Cover
Jetzt kostenlos starten Ain Ghazal samenvatting.pdf
Summary
# Introductie en periodisering van Ain Ghazal
Hieronder volgt een gedetailleerde studiegids voor de introductie en periodisering van Ain Ghazal, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 1. Ain Ghazal en de periodisering ervan
De vindplaats Ain Ghazal, gelegen in het huidige Jordanië nabij de Middellandse Zee, is een belangrijke neolithische site die een overgangsfase vertegenwoordigt van jager-verzamelaar naar landbouwer. De site, waarvan de naam "Bron van de gazelle" betekent in het Arabisch, wordt gedateerd van 7250 tot 5000 jaar voor onze tijdrekening (v.o.t.). De analyse van de architectuur en religieuze praktijken op Ain Ghazal is cruciaal en wordt gefaciliteerd door een duidelijke chronologische indeling in vier hoofdperiodes [3](#page=3).
### 1.1 Introductie tot Ain Ghazal
Ain Ghazal is een archeologische vindplaats die zich in de Vruchtbare Halvemaan bevindt, een regio die bekend staat om de oorsprong van landbouw en sedentaire leefwijzen. De site speelt een sleutelrol in het begrip van de Neolithische Revolutie in het Nabije Oosten [3](#page=3).
### 1.2 Periodisering van Ain Ghazal
Voor de analyse van Ain Ghazal wordt een specifiek periodiseringssysteem gehanteerd, dat de evolutie van de site over ongeveer 2250 jaar omvat. Deze indeling is essentieel voor het bestuderen van veranderingen in cultuur, architectuur en religie. De vier gedefinieerde periodes zijn [3](#page=3):
* **I) Midden-Prekeramisch Neolithicum B (MPPNB)**: Deze periode loopt van 7250 tot 6500 v.o.t. [3](#page=3).
* **II) Laat-Prekeramisch Neolithicum B (LPPNB)**: Deze periode loopt van 6500 tot 6000 v.o.t. [3](#page=3).
* **III) Prekeramisch Neolithicum C (PPNC)**: Deze periode loopt van 6000 tot 5500 v.o.t. [3](#page=3).
* **IV) Keramisch Neolithicum/Yarmouk-periode (YARMOUK)**: Deze periode loopt van 5500 tot 5000 v.o.t. [3](#page=3).
Elke periode wordt gekenmerkt door distinctieve architecturale stijlen, economische systemen, materiële cultuur en religieuze gebruiken. De focus van de studie ligt met name op de periodes binnen de secties Architectuur (4.2) en Religie (4.3) vanwege de duidelijke chronologische onderscheidingen die de wetenschappelijke literatuur hierover biedt [3](#page=3).
> **Tip:** Het is belangrijk om te beseffen dat de economie en materiële cultuur niet altijd zo duidelijk van elkaar gescheiden konden worden per periode in de geraadpleegde literatuur, in tegenstelling tot architectuur en religie. Dit kan een beperking zijn bij een gedetailleerde analyse van deze specifieke kenmerken per periode [3](#page=3).
### 1.3 Belangrijke onderzoekers
Twee archeologen hebben aanzienlijk bijgedragen aan het onderzoek van Ain Ghazal:
* **Gary O. Rollefson:** Hij wordt beschouwd als de belangrijkste onderzoeker, met name door zijn uitgebreide opgravingen. In 1985 deed hij een significante ontdekking van ongeveer 8.000 jaar oude gipsen figuren [3](#page=3).
* **Zeidan Kafafi:** De Jordaanse archeoloog die vanaf de jaren '90 Rollefson bijstond [3](#page=3).
Beide onderzoekers hebben talrijke publicaties voortgebracht die als basis dienen voor verdere studies over Ain Ghazal [3](#page=3).
---
# Architectuur en nederzettingsstructuur
Dit onderdeel onderzoekt de evolutie van de architectuur in Ain Ghazal door de verschillende neolithische periodes, inclusief veranderingen in huisgrootte, indeling, bouwmateriaal en relaties met demografische en ecologische factoren.
### 2.1 Midden-Prekeramisch Neolithicum B
Gedurende deze periode kenmerkten de huizen zich door een rechthoekige vorm, gebouwd met leemtichels en voorzien van kalkstenen vloeren. De muren werden vaak gedecoreerd met rode oker. Aanvankelijk bestonden de gebouwen uit één enkele kamer van ongeveer 25 vierkante meter, met een centrale haard [4](#page=4).
Later in deze periode evolueerden de huizen naar een meer-kamerige indeling. Deze verandering wordt toegeschreven aan factoren zoals een warmer wordend klimaat en ontbossing, wat leidde tot een tekort aan grote boomstammen voor dakconstructies. Dit dwong tot het gebruik van binnenmuren ter ondersteuning van kleinere balken. De toename van het aantal kamers bood ook meer privacy voor de bewoners, waarbij elk huis bewoond werd door een kernfamilie, omringd door huizen van verwante familieleden [4](#page=4).
> **Tip:** De architecturale veranderingen in het Midden-Prekeramisch Neolithicum B illustreren de adaptatie aan ecologische druk en veranderende sociale structuren.
### 2.2 Laat-Prekeramisch Neolithicum B
In deze fase bereikte de bevolking haar hoogtepunt. Dit uitte zich in de aanleg van nieuwe wijken en veranderingen in de sociale relaties. De huizen werden groter en kregen vaak meerdere verdiepingen, wat de samenwoning van uitgebreide families onder één dak mogelijk maakte [5](#page=5).
### 2.3 Prekeramisch Neolithicum C
Tijdens de Prekeramisch Neolithicum C periode begon het aantal inwoners van Ain Ghazal systematisch te krimpen. De huizen werden kleiner, meestal bestaande uit één kamer van ongeveer 15 vierkante meter, en opnieuw bewoond door kernfamilies. Tuinen en hoven werden ommuurd, en de afstand tussen gebouwen nam toe. Er ontstond ook een nieuw type huis dat gedeeltelijk onder de grond was ingegraven [5](#page=5).
### 2.4 Keramisch Neolithicum/Yarmouk periode
In de laatste bewoningsfase keerde de architectuur weer terug naar grotere structuren. Huizen bereikten hun maximale grootte van ongeveer 45 vierkante meter en waren onderverdeeld in meerdere kamers. Ondanks de grotere huizen woonden de bewoners meer gescheiden van elkaar [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** De evolutie van de huisgrootte van één kamer (25 m²) in het Midden-Prekeramisch Neolithicum B naar één kamer (15 m²) in het Prekeramisch Neolithicum C en uiteindelijk naar meerdere kamers (45 m²) in de Keramisch Neolithicum/Yarmouk periode toont significante demografische en sociale verschuivingen [4](#page=4) [5](#page=5).
---
# Religieuze praktijken en materiële cultuur
Dit deel analyseert de religieuze overtuigingen en rituelen van de bewoners van Ain Ghazal, zoals afgeleid uit archeologische vondsten van cultusvoorwerpen en begraafplaatsen, met een specifieke focus op de materiële cultuur, met name de gipsen beelden.
### 3.1 Religieuze praktijken
#### 3.1.1 Midden-Prekeramisch Neolithicum B (MPPNB)
In de periode van het Midden-Prekeramisch Neolithicum B werden er talrijke antropogene en dierlijke figuurtjes aangetroffen die wijzen op cultusvoorwerpen. Deze objecten werden waarschijnlijk gebruikt voor geluk tijdens de jacht of voor vruchtbaarheid. Hoewel er ook gespeculeerd wordt dat ze als speelgoed dienden, is hiervoor weinig bewijs. Van de 150 gevonden figuurtjes was 60% niet identificeerbaar. De overige 40% bestond voornamelijk uit runderen, stieren, honden, geiten en antropogene vormen. Daarnaast zijn er antropogene beelden en bustes van kalkpleister gevonden. Deze beelden werden voornamelijk gebruikt tijdens ceremoniële begrafenissen en werden geassocieerd met vruchtbaarheid. In totaal werden er 81 inhumaties gevonden, zowel ondergronds als in binnenplaatsen. Bij sommige graven waren de skeletten onthoofd [5](#page=5).
#### 3.1.2 Laat-Prekeramisch Neolithicum B (LPPNB)
Tijdens het Laat-Prekeramisch Neolithicum B werden er zeven graven gevonden, waarvan zes in de stijl van het MPPNB. Het zevende graf betrof een 15-jarige vrouw, van wie de botten naast de schedel waren gestapeld. Daarnaast zijn er zogenaamde "trash burials" teruggevonden, graven die gecombineerd werden met een afvalcontext. Eén van deze trash burials bevatte een individu dat gewelddadig om het leven was gekomen; de gefragmenteerde schedel toonde sporen van pijlpuntinslagen. De gebroken beenderen kunnen echter ook het gevolg zijn van post-depositionele processen. Tot slot zijn er rituele gebouwen teruggevonden, waaronder apsidale structuren en tempels [6](#page=6).
#### 3.1.3 Prekeramisch Neolithicum C (PPNC)
De periode van het PPNC kenmerkt zich door een afname in het aantal cultusvoorwerpen en graven. Er werden slechts acht antropogene en vier dierlijke figuurtjes gevonden, naast twaalf niet-identificeerbare figuurtjes. Net als in het MPPNB fungeerden deze beeldjes waarschijnlijk als cultusvoorwerpen voor tijdens de jacht of voor vruchtbaarheid. Onderzoekers hebben op de site 34 graven aangetroffen. Opvallend is een duidelijke verandering: men stopte met het onthoofden van skeletten en begroef voortaan in binnenplaatsen in plaats van ondergronds [6](#page=6).
#### 3.1.4 Keramisch Neolithicum / Yarmouk periode
In de Yarmouk periode is er een geleidelijke toename in het belang van religie waargenomen. Dit wordt toegeschreven aan de Neolithische revolutie, waarbij de overgang van jager-verzamelaars naar een landbouwsamenleving onzekerheden met zich meebracht, zoals voedseltekorten en ziekteverspreiding. Religie werd hierdoor een beslissende factor in het dagelijks leven, en er werden allerhande tempels gebouwd. Ook werden er zeven menselijke en vijf dierlijke rituele beeldjes gevonden. Dit aantal is niet spectaculair, maar wordt verklaard door de steeds verdere inkrimping van de bevolking. Tot slot werd er vóór het Keramisch Neolithicum geen enkel spoor van begraving gevonden, de reden hiervoor is onbekend [6](#page=6).
### 3.2 Materiële cultuur
De materiële cultuur van Ain Ghazal omvat zowel dierlijke als antropogene figuurtjes en standbeelden. Deze objecten worden beschouwd als de kunst- en cultusvoorwerpen van de samenleving. De meerderheid werd gebruikt voor openbare ceremonies of als geluksbrenger [6](#page=6).
#### 3.2.1 Antropogene beelden
Bij de antropogene beelden kunnen twee soorten worden onderscheiden: volledige standbeelden met ledematen en bustes met één of meerdere hoofden. Het vermoeden bestaat dat deze beelden de vergoddelijkte voorouders van de bevolking van Ain Ghazal voorstellen. Sommige wetenschappers speculeren echter dat het ook de goden van hun cultus kon betreffen. Het argument dat het om vergoddelijkte voorouders gaat, wordt door de meerderheid aanvaard, aangezien de beelden geen attributen dragen die een specifieke god zouden aanduiden [6](#page=6).
Kenmerkend voor de beelden is dat ze vaak in kuilen of ondergronds in specifieke gebouwen werden begraven, waar waarschijnlijk rituele praktijken plaatsvonden. De beelden werden vaak in een oost-west oriëntatie geplaatst. Ze waren gemaakt van kalkpleister, hetzelfde materiaal dat gebruikt werd voor de vloeren en muren van hun huizen. De beelden varieerden in grootte tussen de 35 en 100 centimeter en hadden een dikte tussen de vijf en tien centimeter [6](#page=6).
> **Tip:** De analyse van de materiële cultuur, met name de beelden en figuurtjes, biedt cruciale inzichten in de religieuze overtuigingen en rituelen van de bewoners van Ain Ghazal.
> **Tip:** Let bij het bestuderen van dit onderwerp op de evolutie van begrafenispraktijken en de mogelijke betekenis van onthoofde skeletten door de verschillende periodes heen.
---
# Economie, landbouw en jacht
Dit onderwerp onderzoekt de economische basis van Ain Ghazal door de focus te leggen op de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw, inclusief de diverse voedselbronnen [7](#page=7).
### 5.1 Economische overgang en voedselbronnen
Ain Ghazal bevond zich op een cruciaal punt in de economische ontwikkeling, gekenmerkt door een overgang van een pure jagers-verzamelaarseconomie naar de opkomst van landbouw. De bevolking van Ain Ghazal had een hybride voedselbronnenstrategie die zowel elementen van jagen en verzamelen omvatte, als landbouwproductie en de domesticatie van dieren [7](#page=7).
#### 5.1.1 Jacht op wilde dieren
Een significante voedselbron was de jacht op wilde dieren. Specifieke dieren die werden bejaagd waren onder andere gazellen en herten [7](#page=7).
#### 5.1.2 Landbouwproductie
De ontwikkeling van landbouwproductie speelde een steeds belangrijkere rol in de voedselvoorziening. De belangrijkste landbouwproducten die werden verbouwd, waren [7](#page=7):
* Gerst [7](#page=7).
* Tarwe [7](#page=7).
* Erwten [7](#page=7).
* Kikkererwten [7](#page=7).
* Bonen [7](#page=7).
* Linzen [7](#page=7).
#### 5.1.3 Domesticatie van dieren
Naast landbouwproductie en jacht, droeg de domesticatie van dieren ook bij aan de voedselbronnen. De gedomesticeerde diersoorten waren onder andere [7](#page=7):
* Geiten [7](#page=7).
* Schapen [7](#page=7).
* Varkens [7](#page=7).
* Runderen [7](#page=7).
### 5.2 Archeologisch bewijs
De hybride economische strategie van Ain Ghazal wordt ondersteund door archeologische vondsten, met name door het lithische materiaal dat op de vindplaats is ontdekt. Uit de Yarmouk-periode zijn diverse artefacten gevonden die wijzen op deze economische praktijken. Dit omvat de vondst van verschillende speerpunten, die duiden op voortgezette jachtactiviteiten, alsook werktuigen die gebruikt werden voor snijden en voor landbouwdoeleinden. Deze artefacten bieden concreet bewijs voor de gelijktijdige beoefening van jacht en landbouw [7](#page=7).
> **Tip:** Let goed op hoe de archeologische vondsten (lithisch materiaal, speerpunten, snijwerktuigen) de overgang en de hybride aard van de economie van Ain Ghazal illustreren [7](#page=7).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Proto-Neolithicum | Een vroege fase in de ontwikkeling van de menselijke samenlevingen die kenmerken vertoont van zowel het Paleolithicum als het Neolithicum, vaak gekenmerkt door de eerste stappen richting sedentair leven en landbouw. |
| Bronstijd | Een historische periode die wordt gekenmerkt door het wijdverbreide gebruik van brons voor werktuigen en wapens, volgend op de Steentijd en voorafgaand aan de IJzertijd. |
| Neolithicum | De Steentijd, gekenmerkt door de ontwikkeling van landbouw, sedentaire nederzettingen, de fabricage van aardewerk en de verfijning van stenen werktuigen. |
| Prekeramisch Neolithicum | Een periode binnen het Neolithicum waarin aardewerk nog niet werd gebruikt. Deze periode wordt verder onderverdeeld in fasen zoals MPPNB, LPPNB en PPNC. |
| MPPNB | Staat voor Midden-Prekeramisch Neolithicum B, een specifieke periode binnen het Prekeramisch Neolithicum die zich kenmerkt door bepaalde architecturale en culturele ontwikkelingen. |
| LPPNB | Staat voor Laat-Prekeramisch Neolithicum B, een latere fase binnen het Prekeramisch Neolithicum, gekenmerkt door bevolkingsgroei en veranderingen in sociale structuren en huisbouw. |
| PPNC | Staat voor Prekeramisch Neolithicum C, een fase die vaak een krimpende bevolking en kleinere huizen kent, met veranderingen in begrafenispraktijken. |
| Keramisch Neolithicum / Yarmouk periode | De periode waarin aardewerkproductie wijdverbreid werd, ook wel aangeduid als de Yarmouk-periode, gekenmerkt door nieuwe artistieke en technologische ontwikkelingen. |
| Vruchtbare Halvemaan | Een historische regio in het Midden-Oosten, die zich uitstrekt van de Nijldelta in Egypte tot het noordoosten van Syrië, waar landbouw en sedentaire levensstijl voor het eerst ontstonden. |
| Sedentair | Het leven op één vaste plek, in tegenstelling tot een nomadische levensstijl. Dit is een belangrijk kenmerk van de Neolithische revolutie. |
| Jager-verzamelaar | Een maatschappij die afhankelijk is van jacht, visserij en het verzamelen van wilde planten voor voedsel en andere benodigdheden. |
| Materiële cultuur | Alle fysieke objecten die door een samenleving zijn gemaakt of gebruikt, zoals werktuigen, wapens, aardewerk, kunst en architectuur. |
| Antropogeen | Verwijzend naar iets dat door mensen is veroorzaakt of gemaakt. In archeologische context verwijst het vaak naar menselijke figuren of artefacten. |
| Inhumatie | De daad van het begraven van een lichaam. Dit kan verwijzen naar individuele of collectieve graven en de bijbehorende rituelen. |
| Kalkpleister | Een bouwmateriaal gemaakt van kalk, water en soms aggregaat, gebruikt voor muren, vloeren en de vervaardiging van beelden. |
| Lithisch materiaal | Stenen objecten of artefacten gemaakt van steen, zoals werktuigen, wapens en versieringen, belangrijk voor het bestuderen van prehistorische technologie. |