Cover
Jetzt kostenlos starten inleiding tot het privaat recht.docx
Summary
```markdown
# Inleiding tot het privaatrecht
Dit studiehandleiding behandelt de inleidende beschouwingen, basisbegrippen, indelingen van het recht, de formele rechtsbronnen, de hiërarchie der rechtsnormen, rechtshandhaving, verbintenissenrecht, bijzondere overeenkomsten en fundamentele rechten en vrijheden binnen het Belgische rechtssysteem, met een focus op de principes en concepten die relevant zijn voor het privaatrecht.
## Glossary
| Term | Definition |
|---|---|
| Recht | Een min of meer samenhangend geheel van waarden, begrippen, gedragsvoorschriften en instellingen, met de bedoeling de maatschappij te ordenen door gedragsvoorschriften waaraan van overheidswege sancties kleven. |
| Rechtsregel | De abstracte norm die bepaalt hoe men zich in een bepaalde situatie dient te gedragen, ongeacht specifieke personen of concrete situaties. Het is onderdeel van het objectieve recht. |
| Rechtsfeit | Elke gebeurtenis waaraan het recht juridische gevolgen koppelt, ongeacht of deze gebeurtenis bewust is gesteld of niet. |
| Rechtshandeling | Een wetens en willens gestelde materiële handeling met de intentie om de daaraan door het recht gekoppelde juridische gevolgen te creëren of te wijzigen. |
| Objectief recht | Het geheel van rechtsregels dat geldt voor iedereen binnen een bepaald rechtsgebied. Het omvat de wetten, decreten, verordeningen, etc. |
| Subjectief recht | Een individueel, persoonlijk recht dat een rechtssubject kan afdwingen ten opzichte van anderen, gebaseerd op het objectieve recht. |
| Rechtsbekwaamheid | Het vermogen om rechten en plichten te hebben. Dit is in beginsel iedereen vanaf de geboorte (of zelfs de verwekking indien in voordeel). |
| Handelingsbekwaamheid | Het vermogen om zelfstandig rechten en plichten uit te oefenen, zoals het aangaan van contracten. Dit is in principe vanaf 18 jaar, tenzij de wet of de rechter anders bepaalt. |
| Verbintenis | Een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar, indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen. Het omvat een persoonlijk recht op het gedrag van een ander. |
| Overeenkomst | Een meerzijdige rechtshandeling waarbij minstens twee partijen een wilsovereenstemming bereiken over het ontstaan, de wijziging of de beëindiging van een verbintenis. |
| Wanprestatie | De niet-nakoming van een verbintenis die toerekenbaar is aan de schuldenaar. |
| Overmacht | Een gebeurtenis die onvoorzienbaar, onvermijdbaar en vreemd aan de partijen is, waardoor de nakoming van een verbintenis onmogelijk wordt en die niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend. |
| Nietigheid | De sanctie die de ongeldigheid van een rechtshandeling tot gevolg heeft, waardoor deze juridisch gezien nooit heeft bestaan. Dit kan absoluut of relatief zijn. |
| Wanbetaling | Het niet uitvoeren van een betalingsplicht die voortvloeit uit een verbintenis. |
## Inleiding tot het privaatrecht
### Wat is recht?
Het recht is een complex en alomtegenwoordig fenomeen dat de werkelijkheid regelt en bepaalt wat mag, niet mag en moet. Het omvat zowel algemene rechtsregels (objectief recht) als individuele aanspraken (subjectief recht). Recht is niet neutraal en evolueert mee met de maatschappij. Het is een min of meer samenhangend geheel van waarden, begrippen, gedragsvoorschriften en instellingen, met de bedoeling de maatschappij te ordenen, waaraan van overheidswege sancties kleven.
#### Het recht is overal
* **Buren:** Burenrelaties vereisen wederzijds tolereren tot op zekere hoogte.
* **Intellectuele eigendom:** Bescherming van creaties zoals Louboutin's rode zolen of Apple's rechthoek met ronde hoeken.
* **Privacy:** Het recht op bescherming van persoonlijke gegevens, zoals bij platforms als TikTok.
* **Leeftijd:** Juridische gevolgen gekoppeld aan leeftijd, zoals erven bij geboorte of het zelfstandig handelen vanaf 18 jaar.
#### Evolutie van het recht
Het recht is dynamisch en evolueert doorheen de tijd, zoals blijkt uit jurisprudentie (bv. het onderscheid tussen kijken en aanraken) en wetswijzigingen (bv. strafbaarstelling van voyeurisme en wraakporno).
#### Objectief en subjectief recht
* **Objectief recht:** De algemene rechtsregel, de wet, die geldt voor iedereen en niet specifiek is.
* **Subjectief recht:** Een persoonlijk recht dat men heeft ten opzichte van medeburgers en de overheid. Dit kan verder onderverdeeld worden in subjectieve politieke rechten (tegenover de overheid, publiekrecht) en subjectieve civiele rechten (tegenover medeburgers, privaatrecht).
#### Georganiseerde structuur
Het recht vereist niet alleen regels, maar ook structuren voor afdwinging (rechtbanken, gevangenissen) en verandering (rechtspraak, rechtsleer, wetgeving).
#### Recht vs. rechtvaardigheid
De relatie tussen recht en rechtvaardigheid is complex. Rechtspositivisme stelt dat enkel de wet telt, terwijl natuurrecht uitgaat van inherente rechtvaardigheidsprincipes. Advocaten en magistraten kunnen ethische afwegingen maken bij de toepassing van het recht.
#### Recht vs. rechtswetenschap
Recht wordt in theorie als rationeel beschouwd, maar de toepassing ervan gebeurt in de praktijk door mensen, met hun eigen interpretaties en mogelijke fouten. Iedereen wordt geacht de wet te kennen; rechtsdwaling is slechts uitzonderlijk een excuus.
#### Recht vs. rechts- en rechtspraktijk
Het wettelijke land kan afwijken van het werkelijke land. Wetgeving is vaak algemeen en vereist interpretatie door rechters, wat ruimte laat voor subjectiviteit. Niet-juridische invloeden zoals beleidskeuzes en kosten kunnen ook de rechtsbedeling beïnvloeden.
#### Recht vs. rechtsbedeling
Recht hebben is niet hetzelfde als recht krijgen. Het verbod op eigenrichting (zelfhandhaving) is cruciaal; enkel de overheid met haar geweldmonopolie kan rechten afdwingen.
#### Terminologie: Rechtspraak
* **Rechtspraak (brede zin):** De toekenning van rechten aan medeburgers; de rechtsbedeling in strikte zin.
* **Rechtspraak (stricte zin):** Enkel de uitspraken van de rechterlijke macht.
#### Summa divisio: Publiekrecht en privaatrecht
Het recht wordt fundamenteel ingedeeld in publiekrecht (verhoudingen met de overheid of tussen overheden) en privaatrecht (verhoudingen tussen burgers onderling). Het onderscheid is niet altijd scherp en er wordt soms gepleit voor een monistisch systeem.
* **Criteria voor het onderscheid:** Het gebruik van het geweldmonopolie door de overheid (publiekrecht) versus transacties tussen burgers (privaatrecht).
#### Metajuridica
Dit zijn de rechtsoverstijgende wetenschappen die het recht bestuderen vanuit verschillende perspectieven (filosofie, ethiek, economie, sociologie, geschiedenis, vergelijkend recht, criminologie).
## Basisbegrippen en indeling van het recht
### Basisbegrippen
#### Norm, regel, wet, bevel
* **Norm:** De breedste betekenis, een gedragsvoorschrift dat bindend is en categoriek omschreven.
* **Wet:** Kan breed (elke norm uitgaande van een bevoegde overheid) of eng (norm uitgaande van de wetgever) gehanteerd worden.
* **Regel:** Een synoniem voor norm, vaak gebruikt in niet-juridische context.
* **Bevel:** Een gebod of verbod dat gesanctioneerd is.
#### Juridische normen
Juridische normen zijn per definitie gesanctioneerd en afdwingbaar via de overheid. De sanctie kan breed zijn (boete, gevangenisstraf, etc.) en moet voldoen aan het legaliteitsbeginsel. De effectiviteit van een sanctie hangt af van de pakkans en de zwaarte ervan.
#### Gebiedend of verbiedend
Normen kunnen gebiedend (iets moet) of verbiedend (iets mag niet) zijn. Ze worden operationeel gemaakt door ze te vertalen in geboden of verboden met een sanctie.
#### Dwingend of aanvullend
* **Dwingend recht:** Regels waarvan niet mag worden afgeweken, ter bescherming van individuen of de maatschappij. Sanctie: relatieve nietigheid.
* **Aanvullend (suppletief) recht:** Regels waarvan mag worden afgeweken bij overeenkomst, en die toepassing vinden indien er geen specifieke afspraken zijn gemaakt.
#### Sommige dwingende normen zijn van openbare orde
* **Dwingend:** Bescherming van individu/groep, sanctie: relatieve nietigheid.
* **Van openbare orde:** Bescherming van fundamenten van de maatschappij, sanctie: absolute nietigheid.
#### Algemene normen en individuele bevelen
* **Algemeen:** Geldt voor iedereen of categorieën (bv. art. 12 Gw.).
* **Individueel:** Concreet, zoals contracten (bv. art. 5.69 en 5.70 BW).
#### Objectief vs. Subjectief recht
* **Objectief recht:** De abstracte norm, de regel.
* **Subjectief recht:** De individuele rechtsaanspraak, concreet en afdwingbaar.
#### Rechtsobject en rechtssubject
* **Rechtsobject:** Het (passieve) voorwerp van een recht.
* **Rechtssubject:** De (actieve) drager van rechten en plichten (natuurlijke personen en rechtspersonen).
#### Rechtsbekwaamheid vs. Handelingsbekwaamheid
* **Rechtsbekwaamheid:** Het hebben van rechten en plichten.
* **Handelingsbekwaamheid:** Het zelfstandig kunnen uitoefenen van rechten en plichten.
#### Rechtsfeit vs. Rechtshandeling
* **Rechtsfeit:** Een gebeurtenis waaraan het recht gevolgen koppelt.
* **Rechtshandeling:** Een wetens en willens gestelde daad met de intentie om rechtsgevolgen te veroorzaken.
#### Formeel vs. Materieel recht
* **Formeel recht:** Betrekking op de procedurele regels (bv. Sv.).
* **Materieel recht:** Betrekking op de inhoudelijke regels (bv. Sw.).
#### Valse vrienden
* **Wettelijk vs. Wettig:** Wettelijk verwijst naar een concrete wet; wettig betekent rechtmatig of geldig.
* **Juridisch vs. Rechts- / Rechterlijk:** Juridisch is breed, rechts- verwijst naar het recht, rechterlijk naar de beslissingen van de rechter.
#### Sanctie
Een algemeen begrip voor maatregelen opgelegd wegens niet-uitvoering of strijdigheid met het recht. Kan gedwongen uitvoering, financiële dwang, nietigheid, straffen, etc. omvatten.
### Indelingen van het recht
#### Privaatrecht vs. Publiekrecht
* **Privaatrecht:** Regelt verhoudingen tussen burgers onderling (natuurlijke personen, rechtspersonen, of een combinatie).
* **Publiekrecht:** Regelt verhoudingen burger-overheid en de interne organisatie van de overheid. Een nuance is dat de overheid hierbij haar bevoorrechte positie gebruikt.
##### Onderverdeling privaatrecht
* **Burgerlijk recht:** Regelt elementaire verhoudingen tussen burgers (personenrecht, familierecht, zakenrecht, verbintenissenrecht, erfrecht). Synoniem: gemeen recht.
* **Ondernemingsrecht:** Regelt het statuut van handelaren en commerciële activiteiten.
* **Sociaal recht:** Regelt arbeidsverhoudingen en sociale zekerheid.
* **Burgerlijk procesrecht:** Regelt de procedure voor gewone rechtbanken.
##### Publiekrecht – Nationaal
* **Grondwettelijk recht:** Inrichting van de staat, fundamentele vrijheden.
* **Administratief recht:** Inrichting en werking van de uitvoerende macht.
* **Fiscaal recht:** Regels rond heffing en invordering van belastingen.
* **Strafrecht:** Definieert strafbare handelingen en straffen, met beginselen als legaliteit en onschuldvermoeden.
* **Strafprocesrecht:** Regelt de inrichting en bevoegdheid van strafrechtscolleges.
#### Nationaal vs. Internationaal recht
Kern is het grensoverschrijdend element. Internationaal recht omvat zowel privaatrechtelijke (IPR) als publiekrechtelijke aspecten.
## De formele rechtsbronnen en de hiërarchie der rechtsnormen
### Enkele principes
#### De rechtsregel moet kenbaar zijn
* **Nemo censetur ignorare legem:** Iedereen wordt geacht de wet te kennen. Uitzondering: onoverkomelijke dwaling.
* **Publicatie:** Wetgeving moet officieel gepubliceerd worden (bv. Belgisch Staatsblad).
#### De verschillende rechtsbronnen
De belangrijkste formele rechtsbronnen zijn, in hiërarchische volgorde:
1. Inter- en supranationale normen
2. Grondwet
3. Bijzondere wetten
4. Formele wetten, decreten, ordonnanties
5. Koninklijke besluiten, besluiten van gemeenschaps- en gewestregeringen
6. Ministeriële besluiten
7. Provinciale en gemeentelijke reglementen
8. Rondzendbrieven
#### Hiërarchie van normen
Een hogere norm krijgt voorrang op een lagere norm. Indien een lagere norm een hogere tegenspreekt, kan deze ongeldig worden verklaard.
#### Werking in de tijd
* **Principe:** Niet-retroactiviteit (nieuwe regels gelden voor de toekomst). Uitzondering: zachtere strafwet.
* **Begin:** Vanaf publicatie, met een wachttermijn (bv. 10 dagen voor het Belgisch Staatsblad).
* **Einde:** Uitdrukkelijk opgeheven, tijdelijk, of stilzwijgend overruled.
* **Overgangsrecht:** Regelt de toepassing van oude en nieuwe wetten bij wijziging.
#### Werking in de ruimte
Normen gelden binnen een bepaald rechtssysteem, territoriaal (binnen een gebied) of personeel (van toepassing op burgers, waar ze zich ook bevinden).
### Toepassen van de rechtsregel
#### Recht versus feiten: moment van inductie
Feiten worden geïnterpreteerd en gekwalificeerd om ze te laten passen binnen de juridische regels. Dit vereist een logische redenering.
#### Recht versus feiten: interpretatie
De vaststaande regel moet verfijnd, verduidelijkt en toepasbaar gemaakt worden. Dit gebeurt door de wetgever (authentieke interpretatie), de rechtspraak (casuïstiek) en de rechtsleer.
#### Recht versus feiten: de juridische deductie
Het toepassen van de interpretatie op de feiten gebeurt via logische redeneringen zoals het syllogisme en specifieke juridische redeneringen (a pari, a contrario, a fortiori, subsidiariteit).
### Hiërarchie van (materiële) wetten
Dit overzicht schetst de hiërarchie van normen, van supranationaal tot lokaal niveau, met de nadruk op het principe dat lagere normen niet mogen indruisen tegen hogere normen.
#### Inter- en supranationale normen
Rechtstreeks werkende normen (bv. EVRM, EU-verordeningen) en niet-rechtstreeks werkende normen (bv. EU-richtlijnen, die omzetting vereisen).
#### Grondwet
De basisstructuur van de staat en fundamentele rechten, moeilijk te wijzigen.
#### Bijzondere wetten en bijzondere decreten
Gestemd met een bijzondere meerderheid, bv. financieringswetten.
#### Formele wetten, decreten, ordonnanties, besluitwetten, genummerde KB’s
Verschillende soorten wetgevende normen op federaal, gewestelijk en gemeenschapsniveau, met een specifieke totstandkomingsprocedure.
#### Koninklijke besluiten en besluiten van de Gemeenschaps-/Gewestregeringen
Uitvoerende macht die wetten verfijnt en concretiseert.
#### Ministeriële besluiten
Verder verfijnen van bevoegdheden door ministers.
#### Provinciale en gemeentelijke reglementen
Regels op provinciaal en gemeentelijk niveau, binnen de grenzen van hogere normen.
#### Ministeriële e.a. rondzendbrieven of circulaires
Richtlijnen aan ambtenaren, voornamelijk ter interpretatie.
### Controle op legaliteit
Elke rechter kan de exceptie van onwettigheid inroepen. Vernietigingsverzoeken kunnen bij de Raad van State worden ingediend.
### Rechtspraak
* **Als formele rechtsbron:** De uitspraken van de rechterlijke macht, hoewel geen bindende precedenten, creëren wel een vaste interpretatie (praetoriaanse rechtsvorming).
* **Criteria:** Kwantitatief (aantal rechters) en kwalitatief (instantie).
* **Publicatie:** Niet verplicht, behalve voor het Grondwettelijk Hof.
### Rechtsleer
Geschriften over het recht (boeken, artikelen) die een interpretatieve rol spelen.
### Gewoonte
Historisch belangrijke bron, nu minder dominant. Vereist herhaling en een sanctie. Kan de wet aanvullen (secundum legem) of soms ingaan tegen de wet (contra legem) indien de wet verouderd is.
### Algemene rechtsbeginselen
Ongeschreven, fundamentele beginselen (bv. verbod op eigenrichting, beginselen van behoorlijk bestuur) die erkend zijn als rechtsbron.
## Rechtshandhaving
### De rechterlijke macht
Organisatie en werking van de magistratuur, met verschillende rechtbanken (burgerlijke, strafrechtelijke, publiekrechtelijke) en hoven.
#### Gerechtelijke piramide
Schematische weergave van de gerechtelijke instanties en hun bevoegdheden (bv. vredegerecht, politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, hoven van beroep, Hof van Cassatie).
#### Territoriale en materiële bevoegdheid
Rechtbanken zijn bevoegd op basis van een bepaald rechtsgebied (territoriaal) en een bepaald soort zaken (materieel).
### Controle op de naleving van het recht
#### Fundamentele rechten en principes
* **Recht op eerlijk proces:** Wettelijk geregelde, openbare, gemotiveerde rechtbank met onafhankelijke en onpartijdige rechter, redelijke termijn, recht op tegenspraak.
#### De actoren van justitie
* **Magistraten:** Zittende magistraten (rechters) en staande magistraten (Openbaar Ministerie).
* **Advocaten:** Verlenen bijstand en vertegenwoordiging.
* **Gerechtsdeurwaarders:** Stellen officiële vaststellingen, betekenen en voeren beslissingen uit.
* **Griffiers en griffiepersoneel:** Ondersteunen de rechtbanken.
* **Justitiehuizen:** Bieden eerstelijnsbijstand en doorverwijzing.
* **Notaris:** Openbaar ambtenaar die akten authentiseert.
* **Gerechtsdeskundigen:** Assisteren de rechter bij het vinden van de "waarheid".
#### Procesrechtelijke aspecten
* **Procedureverloop in burgerlijke zaken:** Inleiden, argumenteren, openbare terechtzitting, uitspraak.
* **De uitspraak:** Openbaar, gemotiveerd, met gezag van gewijsde en kracht van gewijsde.
* **Gerechtskosten:** Kosten voor het aanhangig maken van een zaak en rechtsplegingsvergoeding.
* **Uitvoering (executie):** Gedwongen uitvoering van vonnissen, inclusief beslag.
* **Na de uitspraak:** Mogelijkheid tot rechtsmiddelen (verzet, hoger beroep, cassatieberoep).
#### Bewijsrecht
* **Bewijs van feiten:** Wie iets beweert, moet dit aantonen (actori incumbit probatio).
* **Bewijsmiddelen:** Schriftelijk bewijs, getuigen, vermoedens, bekentenis, plaatsopneming, deskundig onderzoek.
* **Toegang tot justitie:** Eerstelijns- en tweedelijnsbijstand (bv. via wetswinkels, pro deo advocaten).
## Verbintenissenrecht
### Definitie en soorten
**Verbintenis:** Een rechtsband tussen een schuldeiser en een schuldenaar, waarbij de schuldeiser de uitvoering van een prestatie mag eisen. Het is een persoonlijk recht.
#### Soorten volgens ontstaanswijze
* **Rechtsfeit:** Gebeurtenis waaraan het recht gevolgen koppelt (bv. schadeveroorzakende daad, onverschuldigde betaling).
* **Rechtshandeling:** Wetens en willens stellen van een daad met beoogde rechtsgevolgen (bv. contract, testament).
#### Soorten volgens voorwerp
* **Verbintenis om iets te geven, te doen, of na te laten.**
* **Gewone verbintenis vs. Intuitu personae verbintenis:** Afhankelijk van of de specifieke persoon van de schuldenaar van belang is.
* **Burgerlijke verbintenis vs. Natuurlijke verbintenis:** Afhankelijk van de afdwingbaarheid.
* **Inspanningsverbintenis vs. Resultaatsverbintenis:** Afhankelijk van het al dan niet garanderen van een bepaald resultaat.
### Algemeen regime van verbintenissen
#### Modaliteiten
* **Voorwaarde:** Toekomstige en onzekere gebeurtenis (opschortend of ontbindend).
* **Termijn:** Zeker feit dat het begin of einde van een verbintenis bepaalt.
#### Pluraliteit van rechtssubjecten
* **Deelbare verbintenis:** Het voorwerp kan opgesplitst worden.
* **Hoofdelijke verbintenis:** Elke schuldenaar kan voor het geheel worden aangesproken.
* **Ondeelbare verbintenis:** Het voorwerp kan niet opgesplitst worden.
* **In solidum verbintenis:** Meerdere schuldenaars zijn hoofdelijk verbonden voor de ganse schuld, vaak bij samenloop van fouten.
### Verbintenissen uit overeenkomsten
#### Soorten contracten
* **Consensueel, formeel of zakelijk:** Afhankelijk van de vereiste vorm voor totstandkoming.
* **Wederkerig of eenzijdig:** Afhankelijk van of er over en weer verbintenissen ontstaan.
* **Bezwarende titel of ten kostenloze titel:** Afhankelijk van de wederzijdse voordelen.
* **Vergeldend of kanscontract:** Afhankelijk van de zekerheid van de prestaties.
* **B2C of B2B:** Business to Consumer of Business to Business.
* **Benoemde, onbenoemde en gemengde contracten:** Geregeld door de wet, niet geregeld door de wet, of een combinatie.
#### Totstandkoming van het contract
De precontractuele fase, aanbod en aanvaarding, herroepingsrecht, algemene voorwaarden.
#### Geldigheid van het contract
Vereisten: toestemming (vrij en bewust), bekwaamheid, bepaald/bepaalbaar en geoorloofd voorwerp, geoorloofde oorzaak. Niet in strijd met dwingend recht.
* **Wilsgebreken:** Dwaling, bedrog, geweld, misbruik van omstandigheden.
* **Nietigheid:** Absolute (openbare orde) of relatieve (dwingend recht) nietigheid als gevolg van problemen bij de totstandkoming.
### Gevolgen tussen partijen
* **Contractvrijheid, consensualisme, onherroepelijkheid, uitvoering te goeder trouw.**
* **Uitzondering imprevisieleer:** Herziening van contracten bij ingrijpende, onvoorzienbare wijzigingen van omstandigheden.
### Gevolgen bij niet-nakoming
* **Toerekenbaar (wanprestatie):** Gedwongen uitvoering (in natura of bij equivalent), gerechtelijke ontbinding, ENAC.
* **Niet-toerekenbaar (overmacht):** Opschorting of uitdoving van het contract.
### Gevolgen van het contract voor derden
* **Relativiteit van de overeenkomst:** Enkel partijen zijn gebonden.
* **Uitzonderingen:** Rechtstreekse vordering, actio pauliana.
### Tenietgaan van het contract
Betaling/uitvoering, nietigverklaring, opzegging, ontbinding, definitieve onmogelijkheid.
### Verbintenissen uit buitencontractuele aansprakelijkheid
#### Onrechtmatige daad: begrippen
* **Kerngedachte:** Wie een onrechtmatige daad begaat, is aansprakelijk voor de ontstane schade. Dit kan ook gebeuren zonder eigen fout (bv. aansprakelijkheid voor kinderen of huisdieren).
* **Synoniemen:** Quasi-delict, extracontractuele aansprakelijkheid.
#### De foutaansprakelijkheid
* **Fout:** Objectief element (overtreding rechtsregel of zorgvuldigheidsnorm) en subjectief element (toerekenbaarheid).
* **Schade:** Economische en niet-economische gevolgen, met een plicht tot schadebeperking.
* **Causaal verband:** Noodzakelijke voorwaarde (conditio sine qua non) tussen fout en schade. Bij samenloop van fouten is er sprake van gedeelde aansprakelijkheid.
## Bijzondere overeenkomsten
### Algemeen
Benoemde overeenkomsten die specifiek in de wet geregeld zijn, met voorrang op het algemeen verbintenissenrecht.
### Koop
* **Definitie:** Overdracht van een goed of zakelijk recht tegen een geldprijs. Gesloten bij wilsovereenstemming over goed en prijs.
* **Gevolgen:** Onmiddellijke eigendoms- en risico-overdracht, tenzij anders overeengekomen.
* **Verbintenissen:** Koper betaalt en aanvaardt; verkoper levert conform en vrijwaart voor verborgen gebreken en uitwinning.
### Huur
* **Definitie:** Verschaft genot van een goed gedurende zekere tijd tegen een bepaalde prijs.
* **Verbintenissen:** Verhuurder levert goed in goede staat, doet eigenaarsherstellingen en garandeert rustig genot; huurder betaalt huurprijs, voorziet huisraad en gedraagt zich als een zorgvuldig persoon.
### Aanneming
* **Definitie:** Opdracht om onafhankelijk werken uit te voeren tegen betaling.
* **Verbintenissen:** Aannemer levert prestatie onafhankelijk, conform afspraak en volgens de regels van de kunst, en pleegt geen contractbreuk. Opdrachtgever betaalt de prijs.
### Lastgeving
* **Definitie (mandaat/vertegenwoordiging):** Opdracht om een rechtshandeling te verrichten in naam en voor rekening van een ander.
* **Verbintenissen:** Lasthebber voert taak uit als een zorgvuldig persoon en geeft rekenschap; lastgever komt de rechtshandelingen na, betaalt loon en vergoedt kosten. Mandaat kan steeds herroepen worden.
## Fundamentele Rechten en Vrijheden
### Algemeen
Onderdeel van grondwettelijk, inter- en supranationaal recht. Omvat vrijheden, economische, sociale en culturele rechten, en participatierechten.
### De klassieke vrijheden
* **Absolute rechten:** Kunnen niet worden beperkt (bv. afschaffing doodstraf).
* **Gekwalificeerde rechten:** Kunnen onder voorwaarden worden beperkt door de wetgever (legaliteit, noodzakelijkheid, legitimiteit).
* **Vrijheid fysieke persoon:** Vrijheid van beweging, met uitzonderingen als aanhouding en gevangenisstraf. Strafrechtelijk legaliteitsbeginsel (nulla poena sine lege).
* **Vrijheid van de geest:** Vrijheid van meningsuiting (niet-absoluut), drukpers, religie, vergadering en vereniging.
### Economische, culturele en sociale rechten
Recht op onderwijs, recht op een menswaardig leven.
### Het gelijkheidsbeginsel
Artikel 10 en 11 Grondwet: iedereen is gelijk voor de wet en mag niet gediscrimineerd worden. Dit omvat zowel formele als materiële gelijkheid. Bestrijding van racisme en discriminatie, met strafrechtelijke en burgerrechtelijke sancties.
### Andere fundamentele rechten
Rechten van het kind, recht op toegang tot de rechter, behoorlijke rechtsbedeling, vrijheid van taalgebruik, openbaarheid van bestuur.
```