Cover
Jetzt kostenlos starten hala sultan tekke (4).pdf
Summary
# Opgravingsgeschiedenis van Hala Sultan Tekke
De opgravingsgeschiedenis van Hala Sultan Tekke toont een evolutie van vroege, artefact-gedreven expedities naar meer systematische en interdisciplinaire archeologische studies, die verschillende methoden en focusgebieden omvatten [1](#page=1).
### 1.1 Vroege expedities (eind 19e - begin 20e eeuw)
De eerste opgravingen op de site van Hala Sultan Tekke vonden plaats tussen 1894 en 1898, in opdracht van het British Museum. Deze expedities waren kortstondig, duurden zelden langer dan een week, en hadden niet als primaire doelstelling het vergaren van wetenschappelijke kennis. De focus lag op het verzamelen van artefacten, met name luxegoederen zoals kralen, cilinderzegels en diademen, die sindsdien deel uitmaken van de collectie van het British Museum. Vanwege deze aanpak zijn er geen gedetailleerde opgravingsrapporten of notities uit deze periode beschikbaar [1](#page=1).
### 1.2 Zweedse opgravingen
De Zweedse archeologische inspanningen begonnen in 1948 met een korte opgraving door Furumark, waarbij een grote pithos werd ontdekt. Een meer uitgebreid Zweeds project liep van 1971 tot 2008 onder leiding van Paul Astrom van de Universiteit van Göteborg. Dit onderzoek had tot doel de omvang van de nederzetting te bepalen en omvatte kleinere opgravingen in verschillende delen van de stad, inclusief de stadsmuur en artefacten [1](#page=1).
In 2010 werd de Zweedse expeditie hervat onder leiding van Peter Fischer. Tijdens dit project werd vastgesteld dat er tussen de verschillende opgravingen op diverse momenten sprake was geweest van plunderingen, wat resulteerde in het verschijnen van artefacten op de antiekmarkt. Tot 2019 concentreerden de opgravingen zich op de stadsdelen CQ1, CQ2, CQ3 en CQ4, evenals op de begraafplaats. De focus lag hier op het documenteren van graven die blootgesteld waren aan plunderingen, erosie en landbouw. Dit Zweedse project loopt nog steeds [1](#page=1).
### 1.3 Recente Belgische projecten (vanaf 2020)
De Belgische archeologische projecten startten in 2020 en zijn een samenwerking tussen de KU Leuven en de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Eén project, getiteld "Untangling the Late Bronze Age Collapse. An interdisciplinary study of collapse dynamics and resilience strategies in the Larnaca Bay area", richt zich op het beantwoorden van openstaande vragen over de ineenstorting van de Late Bronstijd. Het andere project, "The Hala Sultan Tekke Hinterland Survey Project" onder leiding van Professor Vandam van de VUB, is een onderzoek binnen de landschapsarcheologie. Beide projecten lopen nog, en er worden nieuwe rapporten en notities verwacht [1](#page=1).
> **Tip:** De evolutie van de opgravingsmethoden weerspiegelt bredere trends in de archeologie, van vroege schatzoektochten tot moderne, interdisciplinaire benaderingen.
### 1.4 De stad en haar bewoningslagen
De site van Hala Sultan Tekke bestaat uit vier opgegraven stadsdelen en een begraafplaats die Area A wordt genoemd. Area A is een extramurale begraafplaats, gelegen buiten het stadscentrum. Er zijn ook sporen van intramurale begravingen gevonden, wat, in combinatie met andere funerale tradities, wijst op een interculturele bevolking. Een mogelijke stadsmuur is aangetroffen ten zuiden van de site, die vermoedelijk de hele stad omringde. Geofysisch onderzoek is nog gaande om meer duidelijkheid te verkrijgen over de stadsmuur. De stad kent vijf bewoningslagen, hoewel niet elk stadsdeel alle vijf lagen bevat. Bewoningslagen 1 en 2 werden beide verwoest, waarbij de datering van deze verwoesting is vastgesteld met C14-datering op de aslaag [2](#page=2).
> **Tip:** Het aantal en de aanwezigheid van bewoningslagen kunnen variëren per onderzochte sector, wat de complexe geschiedenis van de site benadrukt.
#### 1.4.1 City Quarter 1 (CQ 1)
CQ 1 telt vijf bewoningslagen, voornamelijk bestaande uit woningen en werkplaatsen [2](#page=2).
* **Stratum 4-5 (15e-14e eeuw v.o.t.):** Het bewijs voor deze vroege bewoning, naast de grafcontexten, bestaat uit diverse keramiekscherven [2](#page=2).
* **Stratum 3 (13e eeuw v.o.t.):** Deze periode markeert het hoogtepunt van de stad, wat zichtbaar is in de architectuur en handel. De huizen bereikten hun grootste omvang en er werd een opslagruimte met ongeveer één ton kopererts en -slakken gevonden [2](#page=2).
* **Stratum 2 (ongeveer 1200 v.o.t.):** In deze laag werd een huisaltaar aangetroffen, met binnenin scherven van de Creature- en Bird-krater, die waarschijnlijk braken tijdens de eerste verwoesting van de stad [2](#page=2).
* **Stratum 1 (1e helft 12e eeuw v.o.t.):** Ook deze jongste bewoningslaag werd verwoest [2](#page=2).
#### 1.4.2 City Quarter 2 (CQ 2)
CQ 2 heeft twee bewoningslagen [3](#page=3).
* **Stratum 2 (ongeveer 1200 v.o.t.):** Er is bewijs gevonden voor een verwijderde intramurale begraving. Luxegoederen, zoals de Horned God krater, die in de verwoestingslaag werden teruggevonden, suggereren dat dit stadsdeel bewoond werd door rijke ambachtslieden [3](#page=3).
* **Stratum 1 (1e helft 12e eeuw v.o.t.):** In deze laag werden werkinstrumenten gevonden [3](#page=3).
#### 1.4.3 City Quarter 3 (CQ 3)
CQ 3 telt eveneens twee bewoningslagen [3](#page=3).
* **Stratum 2 (ongeveer 1200 v.o.t.):** Hier werden werkplaatsen voor textielproductie aangetroffen, geïdentificeerd door bepleisterde bassins met paarse vlekken van murex-schelpen [3](#page=3).
* **Stratum 1 (1e helft 12e eeuw v.o.t.):** De sporen van textielproductie werden ook in deze laag gevonden. Daarnaast zijn er sporen van een kleinschalige keramiekwerkplaats aangetroffen, maar bewijs van metaalbewerking ontbreekt in deze laag [3](#page=3).
#### 1.4.4 City Quarter 4 (CQ 4)
CQ 4 is beperkt opgegraven [3](#page=3).
* **Stratum 1 (1e helft 12e eeuw v.o.t.):** De architectuur in deze laag is opmerkelijk monumentaler. Er werd een grote opslagruimte teruggevonden, maar de belangrijkste vondst is een geavanceerde badkamer met een wateraan- en afvoersysteem. Gezien de ligging dicht bij de haven en de monumentale architectuur, wordt vermoed dat dit een wijk was voor de rijke elite en handelaren [3](#page=3).
### 1.5 Handel en economie
Hala Sultan Tekke beschikte over een belangrijke haven, hoewel deze zelf nog niet is teruggevonden vanwege natuurlijke processen die de baai tot een meer hebben gevormd ongeveer 3000 jaar geleden. De theorie is dat naburige nederzettingen hun goederen naar de site brachten voor handel in de haven, waardoor Hala Sultan Tekke zich kon positioneren als een ware havenstad in de Late Bronstijd. Er zijn diverse import- en exportproducten gevonden, variërend van Myceens aardewerk tot rolzegels uit Mesopotamië [3](#page=3).
#### 1.5.1 Exportproducten
Drie belangrijke exportproducten kunnen worden gelinkt aan hun productielocaties op de site [3](#page=3).
* **Paars textiel:** De productie hiervan is zichtbaar door de vondst van purperslakken (murex), paarse vlekken en bassins [3](#page=3).
* **Brons:** Met bijbehorende slakken en ovens werd grootschalige bronsfabricage op de site aangetoond. In City Quarter 1 werd ongeveer één ton aan koperresten gevonden [3](#page=3).
* **Cypriotisch aardewerk:** Dit was populair in de mediterrane wereld, met productie zichtbaar door ovens en scherven op de site, evenals in graven [3](#page=3).
Er is ook een vierde, onbewezen mogelijkheid van handel in inheemse producten, zoals het regionale verhandelen van oogstoverschotten met naburige nederzettingen [4](#page=4).
#### 1.5.2 Importproducten
Veel verschillende soorten importproducten zijn aangetroffen. De belangrijkste handelscontacten waren met Egypte, de Levant, Kreta en Sardinië [4](#page=4).
* **Aardewerk:** Vroege importen bestonden voornamelijk uit Myceense en Minoïsche kraters en keramieken beeldjes, vaak gevonden in grafcontexten. Zwart Nuragisch aardewerk uit Sardinië en parfumflesjes uit de Levant zijn ook veelvoorkomend [4](#page=4).
* **Kostbare materialen en objecten:** Het herkomstonderzoek van zilver en goud is complex door recycling en menging. Het meeste zilver komt waarschijnlijk uit Griekenland en Anatolië, met een mogelijkheid van zilver uit Spanje en de Balkan. Goud, zowel als afgewerkt product als ruw materiaal, is aanwezig. Veel gouden voorwerpen gemengd met zilver komen uit Egypte, zoals blijkt uit herkomstanalyse en objecten met specifieke inscripties, zoals een scarabee met de cartouche van Amenhotep III. Ruw goud komt waarschijnlijk uit Nubië [4](#page=4).
* **Mineralen:** Rolzegels van hematiet, chloriet en speksteen, vervaardigd in Mesopotamië, de noordelijke Levant en Cyprus zelf, zijn gevonden. Lapis lazuli van hoge kwaliteit is gelinkt aan mijnen in Afghanistan. Parels van carneool komen waarschijnlijk uit India, en turquoise parels uit het Sinaïgebied zijn eveneens prominent aanwezig [4](#page=4).
* **Organische objecten:** Voorwerpen van ivoor (ook van nijlpaarden), struisvogeleieren en schelpen zijn gevonden, veelal afkomstig uit Noord-Afrika, Egypte of de Levant. Een bijzondere vondst is barnsteen uit het Baltische zeegebied [4](#page=4).
### 1.6 Keramiek
Veel aardewerk op de site werd gevonden in grafcontexten, offerputten, huizen en werkplaatsen. Er is een duidelijk onderscheid tussen de inheemse traditie en de exportkeramiek. De belangrijkste Cypriotische traditie is die van het white-slip I en II aardewerk. De export wordt vertegenwoordigd door Myceense kraters, die later door inheemse pottenbakkers werden nagemaakt. De kwaliteit van het inheemse aardewerk is zichtbaar slechter dan dat van het originele Myceense aardewerk. Zwart aardewerk uit Sardinië lijkt sterk op het inheems zwart burnished aardewerk; onderscheid is enkel mogelijk via FTIR-analyse om de chemische verbindingen te vergelijken met een bekend referentiepunt. Het opstellen van een vaste chronologie is lastig, omdat aardewerk over een lange periode in gebruik was [5](#page=5).
### 1.7 Begraving
De belangrijkste begraafplaats bevindt zich in Area A en kent drie verschillende graftypes: het kamergraf, de schachtgraf en de gerecycleerde waterput. Een bijbehorend fenomeen zijn de offerputten, die geen skeletten bevatten maar wel aardewerk en vaak gelinkt zijn aan grotere kamer- of schachtgraven. Kamergraven en schachtgraven worden beschouwd als elitegraven, rijk aan grafgiften en met meerdere lichamen. Waterputgraven bevatten geen grafgiften, maar wel meerdere individuen. De begraafplaats was in gebruik van 1550 tot 1200 v.o.t., waarbij de kamer- en schachtgraven gedurende deze gehele periode werden benut. Een mix van volwassenen en kinderen werd in alle grafsoorten aangetroffen [5](#page=5).
#### 1.7.1 Kamergraf XX
In kamergraf XX werden acht kinderen en negen volwassenen gevonden. De hypothese van een familiegraf wordt onderzocht met DNA-onderzoek. Een opvallende eigenschap is dat alle skeletten een kunstmatige craniale vervorming vertonen, een veelvoorkomende traditie in Cyprus tijdens de Late Bronstijd. Het graf heeft een 8-vormige structuur met een toegangsschacht [5](#page=5).
#### 1.7.2 Schachtgraf LL
Schachtgraf LL bevatte eveneens meerdere individuen. Ondanks verbrande resten kon het aantal en de leeftijd van de individuen geschat worden aan de hand van tanden. Er wordt een maximum van elf kinderen tussen 1-14 jaar en acht volwassenen tussen 20-24 jaar geschat. De onvolledige staat van de resten is te wijten aan verbranding en verplaatsing; de resten werden waarschijnlijk elders verbrand en later in het graf gedeponeerd. Dit graf is rijk aan grafgiften, waaronder hematiet gewichtjes voor een weegschaal en een amethist [6](#page=6).
#### 1.7.3 Gerecycleerde waterputgraf A en offerputten
Waterputten werden vaak gerecycleerd als offerputten of graven, zoals graf A. In dit graf bevinden zich zes individuen zonder grafgiften. Scherven van aardewerkafval maakten datering mogelijk. De individuen werden relatief gelijktijdig begraven, en hun resten suggereren een zwaar leven, wat leidt tot de "outcast-theorie" van mensen die aan de rand van de maatschappij leefden. Ook hier werden sporen van kunstmatige craniale vervormingen op de schedels aangetroffen. De offerputten variëren in vorm, variërend van waterputten tot 8-vormige putten en ondiepe kuilen. De vondsten blijven consistent en bestaan uit aardewerk en keramieken beeldjes, zowel inheems als van export [6](#page=6).
### 1.8 Verwoesting
De stad werd voor het eerst verwoest in 1200 v.o.t., maar daarna weer opgebouwd. De definitieve verwoesting en verlating van de site vond plaats rond 1150 v.o.t.. Onderzoek naar de oorzaken hiervan is nog gaande, maar de verlating wordt toegeschreven aan een combinatie van twee redenen [6](#page=6).
1. **Klimaatverandering:** Onderzoek wijst op een drogere periode, wat de landbouw en economie beïnvloedde en waarschijnlijk leidde tot migratie naar gebieden met betere landbouwgronden [6](#page=6).
2. **Zeevolkeren:** In deze periode zijn er bewijzen van plunderingen en verbrandingen van sites in de regio door de zeevolkeren. Hala Sultan Tekke heeft twee verbrandingslagen, wat wijst op twee verwoestingen [6](#page=6).
Het grootste deel van de bevolking vluchtte waarschijnlijk naar Kition, 6 km verderop, dat een dichtbevolkt toevluchtsoord werd. Een kleiner deel vluchtte mogelijk met schepen en sloot zich, al dan niet gedwongen, aan bij de zeevolkeren [6](#page=6).
---
# Stadsstructuur en bewoningslagen
Dit gedeelte beschrijft de fysieke indeling van de stad Hala Sultan Tekke, de verschillende bewoningslagen en de architecturale kenmerken per laag.
### 2.1 Algemene stadsstructuur
De site van Hala Sultan Tekke bestaat uit vier opgegraven stadsdelen, aangeduid als CQ1 tot en met CQ4. Daarnaast is er een begraafplaats, Area A genoemd, die zich buiten het stadscentrum bevindt (extramuraal). Er zijn ook sporen van intramurale begravingen gevonden, wat wijst op een interculturele bevolking door de combinatie van begrafenistradities. Een mogelijke stadsmuur, die de gehele stad zou hebben omringd, is aangetroffen ten zuiden van de site. Geofysisch onderzoek is nog gaande om meer duidelijkheid te krijgen over deze stadsmuur [2](#page=2).
De stad telt in totaal vijf bewoningslagen, hoewel niet alle vijf in elk stadsdeel zijn aangetroffen. Bewoningslagen 1 en 2 zijn beide verwoest. De data van deze verwoesting zijn vastgesteld aan de hand van C14-datering op de aslaag. Na de verwoesting vluchtte het grootste deel van de bevolking waarschijnlijk naar Kition, een stad op 6 kilometer afstand, die een dichtbevolkt toevluchtsoord werd voor verwoeste sites in de regio. Een kleiner deel van de inwoners zou met nog niet verwoeste schepen zijn gevlucht en zich mogelijk gedwongen hebben aangesloten bij de zeevolkeren [2](#page=2).
### 2.2 Bewoningslagen per stadsdeel
#### 2.2.1 Stadsdeel CQ1
CQ1 telt vijf bewoningslagen en bestaat voornamelijk uit woningen en werkplaatsen [2](#page=2).
* **Stratum 4-5 (15e-14e eeuw v.o.t.):** Het bewijs voor deze vroege bewoning, naast dat in de graven, bestaat uit verschillende soorten keramiekscherven [2](#page=2).
* **Stratum 3 (13e eeuw v.o.t.):** Dit was de periode waarin de stad haar hoogtepunt bereikte, wat zichtbaar is in de architectuur en handel. De huizen kenden hun grootste omvang en er werd een opslagruimte met ongeveer één ton aan koperresten en -slakken gevonden [2](#page=2) [4](#page=4).
* **Stratum 2 (+/- 1200 v.o.t.):** In deze laag werd een huisaltaar gevonden. Binnen werden scherven van de Creature- en Bird-krater teruggevonden, die waarschijnlijk braken tijdens de eerste verwoesting van de stad [2](#page=2).
* **Stratum 1 (1e helft 12e eeuw v.o.t.):** Ook deze jongste bewoningslaag werd verwoest [2](#page=2).
#### 2.2.2 Stadsdeel CQ2
CQ2 telt twee bewoningslagen [3](#page=3).
* **Stratum 2 (+/- 1200 v.o.t.):** Deze laag toont bewijs voor een verwijderde intramurale begraving. De artefacten die in de verwoestingslaag zijn teruggevonden, zijn luxegoederen, zoals de Horned God krater, wat suggereert dat dit stadsdeel bewoond werd door rijke ambachtslieden [3](#page=3).
* **Stratum 1 (1e helft 12e eeuw v.o.t.):** In deze laag werden werkinstrumenten gevonden [3](#page=3).
#### 2.2.3 Stadsdeel CQ3
CQ3 telt eveneens twee bewoningslagen [3](#page=3).
* **Stratum 2 (+/- 1200 v.o.t.):** In dit stadsdeel en deze laag werden werkplaatsen voor textielproductie aangetroffen, herkenbaar aan bepleisterde bassins met paarse vlekken van murex-schelpen [3](#page=3).
* **Stratum 1 (1e helft 12e eeuw v.o.t.):** Ook in deze laag zijn sporen van textielproductie teruggevonden. Daarnaast werden sporen van een kleinschalige keramiekwerkplaats gevonden, terwijl bewijs voor metaalbewerking in deze laag volledig ontbreekt [3](#page=3).
#### 2.2.4 Stadsdeel CQ4
CQ4 is beperkt opgegraven en kent één bewoningslaag [3](#page=3).
* **Stratum 1 (1e helft 12e eeuw v.o.t.):** Opmerkelijk in deze laag is de monumentaler architectuur. Er werd een grote opslagruimte teruggevonden, maar de belangrijkste vondst is een geavanceerde badkamer met een aan- en afvoersysteem voor water. Gezien de ligging van dit stadsdeel het dichtst bij de haven, samen met de monumentale architectuur, wordt vermoed dat dit een wijk was voor de rijke elite en handelaren [3](#page=3).
> **Tip:** Let op de specifieke dateringen (v.o.t.) en de kenmerken die per stratum worden beschreven. Dit helpt om de chronologische ontwikkeling en functie van de verschillende stadsdelen te begrijpen.
> **Tip:** De aanwezigheid van specifieke artefacten, zoals de Creature- en Bird-kraters of de Horned God krater, kan indicatief zijn voor de periode en de gebeurtenissen (bv. verwoesting) die de bewoningslaag kenmerken.
> **Tip:** Vergelijk de kenmerken van de verschillende stadsdelen (bv. CQ1 met woningen en werkplaatsen, CQ3 met textielproductie) om een beeld te krijgen van de functies van de verschillende wijken binnen Hala Sultan Tekke.
---
# Handel en economie
Dit onderwerp onderzoekt de economische rol van Hala Sultan Tekke als havenstad tijdens de Late Bronstijd, met een gedetailleerde analyse van zowel exportproducten als importproducten en hun herkomst.
### 3.1 Hala Sultan Tekke als havenstad
Hala Sultan Tekke beschikte over een belangrijke haven die cruciaal was voor de Late Bronstijd. Hoewel de haven zelf nog niet archeologisch is teruggevonden, vermoedt men dat de transformatie van de baai tot een meer ongeveer 3000 jaar voor onze jaartelling hieraan heeft bijgedragen. Een theorie stelt dat naburige nederzettingen hun goederen naar Hala Sultan Tekke brachten om ze in de haven te verhandelen, wat de stad de status van een volwaardige havenstad in de Late Bronstijd verleende. De aanwezigheid van talrijke import- en exportproducten, variërend van Myceens aardewerk tot rolzegels uit Mesopotamië, getuigt van een breed handelingsspectrum [3](#page=3).
### 3.2 Exportproducten
Er zijn drie hoofdproducten geïdentificeerd als belangrijke exportartikelen, waarvan de productielocaties op de site van Hala Sultan Tekke zichtbaar zijn [3](#page=3).
#### 3.2.1 Textiel
De productie van paars textiel wordt aangetoond door de vondst van purperslakken (murex), paarse vlekken en specifieke bassins op de site [3](#page=3).
#### 3.2.2 Brons
Brons was eveneens een belangrijk exportproduct, ondersteund door de vondst van brons slakken en ovenresten. In City Quarter 1 alleen al werd ongeveer een ton aan deze slakken gevonden, wat wijst op een grootschalige bronsproductie op de site [4](#page=4).
#### 3.2.3 Aardewerk
Cypriotisch aardewerk was zeer populair in de Mediterrane wereld. De productie ervan is te traceren via ovens en scherven op de site, maar ook via vondsten in graven op en rond Hala Sultan Tekke [4](#page=4).
#### 3.2.4 Potentiële inheemse producten
Er is een vierde, minder bewezen, mogelijkheid van handel in inheemse producten. Het overschot van de oogst werd potentieel regionaal verhandeld met naburige nederzettingen [4](#page=4).
### 3.3 Importproducten
Hala Sultan Tekke importeerde een breed scala aan goederen, wat wijst op handelscontacten met Egypte, de Levant, Kreta en Sardinië [4](#page=4).
#### 3.3.1 Keramiek
Verschillende productielocaties van aardewerk hebben bijgedragen aan de import. De vroegste importvondsten omvatten voornamelijk Myceense en Minoïsche krater en keramische beeldjes, vaak gevonden in grafcontexten. Zwart Nuragic aardewerk uit Sardinië en parfumflesjes uit de Levant kwamen ook veelvuldig voor [4](#page=4).
Verder onderzoek heeft aangetoond dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen aardewerk van de inheemse Cypriotische traditie en importkeramiek. De belangrijkste Cypriotische traditie betreft white-slip I en II aardewerk. De export wordt vertegenwoordigd door Myceense krater, die later door lokale pottenbakkers werden nagebootst. Het onderscheid tussen origineel Myceens aardewerk en de lokale imitaties is zichtbaar in de mindere kwaliteit van de inheemse productie. Zwart aardewerk uit Sardinië is ook nauw verwant aan het inheemse zwart burnished aardewerk, en kan enkel betrouwbaar onderscheiden worden met behulp van FTIR-analyse om de chemische verbindingen te vergelijken met gekende referentiepunten. Het opstellen van een vaste chronologie voor aardewerk is complex vanwege het langdurige gebruik ervan [5](#page=5).
#### 3.3.2 Edele metalen
Naast aardewerk werden ook kostbare materialen en objecten geïmporteerd [4](#page=4).
##### 3.3.2.1 Zilver en goud
Herkomstonderzoek van zilver en goud is niet altijd eenvoudig vanwege recycling en menging. Het merendeel van het zilver kwam waarschijnlijk uit Griekenland en Anatolië, met een mogelijke bron uit Spanje en de Balkan. Goud, zowel als afgewerkt product als ruw materiaal, was ook aanwezig op de site. Veel gouden voorwerpen, vaak gemengd met zilver, kwamen uit Egypte, wat blijkt uit herkomstanalyse. De vorm en inscriptie van artefacten, zoals een scarabee met de cartouche van Amenhotep III, konden soms volstaan om de herkomst te bepalen. Ruw goud werd vermoedelijk uit Nubië verkregen [4](#page=4).
#### 3.3.3 Mineralen
Objecten gemaakt van mineralen waren zeer gevarieerd [4](#page=4).
##### 3.3.3.1 Rolzegels
Rolzegels van hematiet, chloriet en speksteen werden gevonden en vervaardigd in Mesopotamië, de noordelijke Levant en Cyprus. De exacte herkomst van deze gesteenten is niet altijd duidelijk, maar ze worden beschouwd als importproducten [4](#page=4).
##### 3.3.3.2 Edelstenen
Lapis lazuli van hoge kwaliteit, afkomstig uit Afghanistan, werd aangetroffen op de site. Parels van carneool, waarschijnlijk uit India, en turquoise parels uit het Sinaï-gebied waren eveneens overvloedig aanwezig [4](#page=4).
#### 3.3.4 Organische materialen
Organische objecten van ivoor, struisvogeleieren en schelpen werden in Hala Sultan Tekke gevonden. Het ivoor kon afkomstig zijn van zowel olifanten als nijlpaarden. De meeste organische objecten kwamen uit Noord-Afrika, Egypte of de Levant. Een bijzondere vondst betrof amber uit het Baltische zeegebied [4](#page=4) [5](#page=5).
### 3.4 Context van vondsten
Aardewerk werd veelvuldig gevonden in grafcontexten, offerputten en in huizen en werkplaatsen. Dit aardewerk toont de economische activiteit en handelsrelaties van Hala Sultan Tekke [5](#page=5).
---
# Begrafenispraktijken en vernietiging van de stad
Dit gedeelte beschrijft de diverse begraafmethoden en offerputten op de site, alsook de oorzaken van de uiteindelijke verwoesting en verlating van de stad rond 1150 v.o.t [5](#page=5) [6](#page=6).
### 4.1 Begrafenispraktijken
De belangrijkste begraafplaats bevindt zich in area A en kent drie verschillende graftypes: het kamergraf, de schachtgraf en de gerecycleerde waterput. Een bijkomend fenomeen is de offerput, die geen skeletten bevat maar wel aardewerk en vaak gelinkt is aan grotere kamer- of schachtgraven. De begraafplaats werd gebruikt van 1550-1200 BP, waarbij kamer- en schachtgraven gedurende deze gehele periode werden benut. In alle grafsoorten werden zowel volwassenen als kinderen aangetroffen [5](#page=5).
#### 4.1.1 Kamergraven
Kamer- en schachtgraven worden beschouwd als elitegraven, gekenmerkt door rijke grafgiften en meerdere lichamen. In kamergraf XX werden acht kinderen en negen volwassenen gevonden. Een hypothese is dat dit een familiegraf betreft, waarvoor DNA-onderzoek nog gaande is. Een opvallende eigenschap is de kunstmatige craniale vervorming bij de skeletten, een veelvoorkomende traditie op Cyprus tijdens de Late Bronstijd. Het graf zelf heeft een 8-vormige structuur met een toegangsschacht [5](#page=5).
#### 4.1.2 Schachtgraven
Schachtgraf LL bevatte eveneens meerdere individuen. Hoewel de resten verbrand waren, kon aan de hand van tanden een schatting worden gemaakt van het aantal individuen en hun leeftijd: elf kinderen tussen 1-14 jaar en acht volwassenen tussen 20-24 jaar. De onvolledigheid van de resten wordt toegeschreven aan zowel verbranding als verplaatsing, waarbij de resten waarschijnlijk elders verbrand en later in het graf gedeponeerd zijn. Dit graf is rijk aan grafgiften, waaronder gewichtjes van hematiet voor een weegschaal en een amethist [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 4.1.3 Gerecycleerde waterputgraven en offerputten
Waterputten werden vaak gerecycleerd als offerputten of graven, zoals graf A. In dit graf werden zes individuen zonder grafgiften aangetroffen, gedateerd aan de hand van scherven van aardewerkafval. De individuen werden relatief gelijktijdig begraven en hun resten tonen sporen van een zwaar leven, wat leidt tot de "outcast-theorie" over mensen die aan de rand van de maatschappij leefden. Op de schedels werden ook sporen van kunstmatige craniale vervormingen gevonden [6](#page=6).
Offerputten vertonen geen uniforme vorm; ze kunnen variëren van een waterput, een 8-vormige put zoals bij kamergraven, tot een ondiepe kuil. De vondsten in offerputten zijn echter relatief consistent, bestaande uit aardewerk en keramieken beeldjes, zowel inheems als export [6](#page=6).
### 4.2 Verwoesting en verlating van de stad
De stad werd voor het eerst verwoest rond 1200 v.o.t., maar werd daarna weer opgebouwd. De definitieve verwoesting en verlating van de site vond plaats rond 1150 v.o.t. Onderzoek naar de oorzaken hiervan is nog gaande, maar men gaat uit van een combinatie van twee factoren [6](#page=6):
1. **Klimaatverandering:** Onderzoek wijst op een drogere periode, wat een negatieve impact had op de landbouw en economie. Dit leidde waarschijnlijk tot de verlating van de site rond 1150 v.o.t., waarbij de bevolking op zoek ging naar betere landbouwgronden [6](#page=6).
2. **Zeevolkeren:** In deze periode is er bewijs dat sites in de regio werden geplunderd en verbrand door de Zeevolkeren. Hala Sultan Tekke kende twee verbrandingslagen, wat wijst op tweevoudige verwoesting [6](#page=6).
Het grootste deel van de bevolking vluchtte waarschijnlijk naar Kition, een nabijgelegen stad die diende als een dichtbevolkt toevluchtsoord voor de verwoeste sites uit de regio. Een kleiner deel van de inwoners zou gevlucht zijn met de nog niet verwoeste schepen, waarbij sommigen zich mogelijk gedwongen hebben aangesloten bij de Zeevolkeren [6](#page=6).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Late Bronstijd | Een archeologische periode die grofweg duurde van de 16e tot de 12e eeuw v.Chr., gekenmerkt door ontwikkelde metaalbewerking, stedelijke centra en uitgebreide handelspatronen in de oostelijke Middellandse Zee. |
| Artefact | Een object of restant dat door menselijke activiteit is gemaakt of beïnvloed, en dat archeologisch wordt opgegraven of gevonden. |
| Pithos | Een grote keramische opslagkruik, vaak gebruikt in de oudheid voor het bewaren van granen, vloeistoffen zoals wijn of olijfolie, of andere bulkgoederen. |
| Stadsmuur | Een verdedigingswerk, meestal van steen of aarde, dat rondom een stad werd gebouwd om deze te beschermen tegen vijandelijke aanvallen. |
| Geofysisch onderzoek | Archeologisch onderzoek dat gebruik maakt van wetenschappelijke methoden en instrumenten, zoals grondradar of magnetometrie, om ondergrondse structuren en objecten te detecteren zonder te graven. |
| Bewoningslaag | Een archeologische laag die de overblijfselen van menselijke bewoning op een specifieke locatie en gedurende een bepaalde periode bevat. |
| C14-datering | Een radiometrische dateringsmethode die gebruik maakt van de vervalsnelheid van de koolstof-14 isotoop om de leeftijd van organisch materiaal te bepalen, tot ongeveer 50.000 jaar oud. |
| Kition | Een oude stad op Cyprus, tegenwoordig bekend als Larnaca, die tijdens de Late Bronstijd een belangrijk centrum was en diende als toevluchtsoord voor vluchtelingen uit omliggende verwoeste gebieden. |
| Zeevolkeren | Een confederatie van maritieme piraten of migranten die in de Late Bronstijd aanvallen uitvoerden op verschillende delen van het oostelijke Middellandse Zeegebied, wat bijdroeg aan de instorting van diverse beschavingen. |
| Extramuraal | Betekent letterlijk 'buiten de muren', en verwijst in archeologie naar begraafplaatsen of structuren die zich buiten de stadsmuren bevinden. |
| Intramuraal | Betekent 'binnen de muren', en verwijst naar begraafplaatsen of structuren die zich binnen de stadsmuren bevinden. |
| Funeraire tradities | De culturele gebruiken, rituelen en artefacten die geassocieerd worden met de behandeling van doden, inclusief begrafenis- of crematiepraktijken. |
| Stratum | Een afzonderlijke laag grond of sediment, die een specifieke periode van sedimentatie of menselijke activiteit vertegenwoordigt in een archeologische context. |
| Koper-ersten en -slakken | Koper-ersten zijn de mineralen waaruit koper wordt gewonnen, terwijl koper-slakken bijproducten zijn die ontstaan tijdens het smelt- en productieproces van koper. |
| Huisaltaar | Een kleine constructie of verhoogd platform binnen een huis dat gebruikt werd voor religieuze offers of verering van godheden. |
| Creature- en Bird-krater | Specifieke types Griekse vazen, kraters genoemd, versierd met afbeeldingen van mythologische wezens of vogels, die gebruikt werden voor het mengen van wijn en water. |
| Murex-schelpen | Schelpen van zeeslakken uit het genus Murex, die in de oudheid werden gebruikt voor de productie van purperkleurstof van hoge kwaliteit. |
| FTIR (Fourier-transform infraroodspectroscopie) | Een analytische techniek die wordt gebruikt om de chemische samenstelling van materialen te bestuderen door te meten hoe ze infraroodlicht absorberen, wat nuttig is voor de identificatie van keramiek en andere materialen. |
| Kamergraf | Een type grafconstructie dat bestaat uit een of meer kamers, vaak toegankelijk via een schacht, gebruikt voor de begrafenis van meerdere individuen of families. |
| Schachtgraf | Een type grafconstructie dat wordt gekenmerkt door een verticale schacht die leidt naar een begraafkamer, waarin de doden werden geplaatst. |
| Waterputgraf | Een gerecycleerde waterput die later werd gebruikt als begraafplaats, vaak zonder specifieke grafgiften maar met meerdere individuen. |
| Offerput | Een specifieke soort put die werd gebruikt voor het deponeren van offers, zoals aardewerk, voedsel of andere objecten, vaak in rituele contexten, en die doorgaans geen menselijke resten bevat. |
| Artificiële craniale vervorming | Een prehistorische praktijk waarbij de vorm van de schedel van levende kinderen wordt gemanipuleerd door middel van druk of wikkelingen, om een specifieke esthetische of culturele vorm te creëren. |
| Lapis lazuli | Een diepblauwe halfedelsteen die in de oudheid zeer gewaardeerd werd en werd gebruikt voor sieraden en decoratieve objecten, vaak geïmporteerd uit gebieden zoals Afghanistan. |
| Amber | Gefossiliseerde boomhars, gewaardeerd om zijn kleur en het vermogen om statische elektriciteit op te wekken, vaak gebruikt voor sieraden en als handelswaar. |
| White-slip I en II aardewerk | Specifieke types van Cypriotisch aardewerk uit de Late Bronstijd, gekenmerkt door een lichte slip bedekt met donkere decoraties, die belangrijk zijn voor chronologische datering. |
| Zwart burnished aardewerk | Een type aardewerk dat donker van kleur is en een gladde, gepolijste afwerking heeft, vaak geproduceerd in verschillende culturen van de oudheid. |