Cover
Jetzt kostenlos starten 8JC 2025-2026 - Preventie.pptx
Summary
# Het concept preventie en de indeling ervan
Dit onderwerp verkent de definitie van preventie, de verschillende dimensies en modellen die gebruikt worden om preventie te categoriseren, en de vier preventietypes: situationeel, punitief, behandelend en maatschappelijk.
### 1.1 Wat is preventie?
Preventie omvat initiatieven die doelbewust en systematisch anticiperen op risicofactoren.
* **Initiatieven:** Dit zijn handelingen, geen omstandigheden.
* **Doelbewust:** Het initiatief is gericht op het bereiken van een preventief doel.
* **Systematisch:** Dit verwijst naar een planmatige werking.
* **Risicofactoren:** Dit zijn factoren die de gewenste situatie belemmeren, ofwel beschermende factoren die de situatie bevorderen.
> **Tip:** De klassieke tweedeling tussen preventie en repressie is niet altijd houdbaar, en een kritische criminologische kijk is noodzakelijk.
### 1.2 Criminologische preventie: dimensies en modellen
Criminologische preventie vraagt om een geïntegreerde aanpak, met deskundigheid en visie. Het is per definitie een normatief discours, waarbij gezocht wordt naar evenwichtige en sociaal rechtvaardige preventie. Het preventielandschap kan op drie manieren worden geordend:
1. **Tijdstip van ingrijpen:**
* Primair: ingrijpen vóór het probleem zich voordoet.
* Secundair: ingrijpen tijdens het probleem.
* Tertiair: ingrijpen na het probleem.
2. **Focus:**
* Persoonsgerichte actie: gericht op het individu.
* Structuurgerichte actie: gericht op de omgeving of maatschappij.
3. **Karakter:**
* Defensieve preventie: verdediging tegen criminaliteit.
* Offensieve preventie: proactief ingrijpen om criminaliteit te voorkomen.
> **Tip:** Omdat verklaringen voor criminaliteit vaak complex zijn, is een voldoende brede en integrale interventie meestal geboden.
#### 1.2.1 De vier preventietypes
Het preventielandschap kan ook worden ingedeeld in vier preventietypes, elk met eigen achterliggende opvattingen en modellen:
1. **Situationele preventie:**
* **Opvatting:** Gericht op het verkleinen van de gelegenheid tot criminaliteit, vaak met technologische middelen ('technopreventie') of door de omgeving minder aantrekkelijk te maken voor criminaliteit ('hostile architecture' of 'defensible space').
* **Voorbeeld:** Het plaatsen van banken waarop men niet lang kan zitten of in slaap kan vallen, om daklozen en hangjongeren te weren.
2. **Punitieve preventie:**
* **Opvatting:** Gebaseerd op het idee van afschrikking, waarbij de kosten van criminaliteit (straf) de baten overstijgen (Rational Choice Theory).
* **Voorbeeld:** De aankondiging van cameratoezicht om doelloos rondhangen te ontmoedigen, of het instellen van plaatsverboden.
3. **Behandelende preventie:**
* **Opvatting:** Richt zich op het genezen van wat 'ziek' is, met nadruk op vroegtijdige interventie bij individuele en familiale dysfuncties. Dit sluit aan bij levensloop- en ontwikkelingscriminologie en risicofactoren-onderzoek.
* **Voorbeeld:** Interventies gericht op het tegengaan van pesten, zowel offline als via sociale media, of het bespreken van druggebruik met jongeren.
4. **Maatschappelijke preventie:**
* **Opvatting:** Kijkt naar de bredere maatschappelijke en sociale context en structurele oorzaken van criminaliteit, inclusief concepten als labeling en stigmatisering.
* **Voorbeeld:** Het ter beschikking stellen van graffitimuren waar het wel mag, om vandalisme op andere plaatsen te voorkomen.
> **Tip:** Situationele preventie focust op de gelegenheid, terwijl maatschappelijke preventie de wortels van het probleem aanpakt.
### 1.3 Preventie versus repressie: de 'pre-crime' samenleving
De slogan "voorkomen is beter dan genezen" is vaak waar, maar niet altijd. In tijden van onzekerheid, kenmerkend voor de laatmoderne, hoogtechnologische samenleving, neemt het belang van preventie toe. Dit uit zich in een focus op het voorzorgsprincipe, controle, beheersing van risico's en reductie van onzekerheid.
Lucia Zedner spreekt in dit verband van een verschuiving van een 'post-crime' naar een 'pre-crime' samenleving. Hierbij wordt er geanticipeerd op dat wat nog niet gebeurd is en mogelijk nooit zal gebeuren. Dit zien we bijvoorbeeld terug in terrorismebestrijding.
> **Tip:** Het concept van 'pre-crime' houdt in dat men potentieel risicovol gedrag vroegtijdig detecteert, wat kan leiden tot nieuwe vormen van controle en surveillance.
#### 1.3.1 De grenzen van preventie en vroegtijdige interventie
Hoewel het idee van preventie en vroegtijdige interventie logisch en overtuigend is, zijn er belangrijke bedenkingen:
* **Methodologische bedenkingen:**
* De sprong van het identificeren van risicofactoren in algemene bevolkingsonderzoeken naar het controleren van 'risicovolle individuen' is discutabel.
* Risicofactoren zijn geen causale determinanten; ze verklaren niet noodzakelijk 'hoe' en 'waarom' criminaliteit optreedt.
* De efficiëntie en effectiviteit van preventieve maatregelen zijn niet altijd duidelijk meetbaar, en er is een focus op output in plaats van outcome.
* **Theoretische bedenkingen:**
* Kinderen kunnen worden gereduceerd tot 'risico-objecten', als onvermijdelijk pre-crimineel beschouwd. Dit kan leiden tot het onterecht labelen en stigmatiseren van individuen, wat een inbreuk kan zijn op de vrijheid.
* De vroege identificatie van risicokinderen is geen exacte wetenschap en loopt het risico op labeling en stigmatisering.
* De grens tussen preventie en repressie wordt dun. Preventie kan uitgroeien tot een vorm van 'pre-pressie', waarbij bepaalde levensvormen vroegtijdig worden ingedrukt of omgebogen naar gewenste vormen.
* Er is een principiële beperking aan het preventieve denken, met een risico op stigmatisering en criminalisering. De vraag is hoeveel vrijheid mag worden opgeofferd in de naam van het voorkomen van mogelijke schade.
> **Voorbeeld:** De uitspraak dat men bij interventies zelfs pre-nataal zou kunnen ingrijpen, illustreert de potentiële excessen van preventie in de 'pre-crime' samenleving.
#### 1.3.2 De positie van kinderen en jongeren
De focus op preventie en vroegtijdige interventie kan de positie van kinderen en jongeren beïnvloeden. De verschuiving kan gaan van een welzijnsgeoriënteerde bezorgdheid en bescherming naar controle en beheersing, van het 'kind in gevaar' naar het 'kind als gevaar'. Dit kan leiden van de 'eeuw van het kind' naar de 'eeuw van het risicokind'.
> **Tip:** Een emancipatorische, geïntegreerde preventie is wenselijk. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden en beperkingen van elk preventietype, met aandacht voor proportionaliteit, subsidiariteit en de sociaal-ethische dimensie van preventie. Een positieve focus op kracht, emancipatie, keuze en gedeelde verantwoordelijkheid is hierbij cruciaal.
---
# De kritische kijk op preventie: 'voorkomen is beter dan genezen'
Dit deel onderzoekt de houdbaarheid van het principe 'voorkomen is beter dan genezen', inclusief methodologische bedenkingen, theoretische reflecties over kinderen als risico-objecten, en de dunne grens tussen preventie en repressie.
### 2.1 Het principe 'voorkomen is beter dan genezen' onder de loep
Het klassieke adagium 'voorkomen is beter dan genezen' wordt in de jeugdcriminologie kritisch bevraagd. Hoewel het vaak als een logische en overtuigende benadering wordt gezien, zeker in tijden van onzekerheid en in een laatmoderne, hoogtechnologische samenleving die gekenmerkt wordt door risico's en de wens tot controle, is de houdbaarheid ervan niet onbetwist.
#### 2.1.1 Preventie in tijden van onzekerheid en de opkomst van 'pre-crime'
De hedendaagse samenleving, vaak aangeduid als een risicomaatschappij, hecht veel belang aan het voorzorgsprincipe, waarbij de nadruk ligt op het uitsluiten van risico's en het reduceren van onzekerheid. Dit heeft een impact op de jeugdcriminologie, met een toegenomen focus op:
* Vroegtijdige registratie, archivering, classificatie en detectie van sociale risico's.
* Efficiëntie en effectiviteit van middelen, maatregelen en interventies.
Lucia Zedner introduceert het concept van de 'pre-crime' samenleving, waarbij de focus verschuift van de post-crime (na het delict) naar de pre-crime (voorafgaand aan het delict) fase. Het voorzorgsprincipe leidt tot een drang naar vroegtijdige detectie van potentieel risicovol gedrag, wat kan resulteren in inbreuken op wetgeving, zelfs nog voordat er daadwerkelijk een delict is gepleegd. Dit nieuwe controle- en surveillancemodel wordt treffend omschreven als:
> **Quote:** "Pre-crime shifts the temporal perspective to anticipate and forestall that which has not yet occured and may never do so."
Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de aanpak van terrorismebestrijding, waar men zich bezighoudt met "bekende bekenden" (known knowns), "bekende onbekenden" (known unknowns) en "onbekende onbekenden" (unknown unknowns).
De nadruk op preventie en vroegtijdige interventie wordt vaak gerechtvaardigd met het idee dat men de belangrijkste risicofactoren voor crimineel gedrag moet identificeren en preventieve methoden moet implementeren om deze tegen te gaan.
> **Tip:** Het is cruciaal om te beseffen dat dit idee, hoewel overtuigend en passend in het huidige tijdsgewricht, kritisch bevraagd moet worden op zowel methodologisch als theoretisch vlak.
#### 2.1.2 Methodologische bedenkingen bij preventie
De effectiviteit en legitiemheid van preventieprogramma's worden beïnvloed door diverse methodologische vraagstukken:
* **Individuele interventies versus statistische groepsrisico's:** Er is een controversiële sprong van het identificeren van risicofactoren in longitudinale en populatiestudies naar het identificeren en controleren van 'risicovolle individuen'. Dit roept vragen op over de validiteit van het direct toepassen van groepskenmerken op individuen.
* **Risicofactoren ≠ causale determinanten:** Het feit dat bepaalde factoren in het verleden correleren met toekomstig gedrag (risicofactoren) betekent niet automatisch dat deze factoren het toekomstige gedrag veroorzaken. Dit gebrek aan inzicht in de 'hoe' en 'waarom' van de verbanden beperkt de effectiviteit van preventieve interventies.
> **Tip:** Wees voorzichtig met het te snel trekken van conclusies uit correlaties. Richt je op het begrijpen van de onderliggende mechanismen.
#### 2.1.3 Theoretische reflecties: kinderen als 'risico-objecten'
Een bijzonder zorgwekkende theoretische reflectie betreft de behandeling van kinderen als 'risico-objecten', waarbij ze als onvermijdelijk pre-crimineel worden beschouwd. De gedachte dat men steeds vroeger moet ingrijpen, zelfs al voor de geboorte van het kind, om maatschappelijke problemen te voorkomen, is problematisch.
* **De rol van 'valse positieven' en 'valse negatieven':** Interventies die gebaseerd zijn op risicoprofielen kunnen leiden tot foutieve classificaties. De 'casualties of war' in deze context zijn de kinderen die onterecht als risicovol worden bestempeld.
* **Labeling en stigmatisering:** Vroege identificatie van risicokinderen is geen exacte wetenschap en brengt het risico met zich mee van labeling en stigmatisering. Dit kan juist leiden tot het gedrag dat men probeert te voorkomen.
> **Example:** Denk aan een jongere die, vanwege een combinatie van factoren (bv. slechte schoolprestaties, sociale isolatie), als 'risicovol' wordt bestempeld. Als gevolg hiervan wordt deze jongere nauwlettend gevolgd, mogelijk met negatieve consequenties voor zijn zelfbeeld en sociale interacties, wat de kans op problematisch gedrag paradoxaal genoeg kan vergroten.
Dit verschuift de focus van welzijnsgerichte bezorgdheid naar controle en beheersing, waarbij het kind evolueert van 'kind in gevaar' naar 'kind als gevaar'.
#### 2.1.4 De dunne grens tussen preventie en repressie
De nadruk op preventie en vroegtijdige interventie kan, indien niet zorgvuldig gehanteerd, de grens tussen preventie en repressie doen vervagen. Wanneer preventie primair gericht is op controle, vroegtijdige detectie en gedragsregulering, dreigt deze te transformeren in een vorm van 'pre-pressie' of 'proactieve repressie'.
* **'Pre-pressie':** Dit concept beschrijft proactieve repressie die bepaalde levensvormen vroegtijdig wil onderdrukken en ombuigen in de richting van gewenste levensvormen.
* **Principiële beperking van preventief denken:** Ashworth en Zedner benadrukken dat het preventieve denken zijn beperkingen kent. De afweging tussen het risico op potentiële schade en het risico op stigmatisering en criminalisering is cruciaal. Vroegtijdige interventie moet worden afgewogen tegen het principe van minimale interventie, waarbij rekening wordt gehouden met de schadelijke effecten van controle en regulering.
> **Quote:** "...how much liberty may be sacrificed in the name of preventing ‘a harm that might be done’."
De vraag hoe ver men mag gaan in het opofferen van vrijheid ter preventie van mogelijke schade, blijft een centraal ethisch dilemma.
### 2.2 De zoektocht naar geïntegreerde en emancipatorische preventie
Gezien de kritische kanttekeningen, pleiten auteurs voor een meer geïntegreerde en sociaal-ethische benadering van preventie. Dit houdt in:
* **Nood aan een brede en complexe aanpak:** Omdat de verklaringen voor criminaliteit complex zijn, moet ook de interventie voldoende breed en complex zijn. Dit vereist een geïntegreerde aanpak die verder gaat dan simpele oplossingen.
* **Focus op kracht, emancipatie en keuze:** Naast het beheersen van risico's, moet er ook aandacht zijn voor de positieve kracht van individuen, hun emancipatie en de mogelijkheid tot het maken van eigen keuzes.
* **Gelijkwaardigheid van preventietypes:** Elk van de vier preventietypes (situationeel, punitief, behandelend en maatschappelijk) heeft zijn eigen mogelijkheden en beperkingen. Een effectieve preventiestrategie combineert deze op een evenwichtige manier.
* **De sociaal-ethische dimensie:** Preventie moet geworteld zijn in een sterke sociaal-ethische overweging, waarbij proportionaliteit en subsidiariteit (het principe dat men pas ingrijpt als dat absoluut noodzakelijk is) gerespecteerd worden.
> **Tip:** Een echt effectieve preventie kijkt voorbij de symptomen en pakt de dieperliggende oorzaken aan, met oog voor de menselijke waardigheid en de vrijheid van het individu. De transitie van 'de eeuw van het kind' naar 'de eeuw van het risicokind' moet kritisch worden bewaakt.
---
# De evolutie van preventie naar een pre-crime samenleving
Dit onderwerp analyseert de verschuiving van traditionele preventiestrategieën naar een "pre-crime" benadering, met een focus op het voorzorgsprincipe, risicobeheer en de impact hiervan op de jeugdcriminologie en de positie van kinderen en jongeren.
### 3.1 De definitie en dimensies van preventie
Preventie omvat doelbewuste en systematische initiatieven die anticiperen op risicofactoren.
* **Initiatieven:** concrete handelingen, geen loutere omstandigheden.
* **Doelbewust:** gericht op het bereiken van een specifiek preventief doel.
* **Systematisch:** planmatig en gestructureerd.
* **Risicofactoren:** elementen die een gewenste situatie belemmeren of juist ongewenste situaties bevorderen (in tegenstelling tot beschermende factoren).
Criminologische preventie vereist een geïntegreerde aanpak met deskundigheid en visie. Het is per definitie een normatief discours dat streeft naar een evenwichtige en sociaal rechtvaardige preventie. Het preventielandschap kan worden ingedeeld op basis van drie dimensies:
1. **Tijdstip van ingrijpen:** primair (vóór het probleem), secundair (tijdens het probleem) en tertiair (na het probleem).
2. **Focus:** persoonsgericht (individuen) of structuurgericht (omgeving, maatschappij).
3. **Karakter:** defensief (reactief op bestaande risico's) of offensief (proactief in het creëren van veiligheid).
Een meer gedetailleerde indeling onderscheidt vier preventietypes:
1. **Situationele preventie:** technopreventie, 'hostile architecture' of 'defensible space', gericht op het beperken van de gelegenheid tot criminaliteit.
2. **Punitieve preventie:** gebaseerd op afschrikking (kosten-batenanalyses, rationele keuze theorie).
3. **Behandelende preventie:** vroegtijdige interventie gericht op individuele en familiale dysfuncties (levensloop- en ontwikkelingscriminologie, risicofactoren-onderzoek).
4. **Maatschappelijke preventie:** gericht op de maatschappelijke en sociale context, structurele factoren, labeling en stigmatisering.
### 3.2 De verschuiving naar een "pre-crime" samenleving
De klassieke tweedeling tussen preventie en repressie wordt steeds vager, met name in onzekere tijden. De laatmoderne, hoogtechnologische samenleving kenmerkt zich door risicobewustzijn en de nadruk op het voorzorgsprincipe. Dit leidt tot een focus op controle en beheersing van risico's en onzekerheid.
Lucia Zedner beschrijft deze ontwikkeling als een overgang van een 'post-crime' naar een 'pre-crime' samenleving. Dit betekent een verschuiving van het reageren op reeds gepleegd strafbaar gedrag naar het anticiperen en voorkomen van potentieel risicovol gedrag, nog voordat het zich voordoet.
> **Tip:** Het voorzorgsprincipe impliceert een poging om risico's en onzekerheid uit te sluiten, wat kan leiden tot vroegtijdige detectie en controle van gedrag dat potentieel risicovol *zou kunnen zijn*.
Dit concept is onder andere zichtbaar in de terrorismebestrijding, waar informatieanalyse en surveillance worden ingezet om dreigingen te detecteren voordat ze zich manifesteren.
> **Example:** Een uitspraak als "Reports that say that something hasn’t happened are always interesting to me, because as we know, there are known knowns; there are things we know we know. We also know there are known unknowns; that is to say we know there are some things we do not know. But there are also unknown unknowns – the ones we don’t know we don’t know" illustreert de complexiteit en onzekerheid die inherent is aan het anticiperen op toekomstige gebeurtenissen.
### 3.3 Kritische kanttekeningen bij vroegtijdige interventie
Hoewel het idee van preventie en vroegtijdige interventie logisch en overtuigend is, en past binnen een tendens van efficiëntie en effectiviteit ("evidence-based"), zijn er belangrijke methodologische en theoretische bedenkingen.
#### 3.3.1 Methodologische bedenkingen
* **Individuele interventies en statistische groepsrisico's:** Er wordt een "questionable jump" gemaakt van het identificeren van risicofactoren in longitudinale en populatiestudies naar het identificeren en controleren van individuele 'risicovolle' personen.
* **Risicofactoren zijn geen causale determinanten:** Het feit dat bepaald gedrag in het verleden een goede voorspeller is van toekomstig gedrag, betekent niet noodzakelijk dat dit gedrag de oorzaak is van toekomstig gedrag. Dit zegt weinig over het 'hoe' en 'waarom' van dit verband.
#### 3.3.2 Theoretische reflecties
* **Kinderen als 'risico-objecten':** De focus op vroege interventie kan leiden tot het bestempelen van kinderen als inherent risicovol, potentieel al vóór hun geboorte. Dit roept vragen op over de legitimiteit en wenselijkheid van een dergelijke strategische doelstelling.
* **Valse positieven/negatieven:** Interventies kunnen leiden tot het onterecht labelen van individuen die geen crimineel gedrag zullen vertonen (valse positieven) of het missen van individuen die wel risico lopen (valse negatieven). Deze 'casualties' van het preventiesysteem kunnen ernstige gevolgen hebben.
* **Labeling, stigmatisering en criminalisering:** Vroege identificatie van risicokinderen is geen exacte wetenschap en loopt het risico op labeling en stigmatisering, wat op zichzelf al kan bijdragen aan crimineel gedrag.
### 3.4 De dunne grens tussen preventie en repressie: "pre-pressie"
De nadruk op preventie en vroegtijdige interventie, met name in het teken van controle en gedragsregulering, vervaagt de grens met repressie. Dit leidt tot het concept van "pre-pressie": proactieve repressie die bepaalde levensvormen vroegtijdig tracht in te drukken en om te buigen naar gewenste levensvormen.
Ashworth en Zedner wijzen op de principiële beperkingen van het preventieve denken:
* Het risico op potentiële schade moet worden afgewogen tegen het risico op stigmatisering en criminalisering.
* Er dient een evenwicht te zijn tussen vroegtijdige interventie en een 'minimum interventie', waarbij rekening wordt gehouden met de schadelijke effecten van controle en regulering. De vraag is "hoeveel vrijheid mag worden opgeofferd in naam van het voorkomen van schade die mogelijk zal gebeuren?".
* Er is een gebrek aan kritische discussie over de positieve focus op kracht, emancipatie, keuze en (gedeelde) verantwoordelijkheid.
### 3.5 Impact op de positie van kinderen en jongeren
De evolutie richting een pre-crime samenleving heeft een directe impact op de positie van kinderen en jongeren. De zorg verschuift van een welzijnsgeoriënteerde bezorgdheid en bescherming naar controle en beheersing. Het kind wordt niet langer primair gezien als 'kind in gevaar', maar steeds meer als 'kind als gevaar'. De 'eeuw van het kind' dreigt te evolueren naar de 'eeuw van het risicokind'.
Er is een dringende noodzaak aan emancipatorische, geïntegreerde preventie die rekening houdt met de grenzen van preventie en vroegtijdige interventie. Principes van proportionaliteit en subsidiariteit zijn hierbij cruciaal. Elk preventietype heeft zijn eigen mogelijkheden en beperkingen, en de sociaal-ethische dimensie van preventie mag hierbij niet uit het oog worden verloren.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Preventie | Preventie omvat initiatieven die doelbewust en systematisch anticiperen op risicofactoren. Deze initiatieven zijn handelingen, gericht op een specifiek doel en planmatig uitgevoerd, om factoren die de gewenste situatie belemmeren te voorkomen. |
| Risicofactoren | Factoren die de gewenste situatie belemmeren, ofwel beschermende factoren die de situatie consolideren of bevorderen. Het identificeren van risicofactoren is cruciaal voor de effectiviteit van preventieve interventies. |
| Geïntegreerde preventie | Een benadering binnen de criminologische preventie die pleit voor een brede en complexe interventie die verschillende aspecten van het probleem aanpakt. Dit houdt in dat er deskundigheid en visie nodig zijn voor een evenwichtige en sociaal rechtvaardige aanpak. |
| Situationele preventie | Een vorm van preventie die zich richt op het aanpassen van de omgeving en gelegenheden om criminaliteit te bemoeilijken. Dit omvat technopreventie, 'hostile architecture' en 'defensible space' concepten die inspelen op de gelegenheid tot het plegen van delicten. |
| Punitieve preventie | Preventie die gebaseerd is op het principe van afschrikking, waarbij de kosten en baten van crimineel gedrag worden afgewogen. Dit model gaat uit van een rationele keuze van daders en de effectiviteit van straffen om ongewenst gedrag te ontmoedigen. |
| Behandelende preventie | Een aanpak die gericht is op vroegtijdige interventie bij individuele en familiale dysfuncties. Het model bouwt voort op gedragswetenschappelijke inzichten en onderzoek naar risicofactoren binnen de levensloop en ontwikkelingscriminologie. |
| Maatschappelijke preventie | Preventie die de aandacht vestigt op de maatschappelijke en sociale context en interacties die bijdragen aan criminaliteit. Dit model kijkt naar structurele factoren, labeling en stigmatisering als mogelijke oorzaken van delictgedrag. |
| Pre-crime samenleving | Een samenleving waarin preventie zich richt op het anticiperen en voorkomen van gedrag dat potentieel strafbaar is, nog voordat het daadwerkelijk plaatsvindt. Dit principe staat centraal in de opkomst van nieuwe vormen van controle en surveillance. |
| Voorzorgsprincipe | Een principe dat stelt dat voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden om potentiële risico's en onzekerheden te beheersen, zelfs als de precieze omvang van de schade niet bekend is. Dit principe stuurt de ontwikkeling van preventieve maatregelen in risicomaatschappijen. |
| Emancipatorische preventie | Een benadering van preventie die de nadruk legt op de kracht, emancipatie en keuzevrijheid van individuen, met inbegrip van gedeelde verantwoordelijkheid. Dit concept is een aanvulling op de focus op risico's en controle. |