Cover
Jetzt kostenlos starten Strafrecht_2025_Deel V. Straffen (A).pptx
Summary
# Algemene beginselen van strafoplegging
Hieronder volgt een gedetailleerd overzicht van de algemene beginselen van strafoplegging, opgesteld als een studiehandleiding.
## 1. Algemene beginselen van strafoplegging
Het opleggen van een straf vormt het sluitstuk van de strafrechtelijke interventie en beoogt diverse doelen, waarbij proportionaliteit en de overweging van ongewenste neveneffecten centraal staan.
### 1.1 Doelen van strafoplegging volgens het Nieuw Strafwetboek
De rechter streeft bij de keuze van de straf en het bepalen van de strafmaat de volgende doelen na, zoals uiteengezet in artikel 27 N.Sw.:
1. **Maatschappelijke afkeuring uiten:** De straf dient als een uiting van de afkeuring van de samenleving ten aanzien van de overtreding van de strafwet.
2. **Herstel van maatschappelijk evenwicht en schade:** De straf beoogt het herstel van het maatschappelijk evenwicht en de door het misdrijf veroorzaakte schade.
3. **Maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie:** De straf moet de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader bevorderen.
4. **Bescherming van de maatschappij:** De straf dient ter bescherming van de samenleving.
Binnen de wettelijke kaders zoekt de rechter naar een rechtvaardige proportionaliteit tussen het misdrijf en de opgelegde straf. Daarnaast moet de rechter rekening houden met de ongewenste neveneffecten van de straf, zowel voor de direct betrokkenen als voor hun omgeving en de samenleving in bredere zin. De gevangenisstraf wordt hierbij als een *ultimum remedium* beschouwd.
> **Tip:** Bij de beoordeling van straffen is het cruciaal om de verschillende doelen van strafoplegging af te wegen. Maatschappelijke afkeuring is niet hetzelfde als vergelding, en bescherming van de maatschappij vereist een andere benadering dan wraak.
### 1.2 Kenmerken van een straf
Een sanctie die als 'straf' wordt beschouwd, voldoet aan vier kenmerken:
* **Wettelijk:** De straf moet gebaseerd zijn op het legaliteitsbeginsel (artikel 1 Nieuw Sw.).
* **Rechterlijk:** Enkel een rechter kan een straf opleggen. Dit sluit sancties uit zoals GAS-boetes, minnelijke schikkingen of disciplinaire sancties van tuchtorganen.
* **Persoonlijk:** Niemand kan gestraft worden voor de daden van een ander; enkel daders of deelnemers zijn strafbaar.
* **Individueel:** Elke dader of deelnemer ontvangt een individueel bepaalde straf.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert eigen criteria om een sanctie als straf te classificeren, welke gevolgd worden door het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie. Deze criteria zijn: de interne kwalificatie van de sanctie, het toepassingsgebied van de verbodsbepaling en de aard van de inbreuk, en ten slotte de aard en intensiteit van de sanctie zelf.
### 1.3 Straftoemeting en strafniveaus in het Nieuw Strafwetboek
Het Nieuw Strafwetboek onderscheidt acht strafniveaus voor hoofdstraffen, waarbij overtredingen als aparte categorie verdwijnen en worden geïntegreerd in de algemene strafniveaus.
* **Strafniveau 8:** Uitzonderlijk ernstige misdrijven.
* **Strafniveaus 2 tot 7:** Diverse gradaties van ernst.
* **Strafniveau 1:** Misdrijven van geringe ernst.
De wetgever heeft acht strafniveaus ingesteld (art. 36 N.Sw.), met bij elk niveau een koppeling naar de mogelijke straffen. Bij de aanneming van verzachtende omstandigheden kan de rechter overgaan naar een lager strafniveau.
* **Straf van niveau 8:** Levenslange gevangenisstraf of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan achttien jaar tot ten hoogste twintig jaar.
* **Straf van niveau 7:** Gevangenisstraf van meer dan twintig jaar tot ten hoogste dertig jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan zestien jaar tot ten hoogste achttien jaar.
* **Straf van niveau 6:** Gevangenisstraf van meer dan vijftien jaar tot ten hoogste twintig jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan elf jaar tot ten hoogste zestien jaar.
* **Straf van niveau 5:** Gevangenisstraf van meer dan tien jaar tot ten hoogste vijftien jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan zes jaar tot ten hoogste elf jaar.
* **Straf van niveau 4:** Gevangenisstraf van meer dan vijf jaar tot ten hoogste tien jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan vier jaar tot ten hoogste zes jaar.
* **Straf van niveau 3:** Gevangenisstraf van meer dan drie jaar tot ten hoogste vijf jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan twee jaar tot ten hoogste vier jaar.
* **Straf van niveau 2:**
* Gevangenisstraf van zes maanden tot ten hoogste drie jaar.
* Behandeling onder vrijheidsberoving van zes maanden tot ten hoogste twee jaar.
* Straf onder elektronisch toezicht van een maand tot ten hoogste een jaar.
* Werkstraf van meer dan honderdtwintig uur tot ten hoogste driehonderd uur.
* Probatiestraf van meer dan twaalf maanden tot ten hoogste twee jaar.
* Veroordeling bij schuldigverklaring.
* **Straf van niveau 1:**
* Geldboete van 200 euro tot ten hoogste 20.000 euro.
* Werkstraf van twintig uur tot ten hoogste honderdtwintig uur.
* Probatiestraf van zes maanden tot ten hoogste twaalf maanden.
* Verbeurdverklaring (inclusief verruimde verbeurdverklaring).
* Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel.
### 1.4 Verzachtende omstandigheden versus verzwarende bestanddelen/factoren
Het is essentieel om verzachtende omstandigheden te onderscheiden van verzwarende bestanddelen en factoren.
* **Verzachtende omstandigheden:** Deze geven de rechter de vrijheid om de straf te matigen en kunnen leiden tot een lagere strafmaat of een lager strafniveau.
* **Verzwarende bestanddelen:** Deze leiden tot een verhoging van het strafniveau. Een voorbeeld is een discriminerende omstandigheid.
* **Verzwarende factoren:** Deze verhogen de straf, maar hebben geen direct gevolg voor het strafniveau.
### 1.5 Bijkomende straffen
Naast hoofdstraffen kunnen bijkomende straffen worden opgelegd, die nooit zonder een hoofdstraf kunnen worden uitgesproken. Dit zijn onder andere:
* Verlengde opvolging
* Geldboete
* Verbeurdverklaring (inclusief verruimde verbeurdverklaring)
* Geldstraf op basis van verkregen voordeel
* Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten
* Beroepsverbod
* Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling
* Sluiting van de inrichting
* Verval van het recht tot sturen
* Verblijfs-, plaats- of contactverbod
Bij misdrijven met een hoofdstraf van niveau 1 kan een bijkomende straf in plaats van de hoofdstraf worden opgelegd indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn.
### 1.6 Hoofdstraffen voor natuurlijke personen
Het Nieuw Strafwetboek voorziet in een reeks hoofdstraffen voor natuurlijke personen:
* **Vrijheidsbenemende hoofdstraffen (ultimum remedium):**
* Gevangenisstraf (art. 41 N.Sw.): Vrijheidsberoving van minstens zes maanden tot levenslang. Voorlopige hechtenis wordt hierop aangerekend.
* Behandeling onder vrijheidsberoving (art. 42 N.Sw.): Een mengvorm van internering en gevangenisstraf voor daders met een psychiatrische aandoening die een gevaar vormen. Vereist een deskundigenadvies en is gericht op behandeling. Duur van minstens zes maanden tot tien jaar (in de originele tekst staat 20 jaar, wat een typfout kan zijn gezien de context van niveau 2).
* **Vrijheidsbeperkende hoofdstraffen:**
* Straf onder elektronisch toezicht (art. 43 N.Sw.): Verplichting tot aanwezigheid op een adres, gecontroleerd via elektronische middelen. Duur van minstens één maand tot één jaar. Vereist instemming van de beklaagde.
* Probatiestraf (art. 44 N.Sw.): Verplichting om algemene en bijzondere voorwaarden na te leven gedurende een bepaalde termijn (zes maanden tot twee jaar, afhankelijk van het strafniveau). Inclusief sociale begeleiding.
* Werkstraf (art. 45 N.Sw.): Kosteloos verrichten van arbeid tijdens de vrije tijd. Duur van twintig uur tot driehonderd uur, afhankelijk van het strafniveau.
* Verlengde opvolging (art. 46 N.Sw.): Verplichting om na afloop van een vrijheidsstraf voorwaarden na te leven, gericht op het vermijden van recidive. Duur van vijf tot vijftien jaar, afhankelijk van het strafniveau en de aard van het misdrijf.
* Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (art. 47 N.Sw.): Bijkomende straf die het recht ontneemt om bepaalde rechten uit te oefenen, zoals het kiesrecht. Duur varieert van vijf jaar tot levenslang.
* Beroepsverbod (art. 48 N.Sw.): Verboden om het beroep uit te oefenen indien daarvan ernstig misbruik is gemaakt om het misdrijf te plegen. Duur van één tot vijf jaar.
* Verval van het recht tot sturen (art. 49 N.Sw.): Opleggen van een verval van het rijbewijs indien een motorrijtuig werd gebruikt bij het misdrijf of de vlucht. Duur van zes maanden tot vijf jaar.
* Verblijfs-, plaats- of contactverbod (art. 50 N.Sw.): Ontzeggen van het recht om in een bepaald gebied te wonen, verblijven of zich op te houden, of contact te hebben met bepaalde personen. Duur van één tot twintig jaar.
* Veroordeling bij schuldigverklaring (art. 51 N.Sw.): De lichtste straf, waarbij de feiten als gering van ernst worden beschouwd.
> **Let op:** De invoering van de verlengde opvolging vervangt de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS) vanaf 1 januari 2035.
### 1.7 Vermogensstraffen
Vermogensstraffen zijn gericht op het aantasten van de financiële belangen van de dader.
* **Geldboete (art. 52 N.Sw.):** Kan zowel als hoofdstraf (niveau 1) als bijkomende straf worden opgelegd. De rechter houdt rekening met de financiële draagkracht van de beklaagde en kan de boete matigen of toestaan in schijven te betalen.
* **Verbeurdverklaring (art. 53 N.Sw.):** Ontneming van eigendom door de staat van zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, gediend hebben bij het plegen ervan, eruit zijn ontstaan, of vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen. Kan als hoofdstraf (niveau 1) of bijkomende straf worden uitgesproken. Matiging is mogelijk om onredelijk zware bestraffing te voorkomen.
* **Verruimde verbeurdverklaring (art. 54 N.Sw.):** Een meer verstrekkende vorm van verbeurdverklaring, gericht op vermogensvoordelen verkregen uit specifieke (meestal economische) misdrijven, ongeacht de oorsprong van de gelden.
* **Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel (art. 55 N.Sw.):** Specifieke vorm van vermogensontneming.
### 1.8 Straffen voor rechtspersonen
Rechtspersonen kunnen eveneens gestraft worden. De straffen voor rechtspersonen verschillen van die voor natuurlijke personen en omvatten onder andere:
* Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap (vergelijkbaar met de werkstraf voor natuurlijke personen)
* Probatiestraf (met vergelijkbare voorwaarden als voor natuurlijke personen)
Voor bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen kan enkel de veroordeling bij schuldigverklaring worden uitgesproken.
### 1.9 Ongewenste neveneffecten van strafoplegging
Bij het opleggen van een straf, met name vrijheidsbenemende straffen, is het cruciaal om rekening te houden met ongewenste neveneffecten. Deze kunnen zowel de veroordeelde als zijn omgeving treffen, zoals detentieschade (alle nadelige gevolgen van detentie), financiële of economische impact van vermogensstraffen, of de impact van een strafblad op de levensloop. In uitzonderlijke gevallen kan de rechter, bij afwezigheid van zulke neveneffecten of bij een zeer beperkte ernst van het feit, besluiten geen straf op te leggen om deze neveneffecten te vermijden.
---
# Algemene beginselen van strafoplegging
Het opleggen van een straf is het sluitstuk van de strafrechtelijke interventie en heeft als doel de maatschappelijke orde te herstellen en de dader te re-integreren.
## 1. Doelen van strafoplegging
De wetgever reikt met het Nieuwe Strafwetboek richtlijnen aan voor de rechter bij de keuze en de maat van de straf. De nagestreefde doelen zijn:
1. **Uiting geven aan maatschappelijke afkeuring:** De straf weerspiegelt de afkeuring van de samenleving ten aanzien van het strafbare gedrag.
2. **Herstel van maatschappelijk evenwicht en schade:** De straf beoogt het herstel van de door het misdrijf verstoorde orde en de door het misdrijf veroorzaakte schade te bevorderen.
3. **Maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader:** De straf moet bijdragen aan de verbetering van de dader en diens terugkeer in de samenleving.
4. **Bescherming van de maatschappij:** De straf dient ter preventie van nieuwe strafbare feiten, zowel door de individuele afschrikking van de dader als door algemene preventie.
### 1.1 Proportionaliteit en neveneffecten
De rechter moet binnen de wettelijke grenzen streven naar een **rechtvaardige proportionaliteit** tussen het misdrijf en de straf. Voordat een straf wordt opgelegd, dient de rechter niet alleen de bovengenoemde doelen in overweging te nemen, maar ook de **ongewenste neveneffecten** van de straf te beoordelen. Dit betreft de mogelijke gevolgen voor de rechtstreeks betrokkenen, hun omgeving en de samenleving als geheel.
> **Tip:** Bij het beoordelen van mogelijke straffen, zoals detentieschade bij vrijheidsbeneming of financiële impact bij vermogensstraffen, is het essentieel om de impact op de dader en diens sociale omgeving mee te nemen in de besluitvorming.
## 2. Kenmerken van een straf
Er is geen wettelijke definitie van het begrip "straf", maar de rechtspraak en de wetgever hanteren bepaalde kenmerken om een sanctie als straf te beschouwen. Een straf gaat altijd gepaard met waarborgen, zoals gegarandeerd door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de rechten van de verdediging.
Vier kernmerken van een straf zijn:
* **Wettelijk:** Straf kan enkel worden opgelegd op basis van de wet, conform het legaliteitsbeginsel (art. 1 Nieuw Sw.).
* **Rechterlijk:** De straf wordt opgelegd door een rechter. Sancties opgelegd door andere organen, zoals GAS-boetes of minnelijke schikkingen, vallen hier buiten.
* **Persoonlijk:** Enkel de dader of deelnemer kan gestraft worden voor eigen daden. Er kan geen verantwoordelijkheid worden genomen voor de daden van anderen.
* **Individueel:** Elke dader of deelnemer krijgt een eigen, individueel bepaalde straf, rekening houdend met de specifieke omstandigheden.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert eigen criteria om een sanctie als straf te beschouwen, die ook door het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie worden gevolgd:
1. **Interne kwalificatie:** Hoe de sanctie wordt aangeduid in het nationale recht.
2. **Toepassingsgebied verbodsbepaling – aard van de inbreuk:** De aard van de overtreding die aan de basis ligt van de sanctie.
3. **Aard en intensiteit van de sanctie:** De zwaarte en de gevolgen van de opgelegde sanctie.
## 3. Straftoemeting: strafniveaus en verzachtende omstandigheden
Het Nieuwe Strafwetboek voorziet in acht strafniveaus voor hoofdstraffen, die de ernst van het misdrijf weerspiegelen.
* **Strafniveaus 2 tot 7:** Gevarieerde niveaus afhankelijk van de ernst.
Overtredingen worden niet meer afzonderlijk gecategoriseerd, maar vallen onder de strafniveaus. De voormalige "correctionalisering" en "contraventionalisering" (denaturatie) zijn afgeschaft door de invoering van deze vaste strafniveaus.
### 3.1 Verzachtende omstandigheden
De **aanneming van verzachtende omstandigheden** door de rechter biedt de mogelijkheid om de straf te vervangen door een straf van een lager niveau. Dit geeft de rechter de flexibiliteit om rekening te houden met individuele factoren die de schuld of verantwoordelijkheid van de dader verminderen.
> **Tip:** Het is cruciaal om een duidelijk onderscheid te maken tussen verzachtende omstandigheden en verzwarende bestanddelen of factoren. Verzwarende bestanddelen leiden tot een stijging van het strafniveau, terwijl verzachtende omstandigheden juist een verlaging van het niveau mogelijk maken.
## 4. Soorten hoofdstraffen en bijkomende straffen
Het Nieuwe Strafwetboek kent een reeks hoofdstraffen en bijkomende straffen die zelfstandig of ter aanvulling van een hoofdstraf kunnen worden opgelegd.
### 4.1 Hoofdstraffen
Hoofdstraffen zijn straffen die de rechter zelfstandig kan opleggen, zonder koppeling aan een andere straf. Ze omvatten onder andere:
* **Vrijheidsbenemende hoofdstraffen:**
* Gevangenisstraf
* Behandeling onder vrijheidsberoving
* Straf onder elektronisch toezicht
* Probatiestraf
* Werkstraf
* **Vermogensstraffen:**
* Verbeurdverklaring
* Verruimde verbeurdverklaring
* Geldstraf op basis van voordeel
* **Veroordeling bij schuldigverklaring**
#### 4.1.1 Vrijheidsbenemende straffen
* **Gevangenisstraf:** Vrijheidsberoving van een persoon voor een door de rechter bepaalde termijn, met een minimum van zes maanden en een maximum van levenslang. Voorlopige hechtenis wordt toegerekend op de duur van de straf.
* **Behandeling onder vrijheidsberoving:** Een straf voor daders met een psychiatrische aandoening die geen gevaar voor zichzelf vormen, maar wel voor anderen. De straf omvat een behandeling en vrijheidsberoving. Deze straf is voorzien vanaf 1 januari 2035.
#### 4.1.2 Vrijheidsbeperkende straffen
* **Straf onder elektronisch toezicht:** De veroordeelde moet zich op een bepaald adres bevinden, met controle via elektronische middelen. De duur varieert van minstens één maand tot maximaal één jaar.
* **Probatiestraf:** De veroordeelde moet algemene en bijzondere voorwaarden naleven gedurende een door de rechter bepaalde termijn. De duur varieert van minstens zes maanden tot maximaal twee jaar.
* **Werkstraf:** Kosteloos verrichten van arbeid tijdens vrije tijd, met een duur van minstens twintig uren tot maximaal driehonderd uren, afhankelijk van het strafniveau.
* **Verlengde opvolging:** De verplichting om na afloop van een vrijheidsstraf voorwaarden na te leven ter aanpakking van problemen en vermijding van recidive. Deze straf is voorzien vanaf 1 januari 2035.
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten:** Het recht om bepaalde rechten uit te oefenen wordt ontzegd, met een duur variërend van vijf jaar tot levenslang.
* **Beroepsverbod:** De veroordeelde wordt verboden zijn beroep uit te oefenen indien hij daarvan ernstig misbruik heeft gemaakt. De duur varieert van één tot vijf jaar.
* **Verval van het recht tot sturen:** Een ontzegging van het recht om een motorrijtuig te besturen, met een duur van minstens zes maanden tot maximaal vijf jaar.
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod:** Een ontzegging van het recht om in een bepaald gebied te wonen of zich op te houden, of contact te hebben met bepaalde personen. De duur varieert van één tot twintig jaar.
#### 4.1.3 Vermogensstraffen
* **Geldboete:** Een betaling van een geldsom aan de staat, die kan worden opgelegd als hoofdstraf of bijkomende straf. De hoogte van de geldboete is afhankelijk van het strafniveau. De rechter kan rekening houden met de financiële draagkracht van de veroordeelde.
* **Verbeurdverklaring:** Ontneming van eigendomsrecht van zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, ermee hebben gediend, of die uit het misdrijf zijn ontstaan, evenals vermogensvoordelen.
* **Verruimde verbeurdverklaring:** De verbeurdverklaring van vermogensvoordelen, goederen en waarden die in het vermogen van een persoon worden gevonden, zelfs buiten België, indien deze persoon schuldig bevonden is aan specifieke, financieel gewin opleverende misdrijven.
* **Geldstraf op basis van voordeel:** Een geldstraf die gelijk is aan het verwachte of behaalde voordeel uit het misdrijf.
#### 4.1.4 Veroordeling bij schuldigverklaring
Dit is de minst zware straf, waarbij de rechter de feiten bewezen verklaart en de beklaagde schuldig, zonder een andere straf op te leggen (met uitzondering van verbeurdverklaring). Dit is enkel mogelijk voor misdrijven van niveau 1 of 2, wanneer de feiten van geringe ernst zijn of de tijd sinds het plegen van het misdrijf de oplegging van een andere straf niet opportuun maakt.
### 4.2 Bijkomende straffen
Bijkomende straffen worden bovenop een hoofdstraf opgelegd, tenzij de wet anders bepaalt. Ze worden uitgesproken in de door de wet bepaalde gevallen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere:
> **Tip:** Let goed op de specifieke bepalingen in het Nieuwe Strafwetboek en in bijzondere strafwetten die de oplegging van hoofd- en bijkomende straffen regelen.
## 5. Strafoplegging voor rechtspersonen
Rechtspersonen kunnen ook strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Het Nieuwe Strafwetboek voorziet in een rechtstreekse sanctieregeling voor rechtspersonen, met specifieke hoofd- en bijkomende straffen. Enkel voor bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen geldt een beperking tot een veroordeling bij schuldigverklaring.
### 5.1 Hoofdstraffen voor rechtspersonen
De hoofdstraffen voor rechtspersonen omvatten onder meer:
* Geldboete (geen conversiesysteem meer)
* Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap
### 5.2 Bijkomende straffen voor rechtspersonen
De bijkomende straffen voor rechtspersonen zijn onder meer:
* Verboden om een activiteit uit te oefenen
> **Let op:** Voor bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen kan enkel de veroordeling bij schuldigverklaring worden uitgesproken.
---
## Algemene beginselen van strafoplegging
Het opleggen van een straf is een cruciaal onderdeel van het strafrechtelijk proces, dat gericht is op het bewerkstelligen van maatschappelijke doelen en het waarborgen van een rechtvaardige uitkomst.
### 1. Doelen van strafoplegging
Het Nieuwe Strafwetboek (N.Sw.) biedt richtlijnen voor de rechter bij de keuze en afmeting van straffen, waarbij de volgende doelen centraal staan:
* **1.1 Maatschappelijke afkeuring:** Het uiten van maatschappelijke afkeuring ten aanzien van de overtreding van de strafwet. Dit signaleert dat bepaald gedrag onacceptabel is binnen de samenleving.
* **1.2 Herstel van maatschappelijk evenwicht:** Het bevorderen van het herstel van het maatschappelijk evenwicht en van de door het misdrijf veroorzaakte schade. Dit kan zowel op immateriële als materiële wijze plaatsvinden.
* **1.3 Rehabilitatie en re-integratie:** Het bevorderen van de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader. Dit houdt in dat de dader wordt ondersteund om weer een constructieve rol in de samenleving op te nemen.
* **1.4 Bescherming van de maatschappij:** Het beschermen van de maatschappij tegen strafbare feiten en potentiële daders. Dit kan door middel van straffen die preventief werken of die de mogelijkheid van recidive beperken.
#### 1.4.1 Proportionaliteit en neveneffecten
Bij de beoordeling van straffen streeft de rechter naar een rechtvaardige proportionaliteit tussen het misdrijf en de straf. Echter, naast deze doelen dient de rechter ook rekening te houden met de ongewenste neveneffecten van de straf. Dit betreft de mogelijke nadelige gevolgen van de straf voor de rechtstreeks betrokken personen, hun omgeving en de samenleving als geheel.
> **Tip:** De gevangenisstraf wordt beschouwd als het *ultimum remedium*, de laatst te overwegen straf. Dit benadrukt het belang van het overwegen van alternatieven en de proportionaliteit.
### 2. Kenmerken van een straf
Een straf heeft vier essentiële kenmerken:
* **2.1 Wettelijk:** Straf moet gebaseerd zijn op de wet, conform het legaliteitsbeginsel (art. 1 N.Sw.). Dit garandeert rechtszekerheid.
* **2.2 Rechterlijk:** Enkel de rechter kan een straf opleggen. Dit sluit sancties van bestuursrechtelijke aard (zoals GAS-boetes) of tuchtorgaan (zoals universiteiten of beroepsorden) uit als zijnde straffen in de zin van het strafrecht.
* **2.3 Persoonlijk:** Straf is persoonlijk en kan niet worden opgelegd voor de daden van anderen. Alleen de daders of deelnemers aan het misdrijf zijn strafbaar.
* **2.4 Individueel:** Elke dader of deelnemer ontvangt een eigen, individueel bepaalde straf, afgestemd op zijn of haar specifieke situatie.
#### 2.4.1 Criteria van het EHRM
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert eigen criteria om een sanctie als 'straf' te beschouwen. Deze criteria worden gevolgd door het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie en omvatten:
1. De interne kwalificatie van de sanctie.
2. Het toepassingsgebied van de verbodsbepaling en de aard van de inbreuk.
3. De aard en intensiteit van de opgelegde sanctie.
> **Tip:** De criteria van het EHRM helpen te bepalen of een sanctie als 'straf' in de zin van het EVRM kan worden beschouwd, wat van belang is voor de waarborgen die daaraan verbonden zijn (zoals het recht op een eerlijk proces conform art. 6 EVRM).
### 3. Strafniveaus en strafoplegging in het Nieuw Strafwetboek
Het Nieuw Strafwetboek (N.Sw.) categoriseert hoofdstraffen volgens acht strafniveaus, waarbij niveau 8 de ernstigste misdrijven omvat en niveau 1 de misdrijven van geringe ernst. Dit systeem vervangt het vroegere onderscheid tussen misdaden, wanbedrijven en overtredingen.
#### 3.1 Hoofdstraffen per niveau
De strafniveaus, zoals vastgelegd in artikel 36 N.Sw. voor natuurlijke personen en artikel 38 N.Sw. voor rechtspersonen, bepalen de mogelijke hoofdstraffen:
* **Niveau 8:** Levenslange gevangenisstraf of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan achttien tot maximaal twintig jaar. Voor rechtspersonen een geldboete van meer dan 4.000.000 euro tot maximaal 5.760.000 euro.
* **Niveau 7:** Gevangenisstraf van meer dan twintig tot maximaal dertig jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan zestien tot maximaal achttien jaar. Voor rechtspersonen een geldboete van meer dan 1.600.000 euro tot maximaal 4.000.000 euro.
* **Niveau 6:** Gevangenisstraf van meer dan vijftien tot maximaal twintig jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan elf tot maximaal zestien jaar. Voor rechtspersonen een geldboete van meer dan 1.200.000 euro tot maximaal 1.600.000 euro.
* **Niveau 5:** Gevangenisstraf van meer dan tien tot maximaal vijftien jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan zes tot maximaal elf jaar. Voor rechtspersonen een geldboete van meer dan 800.000 euro tot maximaal 1.200.000 euro.
* **Niveau 4:** Gevangenisstraf van meer dan vijf tot maximaal tien jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan vier tot maximaal zes jaar. Voor rechtspersonen een geldboete van meer dan 600.000 euro tot maximaal 800.000 euro.
* **Niveau 3:** Gevangenisstraf van meer dan drie tot maximaal vijf jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan twee tot maximaal vier jaar. Voor rechtspersonen een geldboete van meer dan 360.000 euro tot maximaal 600.000 euro.
* **Niveau 2:**
* Natuurlijke personen: Gevangenisstraf van zes maanden tot maximaal drie jaar; behandeling onder vrijheidsberoving van zes maanden tot maximaal twee jaar; straf onder elektronisch toezicht van een maand tot maximaal een jaar; werkstraf van meer dan honderdtwintig uur tot maximaal driehonderd uur; probatiestraf van meer dan twaalf maanden tot maximaal twee jaar; veroordeling bij schuldigverklaring.
* Rechtspersonen: Geldboete van meer dan 20.000 euro tot maximaal 360.000 euro; dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap, geraamd op een bedrag van meer dan 20.000 euro tot maximaal 360.000 euro; probatiestraf van meer dan twaalf maanden tot maximaal twee jaar; cumulatie van twee straffen van niveau 1; veroordeling bij schuldigverklaring.
* **Niveau 1:**
* Natuurlijke personen: Geldboete van 200 euro tot maximaal 20.000 euro; werkstraf van twintig uur tot maximaal honderdtwintig uur; probatiestraf van zes maanden tot maximaal twaalf maanden; verbeurdverklaring (inclusief verruimde verbeurdverklaring); geldstraf op basis van voordeel; veroordeling bij schuldigverklaring.
* Rechtspersonen: Geldboete van 200 euro tot maximaal 20.000 euro; dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap, geraamd op een bedrag van 200 euro tot maximaal 20.000 euro; probatiestraf van zes maanden tot maximaal twaalf maanden; verbod om een activiteit uit te oefenen gedurende één jaar tot tien jaar; verbeurdverklaring (inclusief verruimde verbeurdverklaring); geldstraf op basis van voordeel; sluiting van de inrichting; veroordeling bij schuldigverklaring.
#### 3.2 Verzachtende omstandigheden
Bij de aanneming van verzachtende omstandigheden kan de rechter de straf vervangen door een straf van een lager niveau. Dit principe geldt voor alle niveaus, met uitzondering van het geval waarin de straf van niveau 2 wordt vervangen door een straf van niveau 1.
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen verzachtende omstandigheden (die leiden tot een lagere straf) en verzwarende bestanddelen of factoren (die leiden tot een hogere straf).
#### 3.3 Bijkomende straffen
Naast hoofdstraffen kunnen bijkomende straffen worden opgelegd, zoals vastgelegd in artikel 37 N.Sw. voor natuurlijke personen en artikel 39 N.Sw. voor rechtspersonen. Deze zijn facultatief of verplicht, afhankelijk van de wet, en nooit zonder hoofdstraf. De lijst in deze artikelen is niet limitatief. Bijkomende straffen kunnen ook ter vervanging van hoofdstraffen van niveau 1 worden opgelegd na toepassing van verzachtende omstandigheden.
#### 3.4 Specifieke strafvormen
Het N.Sw. introduceert diverse strafvormen, waaronder:
* **Gevangenisstraf:** Vrijheidsberoving van minstens zes maanden tot levenslang. Voorlopige hechtenis wordt op de strafduur aangerekend.
* **Behandeling onder vrijheidsberoving:** Een straf voor verminderd toerekeningsvatbare daders met een psychiatrische aandoening, gericht op behandeling en maatschappijbescherming. Deze straf is voorzien vanaf 01.01.2035.
* **Straf onder elektronisch toezicht:** Verplichting tot aanwezigheid op een bepaald adres, gecontroleerd via elektronische middelen. Deze straf kan worden opgelegd indien een straf van niveau 2 wordt overwogen.
* **Probatiestraf:** De veroordeelde moet algemene en bijzondere voorwaarden naleven gedurende een door de rechter bepaalde termijn. Deze straf kan worden opgelegd voor strafniveaus 1 en 2.
* **Werkstraf:** Kosteloos verrichten van arbeid tijdens vrije tijd, naast eventuele school- of beroepsactiviteiten. Dit is mogelijk voor strafniveaus 1 en 2.
* **Verlengde opvolging:** Verplichting om na afloop van een vrijheidsbenemende straf voorwaarden na te leven, ter aanpak van problematiek en vermijding van recidive. Dit is de opvolger van de Terbeschikkingstelling van de Strafuitvoeringsrechtbank (TBS).
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten:** Bijkomende straf die het recht op het uitoefenen van specifieke burgerlijke en politieke rechten ontneemt.
* **Beroepsverbod:** Verbod om het eigen beroep uit te oefenen indien daarvan ernstig misbruik is gemaakt om het misdrijf te plegen.
* **Verval van het recht tot sturen:** Opleggen van een verval van het rijbewijs indien een motorrijtuig gediend heeft bij het plegen van het misdrijf of voor de vlucht.
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod:** Ontzeggen van het recht om in een bepaald gebied te wonen, verblijven, zich op te houden of contact te hebben met specifieke personen.
* **Veroordeling bij schuldigverklaring:** De lichtste straf, waarbij de rechter de feiten van geringe ernst acht of de termijn sinds het misdrijf te lang is verstreken.
* **Geldboete:** Kan als hoofdstraf (niveau 1) of bijkomende straf worden opgelegd. De rechter houdt rekening met de financiële draagkracht van de veroordeelde.
* **Verbeurdverklaring:** Ontnemen van eigendomsrecht van de dader voor zaken die het voorwerp, instrument of product van het misdrijf uitmaken, of voor vermogensvoordelen verkregen uit het misdrijf.
* **Verruimde verbeurdverklaring:** Een specifiek regime voor de ontneming van vermogensvoordelen bij bepaalde, ernstige misdrijven.
#### 3.5 Straffen voor rechtspersonen
Het Nieuwe Strafwetboek voorziet in een directe sanctieregeling voor rechtspersonen, met onder andere geldboetes, dienstverleningsstraffen, probatiestraffen en verboden op bepaalde activiteiten. Bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen enkel een veroordeling bij schuldigverklaring krijgen.
#### 3.6 Onderscheid met beveiligingsmaatregelen
Het is belangrijk om straffen te onderscheiden van beveiligingsmaatregelen. Beveiligingsmaatregelen, zoals de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (die grotendeels vervangen is door verlengde opvolging), zijn primair gericht op de bescherming van de maatschappij en hebben een ander doel dan straffen.
---
# Classificatie en aard van hoofd- en bijkomende straffen
Dit document biedt een gedetailleerd overzicht van de hoofd- en bijkomende straffen zoals die voorzien zijn in het Nieuwe Strafwetboek, met aandacht voor hun definities, toepassingsvoorwaarden en duur.
## 2. Classificatie en aard van hoofd- en bijkomende straffen
De toekenning van een straf is het sluitstuk van de strafrechtelijke interventie na een schuldigverklaring. Het Nieuwe Strafwetboek biedt richtlijnen voor de rechter bij de keuze en afmeting van straffen, met als doel maatschappelijke afkeuring te uiten, herstel te bevorderen, rehabilitatie te ondersteunen en de maatschappij te beschermen. De rechter zoekt daarbij naar een rechtvaardige proportionaliteit tussen misdrijf en straf en houdt rekening met ongewenste neveneffecten. De gevangenisstraf is de laatst te overwegen straf.
### 2.1 Begripsbepaling van een straf
Een 'straf' gaat gepaard met rechtswaarborgen, zoals voorzien in artikel 6 EVRM en de rechten van de verdediging. Vier kenmerken definiëren een straf:
* **Wettelijk:** Conform het legaliteitsbeginsel (art. 1 Nieuw Sw.).
* **Rechterlijk:** Opgelegd door een rechter, dus geen GAS-boetes, minnelijke schikkingen of tuchtsancties.
* **Persoonlijk:** Enkel voor de dader, niet voor andermans daden.
* **Individueel:** Elke dader krijgt een eigen, individueel bepaalde straf.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert criteria om een sanctie als straf te beschouwen: de interne kwalificatie, de aard van de inbreuk en de aard en intensiteit van de sanctie.
### 2.2 Straftoemeting: Strafniveaus en verzachtende omstandigheden
Het Nieuwe Strafwetboek onderscheidt acht strafniveaus voor misdrijven, waarbij niveau 8 de ernstigste en niveau 1 de minst ernstige misdrijven omvat.
#### 2.2.1 Strafniveaus en de koppeling met straffen
* **Strafniveau 8:** Levenslange gevangenisstraf of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan achttien tot ten hoogste twintig jaar. Bij verzachtende omstandigheden kan dit vervangen worden door straffen van niveau 7 tot 3.
* **Strafniveau 7:** Gevangenisstraf van meer dan twintig tot ten hoogste dertig jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan zestien tot ten hoogste achttien jaar. Bij verzachtende omstandigheden kan dit vervangen worden door straffen van niveau 6 tot 3.
* **Strafniveau 6:** Gevangenisstraf van meer dan vijftien tot ten hoogste twintig jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan elf tot ten hoogste zestien jaar. Bij verzachtende omstandigheden kan dit vervangen worden door straffen van niveau 5 tot 2.
* **Strafniveau 5:** Gevangenisstraf van meer dan tien tot ten hoogste vijftien jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan zes tot ten hoogste elf jaar. Bij verzachtende omstandigheden kan dit vervangen worden door straffen van niveau 4 tot 2.
* **Strafniveau 4:** Gevangenisstraf van meer dan vijf tot ten hoogste tien jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan vier tot ten hoogste zes jaar. Bij verzachtende omstandigheden kan dit vervangen worden door straffen van niveau 3 of 2.
* **Strafniveau 3:** Gevangenisstraf van meer dan drie tot ten hoogste vijf jaar of behandeling onder vrijheidsberoving van meer dan twee tot ten hoogste vier jaar. Bij verzachtende omstandigheden kan dit vervangen worden door straffen van niveau 2 of 1.
* **Strafniveau 2:** Kan bestaan uit:
1. Gevangenisstraf van zes maanden tot ten hoogste drie jaar.
2. Behandeling onder vrijheidsberoving van zes maanden tot ten hoogste twee jaar.
3. Straf onder elektronisch toezicht van een maand tot ten hoogste een jaar.
4. Werkstraf van meer dan honderdtwintig uur tot ten hoogste driehonderd uur.
5. Probatiestraf van meer dan twaalf maanden tot ten hoogste twee jaar.
6. Veroordeling bij schuldigverklaring.
Bij verzachtende omstandigheden kan dit vervangen worden door straffen van niveau 1.
* **Strafniveau 1:** Kan bestaan uit:
1. Geldboete van tweehonderd euro tot ten hoogste twintigduizend euro.
2. Werkstraf van twintig uur tot ten hoogste honderdtwintig uur.
3. Probatiestraf van zes maanden tot ten hoogste twaalf maanden.
4. Verbeurdverklaring, met inbegrip van de verruimde verbeurdverklaring.
5. Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel.
Indien de wet een bijkomende straf voorziet, kan de rechter deze als hoofdstraf opleggen bij verzachtende omstandigheden.
#### 2.2.2 Verzachtende omstandigheden vs. verzwarende bestanddelen
* **Verzachtende omstandigheden:** Geven de rechter de mogelijkheid om een straf op een lager niveau te leggen. De rechter heeft hierbij veel vrijheid.
* **Verzwarende bestanddelen:** Leiden tot een hogere strafmaat of een hoger strafniveau.
* **Verschoningsgrond:** Een wettelijk bepaalde grond die leidt tot een lagere strafmaat, vergelijkbaar met verzachtende omstandigheden.
Het Nieuwe Strafwetboek schaft de denaturatie ('correctionalisering' of 'contraventionalisering') af, waarbij misdaden vroeger als wanbedrijven werden behandeld. Nu worden de strafniveaus strikt toegepast, met verzachtende omstandigheden als middel om lager te straffen.
### 2.3 Hoofdstraffen
Hoofdstraffen zijn straffen die zelfstandig kunnen worden opgelegd, zonder koppeling aan een andere hoofdstraf.
#### 2.3.1 Hoofdstraffen voor natuurlijke personen
* **Vrijheidsbenemende hoofdstraffen (ultimum remedium):**
* **Gevangenisstraf** (art. 41 Nieuw Sw.): Vrijheidsberoving voor een door de rechter bepaalde termijn. De duur is minimaal zes maanden en maximaal levenslang. Voorlopige hechtenis wordt afgetrokken van de duur.
* **Behandeling onder vrijheidsberoving** (art. 42 Nieuw Sw.): Een mengvorm van internering en gevangenisstraf voor personen met een psychiatrische aandoening die een gevaar vormen, maar waarbij het oordeelsvermogen niet volledig is aangetast. De duur varieert van zes maanden tot twintig jaar. Vereist een deskundigenadvies en kan enkel worden opgelegd als minder ingrijpende straffen niet volstaan. Treedt in werking vanaf 1 januari 2035.
* **Vrijheidsbeperkende hoofdstraffen:**
* **Straf onder elektronisch toezicht** (art. 43 Nieuw Sw.): Verplichting tot aanwezigheid op een bepaald adres, met controle via elektronische middelen. Duur varieert van één maand tot een jaar. Vereist instemming van de beklaagde.
* **Probatiestraf** (art. 44 Nieuw Sw.): Verplichting om algemene en bijzondere voorwaarden na te leven gedurende een bepaalde termijn. Duur varieert van zes maanden tot twee jaar, afhankelijk van het strafniveau. Verplichte sociale begeleiding voor natuurlijke personen.
* **Werkstraf** (art. 45 Nieuw Sw.): Kosteloos verrichten van arbeid gedurende de vrije tijd. Duur varieert van twintig uur tot driehonderd uur, afhankelijk van het strafniveau.
* **Verlengde opvolging** (art. 46 Nieuw Sw.): Verplichting om na de vrijheidsstraf voorwaarden na te leven gericht op aanpak van problematiek en recidivepreventie. Duur varieert van vijf tot vijftien jaar, afhankelijk van het strafniveau. Voorheen gekend als terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS).
* **Vrijheidsbenemende en -beperkende bijkomende hoofdstraffen:**
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten** (art. 47 Nieuw Sw.): Berooft de veroordeelde van het recht bepaalde rechten uit te oefenen, zoals het recht verkozen te worden of ambten te vervullen. Kan levenslang zijn bij strafniveau 8.
* **Beroepsverbod** (art. 48 Nieuw Sw.): Verbiedt de uitoefening van het beroep indien daarvan ernstig misbruik is gemaakt om het misdrijf te plegen. Duur varieert van één tot vijf jaar.
* **Verval van het recht tot sturen** (art. 49 Nieuw Sw.): Opleggen van een rijverbod indien een motorrijtuig gediend heeft bij het plegen van het misdrijf of de vlucht. Duur varieert van zes maanden tot vijf jaar.
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod** (art. 50 Nieuw Sw.): Verbiedt het wonen, verblijven of het hebben van contact met bepaalde personen of in bepaalde gebieden. Duur varieert van één tot twintig jaar.
* **Geld- en vermogensstraffen:**
* **Veroordeling bij schuldigverklaring** (art. 51 Nieuw Sw.): De lichtste straf, waarbij de rechter de feiten bewezen verklaart en de beklaagde schuldig acht, zonder verdere straf. Enkel voor feiten van geringe ernst of na lange procedureduur.
* **Geldboete** (art. 52 Nieuw Sw.): Kan als hoofd- of bijkomende straf worden opgelegd. Bedragen variëren afhankelijk van het strafniveau. De rechter houdt rekening met financiële draagkracht en kan afwijken van het wettelijk minimum.
* **Verbeurdverklaring** (art. 53 Nieuw Sw.): Ontnemen van eigendom van zaken die het voorwerp, het instrument of het product van het misdrijf uitmaken, alsook vermogensvoordelen verkregen uit het misdrijf.
* **Verruimde verbeurdverklaring** (art. 54 Nieuw Sw.): Maakt het mogelijk om vermogensvoordelen te verbeuren die verkregen zijn uit specifieke (vooral economische) misdrijven, zelfs indien de goederen niet meer in het bezit van de dader zijn.
#### 2.3.2 Hoofdstraffen voor rechtspersonen
Het Nieuwe Strafwetboek voorziet een directe sanctieregeling voor rechtspersonen, met onderscheidende hoofdstraffen:
* **Geldboete:** Zonder conversiesysteem.
* **Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap** (art. 56 Nieuw Sw.): Vergelijkbaar met de werkstraf voor natuurlijke personen.
* **Probatiestraf:** Met gelijkaardige voorwaarden als voor natuurlijke personen.
Sommige publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen enkel veroordeeld worden bij schuldigverklaring (art. 40 Nieuw Sw.).
### 2.4 Bijkomende straffen
Bijkomende straffen worden altijd toegevoegd aan een opgelegde hoofdstraf en kunnen nooit zelfstandig worden opgelegd, tenzij de wet anders bepaalt.
#### 2.4.1 Bijkomende straffen voor natuurlijke personen
Volgens artikel 37 Nieuw Sw. zijn dit onder meer:
* Verlengde opvolging.
* Geldboete.
* Verbeurdverklaring en verruimde verbeurdverklaring.
* Geldstraf op basis van voordeel.
* Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten.
* Beroepsverbod.
* Bekendmaking van de beslissing.
* Sluiting van de inrichting.
* Verval van het recht tot sturen.
* Verblijfs-, plaats- of contactverbod.
Een bijkomende straf kan bij verzachtende omstandigheden de hoofdstraf van niveau 1 vervangen.
#### 2.4.2 Bijkomende straffen voor rechtspersonen
Volgens artikel 39 Nieuw Sw. zijn dit onder meer:
* Verbod op uitoefenen van bepaalde activiteiten.
Ook hier kan een bijkomende straf bij verzachtende omstandigheden de hoofdstraf van niveau 1 vervangen.
### 2.5 Specifieke straffen en hun kenmerken
* **Gevangenisstraf** (art. 41 Nieuw Sw.): Duur berekend in uren (24 uur/dag), dagen (30 dagen/maand) of dagen (365 dagen/jaar). Voorlopige hechtenis wordt afgetrokken.
* **Behandeling onder vrijheidsberoving** (art. 42 Nieuw Sw.): Vereist psychiatrische aandoening die gevaar veroorzaakt maar oordeelsvermogen niet tenietdoet. Moet causaal verband hebben met het misdrijf. Duur van zes maanden tot twintig jaar. Treedt in werking vanaf 01.01.2035.
* **Straf onder elektronisch toezicht** (art. 43 Nieuw Sw.): Minimaal één maand, maximaal één jaar. Vereist instemming van de beklaagde.
* **Probatiestraf** (art. 44 Nieuw Sw.): Duur varieert van zes maanden tot twee jaar, afhankelijk van het strafniveau. Verplichte sociale begeleiding.
* **Werkstraf** (art. 45 Nieuw Sw.): Minimaal twintig uur, maximaal driehonderd uur.
* **Verlengde opvolging** (art. 46 Nieuw Sw.): Minimaal vijf jaar, maximaal vijftien jaar. Oplegging is verplicht onder bepaalde voorwaarden. Treedt in werking vanaf 01.01.2035.
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten** (art. 47 Nieuw Sw.): Duur van vijf jaar tot levenslang, afhankelijk van het strafniveau. Verlengd met de duur van de vrijheidsberoving (m.u.v. elektronisch toezicht en invrijheidstelling).
* **Beroepsverbod** (art. 48 Nieuw Sw.): Duur van één tot vijf jaar. Kan als hoofdstraf van niveau 1 of bijkomende straf worden opgelegd.
* **Verval van het recht tot sturen** (art. 49 Nieuw Sw.): Duur van zes maanden tot vijf jaar.
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod** (art. 50 Nieuw Sw.): Duur van één jaar tot twintig jaar.
* **Veroordeling bij schuldigverklaring** (art. 51 Nieuw Sw.): Enkel mogelijk voor misdrijven van niveau 1 of 2, bij geringe ernst of te lange procedureduur.
* **Geldboete** (art. 52 Nieuw Sw.): Als hoofdstraf bij niveau 1, als bijkomende straf bij niveaus 2 tot 8. Bedragen variëren.
* **Verbeurdverklaring** (art. 53 Nieuw Sw.): Verplicht uit te spreken bij bewezenverklaring van het misdrijf. Gaat over zaken gebruikt, voortgekomen uit of verkregen door het misdrijf.
* **Verruimde verbeurdverklaring** (art. 54 Nieuw Sw.): Specifiek voor financiële voordelen verkregen uit bepaalde, veelal economische, misdrijven.
### 2.6 Onderscheid tussen straffen
* **Hoofdstraffen** kunnen zelfstandig worden opgelegd.
* **Bijkomende straffen** worden steeds samen met een hoofdstraf opgelegd.
* **Strafniveaus** geven de ernst van het misdrijf aan en bepalen de mogelijke hoofdstraffen.
* **Verzachtende omstandigheden** maken het mogelijk om op een lager strafniveau te straffen.
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen de strafniveaus en de concrete straffen die daaronder vallen. Let goed op de minimale en maximale duur van elke straf en de specifieke voorwaarden voor oplegging.
> **Tip:** Onderscheid de 'hoofdstraffen' van de 'bijkomende straffen' en onthoud dat bijkomende straffen nooit zonder hoofdstraf kunnen worden opgelegd (tenzij de wet expliciet anders bepaalt, bijvoorbeeld bij niveau 1 straffen waar een bijkomende straf als hoofdstraf kan dienen).
> **Tip:** Bestudeer de specifieke toepassingsvoorwaarden voor vrijheidsberovende straffen zoals de 'behandeling onder vrijheidsberoving' en 'verlengde opvolging', aangezien deze nog niet volledig in werking zijn getreden en een specifieke expertise vereisen.
---
Hier is een gedetailleerd studieonderdeel over de classificatie en aard van hoofd- en bijkomende straffen, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
Dit deel van het studieonderdeel behandelt de verschillende soorten hoofd- en bijkomende straffen die het Nieuwe Strafwetboek kent, met aandacht voor hun definitie, toepassingsvoorwaarden en duur.
### 2.1 Algemene beginselen van strafoplegging
De oplegging van een straf, die gepaard gaat met een veroordeling, vormt het sluitstuk van de strafrechtelijke interventie, afgezien van de uitvoeringsfase. De schuldigverklaring erkent strafbaar gedrag en verantwoordelijkheid, maar heeft buiten een symbolische of morele betekenis geen tastbaar gevolg. Dit wordt bereikt via de strafoplegging, het opleggen van maatregelen en eventuele burgerlijke schadevergoeding.
Bij de keuze van de straf en het bepalen van de strafmaat streeft de rechter de volgende doelen na:
1. Uiting geven aan maatschappelijke afkeuring ten aanzien van de overtreding van de strafwet.
2. Bevorderen van het herstel van het maatschappelijk evenwicht en het herstel van de door het misdrijf veroorzaakte schade.
3. Bevorderen van de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader.
4. Beschermen van de maatschappij.
Binnen de wettelijke grenzen zoekt de rechter naar een rechtvaardige proportionaliteit tussen het misdrijf en de straf. Ongewenste neveneffecten voor direct betrokkenen, hun omgeving en de samenleving moeten eveneens in overweging worden genomen. De gevangenisstraf wordt beschouwd als de laatst te overwegen straf.
#### 2.1.1 Kenmerken van een straf
Een 'straf' gaat gepaard met specifieke waarborgen, waaronder de waarborgen van artikel 6 EVRM en de rechten van de verdediging. Er zijn vier kenmerken die een sanctie als straf kwalificeren:
* **Wettelijk:** De straf moet voorzien zijn bij wet, conform het legaliteitsbeginsel (artikel 1 Nieuw Sw.).
* **Rechterlijk:** De straf moet door een rechter worden opgelegd. Dit sluit GAS-boetes, minnelijke schikkingen of sancties opgelegd door tuchtorganen uit.
* **Persoonlijk:** Men is enkel verantwoordelijk voor eigen daden. Straf is niet van toepassing voor andermans daden, tenzij men dader of deelnemer is.
* **Individueel:** Elke dader of deelnemer krijgt een eigen, individueel bepaalde straf.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert eigen criteria om een sanctie als straf te beschouwen, gevolgd door het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie:
1. Interne kwalificatie van de sanctie.
2. Toepassingsgebied van de verbodsbepaling en de aard van de inbreuk.
3. Aard en intensiteit van de sanctie.
#### 2.1.2 Het oude versus het nieuwe strafwetboek
Het oude strafwetboek maakte een onderscheid tussen drie soorten straffen: criminele straffen (misdaden), correctionele straffen (wanbedrijven) en politiestraffen (overtredingen). Het Nieuwe Strafwetboek kent enkel nog het begrip 'misdrijven' en hanteert een systeem van acht strafniveaus voor hoofdstraffen, waarbij overtredingen als categorie zijn opgeheven. Er is geen sprake meer van 'correctionalisering' of 'contraventionalisering' (denaturatie) van strafbare feiten.
### 2.2 Hoofdstraffen
Hoofdstraffen zijn straffen die zelfstandig, dus zonder andere straf, door de rechter kunnen worden opgelegd. Het Nieuwe Strafwetboek onderscheidt acht strafniveaus voor hoofdstraffen, waarbij niveau 8 betrekking heeft op uitzonderlijk ernstige misdrijven en niveau 1 op misdrijven van geringe ernst.
#### 2.2.1 Vrijheidsbenemende hoofdstraffen
Vrijheidsbenemende straffen worden beschouwd als een *ultimum remedium* (artikel 27 Nieuw Sw.).
* **Gevangenisstraf (art. 41 Nieuw Sw.):**
* Definitie: Vrijheidsberoving van een persoon voor een door de rechter bepaalde termijn, conform wettelijke regels.
* Duur: Minimaal zes maanden tot maximaal levenslang. Een dag gevangenisstraf is vierentwintig uur; een maand is dertig dagen; een jaar is driehonderdvijfenzestig dagen.
* Toerekening: Elke hechtenis of voorlopige plaatsingsmaatregel die vóór de definitieve veroordeling is ondergaan, wordt afgetrokken van de duur van de nog uit te voeren gevangenisstraffen.
* Locatie: Gevangenen verblijven in door de Koning aangewezen inrichtingen.
* Verschil met Oud Sw.: Het oude recht maakte een onderscheid tussen gevangenisstraf (correctioneel) en opsluiting (crimineel). Het Nieuwe Strafwetboek kent enkel nog de gevangenisstraf.
* **Behandeling onder vrijheidsberoving (art. 42 Nieuw Sw.):**
* Definitie: Een nieuwe vrijheidsbenemende straf, een mengvorm van internering en gevangenisstraf, gericht op verminderd toerekeningsvatbare daders met een psychiatrische aandoening die een gevaar vormen voor anderen. De straf moet mede het gevolg zijn van de aandoening.
* Toepassingsvoorwaarden:
* De psychiatrische aandoening is niet dermate ernstig dat het oordeelsvermogen of de controle over daden teniet wordt gedaan, maar vormt wel een gevaar.
* Het misdrijf is mede het gevolg van de psychiatrische aandoening.
* Minder ingrijpende straffen of maatregelen zijn onvoldoende.
* Een gemotiveerd deskundigenadvies is vereist (met recht op tegenspraak).
* Duur: Minimaal zes maanden tot maximaal twintig jaar.
* Vervangende straf: Er wordt een vervangende gevangenisstraf opgelegd die niet lager kan zijn dan de duur van de behandeling.
* Inwerkingtreding: Vooralsnog niet van kracht (vanaf 1 januari 2035), wegens gebrek aan capaciteit en middelen.
#### 2.2.2 Vrijheidsbeperkende hoofdstraffen
* **Straf onder elektronisch toezicht (art. 43 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De verplichting voor de veroordeelde om op een bepaald adres aanwezig te zijn, met gecontroleerde verplaatsingen en activiteiten, middels elektronische middelen.
* Duur: Minimaal één maand tot maximaal één jaar.
* Voorwaarden: De veroordeelde dient in te stemmen. Er zijn algemene voorwaarden (geen misdrijven plegen, vast adres hebben, gevolg geven aan oproepingen) en eventuele bijzondere, geïndividualiseerde voorwaarden.
* Vervangende straf: Een gevangenisstraf van dezelfde duur als de straf onder elektronisch toezicht.
* *Tip:* De instemming van de veroordeelde is cruciaal.
* **Probatiestraf (art. 44 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De verplichting om algemene en bijzondere voorwaarden na te leven gedurende een door de rechter bepaalde termijn.
* Duur: Niveau 2: meer dan twaalf maanden tot maximaal twee jaar. Niveau 1: minstens zes maanden tot maximaal twaalf maanden.
* Vervangende straf: Een geldboete of gevangenisstraf.
* Begeleiding: Verplichte sociale begeleiding door de bevoegde dienst van de gemeenschappen voor natuurlijke personen.
* *Tip:* Deze straf richt zich op gedragsverandering en re-integratie.
* **Werkstraf (art. 45 Nieuw Sw.):**
* Definitie: Het kosteloos verrichten van arbeid tijdens vrije tijd, naast eventuele school- of beroepsactiviteiten, bij openbare diensten of erkende verenigingen.
* Duur: Niveau 2: meer dan honderdtwintig uren tot maximaal driehonderd uren. Niveau 1: minstens twintig uren tot maximaal honderdtwintig uren.
* *Tip:* Dit type straf is vaak geschikt voor personen met een gebrek aan discipline.
* **Verlengde opvolging (art. 46 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De verplichting om na afloop van een vrijheidsbenemende straf voorwaarden na te leven, gericht op het aanpakken van problematiek en het vermijden van recidive.
* Duur: Maximaal vijf jaar (niveau 3), maximaal tien jaar (niveau 4), maximaal vijftien jaar (niveaus 5, 6, 7, 8). Bij verplichte verlengde opvolging is de minimumduur vijf jaar.
* Voorwaarden: Kan verplicht of facultatief worden opgelegd, na advies van een deskundige in het facultatieve geval.
* Inwerkingtreding: Vooralsnog niet van kracht (vanaf 1 januari 2035). Tot dan blijft de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS) van toepassing.
* *Tip:* Dit is een nieuwe straf die de bestaande TBS-maatregel vervangt.
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (art. 47 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De gehele of gedeeltelijke ontzegging van het recht om bepaalde burgerlijke en politieke rechten uit te oefenen.
* Voorbeelden van rechten: recht om openbare ambten te vervullen, verkozen te worden, gezworene of deskundige te zijn, wapens te dragen, te dienen in het leger.
* Duur: Verplicht bij niveau 8 (levenslang). Facultatief bij niveau 7 (twintig jaar) en niveaus 2 tot 6 (vijf tot tien jaar). De termijn wordt verlengd met de duur van de vrijheidsberoving (uitgezonderd elektronisch toezicht en voorwaardelijke/voorlopige invrijheidstelling).
* *Tip:* Deze straf tast de burgerlijke en politieke participatie van de veroordeelde aan.
* **Beroepsverbod (art. 48 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De rechter kan de veroordeelde verbieden zijn beroep uit te oefenen indien hij er ernstig misbruik van heeft gemaakt om het misdrijf te plegen.
* Duur: Minimaal één jaar tot maximaal vijf jaar. De duur wordt verlengd met de duur van de vrijheidsberoving (uitgezonderd elektronisch toezicht en voorwaardelijke/voorlopige invrijheidstelling).
* *Tip:* Dit is een bijzondere vorm van ontzetting die specifiek gericht is op het beroep.
* **Verval van het recht tot sturen (art. 49 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De rechter kan het recht tot sturen ontzeggen indien een motorrijtuig werd gebruikt of bestemd was voor het plegen van het misdrijf of voor de vlucht.
* Duur: Minimaal zes maanden tot maximaal vijf jaar. De rechter kan het verval beperken tot de uitvoering buiten de beroepsactiviteit. De duur wordt verlengd met de duur van de vrijheidsberoving (uitgezonderd elektronisch toezicht en voorwaardelijke/voorlopige invrijheidstelling).
* *Tip:* Dit is een specifieke straf voor misdrijven waarbij een motorrijtuig een rol speelde.
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod (art. 50 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De veroordeelde wordt ontzegd van het recht om in een bepaald gebied te wonen, te verblijven of zich op te houden, of om contact te hebben met bepaalde personen.
* Duur: Minimaal één jaar tot maximaal twintig jaar. De duur wordt verlengd met de duur van de vrijheidsberoving (uitgezonderd elektronisch toezicht en voorwaardelijke/voorlopige invrijheidstelling).
* *Tip:* Deze straf wordt vooral toegepast in specifieke gevallen, zoals bij misdrijven tegen de seksuele integriteit.
* **Veroordeling bij schuldigverklaring (art. 51 Nieuw Sw.):**
* Definitie: Een straf die inhoudt dat de ten laste gelegde feiten bewezen worden verklaard en de beklaagde schuldig wordt bevonden, zonder oplegging van een andere straf, behalve verbeurdverklaring, kosten of teruggave.
* Toepassing: Enkel voor strafniveau 1 of 2, wanneer de feiten van geringe ernst zijn of de tijd die is verstreken sinds het misdrijf het opportuun maakt.
* *Tip:* Dit is de minst zware straf en kan worden vergeleken met een eenvoudige schuldigverklaring.
#### 2.2.3 Vermogensstraffen
Vermogensstraffen zijn gericht op het aantasten van de financiële belangen van de veroordeelde.
* **Geldboete (art. 52 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De verplichting tot betaling van een geldsom ten voordele van de staat.
* Toepassing: Kan als hoofdstraf (niveau 1) of als bijkomende straf worden opgelegd, afhankelijk van het strafniveau van de hoofdstraf. De bedragen zijn direct vastgelegd in artikel 52 Nieuw Sw.
* Matiging: De rechter kan rekening houden met de financiële draagkracht en sociale toestand van de beklaagde en een geldboete onder het wettelijk minimum uitspreken of betaling in schijven toestaan.
* *Tip:* De bedragen van de geldboetes zijn in het Nieuwe Strafwetboek rechtstreeks aangepast, in tegenstelling tot het systeem van 'opdeciemen' in het oude recht.
* **Verbeurdverklaring (art. 53 Nieuw Sw.):**
* Definitie: Het ontnemen van eigendomsrecht van zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, hebben gediend of bestemd waren voor het plegen van het misdrijf, uit het misdrijf zijn ontstaan, of de vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen.
* Toepassing: Moet worden uitgesproken als hoofdstraf (niveau 1) of als bijkomende straf zodra de feiten bewezen zijn verklaard.
* Matiging: Kan worden verminderd indien de bestraffing onredelijk zwaar zou zijn.
* *Tip:* Dit is een belangrijke straf om de economische gevolgen van criminaliteit te neutraliseren.
* **Verruimde verbeurdverklaring (art. 54 Nieuw Sw.):**
* Definitie: De verbeurdverklaring van vermogensvoordelen, goederen of waarden die in het vermogen van een persoon worden aangetroffen, ook indien deze buiten België gelokaliseerd zijn, indien de persoon schuldig werd bevonden aan specifieke, financieel gewin opleverende misdrijven.
* *Tip:* Deze straf is specifiek gericht op het ontnemen van crimineel verkregen winsten, zelfs als de directe link met een specifiek misdrijf minder duidelijk is.
### 2.3 Bijkomende straffen
Bijkomende straffen worden, mits de wet dit voorschrijft, toegevoegd aan een opgelegde hoofdstraf en kunnen nooit zonder hoofdstraf worden uitgesproken.
* **Verlengde opvolging (art. 46 Nieuw Sw.):** Zie vrijheidsbenemende hoofdstraffen.
* **Geldboete (art. 52 Nieuw Sw.):** Zie vermogensstraffen.
* **Verbeurdverklaring (art. 53 Nieuw Sw.):** Zie vermogensstraffen.
* **Verruimde verbeurdverklaring (art. 54 Nieuw Sw.):** Zie vermogensstraffen.
* **Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel (art. 55 Nieuw Sw.):**
* Definitie: Het innen van een geldbedrag dat overeenkomt met het economische voordeel dat uit het misdrijf werd behaald of verwacht werd.
* *Tip:* Dit is nauw verwant aan de verbeurdverklaring van vermogensvoordelen, maar kan ook proactief worden toegepast.
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (art. 47 Nieuw Sw.):** Zie vrijheidsbenemende hoofdstraffen.
* **Beroepsverbod (art. 48 Nieuw Sw.):** Zie vrijheidsbenemende hoofdstraffen.
* **Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling:** Kan worden opgelegd om de veroordeling publiek te maken.
* **Sluiting van de inrichting:** Kan worden toegepast op bepaalde instellingen.
* **Verval van het recht tot sturen (art. 49 Nieuw Sw.):** Zie vrijheidsbenemende hoofdstraffen.
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod (art. 50 Nieuw Sw.):** Zie vrijheidsbenemende hoofdstraffen.
#### 2.3.1 Specifieke bijkomende straffen voor rechtspersonen
* **Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap (art. 56 Nieuw Sw.):** Vergelijkbaar met de werkstraf voor natuurlijke personen, gericht op rechtspersonen.
* **Verboden om een activiteit uit te oefenen (art. 57 Nieuw Sw.):** Een rechtspersoon kan verboden worden een bepaalde activiteit uit te oefenen.
* **Sluiting van de inrichting (art. 58 Nieuw Sw.):** Een inrichting kan worden gesloten.
#### 2.3.2 Straf voor publiekrechtelijke rechtspersonen
Voor bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen (zoals de Federale Staat, gewesten, gemeenten) kan enkel de **veroordeling bij schuldigverklaring (art. 51 Nieuw Sw.)** als hoofdstraf worden uitgesproken. De hoofd- en bijkomende straffen uit artikelen 38 en 39 zijn niet van toepassing op deze entiteiten.
---
Dit gedeelte van de studiehandleiding behandelt de classificatie en aard van de hoofd- en bijkomende straffen zoals vastgelegd in het Nieuwe Strafwetboek, inclusief hun definities, toepassingsvoorwaarden en duur.
Het opleggen van een straf na een veroordeling markeert een cruciaal punt in de strafrechtelijke interventie. Naast de schuldigverklaring, die strafrechtelijke verantwoordelijkheid impliceert, bereikt het concrete gevolg pas het licht via de straf(toemeting), het opleggen van maatregelen en eventuele burgerlijke schadevergoeding. De wetgever biedt in het Nieuwe Strafwetboek richtlijnen voor de rechter bij de strafkeuze, met doelen als maatschappelijke afkeuring, herstel van maatschappelijk evenwicht en schade, bevordering van rehabilitatie en re-integratie, en bescherming van de maatschappij. Een rechtvaardige proportionaliteit tussen misdrijf en straf is hierbij essentieel, met oog voor ongewenste neveneffecten.
### 2.1 De begripsbepaling van straf
Een 'straf' gaat gepaard met waarborgen, zoals bepaald in artikel 6 EVRM en de rechten van de verdediging. Er zijn vier kenmerken die een sanctie als straf definiëren:
* **Wettelijk:** Conform het legaliteitsbeginsel (artikel 1 Nieuw Sw.).
* **Rechterlijk:** Opgelgd door een rechter, niet door administratieve sancties (GAS-boetes), minnelijke schikkingen of tuchtorgaans.
* **Persoonlijk:** Alleen de daders of deelnemers zijn verantwoordelijk, niet anderen.
* **Individueel:** Elke dader/deelnemer krijgt een individueel bepaalde straf.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert criteria om een sanctie als straf te beschouwen: interne kwalificatie, de aard van de inbreuk, en de aard en intensiteit van de sanctie.
Hoofdstraffen zijn straffen die zelfstandig door de rechter kunnen worden opgelegd. Het Nieuwe Strafwetboek onderscheidt hoofdstraffen volgens acht strafniveaus (artikel 36 Nieuw Sw.):
* **Niveau 8:** Uitzonderlijk ernstige misdrijven.
* **Niveaus 2 tot 7:** Variërende ernst.
* **Niveau 1:** Misdrijven van geringe ernst.
Overtredingen zoals gekend in het oude recht worden opgeheven, en er is geen sprake meer van 'correctionalisering' of 'contraventionalisering'.
**Verschillende soorten hoofdstraffen:**
* Gevangenisstraf (artikel 41 Nieuw Sw.): Vrijheidsberoving voor een door de rechter bepaalde termijn. De duur varieert van minstens zes maanden tot levenslang. Voorlopige hechtenis wordt toegerekend op de duur van de straf.
* Behandeling onder vrijheidsberoving (artikel 42 Nieuw Sw.): Een nieuwe straf voor 'verminderd toerekeningsvatbare daders' met een psychiatrische aandoening die een gevaar vormen voor de maatschappij. Vereist een deskundigenadvies. De duur varieert van minstens zes maanden tot maximaal twintig jaar. Dit geldt voor feiten die bestraft worden met strafniveau 8 tot 2. **Let op:** Deze straf is nog niet in werking getreden.
* Straf onder elektronisch toezicht (artikel 43 Nieuw Sw.): Verplichting om op een bepaald adres aanwezig te zijn, gecontroleerd via elektronische middelen. Duur van minstens één maand tot maximaal één jaar. Vereist instemming van de beklaagde.
* Probatiestraf (artikel 44 Nieuw Sw.): Verplichting om algemene en bijzondere voorwaarden na te leven gedurende een door de rechter bepaalde termijn. Duur van minstens zes maanden tot maximaal twee jaar, afhankelijk van het strafniveau. Vereist instemming van de beklaagde.
* Werkstraf (artikel 45 Nieuw Sw.): Kosteloos verrichten van arbeid tijdens de vrije tijd. Duur van minstens twintig uur tot maximaal driehonderd uur, afhankelijk van het strafniveau. Vereist instemming van de beklaagde.
* Verlengde opvolging (artikel 46 Nieuw Sw.): Verplichting om na afloop van een vrijheidsbenemende straf voorwaarden na te leven. Duur van minstens vijf jaar tot maximaal vijftien jaar, afhankelijk van het strafniveau. Moet verplicht worden opgelegd bij bepaalde ernstige misdrijven of herhaling.
* Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (artikel 47 Nieuw Sw.): Ontneming van het recht om bepaalde rechten uit te oefenen. De duur varieert van vijf jaar tot levenslang, afhankelijk van het strafniveau. Verplicht bij strafniveau 8.
* Beroepsverbod (artikel 48 Nieuw Sw.): Verbod om het beroep uit te oefenen indien daarvan ernstig misbruik is gemaakt om het misdrijf te plegen. Duur van minstens één jaar tot maximaal vijf jaar.
* Verval van het recht tot sturen (artikel 49 Nieuw Sw.): Verbod om een motorrijtuig te besturen indien dit gediend heeft of bestemd was voor het plegen van het misdrijf of voor de vlucht. Duur van minstens zes maanden tot maximaal vijf jaar.
* Verblijfs-, plaats- of contactverbod (artikel 50 Nieuw Sw.): Ontneming van het recht om op bepaalde plaatsen te wonen/verblijven of contact te hebben met bepaalde personen. Duur van minstens één jaar tot maximaal twintig jaar.
* Veroordeling bij schuldigverklaring (artikel 51 Nieuw Sw.): De lichtste straf, waarbij de beklaagde schuldig wordt verklaard, maar er geen andere straf wordt opgelegd, behalve bij geringe ernst van de feiten of te lange duur van de vervolging.
* **Vermogensstraffen:**
* Geldboete (artikel 52 Nieuw Sw.): Kan als hoofdstraf (niveau 1) of als bijkomende straf worden opgelegd. De bedragen zijn rechtstreeks aangepast in het Nieuwe Strafwetboek. De rechter houdt rekening met de financiële draagkracht van de beklaagde.
* Verbeurdverklaring (artikel 53 Nieuw Sw.): Ontneming van eigendomsrecht voor zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, gediend hebben tot het plegen van het misdrijf, uit het misdrijf zijn ontstaan, of vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen. Dit kan ook bij equivalent gebeuren. De rechter kan matigen om een onredelijk zware straf te voorkomen.
* Verruimde verbeurdverklaring (artikel 54 Nieuw Sw.): Specifieke regeling voor vermogensvoordelen die worden gevonden in het bezit van een persoon, zelfs buiten België, indien deze schuldig bevonden is aan bepaalde (winstgevende) misdrijven. **Niet te kennen in detail.**
* Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel: Geïntegreerd in de verbeurdverklaring.
**Strafbepalingen voor rechtspersonen:**
Het Nieuwe Strafwetboek voorziet een rechtstreekse sanctieregeling voor rechtspersonen. De geldboete is de belangrijkste hoofdstraf, zonder conversiesysteem. Ook de dienstverleningsstraf en probatiestraf zijn van toepassing. Bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen enkel een veroordeling bij schuldigverklaring krijgen (artikel 40 Nieuw Sw.).
Bijkomende straffen worden toegevoegd aan een opgelegde hoofdstraf en worden nooit zonder hoofdstraf uitgesproken. Ze kunnen facultatief of verplicht zijn.
* **Bijkomende straffen voor natuurlijke personen (artikel 37 Nieuw Sw.):**
* Verlengde opvolging
* Geldboete
* Verbeurdverklaring
* Verruimde verbeurdverklaring
* Geldstraf op basis van voordeel
* Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten
* Beroepsverbod
* Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling
* Sluiting van de inrichting
* Verval van het recht tot sturen
* Verblijfs-, plaats- of contactverbod
* **Bijkomende straffen voor rechtspersonen (artikel 39 Nieuw Sw.):**
* Verbod om een activiteit uit te oefenen
### 2.4 De strafniveaus en verzachtende omstandigheden
Het Nieuwe Strafwetboek kent acht strafniveaus (artikel 36 Nieuw Sw.). Bij de aanneming van verzachtende omstandigheden kan de rechter een straf van een hoger niveau vervangen door een straf van een lager niveau. Dit verschilt van verzwarende bestanddelen die geen gevolg hebben voor het strafniveau.
> **Tip:** Het onderscheid tussen verzachtende omstandigheden en verzwarende bestanddelen is cruciaal en kan een examenvraag zijn.
### 2.5 Specifieke strafmodaliteiten en hun duur
* **Gevangenisstraf:** Minimaal zes maanden, maximaal levenslang (artikel 41 Nieuw Sw.).
* **Behandeling onder vrijheidsberoving:** Minimaal zes maanden, maximaal twintig jaar (artikel 42 Nieuw Sw.).
* **Straf onder elektronisch toezicht:** Minimaal één maand, maximaal één jaar (artikel 43 Nieuw Sw.).
* **Probatiestraf:** Niveau 2: meer dan twaalf maanden tot maximaal twee jaar. Niveau 1: minstens zes maanden tot maximaal twaalf maanden (artikel 44 Nieuw Sw.).
* **Werkstraf:** Niveau 2: meer dan honderdtwintig uur tot maximaal driehonderd uur. Niveau 1: minstens twintig uur tot maximaal honderdtwintig uur (artikel 45 Nieuw Sw.).
* **Verlengde opvolging:** Maximaal vijf jaar (niveau 3), tien jaar (niveau 4), of vijftien jaar (niveau 5-8) (artikel 46 Nieuw Sw.). Verplichte verlengde opvolging heeft een minimumduur van vijf jaar.
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten:** Vijf tot tien jaar (niveau 2-6), twintig jaar (niveau 7), levenslang (niveau 8) (artikel 47 Nieuw Sw.).
* **Beroepsverbod:** Minimaal één jaar, maximaal vijf jaar (artikel 48 Nieuw Sw.).
* **Verval van het recht tot sturen:** Minimaal zes maanden, maximaal vijf jaar (artikel 49 Nieuw Sw.).
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod:** Minimaal één jaar, maximaal twintig jaar (artikel 50 Nieuw Sw.).
* **Veroordeling bij schuldigverklaring:** Geen specifieke duur, afhankelijk van de omstandigheden (artikel 51 Nieuw Sw.).
* **Geldboete:** De bedragen variëren sterk per strafniveau en of het een hoofdstraf of bijkomende straf is (artikelen 38, 52 Nieuw Sw.).
* **Verbeurdverklaring:** De omvang is afhankelijk van het voorwerp, de aard en de waarde van de zaken of vermogensvoordelen.
### 2.6 Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS) en Verlengde opvolging
De Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS) zoals gekend in het oud recht, wordt in het Nieuwe Strafwetboek vervangen door de **verlengde opvolging**. De TBS kon na afloop van een gevangenisstraf de veroordeelde verder van zijn vrijheid beroven of aan strafuitvoeringsmodaliteiten onderwerpen. De verlengde opvolging is een bijkomende straf die tot doel heeft de maatschappij te beschermen door voorwaarden op te leggen aan veroordeelden na hun vrijheidsbenemende straf. De duur varieert afhankelijk van het strafniveau. De inwerkingtreding van de verlengde opvolging is voorzien vanaf 1 januari 2035, tot dan blijft de hervormde TBS van toepassing.
### 2.7 Vergelijking met het Oud Strafwetboek
Het Nieuwe Strafwetboek breekt met het oude driesledige onderscheid tussen misdaden, wanbedrijven en overtredingen. In plaats daarvan hanteert het een systeem van acht strafniveaus. De 'denaturatie' (correctionalisering/contraventionalisering) is afgeschaft, maar verzachtende omstandigheden blijven een rol spelen om op een lager strafniveau te kunnen uitspreken.
> **Tip:** Wees aandachtig voor de specifieke wijzigingen in de strafbedragen en de afschaffing van bepaalde concepten uit het oude recht.
---
# Specifieke straffen voor rechtspersonen
Hier is een gedetailleerde studiegids voor het onderwerp "Specifieke straffen voor rechtspersonen", gebaseerd op de verstrekte documentinhoud:
## 3. Specifieke straffen voor rechtspersonen
Dit onderwerp behandelt de bijzondere straffen die van toepassing zijn op rechtspersonen, waaronder de dienstverleningsstraf en het verbod om bepaalde activiteiten uit te oefenen.
### 3.1 Algemene principes van straffen voor rechtspersonen
#### 3.1.1 Verantwoordelijkheid van rechtspersonen
Net zoals natuurlijke personen, kunnen rechtspersonen strafrechtelijk verantwoordelijk worden gesteld voor misdrijven. In het oude strafrecht gold er een conversiesysteem waarbij straffen voor rechtspersonen werden omgezet naar een geldboete. Het Nieuw Strafwetboek (N.Sw.) hanteert daarentegen een directe sanctieregeling voor rechtspersonen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen acht strafniveaus.
#### 3.1.2 Afwezigheid van denaturatie
In het Nieuw Strafwetboek is het concept van 'denaturatie' of 'correctionalisering' afgeschaft. Dit betekent dat misdrijven niet langer worden omgevormd naar een lagere categorie om een lichtere straf te kunnen opleggen. In plaats daarvan werkt men met vaste strafniveaus, waarbij verzachtende omstandigheden een rol kunnen spelen om op een lager niveau te straffen.
### 3.2 Hoofdstraffen voor rechtspersonen
Het Nieuw Strafwetboek voorziet in specifieke hoofdstraffen voor rechtspersonen, die afwijken van die voor natuurlijke personen.
#### 3.2.1 Geldboete
De geldboete is een van de hoofdstraffen voor rechtspersonen. De bedragen zijn afhankelijk van het strafniveau en worden rechtstreeks in het artikel gespecificeerd, zonder het oude systeem van 'opdeciemen'. De rechter kan rekening houden met de financiële draagkracht en sociale toestand van de rechtspersoon en de boete in schijven laten betalen.
#### 3.2.2 Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap
Dit is een specifieke straf voor rechtspersonen, analoog aan de werkstraf voor natuurlijke personen. De straf wordt geraamd op een bepaald bedrag en dient om de gemeenschap ten goede te komen.
* **Duur/Omvang:**
* Niveau 2: geraamd op een bedrag van meer dan twintigduizend euro tot ten hoogste driehonderdzesenzeventigduizend euro.
* Niveau 1: geraamd op een bedrag van tweehonderd euro tot ten hoogste twintigduizend euro.
#### 3.2.3 Probatiestraf
De probatiestraf is ook van toepassing op rechtspersonen. Het houdt in dat de rechtspersoon zich moet houden aan algemene en bijzondere voorwaarden gedurende een door de rechter bepaalde termijn.
* **Duur:**
* Niveau 2: meer dan twaalf maanden tot ten hoogste twee jaar.
* Niveau 1: minstens zes maanden tot ten hoogste twaalf maanden.
#### 3.2.4 Verbeurdverklaring en verruimde verbeurdverklaring
Deze straffen, die gericht zijn op het ontnemen van goederen die verband houden met het misdrijf, zijn ook van toepassing op rechtspersonen. De specifieke regels en voorwaarden hiervoor zijn uiteengezet in de artikelen 53 en 54 N.Sw.
#### 3.2.5 Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel
Deze straf is gericht op het ontnemen van de economische winst die de rechtspersoon uit het misdrijf heeft gehaald.
#### 3.2.6 Sluiting van de inrichting
Dit betreft het tijdelijk of definitief sluiten van een specifieke faciliteit van de rechtspersoon.
#### 3.2.7 Veroordeling bij schuldigverklaring
Dit is de lichtste straf, waarbij de rechtspersoon schuldig wordt verklaard zonder verdere straf, tenzij er sprake is van kosten of teruggave.
### 3.3 Bijkomende straffen voor rechtspersonen
Naast hoofdstraffen kunnen ook bijkomende straffen worden opgelegd aan rechtspersonen.
#### 3.3.1 Geldboete
De geldboete kan, afhankelijk van het strafniveau van de hoofdstraf, als bijkomende straf worden opgelegd met specifieke maximumbedragen.
#### 3.3.2 Verbeurdverklaring en verruimde verbeurdverklaring
Deze straffen kunnen ook als bijkomende straf worden opgelegd, in lijn met hun toepassing als hoofdstraffen.
#### 3.3.3 Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel
Ook deze voordeelsontneming kan als bijkomende straf fungeren.
#### 3.3.4 Verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen
Dit verbod kan worden opgelegd voor een periode van één tot tien jaar en is gericht op het voorkomen van verdere misrijven gerelateerd aan de kernactiviteiten van de rechtspersoon.
#### 3.3.5 Sluiting van de inrichting
Dit kan eveneens als bijkomende straf worden opgelegd.
#### 3.3.6 Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling
De veroordeling kan openbaar worden gemaakt, wat imagoschade kan toebrengen aan de rechtspersoon.
### 3.4 Uitzonderingen voor bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen
Voor specifieke publiekrechtelijke rechtspersonen gelden beperkingen qua straffen die kunnen worden opgelegd.
#### 3.4.1 Toepasselijke entiteiten
Deze uitzondering geldt voor:
* De Federale Staat
* Gewesten, gemeenschappen, provincies
* Hulpverleningszones, prezones, Brusselse agglomeratie, gemeenten, meergemeentezones, binnengemeentelijke territoriale organen
* De Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
* Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn
#### 3.4.2 Enige hoofdstraf: veroordeling bij schuldigverklaring
Voor deze entiteiten kan enkel de veroordeling bij schuldigverklaring als hoofdstraf worden uitgesproken. Hoofd- en bijkomende straffen uit de artikelen 38 en 39 N.Sw. zijn niet van toepassing.
### 3.5 Specifieke straffen gedetailleerd
#### 3.5.1 Geldboete (Art. 38 en 52 N.Sw.)
* **Hoofdstraf (Art. 38 N.Sw.):** De geldboetes lopen op per strafniveau, van tweehonderd euro tot ruim vijf miljoen euro voor niveau 8.
* **Bijkomende straf (Art. 52 N.Sw.):** Verschillende maximumbedragen zijn gekoppeld aan het niveau van de hoofdstraf, variërend van tweehonderd euro tot vijfendertigduizend euro.
* **Matiging:** De rechter kan rekening houden met financiële draagkracht en sociale toestand, en boetes onder het wettelijk minimum opleggen of betaling in schijven toestaan.
#### 3.5.2 Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap (Art. 38 N.Sw.)
* **Niveau 2:** Geraamd op een bedrag van meer dan twintigduizend euro tot ten hoogste driehonderdzesenzeventigduizend euro.
* **Niveau 1:** Geraamd op een bedrag van tweehonderd euro tot ten hoogste twintigduizend euro.
#### 3.5.3 Probatiestraf (Art. 44 N.Sw.)
* **Niveau 2:** Duur van meer dan twaalf maanden tot ten hoogste twee jaar.
* **Niveau 1:** Duur van minstens zes maanden tot ten hoogste twaalf maanden.
* **Voorwaarden:** Algemene en bijzondere voorwaarden, met verplichte sociale begeleiding voor natuurlijke personen. Er is een vervangende geldboete of gevangenisstraf voorzien bij niet-naleving.
#### 3.5.4 Werkstraf (Art. 45 N.Sw.)
* **Niveau 2:** Duur van meer dan honderdtwintig uren en ten hoogste driehonderd uren.
* **Niveau 1:** Duur van minstens twintig uren en ten hoogste honderdtwintig uren.
* **Uitvoering:** Kosteloos verrichten van arbeid bij openbare diensten of erkende verenigingen, tijdens de vrije tijd.
* **Vervangende straf:** Geldboete of gevangenisstraf bij niet-uitvoering.
#### 3.5.5 Verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen (Art. 38 N.Sw. voor hoofdstraf, Art. 39 N.Sw. voor bijkomende straf)
* **Duur:** Een jaar tot ten hoogste tien jaar.
#### 3.5.6 Beroepsverbod (Art. 48 N.Sw.)
Hoewel primair bedoeld voor natuurlijke personen, kan het beroepsverbod ook worden opgelegd aan rechtspersonen indien zij ernstig misbruik hebben gemaakt van hun beroep om een misdrijf te plegen.
* **Duur:** Minimaal een jaar en maximaal vijf jaar, verlengd met de duur van een eventuele vrijheidsbenemende straf.
#### 3.5.7 Verblijfs-, plaats- of contactverbod (Art. 50 N.Sw.)
Dit verbod kan, indien wettelijk voorzien, worden opgelegd aan rechtspersonen, hoewel dit voornamelijk een instrument is voor natuurlijke personen.
* **Duur:** Een jaar tot ten hoogste twintig jaar.
#### 3.5.8 Verbeurdverklaring en Verruimde Verbeurdverklaring (Art. 53 en 54 N.Sw.)
Deze straffen zijn cruciaal voor rechtspersonen, met name in gevallen van financiële criminaliteit. De focus ligt op het ontnemen van goederen en voordelen die voortkomen uit of gebruikt zijn bij het misdrijf. De verruimde verbeurdverklaring laat toe om vermogensvoordelen te ontnemen zelfs indien de specifieke goederen niet meer traceerbaar zijn.
#### 3.5.9 Sluiting van de inrichting (Art. 37 en 39 N.Sw.)
Dit kan als hoofdstraf of bijkomende straf worden opgelegd, wat de operationele continuïteit van een rechtspersoon ernstig kan belemmeren.
#### 3.5.10 Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling (Art. 37 N.Sw.)
Dit kan een reputatieschade opleveren die vergelijkbaar is met een zeer zware straf voor de rechtspersoon.
---
Hier volgt een gedetailleerde studiehandleiding over specifieke straffen voor rechtspersonen, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 3 Specifieke straffen voor rechtspersonen
Dit onderwerp behandelt de bijzondere straffen die van toepassing zijn op rechtspersonen, met specifieke aandacht voor de dienstverleningsstraf en het verbod op het uitoefenen van bepaalde activiteiten.
### 3.1 Inleiding tot straffen voor rechtspersonen
In het strafrecht kunnen ook rechtspersonen verantwoordelijk worden gesteld voor strafbare feiten. Het Nieuwe Strafwetboek (N.Sw.) voorziet in een specifiek straffenarsenaal voor rechtspersonen, dat verschilt van dat voor natuurlijke personen. Dit werd ingevoerd om de aansprakelijkheid van rechtspersonen beter te regelen en te zorgen voor een passende sanctie, los van het reeds bestaande conversiesysteem van het oude strafwetboek.
### 3.2 Het straffenarsenaal voor rechtspersonen volgens het Nieuwe Strafwetboek
Het Nieuwe Strafwetboek onderscheidt hoofdstraffen en bijkomende straffen die van toepassing zijn op rechtspersonen. Deze straffen worden ingedeeld volgens acht strafniveaus, analoog aan de straffen voor natuurlijke personen, maar met specifieke invullingen voor rechtspersonen.
#### 3.2.1 Hoofdstraffen voor rechtspersonen
Hoofdstraffen kunnen zelfstandig, zonder koppeling aan een andere straf, worden opgelegd. Voor rechtspersonen zijn de belangrijkste hoofdstraffen:
* **Geldboete:** Dit is een straf die gericht is op de financiële belangen van de rechtspersoon. De bedragen van de geldboetes lopen op tot miljoenen euro's, afhankelijk van het strafniveau. De rechter houdt rekening met de financiële draagkracht van de rechtspersoon bij het bepalen van het bedrag en kan betaling in schijven toestaan.
* **Niveau 1 geldboete:** 200 euro tot 20.000 euro.
* **Niveau 2 geldboete:** meer dan 20.000 euro tot 360.000 euro.
* **Niveaus 3 t.e.m. 8 geldboete:** oplopend tot meer dan 4.000.000 euro tot 5.760.000 euro.
* **Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap:** Dit is een straf die vergelijkbaar is met de werkstraf voor natuurlijke personen. De rechtspersoon moet diensten verlenen die ten goede komen aan de gemeenschap.
* **Niveau 1 dienstverleningsstraf:** geraamd op een bedrag van 200 euro tot 20.000 euro.
* **Niveau 2 dienstverleningsstraf:** geraamd op een bedrag van meer dan 20.000 euro tot 360.000 euro.
* **Probatiestraf:** Deze straf houdt in dat de rechtspersoon gedurende een bepaalde periode algemene en bijzondere voorwaarden moet naleven. De duur van de probatiestraf is afhankelijk van het strafniveau, variërend van zes maanden tot twee jaar. Er wordt een vervangende geldboete of gevangenisstraf opgelegd indien de probatiestraf niet wordt nageleefd.
* **Niveau 1 probatiestraf:** zes maanden tot twaalf maanden.
* **Niveau 2 probatiestraf:** meer dan twaalf maanden tot twee jaar.
* **Veroordeling bij schuldigverklaring:** Dit is de minst zware straf en houdt in dat de rechter de feiten bewezen verklaart en de rechtspersoon schuldig bevonden. Dit is enkel mogelijk voor feiten van geringe ernst of wanneer de tijd die verstreken is sinds het plegen van het misdrijf het uitspreken van een andere straf niet opportuun maakt. Deze straf kan niet samen met een andere straf worden uitgesproken, met uitzondering van verbeurdverklaring.
#### 3.2.2 Bijzondere hoofdstraffen voor rechtspersonen
Naast de algemene hoofdstraffen zijn er ook specifieke straffen die rechtstreeks op rechtspersonen van toepassing zijn:
* **Verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen:** Dit verbod kan worden opgelegd voor een periode van één jaar tot ten hoogste tien jaar en is een hoofd- of bijkomende straf van niveau 1. Dit verbod treft de kernactiviteiten van de rechtspersoon.
* **Sluiting van de inrichting:** Deze straf houdt in dat de rechtspersoon gedwongen wordt gesloten. Dit is eveneens een hoofd- of bijkomende straf van niveau 1.
#### 3.2.3 Bijzondere straffen voor bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen
Voor specifieke publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals de Federale Staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en dergelijke, geldt een uitzonderingsregeling. Voor deze entiteiten kan **enkel de veroordeling bij schuldigverklaring** worden uitgesproken, met uitsluiting van elke andere straf. Hoofd- en bijkomende straffen uit de artikelen 38 en 39 Nieuw Sw. zijn hier dus niet van toepassing.
Bijkomende straffen worden toegevoegd aan een reeds opgelegde hoofdstraf en kunnen nooit zonder hoofdstraf worden uitgesproken. Voor rechtspersonen zijn de volgende bijkomende straffen voorzien:
* **Geldboete:** Kan als bijkomende straf worden opgelegd, met bedragen die variëren afhankelijk van het strafniveau van de hoofdstraf.
* **Verbeurdverklaring:** Dit houdt de ontneming van eigendommen in die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, hebben gediend tot het plegen ervan, of die uit het misdrijf zijn ontstaan. Ook vermogensvoordelen kunnen worden verbeurdverklaard.
* **Verruimde verbeurdverklaring:** Een specifieke vorm van verbeurdverklaring die van toepassing is op bepaalde zware misdrijven en gericht is op het ontnemen van vermogensvoordelen, ongeacht de specifieke goederen.
* **Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel:** Deze straf stelt de ontneming van economische voordelen die direct of indirect uit het misdrijf zijn verkregen centraal.
* **Verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen:** Dit kan als bijkomende straf worden opgelegd, naast de hoofdstraf.
* **Sluiting van de inrichting:** Ook dit kan als bijkomende straf worden toegepast.
* **Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling:** De veroordeling kan publiekelijk bekendgemaakt worden.
### 3.4 Specifieke straffen nader toegelicht
#### 3.4.1 Geldboete
De geldboete kan als hoofdstraf worden opgelegd voor misdrijven van niveau 1, en als bijkomende straf voor misdrijven van niveau 2 tot 8. Het Nieuwe Strafwetboek bevat rechtstreeks aangepaste bedragen voor de geldboetes, zonder het systeem van opdeciemen uit het oude recht. De rechter houdt rekening met de financiële draagkracht van de rechtspersoon en kan de boete matigen of betaling in schijven toestaan.
#### 3.4.2 Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap
Deze straf wordt opgelegd voor misdrijven van niveau 1 en 2. De duur wordt uitgedrukt in een geraamd bedrag dat de rechtspersoon ten gunste van de gemeenschap moet presteren.
* **Niveau 1:** 200 euro tot 20.000 euro.
* **Niveau 2:** meer dan 20.000 euro tot 360.000 euro.
#### 3.4.3 Verbod om een activiteit uit te oefenen
Dit verbod, dat zowel als hoofd- als bijkomende straf kan worden opgelegd, heeft betrekking op de activiteiten die de rechtspersoon volgens haar statuten mag uitoefenen. De duur kan variëren van één jaar tot tien jaar.
#### 3.4.4 Sluiting van de inrichting
Deze straf kan als hoofd- of bijkomende straf worden opgelegd en houdt de gedwongen sluiting van de inrichting in.
#### 3.4.5 Verbeurdverklaring
Dit is een belangrijke bijkomende straf. De rechter spreekt de verbeurdverklaring uit van:
1. Zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken (bv. vervalste documenten), indien ze eigendom zijn van de veroordeelde.
2. Zaken die gediend hebben of bestemd waren tot het plegen van het misdrijf (bv. wapens bij een overval), indien ze eigendom zijn van de veroordeelde.
3. Zaken die uit het misdrijf zijn ontstaan (bv. vals geld).
4. Vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen, evenals goederen, waarden of inkomsten die daaruit voortvloeien.
De rechter kan de verbeurdverklaring matigen om een onredelijk zware bestraffing te voorkomen. Bij zaken die niet meer teruggevonden worden, kan de rechter een overeenkomstig geldbedrag verbeurdverklaren.
#### 3.4.6 Verruimde verbeurdverklaring
Dit is een meer ingrijpende vorm van verbeurdverklaring die van toepassing is op bepaalde ernstige misdrijven die financieel gewin kunnen opleveren. Het doel is om alle vermogensvoordelen die zich in het vermogen van de betrokkene bevinden, te kunnen ontnemen, zelfs als het verband met het misdrijf niet direct aantoonbaar is.
### 3.5 Conclusie
Het Nieuwe Strafwetboek heeft een meer gestructureerd en specifiek regime voor straffen tegen rechtspersonen geïntroduceerd. De dienstverleningsstraf en het verbod op bepaalde activiteiten zijn hierin belangrijke specifieke sancties, naast de aangepaste geldboetes en verbeurdverklaringen, die de maatschappelijke afkeuring en de preventieve functie van het strafrecht voor rechtspersonen trachten te waarborgen.
---
# Specifieke straffen voor rechtspersonen
Dit onderwerp behandelt de bijzondere straffen die van toepassing zijn op rechtspersonen, met een focus op de dienstverleningsstraf en het verbod om bepaalde activiteiten uit te oefenen.
## 3. Strafrechtelijke sancties voor rechtspersonen
Rechtspersonen kunnen, net als natuurlijke personen, strafrechtelijk verantwoordelijk worden gesteld voor misdrijven. Het Nieuw Strafwetboek (N.Sw.) voorziet in een rechtstreekse sanctieregeling voor rechtspersonen, die afwijkt van het vroegere conversiesysteem waarbij enkel geldboetes werden opgelegd.
### 3.1 Hoofdstraffen voor rechtspersonen
Het Nieuw Strafwetboek kent acht strafniveaus, en voor rechtspersonen zijn er specifieke hoofdstraffen voorzien binnen dit systeem.
#### 3.1.1 Strafniveaus en geldboetes
De geldboete is een belangrijke hoofdstraf, zowel in het oude als in het nieuwe strafrecht. In het Nieuw Strafwetboek is de geldboete rechtstreeks gekoppeld aan de strafniveaus, zonder het vroegere systeem van opdeciemen. De bedragen van de geldboetes worden rechtstreeks in de wet bepaald.
* **Niveau 8:** Geldboete van meer dan vier miljoen euro tot ten hoogste vijf miljoen zevenhonderdzesenzeventigduizend euro.
* **Niveau 7:** Geldboete van meer dan een miljoen zeshonderdduizend euro tot ten hoogste vier miljoen euro.
* **Niveau 6:** Geldboete van meer dan een miljoen tweehonderdduizend euro tot ten hoogste een miljoen zeshonderdduizend euro.
* **Niveau 5:** Geldboete van meer dan achthonderdduizend euro tot ten hoogste een miljoen tweehonderdduizend euro.
* **Niveau 4:** Geldboete van meer dan zeshonderdduizend euro tot ten hoogste achthonderdduizend euro.
* **Niveau 3:** Geldboete van meer dan driehonderdduizend zeshonderdduizend euro tot ten hoogste zeshonderdduizend euro.
* **Niveau 2:** Geldboete van meer dan twintigduizend euro tot ten hoogste driehonderdduizend zeshonderdduizend euro.
* **Niveau 1:** Geldboete van tweehonderd euro tot ten hoogste twintigduizend euro.
De rechter houdt bij het bepalen van de geldboete rekening met de financiële draagkracht en sociale toestand van de rechtspersoon en kan afwijken van het wettelijk minimum bij een precaire financiële situatie. Betaling in schijven is mogelijk.
#### 3.1.2 Dienstverleningsstraf
De dienstverleningsstraf is een specifieke straf voor rechtspersonen, vergelijkbaar met de werkstraf voor natuurlijke personen.
* **Niveau 2:** Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap, geraamd op een bedrag van meer dan twintigduizend euro tot ten hoogste driehonderdduizend zeshonderdduizend euro.
* **Niveau 1:** Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap, geraamd op een bedrag van tweehonderd euro tot ten hoogste twintigduizend euro.
Deze straf houdt in dat de rechtspersoon kosteloos arbeid verricht ten gunste van de gemeenschap, vaak via projecten die worden gefinancierd.
#### 3.1.3 Probatiestraf
De probatiestraf is eveneens van toepassing op rechtspersonen en vereist dat de rechtspersoon algemene en bijzondere voorwaarden naleeft gedurende een door de rechter bepaalde termijn.
* **Niveau 2:** Probatiestraf van meer dan twaalf maanden tot ten hoogste twee jaar.
* **Niveau 1:** Probatiestraf van minstens zes maanden tot ten hoogste twaalf maanden.
Bij het uitspreken van een probatiestraf kan de rechter een vervangende geldboete of gevangenisstraf opleggen indien de straf niet wordt uitgevoerd.
#### 3.1.4 Verbod om een activiteit uit te oefenen
Een specifieke straf voor rechtspersonen is het verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp van de rechtspersoon uit te oefenen.
* **Niveau 1:** Dit verbod kan worden opgelegd voor een periode van één jaar tot ten hoogste tien jaar.
#### 3.1.5 Veroordeling bij schuldigverklaring
De veroordeling bij schuldigverklaring is de minst zware straf en kan voor rechtspersonen worden uitgesproken wanneer de rechter oordeelt dat de feiten slechts van geringe ernst zijn of dat de tijd die is verstreken sinds het plegen van het misdrijf het uitspreken van een andere straf niet opportuun maakt. Dit kan enkel voor strafniveau 1 en 2. Deze straf mag, met uitzondering van de verbeurdverklaring, niet samen met een andere straf worden uitgesproken.
### 3.2 Bijkomende straffen voor rechtspersonen
De geldboete kan ook als bijkomende straf worden opgelegd. De bedragen variëren afhankelijk van het strafniveau van de hoofdstraf.
#### 3.2.2 Verbeurdverklaring en verruimde verbeurdverklaring
Verbeurdverklaring en verruimde verbeurdverklaring zijn bijkomende straffen die de ontdekking, het gebruik of de opbrengsten van een misdrijf kunnen ontnemen. Dit kan gaan om zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, zaken die gediend hebben om het misdrijf te plegen, zaken die uit het misdrijf zijn ontstaan, of vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen.
#### 3.2.3 Sluiting van de inrichting
In bepaalde gevallen kan de rechter de sluiting van een inrichting bevelen. Dit is een straf van niveau 1.
#### 3.2.4 Bekendmaking van de beslissing
De bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling kan ook als bijkomende straf worden opgelegd.
#### 3.2.5 Beroepsverbod
Het beroepsverbod kan, indien de rechtspersoon ernstig misbruik heeft gemaakt van zijn beroep om het misdrijf te plegen, worden opgelegd voor een duur van minstens één jaar en ten hoogste vijf jaar.
#### 3.2.6 Verblijfs-, plaats- of contactverbod
Dit verbod, opgelegd voor een termijn van een jaar tot ten hoogste twintig jaar, ontneemt de rechtspersoon het recht om zich in een bepaald gebied op te houden of contact te hebben met aangewezen personen.
### 3.3 Specifieke uitzonderingen voor publiekrechtelijke rechtspersonen
Voor bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals de Federale Staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gelden specifieke regels.
* Voor deze entiteiten kan enkel de veroordeling bij schuldigverklaring worden uitgesproken, met uitsluiting van elke andere straf. Dit betekent dat er voor deze rechtspersonen geen geldboetes, dienstverleningsstraffen of andere straffen uit het strafrechtelijk arsenaal kunnen worden opgelegd.
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen de algemene regels voor rechtspersonen en de specifieke uitzonderingen voor publiekrechtelijke rechtspersonen. De laatste categorie geniet een aanzienlijke strafrechtelijke immuniteit in vergelijking met private rechtspersonen.
---
## 5. Specifieke straffen voor rechtspersonen
Dit hoofdstuk behandelt de bijzondere straffen die van toepassing zijn op rechtspersonen, met een focus op de dienstverleningsstraf en het verbod op het uitoefenen van bepaalde activiteiten.
### 5.1 Inleiding tot straffen voor rechtspersonen
Net als natuurlijke personen kunnen rechtspersonen strafrechtelijk verantwoordelijk worden gesteld voor misdrijven. Het Nieuw Strafwetboek (N.Sw.) voorziet in een rechtstreekse sanctieregeling voor rechtspersonen, wat een significante wijziging inhoudt ten opzichte van het Oud Burgerlijk Wetboek (Oud Sw.). Waar het Oud Sw. voornamelijk werkte met een conversiesysteem waarbij straffen voor rechtspersonen werden omgezet naar geldboetes, hanteert het Nieuw Sw. een eigen arsenaal aan hoofd- en bijkomende straffen.
### 5.2 Hoofdstraffen voor rechtspersonen
De hoofdstraffen voor rechtspersonen worden geregeld in artikel 38 N.Sw. en zijn onderverdeeld in acht strafniveaus, vergelijkbaar met die voor natuurlijke personen. De specifieke straffen die aan rechtspersonen kunnen worden opgelegd, zijn:
* **Geldboete:** Dit is de meest voorkomende straf en wordt bepaald aan de hand van de strafniveaus, met aanzienlijk hogere bedragen dan voor natuurlijke personen.
* **Niveau 8:** Geldboete van meer dan 4.000.000 euro tot ten hoogste 5.760.000 euro.
* **Niveau 7:** Geldboete van meer dan 1.600.000 euro tot ten hoogste 4.000.000 euro.
* **Niveau 6:** Geldboete van meer dan 1.200.000 euro tot ten hoogste 1.600.000 euro.
* **Niveau 5:** Geldboete van meer dan 800.000 euro tot ten hoogste 1.200.000 euro.
* **Niveau 4:** Geldboete van meer dan 600.000 euro tot ten hoogste 800.000 euro.
* **Niveau 3:** Geldboete van meer dan 360.000 euro tot ten hoogste 600.000 euro.
* **Niveau 2:** Geldboete van meer dan 20.000 euro tot ten hoogste 360.000 euro.
* **Niveau 1:** Geldboete van 200 euro tot ten hoogste 20.000 euro.
* **Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap:** Deze straf, ingevoerd in het Nieuw Sw., is de tegenhanger van de werkstraf voor natuurlijke personen.
* **Niveau 2:** Geraamd op een bedrag van meer dan 20.000 euro tot ten hoogste 360.000 euro.
* **Niveau 1:** Geraamd op een bedrag van 200 euro tot ten hoogste 20.000 euro.
De rechtspersoon verricht kosteloos diensten ten gunste van de gemeenschap.
* **Probatiestraf:** Deze straf is, net als bij natuurlijke personen, gericht op het naleven van algemene en bijzondere voorwaarden gedurende een bepaalde termijn.
Bij het opleggen van een probatiestraf wordt ook een vervangende geldboete of gevangenisstraf uitgesproken.
* **Verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen:** Dit verbod kan worden opgelegd als hoofdstraf.
* **Niveau 1:** Voor een periode van een jaar tot ten hoogste tien jaar.
* **Verbeurdverklaring:** Dit houdt de ontneming van eigendom in van zaken die het voorwerp, het instrument of het product van het misdrijf uitmaken, of van vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen.
* Kan als hoofdstraf van niveau 1 worden opgelegd.
* **Verruimde verbeurdverklaring:** Specifieke voordelen uit bepaalde, in de wet genoemde misdrijven, kunnen verbeurdverklaard worden.
* **Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel:** Deze straf richt zich op het ontnemen van economische winsten uit criminele activiteiten.
* **Sluiting van de inrichting:** Dit kan als hoofdstraf van niveau 1 worden opgelegd.
* **Veroordeling bij schuldigverklaring:** De lichtste vorm van straf, waarbij de rechtspersoon schuldig wordt verklaard zonder oplegging van andere straffen, behalve verbeurdverklaring. Dit is enkel mogelijk voor feiten van geringe ernst of wanneer de tijd die verstreken is sinds het plegen van het misdrijf de oplegging van een andere straf niet opportuun maakt.
### 5.3 Bijkomende straffen voor rechtspersonen
Net als bij natuurlijke personen kunnen bijkomende straffen worden opgelegd naast een hoofdstraf. De belangrijkste bijkomende straffen voor rechtspersonen zijn:
* **Geldboete:** Kan worden opgelegd als bijkomende straf, met specifieke bandbreedtes afhankelijk van het niveau van de hoofdstraf.
* **Verbeurdverklaring:** Eveneens als bijkomende straf mogelijk.
* **Verruimde verbeurdverklaring:** Kan ook als bijkomende straf fungeren.
* **Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel:** Ook als bijkomende straf toepasbaar.
* **Verbod om een activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen:** Kan als bijkomende straf worden opgelegd, voor een periode van een jaar tot ten hoogste tien jaar.
* **Sluiting van de inrichting:** Kan ook als bijkomende straf worden opgelegd.
* **Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling:** De uitspraak van de veroordeling wordt openbaar gemaakt.
### 5.4 Specifieke uitzonderingen en toepassingen
#### 5.4.1 Publiekrechtelijke rechtspersonen
Voor een specifieke categorie publiekrechtelijke rechtspersonen, waaronder de Federale Staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, gemeenten en Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, geldt een uitzondering. Voor deze entiteiten kan **enkel de veroordeling bij schuldigverklaring** worden uitgesproken als hoofdstraf. Alle andere hoofd- en bijkomende straffen uit de artikelen 38 en 39 N.Sw. zijn op hen niet van toepassing.
#### 5.4.2 Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap
De dienstverleningsstraf is een belangrijke straf voor rechtspersonen. De exacte omvang van deze straf, uitgedrukt in een geraamd bedrag, varieert naargelang het strafniveau. Bij niveau 2 ligt dit tussen meer dan 20.000 euro en ten hoogste 360.000 euro, terwijl bij niveau 1 de raming loopt van 200 euro tot ten hoogste 20.000 euro.
#### 5.4.3 Verbod om een activiteit uit te oefenen
Dit verbod is specifiek gericht op het beletten van het uitoefenen van activiteiten die direct verband houden met het misdrijf. Het kan worden opgelegd als hoofdstraf van niveau 1 voor een periode van minimaal een jaar tot maximaal tien jaar.
**Tip:** Let goed op het onderscheid tussen een **hoofdstraf** en een **bijkomende straf**. Een bijkomende straf kan nooit zonder hoofdstraf worden opgelegd, tenzij anders bepaald.
**Voorbeeld:** Een vennootschap die betrokken is bij fraude kan naast een geldboete (hoofdstraf) ook een verbod krijgen om gedurende een bepaalde periode bepaalde financiële transacties uit te voeren (bijkomende straf).
### 5.5 Overzicht van de straffen voor rechtspersonen
Het Nieuw Strafwetboek voorziet in een meer gedifferentieerd systeem voor de bestraffing van rechtspersonen. Hieronder een samenvattend overzicht van de hoofdstraffen die specifiek aan rechtspersonen kunnen worden opgelegd:
| Straf | Niveau 1 | Niveau 2 |
| :---------------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------- |
| Geldboete | 200 euro - 20.000 euro | Meer dan 20.000 euro - 360.000 euro |
| Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap | 200 euro - 20.000 euro | Meer dan 20.000 euro - 360.000 euro |
| Probatiestraf | 6 maanden - 12 maanden | Meer dan 12 maanden - 2 jaar |
| Verbod om activiteit uit te oefenen | 1 jaar - 10 jaar | Niet van toepassing |
| Verbeurdverklaring | Ja (als hoofdstraf) | Ja (als bijkomende straf) |
| Geldstraf op basis van voordeel | Ja | Ja |
| Sluiting van de inrichting | Ja | Ja |
| Veroordeling bij schuldigverklaring | Ja | Ja |
**Opmerking:** De bedragen voor de geldboetes en de ramingen voor de dienstverleningsstraf zijn afkomstig uit artikel 38 N.Sw. voor hoofdstraffen en de niveaus 1 en 2 worden hier gespecificeerd. Bij hogere niveaus zijn de bedragen aanzienlijk hoger. Artikel 39 N.Sw. somt de bijkomende straffen op, waaronder geldboete, verbeurdverklaring en het verbod om activiteiten uit te oefenen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Straf | Een door de rechter opgelegde sanctie als reactie op een strafbaar feit, met als doel maatschappelijke afkeuring te uiten, herstel te bevorderen, de dader te rehabiliteren en de maatschappij te beschermen. |
| Straftoemeting | Het proces waarbij de rechter, binnen de wettelijke kaders, de passende straf kiest en de strafmaat bepaalt, rekening houdend met de ernst van het misdrijf, de omstandigheden en de beoogde doelen van bestraffing. |
| Begripsbepaling van een straf | De definitie van wat onder een straf valt, waarbij wettelijkheid, rechterlijke oplegging, persoonlijk karakter en individualiteit essentiële kenmerken zijn, conform de criteria van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. |
| Hoofdstraffen | Strafrechtelijke sancties die zelfstandig, dus zonder koppeling aan een andere straf, door de rechter kunnen worden opgelegd. |
| Bijkomende straffen | Strafrechtelijke sancties die facultatief of verplicht worden toegevoegd aan een opgelegde hoofdstraf en nooit zonder hoofdstraf worden uitgesproken. |
| Gevangenisstraf | Een vrijheidsberovende straf die door de rechter wordt bepaald voor een specifieke termijn, variërend van minimaal zes maanden tot levenslang, waarbij reeds ondergane hechtenis wordt afgetrokken. |
| Behandeling onder vrijheidsberoving | Een straf die kan worden opgelegd aan personen met een psychiatrische aandoening die een gevaar vormen voor anderen, waarbij de dader zich moet onderwerpen aan een geschikte behandeling terwijl de vrijheid is beperkt. |
| Straf onder elektronisch toezicht | Een vrijheidsbeperkende straf waarbij de veroordeelde verplicht is op een bepaald adres te verblijven, met controle via elektronische middelen, en waarbij instemming van de veroordeelde vereist is. |
| Probatiestraf | Een straf waarbij de veroordeelde verplicht is algemene en bijzondere voorwaarden na te leven gedurende een door de rechter bepaalde termijn, met als doel begeleiding en re-integratie. |
| Werkstraf | Een straf waarbij de veroordeelde kosteloos arbeid verricht tijdens zijn vrije tijd, naast zijn eventuele school- of beroepsactiviteiten, bij openbare diensten of erkende verenigingen. |
| Verlengde opvolging | Een straf die na afloop van een vrijheidsberovende straf wordt opgelegd, waarbij de veroordeelde verplicht is voorwaarden na te leven gericht op het aanpakken van problematiek en het vermijden van recidive. |
| Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS) | Een bijkomende straf die het mogelijk maakt om een veroordeelde na afloop van een vrijheidsberovende straf verder van zijn vrijheid te beroven of aan strafuitvoeringsmodaliteiten te onderwerpen, met het oog op bescherming van de maatschappij. |
| Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten | Een bijkomende straf die de veroordeelde het recht ontneemt om bepaalde burgerlijke en politieke rechten uit te oefenen, zoals het bekleden van openbare ambten of het recht om verkozen te worden. |
| Beroepsverbod | Een bijzondere vorm van ontzetting waarbij de rechter de veroordeelde verbiedt zijn beroep uit te oefenen, indien hij daarvan ernstig misbruik heeft gemaakt om het misdrijf te plegen. |
| Verval van het recht tot sturen | Een bijzondere straf waarbij de rechter een verval van het recht op sturen oplegt indien een motorrijtuig werd gebruikt of bestemd was voor het plegen van een misdrijf of het verzekeren van de vlucht. |
| Verblijfs-, plaats- of contactverbod | Een bijzondere straf waarbij de rechter de veroordeelde de ontzetting oplegt van het recht te wonen, te verblijven of zich op te houden binnen een bepaald gebied, of contact te hebben met bepaalde personen. |
| Veroordeling bij schuldigverklaring | De lichtste straf waarbij de rechter de ten laste gelegde feiten bewezen verklaart en de beklaagde schuldig, vooral bij feiten van geringe ernst of na een lange procedure. |
| Geldboete | Een vermogensstraf waarbij de veroordeelde verplicht wordt een geldsom te betalen ten voordele van de staat, waarbij rekening wordt gehouden met de financiële draagkracht van de veroordeelde. |
| Verbeurdverklaring | Het ontnemen van eigendomsrecht van de dader voor zaken die het voorwerp, het instrument of het product van het misdrijf uitmaken, of vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen. |
| Verruimde verbeurdverklaring | Een verbeurdverklaring waarbij het eigendomsrecht wordt ontnomen van zaken die voortkomen uit misdrijven waarvoor de dader niet werd veroordeeld, maar waaruit wel financieel gewin werd gehaald. |
| Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel | Een vermogensstraf die de dader van potentieel lucratieve misdrijven financieel straft in verhouding tot de verwachte of behaalde vermogensvoordelen, tot maximaal het drievoud van de waarde. |
| Dienstverlening ten gunste van de gemeenschap | Een straf waarbij een rechtspersoon, met diens instemming, verplicht wordt tot het besteden van een bepaald budget aan diensten ten voordele van de gemeenschap of erkende organisaties. |
| Verbod om activiteit die deel uitmaakt van het voorwerp uit te oefenen | Een straf waarbij de rechtspersoon een tijdelijk verbod wordt opgelegd om een werkzaamheid te verrichten die deel uitmaakt van het voorwerp van de rechtspersoon, uitgezonderd publieke dienstverlening. |
| Bekendmaking van de beslissing houdende veroordeling | Een straf waarbij de beslissing houdende de veroordeling wordt bekendgemaakt in officiële publicaties of via andere communicatiemiddelen, op kosten van de veroordeelde, om impact te hebben op het imago. |
| Sluiting van de inrichting | Een straf die het verbod inhoudt om in de inrichting enige activiteit uit te oefenen die gelijkaardig is aan die naar aanleiding waarvan het misdrijf werd gepleegd, indien wettelijk voorzien. |