Cover
Jetzt kostenlos starten histologie oor.pdf
Summary
# Structuur en functie van het oor
Het oor is een complex zintuig dat verantwoordelijk is voor zowel het gehoor als het evenwicht, opgebouwd uit drie duidelijk onderscheiden delen: het buitenoor, het middenoor en het binnenoor [1](#page=1).
### 1.1 Buitenoor
Het buitenoor vangt geluidsgolven op en bestaat uit de oorschelp en de uitwendige gehoorgang [1](#page=1).
#### 1.1.1 Oorschelp
De oorschelp (pinna) is een plaat van elastisch kraakbeen, bedekt met dunne huid die haartjes en talgklieren bevat. De oorschelp helpt bij het opvangen en richten van geluidsgolven [1](#page=1).
#### 1.1.2 Uitwendige gehoorgang
De uitwendige gehoorgang is een S-vormig kanaal van ongeveer 3,5 cm lang, dat naar het trommelvlies leidt. Het buitenste deel, ondersteund door kraakbeen, bevat talgklieren, haartjes en cerumenklieren die oorsmeer (cerumen) produceren. Cerumen heeft een antimicrobieel effect. Het binnenste deel, gelegen in het os temporale, heeft geen van deze klieren of haartjes [1](#page=1).
### 1.2 Middenoor
Het middenoor, ook wel trommelholte genoemd, is een met lucht gevulde ruimte in het os temporale die de geluidsgolven omzet in mechanische trillingen. Het bevat het trommelvlies, de gehoorbeentjes en staat in verbinding met de nasofarynx via de buis van Eustachius [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 1.2.1 Trommelvlies
Het trommelvlies (membrana tympani) is een ovaal, kegelvormig vlies dat de grens vormt tussen het buitenoor en het middenoor. Het bestaat uit een dunne buitenhuid en een binnenlaag van mucosa, met daartussen een vezellaag van circulaire en radiaire collageenvezels. Een dunner gedeelte, de pars flaccida (membraan van Shrapnell), bevindt zich in het antero-superieure kwadrant, terwijl het grotere, fibreuze deel de pars tensa is [2](#page=2).
#### 1.2.2 Trommelholte
De trommelholte is een onregelmatige ruimte die de gehoorbeentjes bevat. Mediaal wordt het begrensd door de benige wand van het binnenoor. Aan de voorzijde vertrekt de buis van Eustachius naar de nasofarynx, en posterieur staat de trommelholte in verbinding met de mastoïdcellen. De trommelholte bevat ook de musculus tensor tympani en musculus stapedius, evenals de nervus chorda tympani. De mucosa is bedekt met cilindrisch epitheel [4](#page=4).
#### 1.2.3 Gehoorbeentjes
Er zijn drie gehoorbeentjes: de hamer (malleus), het aambeeld (incus) en de stijgbeugel (stapes). Ze vormen een keten die trillingen versterkt overbrengt van het trommelvlies naar het ovale venster in het binnenoor [5](#page=5).
* **Hamer (malleus):** Verbonden met het trommelvlies [5](#page=5).
* **Aambeeld (incus):** Verbindt de hamer met de stijgbeugel [5](#page=5).
* **Stijgbeugel (stapes):** De voetplaat past in het ovale venster [5](#page=5).
Twee kleine spiertjes, de musculus tensor tympani en de musculus stapedius, zijn verbonden met de gehoorbeentjes en spelen een rol in de tympanische reflex (middenoorreflex) die de geluidsdruk reguleert. Het ovale venster wordt afgesloten door de voetplaat van de stijgbeugel, ondersteund door het ligamentum annulare. Onder het ovale venster bevindt zich het ronde venster, afgesloten door een membraan [5](#page=5).
#### 1.2.4 Buis van Eustachius
De buis van Eustachius is een 3,5 cm lange verbinding tussen de trommelholte en de nasofarynx. Het beenachtige deel grenst aan de trommelholte, terwijl het kraakbeenachtige deel naar de nasofarynx loopt. De mucosa is bekleed met respiratoir epitheel en bevat tonsilla tubaria bij de uitmonding. De buis opent zich tijdens het slikken om de druk aan beide zijden van het trommelvlies te egaliseren [5](#page=5) [6](#page=6).
### 1.3 Binnenoor
Het binnenoor, ook wel labyrint genoemd, is een complex van benige holtes en kanalen (benige labyrint) waarin het vliezige labyrint ligt. Het bevat het gehoororgaan (cochlea) en het evenwichtsorgaan (vestibulum en semicirculaire kanalen). De ruimte tussen het benige en vliezige labyrint is gevuld met perilymfe, terwijl het vliezige labyrint endolymfe bevat [6](#page=6).
* **Perilymfe:** Lijkt op cerebrospinaal vocht, met weinig K+ en veel Na+ [6](#page=6).
* **Endolymfe:** Lijkt op intracellulair vocht, met veel K+ en weinig Na+ [6](#page=6).
#### 1.3.1 Vestibulair orgaan
Het vestibulair orgaan omvat het vestibulum, dat de utriculus en sacculus bevat, en de semicirculaire kanalen [7](#page=7).
##### 1.3.1.1 Utriculus en sacculus
De utriculus en sacculus zijn zakvormige componenten van het vliezige labyrint binnen het vestibulum. Ze bevatten sensorische epitheliale verdikkingen, de maculae (macula utriculi en macula sacculi). Deze maculae detecteren lineaire acceleratie en de kantelingsgraad van het hoofd [8](#page=8) [9](#page=9).
De maculae bestaan uit haarcellen en steuncellen. De haarcellen dragen stereocilia (lange microvilli) en een kinocilium (een echt trilhaar). De stereocilia en het kinocilium zijn ondergedompeld in een gelatineuze laag die otolieten (calciumcarbonaatkristallen) bevat. Beweging van het hoofd zorgt voor beweging van de otolieten, wat de haren buigt en een zenuwimpuls opwekt [8](#page=8) [9](#page=9).
De ductus endolymphaticus, die uit de ductus utriculosaccularis ontspringt, leidt naar de saccus endolymphaticus en speelt waarschijnlijk een rol bij de afvoer van endolymfe [9](#page=9).
##### 1.3.1.2 Semicirculaire kanalen
De drie semicirculaire kanalen (anterieure, posterieure en laterale) bevinden zich in drie loodrecht op elkaar staande vlakken. Ze eindigen met vijf openingen in de utriculus, waarbij het anterieure en posterieure kanaal een gemeenschappelijk uiteinde (crus commune) vormen [10](#page=10).
Elk kanaal heeft een verbreed uiteinde, de ampulla, die een sensorische zone bevat genaamd de crista ampullaris. Hier bevinden zich haarcellen en steuncellen bedekt met een gelatineuze koepel, de cupula. De sensorische cellen van de crista ampullaris worden gestimuleerd door rotatoire versnellingen, die bewegingen van endolymfe en cupula veroorzaken, wat resulteert in de detectie van hoofdbewegingen [10](#page=10).
#### 1.3.2 Het gehoororgaan (Cochlea)
De cochlea is een spiraalvormig kanaal rond een benige as (modiolus), lijkend op een slakkenhuis met 2,5 windingen. Het benige labyrint van de cochlea bevat de ductus cochlearis (vliezig labyrint), wat een 'buis in een buis'-structuur creëert [11](#page=11) [12](#page=12).
* **Scala vestibuli:** Bovenste kanaal, gevuld met perilymfe, beginnend bij het ovale venster [12](#page=12).
* **Scala tympani:** Onderste kanaal, gevuld met perilymfe, eindigend bij het ronde venster. Deze twee kanalen gaan in elkaar over bij het helicotrema [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Scala media:** Het middenkanaal, onderdeel van het vliezige labyrint, gevuld met endolymfe. Hierin bevindt zich het orgaan van Corti [13](#page=13).
##### 1.3.2.1 Structuur van de ductus cochlearis
De ductus cochlearis heeft op doorsnede de vorm van een rechthoekige driehoek [13](#page=13):
* **Membrana vestibularis (membraan van Reissner):** De schuine zijde, scheidt de scala media van de scala vestibuli [13](#page=13).
* **Stria vascularis:** De rechtopstaande zijde, produceert endolymfe en bevat capillairen [13](#page=13).
* **Lamina spiralis:** De basis, bestaande uit een benig deel (lamina spiralis ossea) en een membraneus deel (lamina spiralis membranacea) [13](#page=13).
* **Membrana basilaris:** Een fibreuze membraan op de lamina spiralis membranacea, waarop het orgaan van Corti rust [13](#page=13).
* **Limbus spiralis:** Een verdikking bij de overgang van de lamina spiralis naar de lamina spiralis ossea, waar de membrana tectoria ontspringt [13](#page=13).
##### 1.3.2.2 Het orgaan van Corti
Het orgaan van Corti, gelegen op de membrana basilaris, is het eigenlijke gehoororgaan. Het bevat steuncellen en haarcellen, die stereocilia maar geen kinocilium dragen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen binnenste (I) en buitenste (O) haarcellen, gescheiden door de tunnel van Corti. De binnenste haarcellen vormen één rij, de buitenste haarcellen 3 tot 5 rijen [13](#page=13) [14](#page=14).
De membrana tectoria bedekt het orgaan van Corti en is verbonden met de limbus spiralis. Geluidsgolven veroorzaken vibraties die via het trommelvlies en de gehoorbeentjes het ovale venster bereiken. Deze trillingen planten zich voort door de perilymfe en endolymfe, waardoor de membrana basilaris en membrana tectoria bewegen. Het plooien van de stereocilia van de haarcellen genereert een actiepotentiaal in de afferente zenuwuiteinden. De locatie van maximale beweging van de membrana basilaris is frequentieafhankelijk: hoogfrequente geluiden resulteren in maximale beweging nabij het ovale venster, terwijl laagfrequente geluiden maximale beweging nabij het helicotrema veroorzaken [14](#page=14) [15](#page=15).
De afferente zenuwvezels van de haarcellen bundelen zich, samen met vezels van het vestibulair orgaan, tot de nervus vestibulocochlearis [15](#page=15).
---
# Het buitenoor
Het buitenoor is het eerste deel van het gehoororgaan en heeft als primaire functie het opvangen van geluidsgolven [ ](#page=1). Het buitenoor bestaat uit twee hoofdcomponenten: de oorschelp en de uitwendige gehoorgang [ ](#page=1) [1](#page=1).
### 4.2.1 Oorschelp
De oorschelp, ook wel pinna genoemd, is anatomisch opgebouwd uit een centrale plaat van elastisch kraakbeen, omgeven door perichondrium [ ](#page=1). De huid die de oorschelp bedekt, is dun en bevat enkele kleine haartjes die geassocieerd zijn met talgklieren (sebumklieren) [ ](#page=1). Zweetklieren zijn daarentegen minder ontwikkeld op de oorschelp [ ](#page=1). Een opvallend kenmerk is dat de voorzijde van de oorschelp geen hypoderm (onderhuids bindweefsel) vertoont [ ](#page=1) [1](#page=1).
### 4.2.2 Uitwendige gehoorgang
De uitwendige gehoorgang (meatus acusticus externus) is een kanaal dat een S-vormige kromming heeft en naar beneden en naar voren loopt [ ](#page=1). Aan de binnenzijde wordt de uitwendige gehoorgang afgesloten door het trommelvlies (membrana tympani) [ ](#page=1). De totale lengte van de uitwendige gehoorgang bedraagt ongeveer 3,5 centimeter [ ](#page=1) [1](#page=1).
Structureel gezien bestaat de uitwendige gehoorgang uit twee delen:
* Het buitenste tweederde deel (ongeveer 3/5) wordt ondersteund door elastisch kraakbeen [ ](#page=1) [1](#page=1).
* Het binnenste eenderde deel (ongeveer 2/5) is een benig kanaal binnen het os temporale (temporaal bot) [ ](#page=1) [1](#page=1).
De uitwendige gehoorgang is bekleed met dunne huid [ ](#page=1). In het buitenste, kraakbeenachtige deel van de gehoorgang bevinden zich talgklieren, kleine haartjes en gemodificeerde apocriene zweetklieren die bekendstaan als cerumenklieren (cerumenklieren) [ ](#page=1). Deze klieren produceren samen cerumen, ook wel oorsmeer genoemd [ ](#page=1). Cerumen is een bruin, wasachtig secreet dat een antimicrobieel effect heeft [ ](#page=1). Het is belangrijk op te merken dat cerumenklieren, talgklieren en haartjes afwezig zijn in het binnenste, benige deel van de uitwendige gehoorgang [ ](#page=1) [1](#page=1).
---
# Het middenoor
Het middenoor is een luchtgevuld compartiment dat een cruciale rol speelt in de geluidstransmissie van het trommelvlies naar het binnenoor en in de regulatie van de druk in dit gebied [2](#page=2) [4](#page=4).
### 3.1 Componenten van het middenoor
Het middenoor bestaat uit de trommelholte, de gehoorbeentjes en de buis van Eustachius [2](#page=2).
#### 3.1.1 Trommelvlies
Het trommelvlies, ook wel membrana tympani genoemd, is ovaal van vorm en lijkt op een zeer platte kegel met de punt naar de trommelholte gericht. De conische vorm wordt gehandhaafd door de hamersteel (manubrium mallei) die aan de binnenzijde trekt. Het trommelvlies heeft drie lagen [2](#page=2) [4](#page=4):
* Een buitenste dunne huidlaag [2](#page=2).
* Een middelste bindweefselvezellaag, bestaande uit radiaire (buitenste) en circulaire (binnenste) collageenvezels [2](#page=2).
* Een binnenste slijmvlieslaag (mucosa), bekleed met een cuboïdaal epitheel dat overgaat in het epitheel van de trommelholte [2](#page=2).
Het antero-superieure kwadrant van het trommelvlies kenmerkt zich door een dunnere, slappere zone met minder collageenvezels, bekend als de *pars flaccida* of membraan van Shrapnell. Het grotere, fibreuze deel wordt de *pars tensa* genoemd [2](#page=2).
#### 3.1.2 Trommelholte
De trommelholte is een onregelmatige, met lucht gevulde ruimte die de gehoorbeentjes bevat [4](#page=4).
* **Laterale begrenzing:** Het trommelvlies [4](#page=4).
* **Mediale begrenzing:** De benige wand van het binnenoor (benig labyrint) [4](#page=4).
* **Anterieure verbinding:** De buis van Eustachius, die naar de nasofarynx leidt [4](#page=4).
* **Posterieure verbinding:** Via het antrum staat de trommelholte in verbinding met de mastoïdcelle [4](#page=4).
Naast de gehoorbeentjes bevat de trommelholte ook de *musculus tensor tympani* en de *musculus stapedius*, en passeert de *nervus chorda tympani*. De trommelholte is bekleed met een dunne mucosa, afgelijnd door eenlagig cilindrisch epitheel [4](#page=4).
#### 3.1.3 Gehoorbeentjes
Er zijn drie gehoorbeentjes: de hamer (malleus), het aambeeld (incus) en de stijgbeugel (stapes). Deze vormen een keten die trillingen versterkt overbrengt van het trommelvlies naar het binnenoor [5](#page=5).
* **Hamer (malleus):** De steel van de hamer is vergroeid met het trommelvlies [2](#page=2) [5](#page=5).
* **Aambeeld (incus):** Vormt een verbinding tussen de hamer en de stijgbeugel [5](#page=5).
* **Stijgbeugel (stapes):** De voetplaat van de stijgbeugel past in het ovale venster (fenestra ovalis of fenestra vestibuli), een opening in het benige labyrint die toegang geeft tot het binnenoor [5](#page=5).
De gehoorbeentjes zijn met fijne ligamenten opgehangen in de trommelholte en vormen kleine gewrichtjes met elkaar [5](#page=5).
##### 3.1.3.1 Spieren van het middenoor
Twee kleine spiertjes hechten aan op de gehoorbeentjes en spelen een rol in de *tympanische reflex* (middenoorreflex) [5](#page=5):
* **Musculus tensor tympani:** Hecht aan op de manubrium van de hamer en spant het trommelvlies bij contractie aan. Innervatie: *nervus mandibularis* [5](#page=5).
* **Musculus stapedius:** Zit vast op de stijgbeugel en kan de voetplaat ervan naar buiten trekken, waardoor de druk op het ovale venster en het labyrint verlaagd wordt. Innervatie: *nervus facialis* [5](#page=5).
##### 3.1.3.2 Vensters van het middenoor
* **Ovaal venster (fenestra ovalis/vestibuli):** Wordt afgesloten door de voetplaat van de stijgbeugel en is verbonden via het *ligamentum annulare*. De stijgbeugel brengt hier trillingen over op de perilymfe van de cochlea [5](#page=5).
* **Rond venster (fenestra cochleae):** Gelegen onder het ovale venster en afgesloten door een membraan dat de scala tympani afsluit [5](#page=5).
#### 3.1.4 Buis van Eustachius
Dit is een 3,5 cm lange buis die de trommelholte verbindt met de nasofarynx [5](#page=5).
* **Osseus deel (pars ossea):** Het deel richting de trommelholte is benig [5](#page=5).
* **Cartilagineus deel (pars cartilaginea):** Het deel richting de nasofarynx is kraakbenig [5](#page=5).
De mucosa van de buis van Eustachius is bekleed met pseudomeerlagig respiratoir epitheel en wordt dikker richting de nasofarynx. Bij de uitmonding in de nasofarynx bevindt zich lymfoïd weefsel, de *tonsilla tubaria* [5](#page=5).
### 3.2 Functie in geluidstransmissie en drukregulatie
Het middenoor heeft twee hoofdfuncties [2](#page=2) [4](#page=4) [5](#page=5):
1. **Geluidstransmissie:** De gehoorbeentjesketen brengt geluidstrillingen van het relatief grote trommelvlies over naar de kleinere ovale venster, wat resulteert in een versterking van de geluidsdruk [5](#page=5).
2. **Drukregulatie:** De buis van Eustachius zorgt voor egalisatie van de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies, wat essentieel is voor een optimale geluidstransmissie. Dit gebeurt door kortstondige opening van de buis tijdens het slikken. De tympanische reflex, mede gereguleerd door de spiertjes in het middenoor, beschermt het binnenoor tegen te luide geluiden door de amplitude van de gehoorbeentjesbewegingen te verminderen [5](#page=5).
> **Tip:** Begrijp de mechanische koppeling tussen het trommelvlies, de gehoorbeentjes en het ovale venster. Deze keten transformeert luchttrillingen naar vloeistoftrillingen in het binnenoor [5](#page=5).
---
# Het binnenoor: evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan, gelegen in het binnenoor, is verantwoordelijk voor de detectie van beweging en de positie van het hoofd ten opzichte van de zwaartekracht [7](#page=7).
### 4.1 Architectuur van het binnenoor
Het binnenoor, ook wel het labyrint genoemd, is een complex geheel van benige holtes en kanalen binnen het os petrosum, een deel van het os temporale. Dit benige labyrint omvat het vestibulum, de semicirculaire kanalen en de cochlea. Binnen het benige labyrint bevindt zich het vliezige labyrint, dat de contouren van het benige labyrint volgt. De ruimte tussen het benige en vliezige labyrint is gevuld met perilymfe, een vloeistof die lijkt op cerebrospinaal vocht en arm is aan kaliumionen ($K^+$) en rijk aan natriumionen ($Na^+$). Het vliezige labyrint zelf is gevuld met endolymfe, een vloeistof die lijkt op intracellulair vocht en dus rijk is aan $K^+$ en arm aan $Na^+$. Het vliezige labyrint bestaat uit de utriculus en sacculus in het vestibulum, de semicirculaire kanalen en de ductus cochlearis in de cochlea. Embryologisch ontwikkelt het vliezige labyrint zich uit een uitstulping van het ectoderm, het oorblaasje, dat contact verliest met het oppervlak en zich verder ontwikkelt. De wand van het vliezige labyrint is bekleed met eenlagig plaveiselcelepitheel, dat op specifieke plaatsen overgaat in eenlagig cilindrisch epitheel met sensorische haarcellen [6](#page=6) [7](#page=7).
### 4.2 Het vestibulair orgaan
Het vestibulair orgaan omvat het vestibulum en de semicirculaire kanalen [7](#page=7).
#### 4.2.1 Het vestibulum en de daarin gelegen structuren
Het vestibulum bevat twee zakvormige componenten van het vliezige labyrint: de utriculus en de sacculus. De utriculus is groter dan de sacculus. De utriculus is verbonden met de semicirculaire kanalen en de sacculus via de ductus utriculosaccularis. De sacculus staat in verbinding met de ductus cochlearis via de ductus reuniens [8](#page=8).
Op de wand van zowel de utriculus als de sacculus bevinden zich verdikkingen met cilindrische sensorische epitheelcellen, de haarcellen, die respectievelijk de macula utriculi en de macula sacculi worden genoemd. Deze maculae zijn ongeveer 2 tot 3 mm in diameter en staan loodrecht op elkaar georiënteerd [8](#page=8).
De maculae bestaan uit twee soorten cellen: haarcellen en steuncellen. De haarcellen zijn de eigenlijke receptorcellen die signalen via afferente zenuwuiteinden naar het centrale zenuwstelsel (CZS) doorgeven. Het apicale deel van de haarcellen draagt talrijke stereocilia (lange microvilli) en één kinocilium (een echt trilhaar). Het kinocilium bevindt zich aan één zijde van de cel, en de stereocilia worden korter naarmate ze verder van het kinocilium afliggen [8](#page=8).
De stereocilia en het kinocilium liggen in een dikke, gelatineuze laag, samengesteld uit proteoglycanen geproduceerd door de steuncellen. In deze gelatineuze laag bevinden zich kleine kristallen van calciumcarbonaat, de otolieten (ook wel statoconia of otoconia genoemd). Deze otolieten zijn dichter dan de endolymfe [8](#page=8).
> **Tip:** Bewegingen van het hoofd veroorzaken beweging van de otolieten. Deze beweging van de otolieten trekt via de gelatineuze laag aan de ‘haren’ van de haarcellen, wat een zenuwimpuls opwekt [9](#page=9).
De utriculus en sacculus detecteren lineaire acceleratie en de kantelingsgraad van het hoofd [9](#page=9).
De ductus endolymphaticus is een buisvormige uitstulping van de ductus utriculosaccularis die uitmondt in de saccus endolymphaticus, een blind zakje tegen de dura mater. Deze structuren spelen vermoedelijk een rol bij de afvoer van endolymfe naar de veneuze sinussen in de dura mater [9](#page=9).
#### 4.2.2 De semicirculaire kanalen
De semicirculaire kanalen bevinden zich in de overeenkomstige benige structuren en zijn georiënteerd in drie loodrecht op elkaar staande vlakken: een anterieur, een posterieur en een lateraal (horizontaal) kanaal. De kanalen monden met vijf openingen uit in de utriculus. Elk semicirculair kanaal heeft een verbreed uiteinde, de ampulla, en een niet-verbreed uiteinde. Het niet-ampullaire uiteinde van het posterieure en anterieure kanaal komen samen in het crus commune, wat resulteert in vijf verbindingen met de utriculus [10](#page=10) [9](#page=9).
In elke ampulla bevindt zich de crista ampullaris, een zone met sensorische haarcellen en steuncellen, vergelijkbaar met de maculae. Op dit sensorische epitheel rust een dikke, gelatineuze laag die koepelvormig over het epitheel ligt en de cupula wordt genoemd. De cupula bevat geen otolieten en fungeert als een ‘klepje’ in de ampulla [10](#page=10).
> **Tip:** De sensorische cellen van de crista ampullaris worden gestimuleerd door rotatoire versnellingen. Deze versnellingen veroorzaken bewegingen van de endolymfe en daarmee van de cupula. De bewegingen van de cupula worden gedetecteerd door de ‘haren’ op de haarcellen [10](#page=10).
---
# Het binnenoor: gehoororgaan
Dit onderdeel beschrijft de anatomische structuur van de cochlea, het orgaan van Corti, en het mechanisme van geluidsverwerking via trilharen en zenuwimpulsen.
### 5.1 De cochlea: anatomie en structuur
De cochlea, oftewel het slakkenhuis, is een spiraalvormig gewonden kanaal rond een benige as genaamd de modiolus. Deze structuur maakt ongeveer 2,5 windingen. De modiolus bevat een spiraalvormig benig uitsteeksel, de lamina spiralis ossea, die vergeleken kan worden met de draad van een schroef [11](#page=11).
De cochlea kan worden gezien als een buis in een buis. De buitenste buis, het benige labyrinth, loopt van het ovale venster tot het ronde venster. Tussen de buitenste en binnenste buis bevindt zich perilymfe. De binnenste buis is de ductus cochlearis, die het vliezige labyrinth vormt en endolymfe bevat [13](#page=13).
De ductus cochlearis heeft op doorsnede de vorm van een rechthoekige driehoek [13](#page=13).
* De schuine zijde wordt gevormd door de **membrana vestibularis** (membraan van Reissner), die de scala media scheidt van de scala vestibuli [13](#page=13).
* De rechtopstaande zijde wordt gevormd door de **stria vascularis**, die verantwoordelijk is voor de productie van endolymfe en uit veel capillairen bestaat [13](#page=13).
* De basis van de driehoek wordt gevormd door de lamina spiralis, die bestaat uit een benig deel (lamina spiralis ossea) en een membraneus deel (lamina spiralis membranacea). De lamina spiralis membranacea scheidt de scala media van de scala tympani [13](#page=13).
* Op de lamina spiralis membranacea ligt de **membrana basilaris**, waarop het eigenlijke gehoororgaan, het orgaan van Corti, rust [13](#page=13).
* Ter hoogte van de apex van de driehoek, waar de lamina spiralis membranacea overgaat in de lamina spiralis ossea, bevindt zich de **limbus spiralis**. Deze verdikking van periostaal bindweefsel speelt een rol in de vorming van de membrana tectoria [13](#page=13).
De scala vestibuli en de scala tympani gaan in elkaar over ter hoogte van het helicotrema, aan de apex cochleae [13](#page=13).
### 5.2 Het orgaan van Corti
Het orgaan van Corti is het eigenlijke gehoororgaan en rust op de membrana basilaris. Net als in andere sensorische organen van het binnenoor, onderscheidt men in het orgaan van Corti steuncellen en haarcellen. De haarcellen hebben apicaal meerdere stereocilia, maar geen kinocilium [13](#page=13) [14](#page=14).
Er worden twee soorten haarcellen onderscheiden:
* **Binnenste haarcellen (I)**: Deze vormen één rij cellen aan de zijde van de limbus. Hun stereocilia reiken tot net onder de membrana tectoria [14](#page=14) [15](#page=15).
* **Buitenste haarcellen (O)**: Deze vormen 3 tot 5 rijen cellen aan de andere zijde van de tunnel van Corti, weg van de limbus. Hun stereocilia zijn vastgehecht aan de membrana tectoria [14](#page=14) [15](#page=15).
De binnenste en buitenste haarcellen worden gescheiden door de **tunnel van Corti**, die gevormd wordt door steuncellen [14](#page=14).
De **membrana tectoria** vormt een soort dak dat vanuit de limbus vertrekt en het orgaan van Corti bedekt. Deze membraan bestaat uit fijne collageenfibrillen en proteoglycanen en wordt geproduceerd door het epitheel van de limbus [14](#page=14).
De afferente zenuwvezels waarmee de haarcellen synapsen vormen, hebben hun cellichamen in het **ganglion spirale**, dat zich in de modiolus bevindt. De uitlopers van deze bipolaire cellen bundelen zich uiteindelijk samen met de vezels van de maculae en cristae ampullares en vormen zo de nervus vestibulocochlearis (#page=14, 15) [14](#page=14) [15](#page=15).
### 5.3 Geluidsverwerking
Het proces van geluidsverwerking begint met geluidsgolven die vibraties veroorzaken in het trommelvlies. Deze vibraties worden versterkt via de gehoorbeentjes en doorgegeven aan het ovale venster [15](#page=15).
Vanuit het ovale venster planten de trillingen zich voort in de perilymfe van de scala vestibuli. Vervolgens worden de trillingen overgezet naar het endolymfe via de flexibele membrana van Reissner. De trillingen in het endolymfe veroorzaken bewegingen van de membrana basilaris [15](#page=15).
Deze bewegingen van de membrana basilaris ten opzichte van de membrana tectoria resulteren in het plooien van de stereocilia van de haarcellen. Het plooien van de stereocilia genereert een actiepotentiaal in de afferente zenuwuiteinden aan de basis van de haarcellen [15](#page=15).
De locatie op de membrana basilaris waar de maximale beweging optreedt, hangt af van de frequentie van de geluidsgolven:
* Hoogfrequente geluidsgolven veroorzaken maximale beweging dicht bij het ovale venster [15](#page=15).
* Laagfrequente geluidsgolven veroorzaken maximale beweging dicht bij het helicotrema [15](#page=15).
> **Tip:** De cochlea werkt als een frequentie-analysator; verschillende delen van de membrana basilaris resoneren bij verschillende geluidsfrequenties. Dit principe is cruciaal voor het waarnemen van toonhoogtes.
> **Tip:** Het onderscheid tussen binnenste en buitenste haarcellen is belangrijk. De binnenste haarcellen zijn de primaire sensorische cellen voor gehoor, terwijl de buitenste haarcellen een belangrijke rol spelen in de cochleaire amplificatie, wat de gevoeligheid en resolutie van het gehoor verbetert.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gehoororgaan | Het complex van structuren dat verantwoordelijk is voor het waarnemen van geluid, opgebouwd uit het buiten-, midden- en binnenoor. |
| Buitenoor | Het buitenste deel van het oor, bestaande uit de oorschelp en de uitwendige gehoorgang, dat geluidsgolven opvangt. |
| Middenoor | Het deel van het oor tussen het trommelvlies en het binnenoor, dat de geluidstrillingen via gehoorbeentjes versterkt. |
| Binnenoor | Het diepste deel van het oor, ook wel het labyrint genoemd, dat trillingen omzet in zenuwimpulsen voor gehoor en evenwicht. |
| Trommelvlies | Een dun membraan dat de uitwendige gehoorgang afsluit en trilt onder invloed van geluidsgolven, de trommelvliestrommel. |
| Gehoorbeentjes | Drie kleine botjes in het middenoor (hamer, aambeeld, stijgbeugel) die trillingen van het trommelvlies overbrengen naar het binnenoor. |
| Buis van Eustachius | Een verbinding tussen het middenoor en de nasofarynx die helpt bij de drukregulatie aan beide zijden van het trommelvlies. |
| Vestibulum | Het centrale deel van het benige labyrint in het binnenoor, dat het evenwichtsorgaan bevat met de utriculus en sacculus. |
| Semicirculaire kanalen | Drie buisvormige structuren in het binnenoor die de bewegingen van het hoofd in verschillende vlakken detecteren voor het evenwicht. |
| Cochlea | Het slakkenhuisvormige deel van het binnenoor dat verantwoordelijk is voor het omzetten van geluidstrillingen in zenuwimpulsen. |
| Perilymfe | Vocht dat de ruimte vult tussen het benige en het vliezige labyrint in het binnenoor, vergelijkbaar met cerebrospinaal vocht. |
| Endolymfe | Vocht dat de holtes van het vliezige labyrint in het binnenoor vult, rijk aan kaliumionen en essentieel voor de sensorische functie. |
| Macula | Een sensorische plek in de utriculus en sacculus die lineaire versnelling en hoofdoriëntatie detecteert met behulp van otolieten. |
| Crista ampullaris | Een sensorische structuur in de ampulla van de semicirculaire kanalen die rotatoire versnelling detecteert met de cupula. |
| Orgaan van Corti | Het belangrijkste gehoororgaan, gelegen op de membrana basilaris in de cochlea, dat geluidstrillingen omzet in zenuwsignalen via haarcellen. |
| Haarcellen | Gespecialiseerde receptorcellen in het orgaan van Corti, maculae en cristae die mechanische prikkels omzetten in elektrische signalen. |
| Otolieten | Kleine calciumcarbonaatkristallen in de gelatineuze laag van de maculae, die bewegingen van het hoofd detecteren. |
| Cupula | Een gelatineuze koepel boven de crista ampullaris die meebeweegt met de endolymfe tijdens hoofdbewegingen en zo de haarcellen stimuleert. |
| Membrana basilaris | Een flexibele membraan in de cochlea waarop het orgaan van Corti rust; verschillende delen resoneren bij verschillende geluidsfrequenties. |
| Membrana tectoria | Een gelatineuze membraan die het orgaan van Corti bedekt; de stereocilia van de haarcellen interageren hiermee om geluid te detecteren. |