Cover
Jetzt kostenlos starten Strafrecht les 9 - les 3 november 2025 [Automatisch opgeslagen].pptx
Summary
# Strafbaarheid en misdrijfbestanddelen
Dit onderwerp behandelt de fundamentele elementen die nodig zijn om tot strafbaarheid te komen, inclusief de materiële en morele bestanddelen van een misdrijf, en de afwezigheid van rechtvaardigings- of schuldontheffingsgronden.
### 1.1 De weg naar strafbaarheid
Om tot strafbaarheid te komen, moeten een reeks cumulatieve voorwaarden vervuld zijn. Dit proces begint met het nagaan of er sprake is van een bestaande Belgische strafrechtelijke kwalificatie. Vervolgens moeten de constitutieve bestanddelen van het misdrijf verenigd zijn. Dit omvat zowel het materiële bestanddeel (de gedraging) als het morele bestanddeel (de intentie of schuld). Daarnaast mag er geen sprake zijn van een rechtvaardigingsgrond, die de wederrechtelijkheid van de daad wegneemt, noch van een schuldontheffingsgrond, die de verwijtbaarheid van de dader wegneemt. Tenslotte moet de dader toerekeningsvatbaar zijn. Indien al deze voorwaarden vervuld zijn, wordt de strafbaarheid aangenomen, tenzij er sprake is van een strafontheffende verschoningsgrond die tot een gebrek aan strafwaardigheid leidt.
### 1.2 Bestanddelen van een misdrijf
#### 1.2.1 Materiële bestanddelen
Het materiële bestanddeel verwijst naar de concrete gedraging of het feit dat door de wet als strafbaar is aangemerkt. Dit kan een actieve handeling zijn (bv. slaan, stelen) of een nalaten (bv. schuldig verzuim). Voor de vervulling van het materiële bestanddeel is het cruciaal dat de wettelijke omschrijving van het misdrijf in concreto is gerealiseerd. Dit omvat ook de vraag of het misdrijf voltooid is, dan wel of er sprake is van een strafbare poging.
#### 1.2.2 Morele bestanddelen
Het morele bestanddeel heeft betrekking op de psychische gesteldheid van de dader op het moment van de feiten. In het strafrecht wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van schuld, zoals opzet en onachtzaamheid.
* **Opzet:** Dit vereist een bewuste wil om het misdrijf te plegen of de gevolgen ervan te beogen. Het algemene opzet houdt in dat de dader de wil heeft om de daad te stellen, terwijl het bijzondere opzet vereist dat de dader een specifiek oogmerk heeft (bv. om te doden).
* **Onachtzaamheid:** Dit omvat handelingen die voortkomen uit een gebrek aan voorzorg, voorzichtigheid of plichtsbetrachting, met schadelijke gevolgen als gevolg.
#### 1.2.3 Constitutieve bestanddelen
De constitutieve bestanddelen zijn de elementen die wettelijk zijn voorgeschreven en die, wanneer ze alle aanwezig zijn, het misdrijf in zijn essentie definiëren. De vereniging van deze bestanddelen is vereist voor de juridische kwalificatie van een feit als misdrijf.
### 1.3 Rechtvaardigings- en schuldontheffingsgronden
#### 1.3.1 Rechtvaardigingsgronden
Rechtvaardigingsgronden wegnemen de wederrechtelijkheid van een gedraging. Zij maken een in principe strafbare handeling legaal. Voorbeelden hiervan zijn wettelijke plicht, ambtelijk bevel, toestemming van de getroffene, overmacht (noodtoestand), en wettige verdediging. Deze gronden werken door ten aanzien van de dader en eventuele deelnemers.
* **Noodtoestand:** Handelen onder onweerstaanbare dwang om een groter kwaad te vermijden.
* **Wettige verdediging:** Het verdedigen van eigen of andermans goederen tegen ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding.
#### 1.3.2 Schuldontheffingsgronden
Schuldontheffingsgronden nemen de verwijtbaarheid van de dader weg. Zij maken de dader niet straffeloos, maar maken hem minder strafbaar.
* **Onweerstaanbare dwang:** Een externe kracht die de wilsvrijheid van de dader uitschakelt.
* **Geestesstoornis:** Een stoornis die op het moment van de feiten het oordeelsvermogen of de controle over de daden van de dader ernstig heeft aangetast, kan leiden tot niet-toerekeningsvatbaarheid. Dit kan resulteren in vrijspraak van straf, maar kan leiden tot een beveiligingsmaatregel zoals internering.
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid tussen rechtvaardigingsgronden en schuldontheffingsgronden te kennen. Rechtvaardigingsgronden maken de daad zelf legaal, terwijl schuldontheffingsgronden de dader minder verwijtbaar maken.
### 1.4 Strafuitsluitende verschoningsgronden
Strafuitsluitende verschoningsgronden, wettelijk vastgelegd, leiden tot de niet-bestraffing van een dader, ondanks de vervulling van alle constitutieve bestanddelen van een misdrijf. Deze gronden worden ingevoerd om redenen van sociaal nut of strafrechtelijke politiek en hebben een bijzonder en uitzonderlijk karakter.
* **Kenmerken:** Ze zijn wettelijk bepaald, meestal van uitzonderlijke aard en gelimiteerd tot specifieke situaties. Ze werken van rechtswege en tasten enkel de strafbaarheid aan, niet de status van het feit als misdrijf.
* **Voorbeelden:**
* Sadomasochisme: Hoewel opzettelijke gewelddaden, kan er onder strikte voorwaarden en bij toestemming van de betrokkene, zonder schade aan gezondheid of essentiële belangen, geen straf worden opgelegd (gelinkt aan artikel 8 EVRM).
* Politieambtenaren en burgerinformanten: In het kader van bijzondere opsporingsmethoden kunnen zij vrijgesteld worden van straf.
* Intrafamiliale verschoning: Vroeger van toepassing op eigendomsmisdrijven binnen de familie, maar niet meer in het huidige Wetboek van Strafrecht.
* Verberging: Het verbergen van een vervolgde persoon, een lijk, of bewijs kan, onder bepaalde familiaire of aanverwante omstandigheden, onderworpen zijn aan strafontheffende verschoningsgronden.
> **Belangrijk:** Strafuitsluitende verschoningsgronden zijn persoonlijk en werken enkel ten gunste van de dader. De burgerlijke rechtsvordering ter vergoeding van schade kan echter wel ontvankelijk zijn voor de burgerlijke rechter.
### 1.5 Toerekeningsvatbaarheid
Toerekeningsvatbaarheid impliceert dat de dader op het moment van de feiten in staat was tot het begrijpen van zijn handelen en de controle erover had. Psychiatrische beoordelingen vinden plaats op het moment van de berechting, niet enkel op het moment van de feiten, om de toerekeningsvatbaarheid te bepalen. Een niet-toerekeningsvatbare dader kan nog steeds onderworpen worden aan beveiligingsmaatregelen zoals internering.
### 1.6 Overige relevante concepten
* **Meerdaadse samenloop:** Wanneer één daad meerdere misdrijven oplevert.
* **Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen:** Rechtspersonen kunnen strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor feiten die intrinsiek verband houden met hun doel of belangen, of die voor hun rekening zijn gepleegd.
* **Lex mitior principe:** Het principe van de mildere strafwet, waarbij een nieuwe, mildere strafwet met terugwerkende kracht kan worden toegepast op feiten die vóór de inwerkingtreding ervan zijn gepleegd.
* **Aberratio ictus (misslag):** Wanneer een slag het beoogde slachtoffer mist, maar een derde persoon treft.
#### 1.6.1 Toepassing van de strafwet in de tijd en in de ruimte
* **In de tijd:** Het uitgangspunt is het verbod van retroactieve werking van strafwetgeving. Uitzondering hierop is de terugwerkende kracht van de mildere strafwet.
* **In de ruimte:** Het territorialiteitsbeginsel houdt in dat strafbare feiten die in België plaatsvinden, onderworpen zijn aan het Belgisch strafrecht. De ubiqiteitstheorie en de leer van de ondeelbaarheid kunnen hierbij van toepassing zijn.
#### 1.6.2 Poging tot misdrijf
Voor strafbare pogingen zijn de volgende voorwaarden vereist: een crimineel voornemen, een begin van uitvoering, en het niet voltooien van het misdrijf om redenen buiten de wil van de dader. Strafbare pogingen tot opzettelijke misdrijven zijn steeds strafbaar.
---
# Schuld- en strafontheffingsgronden
Dit hoofdstuk bespreekt gronden die de strafbaarheid of de straf zelf kunnen beïnvloeden, zoals schuldontheffingsgronden die de morele toerekeningsvatbaarheid raken, en strafontheffende verschoningsgronden die voortvloeien uit sociaal nut of criminele politiek.
### 2.1 Schuldontheffingsgronden
Schuldontheffingsgronden raken het morele bestanddeel van een misdrijf. Wanneer deze gronden succesvol worden ingeroepen, blijft het misdrijf niet overeind omdat de dader gehandeld heeft in een staat die hem moreel niet toerekenbaar maakt. In tegenstelling tot rechtvaardigingsgronden, die doorwerken voor zowel de dader als deelnemers, hebben schuldontheffingsgronden enkel betrekking op de dader zelf.
#### 2.1.1 Kenmerken en Toepassing
* **Morele Toerekeningsvatbaarheid:** Schuldontheffingsgronden beogen aan te tonen dat de dader, ondanks het vervullen van de materiële en morele bestanddelen van een misdrijf, moreel gezien niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn daad.
* **Niet-toerekeningsvatbaarheid:** Een niet-toerekeningsvatbare dader kan nog steeds gehandeld hebben in een staat van noodtoestand, onweerstaanbare dwang of wettige verdediging. In dergelijke gevallen kan dit leiden tot vrijspraak.
* **Geestesstoornis:** Een geestesstoornis op het moment van de feiten kan leiden tot vrijspraak. Echter, op het moment van berechting kan, indien de stoornis nog aanwezig is, worden overgegaan tot internering als beveiligingsmaatregel. Internering is geen straf, maar een maatregel gericht op de beveiliging van de maatschappij. Bij minderjarige delictplegers worden in principe geen straffen uitgesproken, tenzij er sprake is van uithandengeving.
* **Onweerstaanbare Dwang:** Dit is een schuldontheffingsgrond. Het is echter moeilijk om aan te tonen dat er sprake was van een volledige uitschakeling van de wilsvrijheid. In het verleden is onweerstaanbare dwang (art. 71 Sw. 1867) niet altijd aanvaard als een geldige grond om straf te ontlopen.
* **Noodtoestand:** Noodtoestand kan worden beschouwd als een rechtvaardigingsgrond. Het afstoten van familie of het beroep doen op culturele verweren worden niet als hoger belang beschouwd dat een rechtvaardigingsgrond zou kunnen vormen. Verzwarende factoren kunnen nooit als rechtvaardigingsgrond worden ingeroepen.
### 2.2 Strafontheffende verschoningsgronden
Strafontheffende verschoningsgronden, ook wel strafuitsluitende verschoningsgronden genoemd, leiden tot een volledige ontheffing van straf, ook al zijn alle constitutieve bestanddelen van een misdrijf vervuld. Dit gebeurt om redenen van sociaal nut of criminele politiek.
#### 2.2.1 Kenmerken en Toepassing
* **Wettelijk Bepaald:** Deze gronden moeten wettelijk voorzien zijn.
* **Bijzonder Karakter:** Ze zijn vaak gekoppeld aan specifieke misdrijven en hebben een uitzonderlijk karakter. Er zijn echter enkele uitzonderingen met een meer algemene draagwijdte.
* **Geen Strafwaardigheid:** De actie wordt weliswaar als misdrijf gekwalificeerd, maar er is geen sprake van strafwaardigheid.
* **In Personam:** De verschoning geldt enkel ten hoofde van de dader.
* **Gevolgen:** De strafvordering en de burgerlijke rechtsvordering worden niet-ontvankelijk verklaard. De burgerlijke rechtsvordering kan wel nog voor de burgerlijke rechter aanhangig worden gemaakt voor schadevergoeding.
#### 2.2.2 Specifieke Strafontheffende Gronden
* **Sadomasochisme:** In het verleden heeft de rechtspraak geoordeeld dat er geen straf moest staan tegenover sadomasochistische handelingen, mits voldaan aan bepaalde voorwaarden zoals toestemming en het niet schaden van de gezondheid van de betrokkene, in het licht van artikel 8 EVRM.
* **Politieambtenaren en Burgerinformanten:** Politieambtenaren die handelen in het kader van bijzondere opsporingsmethoden en burgerinformanten kunnen vrijgesteld worden van straf. Dit is vastgelegd in artikel 47 quinquies Sv. en artikel 47 novies/1 Sv. Deze vrijstelling werkt van rechtswege.
* **Verberging van Bewijs en Lijkverberging (thans in Sw. 2024):**
* **Verberging van een vervolgde persoon (art. 657 Sw. 2024):** Indien er een bloed- of aanverwantschapsband is tussen de dader en de vervolgde persoon, kan er sprake zijn van een strafontheffende verschoningsgrond.
* **Lijkverberging (art. 658 Sw. 2024):** Identiek aan de verberging van een vervolgde persoon, kan de familiale band leiden tot een strafontheffende verschoning.
* **Verberging van bewijs (art. 659 Sw. 2024):** Ook hier kan een familiaire band aanleiding geven tot een strafontheffende verschoningsgrond.
* **Intrafamiliale Verschoningen (historisch):** Voor eigendomsmisdrijven, waaronder diefstal, bestond in het Sw. 1867 een intrafamiliale verschoningsgrond die geen bestraffing toestond tussen familieleden. Deze verschoningsgrond is echter niet meer van toepassing in het huidige Sw. 2024.
> **Tip:** Het is cruciaal om te onthouden dat, ook al leidt een strafontheffende verschoningsgrond tot het uitblijven van een straf, de constitutieve bestanddelen van het misdrijf nog steeds vervuld zijn. Dit betekent dat de daad juridisch nog steeds als een misdrijf wordt beschouwd.
### 2.3 Vraagstukken bij de Toepassing
Bij de beoordeling van strafbaarheid en straf moeten de volgende elementen stapsgewijs worden nagegaan:
1. Bestaat er een relevante Belgische strafrechtelijke kwalificatie?
2. Zijn de materiële bestanddelen van het misdrijf vervuld?
3. Is er sprake van een voltooid misdrijf of een strafbare poging?
4. Is de dader of een deelnemer betrokken?
5. Zijn de morele bestanddelen vervuld?
6. Is er sprake van een schuldontheffingsgrond?
7. Is er sprake van een rechtvaardigingsgrond?
8. Is er sprake van een grond van niet-toerekeningsvatbaarheid?
9. Is er sprake van een strafontheffende verschoningsgrond?
> **Voorbeeld:** De 15-jarige Lucas duwt Nora, die hierdoor overlijdt. Lucas kan vervolgd worden voor verzwarende omstandigheden van opzettelijk misdrijf met de dood tot gevolg (art. 197 en 200, 4° Sw. 2024) en schuldig verzuim (art. 299 Sw. 2024). Zijn moeder, Floor, die hem helpt met het verbergen van bewijs en het lijk, kan hiervoor vervolgd worden onder art. 658 en 659 Sw. 2024. Deze laatste twee misdrijven zijn strafontheffende verschoningsgronden indien er een familierelatie is, wat impliceert dat Floor voor deze feiten geen straf zal krijgen, hoewel ze wel als misdrijf worden beschouwd. Het duwen zelf is een voltooid misdrijf (diefstal met geweld), zelfs als de gsm onmiddellijk wordt teruggegeven. De burgerlijke partijstelling van Jesse kan dus niet ongegrond worden verklaard op basis van het terugkrijgen van de gsm.
### 2.4 Uitzonderingen op de Strafwaardigheid
Hoewel alle constitutieve bestanddelen van een misdrijf aanwezig zijn, er geen rechtvaardigingsgrond of schuldontheffingsgrond is, en de dader toerekeningsvatbaar is, kan er toch sprake zijn van geen strafwaardigheid door een strafontheffende verschoningsgrond. Dit vereist dat de betreffende grond wettelijk is voorzien en een bijzonder karakter heeft, dat gekoppeld is aan specifieke omstandigheden zoals sociaal nut of criminele politiek. De voorbeelden in het Strafwetboek 2024 omvatten de verberging van een vervolgde persoon, lijkverberging en verberging van bewijs, waarbij familiale banden een rol kunnen spelen bij de toepassing van de strafontheffende verschoningsgrond.
---
# Toepassing van de strafwet en oefeningen
Dit gedeelte behandelt de toepassing van de strafwet in de tijd en ruimte, geïllustreerd met oefeningen en casussen die de materie verduidelijken.
### 3.1 Toepassing van de strafwet in de tijd
Het principe van de niet-retroactieve werking van de strafwet is fundamenteel, wat inhoudt dat een feit enkel strafbaar is indien het op het moment van plegen reeds bij wet was voorzien.
#### 3.1.1 Uitzondering: De lex mitior-regel
Een belangrijke uitzondering op het verbod van retroactiviteit is de **lex mitior**-regel, die stelt dat een mildere strafwet met terugwerkende kracht kan worden toegepast. Dit geldt ook voor de invoering van nieuwe rechtvaardigingsgronden of verschoningsgronden die een gunstig effect hebben op de beklaagde of beschuldigde.
> **Tip:** Wanneer een nieuwe wet in werking treedt tijdens de procedure, ook al bestond deze op het moment van de feiten niet, moet deze als lex mitior worden toegepast indien ze gunstiger is voor de beklaagde.
### 3.2 Toepassing van de strafwet in de ruimte
De toepassing van de strafwet in de ruimte wordt voornamelijk beheerst door het **territorialiteitsprincipe**. Dit houdt in dat een misdrijf strafbaar is indien het (gedeeltelijk) in België kan worden gelokaliseerd.
#### 3.2.1 De leer van de ondeelbaarheid en de ubiqiteitstheorie
In specifieke gevallen, zoals bij de levering van een moordwapen in het buitenland en de uitvoering van de moord in België, kan het Belgisch hof van assisen zich toch bevoegd verklaren. Dit is het gevolg van de **ubiqiteitstheorie**, samen te lezen met de **leer van de ondeelbaarheid**, die stelt dat een misdrijf dat op meerdere plaatsen is gepleegd, volledig onder de bevoegdheid van de rechter van één van die plaatsen kan vallen.
> **Tip:** Gedefederaliseerd strafrecht, zoals decreten en ordonnanties, kan ook strafbaarstellingen bevatten, mits een eensluidend advies van de ministerraad.
### 3.3 Constitutieve bestanddelen, rechtvaardigingsgronden en schuldontheffingsgronden
Om tot een strafrechtelijke veroordeling te komen, moeten eerst de **constitutieve bestanddelen** van een misdrijf vervuld zijn. Vervolgens worden mogelijke **rechtvaardigingsgronden** en **schuldontheffingsgronden** onderzocht.
* **Rechtvaardigingsgronden** werken door ten aanzien van de dader en eventuele deelnemers.
* **Schuldontheffingsgronden** daarentegen tasten enkel de schuld van de dader aan en hebben geen doorwerking naar deelnemers.
* Niet-toerekeningsvatbare daders kunnen, ondanks hun ontoerekeningsvatbaarheid, gehandeld hebben in een staat van noodtoestand, onweerstaanbare dwang of wettige verdediging. Een geestesstoornis op het moment van de feiten kan leiden tot vrijspraak, terwijl de toestand op het moment van de berechting kan leiden tot internering als beveiligingsmaatregel.
### 3.4 Strafuitsluitende en strafverminderende verschoningsgronden
Verschoningsgronden, zowel strafuitsluitende als strafverminderende, zijn in de wet opgenomen en hebben een speciaal, uitzonderlijk karakter.
#### 3.4.1 Strafuitsluitende verschoningsgronden
Deze gronden leiden tot het uitblijven van straf, ook al zijn de constitutieve bestanddelen van een misdrijf vervuld. Ze zijn ingegeven door redenen van sociaal nut of criminele politiek.
* **Voorbeelden:**
* Sadomasochisme (in specifieke omstandigheden)
* Bepaalde handelingen van politieambtenaren en burgerinformanten in het kader van opsporingsmethoden (art. 47 quinquies Sv.; art. 47 novies /1 Sv.)
* Verberging van een vervolgde persoon (art. 657 Sw. 2024)
* Lijkverberging (art. 658 Sw. 2024)
* Verberging van bewijs (art. 659 Sw.2024)
> **Tip:** Een strafontheffende verschoningsgrond betekent niet dat het feit geen misdrijf meer is, maar enkel dat er geen straf wordt opgelegd. Een burgerlijke rechtsvordering voor schadevergoeding kan wel nog steeds voor de burgerlijke rechter worden ingesteld.
#### 3.4.2 Strafverminderende verschoningsgronden
Deze gronden leiden tot een vermindering van de straf, zonder deze volledig uit te sluiten.
### 3.5 Oefeningen en casussen
#### 3.5.1 Casus Lucas en Nora
**Feiten:** Lucas duwt Nora, die daardoor overlijdt. Zijn moeder, Floor, helpt bij het verbergen van bewijs en het lichaam. Floor slaat Lucas later.
**Analyse Lucas:**
* **Kwalificatie:** Opzettelijk misdrijf met de dood tot gevolg zonder oogmerk (art. 197 Sw. 2024, verzwaard door de dood). Mogelijk art. 200, 4° Sw. 2024 indien de dood aan de duw gerelateerd is.
* **Schuldig verzuim:** Opzettelijk nalaten om hulp te bieden (art. 299 Sw.).
**Analyse Floor:**
* **Lijkverberging:** Art. 658 Sw. 2024 (strafniveau 2).
* **Verbergen van bewijs:** Art. 659 Sw. 2024 (strafniveau 2).
* **Opzettelijke gewelddaden:** Slaan van Lucas (art. 200, 1° Sw. 2024).
**Toepassing strafwet in de tijd:** De regels over de niet-retroactieve werking en de lex mitior-regel zijn van toepassing.
**Moreel bestanddeel:** Voor opzettelijke misdrijven geldt algemeen opzet; voor schuldig verzuim eveneens algemeen opzet.
#### 3.5.2 Oefening Protestactie
**Feiten:** Elena vernielt landbouwgrond tijdens een protestactie. Een nieuwe wet erkent protestacties als rechtvaardigingsgrond bij materiële schade.
**Analyse:** De correcte toepassing van de lex mitior-regel is hier cruciaal. De nieuwe wet, die op het moment van de berechting geldt, moet als gunstiger worden beschouwd en dus met terugwerkende kracht worden toegepast. De correctionele rechtbank handelt correct door Elena vrij te spreken.
#### 3.5.3 Oefening Verkeersongeval Gemeente
**Feiten:** Een gemeente wordt veroordeeld voor onopzettelijke doding door nalatigheid in wegonderhoud.
**Analyse:**
* **Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen:** Art. 18 Sw. 2024. De gedraging moet toerekenbaar zijn aan de gemeente.
* **Moreel bestanddeel:** Elk misdrijf heeft een moreel bestanddeel, ook onopzettelijke misdrijven. De kwalificatie van zware nalatigheid volstaat.
* **Veroordeling tot geldboete:** Art. 40 Sw. 2024 bepaalt dat voor publiekrechtelijke entiteiten enkel een schuldigverklaring mogelijk is, geen geldboete.
#### 3.5.4 Oefening Daan en Roos
**Feiten:** Daan wordt veroordeeld voor opzettelijke gewelddaden. Hij lijdt aan een geestesstoornis. De rechter legt internering op, gebaseerd op een verslag dat de toestand op het moment van de feiten beoordeelt.
**Analyse:**
* **Toerekeningsvatbaarheid:** De beoordeling van de geestesstoornis moet plaatsvinden op het moment van de berechting, niet enkel op het moment van de feiten (art. 25 Sw. 2024).
* **Internering:** Internering is een beveiligingsmaatregel en kan niet in niveaus of met een bepaalde duur worden uitgedrukt. De beslissing kan ook niet enkel gebaseerd zijn op de toestand op het moment van de feiten.
#### 3.5.5 Casus Tom en Jan
**Feiten:** Tom en Jan plegen een diefstal met bedreiging op Jesse. Jan geeft de gsm terug. Later probeert Tom Sam aan te vallen, maar Sam blokkeert de aanval.
**Vragen en analyse:**
1. **Constitutieve bestanddelen op Jesse:**
* **Jan:** Heeft de constitutieve bestanddelen van diefstal vervuld (wegnemen van goederen). Co-daderschap met Tom (art. 17, 3° Sw. 2024).
* **Tom:** Heeft de constitutieve bestanddelen van bedreiging vervuld.
* **Kwalificatie:** Diefstal met bedreiging gepleegd door twee of meer personen (art. 467 Sw. 2024, verzwaard door art. 469, §1, 3° Sw. 2024). De discriminerende drijfveer (art. 474, 4° Sw. 2024) is een verzwarende factor, geen constitutief bestanddeel.
2. **Strafbare poging?**
* De diefstal met bedreiging op Jesse is een **aflopend misdrijf**, voltooid op het moment van het wegnemen van de gsm. Het teruggeven van de gsm is actief berouw en doet het misdrijf niet teniet. Er is geen sprake van strafbare poging.
* De poging tot opzettelijke gewelddaden op Sam is wel strafbaar (art. 9 Sw. 2024). De voorwaarden zijn voldaan: crimineel voornemen (Tom zocht het adres op), begin van uitvoering (klopte aan), en het niet voltooien omwille van externe omstandigheden (reactie van Sam).
* **Kwalificatie poging gewelddaden:** Poging tot opzettelijke gewelddaden met voorbedachtheid zonder integriteitsaantasting (art. 198, 1° Sw. 2024, samen met art. 79, 21° Sw. 2024). Dit resulteert in strafniveau 1 (want de uitgangsstraf is niveau 2, verminderd met één niveau voor de poging).
3. **Subjectieve verzwarende bestanddelen Tom?**
* Ja, de **voorbedachtheid** (art. 198, 1° Sw. 2024) is een subjectief verzwarend bestanddeel ten aanzien van Tom, aangezien dit op zijn persoonlijk crimineel voornemen betrekking heeft.
4. **Authentieke interpretatie voor objectief verzwarend bestanddeel?**
* Nee. Voor de kwalificatie diefstal met bedreiging door twee of meer personen is geen authentieke interpretatie van de wetgever nodig. De begrippen bedreiging (art. 79, 19° Sw. 2024) en integriteitsaantasting (art. 79 Sw.) zijn reeds gedefinieerd of duidelijk.
5. **Burgerlijke partijstelling Jesse ongegrond?**
* Nee, het verweer van Jan heeft geen kans op slagen. De diefstal op Jesse was voltooid, ook al werd de gsm teruggegeven. Actief berouw doet de strafbaarheid niet teniet en de burgerlijke partijstelling is gegrond zodra er een misdrijf is gepleegd.
6. **Tom niet veroordelen omdat hij slagen heeft gekregen?**
* Nee, dit verweer heeft geen kans op slagen. Er is geen wettige verdediging mogelijk tegen een persoon die handelt uit wettige verdediging.
### 3.6 Bijzondere concepten in strafrecht
* **Aberratio ictus of misslag:** Een slag die het beoogde slachtoffer mist, maar een derde treft.
* **Gerechtelijke antecedenten:** Voorgaande veroordelingen.
* **Doodslag versus moord:** Doodslag is opzettelijk doden zonder voorbedachtheid. Moord is doden met voorbedachtheid.
* **Opzettelijke gewelddaden zonder integriteitsaantasting:** Dit kan strafbaar zijn op basis van voorbedachtheid (art. 198, 1° Sw. 2024).
* **Onweerstaanbare dwang:** Een schuldontheffingsgrond die de uitschakeling van de wilsvrijheid vereist en moeilijk hard te maken is.
* **Noodtoestand:** Een mogelijke rechtvaardigingsgrond, maar het afstoten van familie valt daar niet onder.
* **Cultuurverweer:** Een verzwarende factor kan nooit als rechtvaardigingsgrond worden ingeroepen.
* **Verzegeling van goederen:** Dit kan als een strafontheffende verschoningsgrond worden beschouwd.
---
# Casussen en specifieke misdrijven
Deze sectie analyseert concrete casussen om de toepassing van specifieke misdrijven, zoals diefstal met bedreiging, opzettelijke gewelddaden, lijkverberging, en de rol van mededaderschap en poging te verduidelijken.
### 4.1 Criminaliteitsanalyse in casuïstiek
Bij de analyse van een casus moeten de volgende stappen systematisch worden doorlopen:
1. **Bestaande strafrechtelijke kwalificatie:** Nagaan welke strafbepalingen van toepassing zijn op het moment van de feiten. Hierbij is de regel van niet-retroactieve werking van de strafwet van belang, tenzij er sprake is van een mildere strafwet (lex mitior).
2. **Materieel bestanddeel:** Vaststellen of de gedragingen van de dader voldoen aan de objectieve elementen van het misdrijf.
3. **Voltooid misdrijf of strafbare poging:** Bepalen of het misdrijf volledig is uitgevoerd of dat er sprake is van een strafbare poging.
4. **Dader of deelnemer:** Identificeren wie de dader is en of er sprake is van mededaderschap.
5. **Moreel bestanddeel:** Onderzoeken van het opzet of de schuld van de dader.
6. **Schuldontheffingsgrond:** Nagaan of er omstandigheden waren die de schuld van de dader tenietdoen, zoals onweerstaanbare dwang.
7. **Rechtvaardigingsgrond:** Bepalen of de gedraging van de dader gerechtvaardigd was, zoals wettige verdediging.
8. **Grond van niet-toerekeningsvatbaarheid:** Vaststellen of de dader ontoerekeningsvatbaar was wegens bijvoorbeeld een geestesstoornis.
9. **Strafontheffende verschoningsgrond:** Nagaan of er wettelijk voorziene gronden zijn die leiden tot het uitblijven van straf, ondanks de vervulling van de bestanddelen van een misdrijf.
#### 4.1.1 Specifieke misdrijven en hun kwalificatie
**4.1.1.1 Diefstal met bedreiging en mededaderschap**
* **Diefstal met geweld of bedreiging (art. 467 Sw. 2024):** Vereist het bedrieglijk wegnemen van goederen, gekoppeld aan geweld of bedreiging.
* **Verzwarende bestanddelen:**
* **Gepleegd door twee of meer personen (art. 469, §1, 3° Sw. 2024):** Een objectief verzwarend bestanddeel dat de strafmaat verhoogt.
* **Discriminerende drijfveer (art. 474, 4° Sw. 2024):** Dit is een straftoemetingsfactor, geen constitutief bestanddeel, waar de rechter rekening mee houdt.
**4.1.1.2 Opzettelijke gewelddaden**
* **Basis misdrijf (art. 193 Sw. 2024):** Het plegen van geweld.
* **Verzwarende bestanddelen:**
* **Met voorbedachten rade (art. 198, 1° Sw. 2024):** Vereist een voorafgaande beslissing en planning om het misdrijf te plegen. Dit is een subjectief verzwarend bestanddeel.
* **Integriteitsaantasting (art. 200, 201 Sw. 2024):** Afhankelijk van de ernst van de aantasting.
* **Gepleegd op minderjarige (art. 200, 4° Sw. 2024).**
* **Met de dood tot gevolg (zonder oogmerk):** Kwalificeert als een verzwarend bestanddeel bij opzettelijke geweldpleging, bijvoorbeeld art. 197 Sw. 2024.
**4.1.1.3 Lijkverberging en verberging van bewijs**
* **Lijkverberging (art. 658 Sw. 2024):** Het verbergen van een lijk.
* **Verberging van bewijs (art. 659 Sw. 2024):** Het verbergen van bewijsmateriaal met het oogmerk om de waarheid te verbergen of een misdrijf te maskeren.
* **Strafontheffende verschoningsgrond (art. 660 Sw. 2024):** In specifieke gevallen (bv. bij bloed- of aanverwantschap) kunnen deze misdrijven een strafontheffende verschoningsgrond kennen, waardoor de dader vrij blijft van straf, hoewel het misdrijf wel is gepleegd.
#### 4.1.2 Mededaderschap en deelneming
Mededaderschap (art. 17 Sw. 2024) houdt in dat meerdere personen samen een misdrijf plegen. Dit kan verschillende vormen aannemen, waarbij alle deelnemers in principe strafrechtelijk verantwoordelijk zijn voor de aan hen toe te rekenen gedragingen en de gevolgen daarvan.
> **Tip:** Medeplichtigheid (uitlokking, medeplichtigheid in de zin van art. 66 Sw.) is strikt te onderscheiden van mededaderschap.
#### 4.1.3 Poging tot misdrijf
Een strafbare poging (art. 9 Sw. 2024) vereist de volgende voorwaarden:
* **Crimineel voornemen:** Een vastgesteld voornemen om een misdrijf te plegen.
* **Begin van uitvoering:** Handelingen die rechtstreeks en onmiddellijk tot voltooiing van het misdrijf leiden.
* **Niet-voltooiing door externe omstandigheden:** Het misdrijf is niet voltooid om redenen buiten de wil van de dader.
**Voorbeelden van toepassing:**
* **Poging tot diefstal met bedreiging:** Als Jan de gsm onmiddellijk teruggeeft, is de diefstal voltooid, en is er geen sprake van een poging. Het voltooid misdrijf blijft echter strafbaar.
* **Poging tot opzettelijke gewelddaden:** Wanneer Tom Sam probeert te slaan, maar Sam de slag blokkeert en Tom zelf valt, is er sprake van een poging tot opzettelijke gewelddaden. Als dit met voorbedachten rade gebeurt, kan art. 198, 1° Sw. 2024 toegepast worden. Een poging tot opzettelijke misdaden is altijd strafbaar (art. 9, §1, 3de lid Sw. 2024). De strafmaat wordt dan verminderd met één niveau ten opzichte van het voltooide misdrijf.
#### 4.1.4 Strafuitsluitende en strafontheffende verschoningsgronden
* **Strafuitsluitende verschoningsgronden:** Wettelijk bepaalde omstandigheden die ertoe leiden dat er geen straf wordt opgelegd, omdat er om redenen van sociaal nut of criminele politiek geen strafwaardigheid wordt toegekend. Ze zijn wettelijk, bijzonder (gelinkt aan specifieke misdrijven), en werken van rechtswege. Voorbeelden zijn strafbare feiten gepleegd door politieambtenaren in het kader van bijzondere opsporingsmethoden of door burgerinformanten (art. 47 quinquies Sv.; art. 47 novies/1 Sv.).
* **Strafontheffende verschoningsgronden:** Deze zorgen ervoor dat de dader van een misdrijf, ondanks de vervulling van de bestanddelen, vrij blijft van straf. Ze zijn persoonlijk en werken van rechtswege. Hoewel het misdrijf zelf blijft bestaan, wordt de strafrechtelijke sanctie niet opgelegd. Deze verschoningsgronden kunnen bijvoorbeeld van toepassing zijn op lijkverberging (art. 658 Sw. 2024) en verberging van bewijs (art. 659 Sw. 2024) onder bepaalde voorwaarden. De intrafamiliale verschoning voor eigendomsmisdrijven, zoals voorzien in het oude Sw. 1867, is niet meer van toepassing in het Sw. 2024.
> **Tip:** Een strafontheffende verschoningsgrond neemt de wederrechtelijkheid van de daad weg, maar niet de strafbaarheid als misdrijf in de zin dat de burgerlijke rechtsvordering wel kan worden ingesteld voor de burgerlijke rechter.
#### 4.1.5 Subjectieve en objectieve verzwarende bestanddelen
* **Subjectieve verzwarende bestanddelen:** Werken enkel in hoofde van de persoon die ze vervult en zijn niet noodzakelijk van toepassing op andere betrokkenen. Een voorbeeld is voorbedachtheid bij opzettelijke gewelddaden (art. 198, 1° Sw. 2024).
* **Objectieve verzwarende bestanddelen:** Kenmerken die objectief aan het misdrijf verbonden zijn en voor iedereen die het misdrijf pleegt, dezelfde gevolgen hebben. Voorbeelden zijn de bedreiging (art. 79, 19° Sw. 2024) of de aanwezigheid van twee of meer personen bij diefstal (art. 469, §1, 3° Sw. 2024).
* **Authentieke interpretatie:** Dit betreft de situatie waarin de strafwetgever zelf begrippen in de wet definieert, zodat er geen beroep hoeft te worden gedaan op een autonome interpretatie of een authentieke interpretatie van de wet nodig is.
#### 4.1.6 Burgerlijke partijstelling en schadevergoeding
* **Ongegrondheid van de burgerlijke partijstelling:** Het verweer dat de burgerlijke partijstelling ongegrond is omdat het misdrijf (diefstal) pas als voltooid kan worden beschouwd indien de gsm niet werd teruggegeven, is niet kansrijk. Diefstal is een aflopend misdrijf dat voltooid is op het moment van de wegneming. Actief berouw (het teruggeven van de gsm) doet de strafrechtelijke strafbaarheid niet teniet, aangezien strafrecht de openbare orde raakt. Zolang een misdrijf is vastgesteld, is de burgerlijke partijstelling gegrond.
#### 4.1.7 Wettige verdediging en geweld
* **Wettige verdediging:** Kan geen aanleiding geven tot een strafuitsluitende verschoningsgrond wanneer de dader zelf geweld heeft gebruikt. Er is geen wettige verdediging mogelijk tegen een persoon die handelt uit wettige verdediging.
#### 4.1.8 Overige specifieke misdrijven en concepten
* **Onopzettelijke doding:** Kan de verantwoordelijkheid van rechtspersonen (bv. gemeenten) met zich meebrengen (art. 18 Sw. 2024).
* **Moreel bestanddeel:** Elk misdrijf heeft een moreel bestanddeel, ongeacht of het opzettelijk, onopzettelijk of reglementair is. Bij onopzettelijke misdrijven is dit een zware fout of een ernstig gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid.
* **Internering:** Een beveiligingsmaatregel, geen straf. De toestand van de persoon wordt beoordeeld op het moment van de berechting, niet op het moment van de feiten, en de duur is onbepaald, niet uitgedrukt in niveaus.
* **Doodslag versus moord:** Doodslag is het opzettelijk doden zonder voorbedachtheid. Moord is doden met voorbedachtheid. De juridische aanduidingen van straffen, zoals "jaar cel" versus "opsluiting", zijn afhankelijk van de wetgeving in tijd.
* **Onweerstaanbare dwang en noodtoestand:** Dit zijn schuldontheffingsgronden of rechtvaardigingsgronden die aan strenge voorwaarden gebonden zijn en moeilijk te bewijzen zijn. Bijvoorbeeld, angst voor afstoting van familie wordt niet als een hogere belang beschouwd voor een beroep op noodtoestand.
> **Voorbeeld:** De casus van Lucas en Nora illustreert diefstal met bedreiging, de rol van een moeder bij lijkverberging en verberging van bewijs, en de toepassing van strafontheffende verschoningsgronden. Lucas' duw die leidt tot Nora's dood kan gekwalificeerd worden als opzettelijke gewelddaden met de dood tot gevolg (art. 197 Sw. 2024), mogelijk verzwaard door het feit dat Nora minderjarig was (art. 200, 4° Sw. 2024). Daarnaast kan schuldig verzuim (art. 299 Sw.) aan de orde zijn. Floor kan vervolgd worden voor lijkverberging (art. 658 Sw. 2024) en verberging van bewijs (art. 659 Sw. 2024), maar hierop kan een strafontheffende verschoningsgrond van toepassing zijn (art. 660 Sw. 2024). Floor die Lucas slaat, is een opzettelijke gewelddaad.
> **Voorbeeld:** De casus van Tom en Jan met Jesse en Sam toont diefstal met bedreiging gepleegd door twee personen (art. 467 en 469 Sw. 2024) en een poging tot opzettelijke gewelddaden met voorbedachten rade (art. 198 Sw. 2024). De discriminerende drijfveer bij de diefstal is een verzwarende factor. De burgerlijke partijstelling van Jesse is gegrond omdat de diefstal voltooid was, ongeacht de teruggave van de gsm. Tom kan niet worden veroordeeld omdat hij zelf slagen heeft gekregen, is ongegrond omdat er geen sprake is van wettige verdediging.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Schuldontheffingsgronden | Dit zijn redenen die het morele bestanddeel van een misdrijf aantasten, waardoor de dader niet strafbaar wordt geacht omdat hij handelde in een staat van onweerstaanbare dwang of noodtoestand. Ze beïnvloeden de schuld van de dader. |
| Rechtvaardigingsgronden | Dit zijn omstandigheden die de wederrechtelijkheid van een gedraging wegnemen, waardoor deze rechtmatig wordt geacht en de dader niet strafbaar is. Voorbeelden zijn wettelijke verdediging en noodtoestand. |
| Niet-toerekeningsvatbare dader | Een dader die, wegens een geestesstoornis op het moment van het plegen van het feit, niet in staat kan worden geacht zijn daden te beheersen of zijn oordeelsvermogen uit te oefenen, en hierdoor niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld. |
| Internering | Een beveiligingsmaatregel die wordt opgelegd aan een niet-toerekeningsvatbare dader, gericht op behandeling en bescherming van de maatschappij, in plaats van op bestraffing. Dit kan ook van toepassing zijn op minderjarige delictplegers. |
| Strafontheffende verschoningsgrond | Een wettelijke bepaling die ertoe leidt dat een dader geen straf krijgt voor een gepleegd misdrijf, om redenen van sociaal nut of criminele politiek, hoewel de constitutieve bestanddelen van het misdrijf wel vervuld zijn. |
| Constitutieve bestanden | De materiële en morele elementen die wettelijk zijn omschreven als noodzakelijk om een bepaald misdrijf te kunnen vaststellen. Als deze niet allemaal aanwezig zijn, is er geen sprake van een misdrijf. |
| Strafuitsluitende verschoningsgrond | Een wettelijk voorgeschreven grond die, indien vervuld, de strafbaarheid van een bepaalde handeling uitsluit, zelfs als deze anders een misdrijf zou zijn. Vaak is dit gebonden aan specifieke omstandigheden of personen. |
| Strafverminderende verschoningsgrond | Een grond die, indien aanwezig, leidt tot een vermindering van de op te leggen straf, maar de strafbaarheid van het misdrijf niet wegneemt. |
| Straffeloosheid | De situatie waarin een persoon die een strafbaar feit heeft gepleegd, niet wordt gestraft, hetzij wegens de afwezigheid van strafbaarheid, hetzij wegens een verschoningsgrond. |
| Materieel bestanddeel | Het uiterlijke, waarneembare gedrag dat kenmerkend is voor een misdrijf, zoals het wegnemen van goederen bij diefstal of het toebrengen van letsel bij mishandeling. |
| Moreel bestanddeel | De geestelijke of intentionele component van een misdrijf, zoals opzet, nalatigheid of schuld, die de dader kan worden toegerekend. |
| Meerdaadse samenloop | De situatie waarin één persoon meerdere strafbare feiten pleegt die afzonderlijk van elkaar tot berechting kunnen leiden. |
| Eendaadse samenloop | De situatie waarin één enkele handeling van een persoon meerdere strafbare feiten oplevert. |
| Wettige verdediging | Een rechtvaardigingsgrond die een strafrechtelijke aansprakelijkheid uitsluit wanneer iemand geweld gebruikt om zichzelf of anderen te verdedigen tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. |
| Noodtoestand | Een rechtvaardigingsgrond die kan worden ingeroepen wanneer een persoon een strafbaar feit pleegt om een hoger, onmiddellijk gevaar voor zichzelf of anderen af te wenden. |
| Aberratio ictus (misslag) | Een juridisch concept waarbij het beoogde slachtoffer van een aanval mist, maar een derde persoon getroffen wordt. Dit kan leiden tot andere juridische kwalificaties en straffen. |
| Ubiqiteitstheorie | Een leerstuk in het strafrecht dat stelt dat een misdrijf kan worden vervolgd in elke jurisdictie waar een deel van de uitvoering of de gevolgen plaatsvindt. |
| Legaliteitsbeginsel | Een fundamenteel principe in het strafrecht dat stelt dat niemand gestraft kan worden voor een feit dat niet bij wet als strafbaar is aangemerkt op het moment van de daad. |
| Doenpleger | Degene die een misdrijf zelfstandig pleegt, vaak door directe handeling of door anderen als werktuig te gebruiken. |
| Voorbedachtheid | Het bestaan van een bewuste en voorafgaande intentie om een misdrijf te plegen, wat vaak als verzwarend bestanddeel geldt. |
| Civiele vordering (burgerlijke rechtsvordering) | Een juridische procedure ingesteld door een partij die schade heeft geleden door een strafbaar feit, met als doel een schadevergoeding te verkrijgen. |
| Actief berouw | De situatie waarin een dader na het plegen van een misdrijf vrijwillig de gevolgen van zijn daad probeert te herstellen of ongedaan te maken, wat invloed kan hebben op de strafmaat. |
| Gedefederaliseerd strafrecht | Strafrecht dat niet langer uitsluitend onder de federale wetgeving valt, maar ook door regionale wetgevers (zoals de gewesten of gemeenschappen) kan worden gereguleerd via decreten of ordonnanties. |
| Averechtse werking (lex mitior) | Het principe dat een nieuwere, mildere strafwet met terugwerkende kracht van toepassing is op feiten die vóór de inwerkingtreding ervan zijn gepleegd, indien deze milder is voor de beklaagde. |
| Rechtspersonen (strafrechtelijke verantwoordelijkheid) | Het principe dat rechtspersonen, zoals gemeenten of bedrijven, strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor strafbare feiten die door hun organen of vertegenwoordigers zijn gepleegd. |
| Schijn van wettige verdediging | Een situatie waarbij de uiterlijke schijn van wettige verdediging aanwezig is, maar de handeling objectief gezien niet voldeed aan de vereisten van wettige verdediging, waardoor strafrechtelijke aansprakelijkheid kan ontstaan. |
| Strafklacht | Een formele melding bij de politie of het openbaar ministerie van een strafbaar feit, die een onderzoek kan inluiden. |
| Voorwaardelijke veroordeling | Een straf die wel wordt uitgesproken, maar waarvan de tenuitvoerlegging voor een bepaalde periode wordt opgeschort, met als voorwaarde dat de veroordeelde geen nieuwe strafbare feiten pleegt. |
| Justitiële antecedenten | Eerdere veroordelingen van een beklaagde, die door de rechter kunnen worden meegewogen bij de bepaling van de straf. |