Cover
Jetzt kostenlos starten 'H22' Postgroei.pptx
Summary
# Wat is post-groei en de kritiek op economische groei
Dit onderwerp verkent de definitie van post-groei als een verzamelterm voor stromingen die kritisch staan tegenover economische groei, de opkomst van dit concept, de doelstellingen ervan en de kritiek op het Bruto Binnenlands Product (BBP) als belangrijkste indicator.
### 1.1 Wat is post-groei?
Post-groei is een overkoepelende term die diverse maatschappelijke stromingen verenigt die kritisch staan ten opzichte van economische groei. Het concept kwam in 2018 prominenter naar voren met de Post-Growth conferentie in het Europees Parlement, waar Europarlementariërs van vijf grote politieke families en maatschappelijke organisaties zoals ETUI, EEB en FoE hun krachten bundelden. Bekende denkers binnen dit veld zijn onder andere Kate Raworth met Doughnut Economics, Tim Jackson met Ecological Economics en Prosperity Economics, Giorgos Kallis en Jason Hickel met Degrowth.
### 1.2 Ontstaan en doelstellingen
Het post-groei gedachtegoed is ontstaan uit de constatering dat de mensheid zich in een ecologische overshoot bevindt, waarbij de productie en consumptie gedurende ongeveer vijftig jaar te hoog zijn geweest. Het primaire doel is om de ecologische impact terug te brengen tot de draagkracht van de aarde en terug te keren naar een stabiele economie die binnen ecologische grenzen opereert. Dit staat in schril contrast met modellen zoals het Solow-groeimodel. De centrale vraag binnen post-groei is dan ook: hoe organiseren we de transitie naar een dergelijke economie?
### 1.3 Economische groei versus post-groei
Traditionele instituten zoals de OESO, VN en de EU-commissie focussen nog steeds op economische groei, gedefinieerd als de toename van de productie en consumptie van goederen en diensten, meestal gemeten aan de hand van het (reële) BBP. Het BBP vertegenwoordigt de totale uitgaven aan finale goederen en diensten die binnen een land worden geproduceerd en op de markt worden verhandeld.
Post-groei denkers, daarentegen, stellen fundamentele kritiek op dit groeiparadigma en de focus op het BBP.
### 1.4 Kritiek op het Bruto Binnenlands Product (BBP)
De kritiek op het BBP kan worden onderverdeeld in verschillende categorieën:
#### 1.4.1 Methodologische problemen met het BBP
* **Marktproductie**: Het BBP negeert waarde die niet via de markt wordt verhandeld, zoals freeware, huishoudelijke arbeid en vrijwilligerswerk.
* **Defensieve uitgaven**: Uitgaven die worden gedaan om negatieve effecten van economische activiteiten te herstellen, zoals het opruimen van een olieramp of het aanpakken van lawaaihinder, worden als positief voor het BBP meegeteld, terwijl ze eigenlijk kosten zijn.
* **Milieukosten**: De impact op het milieu, zoals de kosten van milieuvervuiling, wordt onvoldoende meegenomen.
#### 1.4.2 Fundamentele kritieken op het BBP sinds de jaren '70
* **"Een middel, geen doel"**: Economische groei zou een middel moeten zijn om menselijk welzijn te verhogen, en geen doel op zich. Er moet gevraagd worden *waarom* we groeien.
* **"Goede groei, slechte groei?"**: Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen groei die bijdraagt aan welzijn en groei die dat niet doet, of zelfs schadelijk is (zoals criminele activiteiten).
* **Fysieke beperkingen aan de groei**: Er zijn fundamentele ecologische en fysieke grenzen aan economische groei.
* **Gemiddelde waarde**: Het BBP per capita is een gemiddelde waarde en geeft geen informatie over de inkomensverdeling binnen een land.
* **Culturele kritiek (Iron Cage of Consumerism)**: Er is een culturele druk om geld uit te geven aan zaken die we niet nodig hebben, om indruk te maken op anderen, wat leidt tot een consumptiegedreven samenleving die niet noodzakelijk bijdraagt aan geluk.
> **Tip:** Het is belangrijk om te onthouden dat het BBP een relatief recent fenomeen is, zowel in termen van economische groei zelf (laatste 200 jaar) als in termen van het gebruik ervan als primair beleidsdoel (vanaf de jaren '50).
#### 1.4.3 Waarom economische groei? (De traditionele argumenten)
De traditionele economische visie rechtvaardigt groei om diverse redenen:
* Noodzakelijk voor economische stabiliteit en jobcreatie.
* Hogere inkomens en meer consumptie leiden tot een hogere levensstandaard.
* Noodzakelijk om armoede te bestrijden ("a rising tide lifts all boats").
* Milieubeleid kan economische groei aanwakkeren.
* Groei is op de lange termijn voordelig voor het milieu (dit argument wordt echter sterk betwist door post-groei denkers).
### 1.5 De ontkoppeling (decoupling) en de kritiek daarop
Het idee van ontkoppeling, waarbij economische groei zou kunnen plaatsvinden zonder een evenredige toename van milieu-impact (zoals CO2-uitstoot), is een centraal punt in het debat. Echter, dit concept stuit op aanzienlijke kritiek:
* **Rebound effecten**: Snellere efficiëntie kan leiden tot meer consumptie, waardoor de milieubesparing teniet wordt gedaan.
* **Problem shifting**: Het verplaatsen van problemen naar andere gebieden of sectoren.
* **Diensteneconomie bovenop materiële economie**: De overgang naar een diensteneconomie vervangt de materiële economie niet, maar bouwt erop voort.
* **Beperkt potentieel voor recycling**.
* **Onvoldoende of ongepaste technologische vooruitgang**: Technologie is niet snel genoeg om alle problemen op te lossen.
* **Cost shifting**: Kosten worden verplaatst, bijvoorbeeld van productie naar consumptielanden.
* **Toenemende energiekosten**.
> **Tip:** De kritiek op ontkoppeling benadrukt dat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen niet volstaan. Er is een systeemverandering nodig.
### 1.6 Grenzen aan de groei
Post-groei denkers identificeren drie hoofdtypen grenzen aan de groei:
#### 1.6.1 Ecologische grenzen
Milieuproblemen worden gezien als gevolg van economische activiteiten die de draagkracht en ecologische grenzen van de planeet overschrijden. De "schaal" van de economie is hierbij het vertrekpunt, zoals uiteengezet in het concept van de "Safe Operating Space for Humanity" binnen de ecologische economie. Momenteel worden zeven van de negen planetaire grenzen overschreden.
#### 1.6.2 Sociale grenzen
Groei is in ontwikkelde landen niet langer noodzakelijk om de levenskwaliteit te verbeteren. Dit komt deels doordat het BBP een gebrekkige maatstaf is voor vooruitgang. Er wordt gekeken naar indicatoren zoals subjectief welzijn, en er zijn vragen over de effectiviteit van groei bij het reduceren van armoede.
> **Voorbeeld:** Studies tonen aan dat boven een bepaald BBP per capita niveau (rond de 20.000 dollars) er weinig verband is tussen inkomen en subjectief welzijn. Meer consumptie leidt niet noodzakelijk tot meer geluk.
#### 1.6.3 Praktische grenzen
Dit type grens omvat de economische limieten waarbij de kosten van verdere groei de baten overstijgen (de "futility limit" en de "economic limits"). Daarnaast is er de ecologische catastrofe limiet, waarbij het negeren van milieukosten kan leiden tot planetaire instorting.
### 1.7 Alternatieve welvaartsmaten en Beyond GDP indicatoren
Gezien de beperkingen van het BBP pleiten post-groei denkers voor alternatieve welvaartsmaten en "Beyond GDP" indicatoren. Deze indicatoren richten zich op drie domeinen:
* **Welzijn vandaag**: Hoe gelukkig en tevreden zijn mensen nu?
* **Duurzaamheid**: Hoe beïnvloeden huidige trends toekomstig welzijn?
* **Inclusiviteit**: Hoe wordt welzijn verdeeld onder de bevolking?
Een voorbeeld van een dergelijke indicator is de **Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW)**, ontwikkeld door Daly en Cobb. De ISEW is een gecorrigeerde BBP-maatstaf die probeert de economische welvaart, en daarmee de bijdrage van de economie aan het welzijn van haar inwoners, op een uitgebreidere manier te meten.
De ISEW-methodologie omvat:
* Private consumptieve uitgaven (+)
* Verliezen door inkomensongelijkheid (-)
* Waarde van huishoudelijke arbeid (+)
* Niet-defensieve overheidsuitgaven (+)
* Defensieve private uitgaven (-)
* Kapitaalaanpassingen (+/-)
* Kosten van milieuvervuiling (kort en lang termijn) (-)
* Depreciatie van natuurlijk kapitaal (-)
Dit concept maakt een kosten-batenanalyse op macro-niveau mogelijk om de optimale fysieke schaal van een economie te bepalen, waarbij "oneconomische groei" (waarbij kosten de baten overstijgen) wordt vermeden.
### 1.8 Wat is Degrowth?
Degrowth, een stroming binnen post-groei, kan niet met één definitie worden omvat, maar de kernelementen zijn:
* **Een rechtvaardige krimp van productie en consumptie** die het menselijk welzijn verhoogt en de ecologische omstandigheden verbetert.
* **Een geplande en democratische reductie van materiaal- en energieverbruik** in overconsumerende landen, met verbetering van welzijn en mondiale rechtvaardigheid.
* **Een dekolonisatie van de verbeelding** en de implementatie van andere mogelijke werelden.
> **Tip:** Degrowth is zeker geen klassieke recessie of een terugkeer naar een oertijd. Het focust op het direct bevredigen van behoeften en het respecteren van planetaire grenzen.
#### 1.8.1 Beleidsmaatregelen voor Degrowth
Degrowth kan worden gerealiseerd door middel van specifieke beleidsmaatregelen:
* **Vermindering van minder noodzakelijke productie**: Afschalen van destructieve sectoren zoals fossiele brandstoffen, massaproductie van vlees en zuivel, fast fashion, adverteren, auto's en luchtvaart. Beëindigen van geplande veroudering en verlengen van productlevensduren.
* **Verbetering van publieke diensten**: Universele toegang tot kwalitatieve publieke diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, transport, internet en hernieuwbare energie.
* **Introductie van een groene banengarantie**: Mobiliseren van arbeid voor sociale en ecologische doelen, zoals de installatie van hernieuwbare energie en het verbeteren van de sociale zorg.
* **Reductie van werktijd**: Lagere pensioenleeftijd, stimuleren van deeltijdwerk of een vierdaagse werkweek.
* **Duurzame ontwikkeling mogelijk maken**: Annuleren van onbetaalbare schulden van lage- en middeninkomenslanden en het curbren van ongelijke internationale handel.
#### 1.8.2 Afbouwen van groeiafhankelijkheid
Een cruciaal aspect van post-groei en degrowth is het afbouwen van de groeiafhankelijkheid van systemen en instituties. Veel van onze huidige systemen, zoals pensioensystemen, zijn gebaseerd op de aanname van continue groei. Het erkennen en aanpakken van deze afhankelijkheid is essentieel voor een succesvolle transitie.
---
# De mogelijkheid en kritiek op economische ontkoppeling
Dit gedeelte onderzoekt het concept van economische ontkoppeling, de kritiek hierop en de implicaties voor een post-groei economie.
### 2.1 Het concept van ontkoppeling
Ontkoppeling, of decoupling, verwijst naar het idee om economische groei los te koppelen van milieu-impact. Het centrale principe is dat het mogelijk moet zijn om de productie en consumptie van goederen en diensten te laten toenemen, terwijl de negatieve effecten op het milieu, zoals de uitstoot van broeikasgassen of de consumptie van hulpbronnen, afnemen. Dit concept leeft voort, ondanks kritische geluiden, en wordt vaak als een mogelijke weg gezien om milieuproblemen aan te pakken binnen het bestaande economische systeem.
### 2.2 Kritiek op economische ontkoppeling
Het concept van ontkoppeling is echter onderhevig aan aanzienlijke kritiek, die de haalbaarheid en effectiviteit ervan ter discussie stelt.
#### 2.2.1 De empirische realiteit van ontkoppeling
Het is belangrijk om kritisch te kijken naar claims van ontkoppeling. Vaak wordt ontkoppeling gebaseerd op de productie-uitstoot binnen een bepaald land. Echter, wanneer de consumptiegebaseerde uitstoot wordt bekeken, is de daling vaak minder uitgesproken. Dit komt doordat industrieën worden verplaatst naar andere landen, wat leidt tot een verschuiving van de milieu-impact in plaats van een werkelijke reductie ervan. Dit fenomeen wordt ook wel 'problem shifting' of 'cost shifting' genoemd.
#### 2.2.2 Rebound-effecten
Een centraal kritiekpunt op ontkoppeling zijn de zogenaamde 'rebound-effecten'. Dit zijn onbedoelde effecten die de efficiëntiewinsten tenietdoen. Voorbeelden hiervan zijn:
* **Technologische vooruitgang:** Hoewel technologieën efficiënter kunnen worden, leidt de lagere prijs of het hogere rendement er vaak toe dat er meer van wordt gebruikt, waardoor de totale milieu-impact niet significant daalt. Denk hierbij aan zuinigere auto's die meer gereden worden, of efficiëntere machines die intensiever worden ingezet.
* **Diensteneconomie bovenop materiële economie:** De opkomst van de diensteneconomie wordt soms aangehaald als bewijs van ontkoppeling. Echter, de meeste diensten zijn nog steeds sterk afhankelijk van en verweven met een materiële basis. We leven niet 'in' diensten, maar in een materiële wereld die diensten mogelijk maakt. De vraag naar diensten kan indirect leiden tot een verhoogde materiële consumptie elders.
* **Beperkt potentieel voor recycling:** Hoewel recycling belangrijk is, heeft het zijn limieten. Het is niet altijd economisch rendabel of technisch mogelijk om alle materialen oneindig te recyclen zonder kwaliteitsverlies of aanzienlijke energie-input.
* **Onvoldoende of ongepaste technologische vooruitgang:** De snelheid en de richting van technologische vooruitgang zijn niet altijd voldoende om de omvang van milieuproblemen aan te pakken.
#### 2.2.3 Het probleem van verschuiving (Problem Shifting)
Zoals eerder genoemd, is 'problem shifting' een cruciaal punt. Dit betekent dat de milieu-impact niet verdwijnt, maar simpelweg verplaatst wordt:
* **Consumptie vs. Productie:** De focus op productie-emissies in rijke landen maskeert de emissies die worden gegenereerd door de import van goederen uit landen met lagere milieunormen.
* **Kostenverschuiving:** De werkelijke kosten van milieuschade worden vaak niet volledig meegenomen in de economische berekeningen, waardoor het lijkt alsof er ontkoppeling plaatsvindt.
* **Voorbeelden van opkomende technologieën:** Zelfs technologieën die als duurzaam worden gepresenteerd, zoals elektrische voertuigen of biobrandstoffen, hebben hun eigen milieu-impact en rebound-effecten. Elektrische voertuigen vereisen de winning van zeldzame mineralen, en biobrandstoffen kunnen leiden tot ontbossing en concurrentie met voedselproductie. Ook nucleaire energie, hoewel koolstofarm, brengt uitdagingen met zich mee op het gebied van afvalbeheer en veiligheid.
### 2.3 Noodzaak van systeemverandering
De kritiek op economische ontkoppeling suggereert dat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen onvoldoende zijn om de ecologische en sociale uitdagingen van de 21e eeuw aan te pakken. Er is een fundamentele systeemverandering nodig. Post-groei denkers benadrukken dat we verder moeten kijken dan het streven naar constante economische groei en ons moeten richten op het welzijn van mens en planeet binnen ecologische en sociale grenzen.
#### 2.3.1 Grenzen aan de groei
Dit perspectief erkent drie belangrijke grenzen aan groei:
* **Ecologische grenzen:** De economie kan niet onbeperkt groeien zonder de draagkracht van de planeet te overschrijden. Veel economische activiteiten overschrijden de veilige operationele ruimte voor de mensheid.
* **Sociale grenzen:** In ontwikkelde landen is economische groei niet langer noodzakelijk om de levenskwaliteit te verbeteren. Er is een groeiend verschil tussen economische groei (gemeten in BBP) en welzijn (gemeten in subjectief geluk of levenskwaliteit).
* **Praktische grenzen:** Er zijn praktische en economische limieten aan de schaal van productie en consumptie. Voorbij een bepaald punt worden de kosten van verdere groei groter dan de baten, wat leidt tot 'oneconomische groei'.
#### 2.3.2 Alternatieve welvaartsindicatoren
Om de beperkingen van het Bruto Binnenlands Product (BBP) te overwinnen, is de ontwikkeling en implementatie van alternatieve welvaartsindicatoren cruciaal. Deze indicatoren proberen een breder beeld te geven van welzijn en duurzaamheid, en omvatten vaak aspecten als:
* **Welzijn vandaag:** Huidig welzijn en levenskwaliteit van de bevolking.
* **Duurzaamheid:** De impact van huidige trends op toekomstig welzijn en ecologische stabiliteit.
* **Inclusiviteit:** De verdeling van welzijn en welvaart binnen een samenleving.
Een voorbeeld van een dergelijke indicator is de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW), die probeert de kosten van milieuschade en sociale ongelijkheid mee te nemen in de berekening van economische welvaart.
#### 2.3.3 Degrowth als alternatief beleidskader
Degrowth (krimp) wordt voorgesteld als een beleidskader dat gericht is op een "rechtvaardige en democratische inkrimping van productie en consumptie" in overconsumerende landen. Dit betekent niet noodzakelijk een economische recessie, maar een geplande en doelbewuste reductie van materiële en energie doorvoer, met als doel het menselijk welzijn en de ecologische condities te verbeteren. Beleidsmaatregelen binnen degrowth omvatten:
* **Vermindering van minder noodzakelijke productie:** Afbouw van destructieve sectoren zoals fossiele brandstoffen, massaproductie van vlees en zuivel, fast fashion, en de auto-industrie. Dit gaat gepaard met het verlengen van de levensduur van producten en het verminderen van de koopkracht van de rijken.
* **Verbetering van publieke diensten:** Universele toegang tot hoogwaardige publieke diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en hernieuwbare energie, die sociaal welzijn kunnen leveren zonder hoge materiaalinvesteringen.
* **Groene banen garanderen:** Mobiliseren van arbeidskrachten voor sociale en ecologische doelen, zoals de installatie van hernieuwbare energie en het herstellen van ecosystemen. Dit kan gecombineerd worden met een universeel basisinkomen.
* **Reductie van werktijd:** Het verkorten van de werkweek kan bijdragen aan het verlagen van de uitstoot en het verhogen van welzijn.
* **Duurzame ontwikkeling bevorderen:** Annuleren van onbetaalbare schulden van lage- en middeninkomenslanden en het tegengaan van oneerlijke internationale handel.
Uiteindelijk is een kernpunt het afbouwen van de groeiafhankelijkheid van onze systemen, zowel op bedrijfsniveau als op maatschappelijk niveau, om een duurzamere en rechtvaardigere toekomst te realiseren.
---
# Grenzen aan groei en alternatieve welvaartsmaten
Dit onderwerp verkent de ecologische, sociale en praktische limieten aan economische groei en introduceert alternatieve indicatoren die welzijn en duurzaamheid beter meten dan het Bruto Binnenlands Product (BBP).
### 3.1 De kritiek op economische groei en het BBP
Het traditionele concept van economische groei, gedefinieerd als een toename van de productie en consumptie van goederen en diensten, wordt steeds vaker onder de loep genomen. Hoewel het BBP lange tijd de primaire indicator is geweest voor economische prestaties, vertoont het significante tekortkomingen.
#### 3.1.1 Methodologische beperkingen van het BBP
Het BBP meet voornamelijk marktproductie, waardoor belangrijke economische activiteiten zoals freeware, huishoudelijke arbeid en vrijwilligerswerk buiten beschouwing blijven. Daarnaast worden defensieve uitgaven, zoals die gerelateerd aan lawaaihinder, meegeteld, evenals de kosten van milieuschade, zoals de opruiming van een olieramp. Deze methodologische beperkingen bieden een onvolledig beeld van de werkelijke welvaart.
#### 3.1.2 Fundamentele kritieken op het BBP
Sinds de jaren zeventig zijn er meer fundamentele kritieken op het BBP naar voren gekomen, die zich concentreren op drie hoofdlijnen:
* **Een middel, geen doel op zich**: Economische groei zou niet het ultieme doel moeten zijn, maar een middel om welzijn te bereiken. De focus verschuift naar de vraag waarom we groeien en wat we met die groei willen bereiken.
* **Goede groei versus slechte groei**: Er is een noodzaak om onderscheid te maken tussen groei die daadwerkelijk bijdraagt aan welzijn en duurzaamheid, en groei die schadelijk is voor mens en milieu. Groei in criminele activiteiten of milieuvervuiling is bijvoorbeeld niet wenselijk.
* **Fysieke beperkingen aan de groei**: De economie opereert binnen planetaire grenzen. Onbeperkte groei is op lange termijn onhoudbaar gezien de eindige natuurlijke hulpbronnen en de capaciteit van de aarde om afval te verwerken.
#### 3.1.3 Verdere problemen met het BBP per capita
Het gebruik van BBP per capita als maatstaf voor levensstandaard brengt ook problemen met zich mee:
* **Gemiddelde waarde**: Het BBP per capita is een gemiddelde en zegt niets over de inkomensverdeling binnen een land. Grote verschillen tussen rijk en arm kunnen gemaskeerd worden.
* **Internationale vergelijkingen**: Hoewel het BBP per capita een indicatie kan geven van de economische activiteit, is het problematisch om dit direct te vergelijken tussen landen met sterk uiteenlopende sociale en ecologische contexten.
#### 3.1.4 De opkomst van post-groei
Post-groei is een koepelterm die verschillende maatschappelijke stromingen omvat die kritisch staan tegenover de focus op economische groei. Sinds 2018 bundelen deze stromingen hun krachten, zoals blijkt uit de Post-Growth conferentie in het Europees Parlement, met steun van diverse middenveldorganisaties. Denk aan concepten als Doughnut Economics, Ecological Economics en Degrowth.
### 3.2 Grenzen aan groei
De post-groei beweging stelt dat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen niet volstaan om de huidige uitdagingen op te lossen; een systeemverandering is noodzakelijk. Hierbij worden drie soorten grenzen aan de groei onderscheiden: ecologische, sociale en praktische grenzen.
#### 3.2.1 Ecologische grenzen
De ecologische grenzen van de aarde worden overschreden door economische activiteiten. Concepten zoals de 'Safe Operating Space for Humanity' benadrukken dat we ons met de huidige economische schaal ver buiten veilige planetaire grenzen begeven. Van de negen planetaire grenzen worden er momenteel zeven overschreden.
#### 3.2.2 Sociale grenzen
In ontwikkelde landen is economische groei niet langer noodzakelijk voor het verbeteren van de levenskwaliteit. Data rond subjectief welzijn tonen aan dat er na een bepaald basisniveau van welvaart geen significante toename van geluk meer is door toenemende consumptie.
> **Tip:** Het verband tussen BBP per capita en subjectief welzijn vlakt sterk af na ongeveer 20.000 dollar per persoon. Dit suggereert dat welvaartsmaximalisatie via eindeloze groei niet noodzakelijk leidt tot meer geluk of welzijn.
De "Iron Cage of Consumerism", zoals beschreven door Tim Jackson, illustreert hoe consumentisme ons kan aanzetten tot het uitgeven van geld dat we niet hebben, aan dingen die we niet nodig hebben, om indruk te maken op mensen waar we niet om geven.
#### 3.2.3 Praktische grenzen
Praktische grenzen aan groei ontstaan uit de waargenomen stagnatie en afname van de economische groei zelf. De jaarlijkse economische groei is significant gedaald van gemiddeld 4,8% in de jaren zestig tot 1,5% in de jaren tien. Dit roept de vraag op hoe we omgaan met een "low growth reality" en of we dalende groei moeten omarmen in plaats van proberen tegen te gaan.
### 3.3 Ontkoppeling: een gebrekkig concept?
Het idee van ontkoppeling (decoupling) – waarbij economische groei plaatsvindt zonder evenredige toename van milieu-impact – wordt door critici als onvoldoende beschouwd.
#### 3.3.1 De realiteit van ontkoppeling
Het concept van ontkoppeling wordt uitgedaagd door onder andere:
* **Rebound effecten**: Besparingen op energie of materialen door efficiëntieverbeteringen leiden vaak tot een toename van verbruik elders.
* **Problem shifting**: Oplossingen in één domein creëren problemen in een ander domein (bv. de productie van biobrandstoffen die landbouwgrond en biodiversiteit aantast).
* **Diensteneconomie**: De groei van de dienstensector wordt vaak gepresenteerd als een teken van ontkoppeling, maar de dienstensector blijft fundamenteel afhankelijk van een materiële economie.
* **Beperkt potentieel voor recyclage**: Ondanks inspanningen blijft de effectiviteit van recyclage beperkt in verhouding tot de totale productie.
* **Cost shifting**: Kosten verschuiven van productie naar consumptie, wat de totale milieu-impact niet noodzakelijk vermindert.
### 3.4 Alternatieve welvaartsmaten
Gezien de beperkingen van het BBP is er behoefte aan alternatieve indicatoren die welzijn en duurzaamheid beter weerspiegelen. Deze indicatoren kunnen zich richten op drie domeinen: welzijn vandaag, duurzaamheid (huidige trends die toekomstig welzijn beïnvloeden) en inclusiviteit (de verdeling van welzijn).
#### 3.4.1 De Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW)
De Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW), ontwikkeld door Daly en Cobb, is een voorbeeld van een alternatieve welvaartsmaatstaf. Het is een gecorrigeerd BBP dat de kosten en baten van economische activiteiten probeert mee te nemen om de bijdrage van de economie aan het welzijn van haar inwoners te meten.
De methodologie van de ISEW omvat de volgende componenten:
$$ \text{ISEW} = \text{private consumptieve uitgaven} (+) $$
$$ -\text{verliezen door inkomensongelijkheid} (-) $$
$$ +\text{waarde van huishoudelijke arbeid} (+) $$
$$ +\text{niet-defensieve overheidsuitgaven} (+) $$
$$ +\text{defensieve private uitgaven} (-) $$
$$ +\text{kapitaalaanpassingen} (+/-) $$
$$ -\text{kosten van milieuvervuiling, KT en LT} (-) $$
$$ -\text{depreciatie van natuurlijk kapitaal} (-) $$
Het doel van de ISEW is om, door middel van een kosten-batenanalyse op macro-niveau, de optimale fysieke schaal van een economie te bepalen. Economische groei die de optimale schaal overschrijdt, wordt beschouwd als "oneconomische groei", omdat de kosten de baten overstijgen.
> **Voorbeeld:** De ISEW voor de Europese Unie toont aan dat welvaart minder sterk stijgt dan het BBP, en dat de financiële crisis weliswaar een kost had voor het BBP, maar niet noodzakelijk voor de welvaart gemeten via de ISEW.
#### 3.4.2 Degrowth
Degrowth is een concept dat pleit voor een geplande en democratische reductie van materiaal- en energieverbruik in overconsumerende landen, met als doel welzijn en mondiale rechtvaardigheid te verbeteren. Het is geen "klassieke recessie" of terugkeer naar een pre-industriële samenleving, maar richt zich op een evenwichtige inkrimping van productie en consumptie om welzijn en ecologische omstandigheden te verbeteren.
Beleidsmaatregelen die bijdragen aan degrowth omvatten:
* **Vermindering van minder noodzakelijke productie**: Afbouw van sectoren met hoge milieu-impact en weinig welzijnswinsten (bv. fossiele brandstoffen, intensieve veehouderij, fast fashion).
* **Verbetering van publieke diensten**: Universele toegang tot hoogwaardige publieke diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs en duurzaam transport.
* **Groene banen garantie**: Mobilisatie van arbeid voor sociale en ecologische doelen, zoals de installatie van hernieuwbare energie en het isoleren van gebouwen.
* **Reductie van werktijd**: Lagere pensioenleeftijd, deeltijds werken of een vierdaagse werkweek om emissies te verlagen en ruimte te creëren voor zorgactiviteiten.
* **Duurzame ontwikkeling**: Kwijtschelden van schulden, eerlijke internationale handel en heroriëntatie van productie op sociale doelen.
Een cruciaal aspect is het afbouwen van de groeiafhankelijkheid van economische en maatschappelijke systemen.
---
# Degrowth: beleid en strategieën voor een duurzame economie
Degrowth stelt een planmatige en democratische reductie van materiaal- en energieverbruik voor als antwoord op ecologische grenzen en de noodzaak aan een duurzame economie.
### 4.1 Principes van degrowth
Degrowth is een koepelterm die een reeks maatschappelijke stromingen verenigt die kritisch staan tegenover economische groei. Deze stromingen benadrukken de noodzaak om krachten te bundelen, wat in 2018 resulteerde in de Post-Growth conferentie in het Europees Parlement. De kern van degrowth ligt in het besef dat we de ecologische grenzen van de planeet overschrijden en streven naar een transitie naar een duurzame economie die binnen deze grenzen opereert. Dit staat in contrast met het pro-groei, of 'groene groei', paradigma dat stelt dat economische groei en ecologische duurzaamheid hand in hand kunnen gaan.
#### 4.1.1 Kritiek op economische groei en het BBP
Het traditionele concept van economische groei, doorgaans gemeten aan de hand van het Bruto Binnenlands Product (BBP), kent significante kritieken.
* **Methodologische problemen van het BBP:**
* Het meet voornamelijk marktproductie en negeert waardevolle activiteiten zoals freeware, huishoudelijke arbeid en vrijwilligerswerk.
* Het omvat defensieve uitgaven, zoals kosten voor het opruimen van milieuschade (bv. olierampen), die de groei oppoepen maar niet noodzakelijk het welzijn verhogen.
* Milieukosten worden niet meegenomen in de berekening.
* **Fundamentele kritieken sinds de jaren '70:**
* Groei wordt gezien als een middel, niet als een doel op zich. De vraag waarom we groeien, staat centraal.
* Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 'goede' en 'slechte' groei, waarbij rekening wordt gehouden met de milieu-impact.
* Fysieke beperkingen aan de groei worden erkend.
* Het BBP meet niet wat het leven waardevol maakt, zoals sociale connecties en individueel welzijn.
* **Beperkingen van BBP per capita:**
* Het is een gemiddelde waarde en geeft geen informatie over de inkomensverdeling binnen een land.
* Er zijn grote verschillen in BBP per capita tussen landen.
Economische groei is een relatief recent fenomeen (laatste 200 jaar) en een recent beleidsdoel (sinds de jaren '50). De rationale achter de nadruk op groei omvat economische stabiliteit, jobcreatie, hogere levensstandaarden, armoedebestrijding en het idee dat milieubeleid economische groei kan aanwakkeren.
#### 4.1.2 Ontkoppeling (Decoupling)
Het concept van ontkoppeling suggereert dat de ecologische impact van economische activiteiten kan afnemen, terwijl de economische groei doorgaat. Echter, er zijn significante kritieken op dit concept:
* **Rebound-effecten:** Besparingen door efficiëntie worden gecompenseerd door een toename van consumptie.
* **Probleemverschuiving:** Milieuproblemen worden verplaatst van het ene domein naar het andere (bv. van productie naar consumptie, of van de ene technologie naar de andere zoals bij elektrische voertuigen of biobrandstoffen).
* **Diensteneconomie:** De focus op diensten is vaak nog steeds gebaseerd op een materiële economie en vereist materiële input.
* **Beperkt potentieel voor recycling:** Recyclage alleen is onvoldoende om de materiaalstroom te beperken.
* **Onvoldoende technologische vooruitgang:** Technologie lost niet alle problemen op of creëert nieuwe problemen.
* **Cost shifting:** Kosten worden verschoven van productie naar consumptie.
Degrowth-denkers stellen dat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen niet volstaan; er is een fundamentele systeemverandering nodig.
#### 4.1.3 Grenzen aan de groei
Degrowth erkent drie types grenzen aan groei:
* **Ecologische grenzen:** Economische activiteiten overschrijden de draagkracht van de planeet. Negen planetaire grenzen zijn geïdentificeerd, waarvan er zeven worden overschreden. De schaal van de economie is hierbij het vertrekpunt.
* **Sociale grenzen:** Groei is niet langer noodzakelijk voor het verbeteren van de levenskwaliteit in ontwikkelde landen. Data rond subjectief welzijn tonen weinig verband tussen een hoog BBP per capita en geluk. De focus verschuift naar het bevredigen van sociale behoeften en het verminderen van ongelijkheid.
* **Praktische grenzen:** Economische activiteiten kunnen onwenselijk worden als de kosten groter worden dan de baten (oneconomische groei). Dit wordt geïllustreerd door het concept van de 'Iron Cage of Consumerism', waarbij men gedreven wordt tot consumptie die niet bijdraagt aan welzijn.
#### 4.1.4 Beyond GDP indicatoren en alternatieve welvaartsmaten
Om de beperkingen van het BBP te overkomen, worden alternatieve indicatoren en welvaartsmaten voorgesteld die focussen op:
* **Welzijn vandaag:** Directe meting van het welzijn van de bevolking.
* **Duurzaamheid:** Impact van huidige trends op toekomstig welzijn.
* **Inclusiviteit:** Verdeling van welzijn binnen de samenleving.
Een voorbeeld hiervan is de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW), die een gecorrigeerde versie van het BBP is en probeert de economische welvaart te meten door kosten en baten van economische activiteiten in geld uit te drukken, teneinde de optimale fysieke schaal van een economie te bepalen. Dit omvat een kosten-batenanalyse op macro-niveau, waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals inkomensongelijkheid, huishoudelijke arbeid, niet-defensieve overheidsuitgaven, defensieve private uitgaven, milieuvervuiling en depreciatie van natuurlijk kapitaal. Het doel is om weg te blijven van de 'ecological catastrophe limit' en de 'futility limit' door te streven naar de optimale schaal van de economie.
### 4.2 Definities en beleid van Degrowth
Er is geen eenduidige definitie van degrowth, maar de kernconcepten blijven terugkomen:
* **Schneider et al.:** Een "equitable downscaling of production and consumption that increases human well-being and enhances ecological conditions."
* **Hickel:** "A planned and democratic reduction in material and energy throughput in over-consuming nations, while improving well-being and global justice." Deze definitie legt de nadruk op de reductie van energieverbruik en het verbeteren van welzijn en rechtvaardigheid, zonder noodzakelijk een krimp van het BBP te eisen, zolang grenzen gerespecteerd worden.
* **Demaria & Latouche:** "A decolonization of the imaginary, and implementation of other possible worlds." Dit benadrukt de noodzaak om te ontsnappen aan het dominante groeiverhaal en alternatieve modellen te verkennen.
Degrowth is nadrukkelijk geen klassieke recessie, terugkeer naar de oertijd, of het volledig stoppen van de economie. Het richt zich op het direct bevredigen van behoeften en het realiseren van duurzame en rechtvaardige omstandigheden.
#### 4.2.1 Strategieën voor degrowth beleid
Degrowth beleid stelt een reeks concrete strategieën voor:
* **Verminderen van minder noodzakelijke productie:**
* Afschalen van destructieve sectoren zoals fossiele brandstoffen, massaproductie van vlees en zuivel, fast fashion, reclame, auto's en luchtvaart (inclusief privéjets).
* Beëindigen van geplande veroudering, verlengen van de levensduur van producten.
* Verminderen van de koopkracht van de rijken.
* **Verbeteren van publieke diensten:**
* Garanderen van universele toegang tot hoogwaardige publieke diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, transport, internet, hernieuwbare energie en voedzaam voedsel.
* Publieke diensten kunnen sterke sociale uitkomsten leveren met een lager materiaal- en energieverbruik.
* **Introductie van een garantie op groene banen:**
* Trainen en mobiliseren van arbeid voor urgente sociale en ecologische doelen (bv. installatie van hernieuwbare energie, isolatie van gebouwen, herstel van ecosystemen, verbetering van ouderenzorg).
* Dit zou werkloosheid beëindigen en een rechtvaardige transitie waarborgen voor werknemers in krimpende sectoren (bv. fossiele brandstoffen). Kan gecombineerd worden met een universeel basisinkomen.
* **Vermindering van werktijd:**
* Dit kan door het verlagen van de pensioenleeftijd, het stimuleren van deeltijdwerk of het invoeren van een vierdaagse werkweek.
* Deze maatregelen verminderen de CO2-uitstoot, maken tijd vrij voor zorgtaken en welzijnsverbeterende activiteiten, en stabiliseren de werkgelegenheid bij afnemende productie.
* **Mogelijk maken van duurzame ontwikkeling:**
* Annuleren van oneerlijke en onbetaalbare schulden van lage- en middeninkomenslanden.
* Beperken van ongelijke handel in internationale handelsrelaties.
* Creëren van voorwaarden voor het heroriënteren van productiecapaciteit naar sociale doelstellingen.
#### 4.2.2 Afbouwen van groeiafhankelijkheid
Een cruciaal aspect van degrowth is het afbouwen van de systemische afhankelijkheid van groei. Veel van onze huidige systemen, inclusief bedrijfsvoering en sociale zekerheidssystemen (zoals pensioenen gebaseerd op een groeiende bevolking), zijn ingebouwd op groei. Het is essentieel om deze afhankelijkheid te herkennen en te transformeren naar systemen die minder gevoelig zijn voor groeicondities en die binnen ecologische en sociale grenzen opereren. Dit vereist een herziening van economische modellen en beleidsdoelstellingen.
> **Tip:** Begrijp de verschillende definities van degrowth en de specifieke beleidsvoorstellen die eraan gekoppeld zijn. Maak een duidelijk onderscheid tussen degrowth en een recessie.
> **Example:** Een voorbeeld van 'minder noodzakelijke productie' is het actief ontmoedigen van de productie van wegwerpartikelen of het stimuleren van reparatiediensten boven de aankoop van nieuwe producten. Een 'garantie op groene banen' zou bijvoorbeeld werknemers uit de fossiele brandstofindustrie kunnen omscholingen tot monteurs voor zonnepanelen of windturbines.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Post-groei | Een koepelterm voor maatschappelijke stromingen die kritisch staan tegenover economische groei en pleiten voor een ander economisch model. |
| BBP (Bruto Binnenlands Product) | De totale monetaire waarde van alle finale goederen en diensten die in een land gedurende een bepaalde periode worden geproduceerd. Het is een veelgebruikte indicator voor de economische activiteit van een land. |
| Ecologische overshoot | Een situatie waarin de menselijke consumptie van natuurlijke hulpbronnen de capaciteit van de aarde om deze hulpbronnen te regenereren en de afvalstoffen te absorberen, overschrijdt. |
| Steady-state economie | Een economisch model dat streeft naar een stabiele economische omvang, zonder voortdurende groei of krimp, en dat binnen de ecologische grenzen van de planeet opereert. |
| Ontkoppeling (Decoupling) | Het proces waarbij de economische groei wordt gescheiden van de milieu-impact, zodat de economie kan groeien zonder dat de ecologische voetafdruk evenredig toeneemt. |
| Rebound-effecten | Onverwachte secundaire effecten die de efficiëntieverbeteringen die door technologische vooruitgang worden bereikt, tenietdoen of verminderen, waardoor het nettoverbruik gelijk blijft of zelfs toeneemt. |
| Diensteneconomie | Een economie waarin de nadruk ligt op het leveren van diensten in plaats van de productie van fysieke goederen. Echter, deze diensten steunen vaak nog steeds op een materiële basis. |
| Ecologische grenzen | Fundamentele planetaire grenzen die de draagkracht van de aarde voor menselijke activiteiten bepalen, zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en stikstofcycli. |
| Sociale grenzen | De grenzen die aangeven wanneer economische groei niet langer bijdraagt aan het verbeteren van het welzijn van mensen in ontwikkelde landen, en wanneer basisbehoeften niet meer adequaat worden vervuld. |
| Subjectief welzijn | Een persoonlijke evaluatie van iemands eigen leven, vaak gemeten door geluk, tevredenheid en positieve emoties. |
| Iron Cage of Consumerism | Een metafoor die beschrijft hoe consumentisme mensen kan opsluiten in een cyclus van eindeloos consumeren, vaak ten koste van andere belangrijke aspecten van het leven. |
| Degrowth (Krimp) | Een beweging die pleit voor een geplande en democratische reductie van de materiële en energie-doorstroming in over-consumerende landen, met als doel welzijn en mondiale rechtvaardigheid te verbeteren. |
| Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW) | Een economische indicator die probeert de welvaart van een land op een meer holistische en duurzame manier te meten dan het BBP, door rekening te houden met sociale en ecologische factoren. |
| Oneconomische groei | Economische groei die meer kosten met zich meebrengt dan baten, wat resulteert in een afname van het netto welzijn of een overschrijding van ecologische grenzen. |
| Groeiafhankelijkheid | De situatie waarin economische systemen, beleid of bedrijfsmodellen zo zijn ingericht dat ze constante economische groei vereisen om te functioneren of te overleven. |