Cover
Jetzt kostenlos starten Stuvia-8141921-samenvatting-trendsurfing-deel-1-trendwatching-en-coolhunting-yc0702 (1).pdf
Summary
# Het veranderingsproces en wildcards
Dit onderwerp verkent de steeds snellere en impactvollere veranderingen in onze wereld, inclusief het concept van 'wildcards' die disruptieve gebeurtenissen veroorzaken, en analyseert hun oorzaken en soorten [7](#page=7).
### 1.1 De wereld verandert sneller en ingrijpender
De wereld ondergaat een veranderingsproces dat in hoog tempo verloopt, zichtbaar in de natuur, dieren, mensen en levensstijlen. Oude foto's, kledingstijlen, kapsels en de inrichting van straten tonen aan hoe snel uiterlijke expressies veranderen door maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Tattoos, bijvoorbeeld, zijn exponentieel toegenomen als symbool van zelfexpressie, met de voorspelling dat ze nog meer geaccepteerd zullen worden, hoewel een tegen-trend van tattoo-verwijdering ook mogelijk is. Voedingsgewoonten zijn drastisch veranderd van een statisch weekmenu met dagelijkse aardappelen, groenten en vlees naar een polytoon dieet met veel internationale invloeden en een mix van gezond en ongezond, met verdere evolutie in de toekomst verwacht. De winkelstraat is eveneens getransformeerd; winkels als Free Record Shop en videotheken zijn verdwenen door digitalisering, terwijl grote ketens domineren en nieuwe 'blurring'-concepten (combinaties van functies) in opkomst zijn [7](#page=7) [8](#page=8).
De toenemende snelheid van verandering wordt versneld door de groei van de wereldbevolking, de evolutie van internet en sociale media, globalisering van ideeën, producten en diensten, en toenemende mobiliteit van de consument. Als trendwatcher stel je drie fundamentele vragen om een trend te begrijpen: wat is er concreet veranderd, wat zijn de oorzaken, en hoe evolueert de verandering [8](#page=8)?
### 1.2 Wildcards veroorzaken disruptieve veranderingen
Veranderingen kunnen langzaam en geleidelijk verlopen, wat acceptatie vergemakkelijkt, of abrupter en disruptiever zijn. Plotse, disruptieve veranderingen worden in toekomstdenken aangeduid als 'wildcards' [9](#page=9).
#### 1.2.1 Wat zijn wildcards?
Wildcards zijn onvoorziene gebeurtenissen met een grote impact die onze verwachtingen overtreffen, vaak zonder duidelijke historische aanwijzingen. Ze worden geassocieerd met discontinuïteit, schokken, crises of onvoorspelbaarheid. Wildcards kunnen vergeleken worden met het butterfly-effect, waarbij een kleine actie ver weg een grote impact kan hebben, of de zwarte zwanen-theorie van Taleb, die spreekt van onverwachte, zeldzame gebeurtenissen met enorme gevolgen. Het butterfly-effect, geïntroduceerd door Edward Lorenz, illustreert hoe een kleine gebeurtenis, zoals de vleugelslag van een vlinder, een grote impact kan hebben, zoals een tornado [9](#page=9).
Hoewel wildcards achteraf wel verklaard kunnen worden door signalen of gegevens, worden ze zelden in scenario's opgenomen, wat leidt tot onvoldoende voorbereiding. Het idee om een vrachtvliegtuig te laten crashen op het VN-gebouw, destijds afgedaan als sciencefiction, werd ruimschoots overtroffen door de realiteit van 9/11. Toekomstdenkers en futuristen spelen een cruciale rol door wildcards actief in scenario's in te bouwen, landen, bedrijven en organisaties toekomstrobuuster te maken en beleidsmakers te helpen bij strategisch vooruitdenken. Grote organisaties zoals het Amerikaanse leger, NASA en Hollywoodschrijvers werken samen om de meest onwaarschijnlijke scenario's te bedenken en in te bouwen in hun toekomstplannen [10](#page=10) [9](#page=9).
### 1.3 Verschillende soorten wildcards
Wildcards kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdcategorieën:
* **Natuurlijke wildcards:** Veroorzaakt door natuurlijke fenomenen zoals vulkaanuitbarstingen, overstromingen, aardbevingen, tsunami's, sprinkhanenplagen of langdurige droogte. Deze hebben vaak een verwoestend effect met menselijk leed, materiële en economische schade, en tijdelijke disruptie van de samenleving. Een historisch voorbeeld is de meteorietinslag op het Yucatán-schiereiland die leidde tot het uitsterven van de dinosauriërs [10](#page=10).
* **Menselijke wildcards:** Veroorzaakt door menselijk handelen, zoals oorlogen, revoluties of economische crisissen. Voorbeelden hiervan zijn de Franse Revolutie die het einde van het ancien régime inluidde de kernramp van Tsjernobyl die politieke gevolgen had en bijdroeg aan de val van het communisme en economische crises zoals de beurscrash van 1929 en de bankencrisis van 2008-2011, die voortkwamen uit menselijke hebzucht en systeemfouten [10](#page=10).
* **Hybride wildcards:** Ontstaan door een combinatie van natuurlijke oorzaken en menselijk gedrag, zoals epidemieën en pandemieën. COVID-19 wordt beschouwd als een hybride wildcard, mede veroorzaakt door industriële landbouw, globalisering, onze reiscultuur en economische verwevenheid [11](#page=11).
Wildcards kunnen ook positief zijn, zoals de ontdekking van vuur, de boekdrukkunst, de stoommachine, elektriciteit, de computer, het internet, artificiële intelligentie en sociale media, die onze levenswijze en werkfundamenten ingrijpend veranderden [11](#page=11).
#### 1.3.1 Wildcards vergeleken: de pest en corona
De impact van de zwarte dood in de 14e eeuw en de coronapandemie in de 21e eeuw vertonen duidelijke parallellen. Beide pandemieën veranderden werk en leefwijze, leidden tot technologische, culturele en sociale transformaties, en veroorzaakten nieuwe vormen van solidariteit en polarisatie. COVID-19, een recente wildcard, bracht lockdowns, quarantaine en social distancing met zich mee, maar ook positieve effecten zoals ruimte voor de natuur en wereldwijde wetenschappelijke samenwerking [11](#page=11) [12](#page=12).
#### 1.3.2 Persoonlijke en maatschappelijke wildcards
De auteur beschrijft meerdere persoonlijke wildcards: de kernramp van Tsjernobyl in 1986 die een radiologische wolk over Berlijn bracht de aanslagen van 11 september 2001 (9/11) die leidden tot grote maatschappelijke veranderingen op het gebied van veiligheid en privacy en de bankencrisis van 2007-2011 die een financiële meltdown dreigde te veroorzaken. De coronapandemie (COVID-19) wordt gezien als een vierde, wereldwijde wildcard met ongekende economische, gezondheids-, sociale en psychologische gevolgen, die deel uitmaakt van een bredere systeemcrisis [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [16](#page=16).
#### 1.3.3 Toekomstige scenario's en wildcards
* **2028: Chocoladecrisis:** Schimmels op cacaobonen en klimaatverandering bedreigen de wereldwijde chocoladeproductie, vergelijkbaar met de impact van Fusarium TR4 op bananen. Dit leidt tot exploderende prijzen, productievermindering en de opkomst van alternatieven en een terugkeer naar lokale, gezonde voeding [17](#page=17) [18](#page=18).
* **2033: Monetaire kater:** Europese landen kampen met torenhoge schulden, waarna overheden naar Postmoderne Monetaire Theorie (PMT) grijpen met onbeperkte geldcreatie, wat leidt tot hyperinflatie, massale verarming en een terugval naar klassieke economische principes [19](#page=19).
* **2044: Megazonnewind:** Een zonnestorm kan leiden tot wereldwijde, jarenlange stroomuitval, de onbruikbaarheid van elektronica, uitval van transport en communicatie, en het falen van de gezondheidszorg, met catastrofale economische en maatschappelijke gevolgen [19](#page=19) [20](#page=20).
### 1.4 Omgaan met verandering en veerkracht
Mensen hebben een ambigue houding tegenover verandering; ze hebben er nood aan, maar zijn er ook ambivalent over. Geleidelijke veranderingen worden makkelijker geaccepteerd dan de steeds snellere en ingrijpendere wildcards van nu [20](#page=20).
De verandercurve van Kübler-Ross, gebaseerd op rouwverwerking, is toepasbaar op individuele en collectieve veranderingen en kent vier fasen:
1. **Status-quofase:** Schokgolf en ontkenning bij onverwachte verandering [20](#page=20).
2. **Disruptiefase:** Woede, angst en frustratie wanneer verandering onvermijdelijk is [20](#page=20).
3. **Exploratiefase:** Constructieve houding waarbij de betekenis van de verandering wordt onderzocht [20](#page=20).
4. **Wederopbouwfase:** Acceptatie en adoptie van de verandering, wat leidt tot snellere omgang met nieuwe veranderingen [20](#page=20).
Toegepast op de coronapandemie, ging dit van weinig aandacht naar frustratie bij lockdowns, gevolgd door angst en depressie, en uiteindelijk nieuwe kansen door creativiteit en innovatie zoals takeaway, autocinema's en hybride werken [20](#page=20).
De sleutel tot veerkracht in tijden van crisis ligt bij adaptief vermogen, creativiteit en innovatiekracht. Het is essentieel om te begrijpen wat er gebeurt, hoe we ons gedragen, wat we wensen, en hoe we kunnen anticiperen op toekomstige schokken. De vraag "Wat als... dan dit?" is een nuttige denkoefening voor iedereen die zich wil voorbereiden op onvoorspelbare ontwikkelingen [17](#page=17).
---
# Handelingsmotieven, waarden, normen en verwachtingen
Dit hoofdstuk analyseert menselijk gedrag aan de hand van vier componenten: handelingsmotieven, waarden, normen en verwachtingen, beginnend bij de behoeftenpiramide van Maslow en de kritiek daarop, gevolgd door een uitwerking van waarden, normen en de impact van hoge verwachtingen, ter afsluiting met een nieuw model voor handelingsmotieven.
### 2.1 De piramide van Maslow en kritiek daarop
Abraham Maslow onderscheidt verschillende lagen van menselijke behoeften, die hij in een piramide weergeeft [21](#page=21):
1. **Overlevingsbehoeften:**
* Fysiologisch: zuurstof, eten, drinken, onderdak, warmte, seks, slaap [21](#page=21).
* Veiligheid: bescherming, orde, grenzen, stabiliteit, regels [21](#page=21).
2. **Sociale behoeften:** Liefde, genegenheid, relaties, familie, werkomgeving [21](#page=21).
3. **Erkenning (eigenwaarde):** Prestaties, status, verantwoordelijkheid, zelfrespect, reputatie [21](#page=21).
4. **Cognitieve behoeften:** Kennis, betekenis, zelfbewustzijn [21](#page=21).
5. **Esthetische behoeften:** Schoonheid, kunst, esthetische balans [21](#page=21).
6. **Transcendentale behoeften / Zelfrealisatie:** Persoonlijke groei, morele ontwikkeling, iets betekenen voor anderen/maatschappij [21](#page=21).
Hoewel deze behoeften universeel lijken, worden ze anders ingevuld afhankelijk van de maatschappelijke context of Zeitgeist [21](#page=21).
#### 2.1.1 Kritiek op Maslow
* **Technologische innovaties:** Veranderen de invulling van behoeften, zoals liefde en seksualiteit [21](#page=21).
* **Culturele kritiek (Pinto):** De piramide is westers georiënteerd. David Pinto stelt een piramide voor waarin de nadruk ligt op collectiviteit en groepsharmonie [21](#page=21):
1. Lichamelijke behoeften [22](#page=22).
2. Behagen van de eigen groep [22](#page=22).
3. Goede naam (erkenning binnen de groep) [22](#page=22).
4. Eer (persoonlijke en collectieve eer boven zelfontplooiing) [22](#page=22).
* **Andere bedenkingen:**
* Starre hiërarchie werkt niet altijd: mensen zoeken soms hogere behoeften zonder lagere te vervullen [22](#page=22).
* Positieve bias: negeert negatieve motieven zoals macht, jaloezie, hebzucht [22](#page=22).
* Verschillende interpretaties: gedrag kan aan meerdere lagen tegelijk worden gekoppeld [22](#page=22).
### 2.2 Het octogonaal model van handelingsmotieven
Een nieuw, tweedimensionaal octogonaal model spreekt van handelingsmotieven in plaats van behoeften om bovenstaande kritiek te omvatten. De 8 categorieën zijn [22](#page=22):
1. **Biologische motieven:** Voeding, drank, slaap, seks, zuurstof, warmte, kleding [22](#page=22).
2. **Veiligheidsmotieven:** Bescherming, orde, regels, grenzen, stabiliteit [22](#page=22).
3. **Psychologische motieven:** Liefde, genegenheid, geluk [22](#page=22).
4. **Individuele motieven:** Reputatie, status, persoonlijke groei, eer, zelfrealisatie [22](#page=22).
5. **Collectieve motieven:** Trots, groepsgevoel, familie, werkomgeving, iets betekenen voor de gemeenschap [22](#page=22).
6. **Cognitieve motieven:** Kennis, zelfbewustzijn, zingeving [22](#page=22).
7. **Esthetische motieven:** Schoonheid, kunst, cultuur [22](#page=22).
8. **Negatieve motieven:** Hebzucht, macht, invloed, afgunst, dominantie [22](#page=22).
Het octogonaal model biedt een inclusiever en realistischer kader dat rekening houdt met culturele verschillen en negatieve motieven [22](#page=22).
### 2.3 Waarden als basisprincipe voor ons handelen
Waarden zijn idealen die individuen en samenlevingen nastreven, die uitdrukken wat wenselijk, belangrijk en waardevol is, en die ons gedrag sturen [23](#page=23).
#### 2.3.1 Ontstaan, ontwikkeling en bronnen van waarden
Waarden worden gevormd binnen de cultuur, familie, onderwijs en via rolmodellen, en kunnen in de loop van het leven veranderen. Ze vinden hun oorsprong vaak in religieuze, filosofische, ethische of politieke overtuigingen en worden steeds vaker geïntegreerd in de bedrijfswereld [23](#page=23).
#### 2.3.2 Waarden in de bedrijfscontext
Er wordt onderscheid gemaakt tussen kernwaarden (intern gericht) en merkwaarden (extern gericht). De schrijver pleit voor onderscheidende waarden in plaats van generieke termen [23](#page=23).
#### 2.3.3 Soorten waarden
* Traditionele waarden: behoudsgezind, conservatief [23](#page=23).
* Moderne waarden: gericht op bezit en genot [23](#page=23).
* Postmoderne waarden: focussen op beleving en zelfontplooiing [23](#page=23).
#### 2.3.4 Milton Rokeach: terminale en instrumentele waarden
Milton Rokeach verdeelde waarden in twee soorten [23](#page=23):
* **Terminal values:** Eindwaarden of levensdoelen (bv. vrijheid, geluk) [23](#page=23).
* **Instrumental values:** Gedragswijzen of middelen om doelen te bereiken (bv. eerlijkheid, behulpzaamheid) [23](#page=23).
Hij ontwikkelde de Rokeach Value Survey om waarden te rangschikken [23](#page=23).
#### 2.3.5 Waarden versus motieven
Sommige waarden overlappen met psychologische motieven; waarden zijn de abstractere onderliggende principes en motieven de concrete uitingen. Waarden zijn veranderlijk en contextueel, maar blijven fundamenteel in ons handelen [24](#page=24).
### 2.4 Normen om waarderationeel te handelen
Normen zijn richtlijnen, voorschriften en omgangsvormen die ons gedrag aansturen en de concrete gedragsregels zijn die voortvloeien uit onderliggende waarden [24](#page=24).
* **Voorbeelden van normen en bijhorende waarden:**
* Opstaan voor zwangeren in OV → Respect [24](#page=24).
* Belofte nakomen → Betrouwbaarheid, respect [24](#page=24).
* Geen ruzie/geweld bij meningsverschil → Verdraagzaamheid, zelfbeheersing [24](#page=24).
* Te veel wisselgeld melden → Eerlijkheid [24](#page=24).
#### 2.4.1 Soorten normen
Normen kunnen positief (geboden) of negatief (verboden) zijn. Ze kunnen algemeen gelden of specifiek zijn voor een groep [24](#page=24).
#### 2.4.2 Volksgebruiken als normen
Sommige gedragsregels zijn sociale gebruiken (bv. eet- en kledingkeuze), die minder dwingend zijn maar wel ons gedrag beïnvloeden en onderhevig zijn aan de tijdsgeest [24](#page=24).
#### 2.4.3 Culturele verschillen in normen
Normen zijn cultuurgebonden en kunnen sterk verschillen, wat leidt tot verschillende beleefdheidsconventies [25](#page=25).
* **Voorbeelden:** Oogcontact, eetgewoontes, stem verheffen [25](#page=25).
Normen, samen met onuitgesproken verwachtingen, vormen het fundament van waarderationeel handelen in de samenleving [25](#page=25).
### 2.5 Torenhoge verwachtingen veroorzaken stijgende stressniveaus
In de huidige samenleving is er een toenemende druk door hoge verwachtingen, zowel van onszelf, anderen, bedrijven als overheden [25](#page=25).
#### 2.5.1 Hoge verwachtingen van onszelf
De drang naar een "perfect leven" (uitblinken, succesvol, aantrekkelijk, jong, fit, gezond, betekenisvol) leidt tot toenemende stress en gevoelens van tekortschieten [25](#page=25).
#### 2.5.2 Hoge verwachtingen van anderen
De hoge verwachtingen van partners en vrienden kunnen leiden tot bijna onmogelijke eisen en verhogen de stress binnen sociale kringen [25](#page=25).
#### 2.5.3 Hoge verwachtingen van bedrijven
Organisaties moeten voldoen aan eisen zoals constante bereikbaarheid, topproducten tegen lage prijzen, duurzaamheid, transparantie, maatschappelijke betrokkenheid, eerlijke lonen en inclusief beleid [25](#page=25).
#### 2.5.4 Hoge verwachtingen van overheden
Van overheden wordt steun bij tegenslagen en snelle, doeltreffende hulp verwacht op individueel en maatschappelijk niveau [25](#page=25).
---
# De maatschappelijke context en trendevolutie
Hier is een gedetailleerd studieoverzicht over de maatschappelijke context en trendevolutie, gebaseerd op de verstrekte documentinhoud.
## 3. De maatschappelijke context en trendevolutie
Dit onderwerp verkent de facetten van de maatschappelijke context, zoals identiteit, bevolkingsbewegingen, de sociale en culturele omgeving, de technosfeer, economie, energie, en politiek-institutionele aspecten, en verklaart de evolutie van trends, hypes en rages aan de hand van het IBSOTEEP-model.
### 3.1 De maatschappelijke context: het IBSOTEEP-model
Het IBSOTEEP-model biedt een raamwerk om de maatschappelijke context te begrijpen, waarin diverse factoren elkaar beïnvloeden. Het model is een evolutie van het STEEP-model en STEEEEPI-model [26](#page=26) [34](#page=34).
* **I: Identiteit:** Verwijst naar de mens als individu en als deel van een collectieve gemeenschap [26](#page=26).
* **B: Bevolking:** Beschouwt de bevolking als een verzameling unieke individuen met eigen identiteiten [27](#page=27).
* **S: Sociaal-cultureel domein:** Omvat interacties via communicatie, media, cultuur, opvoeding en educatie [26](#page=26).
* **O: (Leef)Omgeving:** Centrale focus ligt op de relatie tot de natuur en de stedelijke omgeving [26](#page=26).
* **T: Technosfeer:** Verwijst naar de invloeden van menselijke inventiviteit op onze omgeving [32](#page=32).
* **E: Economie en werkgelegenheid:** Benadrukt de fundamentele rol hiervan in iemands leven [26](#page=26).
* **E: Energie:** Essentiële factor voor alle innovaties en maatschappelijke ontwikkelingen [33](#page=33).
* **P: Politiek-institutioneel en juridisch:** Kader van regels, structuren en het functioneren van de maatschappij [33](#page=33).
#### 3.1.1 Identiteit
Onze identiteit is complex en veelzijdig, bestaande uit genetisch-biologische, psychologische en sociaal-culturele elementen [27](#page=27).
* **Psychologische leeftijdselasticiteit:** De door ons aangevoelde leeftijd, die vaak jonger is dan onze werkelijke chronologische leeftijd [26](#page=26).
* **Genderidentiteit:** De maatschappelijke trend naar genderneutraliteit, zichtbaar in wijzigende opinies en juridische kaders, zoals het niet meer vermelden van geslacht op identiteitskaarten en de acceptatie van transgender personen [26](#page=26).
* **Nationale en/of culturele identiteit:** Sterk verbonden met de natiestaat of land, maar ook gevormd door gedeelde waarden, normen en geschiedenis, zoals een culturele Vlaamse identiteit [26](#page=26).
* **Individualisering:** Levensstijlen worden uitgedrukt via activiteiten, interesses en stijl, wat bijdraagt aan toenemende individualisering [27](#page=27).
* **Genetische identiteit:** De stijgende populariteit van DNA-onderzoeken, gedreven door dalende kosten en de mogelijkheid om afkomst en medische informatie te achterhalen [27](#page=27).
* **Avatarisering in het metaverse:** De ontwikkeling van virtuele identiteiten in online werelden, zoals via motion capture technologie [27](#page=27).
#### 3.1.2 Bevolking in beweging
De bevolking ondergaat diverse demografische transities die de maatschappij beïnvloeden [27](#page=27).
* **Kwantitatieve groei:** De wereldbevolking groeit exponentieel sinds de industriële revolutie, met een verwachte toename van ongeveer 80 miljoen mensen per jaar. Prognoses wijzen op een groeiende bevolking in Afrika en een krimpende bevolking in Europa, en India zal China inhalen als meest bevolkte land rond 2027 [27](#page=27).
* **Migratie:** Een constante factor in de geschiedenis, gedreven door diverse redenen zoals oorlog, avontuur of de zoektocht naar betere leefomstandigheden [27](#page=27).
* **Multiculturaliteit:** De samenleving wordt steeds diverser, wat zichtbaar is in bijvoorbeeld het nationale sportteam, en subtrends als diversiteit en inclusiviteit [27](#page=27).
* **Toenemend aantal eenpersoonsgezinnen:** Vanaf 2045 zal meer dan de helft van de huishoudens uit één persoon bestaan, wat de voedings- en verpakkingsindustrie beïnvloedt [28](#page=28).
* **Eenzaamheid:** Een groeiend maatschappelijk probleem, dat verband houdt met het toenemend aantal eenpersoonsgezinnen en de druk van studie, werk en sociaal leven. Dit kan leiden tot isolatie, zoals bij het fenomeen 'Hikikomori'. Initiatieven zoals 'kletskassa's' en speciale games proberen dit tegen te gaan [28](#page=28).
* **Feminiseringgolf:** De toenemende invloed en rol van vrouwen in economische en politieke sectoren, hoewel genderongelijkheid en antifeminisme nog steeds bestaan [28](#page=28).
* **Vergrijzing:** Het aantal ouderen neemt significant toe, waardoor de leeftijdsopbouw van de bevolking verandert. De verschillen tussen leeftijdssegmenten vervagen (flat age society) [28-29](#page=28, page=29). Digitalisering en automatisering zullen ouderen ondersteunen [29](#page=29).
* **Stijgende levensverwachting:** Medische vooruitgang en technologische innovaties zoals nanobots en hersenchips verhogen de levensverwachting en -kwaliteit, wat leidt tot de VitaChronos-trend (langer, gezonder en gelukkiger leven) [29](#page=29).
#### 3.1.3 Sociaal-cultureel speelveld
Dit domein kenmerkt zich door individualisering, vercommercialisering, de groeiende netwerksamenleving en crossmedialisering [29](#page=29).
* **Crossmedialisering:** Een concept dat zich verspreidt over verschillende mediavormen, zoals een tv-format dat zich uitbreidt naar bordspellen en live-evenementen [29](#page=29).
* **Meta spacerace:** De versmelting van de fysieke en virtuele wereld in 3D-omgevingen (metaverse/Web3) voor gamen, werken, studeren en handeldrijven. Dit omvat virtuele bezittingen, massaevenementen, remote werken en nieuwe onderwijsvormen. De naamswijziging van Facebook naar Meta is een belangrijk ijkpunt. De Covid-19 pandemie heeft de toekomst van werk hervormd en een hybride model genormaliseerd [30](#page=30).
#### 3.1.4 Omgeving
De leefomgeving omvat zowel de directe woonplaats als de bredere ecologische en kosmische context [31](#page=31).
* **Stedelijke verstedelijking:** Er is een wereldwijde trend naar verstedelijking, waarbij megasteden steeds machtiger worden en een grote aantrekkingskracht uitoefenen. Uitdagingen zijn overbevolking, luchtvervuiling en klimaatopwarming. De toekomst van steden ligt in innovatie en verbonden ecosystemen [30](#page=30).
* **Symbiose stad en platteland:** De grenzen tussen stad en platteland vervagen, met een grotere interesse in natuur en een integratie van stedelijke kenmerken in landelijke gebieden [31](#page=31).
* **Terug naar de natuur:** Consumenten zoeken meer tijd in de natuur, wat leidt tot natuur- of ecotherapie en een focus op helende effecten van natuur [31](#page=31).
* **Groene of blauwe planeet:** Een focus op duurzaamheid, ecologie, klimaatverandering, circulaire economie en de Blauwe Economie, die oplossingen zoekt in natuurlijke systemen [31](#page=31).
* **Ruimtevaart:** Commerciële ruimtevaart wint aan belang, wat de omgeving uitbreidt naar het zonnestelsel en het heelal [31](#page=31).
#### 3.1.5 Technosfeer
De technosfeer omvat alle door de mens gecreëerde technologieën en systemen die onze omgeving beïnvloeden [32](#page=32).
* **Definitie van technologie:** De inwerkingen van ons menselijke vernuft op onze omgeving, van gereedschap tot digitale netwerken [32](#page=32).
* **De technologiepiramide (Koert Van Mensvoort):** Een model dat de evolutie van technologie beschrijft in zeven fasen:
1. **Verbeelding:** Technologie bestaat als idee.
2. **Operationeel:** Een prototype bestaat (proof of concept).
3. **Toegepast:** Technologie is toegankelijk en betaalbaar in de maatschappij.
4. **Geaccepteerd:** Technologie wordt onderdeel van het dagelijks leven.
5. **Onmisbaar:** Technologie is essentieel en kan niet gemist worden.
6. **Onzichtbaar:** Technologie is naadloos verweven met het leven en wordt niet meer als zodanig ervaren (bv. schrift, geld).
7. **Natuurlijk:** Technologie wordt beschouwd als onderdeel van de menselijke natuur (bv. kleding) [32](#page=32).
#### 3.1.6 Economie en werkgelegenheid
De economische context kent dynamische veranderingen, waaronder de dynamiek tussen globalisering en lokalisering (glokalisering) [33](#page=33).
* **Belevingseconomie:** Consumenten zoeken unieke ervaringen, waarbij constante toegevoegde waarde wordt gecreëerd [33](#page=33).
* **Arbeidskrapte:** In Westerse landen is er een arbeidskrapte tot 2040, mede door vergrijzing en onvoldoende instroom van jonge werknemers. Oplossingen liggen in automatisering, robotisering en migratie [33](#page=33).
* **Hybride werken:** De Covid-19 pandemie heeft de trend van hybride werken (een combinatie van thuis- en kantoorwerk) genormaliseerd, met werkplekken die evolueren naar 'socializing spots' [33](#page=33).
#### 3.1.7 Energie
Energie is een cruciale trendfactor die alle maatschappelijke innovaties beïnvloedt [33](#page=33).
* **Energietransitie:** Stijgende energieprijzen en geopolitieke spanningen stimuleren investeringen in hernieuwbare energie en het langer openhouden van kerncentrales [33](#page=33).
* **Duurzame energieproductie:** Voorbeelden zoals koolstofnegatieve bioraffinaderijen tonen de ontwikkeling van duurzame energiebronnen [33](#page=33).
#### 3.1.8 Politiek-institutioneel en juridisch
De politiek-institutionele en juridische context biedt een referentiekader voor de maatschappij [34](#page=34).
* **Verkiezingsfraude en slecht verliezers:** Een toenemend fenomeen dat het vertrouwen in politieke processen kan ondermijnen [33](#page=33).
* **Verwachtingen van burgers:** Burgers verwachten steeds meer van overheden en politici, wat druk legt op bestuurlijke systemen [33](#page=33).
### 3.2 Trends als motor voor innovatie
Trends zijn veranderingsprocessen in menselijk gedrag die gericht zijn op het verbeteren van de levenskwaliteit door middel van innovatie [35](#page=35).
#### 3.2.1 Innovatie
Innovatie is een creatieve oplossing voor een probleem, geïmplementeerd in producten, diensten of ervaringen [35](#page=35).
* **Soorten innovatie:**
* Technologische innovatie (nieuwe technologie)
* Productinnovatie (nieuwe producten/diensten)
* Procesinnovatie (nieuwe methodes)
* Organisatie-innovatie (nieuwe businessmodellen)
* Marktinnovatie (nieuwe markten) [35](#page=35).
* **Stimulerende randfactoren voor innovatie:**
* **Ondernemerschap:** Idee, initiatief en risico nemen [36](#page=36).
* **Concurrentie:** Meer concurrentie leidt tot meer innovatie [36](#page=36).
* **Overheidsbeleid:** Stimulerend beleid, normen, fiscale stimuli en subsidies [36](#page=36).
* **Overheid als actieve speler:** Historisch onderzoek toont de rol van overheidsvisie, kennisinfrastructuur en financiële steun bij grote innovaties [36](#page=36).
* **Hoe innovatie bevorderen?** Risico aantrekkelijk maken, langetermijnbeleid, investeren in R&D, bescherming via patenten, netwerken, en bekendmaking via media [36](#page=36).
#### 3.2.2 Creativiteit, uitvindingen en aanpassing
Creativiteit vormt de basis van innovatie, maar omvat ook niet-economische activiteiten [37](#page=37).
* **Aanpassing:** Vormelijke of functionele veranderingen zonder fundamentele vernieuwing (bv. kleurrijke iMacs) [37](#page=37).
* **Uitvinding:** Een totaal nieuw, grensverleggend en systeemontwerpend concept dat de basis vormt voor latere innovaties en grote maatschappelijke omwentelingen veroorzaakt (bv. stoomkracht, telegraaf) [37](#page=37).
* **Kernverschil:** Innovatie is gericht op verbetering binnen bestaande systemen, terwijl een uitvinding een nieuw systeem creëert met grotere impact [37](#page=37).
### 3.3 Andere trendbegrippen
Naast trends bestaan er begrippen die vaak verward worden of ermee samenhangen [38](#page=38).
* **Antitrend / Tegentrend:** Een reactie op een heersende, mainstream geworden trend (bv. globalisering vs. lokalisering). Antitrends zijn signalen van maatschappelijke wrijving en kritiek [38](#page=38) [39](#page=39).
* **Coolhunting:** Marktonderzoek gericht op het signaleren van nieuwe ideeën en gedragingen, vaak in opkomende wijken en door observatie van menselijk gedrag. Het is field research, in tegenstelling tot trendwatching dat analyseert [40](#page=40).
* **Rages, hypes en hits:** Kortstondige, vaak impulsieve bevliegingen van een grote groep mensen voor een product of gedrag, gekenmerkt door groepsdruk, emotionele opwinding en media-aandacht. Hypes kunnen cyclisch terugkeren en beperken zich niet tot speelgoed, maar komen ook voor in media, mode en gedrag [41-43](#page=41, page=42, page=43). Internetchallenges en dergelijke verspreiden zich razendsnel. Hypes zijn tijdelijk en veroorzaken geen blijvende gedragsveranderingen, in tegenstelling tot trends [41](#page=41) [43](#page=43) [44](#page=44).
* **Hits:** Een tijdelijk populair product of culturele uiting met commercieel succes, vaak nichegebonden [44](#page=44).
* **Mode en stijl:** Mode is een vorm van zelfexpressie gebonden aan een specifieke periode, terwijl stijl duurzamer en diepgaander is. Modetrends zijn kortstondig en industrie-specifiek, terwijl trends bredere, duurzame veranderingsprocessen zijn [44](#page=44).
### 3.4 Hoe evolueren trends, hypes en rages?
Het ontstaan en de evolutie van trends, hypes en rages worden beïnvloed door verschillende factoren en actoren [45](#page=45).
#### 3.4.1 Wie zijn de trendcreatoren?
Trendcreatoren zijn een kleine, diverse groep die trends in gang zet en verspreidt [45](#page=45).
* **Belangrijkste groepen:** Jongeren, designers/architecten/kunstenaars, homoseksuele personen, influencers, ondernemers, celebrity's en rijke mensen [45](#page=45).
* **Trendsetters:** Een bredere groep geïnspireerd door trendcreatoren, die gedrag en stijl imiteren of assimileren [45](#page=45).
* **Polysociale netwerken:** Cruciaal voor snelle trendverspreiding, omdat deze diverse sociale groepen met elkaar verbinden [45-46](#page=45, page=46).
#### 3.4.2 Waar ontstaan trends?
Trendontwikkeling is locatiegebonden en ontstaat op plekken met economische kracht en culturele uitstraling [46](#page=46).
* **Trendcreërende steden:** Steden als Silicon Valley, New York, Parijs, Tokio en Amsterdam zijn broedplaatsen voor innovatie en trendontwikkeling [46](#page=46).
* **Globalisering en media:** Versnellen de wereldwijde verspreiding van trends [46](#page=46).
#### 3.4.3 Hoe evolueren trends, hypes en rages?
De evolutie van trends en innovaties kan worden verklaard aan de hand van verschillende modellen [46](#page=46).
* **Diffusion of Innovations (Everett Rogers):** Beschrijft de verspreiding van innovaties via vijf adoptiegroepen (innovators, early adopters, early majority, late majority, laggards) en vijf beïnvloedende factoren. De snelheid van innovatiecycli neemt toe, wat kritiek oplevert op Rogers' model [46](#page=46) [47](#page=47).
* **Trenddiamant (Henrik Vejlgaard):** Bouwt voort op Rogers' model met groepen als trendontwikkelaars, trendsetters en trendvolgers [47](#page=47).
* **Tipping point (Malcolm Gladwell):** Stelt dat ideeën en producten zich verspreiden als sociale epidemieën, waarbij een kritiek punt (tipping point) leidt tot exponentiële groei. Cruciaal zijn connectoren, verkopers, mavens en de juiste context [47](#page=47) [48](#page=48).
* **Kracht van netwerken:** Zwakke sociale banden zijn essentieel voor het verkrijgen van nieuwe informatie en kansen [48-49](#page=48, page=49). Superconnectoren zijn de spil in de verspreiding van ideeën [49](#page=49).
* **Three degrees of influence (Nicholas Christakis & James Fowler):** Onze invloed strekt zich uit tot drie sociale graden, wat aantoont dat gedrag besmettelijk is. Dit heeft beleidsmatig potentieel voor gedragsbeïnvloeding [49](#page=49) [50](#page=50).
* **Gartner's Hype Cycle:** Een grafisch model dat de ontwikkeling van nieuwe technologieën beschrijft in vijf fasen, van 'Technology Trigger' tot 'Plateau of Productivity' [50](#page=50).
* **Big Bang Disruption (Larry Downes & Paul Nunes):** Stelt dat nieuwe technologieën markten abrupter en sneller ontwrichten dan volgens Rogers' model. De adoptiecurve wordt beschreven door de fasen: singulariteitsfase, big bang, big crunch, en entropie. Kenmerken zijn exponentiële technologie, dalende informatie- en experimenteerkosten [52](#page=52) [53](#page=53).
* **Cyclische trends:** Trends, bedrijven en sectoren kunnen cyclisch zijn, maar zelden identiek. Ze keren terug in aangepaste of gemoderniseerde vorm, vaak als spiraalbeweging [53-54](#page=53, page=54).
* **Kondratjevgolven of gigatrends:** Beschrijven lange economische cycli van 40-50 jaar, gedreven door innovatieclusters [54](#page=54).
* **Psychologische seizoenen:** Tijdsgeest in vier seizoenen (lente, zomer, herfst, winter) van circa 24 jaar, die maatschappelijke houdingen en trends beïnvloeden [54](#page=54).
* **Trends inzetten voor concurrentievoordeel:** Trends zijn deels voorspelbaar en kunnen gemanipuleerd worden. Populariteit hangt af van zichtbaarheid, herkenbaarheid met vernieuwing, en herhaling. Echte virale hits ontstaan meestal via invloedrijke kanalen [55](#page=55).
* **Trendsignalen opvangen (Amy Webb's cipher-methode):** Identificeren van vroege signalen aan de periferie van de samenleving aan de hand van zes criteria: Contradicties, Inflections, Practices, Hacks, Extremes, Rarities [56](#page=56).
* **Strategisch handelen op basis van trendsignalen:** Het creëren van scenario's en het gebruik van de FUTURE-methode (Fundament, Uniek, Tracé, Urgentie, Recalibrate, Extensible) om strategieën te toetsen [56](#page=56).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wildcard | Een onvoorziene gebeurtenis met een grote impact die onze verwachtingen overtreft, vaak zonder duidelijke historische aanwijzingen. Ze gaan gepaard met termen als discontinuïteit, schokken, crisissen of onvoorspelbaarheid. |
| Butterfly-effect | Een concept, geïntroduceerd door Edward Lorenz, dat stelt dat een kleine actie ver weg een grote impact kan hebben, vergelijkbaar met hoe de vleugelslag van een vlinder een tornado kan veroorzaken. |
| Zwarte zwaan-theorie | De theorie van Nassim Nicholas Taleb die onverwachte, zeldzame gebeurtenissen beschrijft met enorme gevolgen, die achteraf vaak verklaard worden maar zelden voorzien zijn. |
| Trendwatcher | Een professional die zich bezighoudt met het observeren, analyseren en interpreteren van maatschappelijke veranderingen en trends om toekomstige ontwikkelingen te voorspellen. |
| Piramide van Maslow | Een hiërarchisch model dat menselijke behoeften categoriseert in zes lagen: fysiologische behoeften, veiligheid, sociale behoeften, erkenning, cognitieve behoeften, en transcendentale behoeften/zelfrealisatie. |
| Waarden | Fundamentele idealen en principes die we als individu en samenleving nastreven, belangrijk en waardevol vinden, en die ons gedrag sturen. Ze worden gevormd door cultuur, opvoeding en rolmodellen. |
| Normen | Concrete gedragsregels, richtlijnen en omgangsvormen die ons gedrag aansturen en die voortkomen uit onderliggende waarden. Ze bepalen hoe we ons in het dagelijks leven gedragen. |
| IBSOTEEP | Een acroniem dat staat voor zes domeinen die de maatschappelijke context vormen en trends beïnvloeden: Identiteit, Bevolking, Sociaal-Cultureel, Omgeving, Technosfeer, Economie en Politiek-Institutioneel. |
| Coolhunting | Een vorm van marktonderzoek en field research gericht op het observeren en signaleren van nieuwe ideeën, gedragingen en microtrends, vaak gericht op jongeren, als voorlopers van grotere trends. |
| Antitrend (tegentrend) | Een beweging die ontstaat als reactie op een heersende, mainstream geworden trend, vaak met tegengestelde waarden of gedragingen. |
| Hype/Rage | Een kortstondige, vaak impulsieve en collectieve bevlieging van een grote groep mensen voor een bepaald product of gedrag, gekenmerkt door groepsdruk, emotionele opwinding en media-aandacht. |
| Gartner Hype Cycle | Een grafisch model dat de ontwikkeling van nieuwe technologieën beschrijft, van de initiële hype tot brede adoptie, met vijf fasen: Technology Trigger, Peak of Inflated Expectations, Trough of Disillusionment, Slope of Enlightenment, en Plateau of Productivity. |
| Big Bang Disruption | Een theorie die stelt dat nieuwe technologieën en businessmodellen markten abrupt en massaal kunnen ontwrichten, vaak zonder de traditionele fasen van productadoptie te doorlopen. |
| Kondratjevgolven | Lange economische cycli van ongeveer 40-50 jaar, gebaseerd op innovaties en bankkredieten, die economische groei en periodes van vertraging en crisis aandrijven. |
| Trendsetters | Een bredere groep mensen die geïnspireerd wordt door trendcreatoren en die gedrag, stijl of voorkeuren imiteert of assimileert, waardoor trends zich verder verspreiden. |
| Superconnectoren | Personen met grote en diverse netwerken die continu anderen met elkaar verbinden en essentieel zijn voor de snelle en virale verspreiding van ideeën, hypes of innovaties. |
| Three degrees of influence | Een sociale netwerktheorie die stelt dat onze invloed zich uitstrekt tot drie sociale graden: onze directe contacten, de vrienden van onze vrienden, en de vrienden van die vrienden. |