Cover
Jetzt kostenlos starten De Raad van State.pptx
Summary
# Bevoegdheden van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Hieronder volgt een gedetailleerd overzicht van de bevoegdheden van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, opgesteld als een examenklare studiegids.
## 1. Bevoegdheden van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State fungeert als een cruciale administratieve rechter met een reeks specifieke bevoegdheden om de wettigheid en rechtmatigheid van overheidsbeslissingen te beoordelen.
### 1.1 Annulatiebevoegdheid
De primaire bevoegdheid van de afdeling bestuursrechtspraak is de **annulatiebevoegdheid** (ook wel nietigheidsberoep genoemd), vastgelegd in artikel 14, §1 van de Wet op de Raad van State (RvS-wet). Deze bevoegdheid stelt de afdeling in staat om administratieve rechtshandelingen te vernietigen indien deze onwettig zijn.
Bij deze annulatiebevoegdheid horen ook accessorische bevoegdheden:
* **Schorsingsbevoegdheid**: De afdeling kan de tenuitvoerlegging van een bestreden beslissing schorsen indien er een risico bestaat op ernstige en onherstelbare schade.
* **Bevoegdheid tot het bevelen van voorlopige maatregelen**: Artikel 17 RvS-wet geeft de afdeling de mogelijkheid om alle maatregelen te bevelen die nodig zijn om de belangen van partijen of andere belanghebbenden te waarborgen.
### 1.2 Cassatiebevoegdheid
De afdeling bestuursrechtspraak heeft eveneens een **cassatiebevoegdheid** (artikel 14, §2 RvS-wet). In deze hoedanigheid toetst de Raad van State uitspraken van lagere bestuursrechters op hun wettigheid, zonder de feiten opnieuw te onderzoeken. Het doel is om de eenvormige rechtspraak te waarborgen.
### 1.3 Bevoegdheid als rechter in laatste aanleg met volle rechtsmacht
Volgens artikel 16 RvS-wet kan de afdeling bestuursrechtspraak optreden als rechter in laatste aanleg met **volle rechtsmacht**. Dit betekent dat de Raad van State in dergelijke gevallen de zaak volledig kan heronderzoeken en in de plaats van het bestreden besluit een eigen beslissing kan nemen. Dit is een uitzondering op het principe van loutere wettigheidstoetsing.
### 1.4 Bevoegdheid tot het toekennen van schadevergoedingen
De Raad van State kan onder specifieke voorwaarden schadevergoedingen toekennen:
* **Buitengewone schadevergoeding wegens een rechtmatige overheidsdaad**: Artikel 11 RvS-wet voorziet in de mogelijkheid om een schadevergoeding toe te kennen voor schade die is veroorzaakt door een rechtmatige overheidsdaad. In de praktijk is deze bepaling grotendeels uitgehold door het GBOL-principe, dat bevoegdheden aan andere rechters toewijst.
* **Schadevergoeding tot herstel na vaststelling van een onwettigheid**: Wanneer een onwettigheid wordt vastgesteld, kan artikel 11bis RvS-wet de Raad van State de bevoegdheid geven tot het toekennen van een schadevergoeding om dit nadeel te herstellen. Deze vordering moet uiterlijk zestig dagen na kennisgeving van het arrest worden ingesteld. De Raad van State houdt hierbij rekening met alle omstandigheden van openbaar en particulier belang.
### 1.5 Bevoegdheid tot het beslechten van attributieconflicten
Artikel 13 RvS-wet kent de afdeling bestuursrechtspraak de bevoegdheid toe om **attributieconflicten** te beslechten tussen bestuursrechtscolleges die onder haar eigen bevoegdheid vallen. Dit zijn geschillen over de bevoegdheid tussen verschillende bestuursorganen.
## 2. De procedureregeling
De procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak wordt beheerst door een reeks wettelijke en reglementaire bepalingen:
* **Wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (RvS-wet)**: Dit is de basiswet die de Raad van State en zijn bevoegdheden regelt.
* **Algemeen Procedurereglement (APR)**: Het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 regelt de algemene rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak.
* **Procedureregeling Kort Geding (PRK)**: Het koninklijk besluit van 19 november 2024 bepaalt de rechtspleging in kort geding en wijzigt diverse besluiten betreffende de procedure.
* **Procedurebesluit Cassatie**: Het koninklijk besluit van 30 november 2006 stelt de cassatieprocedure bij de Raad van State vast.
* **Procedurebesluit volle rechtsmacht**: Het koninklijk besluit van 25 april 2014 bepaalt de gemeenrechtelijke procedureregels voor rechtsgedingen voor de Raad van State waarin met volle rechtsmacht wordt uitspraak gedaan.
## 3. De wezenlijke procedurekenmerken
De administratieve rechtspleging voor de Raad van State kenmerkt zich door enkele fundamentele principes:
* **Objectief contentieux (wettigheidsrechter)**: In beginsel is de Raad van State een **wettigheidsrechter**, wat betekent dat hij de rechtmatigheid van bestreden beslissingen controleert. Een uitzondering hierop vormen verkiezingsgeschillen en in sommige gevallen vergoedingen (waarbij de Raad als rechter met volle rechtsmacht optreedt).
* **Autonomie van de administratieve rechtspleging**: De procedure voor de Raad van State staat grotendeels los van andere rechtsordes.
* **Inquisitoriale aard**: De Raad van State heeft een actieve rol in het onderzoek van de zaak; hij is niet louter een passieve scheidsrechter.
* **Schriftelijke aard**: De procedure is voornamelijk schriftelijk, hoewel er een mondelinge fase bestaat. Partijen kunnen kiezen tussen een 'papieren' of een elektronische procedure. De elektronische procedure is verplicht voor de schorsingsprocedure wanneer men zich laat bijstaan door een advocaat of een overheid is.
* **Woonplaatskeuze**: Partijen kunnen een woonplaatskeuze doen in België, wat relevant is voor de betekening van stukken.
* **Strikte termijnen**: Procedurele termijnen zijn kort en strikt ('hakbijltermijnen').
* **Dubbel onderzoek**: Zowel auditeurs als staatsraden onderzoeken de zaak.
## 4. De belangrijkste procedurele fasen
Een procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak doorloopt doorgaans de volgende fasen:
* **Schriftelijke fase**: Dit omvat het indienen van het verzoekschrift, de uitwisseling van memorie (verweerschrift, conclusies) en het opmaken van het auditoraatsverslag. Bij schorsingsprocedures worden geen memories uitgewisseld, maar een nota.
* **Mondelinge fase**: Dit is de terechtzitting waar pleidooien kunnen worden gehouden of kan worden verwezen naar de stukken. Een mondelinge zitting kan ook via videoconferentie plaatsvinden. In uitzonderlijke gevallen kan de procedure uitsluitend schriftelijk verlopen.
* **Beslechting van tussengeschillen**: Gedurende de procedure kunnen diverse tussengeschillen optreden, zoals inschrijving van valsheid, tussenkomst, hervatting van het geding, afstand, samenhang, wraking, of het stellen van prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof of het Hof van Justitie van de Europese Unie.
* **Arrest**: De procedure wordt afgesloten met een arrest van de Raad van State.
## 5. De ontvankelijkheidsvoorwaarden
Om ontvankelijk te zijn bij de afdeling bestuursrechtspraak, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan, zowel wat betreft het voorwerp van het geschil als de verzoekende partij en de termijn.
### 5.1 Ontvankelijkheid wat het voorwerp betreft
* **Bestreden beslissing**: Het beroep moet gericht zijn tegen een **administratieve rechtshandeling**. Dit is een handeling die rechtsgevolgen beoogt te creëren of te verhinderen, en die de rechtzoekende direct en effectief kan benadelen. Louter informatieve brieven, voorbereidende handelingen, niet-bindende adviezen en uitvoeringsmaatregelen zijn in beginsel niet aanvechtbaar.
* **Definitieve beslissing**: De beslissing moet definitief zijn, wat betekent dat er geen intern administratief beroep meer mogelijk is en er geen goedkeuring van een hogere overheid vereist is.
* **Complexe administratieve rechtshandeling**: Indien een beslissing het resultaat is van een reeks opeenvolgende handelingen, waarbij de laatste beslissend is en de voorgaande een voorbereidend karakter hebben, kan de eindbeslissing worden vernietigd op basis van onregelmatigheden in een van de voorbereidende handelingen, zelfs indien de termijn voor het aanvechten van die voorbereidende handeling verstreken is. Dit geldt echter niet voor reeds afzonderlijk en tijdig aanvechtbare voorbeslissingen.
* **Impliciete beslissingen**: Indien een administratieve overheid verplicht is te beschikken en dit niet doet binnen een termijn van vier maanden na een aanmaning, wordt het stilzwijgen geacht een afwijzende beslissing te zijn waartegen beroep kan worden ingesteld (artikel 14, §3 RvS-wet). Dit geldt indien er geen specifieke regeling is die andere gevolgen aan het stilzwijgen verbindt. De aanmaning moet expliciet verwijzen naar artikel 14, §3 RvS-wet.
### 5.2 Ontvankelijkheid wat de verzoekende partij betreft
* **Procesbevoegdheid (hoedanigheid)**: De verzoeker moet de juridische mogelijkheid hebben om een geschil aanhangig te maken. Natuurlijke personen en rechtspersonen zijn in principe procesbevoegd. Feitelijke verenigingen kunnen optreden indien ze erkend zijn door de overheid, betrokken zijn bij openbare diensten, en het belang waarvoor ze opkomen verband houdt met dit erkend-betrokken-zijn.
* **Procesbekwaamheid**: De verzoeker moet juridisch bekwaam zijn om een proces in te stellen. Minderjarigen en rechtspersonen die niet vertegenwoordigd worden door hun bevoegde wettelijke vertegenwoordigers, missen deze bekwaamheid.
* **Belang**: De verzoeker moet een **persoonlijk, rechtstreeks, zeker, actueel en wettig nadeel** ondervinden van de bestreden beslissing. De eventuele nietigverklaring moet haar een direct en persoonlijk voordeel verschaffen. Bij reglementaire akten wordt het belang soepeler beoordeeld; de mogelijkheid tot een gunstigere regeling volstaat. Bij een vordering tot schadevergoeding tot herstel is het cruciaal dat er op het moment van indiening van het beroep tot nietigverklaring een belang bestaat.
* **Collectief belang**: Een vereniging zonder winstoogmerk kan optreden ter verdediging van een collectief belang, mits haar maatschappelijk doel van bijzondere aard is en onderscheiden van het algemeen belang. Het nagestreefde collectieve belang moet duidelijk onderscheiden zijn van de individuele belangen van haar leden.
* **Functioneel belang**: Dit belang stelt een persoon in staat een beslissing aan te vechten die raakt aan de prerogatieven van zijn mandaat of de instelling waartoe hij behoort.
### 5.3 Ontvankelijkheid wat de termijn betreft
* **Beroepstermijn**: Voor een annulatieberoep en een schorsingsvordering bedraagt de termijn **zestig dagen**. Deze termijn gaat in nadat de bestreden akte, reglement of beslissing is bekendgemaakt of betekend. Indien geen bekendmaking of betekening vereist is, begint de termijn te lopen vanaf de dag waarop de verzoeker er kennis van heeft gehad.
* **Bekendmaking en betekening**: Een individuele beslissing die de rechtspositie wijzigt, moet **persoonlijk en rechtszeker schriftelijk** ter kennis worden gebracht. De beroepstermijn gaat pas in na deze betekening, ongeacht of de betrokkene eerder al feitelijke kennis had. Bekendmaking van reglementaire besluiten gebeurt via het Belgisch Staatsblad of via lokale/provinciale webtoepassingen.
* **Feitelijke kennis**: Indien er geen plicht tot bekendmaking of betekening is, kan een **voldoende feitelijke kennisname** van het bestaan, de aard en de draagwijdte van de beslissing volstaan om de beroepstermijn te laten lopen. De bewijslast hiervan rust op degene die zich op deze feitelijke kennis beroept.
* **Berekening van de termijn**: De dag van de akte die het uitgangspunt is, wordt niet meegeteld. De vervaldag wordt wel meegeteld. Indien de vervaldag op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag valt, wordt deze verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.
* **Stuiting van de termijn**: Een klacht bij een toezichthoudend bestuur, aangetekend ingediend vóór het verstrijken van de beroepstermijn, kan de termijn stuiten, waarna een nieuwe termijn van zestig dagen loopt.
* **Schorsing van de termijn**: Indien een klacht wordt ingediend bij een ombudsman binnen een van de verjaringstermijnen, wordt deze termijn opgeschort. De termijn vangt opnieuw aan na kennisgeving van de beslissing van de ombudsman of na vier maanden indien geen beslissing wordt genomen.
## 6. Het annulatieberoep nader bekeken
### 6.1 Papieren of elektronische procedure
* **Papieren procedure**: Processtukken worden per post aangetekend verstuurd. Termijnen beginnen te lopen vanaf de ontvangst van het schrijven.
* **Elektronische procedure**: Verplicht voor schorsingsprocedures indien partijen bijgestaan worden door een advocaat of een overheid zijn. Termijnen beginnen te lopen bij de eerste consultatie van het stuk, of na drie werkdagen na een herinneringsbericht indien het stuk niet geraadpleegd wordt.
### 6.2 Het verzoekschrift
Het verzoekschrift moet specifieke gegevens bevatten:
* Opschrift.
* Identificatie van de verzoeker met woonplaatskeuze (tenzij Belgische administratieve overheden).
* Aanduiding van de verwerende partij.
* Uiteenzetting van de feiten.
* Uiteenzetting van het middel(en): vermelding van de geschonden rechtsregel en de concrete schending. Er moet ook een belang bij het middel worden aangetoond; de vernietiging moet een voordeel opleveren.
* De in het middel aangevoerde vernietigingsgronden omvatten overtreding van vormen, machtsoverschrijding (onbevoegdheid, schending van de wet) en machtsafwending (gebruik van bevoegdheid voor een ander doel dan waarvoor deze verleend is).
### 6.3 Voorafgaande maatregelen en uitwisseling van memories
Na het verzoekschrift volgt een reeks termijnen voor de uitwisseling van processtukken:
* Memorie van antwoord en administratief dossier door de verwerende partij binnen zestig dagen na ontvangst verzoekschrift.
* Memorie van wederantwoord of toelichtende memorie door de verzoekende partij binnen zestig dagen na ontvangst van de memorie van antwoord.
* Verzoekschrift tot tussenkomst kan worden ingediend binnen zestig dagen na ontvangst van het verzoekschrift of na bekendmaking.
### 6.4 Auditoraatsverslag
De auditeur brengt een verslag uit over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de zaak, binnen een orde termijn van zes maanden na ontvangst van het volledig dossier. Er kan een aanvullend onderzoek en verslag volgen na een tussenarrest.
### 6.5 Laatste memories en verzoek tot voortzetting
Partijen kunnen nog een laatste memorie indienen binnen dertig dagen. Indien de auditeur besluit tot niet-ontvankelijkheid of ongegrondheid, kan de verzoekende partij de voortzetting van het geding vragen. Indien dit niet gebeurt, wordt aangenomen dat zij afstand doet van het geding. Bij niet-nakoming van de verplichtingen door de verwerende partij, kan de zaak volgens een versnelde procedure worden beslecht.
### 6.6 Zitting en arrest
Na de schriftelijke en mondelinge fase volgt het arrest.
* **Vernietigingsarrest**: Heeft gezag van gewijsde erga omnes (tegenover iedereen) en werkt terug in de tijd (ex tunc).
* **Verwerpingsarrest**: Heeft enkel gezag van gewijsde tussen partijen (relatief).
* **Schorsingsarrest**: Schorst de uitvoerbaarheid van de beslissing, werkt ex nunc (vanaf nu).
## 7. Bijzonderheden administratief kort geding (schorsing)
Het administratief kort geding (schorsingsprocedure) is bedoeld om de tenuitvoerlegging van een beslissing te schorsen of voorlopige maatregelen te bevelen wanneer een zaak **te spoedeisend** is voor een behandeling in een regulier annulatieberoep.
* **Grondvoorwaarden**: Er moet minstens één ernstig middel zijn dat leent tot een versnelde behandeling en waarmee de nietigverklaring prima facie verantwoord kan worden. Er vindt een belangenafweging plaats.
* **Procedure**: De procedure is versneld, met beperkte processtukken en een verplicht gebruik van de elektronische procedure bijstand door advocaat.
## 8. Bijzonderheden kort geding bij UDN (Uiterst Dringend Noodzakelijk)
Dit type kort geding vereist een **uiterst dringend karakter** van de vordering, waarbij de gewone schorsingsprocedure ontoereikend is. De verzoeker moet 'diligent' handelen en de urgentie onderbouwen met concrete feiten. De procedurekalender wordt 'onverwijld' vastgesteld en de processtukken zijn verder beperkt.
## 9. Doelloze vorderingen/korte debatten
Artikel 93 APR voorziet in een procedure voor doelloze vorderingen (bv. indien geen ontvankelijke middelen, of indien middel duidelijk gegrond/ongegrond is), met het oog op een snelle beslissing. Dit kan op initiatief van de auditeur-verslaggever.
## 10. Gevolgen van vernietigingsarresten
De vernietiging van een beslissing door de Raad van State heeft ingrijpende gevolgen:
* **Gezag van gewijsde erga omnes**: Het arrest bindt iedereen.
* **Terugwerkende kracht (ex tunc)**: De vernietigde beslissing wordt geacht nooit te hebben bestaan. Dit kan gemilderd worden op grond van het continuïteits- en rechtszekerheidsbeginsel. De Raad van State kan onder uitzonderlijke omstandigheden de gevolgen van een vernietigde beslissing handhaven.
* **Rechtsherstel door het bestuur**: Het bestreden bestuur moet de procedure hernemen, minstens in de fase waar de onwettigheid werd vastgesteld. De Raad van State kan een **injunctiebevoegdheid** uitoefenen om de overheid te bevelen een nieuwe beslissing te nemen binnen een bepaalde termijn, of om zich te onthouden van het nemen van een beslissing.
* **Indeplaatsstelling**: Bij een gebonden bevoegdheid kan het arrest van de Raad van State in de plaats treden van de bestuursbeslissing.
* **Dwangsom**: Indien de overheid een opgelegd bevel niet nakomt, kan een dwangsom worden opgelegd.
## 11. Beslissing tot herstel
Na intrekking van een beslissing die onregelmatig is, kan het bestuur, mits goedkeuring door de Raad van State, de begane onregelmatigheid herstellen om vernietiging te vermijden. Dit gebeurt via een tussenarrest waarin een hersteltermijn wordt bepaald.
## 12. Schadevergoeding tot herstel
Indien een onwettigheid wordt vastgesteld, kan op grond van artikel 11bis RvS-wet schadevergoeding worden gevorderd. Dit moet uiterlijk zestig dagen na kennisgeving van het arrest gebeuren en rekening houdend met de belangen van openbaar en particulier belang.
## 13. Zaken van hoger openbaar belang
Bepaalde zaken worden als van hoger openbaar belang aangemerkt, wat bijzondere organisatorische maatregelen kan met zich meebrengen.
## 14. Bijzonderheden cassatieprocedure
De cassatieprocedure bij de Raad van State is gericht op de wettigheid van uitspraken van lagere bestuursrechters.
* **Termijnen**: Beroepstermijn en termijnen voor memories bedragen dertig dagen.
* **Verzoekschrift**: Moet ondertekend zijn door een advocaat.
* **Beschikking van toelaatbaarheid**: Fungeert als een 'filter'.
* **Ontvankelijkheid middelen**: Enkel wettigheidskritiek gericht tegen uitspraken van de bestuursrechter is ontvankelijk. Middelen die niet reeds bij de bestuursrechter zijn opgeworpen, zijn in principe niet ontvankelijk.
* **Partijen**: Enkel partijen die reeds ontvankelijk waren bij de bestuursrechter kunnen betrokken worden.
* **Arrest**: Wordt in principe binnen zes maanden na de toelaatbaarheidsbeschikking uitgesproken.
## 15. Bemiddeling
Momenteel is bemiddeling nog niet formeel procedureel verankerd om tijdens een procedure bij de Raad van State te starten. Het Federaal Regeerakkoord vermeldt echter de intentie om dit te onderzoeken.
---
# Procedurele fasen en ontvankelijkheidsvoorwaarden
Dit onderwerp behandelt de verschillende stadia van een procedure voor de Raad van State, met de nadruk op de formele vereisten voor de ontvankelijkheid van een beroep.
### 2.1 De procedurele fasen
De procedure voor de Raad van State kent verschillende fasen, met specifieke kenmerken en regels.
#### 2.1.1 De schriftelijke fase
Deze fase omvat het indienen van het verzoekschrift, de uitwisseling van schriftelijke argumenten (memories) tussen partijen, en het opstellen van een auditoraatsverslag. Bij schorsingsprocedures worden in plaats van memories nota's uitgewisseld.
* **Verzoekschrift:** Moet de identiteit van de verzoeker vermelden, inclusief een woonplaatskeuze indien van toepassing, de aanduiding van de verwerende partij, een uiteenzetting van de feiten en de middelen (juridische argumenten). Elk middel moet de aangevoerde rechtsregel en de concrete schending daarvan beschrijven, alsook het belang bij het middel.
* **Memories:** Na het verzoekschrift dient de verwerende partij een memorie van antwoord in, samen met het administratief dossier. Vervolgens kan de verzoekende partij een memorie van wederantwoord of toelichtende memorie indienen.
* **Auditoraatsverslag:** De auditeur stelt een verslag op met een standpunt over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het beroep. Dit verslag kan beperkt blijven tot de ontvankelijkheid of een middel dat de oplossing van het geschil mogelijk maakt. Er geldt een orde van zes maanden voor het opstellen van dit verslag, met de mogelijkheid van een aanvullend onderzoek na een tussenarrest.
* **Laatste memories/verzoek tot voortzetting:** Partijen krijgen dertig dagen voor een laatste memorie. Indien de auditeur een niet-ontvankelijk of ongegrond beroep voorstelt, kan de verzoeker om voortzetting vragen, anders wordt aangenomen dat hij afstand doet van het geding. Vraagt de verwerende partij geen voortzetting, dan kan dit leiden tot vernietiging via een versnelde procedure.
#### 2.1.2 De mondelinge fase
Deze fase bestaat uit de terechtzitting waar de staatsraad-verslaggever verslag uitbrengt, pleidooien kunnen worden gevoerd, en het advies van de auditeur wordt gegeven. Zittingen per videoconferentie zijn mogelijk. In uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden kan de procedure volledig schriftelijk verlopen.
#### 2.1.3 Tussengeschillen
Tijdens de procedure kunnen diverse tussengeschillen rijzen, zoals inschrijving van valsheid, tussenkomst van derden, hervatting van het geding, afstand van geding, samenhang van zaken, en wraking van een lid van de Raad van State. Ook prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof of het Hof van Justitie van de Europese Unie, of een adviesvraag aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, kunnen de procedure onderbreken.
### 2.2 Ontvankelijkheidsvoorwaarden
Voor een ontvankelijk beroep bij de Raad van State, met name een annulatieberoep, moeten aan een reeks voorwaarden worden voldaan met betrekking tot het voorwerp, de verzoekende partij en de termijnen.
#### 2.2.1 Ontvankelijkheid wat het voorwerp betreft
Het voorwerp van het beroep moet een administratieve rechtshandeling zijn die de rechtzoekende onmiddellijk en effectief kan benadelen.
* **Definitieve administratieve rechtshandeling:** Een beroep is enkel ontvankelijk tegen een beslissing die definitief is, wat betekent dat er geen verdere georganiseerde bestuurlijke beroepen meer mogelijk zijn en geen goedkeuring meer vereist is.
* **Complexe administratieve rechtshandeling:** In geval van een complexe rechtshandeling, bestaande uit een reeks opeenvolgende handelingen waarbij de laatste beslissend is, kunnen alle samenstellende handelingen worden aangevochten, ook al is de termijn voor een afzonderlijke aanvechting van een voorbereidende beslissing verstreken. Dit geldt enkel als de voorbereidende beslissing uitsluitend en noodzakelijk voorbereidend was op de eindbeslissing.
* **Impliciete beslissingen:** Indien een administratieve overheid verplicht is te beschikken maar dit nalaat binnen een termijn van vier maanden na een aanmaning, wordt het stilzwijgen geacht een afwijzende beslissing te zijn waartegen beroep kan worden ingesteld. Dit is enkel van toepassing indien geen specifieke regelgeving andere gevolgen aan het stilzwijgen verbindt. De aanmaning moet expliciet verwijzen naar deze bepaling.
#### 2.2.2 Ontvankelijkheid wat de verzoekende partij betreft
De verzoekende partij moet over de nodige procesbevoegdheid en belang beschikken.
* **Procesbevoegdheid (hoedanigheid):** De verzoeker moet het vermogen hebben om een geschil aanhangig te maken. Natuurlijke personen doen dit in eigen naam. Rechtspersonen treden op via hun wettelijke vertegenwoordigers. Feitelijke verenigingen zijn ontvankelijk als ze erkend zijn door de overheid, betrokken zijn bij de werking van een openbare dienst, en het belang dat zij behartigen verband houdt met deze betrokkenheid.
* **Procesbekwaamheid:** Dit betreft het vermogen om een proces in te stellen. Minderjarigen zijn doorgaans niet procesbekwaam. Rechtspersonen zijn bekwaam indien zij optreden via hun bevoegde wettelijke vertegenwoordigers.
* **Belang:** De verzoeker moet door de bestreden beslissing een persoonlijk, rechtstreeks, zeker, actueel en wettig nadeel lijden. De vernietiging van de beslissing moet een direct en persoonlijk voordeel opleveren. Bij reglementaire akten wordt het belang soepeler beoordeeld; de mogelijkheid tot een gunstiger regeling volstaat. Bij een vordering tot schadevergoeding tot herstel na vaststelling van een onwettigheid, blijft het belang vereist op het moment van indiening van het beroep tot nietigverklaring. Collectieve belangen kunnen door verenigingen worden verdedigd, mits het maatschappelijk doel van bijzondere aard is en onderscheiden van het algemeen belang.
#### 2.2.3 Ontvankelijkheid wat de termijn betreft
Een cruciaal aspect van de ontvankelijkheid is het respecteren van de gestelde beroepstermijnen.
* **Basisberoepstermijn:** Voor een annulatieberoep geldt een termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf de bekendmaking of betekening van de bestreden akten, reglementen of beslissingen. Indien deze niet bekendgemaakt of betekend moeten worden, begint de termijn te lopen vanaf de dag dat de verzoeker er kennis van heeft.
* **Bekendmaking en betekening:** Individuele beslissingen die de rechtspositie wijzigen, moeten persoonlijk en rechtszeker schriftelijk ter kennis worden gebracht. De termijn gaat pas in na deze betekening, ongeacht eventuele eerdere feitelijke kennis.
* **Kennisgeving bij aangetekende brief:** Bij aangetekende brief met ontvangstmelding start de termijn de dag na ontvangst. Bij weigering van de brief start de termijn de dag na de weigering. Bij een gewone aangetekende brief start de termijn de derde werkdag na verzending, tenzij anders bewezen.
* **Bekendmaking van reglementaire besluiten:** Reglementaire besluiten worden bekendgemaakt via publicatie in het Belgisch Staatsblad (BS) of op een webtoepassing van de gemeente of provincie.
* **Voldoende feitelijke kennis:** Indien er geen plicht tot bekendmaking of betekening is, kan een voldoende feitelijke kennisname van het bestaan, de aard en de draagwijdte van de beslissing volstaan om de beroepstermijn te laten lopen. De bewijslast hiervan rust op degene die aanvoert dat de kennisname meer dan zestig dagen vóór het beroep plaatsvond.
* **Berekening van de termijn:** De dag van de akte die het uitgangspunt is, wordt niet meegerekend. De vervaldag wordt wel meegerekend; indien dit een zaterdag, zondag of feestdag is, wordt deze verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.
* **Stuiting van de termijn:** Een klacht bij een toezichthoudend bestuur, tijdig ingediend vóór het verstrijken van de beroepstermijn, kan de termijn stuiten, waarna een nieuwe termijn van zestig dagen begint te lopen.
* **Schorsing van de termijn:** Bij indiening van een klacht bij een ombudsman binnen de beroepstermijn, wordt deze termijn opgeschort. Het resterende deel vangt aan na kennisgeving van de beslissing van de ombudsman of na vier maanden indien geen beslissing wordt genomen.
### 2.3 Administratief kort geding en UDN-kort geding
Specifieke procedures zoals het administratief kort geding en het UDN-kort geding (uiterst dringend karakter) kennen een versneld verloop en specifieke ontvankelijkheidsvoorwaarden.
* **Voorwaarden voor schorsing of voorlopige maatregelen:** De zaak moet spoedeisend zijn voor behandeling in een beroep tot nietigverklaring, er moet minstens één ernstig middel zijn dat een snelle behandeling toelaat en de nietigverklaring prima facie rechtvaardigt, en er kan een belangenafweging plaatsvinden.
* **UDN-kort geding:** Vereist een uiterst dringend karakter, concrete feiten ter onderbouwing van de urgentie, en een "onverwijld" vastgestelde procedurekalender. De procedurestukken zijn beperkt en enkel een mondeling advies van de auditeur is mogelijk.
### 2.4 Gevolgen van vernietigingsarresten
Een vernietigingsarrest van de Raad van State heeft verreikende gevolgen.
* **Gezag van gewijsde:** Een vernietigingsarrest heeft een absoluut gezag van gewijsde (erga omnes) en werkt met terugwerkende kracht (ex tunc). Dit betekent dat de vernietigde beslissing geacht wordt nooit te hebben bestaan.
* **Rechtsherstel door het bestuur:** Het bestuursorgaan dat de vernietigde beslissing heeft genomen, dient de procedure te hernemen, rekening houdend met de redenen van vernietiging.
* **Injunctiebevoegdheid en indeplaatsstelling:** De Raad van State kan bevelen dat een nieuwe beslissing binnen een bepaalde termijn wordt genomen of dat de overheid zich onthoudt van het nemen van een beslissing. In specifieke gevallen (gebonden bevoegdheid) kan de Raad van State zelf in de plaats treden van de bestuurlijke beslissing.
* **Dwangsom:** Bij niet-nakoming van de verplichtingen uit een arrest kan de Raad van State een dwangsom opleggen.
* **Herstel van onregelmatigheden:** Het bestuur kan de mogelijkheid krijgen om een begane onregelmatigheid te herstellen om vernietiging te vermijden. Indien dit herstel niet tijdig gebeurt, wordt de beslissing vernietigd.
* **Schadevergoeding tot herstel:** Indien een onwettigheid wordt vastgesteld, kan een vordering tot schadevergoeding tot herstel worden ingesteld uiterlijk zestig dagen na kennisgeving van het arrest. Hierbij houdt de Raad van State rekening met de omstandigheden van openbaar en particulier belang.
---
# Analyse van het annulatieberoep en bijzondere procedures
Dit hoofdstuk verdiept zich in het annulatieberoep bij de Raad van State, inclusief de bijbehorende procedures, het verzoekschrift en de mogelijke middelen. Daarnaast worden bijzondere procedures zoals het kort geding en de gevolgen van vernietigingsarresten behandeld.
## 3. Procedureoverzicht en wettelijke basis
De procedureregels voor de Raad van State (RvS) zijn vastgelegd in diverse wetten en besluiten:
* Wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (RvS-wet).
* Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 ‘tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State’ (Algemeen Procedurereglement - APR).
* Koninklijk besluit van 19 november 2024 ‘tot bepaling van de rechtspleging in kort geding en tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State’ (Procedureregeling Kort Geding - PRK).
* Koninklijk besluit van 30 november 2006 ‘tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State’ (procedurebesluit Cassatie).
* Koninklijk besluit van 25 april 2014 ‘tot bepaling van de gemeenrechtelijke procedureregels die toepasselijk zijn op de rechtsplegingen voor de Raad van State waarin met volle rechtsmacht uitspraak wordt gedaan’ (procedurebesluit volle rechtsmacht).
### 3.1 Wezenlijke procedurekenmerken
De procedure voor de Raad van State kenmerkt zich door:
* **Objectief contentieux**: De RvS treedt op als wettigheidsrechter, met uitzondering van verkiezingsgeschillen en vergoedingen voor buitengewone schade.
* **Autonomie van de administratieve rechtspleging**.
* **Inquisitoriale aard**: De rechter speelt een actieve rol in het onderzoek.
* **Schriftelijke aard**: Hoewel er een mondelinge fase is, is de procedure primair schriftelijk. Er is een keuze tussen een papieren of elektronische procedure.
* **Strikte termijnen**: Vaak wordt er gesproken van 'hakbijltermijnen'.
* **Dubbel onderzoek**: Uitgevoerd door auditeurs en staatsraden.
### 3.2 Belangrijkste procedurele fasen
De procedure doorloopt doorgaans de volgende fasen:
* **Schriftelijke fase**: Verzoekschrift, uitwisseling van memories, en het auditoraatsverslag (bij schorsing is dit een nota).
* **Mondelinge fase**: Terechtzitting met verslag van de staatsraad-verslaggever, pleidooien of verwijzing naar stukken, en het advies van de auditeur. Zittingen kunnen via videoconferentie plaatsvinden.
* **Beslechting van tussengeschillen**: Zoals inschrijving van valsheid, tussenkomst, hervatting van het geding, afstand, samenhang en wraking.
* **Prejudiciële vragen**: Vragen aan het Grondwettelijk Hof, het Hof van Justitie van de Europese Unie, of een adviesverzoek aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
## 4. De ontvankelijkheidsvoorwaarden
### 4.1 Ontvankelijkheid wat het voorwerp betreft
Het annulatieberoep moet gericht zijn tegen een **griefhoudende administratieve rechtshandeling**. Dit betekent een handeling die beoogt rechtsgevolgen te creëren of te beletten, en de rechtzoekende direct en effectief kan benadelen. Louter informatieve, voorbereidende, niet-bindende of uitvoerende handelingen zijn in beginsel niet vatbaar voor vernietiging. De rechtshandeling moet bovendien **definitief** zijn, wat inhoudt dat er geen georganiseerd bestuurlijk beroep meer mogelijk is en er geen goedkeuring van een hogere overheid vereist is.
#### 4.1.1 Complexe administratieve rechtshandeling
Een complexe administratieve rechtshandeling bestaat uit een reeks opeenvolgende handelingen waarvan de laatste beslissend is. De onregelmatigheid van een samenstellende handeling kan leiden tot de vernietiging van de eindbeslissing, zelfs als de beroepstermijn voor die samenstellende handeling is verstreken. Wel kan een voorbereidende beslissing die direct aanvechtbaar was, na het verstrijken van de termijn niet meer afzonderlijk worden bestreden.
#### 4.1.2 Impliciete beslissingen
Indien een administratieve overheid verplicht is te beschikken en na een aanmaning van vier maanden geen beslissing neemt, wordt dit stilzwijgen beschouwd als een **afwijzende beslissing** waartegen beroep kan worden ingesteld. Dit geldt mits er geen specifieke regelgeving is die aan stilzwijgen andere gevolgen verbindt. De aanmaning moet in dit geval verwijzen naar artikel 14, §3 RvS-Wet.
### 4.2 Ontvankelijkheid wat de verzoekende partij betreft
#### 4.2.1 Procesbevoegdheid (hoedanigheid)
De verzoeker moet de hoedanigheid hebben om een geschil aanhangig te maken. Een natuurlijke persoon kan in eigen naam optreden. Een rechtspersoon treedt op via haar wettelijke vertegenwoordigers. Feitelijke verenigingen kunnen optreden indien zij door de overheid erkend zijn, betrokken zijn bij een openbare dienst, en het belang van hun vordering verband houdt met dit erkend betrokken-zijn.
#### 4.2.2 Procesbekwaamheid
Dit betreft het vermogen om een proces in te stellen. Een minderjarige heeft bijvoorbeeld geen procesbekwaamheid. Rechtspersonen zijn procesbekwaam via hun bevoegde wettelijke vertegenwoordigers.
#### 4.2.3 Belang
De verzoeker moet een **rechtens vereist belang** hebben. Dit houdt in dat zij door de bestreden rechtshandeling een persoonlijk, direct, zeker, actueel en wettig nadeel moeten lijden, en dat de eventuele nietigverklaring hen een direct en persoonlijk voordeel moet verschaffen. Bij betwisting moet de verzoeker haar belang staven. Voor beroepen tegen reglementaire akten wordt het belang soepeler beoordeeld; de mogelijkheid tot een gunstiger regeling van de situatie volstaat.
* **Tip**: Het belang bij het beroep wordt in principe beoordeeld op het moment van indiening. Het verlies van belang tijdens de procedure belet niet de beoordeling van een vordering tot schadevergoeding tot herstel, mits het belang bij de aanvang van de procedure aanwezig was.
#### 4.2.4 Collectief belang
Verenigingen zonder winstoogmerk kunnen optreden ter verdediging van een collectief belang indien dit belang onderscheiden is van het algemeen belang en past binnen het maatschappelijk doel van de vereniging. Het collectieve belang moet duidelijk onderscheiden zijn van het individualiseerbaar belang van de leden.
#### 4.2.5 Functioneel belang
Dit belang maakt het mogelijk om een beslissing aan te vechten die raakt aan de prerogatieven van een mandaat of de instelling waartoe de verzoeker behoort.
### 4.3 Ontvankelijkheid wat de termijn betreft
Het annulatieberoep (en de schorsingsvordering) moet worden ingesteld binnen **zestig dagen** nadat de bestreden akte, reglement of beslissing werd bekendgemaakt of betekend. Indien geen bekendmaking of betekening vereist is, gaat de termijn in op de dag van kennisname door de verzoeker.
* **Betekening**: Voor individuele beslissingen die de rechtspositie wijzigen, is een rechtszekere, schriftelijke kennisgeving aan de betrokkene vereist.
* **Bekendmaking**: Geldt in beginsel voor reglementaire besluiten (bijvoorbeeld via publicatie in het Belgisch Staatsblad of een gemeentelijke/provinciale webtoepassing).
* **Voldoende feitelijke kennis**: Indien er geen plicht tot bekendmaking of betekening is, kan een voldoende feitelijke kennisname (kennis van het bestaan, de aard en de draagwijdte van de beslissing) de beroepstermijn doen ingaan. De bewijslast hiervan rust op degene die aanvoert dat de verzoeker voldoende kennis had.
* **Berekening van de termijn**: De dag van de akte wordt niet meegerekend, de vervaldag wel. Is dit een weekenddag of feestdag, dan wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
* **Stuiting van de termijn**: Een klacht bij een toezichthoudend bestuur, tijdig en aangetekend ingediend vóór het verstrijken van de beroepstermijn, kan de termijn stuiten, waarna een nieuwe termijn van 60 dagen begint te lopen.
* **Schorsing van de termijn**: Indien een klacht wordt ingediend bij een ombudsman, wordt de beroepstermijn opgeschort. De termijn vangt opnieuw aan na kennisgeving van de beslissing over de klacht of na vier maanden stilzwijgen van de ombudsman.
## 5. Het annulatieberoep in detail
### 5.1 Papieren of elektronische procedure
* **Papieren procedure**: Processtukken worden per post aangetekend naar de RvS gestuurd. De RvS verstuurt stukken per post aangetekend met ontvangstmelding. Termijnen starten bij ontvangst, of bij weigering van de brief.
* **Elektronische procedure**: Verplicht voor schorsingsprocedures indien partijen advocaat hebben ingeschakeld of voor overheden. Termijnen starten bij de eerste consultatie van het stuk. Bij niet-consultatie binnen drie werkdagen wordt een herinneringsbericht verstuurd, waarna het stuk geacht wordt te zijn betekend na de derde werkdag volgend op het herinneringsbericht.
### 5.2 Het verzoekschrift
Het verzoekschrift moet bevatten:
* Een opschrift.
* Identificatie van de verzoekende partij, met woonplaatskeuze (behalve voor Belgische administratieve overheden).
* Aanduiding van de verwerende partij.
* Uiteenzetting van de feiten.
* Uiteenzetting van het/de middel(en).
#### 5.2.1 Uiteenzetting van het middel
Een middel bestaat uit de vermelding van de geschonden rechtsregel en de concrete schending ervan. Het moet aantonen dat de vernietiging voordeel zal opleveren.
* **Tip**: Kritiek op een overtollig motief of kennis van een motief bij inroepen van schending van de formeel motiveringsplicht, is cruciaal.
#### 5.2.2 Grieven (middelen)
De in het middel aangevoerde gronden voor vernietiging zijn:
* Overtreding van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen.
* Machtsoverschrijding (onbevoegdheid, schending van de wet in materiële zin).
* Machtsafwending: het gebruiken van een bevoegdheid voor een ander doel dan waarvoor ze verleend is (zeldzaam aanvaard en moeilijk te bewijzen, vereist beslissing door algemene vergadering).
#### 5.2.3 Tijdstip van aanbrengen middel
In beginsel is het aanvoeren van nieuwe middelen na de verjaringstermijn onontvankelijk. Uitzonderingen bestaan voor middelen die de openbare orde raken, of wanneer grieven steunen op informatie die pas uit het administratief dossier blijkt.
#### 5.2.4 Ambtshalve middel
De Raad van State kan ambtshalve een middel onderzoeken, maar dit is afhankelijk van de specifieke omstandigheden en mag niet in strijd zijn met de beginselen van loyale procesvoering.
### 5.3 Voorafgaande maatregelen en uitwisseling van memories
Na het indienen van het verzoekschrift volgen:
* **Memorie van antwoord en administratief dossier**: Door de verwerende partij binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoekschrift. Laattijdige indiening kan leiden tot uitsluiting uit de debatten of tot het als bewezen achten van de aangevoerde feiten door de verzoeker.
* **Memorie van wederantwoord of toelichtende memorie**: Door de verzoekende partij binnen 60 dagen na ontvangst van de memorie van antwoord of na mededeling dat geen antwoord werd ingediend. Laattijdige indiening kan leiden tot het vaststellen van het ontbreken van belang.
* **Verzoekschrift tot tussenkomst**: Kan ingediend worden binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoekschrift of na bekendmaking, tenzij dit de procedure vertraagt.
### 5.4 Auditoraatsverslag
De auditeur brengt verslag uit over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het beroep. Er geldt een ordertemijn van zes maanden vanaf de ontvangst van het volledige dossier. Na een tussenarrest kan een aanvullend onderzoek en verslag volgen binnen drie maanden.
### 5.5 Laatste memories en verzoek tot voortzetting
Partijen hebben dertig dagen voor laatste memories. Indien de auditeur oordeelt dat het beroep onontvankelijk of ongegrond is, moet de verzoeker een verzoek tot voortzetting indienen, anders wordt hij geacht afstand te doen van het geding. Doet de verwerende partij geen verzoek tot voortzetting na een gunstig auditoraatsverslag, kan dit leiden tot nietigverklaring volgens een versnelde procedure.
### 5.6 Zitting en arrest
* **Vernietigingsarrest**: Heeft absoluut gezag van gewijsde (erga omnes) en werkt terugwerkend (ex tunc).
* **Verwerpingsarrest**: Heeft relatief gezag van gewijsde (tussen partijen).
* **Schorsingsarrest**: Schorst de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing, werkt ex nunc en heeft absoluut gezag van gewijsde.
## 6. Bijzonderheden (gewoon) administratief kort geding
Het administratief kort geding (schorsingsprocedure) is bedoeld voor situaties die **spoedeisendheid** vereisen, en wanneer een behandeling in een beroep tot nietigverklaring te lang zou duren.
* **Grondvoorwaarden**:
* De zaak is te spoedeisend voor een normale behandeling.
* Minstens één ernstig middel dat zich leent voor een versnelde behandeling en waarbij de nietigverklaring prima facie verantwoord kan worden.
* Een belangenafweging vindt plaats.
* **Procedure**: Elektronische procedure is verplicht bij bijstand door advocaat. De procedure is beperkt tot een verzoekschrift, een nota van de verwerende partij, en eventueel een verzoek tot tussenkomst en een mondeling verslag van de auditeur.
### 6.1 Bijzonderheden kort geding bij UDN (Uiterst Dringend Noodzakelijk)
Dit geldt voor zaken met een **uiterst dringend karakter**, waarbij de gewone schorsingsprocedure niet volstaat. De verzoeker moet ‘diligent’ handelen en de urgentie onderbouwen met concrete feiten. De procedurekalender wordt ‘onverwijld’ vastgesteld.
### 6.2 Vorderingen tot schorsing inzake overheidsopdrachten
Een specifieke regeling geldt voor vorderingen tot schorsing betreffende overheidsopdrachten, wat de procedure en termijnen beïnvloedt.
## 7. Doelloze vorderingen en korte debatten
Op initiatief van de auditeur-verslaggever kan bij doelloze vorderingen of korte debatten (bijvoorbeeld indien de middelen duidelijk gegrond of ongegrond zijn) een snelle uitspraak volgen. Indien de kamervoorzitter het eens is met het verslag, wordt de zaak definitief beslecht. Indien niet, wordt de zaak verwezen naar de gewone rechtspleging.
## 8. Gevolgen van vernietigingsarresten
### 8.1 Gezag van gewijsde en terugwerkende kracht
Een vernietigingsarrest heeft **absoluut gezag van gewijsde (erga omnes)** en werkt in beginsel **terugwerkend (ex tunc)**. Dit betekent dat de vernietigde beslissing geacht wordt nooit te hebben bestaan.
* **Nuancering**: Op grond van het continuïteitsbeginsel en rechtszekerheid kan de RvS de gevolgen van de vernietiging milderen of de handhaving ervan toestaan, mits dit op verzoek van de verwerende of tussenkomende partij gebeurt, om uitzonderlijke redenen die het legaliteitsbeginsel rechtvaardigen, en na tegensprekelijk debat.
### 8.2 Rechtsherstel door het bestuur
De verwerende partij zal de procedure moeten hernemen, minstens in de fase waarin de onwettigheid is vastgesteld. Een vernietiging leidt niet altijd tot de verplichting om een nieuwe beslissing te nemen; dit hangt af van de redenen van vernietiging. De beslissingstermijnen herleven in principe na vernietiging, en de wetgeving op het moment van de nieuwe beslissing is van toepassing.
### 8.3 Verduidelijkingen en injunctiebevoegdheid
De RvS kan in het vernietigingsarrest verduidelijkingen geven. Bij een vordering tot het nemen van een nieuwe beslissing kan de RvS bevelen dat deze beslissing binnen een bepaalde termijn wordt genomen (injunctiebevoegdheid). Indien de overheid zich onthoudt van het nemen van een beslissing, kan de RvS een onthoudingsverplichting bevelen.
### 8.4 Indeplaatsstelling
In specifieke gevallen van gebonden bevoegdheid kan het arrest van de RvS in de plaats treden van de bestuursbeslissing.
### 8.5 Dwangsom
Indien de verwerende partij een verplichting uit een arrest niet nakomt, kan de RvS een dwangsom opleggen of bevelen de beslissing in te trekken op verbeurte van een dwangsom.
### 8.6 Beslissing tot herstel
Het bestuur kan, met toestemming van de RvS, na intrekking van een onwettige beslissing, de begane onregelmatigheid herstellen om vernietiging te vermijden. Indien het herstel niet tijdig gebeurt, volgt vernietiging.
### 8.7 Schadevergoeding tot herstel
Indien een onwettigheid wordt vastgesteld, kan schadevergoeding gevorderd worden uiterlijk 60 dagen na kennisgeving van het arrest. De RvS houdt hierbij rekening met alle omstandigheden van openbaar en particulier belang, en niet met integrale schadevergoeding zoals bij de burgerlijke rechter. De verzoeker moet nadeel hebben geleden ten gevolge van de vastgestelde onwettigheid.
## 9. Zaken van hoger openbaar belang
Bepaalde zaken worden als van hoger openbaar belang beschouwd, wat kan leiden tot specifieke organisatorische maatregelen binnen de Raad van State.
## 10. Bijzonderheden cassatieprocedure
De cassatieprocedure bij de RvS heeft een beroepstermijn van dertig dagen en vereist dat het verzoekschrift ondertekend is door een advocaat. Een beschikking van toelaatbaarheid fungeert als een filter.
* **Ontvankelijkheid middelen**: Enkel wettigheidskritiek gericht tegen de uitspraak van een bestuursrechter is ontvankelijk. In principe worden geen nieuwe middelen aangevoerd die niet reeds bij de bestuursrechter zijn voorgelegd.
* **Partijen**: Enkel partijen die ontvankelijk waren bij de bestuursrechter kunnen betrokken worden.
* **Procedure**: Na het auditoraatsverslag zijn er geen laatste memories meer; enkel een verzoek tot voortzetting is vereist. Een eindarrest wordt in principe binnen zes maanden na de beschikking van toelaatbaarheid gewezen.
## 11. Bemiddeling
Momenteel is bemiddeling nog niet procedureel verankerd om tijdens een procedure bij de RvS een bemiddelingsprocedure op te starten. Het federaal regeerakkoord suggereert echter een mogelijke toekomstige verankering hiervan.
---
# Rechtsherstel en schadevergoeding na een vernietigingsarrest
Een vernietigingsarrest van de Raad van State heeft verregaande gevolgen, die zich uitstrekken tot het gezag van gewijsde, de terugwerkende kracht en diverse vormen van rechtsherstel.
### 10.1 Gezag van gewijsde
Vernietigingsarresten bezitten een absoluut gezag van gewijsde, wat betekent dat ze erga omnes, oftewel tegenover iedereen, bindend zijn. Dit in tegenstelling tot verwerpingsarresten, die slechts relatief gezag van gewijsde hebben en alleen tussen de partijen in het geding gelden. Het is belangrijk te benadrukken dat een verwerpingsarrest niet impliceert dat de bestreden beslissing rechtmatig is; de burgerlijke rechter kan nog steeds tot een onwettigheid of een fout van de overheid besluiten.
### 10.2 Terugwerkende kracht
Het principe van de terugwerkende kracht (ex tunc) is inherent aan vernietigingsarresten. Dit betekent dat de vernietigde beslissing geacht wordt nooit te hebben bestaan. Echter, dit principe wordt gemilderd door het continuïteitsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Op verzoek van de verwerende of de tussenkomende partij, en om uitzonderlijke redenen die een aantasting van het legaliteitsbeginsel rechtvaardigen na een tegensprekelijk debat, kan de Raad van State de handhaving van de gevolgen van de vernietigde beslissing toestaan. Deze uitzondering mag echter niet leiden tot het uithollen van de uitgesproken vernietiging.
### 10.3 Rechtsherstel door het bestuur
Na een vernietigingsarrest is de verwerende partij verplicht de procedure te hernemen, minstens in de fase waarin de onwettigheid is vastgesteld.
* **Herhaling van de procedure:** De overheid zal de stappen die tot de vernietigde beslissing hebben geleid, opnieuw moeten doorlopen.
* **Nieuwe beslissing:** Een vernietiging impliceert niet altijd een verplichting tot het nemen van een nieuwe beslissing. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een tuchttraffen wordt vernietigd omdat de feiten niet bewezen zijn of omdat de redelijke termijn werd overschreden.
* **Rekening houden met vernietigingsgronden:** De overheid dient rekening te houden met de specifieke redenen die tot de vernietiging hebben geleid. Bij opeenvolgende vernietigingen kan de discretionaire beslissingsruimte van de overheid "verdwijnen".
* **Beslissingstermijnen:** De beslissingstermijnen herleven in principe na een vernietiging.
* **Nieuwe wetgeving:** Bij het nemen van een nieuwe beslissing dient rekening te worden gehouden met de wetgeving die geldt op het moment van de nieuwe beslissing.
* **Pyrrusoverwinning:** Soms kan een vernietiging een pyrrusoverwinning zijn, bijvoorbeeld bij het rechtzetten van een vormgebrek zoals het niet naleven van de hoorplicht.
#### 10.3.1 Verduidelijkingen in het vernietigingsarrest
De Raad van State kan in het vernietigingsarrest zelf verduidelijkingen geven over de te volgen procedure of de te nemen beslissing.
#### 10.3.2 Injunctiebevoegdheid
Wanneer het arrest inhoudt dat de betrokken overheid een nieuwe beslissing moet nemen, kan de Raad van State bevelen dat deze beslissing binnen een bepaalde termijn moet worden genomen. Indien de overheid zich moet onthouden van het nemen van een beslissing, kan de Raad van State ook een dergelijke onthoudingsverplichting bevelen. De procedure hiervoor is geregeld in het koninklijk besluit van 2 april 1991.
#### 10.3.3 Indeplaatsstelling
In specifieke gevallen van gebonden bevoegdheid kan het arrest van de Raad van State in de plaats treden van de bestuursbeslissing. Dit is een vorm van a posteriori rechtsherstel.
#### 10.3.4 Dwangsom
Indien de verwerende partij de verplichtingen die voortvloeien uit het vernietigingsarrest niet nakomt, kan de partij op wier verzoek de nietigverklaring werd uitgesproken, de Raad van State verzoeken om een dwangsom op te leggen. Deze dwangsom kan zowel voor een globaal bedrag als per tijdseenheid of per overtreding worden vastgesteld. De procedure is eveneens geregeld in het koninklijk besluit van 2 april 1991.
### 10.4 Beslissing tot herstel
De Raad van State kan het bestuur toestaan om na intrekking van een onwettige beslissing, een begane onregelmatigheid te herstellen om zo vernietiging te vermijden. Dit gebeurt via een tussenarrest waarbij de Raad een hersteltermijn bepaalt. Indien het herstel tijdig en correct gebeurt, wordt de vordering tot vernietiging afgewezen. Gebeurt dit niet, dan volgt vernietiging.
> **Tip:** Het herstelmechanisme is een belangrijke procedure die de Raad van State de mogelijkheid geeft om de wettigheid van een beslissing te valideren na correctie van een gebrek, zonder noodzakelijk tot vernietiging over te gaan.
### 10.5 Schadevergoeding tot herstel
Wanneer een onwettigheid wordt vastgesteld door de Raad van State, kan een vordering tot schadevergoeding tot herstel worden ingesteld uiterlijk 60 dagen na de kennisgeving van het arrest. Er geldt een "electa una via"-principe, wat betekent dat de benadeelde partij een keuze moet maken tussen de weg van vernietiging en de weg van schadevergoeding. De Raad van State kent geen integrale schadevergoeding toe zoals de burgerlijke rechter; er wordt rekening gehouden met "alle omstandigheden van openbaar en particulier belang". De verzoeker moet wel aantonen een nadeel te hebben geleden ten gevolge van de vastgestelde onwettigheid.
### 10.6 Zaken van hoger openbaar belang
Bepaalde zaken worden als zaken van "hoger openbaar belang" aangemerkt, waarvoor specifieke organisatorische maatregelen mogelijk zijn binnen de procedure van de Raad van State.
### 10.7 Bijzonderheden cassatieprocedure
In de cassatieprocedure bij de Raad van State gelden specifieke regels voor de termijnen en de middelen die kunnen worden aangevoerd. Enkel wettigheidskritiek gericht tegen uitspraken van bestuursrechters is ontvankelijk, en in principe kunnen geen middelen worden aangevoerd die niet reeds bij de bestuursrechter zijn opgeworpen. De beslissing van toelaatbaarheid fungeert als een filter.
### 10.8 Bemiddeling
Hoewel nog niet procedureel verankerd, wordt bemiddeling als een mogelijkheid overwogen om geschillen binnen de Raad van State op te lossen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Accessorium | Een bijkomende bevoegdheid of rechtsfiguur die voortvloeit uit een hoofdbevoegdheid of hoofdrecht, en daaraan verbonden is. |
| Annulatiebevoegdheid | De bevoegdheid van de Raad van State om een administratieve rechtshandeling te vernietigen (nietig te verklaren) indien deze onwettig is. |
| Cassatiebevoegdheid | De bevoegdheid van de Raad van State om beslissingen van lagere rechtscolleges te vernietigen wegens schending van de wet of procedurele fouten, zonder de zaak ten gronde te behandelen. |
| Rechtsmacht (volle) | De bevoegdheid van een rechter om in een geschil te oordelen over zowel de feitelijke als de juridische aspecten, en indien nodig de bestreden beslissing te vervangen door een eigen beslissing. |
| Attributieconflicten | Geschillen over de bevoegdheid tussen verschillende bestuursrechtelijke rechtscolleges. |
| Rechtspleging | Het geheel van de procedures en handelingen die gevolgd worden om een zaak voor de rechter te brengen en te beslechten. |
| Wettigheidsrechter | Een rechter die enkel de wettigheid van een beslissing toetst, zonder zich uit te spreken over de opportuniteit of wenselijkheid van die beslissing. |
| Inquisitoriale aard | Een procedurevorm waarbij de rechter actief deelneemt aan het onderzoek van de zaak, bewijsmateriaal verzamelt en partijen ondervraagt. |
| Hakbijltermijnen | Strikte, niet-rekbare termijnen waarbinnen bepaalde procedurehandelingen moeten worden verricht, met het risico dat de zaak onontvankelijk wordt verklaard indien deze termijnen worden overschreden. |
| Griffhoudende administratieve rechtshandeling | Een administratieve handeling die een rechtsgevolg beoogt te creëren of te beletten, en de rechtzoekende onmiddellijk en effectief kan benadelen, waardoor deze vatbaar is voor een beroep tot nietigverklaring. |
| Complex administratieve rechtshandeling | Een reeks opeenvolgende administratieve handelingen waarvan de laatste de beslissende is, en waarbij de eerdere handelingen een voorbereidend karakter hebben ten opzichte van de eindbeslissing. |
| Impliciete beslissing | Een beslissing die niet expliciet wordt genomen, maar waarvan wordt aangenomen dat deze bestaat door het stilzwijgen van de overheid na een bepaalde termijn, wat als een afwijzing wordt beschouwd. |
| Procesbevoegdheid (hoedanigheid) | Het vermogen van een persoon of entiteit om een geschil aanhangig te maken bij de rechter en te verzoeken er uitspraak over te doen. |
| Procesbekwaamheid | De bekwaamheid van een persoon om zelfstandig een proces aan te gaan en daaraan deel te nemen. Minderjarigen bezitten deze bekwaamheid doorgaans niet. |
| Belang (rechtens vereist) | Een voorwaarde waaraan een verzoeker moet voldoen om ontvankelijk te zijn in zijn beroep, wat inhoudt dat hij een persoonlijk, rechtstreeks, zeker, actueel en wettig nadeel moet lijden dat door de bestreden beslissing wordt veroorzaakt, en dat de vernietiging van die beslissing hem een direct voordeel zou verschaffen. |
| Annulatieberoep | Een rechtsmiddel gericht op de vernietiging van een onwettige administratieve beslissing. |
| Bekendmaking | De formele bekendmaking van een beslissing aan het publiek, meestal via officiële publicatiekanalen zoals het Belgisch Staatsblad, waardoor de termijn voor beroep kan ingaan. |
| Betekening | De formele, persoonlijke kennisgeving van een beslissing aan een specifieke persoon, vaak door middel van een deurwaardersexploot of aangetekende zending, wat de beroepstermijn in werking stelt. |
| Stuiting van de termijn | Handelingen die, indien correct uitgevoerd, de lopende beroepstermijn onderbreken en een nieuwe termijn doen ingaan, waardoor een eventueel later ingediend beroep toch nog ontvankelijk kan zijn. |
| Schorsing van de termijn | Het tijdelijk stopzetten van de lopende beroepstermijn, bijvoorbeeld bij het indienen van een klacht bij een ombudsman, waardoor de beroepstermijn wordt verlengd met de duur van de schorsing. |
| Middel | Een juridische grondslag waarop een beroep wordt gebaseerd, waarbij de verzoeker aanvoert dat de bestreden beslissing onwettig is wegens schending van een rechtsregel. |
| Machtsoverschrijding | Een vorm van onwettigheid waarbij een bestuursorgaan handelt buiten de grenzen van de bevoegdheid die de wet haar heeft toegekend. |
| Machtsafwending | Een vorm van onwettigheid waarbij een bestuursorgaan haar bevoegdheid gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is verleend. |
| Openbare orde | Fundamentele rechtsnormen die de basis vormen van de rechtsorde en die door de rechter ambtshalve (uit eigen beweging) worden onderzocht. |
| Auditoraatsverslag | Een verslag opgesteld door een auditeur (een onafhankelijke magistraat binnen de Raad van State) dat een advies geeft over de ontvankelijkheid en gegrondheid van een beroep. |
| Gezag van gewijsde | Het principe dat een definitieve rechterlijke uitspraak bindend is en niet meer kan worden aangevochten. Het kan absoluut (erga omnes) of relatief (tussen partijen) zijn. |
| Terugwerkende kracht (ex tunc) | Het effect dat een vernietigde beslissing wordt geacht nooit te hebben bestaan, met gevolgen voor het verleden. |
| Rechtszekerheidsbeginsel | Een algemeen rechtsbeginsel dat erop gericht is rechtsbetrekkingen zo stabiel en voorspelbaar mogelijk te maken, onder meer door het beperken van de terugwerkende kracht van rechterlijke uitspraken. |
| Rechtsherstel | Het herstellen van de door een onwettige beslissing veroorzaakte schade of onrechtmatige situatie, zowel materieel als formeel. |
| Injunctiebevoegdheid | De bevoegdheid van de rechter om een bestuursorgaan te bevelen een nieuwe beslissing te nemen of zich te onthouden van een bepaalde handeling, binnen een bepaalde termijn. |
| Indeplaatsstelling | De situatie waarin een rechterlijke uitspraak de plaats inneemt van de bestuursbeslissing die vernietigd werd. |
| Dwangsom | Een geldsom die door de rechter wordt opgelegd aan een partij die een verplichting niet nakomt, teneinde deze aan te zetten tot uitvoering van de opgelegde last. |
| Tussenarrest | Een arrest dat door de rechter wordt uitgesproken om een voorlopige beslissing te nemen, terwijl het onderzoek van de zaak nog niet volledig is afgerond, vaak met het oog op het vaststellen van onwettigheid en het bepalen van een hersteltermijn. |
| Hoger openbaar belang | Zaken die van uitzonderlijk groot belang zijn voor de samenleving, waarvoor specifieke procedures en organisatorische maatregelen kunnen gelden. |