Cover
Jetzt kostenlos starten 6. Gerechtelijke procedure en rechtshulp RV 24_25.pptx
Summary
# Verschillende soorten procedures en hun principes
Dit onderwerp introduceert de fundamentele verschillen tussen burgerlijke en strafrechtelijke procedures, de criteria voor rechterlijke bevoegdheid en ontvankelijkheid, en de kernprincipes die rechters in hun handelen moeten respecteren.
### 1.1 Inleiding tot rechtsgedingen
De juridische wereld kent verschillende soorten procedures, die hoofdzakelijk ingedeeld kunnen worden in burgerlijke (privaatrechtelijke) en strafrechtelijke procedures.
* **Burgerlijke procedures** betreffen geschillen tussen particulieren of entiteiten, bijvoorbeeld over onbetaalde facturen, schadevergoedingen of ontslagvergoedingen.
* **Strafrechtelijke procedures** zien toe op de handhaving van de openbare orde en worden ingeleid bij feiten die de wet als strafbaar beschouwt, zoals drugsdealen, door het rood rijden of fysiek geweld.
### 1.2 Onderzoek van bevoegdheid, ontvankelijkheid en gegrondheid
Voordat een rechter inhoudelijk op een zaak kan ingaan, worden er verschillende stappen doorlopen:
* **Onderzoek van bevoegdheid**: De rechter moet bevoegd zijn om de zaak te behandelen, zowel materieel (welk type zaak) als territoriaal (welk gerechtelijk arrondissement). Een voorbeeld hiervan is een huurgeschil dat bij de verkeerde vrederechter wordt ingediend.
* **Ontvankelijkheid**: Zaken moeten ontvankelijk zijn. Dit houdt in dat er geen beletselen zijn die de behandeling in de weg staan, zoals verjaring of het instellen van een proces door een onbekwame partij (bijvoorbeeld een minderjarige die niet vertegenwoordigd wordt door een ouder of voogd).
* **Gegrondheid**: Pas wanneer de rechter bevoegd is en de eis ontvankelijk is, kan de rechter de zaak inhoudelijk beoordelen op haar gegrondheid.
### 1.3 Enkele principes voor rechter/raadsheer
Rechters en raadsheren dienen zich te houden aan fundamentele principes om een eerlijke rechtsgang te waarborgen:
* **Recht van verdediging respecteren**: Partijen moeten de kans krijgen zich te verdedigen en hun standpunt kenbaar te maken. Dit principe geldt tegenwoordig ook voor het Hof van Assisen.
* **Uitspraak motiveren**: Rechters zijn verplicht hun uitspraken te motiveren. Dit betekent dat zij een antwoord moeten geven op alle argumenten die door alle partijen zijn aangevoerd.
* **Rechtsweigering vermijden**: Een rechter mag niet weigeren recht te spreken. Indien dit toch gebeurt, is er sprake van rechtsweigering.
### 1.4 Alternatieve geschillenbeslechting (ADR)
Naast de traditionele gerechtelijke procedures, bestaan er ook alternatieve methoden voor geschillenbeslechting:
* **Vordering voor de Rechtbank OF Alternatieve Geschillenbeslechting**: Partijen kunnen kiezen tussen een gang naar de rechtbank of het inschakelen van ADR.
* **Arbitrage**: De beslechting van een geschil wordt toevertrouwd aan één of meerdere scheidsrechters. Dit kan worden overeengekomen middels een arbitragebeding in een overeenkomst of een aparte arbitrageovereenkomst. Beslissingen van arbitrage zijn bindend en kennen geen hoger beroep, wel kan een uitvoerbaarverklaring (exequatur) nodig zijn voor de tenuitvoerlegging.
* **Bemiddeling**: Een onafhankelijke bemiddelaar helpt partijen bij het zoeken naar een compromis. Bemiddeling is vertrouwelijk, vrijwillig en vereist wederzijdse toegevingen. Geslaagde bemiddeling resulteert in een oplossing die door beide partijen wordt aanvaard en gedragen. Bemiddeling kan vrijwillig, verplicht (als voorwaarde voor een gerechtelijke procedure) of gerechtelijk (tijdens een lopende procedure) plaatsvinden.
* **Verzoening**: Dit houdt in dat partijen hun geschil vrijwillig voorleggen aan een rechter, die hen probeert te verzoenen. De oprichting van Klachtbehandelings- en Mediationdiensten (KMS) binnen de rechtbanken heeft het belang van verzoening doen toenemen, en dit systeem wordt verder uitgebouwd.
### 1.5 De burgerlijke procedure
Kenmerken en terminologie van de burgerlijke procedure:
* **Partijen**: Eiser/eiseres tegenover verweerder/verweerster. Indien de verweerder een tegenvordering instelt, spreekt men van hoofdeis en tegeneis (ook wel hoofdvordering en tegenvordering). In hoger beroep spreekt men van appellant tegenover geïntimeerde.
* **Conclusie**: Schriftelijke argumentatie van de partijen.
* **Partijautonomie en passieve rol rechter**: In burgerlijke zaken hebben partijen veel autonomie over hun procesvoering, terwijl de rechter overwegend passief is.
**Procedureverloop:**
1. **Het proces starten**: Dit kan via dagvaarding (door gerechtsdeurwaarder), een verzoekschrift (goedkoper, maar minder gangbaar) of vrijwillige verschijning (op verzoek van beide partijen).
2. **Rolstelling**: De zaak wordt ingeschreven op de algemene rol van de bevoegde rechtbank.
3. **Inleidende zitting**: Een korte zitting waar de zaak eventueel behandeld kan worden, of waar een uitstel wordt toegekend en een conclusiekalender wordt opgesteld. Soms worden deskundigen aangesteld of voorlopige maatregelen getroffen.
4. **Wachtrol**: Indien er uitstel wordt verleend, kan de zaak op de wachtrol geplaatst worden om de uitwisseling van conclusies toe te laten.
5. **Uitvoeringsfase**: Na een vonnis (op tegenspraak of verstek) kan de winnende partij de tenuitvoerlegging vragen. Dit gebeurt via een uitvoerbare uitgifte, de ‘grosse’, die door een gerechtsdeurwaarder wordt betekend. Na het verstrijken van de termijn voor hoger beroep of verzet, kan gedwongen uitvoering volgen.
**Rechtsmiddelen:**
* **Verzet**: Tegen een verstekvonnis kan verzet worden aangetekend (binnen één maand), waardoor de zaak opnieuw voor dezelfde rechter komt en de uitvoering geschorst wordt.
* **Hoger Beroep**: Tegen een vonnis op tegenspraak kan hoger beroep ingesteld worden (binnen één maand). Dit leidt tot een volledige nieuwe beoordeling, maar heeft geen schorsend effect op de uitvoering.
* **Cassatie**: Hoger beroep bij het Hof van Cassatie (binnen drie maanden) toetst de correcte toepassing van het recht, niet de feiten.
**Bijzondere procedures:**
* **Kort geding**: Voor spoedeisende zaken, met sterk verkorte termijnen en zonder uitspraak ten gronde.
* **Invorderingsprocedures**: Snelle procedures voor kleine, onbetwiste sommen.
* **Beslag**: Zowel bewarend als uitvoerend beslag kan gelegd worden op roerende en onroerende goederen die niet vatbaar zijn voor beslag.
### 1.6 De strafprocedure
De strafprocedure omvat verschillende actoren en fasen:
* **Actoren**: Politie, Openbaar Ministerie (OM), onderzoeksrechter, Raadkamer, Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI), strafgerecht en strafuitvoeringsinstanties.
* **Registratie van misdrijf**: Een misdrijf wordt geregistreerd op basis van vaststelling door politie, klacht van slachtoffer of aangifte door derde. De politie stelt een proces-verbaal (PV) op met bewijskracht.
* **Rol van het Openbaar Ministerie (OM)**: Het OM leidt het opsporingsonderzoek, beslist over seponering, minnelijke schikking of bemiddeling in strafzaken, en kan een gerechtelijk onderzoek vragen aan de onderzoeksrechter. Het OM legt bewijzen voor, vordert een straf, en neemt initiatieven voor de tenuitvoerlegging van vonnissen. Aanhoudingen door politie zijn beperkt in tijd en vereisen in principe een bevel van het OM.
* **Rol van de onderzoeksrechter**: De onderzoeksrechter sluit het vooronderzoek af. De Raadkamer (toezicht op onderzoek en beslissingen OM) kan buitenvervolgingstelling, verwijzing naar het strafgerecht, of correctionalisering beslissen. De Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) behandelt beroep tegen beslissingen van de Raadkamer en beslist over de afsluiting van het vooronderzoek voor zwaardere misdrijven die naar het Hof van Assisen leiden.
* **Berechting**: De verdachte wordt beklaagde (Correctionele Rechtbank) of beschuldigde (Hof van Assisen). De aanwezigheid van de verdachte is essentieel.
* **Straffen**: Hoofdstraffen kunnen bestaan uit geldboetes (geïnd door de overheid), werkstraffen (onder toezicht van Probatiecommissie) of vrijheidsberoving.
* **Strafuitvoering**: Vrijheidsberoving kan opgeschort worden (met toezicht op proefvoorwaarden) of uitgesteld. Indien er geen opschorting of uitstel is, volgt een effectieve gevangenisstraf. Voor hechtenis is er onmiddellijke aanhouding of vrijwillige aanbieding. Internering is een vrijheidsberoving zonder strafkarakter, opgevolgd door de strafuitvoeringsrechtbank.
### 1.7 Rechtshulp
Rechtshulp is een grondwettelijk recht en omvat juridische bijstand. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
* **Eerstelijnsbijstand**: Algemeen advies over juridische vragen, verwijzing naar geschikte diensten, en een eerste indicatie of een advocaat geraadpleegd moet worden. Dit omvat geen diepgaande dossieranalyse of opstellen van akten.
* **Tweedelijnsbijstand (Pro Deobijstand)**: Omstandig juridisch advies, bijstand en vertegenwoordiging, al dan niet in procedure, door een advocaat die geheel of gedeeltelijk kosteloos werkt. Dit wordt georganiseerd via het Bureau voor Juridische Bijstand van de Orde van Advocaten. Diverse organisaties zoals OCMW's, vakbonden en huurderbonden kunnen ook tweedelijnsbijstand aanbieden of doorverwijzen.
> **Tip:** Het is cruciaal om de terminologie correct te gebruiken, zowel in burgerlijke als strafrechtelijke procedures. Begrippen als 'eiser', 'verweerder', 'beklaagde', 'beschuldigde', 'dagvaarding' en 'verzoekschrift' hebben specifieke betekenissen.
> **Tip:** Ken de verschillen tussen de rechtsmiddelen verzet, hoger beroep en cassatie, en de specifieke voorwaarden en gevolgen (zoals het schorsend effect) van elk.
> **Tip:** Begrijp de rol van het Openbaar Ministerie in het strafproces en het onderscheid tussen bestuurlijke aanhouding en gerechtelijke aanhouding.
> **Tip:** Onthoud dat eerstelijnsbijstand een algemene wegwijzer is, terwijl tweedelijnsbijstand effectieve juridische vertegenwoordiging door een advocaat inhoudt.
---
# Alternatieve geschillenbeslechting (ADR)
Dit gedeelte verkent alternatieve methoden voor het oplossen van geschillen buiten de traditionele rechtbanken, met specifieke aandacht voor arbitrage, bemiddeling en verzoening, inclusief hun kenmerken, processen en juridische implicaties.
### 2.1 Overzicht van alternatieve geschillenbeslechting (ADR)
Alternatieve geschillenbeslechting (ADR) biedt opties voor het oplossen van geschillen buiten de reguliere gerechtelijke procedures. Partijen kunnen kiezen voor arbitrage, bemiddeling of verzoening als alternatief voor een rechtszaak. Deze methoden zijn met name geschikt voor geschillen waarbij partijen de vrijheid hebben om te beschikken over het object van het geschil.
> **Tip:** ADR-methoden kunnen sneller, goedkoper en minder formeel zijn dan traditionele rechtszaken, en bieden vaak meer flexibiliteit in de oplossing.
### 2.2 Arbitrage
Arbitrage kan worden beschouwd als een vorm van private rechtspraak. Hierbij wordt de beslechting van een bestaand of toekomstig geschil toevertrouwd aan een of meerdere scheidsrechters. De arbitrageovereenkomst, die kan voortvloeien uit een arbitragebeding in een contract of een aparte overeenkomst, regelt het proces. De arbitrageprocedure is grotendeels geregeld in het Gerechtelijk Wetboek. Een belangrijke eigenschap van arbitrage is dat er in beginsel geen hoger beroep mogelijk is tegen een arbitragebeslissing. Problemen met de uitvoering van een arbitragebeslissing kunnen echter worden aangepakt via een uitvoerbaarverklaring (exequatur) bij de vonnissende Rechtbank van Eerste Aanleg.
### 2.3 Bemiddeling
Bemiddeling is een proces waarbij een onafhankelijke en neutrale bemiddelaar partijen helpt bij het zoeken naar een wederzijds aanvaardbaar compromis. Bemiddeling is vooral mogelijk wanneer partijen bereid zijn tot wederzijdse toegevingen.
#### 2.3.1 Kenmerken van bemiddeling
De belangrijkste kenmerken van bemiddeling zijn:
* **Vertrouwelijk en vrijwillig karakter:** Partijen nemen vrijwillig deel en de inhoud van de bemiddeling is vertrouwelijk.
* **Onpartijdigheid en neutraliteit:** De bemiddelaar treedt onpartijdig en neutraal op.
* **Discretie en beroepsgeheim:** De bemiddelaar is gebonden door discretie en beroepsgeheim.
Er bestaan lijsten van erkende bemiddelaars, beheerd door de Federale Bemiddelingscommissie, met specifieke specialisaties. Een succesvolle bemiddeling leidt tot een aanvaardbare en gedragen oplossing voor beide partijen. Een akkoord dat tot stand komt via een erkende bemiddelaar kan ter homologatie worden voorgelegd aan een rechter, die het kan gieten in een uitvoerbare titel.
#### 2.3.2 Factoren die bemiddeling beïnvloeden
Verschillende factoren kunnen de slaagkans van bemiddeling beïnvloeden:
* De mate waarin het conflict is geëscaleerd.
* De gelijkwaardigheid van de partijen.
* De onzekerheid over de uitkomst van een mogelijke rechtszaak.
* De noodzaak om de relatie tussen de partijen in de toekomst te behouden, bijvoorbeeld bij gemeenschappelijke belangen.
#### 2.3.3 Mogelijkheden en grenzen van bemiddeling
Bemiddeling kan op verschillende manieren worden ingezet:
* **Bemiddelingsbeding in overeenkomst:** Partijen nemen een bepaling op in hun contract dat ze eerst bemiddeling zullen proberen.
* **'Verplichte' bemiddelingspoging:** Soms wordt een bemiddelingspoging verplicht gesteld voordat men naar de rechter kan stappen.
* **Vrijwillige bemiddeling:** Partijen nemen op eigen initiatief contact op met een bemiddelaar.
* **Gerechtelijke bemiddeling:** Dit kan gebeuren op verzoek van partijen of met hun instemming, waarbij de procedure tijdelijk wordt gepauzeerd op impuls van de rechter.
#### 2.3.4 Soorten bemiddeling en het bemiddelingsproces
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
* **Bemiddelingsvoorstel:** Een voorstel om over te gaan tot bemiddeling en de aanstelling van een bemiddelaar.
* **Bemiddelingsprotocol:** Bevat de spelregels en concrete afspraken over het verloop van de bemiddeling, inclusief de verschillende fasen. Het ondertekenen van een bemiddelingsprotocol schorst de verjaring van het conflict. De kosten worden doorgaans gedeeld.
* **Bemiddelingsovereenkomst:** Het akkoord over de gevonden oplossing, dat schriftelijk wordt vastgelegd. Indien opgesteld door een erkend bemiddelaar, kan dit ter homologatie aan een rechter worden voorgelegd om het de status van uitvoerbare titel te geven.
### 2.4 Verzoening
Verzoening is een procedure die erop gericht is om geschillen minnelijk te regelen. In 2013 werd binnen de Familiekamers een "verzoeningsrol" ingevoerd, toegekend aan een rechter, wat door het succes in 2018 algemeen werd bekrachtigd. Deze mogelijkheid bestaat voor elke inleidende hoofdvordering tussen partijen die bekwaam zijn om een dading aan te gaan. Op verzoek van een partij of met beider instemming kunnen geschillen aan de bevoegde rechter voor minnelijke schikking worden voorgelegd. Dit initiatief, onder meer bij de ondernemingsrechtbanken te Brussel, Gent en Antwerpen, kende een groot succes, wat leidde tot een wens van de wetgever om dit op te schalen. De wet van 19 december 2023 bepaalt dat elke burgerlijke rechtbank minimaal één Kamer voor Minnelijke Schikking (KMS) moet hebben, en ook binnen het Hof van Beroep zal een KMS worden opgericht. Deze bepaling treedt in werking vanaf 1 september 2025; voordien is de oprichting van een KMS facultatief.
> **Tip:** De "verzoeningsrol" en de oprichting van Kamers voor Minnelijke Schikking (KMS) tonen een groeiende nadruk op vroege, door de rechter gefaciliteerde, minnelijke schikkingen.
---
# Verloop van de burgerlijke procedure en rechtsmiddelen
Dit onderdeel geeft een gedetailleerd overzicht van de verschillende fasen binnen een burgerlijke rechtszaak, vanaf de aanvang tot de mogelijke geschillenbeslechting via rechtsmiddelen.
### 3.1 De burgerlijke procedure: een overzicht
De burgerlijke procedure regelt geschillen tussen private partijen, zoals onbetaalde facturen, schadeclaims of ontslagvergoedingen. Een procedure start vaak met een dagvaarding of een verzoekschrift.
#### 3.1.1 Procespartijen en terminologie
* **Eiser/eiseres** versus **verweerder/verweerster**: de partij die de zaak initieert tegenover de partij tegen wie de vordering wordt ingesteld.
* Indien de verweerder een tegenvordering instelt, spreekt men van een **hoofdeis** (originele vordering) en een **tegeneis** (tegenvordering). De oorspronkelijke eiser is dan zowel eiser op de hoofdeis als verweerder op de tegeneis.
* In hoger beroep spreekt men van **appellant** (degene die in beroep gaat) en **geïntimeerde** (degene tegen wie het beroep is ingesteld).
* Een **conclusie** is een schriftelijke uiteenzetting van de argumenten van een partij.
* De procedure wordt gekenmerkt door **partijautonomie** en de **passieve rol van de rechter**.
#### 3.1.2 De aanvang van de procedure
De procedure kan op verschillende manieren worden gestart:
* **Dagvaarding**: Een procedure wordt ingeleid door een betekening door een gerechtsdeurwaarder aan de verweerder. Hierin wordt de datum van de inleidende zitting vermeld, met een minimumtermijn van acht werkdagen om het recht op verdediging te waarborgen.
* **Verzoekschrift**: De griffie van de bevoegde rechtbank roept de procespartijen op. Dit is doorgaans goedkoper dan een dagvaarding omdat de kosten van de gerechtsdeurwaarder uitgespaard worden.
* **Vrijwillige verschijning**: Op verzoek van beide partijen zelf, enkel mogelijk bij het vredegerecht en de rechtbank van eerste aanleg.
#### 3.1.3 Rolstelling en inleidende zitting
* **Rolstelling**: Na de dagvaarding, het verzoekschrift of de vrijwillige verschijning wordt de zaak ingeschreven op de algemene rol van de bevoegde rechtbank.
* **Inleidende zitting**:
* Dit is een korte zitting waar de zaak, uitzonderlijk, behandeld kan worden.
* Vaker dient deze zitting om de procedure te ordenen en een datum vast te leggen voor het indienen van conclusies (conclusiekalender).
* De rechter kan een deskundige aanstellen (via tussenvonnis) of voorlopige maatregelen treffen.
* Afwijken van de vastgestelde kalender leidt tot een verwijzing naar de wachtrol, waar partijen in een specifieke rol geplaatst worden om conclusies uit te wisselen.
#### 3.1.4 De verdere procedure en vonnisuitvoering
Na de inleidende fasen volgt de uitwisseling van conclusies en bewijsstukken.
* **Uitvoering van een vonnis**:
* De winnende partij kan de uitvoering van het vonnis vragen.
* Hiervoor wordt een 'grosse' verkregen, een uitvoerbare uitgifte van het vonnis, met een formule van tenuitvoerlegging.
* Een gerechtsdeurwaarder betekent het vonnis aan de verliezende partij.
* Na de termijn voor verzet of hoger beroep (meestal één maand) en indien er geen betaling plaatsvindt, betekent de gerechtsdeurwaarder een bevel tot betaling.
* **Belangrijk**: Bij een vonnis op tegenspraak schorst hoger beroep de uitvoering niet, wat een risico inhoudt voor de verliezende partij. Bij een verstekvonnis schorst verzet wel de uitvoering.
* Indien nodig kan gedwongen uitvoering plaatsvinden, bijvoorbeeld door beslaglegging op roerende of onroerende goederen.
### 3.2 Rechtsmiddelen
Na een uitspraak door een rechtbank zijn er verschillende mogelijkheden om deze beslissing aan te vechten:
* **Verzet** (binnen 1 maand):
* Mogelijk na een verstekvonnis (wanneer een partij niet aanwezig was en niet verdedigd werd).
* De zaak komt opnieuw voor dezelfde rechter die het oorspronkelijke vonnis heeft uitgesproken.
* Verzet heeft een schorsend effect op de uitvoering van het vonnis.
* **Hoger Beroep** (binnen 1 maand):
* Biedt de mogelijkheid om de zaak volledig opnieuw te laten beoordelen door een hogere rechtbank.
* Hoger beroep heeft **geen schorsend effect** op de uitvoering van het oorspronkelijke vonnis, tenzij anders bepaald.
* Er zijn uitzonderingen waarbij hoger beroep niet mogelijk is.
* **Cassatie** (binnen 3 maanden):
* Dit is een beroep bij het Hof van Cassatie, dat nagaat of de wet correct werd toegepast.
* Het Hof van Cassatie beoordeelt de zaak niet opnieuw ten gronde, maar controleert de juridische correctheid van de uitspraak.
### 3.3 Bijzondere procedures
Naast de standaard burgerlijke procedure bestaan er specifieke procedures voor dringende of bijzondere situaties:
* **Kort Geding**:
* Procedure voor spoedeisende zaken.
* De voorzitter van de normaal bevoegde rechtbank oordeelt.
* De termijnen zijn sterk verkort.
* Er wordt geen uitspraak ten gronde gedaan, maar er kunnen wel bewarende maatregelen worden opgelegd.
* **Beslag**:
* **Bewarend beslag**: Dient om het vermogen van de schuldenaar veilig te stellen en om te voorkomen dat goederen verdwijnen.
* **Uitvoerend beslag**: Dient om goederen van de schuldenaar te verkopen om de schuld te innen. Dit kan betrekking hebben op roerende of onroerende goederen.
* Bepaalde goederen zijn niet vatbaar voor beslag.
* **Snelle invorderingsprocedure / buitengerechtelijke invorderingsprocedure**:
* Deze procedures zijn bedoeld voor kleine, onbetwiste bedragen.
### 3.4 Alternatieve Geschillenbeslechting (ADR)
Voordat men naar de rechter stapt, of als alternatief, kunnen partijen gebruik maken van ADR-methoden:
* **Arbitrage**:
* Beslechting van een geschil door één of meerdere onafhankelijke scheidsrechters.
* Kan gaan om bestaande of toekomstige geschillen, waarover partijen vrij kunnen beschikken.
* Vereist een overeenkomst (scheidsrechtelijk beding of arbitrageovereenkomst).
* Arbitragebeslissingen zijn definitief en kennen geen hoger beroep. Problemen met de uitvoering worden via een uitvoerbaarverklaring (exequatur) opgelost.
* **Bemiddeling**:
* Een neutrale en onpartijdige bemiddelaar helpt partijen om zelf tot een oplossing te komen.
* Geschikt wanneer wederzijdse toegevingen mogelijk zijn.
* Kenmerken zijn vertrouwelijkheid, vrijwilligheid en discretie.
* Kan plaatsvinden via een bemiddelingsbeding, een verplichte poging vooraleer naar de rechter te stappen, of op eigen initiatief (vrijwillige bemiddeling).
* Gerechtelijke bemiddeling kan ook tijdens een lopende procedure plaatsvinden, op initiatief van de rechter.
* Een bemiddelingsovereenkomst kan, na homologatie door een erkend bemiddelaar, gegoten worden in een vonnis en zo een uitvoerbare titel worden. Het ondertekenen van een bemiddelingsprotocol schorst de verjaring.
* **Verzoening**:
* Een procedure waarbij de rechter partijen aanmoedigt tot een minnelijke schikking.
* De oprichting van Kamers voor Minnelijke Schikking (KMS) binnen de rechtbanken is wettelijk verplicht gesteld om dit te bevorderen.
> **Tip:** Hoewel ADR-methoden vaak efficiënter en minder conflictueus zijn, is het belangrijk om na te gaan of ze geschikt zijn voor het specifieke geschil en of beide partijen bereid zijn tot medewerking en compromissen.
> **Voorbeeld:** Een burenruzie over een overhangende boom kan mogelijk opgelost worden via bemiddeling, terwijl een complexe contractbreuk met grote financiële gevolgen wellicht beter via een formele procedure of arbitrage behandeld wordt.
---
# De strafprocedure: actoren, fasen en strafuitvoering
Dit onderwerp verschaft een overzicht van de betrokken partijen, de opeenvolgende stappen en de uiteindelijke tenuitvoerlegging van straffen binnen de strafprocedure.
### 4.1 Actoren in de strafprocedure
De strafprocedure kent een aantal centrale actoren die elk een specifieke rol vervullen:
* **Politie:** De politie staat in voor de registratie van (vermeende) misdrijven, vaak op basis van eigen vaststellingen, een klacht van het slachtoffer of een aangifte door derden. Zij stellen een proces-verbaal (PV) op dat bewijskracht heeft wat betreft de authenticiteit van de vaststellingen, maar niet noodzakelijk voor alle vermeldingen daarin.
* **Openbaar Ministerie (OM) / Parket:** Het OM speelt een leidende rol in het strafproces. Zij beslissen of een zaak geseponeerd wordt, of een minnelijke schikking of bemiddeling in strafzaken mogelijk is. Het OM leidt het opsporingsonderzoek en kan, indien nodig, een gerechtelijk onderzoek aanvragen bij de onderzoeksrechter. Na het onderzoek legt het OM de bewijzen voor en vordert het een straf. Het OM neemt ook het initiatief tot de tenuitvoerlegging van vonnissen.
* **Tip:** Een belangrijk onderscheid is de bestuurlijke aanhouding door de politie (maximaal 12 uur) versus de gerechtelijke aanhouding door het OM (maximaal 48 uur, met bevel tot Dwangsom/Paraat/Koppeling (PdK) tenzij betrapping op heterdaad).
* **Onderzoeksrechter:** De onderzoeksrechter wordt ingeschakeld wanneer het OM een gerechtelijk onderzoek vraagt. Hij/zij sluit het vooronderzoek af.
* **Raadkamer en Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI):** Deze organen houden toezicht op het onderzoek gevoerd door de politie en de onderzoeksrechter.
* De **Raadkamer** beslist na afsluiting van het vooronderzoek over drie mogelijkheden: buitenvervolgingstelling, verwijzing naar de bevoegde strafrechtbank, of correctionalisering (verwijzing naar de correctionele rechtbank bij verzachtende omstandigheden). Ook beslist de Raadkamer over internering.
* De **Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI)** behandelt beroepen tegen beslissingen van de Raadkamer en beslist zelf over de afsluiting van het vooronderzoek in meer complexe zaken, met name wanneer een verwijzing naar het Hof van Assisen dreigt.
* **Strafgerecht:** Dit zijn de rechtbanken die de zaak ten gronde behandelen. Afhankelijk van de ernst van het misdrijf, wordt de zaak verwezen naar de Correctionele Rechtbank (beklaagde) of het Hof van Assisen (beschuldigde). In tegenstelling tot de burgerlijke procedure, is de aanwezigheid van de verdachte hier cruciaal. Het OM treedt op als aanklager tegenover de advocaat van de verdediging.
* **Strafuitvoeringsinstanties:** Deze instanties zijn betrokken bij de uitvoering van de opgelegde straffen.
### 4.2 Fasen van de strafprocedure
De strafprocedure doorloopt verschillende fases, van de initiële registratie tot de uiteindelijke berechting en strafuitvoering:
1. **Registratie van een (beweerd) misdrijf:**
* Dit gebeurt via een proces-verbaal (PV) dat wordt opgesteld door de politie, gebaseerd op eigen vaststellingen, een klacht van het slachtoffer of een aangifte door derden.
* Het slachtoffer ontvangt een attest van klachtneerlegging met een gratis kopie van het verhoor.
2. **Opsporingsonderzoek en eventueel Gerechtelijk Onderzoek:**
* Het OM leidt het opsporingsonderzoek. Indien nodig, kan een gerechtelijk onderzoek worden gevraagd aan de onderzoeksrechter.
* Tijdens het vooronderzoek kan de verdachte maximaal 48 uur aangehouden worden voor onderzoek (met bevel tot PdK, tenzij betrapping op heterdaad).
3. **Afsluiting van het onderzoek en verwijzing naar de rechtbank:**
* De Raadkamer of KI beslist over de buitenvervolgingstelling of de verwijzing naar de bevoegde strafrechtbank.
* De verdachte wordt bij verwijzing naar de Correctionele Rechtbank een 'beklaagde' en bij verwijzing naar het Hof van Assisen een 'beschuldigde'.
4. **Berechting:**
* De zaak wordt behandeld voor de Correctionele Rechtbank of het Hof van Assisen. Het OM legt bewijzen voor en vordert een straf. De verdediging presenteert haar argumenten.
5. **Strafuitvoering:**
* Na een eventueel hoger beroep en/of cassatie, wordt het vonnis definitief. De strafuitvoeringsinstanties treden dan in werking.
### 4.3 Strafuitvoering
De uiteindelijke tenuitvoerlegging van de straf, na uitspraak van het vonnis, kent diverse vormen:
* **Hoofdstrafen:**
* **Geldboete:** De inning gebeurt door de overheidsadministratie.
* **Werkstraf:** Vereist toezicht door de probatiecommissie en een justitieassistent.
* **Vrijheidsberoving:** Dit kan verschillende vormen aannemen.
* **Vrijheidsberoving:**
* **Opschorting:** De beklaagde wordt schuldig bevonden, maar de straf wordt nog niet onmiddellijk voltrokken. Er kunnen probatievoorwaarden zijn waaronder toezicht van de probatiecommissie.
* **Uitstel:** De beklaagde krijgt een straf, maar hoeft deze niet (volledig) uit te zitten.
* **Effectieve gevangenisstraf:** Indien er geen opschorting of uitstel is, volgt de effectieve gevangenisstraf. Dit kan ook door verdere aanhouding (bij voorhechtenis) of onmiddellijke aanhouding ter zitting.
* **Internering:**
* Dit is een vrijheidsberovende maatregel die geen straf is, omdat er geen misdrijf is. Het wordt wel verder opgevolgd door de Strafuitvoeringsrechtbank. Sinds 1 oktober 2016 kan internering niet meer toegepast worden voor kleine misdrijven.
* **Samenloop:** Situaties waarin meerdere feiten of straffen samen behandeld worden, hebben specifieke regels voor de uitvoering.
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen de opschorting van de straf en het uitstel van de straf. Bij opschorting wordt de strafvoorstelling niet onmiddellijk uitgevoerd, maar kan deze alsnog ingaan indien de probatievoorwaarden niet worden nageleefd. Bij uitstel wordt de uitvoering van de straf uitgesteld of geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden.
---
# Rechtshulp en juridische bijstand
Het recht op juridische bijstand is een grondwettelijk sociaal grondrecht dat burgers beschermt en hen toegang geeft tot rechtspraak, onderverdeeld in verschillende niveaus van hulp.
## 5. Rechtshulp en juridische bijstand
Het recht op juridische bijstand is een sociaal grondrecht, verankerd in artikel 23 van de Grondwet. Dit artikel somt verschillende sociaal grondrechten op, waaronder het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand. Dit recht zorgt ervoor dat burgers, ongeacht hun financiële situatie, toegang hebben tot juridische hulp en de mogelijkheid hebben om hun rechten te verdedigen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee hoofdniveaus van juridische bijstand: eerstelijnsbijstand en tweedelijnsbijstand.
### 5.1 Niveaus van juridische bijstand
#### 5.1.1 Eerstelijnsbijstand
Eerstelijnsbijstand is de meest basale vorm van juridische hulp en is gericht op het beantwoorden van directe, vaak laagdrempelige juridische vragen. De aard van de vragen die men kan stellen is gericht op oriëntatie en informatie, zonder dat de advocaat het dossier diepgaand onderzoekt of complexe juridische handelingen verricht.
**Wat kan men vragen bij eerstelijnsbijstand:**
* Vragen over het al dan niet moeten antwoorden op een brief.
* Informatie over welke dienst verdere hulp kan bieden.
* Advies over aanwezigheid op een zitting.
* Begeleiding om te bepalen of men op het juiste spoor zit.
* Informatie over de zinvolheid van het raadplegen van een advocaat.
* Indicaties over de te volgen richting om verder te handelen.
* Vragen of er nog andere mogelijkheden zijn om actie te ondernemen.
* Het verkrijgen van een lijst met namen van advocaten die gespecialiseerd zijn in een bepaalde materie.
**Wat kan men *niet* vragen bij eerstelijnsbijstand:**
* Onderzoek en behandeling van het volledige dossier.
* Controle van de door een advocaat uitgevoerde handelingen.
* Het opstellen van brieven of akten.
* Advies in zeer ingewikkelde juridische zaken.
* Langdurige gesprekken of diepgaande juridische analyse.
* Het aanvragen van de naam van één specifieke advocaat.
Eerstelijnsbijstand kan worden omschreven als het verkrijgen van omstandig juridisch advies en initiële begeleiding. Het is vaak de eerste stap die iemand zet bij een juridisch probleem.
#### 5.1.2 Tweedelijnsbijstand
Tweedelijnsbijstand, ook wel bekend als de "pro deo"-bijstand, omvat omvangrijker juridische hulp, inclusief bijstand en vertegenwoordiging in een procedure of bemiddeling. Deze bijstand wordt verleend door een advocaat die geheel of gedeeltelijk kosteloos is. De organisatie hiervan gebeurt door de Orde van Advocaten, niet door de rechtbank.
**Wie biedt tweedelijnsbijstand aan:**
Verschillende instanties en organisaties bieden tweedelijnsbijstand aan, of zijn betrokken bij het verwijzen naar deze hulp:
* **Bureau voor Juridische Bijstand (Orde van Advocaten):** Dit bureau organiseert het "pro deo" systeem en wijst advocaten toe voor kosteloze rechtsbijstand.
* **OCMW’s (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn):** Deze centra bieden hulp en informatie aan personen met een leefloon of die recht hebben op maatschappelijke hulp, wat vaak ook juridische bijstand inhoudt.
* **Vakbonden:** Leden van vakbonden kunnen via hun organisatie recht hebben op juridische bijstand, met name in arbeidsgerelateerde geschillen.
* **Mutualiteiten:** Sommige mutualiteiten bieden juridisch advies of doorverwijzing naar juridische hulp aan hun leden.
* **Huurderbond:** De Huurderbond verleent gespecialiseerde juridische bijstand aan huurders.
* **Kinderrechtswinkel:** Deze organisaties bieden juridisch advies aan kinderen en jongeren.
* **Testaankoop:** Consumentenorganisaties zoals Testaankoop bieden ook informatie en soms juridische bijstand in consumentengeschillen.
**Wat men kan verwachten bij tweedelijnsbijstand:**
* Omstandig juridisch advies over een specifiek dossier.
* Vertegenwoordiging door een advocaat in een gerechtelijke procedure.
* Bijstand tijdens een bemiddelingsprocedure.
* Het voeren van de verdediging of het instellen van een vordering namens de cliënt.
> **Tip:** Het is belangrijk om na te gaan of u in aanmerking komt voor tweedelijnsbijstand door contact op te nemen met het Bureau voor Juridische Bijstand of de eerder genoemde organisaties. Financiële middelen zijn hierbij een doorslaggevende factor.
> **Example:** Een persoon die wordt aangeklaagd voor een misdrijf, wordt gedagvaard door zijn ex-partner voor niet-betaalde alimentatie, of een werknemer die zijn werkgever dagvaardt wegens ontslag, kan in aanmerking komen voor tweedelijnsbijstand om zich juridisch te laten vertegenwoordigen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Burgerlijke Procedure | Dit is het juridische proces dat wordt gebruikt om geschillen tussen particulieren, bedrijven of organisaties op te lossen, zoals contractbreuken, schadeclaims of erfeniskwesties. Het wordt gekenmerkt door de rol van eiser en verweerder. |
| Strafprocedure | Het juridische proces dat wordt gevolgd om verdachten te berechten voor strafbare feiten. Dit proces omvat onderzoek, vervolging en berechting, met als doel het handhaven van de openbare orde en het toepassen van straffen op daders. |
| Alternatieve Geschillenbeslechting (ADR) | Een reeks methoden voor het oplossen van conflicten buiten de traditionele rechtszaal om. ADR-methoden zijn doorgaans sneller, goedkoper en bieden meer flexibiliteit dan formele gerechtelijke procedures, met als doel een wederzijds aanvaardbare oplossing te bereiken. |
| Arbitrage | Een vorm van ADR waarbij een geschil wordt voorgelegd aan een of meer onafhankelijke scheidsrechters, wier beslissing bindend is voor de partijen. Dit wordt vaak geregeld via een arbitragebeding in een overeenkomst. |
| Bemiddeling | Een proces waarbij een neutrale derde partij, de bemiddelaar, partijen helpt bij het vinden van een wederzijds aanvaardbare oplossing voor hun conflict. Bemiddeling is vrijwillig en vertrouwelijk en streeft ernaar de relatie tussen de partijen te behouden. |
| Verzoening | Een procedure, vaak binnen een gerechtelijke context, waarbij de rechter of een specifieke dienst probeert partijen te helpen een minnelijke schikking te treffen voor hun geschil. Dit kan leiden tot een homologatie van het akkoord door de rechter. |
| Dagvaarding | Een officiële kennisgeving door een gerechtsdeurwaarder aan een persoon dat er een rechtszaak tegen hem/haar wordt aangespannen. De dagvaarding bevat de datum en tijd waarop de zaak voor de rechtbank komt en de gronden van de vordering. |
| Verzoekschrift | Een schriftelijk verzoek aan de rechtbank om een bepaalde beslissing te nemen. Het wordt gebruikt in bepaalde procedures en vereist geen dagvaarding door een gerechtsdeurwaarder, wat kosten kan besparen. |
| Rolstelling | Het inschrijven van een zaak op de algemene rol van de bevoegde rechtbank, wat het officiële begin van de procedure markeert na de dagvaarding of het indienen van een verzoekschrift. |
| Tussenvonnis | Een vonnis dat de rechtbank uitspreekt tijdens een procedure om een voorlopige beslissing te nemen, bijvoorbeeld over de aanstelling van een deskundige of over bepaalde bewijsmiddelen, voordat een definitieve uitspraak wordt gedaan. |
| Grosse | Een gewaarmerkte kopie van een vonnis of authentieke akte, voorzien van een uitvoerbare titel. Dit document stelt de winnende partij in staat om gedwongen uitvoering van het vonnis te verkrijgen via een gerechtsdeurwaarder. |
| Verzet | Een rechtsmiddel dat een partij die bij verstek is veroordeeld, kan aanwenden om de zaak opnieuw voor dezelfde rechter te laten verschijnen. Verzet heeft een schorsend effect op de uitvoering van het verstekvonnis. |
| Hoger Beroep | Een rechtsmiddel waarbij een partij die zich benadeeld voelt door een uitspraak van een lagere rechtbank, de zaak kan laten herzien door een hogere rechtbank. Dit leidt tot een volledige nieuwe beoordeling van de zaak. |
| Cassatie | Het hoogste rechtsmiddel, waarbij de Hoge Raad nagaat of lagere rechtbanken het recht correct hebben toegepast. Cassatie beoordeelt geen feitenkwesties, enkel de correcte toepassing van de wet. |
| Kort Geding | Een spoedprocedure voor de rechter om een dringende maatregel te verkrijgen, vaak ter bescherming van rechten die onmiddellijk bedreigd worden. Dit is geen uitspraak ten gronde en heeft doorgaans bewarende gevolgen. |
| Eerstelijnsbijstand | Basisinformatie en advies over juridische kwesties, vaak gratis verstrekt. Het helpt burgers om hun situatie te begrijpen en te bepalen of verdere juridische stappen of gespecialiseerde hulp nodig zijn. |
| Tweedelijnsbijstand | Meer gespecialiseerd juridisch advies en vertegenwoordiging, vaak in de vorm van pro Deo-bijstand, waarbij een advocaat geheel of gedeeltelijk kosteloos wordt toegewezen aan personen met beperkte financiële middelen. |
| Bureau voor Juridische Bijstand | Een instantie, meestal georganiseerd door de Orde van Advocaten, die de pro Deo-regeling (tweedelijnsbijstand) coördineert en toegewezen advocaten voor diegene die juridische hulp nodig hebben. |
| Openbaar Ministerie (OM) | De tak van het gerechtelijk apparaat die belast is met de handhaving van de wet, het vervolgen van misdadigers en het vertegenwoordigen van de publieke belangen in strafzaken. Het OM leidt het opsporingsonderzoek en vordert straffen. |
| Onderzoeksrechter | Een rechter die belast is met het leiden van het gerechtelijk onderzoek in complexe of zware strafzaken. De onderzoeksrechter verzamelt bewijs en kan verdachten aanhouden of verhoren. |
| Raadkamer | Een kamer binnen de rechtbank die toezicht houdt op het onderzoek van de onderzoeksrechter. De Raadkamer beslist onder andere over de doorverwijzing van verdachten naar een strafgerecht of over de buitenvervolgingstelling. |
| Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) | Een hogere kamer die beroep behandelt tegen beslissingen van de Raadkamer en beslist over de verwijzing van zaken naar het Hof van Assisen. |
| Strafuitvoering | Het proces waarbij de opgelegde straffen door de rechter worden uitgevoerd. Dit omvat de inning van boetes, toezicht op werkstraffen, de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en de opvolging van probatievoorwaarden. |
| Samenloop | Situatie waarin een persoon, op eenzelfde moment of door verschillende gebeurtenissen, meerdere strafbare feiten pleegt. De strafmaat wordt dan bepaald door rekening te houden met alle gepleegde feiten. |