Cover
Jetzt kostenlos starten Basisbegrippen_Burgerlijk Procesrecht_Hoofdstuk_II-III.pdf
Summary
# Bronnen van het burgerlijk procesrecht
Het burgerlijk procesrecht in België wordt bepaald door een gelaagd systeem van rechtsbronnen, waarbij de Grondwet de fundamenten legt, het Gerechtelijk Wetboek de algemene procedureregels bevat en bijzondere wetgeving en internationaal/supranationaal recht specifieke aanvullingen bieden [11](#page=11) [3](#page=3).
### 1.1 De grondwet
De Grondwet vormt de belangrijkste fundamentele bron voor het burgerlijk procesrecht. Verschillende bepalingen zijn hierin relevant [3](#page=3):
* **Erkenning van de rechterlijke macht:** Artikel 40 Gw erkent de rechterlijke macht als een aparte staatsmacht [3](#page=3).
* **Rechtsmacht:** Artikelen 144-145 Gw kennen de hoven en rechtbanken rechtsmacht toe om kennis te nemen van geschillen over burgerlijke en politieke rechten [3](#page=3).
* **Rechterlijke organisatie:** Specifieke artikelen zoals 147 en 156 Gw regelen de rechterlijke organisatie [3](#page=3).
* **Openbaarheid:** Artikel 148 Gw waarborgt de openbaarheid van terechtzittingen [3](#page=3).
* **Motiveringsverplichting:** Artikel 149 Gw legt de verplichting op aan rechters om hun uitspraken te motiveren, wat inzicht geeft in hun redenering en controle door hogere rechters mogelijk maakt [3](#page=3).
Daarnaast zijn er grondwetsbepalingen die de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht waarborgen [4](#page=4):
* **(Functionele) onafhankelijkheid van de rechter:** Artikel 151, §1 Gw garandeert de onafhankelijkheid van rechters in de uitoefening van hun bevoegdheden. Dit principe werd benadrukt door het zogenaamde "Spaghetti-arrest" [4](#page=4).
* **(Functionele) onafhankelijkheid van het openbaar ministerie:** Ook leden van het openbaar ministerie genieten deze onafhankelijkheid in individuele opsporing en vervolging, hoewel de minister van Justitie het strafrechtelijk beleid kan bepalen en vervolging kan bevelen [4](#page=4).
* **Benoeming voor het leven:** Rechters worden benoemd voor het leven, wat hen onafhankelijk maakt van politieke druk. Zij kunnen enkel door een vonnis van hun ambt worden ontzet. Dit geldt echter niet voor het openbaar ministerie [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Wedde:** De wedde van rechters wordt bij wet vastgesteld, wat een gelijk loon voor gelijke rang garandeert [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Hoge Raad voor de Justitie:** Opgericht na de Dutroux-affaire om de objectiviteit en zekerheid van de aanstellingen en de werking van hoven en rechtbanken te garanderen [4](#page=4) [5](#page=5).
> **Tip:** De grondwettelijke bepalingen inzake de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, met name de motiveringsverplichting en de onafhankelijkheid, zijn cruciaal voor een fair proces. Het Dutroux-arrest en de daaruit voortvloeiende hervormingen (onder meer de oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie) illustreren het belang van deze principes [4](#page=4) [5](#page=5).
### 1.2 Het Gerechtelijk Wetboek
Het Gerechtelijk Wetboek (Gw.H.) is de voornaamste wet die de algemene regels van het burgerlijk procesrecht bevat [6](#page=6).
* **Ontstaan en doel:** Het Gw.H. trad in werking op 10 oktober 1967 en verving de vroegere Code de la procédure civile. Het werd opgesteld door Charles Van Reepinghen en Ernest Krings. Het hoofddoel was een minder omslachtige, snellere en minder kostbare rechtspleging te realiseren [6](#page=6).
* **Wijzigingen en gerechtelijke achterstand:** Het Wetboek is sinds 1967 meer dan 200 keer gewijzigd. Een belangrijk aandachtspunt is de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, het fenomeen waarbij de instroom van zaken groter is dan de uitstroom en afhandeling [6](#page=6) [7](#page=7).
> **Tip:** Het concept van gerechtelijke achterstand is essentieel. Het illustreert het spanningsveld tussen de wens voor een snelle rechtspleging en de realiteit van een overbelast rechtssysteem [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Hervormingen ter bestrijding van gerechtelijke achterstand:** Verschillende hervormingen hebben tot doel de efficiëntie van het procesrecht te verhogen [8](#page=8) [9](#page=9):
* **Van lijdelijke rechter naar meer greep:** De rechter krijgt meer regie over het procesverloop, in tegenstelling tot de vroegere passieve rol [9](#page=9).
* **Meer dynamiek binnen de gerechtelijke organisatie:** Dit omvat de objectivering van de toegang tot functies, aanwijzing in mandaten, evaluatie en mobiliteit van magistraten, griffiers en gerechtspersoneel [9](#page=9).
* **"Make-over" van de gerechtelijke organisatie:** Dit impliceert een hertekening van het gerechtelijk landschap, met onder meer de regionalisering van rechtbanken van eerste aanleg [10](#page=10) [9](#page=9).
* **Verzelfstandigd beheer:** De rechterlijke macht krijgt meer autonomie in het beheer van haar middelen, analoog aan bijvoorbeeld de NMBS [10](#page=10).
* **Periodieke aanstellingen:** Benoemingen aan het hoofd van gerechtelijke colleges zijn beperkt in duur (bijvoorbeeld vijf jaar, verlengbaar met vijf jaar) om dynamiek te bevorderen [9](#page=9).
> **Voorbeeld:** De afbouw van het aantal arrondissementele rechtbanken van 27 naar een provinciaal model (bv. West-Vlaanderen met rechtbanken in Veurne, Kortrijk, Ieper en Brugge) is een illustratie van de "make-over" van de gerechtelijke organisatie [10](#page=10).
### 1.3 Bijzondere wetgeving en internationaal recht
Naast de Grondwet en het Gerechtelijk Wetboek, zijn er andere rechtsbronnen die het burgerlijk procesrecht beïnvloeden [11](#page=11).
* **Nationale bijzondere wetgeving:** Verschillende andere wetboeken bevatten specifieke procedureregels die afwijken van het algemene regime van het Gerechtelijk Wetboek. De belangrijkste voorbeelden zijn:
* **Wetboek Economisch Recht (WER):** Bevat bijzondere procesregels, zoals de vordering tot staking en de rechtsvordering tot collectief herstel [11](#page=11).
* **Taalwet gerechtszaken:** Deze wet bepaalt de taal die in gerechtelijke procedures gehanteerd moet worden. Een procedure in een niet-voorgeschreven taal leidt tot absolute nietigheid van het processtuk [11](#page=11).
* **Internationaal en supranationaal recht:** Door de toenemende internationale rechtsverkeer en de meergelaagde rechtsorde, worden Belgische rechters steeds vaker geconfronteerd met Europese en internationale rechtsinstrumenten [11](#page=11).
* **Bronnen:** Dit omvat Unierecht (bv. verordeningen zoals Brussel Ibis bis) en verdragsrecht (bv. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), Verdrag inzake de Rechten van het Kind) [11](#page=11).
* **Toepassing:** Belgische rechters moeten deze instrumenten interpreteren en toepassen. Bij onduidelijkheid over de interpretatie van Europees recht kan een prejudiciële vraag gesteld worden aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg [11](#page=11).
> **Tip:** Houd er rekening mee dat procesrecht niet uitsluitend in het Gerechtelijk Wetboek te vinden is. De specifieke bepalingen in andere wetboeken en de invloed van internationaal en supranationaal recht zijn eveneens van groot belang [11](#page=11).
---
# Rechtspraak als rechtsbron
Rechtspraak speelt een cruciale, zij het specifieke, rol in het Belgische rechtssysteem als bron van het recht, gekenmerkt door een beperkte bindende precedentwerking en uitdagingen op het gebied van toegankelijkheid.
### 2.1 De aard van rechtspraak als rechtsbron
De algemene regel in het Belgische rechtssysteem is dat er geen bindende precedentenwerking bestaat. Dit betekent dat uitspraken van hogere rechters lagere rechters niet automatisch binden. Dit staat in contrast met rechtssystemen in bijvoorbeeld de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk, die vaak onder de 'common law' worden geschaard en wel een sterke precedentwerking kennen [12](#page=12).
Zelfs uitspraken van het Hof van Cassatie hebben niet strikt een bindend karakter. Hoewel het Hof van Cassatie toeziet op de correcte toepassing van het recht, spreekt het zich niet uit over de concrete beoordeling van feiten of de gelijkstelling van partijen. Het Hof van Cassatie fungeert eerder als een filter en kenniscentrum voor juridische interpretatie, waarbij advocaten die zijn toegelaten tot het Hof een specifieke rol spelen in het aanvechten van rechterlijke uitspraken op basis van een foutieve rechtsinterpretatie [12](#page=12).
> **Tip:** Hoewel er geen formele bindende precedentenwerking is, oefent rechtspraak wel degelijk gezag uit. Hoe hoger de rechter in de hiërarchie, hoe groter het feitelijk gezag van diens uitspraken. Dit betekent dat rechters in lagere instanties, hoewel niet verplicht, er rekening mee houden om te voorkomen dat hun uitspraken worden vernietigd door een hogere instantie [12](#page=12).
### 2.2 Toegankelijkheid van rechtspraak
De toegankelijkheid van rechterlijke uitspraken wordt beschouwd als een pijnpunt binnen het Belgische rechtssysteem. Er bestaat een ambitie om een gecentraliseerde, digitale databank te realiseren waarin alle vonnissen en arresten van de rechterlijke orde worden bewaard. Dit project, gekend als het Centraal Register voor de Beslissingen van de Rechterlijke Orde (CeReBro), ook wel 'Just Judgment' genoemd, beoogt het efficiënter functioneren van justitie, betere organisatie en beleidsondersteuning [12](#page=12) [14](#page=14).
Deze databank zal de openbare bekendmaking van rechterlijke uitspraken faciliteren, wat in lijn is met artikel 149 van de Grondwet. Hierdoor kan in theorie iedereen nagaan wat de hoven en rechtbanken daadwerkelijk beslissen [14](#page=14).
> **Tip:** Het is belangrijk te noteren dat er garanties moeten zijn ter bescherming van de rechters. Artikel 782, §5, zesde lid Ger.W. verbiedt de ontwikkeling van systemen die individuele rechters identificeren, analyseren of rangschikken op basis van hun uitspraken (ook wel 'profiling' genoemd). Dit verbod beoogt te voorkomen dat bepaalde ondernemingen uitspraken zouden ontwikkelen om te voorspellen bij welke rechter een zaak de meeste kans maakt, wat de onafhankelijkheid en objectiviteit van het recht zou ondermijnen [14](#page=14).
---
# Rechtsleer en gebruiken als rechtsbronnen
Dit onderwerp onderzoekt de rol van de juridische doctrine (rechtsleer) en gebruikelijke praktijken binnen het Belgische rechtsbestel, met nadruk op hun invloed op de rechtsvorming en rechtsvinding.
### 3.1 Rechtsleer (doctrine)
De rechtsleer, ofwel de doctrine, omvat de geschriften van rechtsgeleerden en academici. Deze bijdragen zijn essentieel voor het scherpen van de juridische geest en spelen een cruciale rol in diverse aspecten van het recht [15](#page=15).
* **Bijdrage aan rechtsvinding, uitbouw en verfijning van wetgeving:** Rechtsgeleerden analyseren en bekritiseren bestaande wetgeving, wat leidt tot een dieper begrip en suggesties voor verbetering. Ze fungeren als katalysatoren voor de ontwikkeling van het recht [15](#page=15).
* **Ommezwaai van 'de lege lata' naar 'de lege ferenda':** De doctrine kan een belangrijke rol spelen bij het initiëren van veranderingen in de rechtspraak. Het verschuift de focus van de huidige stand van het recht ('de lege lata' - zoals het nu is) naar hoe het recht zou kunnen of moeten zijn ('de lege ferenda' - hoe het zou kunnen of moeten zijn). Dit stimuleert een proactieve benadering van rechtsontwikkeling [15](#page=15).
* **Rechtsvergelijking:** De analyse van rechtssystemen uit verschillende jurisdicties, een belangrijke methode binnen de rechtsleer, draagt bij aan een breder perspectief en innovatie in het eigen rechtssysteem [15](#page=15).
> **Tip:** Beschouw de rechtsleer niet als louter academische theorie, maar als een actieve kracht die de evolutie van wetgeving en rechtspraak kan sturen.
> **Tip:** De opmerking van [Lord Neuberger dat rechters en academici niet langer "schepen zijn die 's nachts passeren" benadrukt de noodzaak van samenwerking en wederzijdse beïnvloeding tussen de praktijk en de theorie [15](#page=15).
### 3.2 Gebruiken
Gebruiken verwijzen naar algemeen aanvaarde praktijken binnen bepaalde rechtskringen of regio's. Hoewel ze vaak welbedoeld zijn en soms een zinvolle bijdrage leveren, kunnen ze ook leiden tot rechtsontwikkeling [15](#page=15).
* **Potentiële rechtsontwikkeling:** Gebruikelijke praktijken kunnen, indien ze wijdverspreid en consistent worden toegepast, op termijn leiden tot de vorming van nieuwe rechtsnormen of de interpretatie van bestaande normen.
* **Risico's van lokale gebruiken:** Lokale gewoonten van specifieke rechtbanken of hoven, bijvoorbeeld in de procedurele organisatie, kunnen problemen veroorzaken. Advocaten die niet bekend zijn met deze specifieke gebruiken kunnen hierdoor in de problemen komen, wat de uniformiteit van de rechtspleging kan belemmeren [15](#page=15).
> **Voorbeeld:** Een lokaal gebruik binnen een bepaald hof van beroep om dossiers op een specifieke manier te agenderen, kan leiden tot onzekerheid en vertraging voor advocaten die niet tot de lokale balie behoren [15](#page=15).
---
# Beginelen van behoorlijke procesvoering
Behoorlijke procesvoering, ook wel rechtsbedeling genoemd, omvat een reeks kwaliteitscriteria die gericht zijn op een goede procesorde en een eerlijke rechtsgang in burgerlijke en strafzaken. Deze beginselen waren voorheen ongeschreven, maar zijn nu vastgelegd in fundamentele rechtsbronnen zoals de Grondwet, artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 47 van het EU-Handvest [17](#page=17).
### 4.1 Beginselen die verband houden met het recht op een eerlijk proces
#### 4.1.1 Toegang tot de rechter
Het recht op toegang tot de rechter is een fundamenteel beginsel, hoewel het niet expliciet in artikel 6 EVRM wordt genoemd, maar wel in artikel 13 van de Grondwet. Het principe houdt in dat elke eis in burgerlijke zaken aan een rechter met volle rechtsmacht moet kunnen worden voorgelegd. Dit vloeit voort uit het verbod op eigenrichting en het verbod op rechtsweigering, zoals vastgelegd in artikel 5 van het Gerechtelijk Wetboek. Hoewel het Hof van Cassatie geen volle rechtsmacht heeft, kunnen alle zaken uiteindelijk worden voorgelegd aan een feitenrechter die zowel feiten als recht beoordeelt [19](#page=19).
Beperkingen op de toegang tot de rechter zijn mogelijk, mits deze een legitiem oogmerk dienen en evenredig zijn met het nagestreefde doel. Een voorbeeld hiervan is de aanleggrens, die een verbod op het instellen van hoger beroep inhoudt. De overheid heeft de concrete verplichting om feitelijke en juridische hinderpalen weg te werken. Dit omvat onder andere het recht op juridische bijstand door middel van door de overheid gefinancierde rechtshulp. Ook is er een verbod op clausules die de schuldvordering verhogen bij het optreden in rechte [20](#page=20).
> **Tip:** Juridische bijstand omvat zowel financiële ondersteuning voor gerechtskosten, dagvaardingskosten en tolken, als eerstelijns- en tweedelijnsbijstand (pro deo) voor personen met een beperkt inkomen die een gratis advocaat krijgen [20](#page=20).
#### 4.1.2 Hoor en wederhoor
Het beginsel van hoor en wederhoor, ook wel rechten van de verdediging of recht op tegenspraak genoemd, houdt in dat alles wat aan de rechter wordt voorgelegd om diens uitspraak te beïnvloeden, voorwerp moet kunnen uitmaken van debat. Dit garandeert wapengelijkheid, wat betekent dat beide partijen inzicht moeten krijgen in elkaars argumenten en de mogelijkheid moeten hebben om hierop te reageren. Elk stuk dat aan de rechter wordt voorgelegd, moet ook aan de wederpartij kenbaar worden gemaakt zodat deze commentaar kan formuleren [21](#page=21).
> **Tip:** Het principe van wapengelijkheid is cruciaal, zeker in situaties waar er een verschil is tussen "one shotters" (eenmalige procespartijen) en "repeat players" (partijen die frequent voor de rechtbank verschijnen, zoals banken of verzekeringen) [21](#page=21).
#### 4.1.3 Onpartijdigheid
Onpartijdigheid vereist dat de rechter onbevangen en onbevooroordeeld oordeelt. Dit beginsel wordt gewaarborgd door mechanismen zoals verschoning en wraking. Belangrijk is dat niet alleen de feitelijke onpartijdigheid, maar ook de schijn van partijdigheid vermeden moet worden. Dit wordt samengevat met de uitspraak "justice must not only be done, it must also be seen to be done". Er wordt onderscheid gemaakt tussen subjectieve (persoonlijke) en objectieve (structurele) onpartijdigheid [22](#page=22).
> **Voorbeelden van situaties die als schijn van partijdigheid kunnen worden beschouwd of juist niet:**
> * Een levensbeschouwing van een rechter creëert geen schijn van partijdigheid [22](#page=22).
> * Het feit dat een rechter en een partij collega's zijn op een universiteit creëert geen schijn van partijdigheid [22](#page=22).
> * Een ontmoeting met een burgerlijke partij zonder medeweten van de andere partij is verdacht [22](#page=22).
> * Bevriend zijn op Facebook met een procespartij kan leiden tot wraking [22](#page=22).
#### 4.1.4 Onafhankelijkheid
Onafhankelijkheid houdt in dat de rechter oordeelt volgens zijn eigen geweten, zoals bepaald in artikel 151 van de Grondwet. Er zijn diverse waarborgen voor de onafhankelijkheid van de rechter [23](#page=23):
* **Geobjectiveerde toegang tot de magistratuur:** Selectie op basis van verdienste.
* **Vaste benoeming en geen overplaatsing tegen wil in:** Bescherming tegen willekeurige verplaatsingen.
* **Onverenigbaarheden:** Regels die conflicten van belangen voorkomen, zoals vastgelegd in artikel 292 van het Gerechtelijk Wetboek [23](#page=23).
* **Vaststelling van wedde bij wet:** Financiële zekerheid en onafhankelijkheid van andere machten.
> **Verschil tussen wraking en verschoning:**
> * **Wraking:** Een vordering ingesteld door een procespartij die een magistraat wil laten vervangen wegens vermeend gebrek aan partijdigheid of onafhankelijkheid. Een hiërarchisch hoger rechtscollege beslist hierover [23](#page=23).
> * **Verschoning:** De magistraat meldt zelf dat hij de vereisten van partijdigheid of onafhankelijkheid niet kan waarborgen en wil zich daarom onthouden van de zaak. Dit wordt gemeld aan het korps [23](#page=23).
#### 4.1.5 Motiveringsverplichting
De rechter is verplicht om zijn uitspraken te motiveren, wat inhoudt dat hij gronden moet geven voor zijn beslissing. Dit dient drie hoofddoelen [24](#page=24):
1. **Vermijden van willekeur:** Garanderen dat beslissingen op een redelijke en logische wijze tot stand komen [24](#page=24).
2. **Inzicht voor partijen:** Partijen moeten begrijpen welke argumenten de rechter heeft gevolgd en waarom bepaalde verweren niet zijn gehonoreerd [24](#page=24).
3. **Rechtsvorming en -verfijning:** Goed gemotiveerde uitspraken dragen bij aan de ontwikkeling van het recht [24](#page=24).
De motivering is niet enkel een vormvereiste, maar de inhoud ervan is ook van belang (positieve motivering). Een gebrekkige motivering kan door een hogere rechter worden getoetst en kan leiden tot vernietiging door het Hof van Cassatie [24](#page=24).
#### 4.1.6 Redelijke termijn
Het recht op een uitspraak binnen een redelijke termijn is vastgelegd in artikel 6 EVRM. De beoordeling van de redelijkheid van de termijn gebeurt in concreto en vereist een correcte balans tussen snelheid en kwaliteit. De termijn loopt vanaf het instellen van de vordering tot en met de tenuitvoerlegging van de uitspraak. Soms wordt de snelheid van procedures belemmerd doordat de rechter technische kennis mist en er een deskundige moet worden aangesteld [25](#page=25).
> **Tip:** De redelijke termijn is een essentieel aspect van een eerlijk proces. Een schending hiervan kan leiden tot veroordeling van de staat. Het correct beoordelen van de redelijkheid van de termijn vereist concrete gegevens [25](#page=25).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Burgerlijk procesrecht | Het geheel van rechtsregels dat de procedure voorschrijft voor geschillen van burgerlijke aard, inclusief de bevoegdheid van de rechtbanken, de rol van partijen en de wijze waarop een zaak wordt behandeld. |
| Grondwet | De hoogste wet in een land, die de fundamentele rechten en plichten van burgers en de inrichting van de staat regelt. In deze context bevat het bepalingen over de rechterlijke macht, rechtsmacht en onafhankelijkheid van rechters. |
| Gerechtelijk Wetboek | Een wetboek dat de procedurele regels voor burgerlijke zaken vastlegt, met als doel een efficiëntere, snellere en minder kostbare rechtspleging te realiseren. |
| Rechtspleging | Het geheel van handelingen en procedures die gevolgd worden om een juridisch geschil te beslechten voor een rechterlijke instantie. |
| Gerechtelijke achterstand | Een situatie waarin de hoeveelheid zaken die bij rechtbanken binnenkomen groter is dan de capaciteit om deze af te handelen, wat leidt tot vertragingen in de rechtsgang. |
| Openbaarheid van terechtzittingen | Het principe dat de zittingen van rechtbanken publiekelijk toegankelijk zijn, tenzij er specifieke redenen zijn om deze achter gesloten deuren te houden. |
| Motiveringsverplichting | De wettelijke plicht van rechters om hun uitspraken te onderbouwen met redenen en argumenten, zodat de beslissing begrijpelijk is en kan worden getoetst. |
| Onafhankelijkheid van de rechter | Het principe dat rechters hun taken zonder enige druk of beïnvloeding van buitenaf, inclusief de uitvoerende en wetgevende macht, moeten kunnen uitoefenen. |
| Openbaar Ministerie | De organisatie die belast is met de handhaving van de wet, de opsporing van strafbare feiten en de vervolging van verdachten. |
| Benoeming voor het leven | Een regeling waarbij rechters een aanstelling krijgen die hen gedurende hun loopbaan zekerheid biedt, wat bijdraagt aan hun onafhankelijkheid. |
| Hoge Raad voor de Justitie | Een orgaan dat tot doel heeft de kwaliteit en het functioneren van de rechterlijke macht te bewaken en dat een rol speelt bij de aanstelling en evaluatie van magistraten. |
| Rechtsspraak | De uitspraken en beslissingen die rechters in concrete zaken vellen. In België is er geen formele bindende precedentwerking, maar wel een feitelijk gezag. |
| Cassatie | Een rechtsmiddel waarbij een partij aan het Hof van Cassatie vraagt om een uitspraak van een lagere rechter te vernietigen wegens een schending van het recht, zonder de feiten opnieuw te beoordelen. |
| Feitelijk gezag | De invloed die de uitspraken van hogere rechters, met name het Hof van Cassatie, de facto hebben op lagere rechters, ook al zijn ze niet strikt juridisch bindend. |
| Rechtsleer (doctrine) | De interpretaties, analyses en meningen van juridische experts en academici over het recht, die bijdragen aan de rechtsvinding en de ontwikkeling van wetgeving. |
| Gebruiken | Praktijken of gewoonten die binnen een bepaalde juridische gemeenschap of instelling ontstaan en die de procedurele gang van zaken kunnen beïnvloeden. |
| Beginselen van behoorlijke procesvoering | Fundamentele regels en normen die de kwaliteit en rechtvaardigheid van een gerechtelijke procedure waarborgen, zoals het recht op een eerlijk proces. |
| Toegang tot de rechter | Het fundamentele recht van elke burger om zijn geschillen aan een onafhankelijke en onpartijdige rechter voor te leggen en een oordeel te krijgen. |
| Eigenrichting | Het zich eigenhandig, zonder tussenkomst van de rechter, recht verschaffen, wat in de meeste rechtssystemen verboden is. |
| Rechtsweigering | Het principe dat een rechter verplicht is uitspraak te doen in een zaak die aan hem is voorgelegd, en niet mag weigeren te oordelen. |
| Wapengelijkheid | Het beginsel dat alle partijen in een gerechtelijke procedure over dezelfde middelen en kansen moeten beschikken om hun standpunten te verdedigen en de rechter te overtuigen. |
| Hoor en wederhoor | Het recht van partijen om kennis te nemen van alle stukken en argumenten die de tegenpartij aan de rechter voorlegt, en om daarop commentaar te kunnen geven. |
| Onpartijdigheid van de rechter | Het vereiste dat de rechter zonder vooringenomenheid of persoonlijke belangen oordeelt, en dat dit ook naar buiten toe zichtbaar is. |
| Redelijke termijn | Het principe dat gerechtelijke procedures binnen een aanvaardbare tijdsspanne moeten worden afgerond om het recht op een eerlijk proces te waarborgen. |