.1.2 Obstipatie
Het gebruik van zelfzorgmiddelen bij obstipatie tijdens de zwangerschap en borstvoeding vereist specifieke aandacht en informatie uit gevalideerde bronnen [77](#page=77).
#### 5.1.3 Refluxklachten
Bij refluxklachten tijdens de zwangerschap is het raadzaam om informatie te zoeken in gespecialiseerde artikelen, zoals het artikel in Folia van april 2017 [78](#page=78).
#### 5.1.4 Antacida bij maagklachten
Antacida kunnen bij maagklachten tijdens de zwangerschap worden ingezet. Het advies is om deze enkel kortdurend en "zo nodig" te gebruiken. Er dient rekening te worden gehouden met mogelijke interacties met ijzersupplementen. Specifiek zijn er commentaren beschikbaar over ijzer met gereguleerde afgifte [79](#page=79) [80](#page=80).
> **Tip:** Raadpleeg altijd de meest recente richtlijnen en informatiebronnen, zoals Lareb en Folia, voor de meest up-to-date adviezen over zelfzorgmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding.
> **Tip:** Wees extra voorzichtig met het adviseren van zelfzorgmiddelen tijdens de zwangerschap en borstvoeding vanwege de mogelijke effecten op de foetus en de zuigeling.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gastro-oesofageale reflux (GER) | Een fysiologisch proces waarbij maaginhoud terugstroomt naar de slokdarm, gekenmerkt door regurgitatie zonder complicaties of alarmsymptomen, en dat vaak spontaan verdwijnt rond het einde van het eerste levensjaar. |
| Gastro-oesofagale refluxziekte (GERD) | Een aandoening waarbij reflux gepaard gaat met verontrustende symptomen of complicaties, zoals abnormale gewichtsevolutie, veel huilen, voedselweigering, oesofagitis of respiratoire problemen. |
| Darmkrampen | Een veelvoorkomende klacht bij baby's, gekenmerkt door onverklaarbaar huilen dat minstens 3 uur per dag, op minstens 3 dagen per week, gedurende minstens 3 weken aanhoudt bij een verder gezonde baby jonger dan 3 maanden. |
| Omeprazole | Een maagzuurremmer die de aanmaak van maagzuur vermindert, maar de reflux zelf niet behandelt; het voorkomt schade aan de slokdarm door het zuur te neutraliseren. |
| Belladonna | Een geneesmiddel dat de darmbeweging remt en kan worden gebruikt ter verlichting van darmkrampen bij baby's. |
| Acute diarree | Diarree die plotseling optreedt, vaak gepaard gaand met braken, waarbij het risico op uitdroging een belangrijke overweging is, vooral bij jonge kinderen. |
| Dehydratatie | Een gevaarlijke toestand die ontstaat door een tekort aan vocht in het lichaam, vaak een complicatie van diarree en braken, waarbij de klinische tekenen zoals droge slijmvliezen en verminderde urineproductie essentieel zijn om te herkennen. |
| ORS (Oral Rehydration Salts) | Een orale rehydratatiezoutoplossing die wordt gebruikt om uitdroging te behandelen of te voorkomen door het aanvullen van verloren vocht en elektrolyten, vooral bij diarree en braken. |
| Peuterdiarree | Een vorm van diarree die voorkomt bij kinderen van 1 tot 4 jaar, gekenmerkt door onverteerde voedselresten in de ontlasting, een verstoorde darmmotiliteit en vaak verband houdend met de voedingsinname, zoals het drinken van helder appelsap. |
| Obstipatie | Een aandoening waarbij de stoelgang moeilijk, hard en/of minder frequent is dan normaal, wat kan leiden tot buikpijn en andere ongemakken bij kinderen. |
| Functionele buikpijn | Buikpijn bij kinderen waarbij geen duidelijke lichamelijke oorzaak kan worden gevonden, en die vaak gerelateerd is aan stressfactoren, emoties of overgevoeligheid van de darmen. |
| Spruw | Een schimmelinfectie in de mond, veroorzaakt door de gist Candida albicans, die zich manifesteert als witte vlekjes op de tong en het mondslijmvlies, met name bij zuigelingen. |
| Antacida | Geneesmiddelen die maagzuur neutraliseren, vaak gebruikt voor kortdurende verlichting van maagklachten zoals brandend maagzuur. |
| Macrogol | Een osmotisch laxeermiddel dat water in de darmen vasthoudt, waardoor de stoelgang zachter wordt en gemakkelijker kan worden uitgedreven, vaak gebruikt bij chronische obstipatie bij kinderen. |
| Lactulose | Een synthetisch disacharide dat als osmotisch laxeermiddel werkt door water in de darmen aan te trekken, gebruikt voor de behandeling van obstipatie. |