Cover
Jetzt kostenlos starten H2 CONSOLIDATIE BEGRIPSBEPALINGEN.pptx
Summary
# Begripsbepalingen rond consolidatie
Dit topic introduceert de kernconcepten van consolidatie door de definitie van de geconsolideerde jaarrekening, de consolidatiekring en de diverse relaties tussen juridische entiteiten te verduidelijken, met de nadruk op hoe deze worden samengevoegd tot een economische eenheid.
### 1.1 De geconsolideerde jaarrekening
De geconsolideerde jaarrekening is de jaarrekening van een groep van individuele vennootschappen waarin alle onderlinge verhoudingen worden geëlimineerd. Het doel hiervan is om de groep als één economische eenheid weer te geven, waarbij de juridische scheidingen tussen de entiteiten buiten beschouwing worden gelaten. Dit resulteert in een getrouw beeld van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van het geconsolideerde geheel. De activa, passiva en het resultaat van de economische eenheid worden voor de groep als geheel tot uitdrukking gebracht.
### 1.2 De consolidatiekring
De consolidatiekring omvat de consoliderende vennootschap (moedervennootschap) en al haar dochterondernemingen. Deze entiteiten vormen samen de groep die geconsolideerd moet worden.
### 1.3 Verbonden vennootschappen
Vennootschappen worden als verbonden beschouwd wanneer er sprake is van een controlebevoegdheid:
* Wanneer een vennootschap controle uitoefent over een andere vennootschap.
* Wanneer een andere vennootschap controle uitoefent over de betreffende vennootschap.
* Wanneer de vennootschap deel uitmaakt van een consortium met andere vennootschappen.
* Wanneer de vennootschap, bij kennis van het bestuursorgaan, onder controle staat van vennootschappen die reeds onder controle van de moedermaatschappij vallen.
**Tip:** Het bestaan van een controlebevoegdheid, gekenmerkt door stemrecht en beslissende invloed, is cruciaal voor het definiëren van een verbonden vennootschap.
### 1.4 Moeder- en dochtervennootschappen
#### 1.4.1 Moedervennootschap of consoliderende onderneming
Dit is elke vennootschap die één of meerdere andere vennootschappen controleert.
#### 1.4.2 Dochtervennootschap
Een dochtervennootschap is een vennootschap die gecontroleerd wordt door een moedervennootschap.
#### 1.4.3 Vaststellen van controle
Een moedervennootschap controleert een andere vennootschap indien zij de bevoegdheid heeft om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of op de oriëntatie van het beleid van die andere vennootschap.
##### 1.4.3.1 Controle volgens Belgische regelgeving
* **Exclusieve controle:** De controle die een onderneming alleen of samen met één of meer van haar dochtervennootschappen uitoefent.
* **Gezamenlijke controle:** De controle die samen met een of meerdere niet-verbonden ondernemingen wordt uitgeoefend.
##### 1.4.3.2 Controle in de consolidatiewetgeving
Er wordt onderscheid gemaakt tussen controle in rechte en controle in feite.
* **Controle in rechte:** Dit wordt onweerlegbaar vermoed. Situaties die hiertoe leiden zijn:
1. Het bezit van de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van de betrokken vennootschap.
2. Het recht om de meerderheid van de bestuurders te benoemen of te ontslaan.
3. Krachtens statuten of hiermee gesloten overeenkomsten over een controlebevoegdheid beschikken.
4. Het, op grond van een overeenkomst met andere vennoten, beschikken over de meerderheid van de stemrechten.
5. In geval van gezamenlijke controle.
**Tip:** Het bezit van de meerderheid van de stemrechten is doorslaggevend, niet enkel het beschikken over aandelen zonder stemrecht of met meervoudig stemrecht. De indirecte controlebevoegdheid via een dochtervennootschap wordt bij de rechtstreekse bevoegdheid geteld.
* **Controle in feite:** Dit wordt weerlegbaar vermoed, wanneer de controle het gevolg is van feitelijke situaties. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit het uitoefenen van stemrechten op voorlaatste en laatste algemene vergaderingen die de meerderheid van de stemrechten vertegenwoordigen van de op deze vergaderingen vertegenwoordigde effecten.
**Tip:** Enkel aanwezig zijn op een vergadering is onvoldoende; er moet actief gebruik worden gemaakt van stemrechten om een vermoeden van controle te creëren.
##### 1.4.3.3 Vaststelling van stemrechten en controlebevoegdheid
Bij het vaststellen van de controlebevoegdheid wordt rekening gehouden met de meerderheid van de stemrechten, maar de volgende zaken worden niet in aanmerking genomen:
* Schorsing van stemrechten.
* Stemrechtbeperkingen.
Het aantal stemrechten wordt verminderd met:
* Stemrechten verbonden aan eigen aandelen.
* Stemrechten verbonden aan aandelen aangehouden door een dochteronderneming van de betrokken vennootschap.
### 1.5 De geassocieerde onderneming
Een geassocieerde onderneming is elke andere vennootschap dan een dochter- of gemeenschappelijke dochtervennootschap, waarin een andere vennootschap een deelneming bezit en waarin zij een "invloed van betekenis" uitoefent op de oriëntatie van het beleid.
* **Invloed van betekenis:** Dit wordt doorgaans geassocieerd met het bezitten van 20% of meer van de stemrechten. Dit resulteert in een beperkte, niet-dominante invloed in de geassocieerde vennootschap, waarbij de investeerder wel mee kan beslissen en invloed kan uitoefenen, maar geen volledige controle heeft of overheersende beslissingsbevoegdheid.
* **Consolidatie:** Geassocieerde ondernemingen worden niet volledig geconsolideerd in de consolidatiekring, omdat er geen controle is. Ze worden niet opgenomen in de consolidatiekring. Als een onderneming minder dan 20% van de stemrechten bezit, wordt er geen invloed verondersteld en is er geen consolidatie. Invloed van betekenis ligt tussen de 20% en 50% van de stemrechten. Meer dan 50% van de stemrechten impliceert controle en vereist integrale consolidatie.
### 1.6 Het consortium en centrale leiding
* **Consortium:** Een consortium bestaat uit een vennootschap naar Belgisch recht en één of meer ondernemingen naar Belgisch recht die geen dochterondernemingen van elkaar zijn, noch dochterondernemingen van één en dezelfde vennootschap, maar die wel onder centrale leiding staan.
* **Centrale leiding:** Dit impliceert een vorm van centrale controle. Het kan voortvloeien uit tussen ondernemingen afgesloten overeenkomsten of uit statutaire bepalingen. Het vermoeden van centrale leiding is onweerlegbaar. Ook wanneer de bestuursorganen voor het merendeel uit dezelfde personen bestaan, kan dit wijzen op centrale leiding.
**Tip:** Verticale consolidatieverplichtingen hebben steeds voorrang op horizontale consolidatieverplichtingen.
**Example:** Een familiebedrijf dat wordt opgesplitst in kleinere entiteiten, waarbij dezelfde personen bestuursfuncties behouden in de verschillende entiteiten en onderlinge afspraken maken, kan een voorbeeld zijn van een consortium onder centrale leiding.
### 1.7 Definitie van geconsolideerde jaarrekening volgens IFRS (voor beursgenoteerde bedrijven)
Volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS), specifiek IFRS 10, worden de jaarrekeningen van een groep waarin de activa, verplichtingen, het eigen vermogen, de baten, de lasten en de kasstromen van de moedermaatschappij en haar dochterondernemingen worden gepresenteerd alsof het die van een afzonderlijke economische eenheid betreft.
* **Moederonderneming:** De onderneming die zeggenschap heeft over één of meerdere andere ondernemingen.
* **Dochteronderneming:** Ondernemingen waarover een andere onderneming zeggenschap heeft.
#### 1.7.1 Controle volgens IFRS 10
Controle (zeggenschap) wordt gedefinieerd als de blootstelling aan, of rechten op variabele opbrengsten uit hoofde van de betrokkenheid bij de deelneming, en de mogelijkheid om de omvang van deze opbrengsten te beïnvloeden door de macht over de deelneming te gebruiken. De nadruk ligt op 'macht over een deelneming', wat betekent dat de investeerder de opbrengsten van de deelneming aanzienlijk kan beïnvloeden. Dit is een breder concept dan enkel beslissende invloed.
#### 1.7.2 Geassocieerde deelneming volgens IAS 28
Een geassocieerde deelneming is een onderneming waarin de investeerder een invloed van betekenis heeft. Indien een onderneming direct of indirect 20% of meer van de stemrechten bezit, wordt verondersteld dat deze invloed van betekenis heeft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.
#### 1.7.3 Gezamenlijke zeggenschap volgens IFRS 11
* **Joint venture:** Een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben, rechten hebben op de netto-activa van de overeenkomst. Deze partijen worden deelnemers in de joint venture genoemd.
**Example:** Wanneer vennootschap X en vennootschap Y gezamenlijk de controle uitoefenen over vennootschap A, en X en Y ook gezamenlijk de controle uitoefenen over vennootschap B, dan zijn A en B verbonden omdat ze onder gezamenlijke controle van X en Y vallen. Als X en Y beiden meer dan 50% van de stemrechten hebben in respectievelijk A en B, is er sprake van exclusieve controle door X en Y in hun respectievelijke dochters.
---
# Controlebevoegdheid en moeder-dochterrelaties
Dit gedeelte behandelt de criteria voor het vaststellen van controlebevoegdheid tussen vennootschappen, met een focus op moeder- en dochterondernemingen, onderscheidend tussen controle in rechte en controle in feite, en de toepassingen in zowel Belgische als internationale wetgeving.
### 2.1 Begripsbepalingen
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld voor de groep, die bestaat uit de consoliderende vennootschap en al haar dochterondernemingen. Deze groep wordt als één economische eenheid voorgesteld, waarbij onderlinge verhoudingen worden geëlimineerd om een getrouw beeld te geven van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van het geheel. Juridische scheidingen worden hierbij buiten beschouwing gelaten.
Een vennootschap wordt beschouwd als verbonden met een andere vennootschap indien:
* Zij controlebevoegdheid uitoefent over die andere vennootschap.
* Die andere vennootschap controlebevoegdheid uitoefent over haar.
* Zij een consortium vormt met die andere vennootschap.
* De andere vennootschap, bij weten van het bestuursorgaan, onder controle staat van de eerder genoemde vennootschappen.
#### 2.1.1 Moedervennootschap en dochteronderneming
* **Moedervennootschap of consoliderende onderneming:** Elke vennootschap die één of meerdere vennootschappen controleert.
* **Dochteronderneming:** Een vennootschap die gecontroleerd wordt door een moedervennootschap.
De controle wordt uitgeoefend door de bevoegdheid om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of op de oriëntatie van het beleid van een andere vennootschap. Het is essentieel dat er een controlebevoegdheid bestaat, wat zich vaak manifesteert in stemrecht of een beslissende invloed.
### 2.2 Controle volgens Belgische regelgeving
In de Belgische regelgeving worden verschillende vormen van controle onderscheiden:
* **Exclusieve controle:** De controle die een onderneming alleen of samen met één of meer van haar dochtervennootschappen uitoefent.
* **Gezamenlijke controle:** De controle die samen met een of meerdere *niet-verbonden* ondernemingen wordt uitgeoefend.
### 2.3 Controle in de consolidatiewetgeving
Binnen de consolidatiewetgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen:
#### 2.3.1 Controle in rechte
Controle in rechte wordt *onweerlegbaar vermoed*. Dit vermoeden is gebaseerd op de juridische structuur en is niet vatbaar voor tegenbewijs. Dit is het geval wanneer:
1. Een vennootschap het bezit heeft van de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van de betrokken vennootschap.
2. Een vennoot het recht heeft de meerderheid van de bestuurders te benoemen of te ontslaan.
3. Een vennoot krachtens de statuten van de betrokken onderneming of krachtens hiermee gesloten overeenkomsten over een controlebevoegdheid beschikt.
4. Een vennoot, op grond van een overeenkomst met andere vennoten van de betrokken onderneming, beschikt over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van die onderneming. Hierbij is het bezit van de meerderheid van de stemrechten doorslaggevend, niet enkel het beschikken over aandelen zonder stemrecht of met meervoudig stemrecht.
5. In geval van gezamenlijke controle.
> **Tip:** Bij het vaststellen van de controlebevoegdheid wordt de indirecte controlebevoegdheid via een dochtervennootschap meegeteld bij de rechtstreekse bevoegdheid. Aandeelhoudersovereenkomsten kunnen leiden tot het verkrijgen van de meerderheid van de stemrechten.
Het aantal stemrechten dat in aanmerking wordt genomen voor het vaststellen van de controlebevoegdheid, wordt verminderd met:
* Stemrechten verbonden aan eigen aandelen van de vennootschap.
* Stemrechten verbonden aan aandelen aangehouden door een dochteronderneming van de betrokken vennootschap.
Schorsing van stemrechten en stemrechtbeperkingen worden buiten beschouwing gelaten.
#### 2.3.2 Controle in feite
Controle in feite wordt *weerlegbaar vermoed* wanneer deze het gevolg is van feitelijke situaties. Dit betekent dat het vermoeden van controle kan worden weerlegd met tegenbewijs.
> **Example:** Indien een vennoot op opeenvolgende aandeelhoudersvergaderingen stemrechten heeft uitgeoefend die de meerderheid van de op die vergaderingen vertegenwoordigde stemrechten vertegenwoordigen, wordt dit vermoed als controle in feite. Enkel aanwezig zijn op een vergadering is echter niet voldoende; de stemrechten moeten ook effectief uitgeoefend worden.
### 2.4 Geassocieerde onderneming
Een geassocieerde onderneming is elke vennootschap, anders dan een dochteronderneming of gemeenschappelijke dochteronderneming, waarin een andere vennootschap een deelneming bezit en waarin zij een *invloed van betekenis* uitoefent op de oriëntatie van het beleid.
* **Invloed van betekenis:** Wordt geacht aanwezig te zijn vanaf het bezit van twintig procent (20%) van de stemrechten of meer. Dit vertegenwoordigt een beperkte, niet-dominante invloed.
Geassocieerde ondernemingen maken geen deel uit van de consolidatiekring omdat er geen controle is. Ze worden niet volledig geconsolideerd. Indien een onderneming minder dan twintig percent (20%) bezit, wordt er geen significante invloed verondersteld en vindt er geen consolidatie plaats. Een invloed van betekenis ligt tussen de 20% en 50% van de stemrechten. Meer dan 50% impliceert controle, wat leidt tot integrale consolidatie.
### 2.5 Consortium en centrale leiding
* **Consortium:** Een situatie waarbij een vennootschap naar Belgisch recht en een of meer ondernemingen naar Belgisch recht die geen dochterondernemingen van elkaar zijn, noch dochterondernemingen zijn van één en dezelfde vennootschap, onder centrale leiding staan.
Centrale leiding wordt *onweerlegbaar vermoed* indien dit voortvloeit uit tussen ondernemingen afgesloten overeenkomsten of uit statutaire bepalingen. Het vermoeden geldt ook indien de bestuursorganen in meerderheid uit dezelfde personen bestaan.
> **Example:** Een familiebedrijf wordt opgesplitst in kleinere entiteiten. De familieleden blijven bestuurders in al deze vennootschappen en hebben onderling afspraken gemaakt over het beleid, wat duidt op centrale leiding.
### 2.6 Bepalingen inzake beursgenoteerde bedrijven (IFRS)
Internationale Financial Reporting Standards (IFRS), specifiek IFRS 10, hanteren vergelijkbare definities voor moedervennootschappen en dochterondernemingen.
* **Moederonderneming:** De onderneming die zeggenschap heeft over één of meerdere andere ondernemingen.
* **Dochteronderneming:** Ondernemingen waarover een andere onderneming zeggenschap heeft.
#### 2.6.1 Controle volgens IFRS 10
Controle onder IFRS 10 wordt gedefinieerd als het hebben van:
1. **Zeggenschap** over een deelneming.
2. Blootstelling aan, of rechten op, veranderlijke opbrengsten uit hoofde van de betrokkenheid bij de deelneming.
3. De mogelijkheid om zijn macht over de deelneming te gebruiken om de omvang van de opbrengsten van de investeerder te beïnvloeden.
> **Tip:** IFRS legt de klemtoon op 'macht over een deelneming', wat inhoudt dat de investeerder de opbrengsten van de deelneming aanzienlijk kan beïnvloeden. Dit is een ruimer concept dan enkel beslissende invloed.
#### 2.6.2 Geassocieerde onderneming (IAS 28)
Volgens IAS 28 is een geassocieerde deelneming een onderneming waarin de investeerder *invloed van betekenis* heeft. Indien een onderneming direct of indirect twintig percent (20%) of meer van de stemrechten bezit, wordt dit vermoed als invloed van betekenis, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.
#### 2.6.3 Gezamenlijke zeggenschap (IFRS 11)
IFRS 11 definieert gezamenlijke zeggenschap in de context van een *joint venture*. Dit is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap hebben, rechten hebben op de netto-activa van de overeenkomst. Deze partijen worden deelnemers in de joint venture genoemd.
> **Example:** In een situatie van exclusieve controle bezit één entiteit meer dan 50% van de stemrechten. Bij gezamenlijke controle delen twee of meer entiteiten, bijvoorbeeld X en Y, de controle over een dochteronderneming (A en B). Deze entiteiten (X en Y) worden dan ook als verbonden beschouwd omdat ze onder gezamenlijke controle staan.
---
# Geassocieerde ondernemingen, consortia en centrale leiding
Dit onderdeel behandelt de definitie en kenmerken van geassocieerde ondernemingen, evenals het concept van consortia onder centrale leiding, met aandacht voor zowel verticale als horizontale structuren.
### 3.1 De geassocieerde onderneming
Een geassocieerde onderneming is een vennootschap, die geen dochteronderneming of gemeenschappelijke dochteronderneming is, waarin een andere vennootschap een deelneming bezit en waarover zij een invloed van betekenis uitoefent op de oriëntatie van het beleid.
#### 3.1.1 Invloed van betekenis
* **Drempel:** Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan vanaf het bezit van **twintig procent (20%) of meer van de stemrechten** in de deelneming. Dit is in lijn met de definitie in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV).
* **Aard van de invloed:** De invloed is beperkt en niet dominant; er is geen volledige controle of overheersende beslissingsbevoegdheid.
* **Consolidatie:** Geassocieerde ondernemingen worden niet volledig geconsolideerd in de jaarrekening. Ze behoren niet tot de consolidatiekring omdat er geen controle is. De vermogensmutatiemethode wordt doorgaans toegepast voor de consolidatie van geassocieerde deelnemingen.
#### 3.1.2 Vaststellen van de invloed van betekenis
* Bij een deelneming van **minder dan twintig procent (20%)** wordt doorgaans geen invloed uitgeoefend, en is er geen consolidatie vereist.
* Bij een deelneming tussen **twintig procent (20%) en vijftig procent (50%)** wordt gesproken van invloed van betekenis.
* Bij een deelneming van **meer dan vijftig procent (50%)** is er sprake van controle, en dient de dochteronderneming integraal geconsolideerd te worden.
> **Tip:** Het onderscheid tussen controle en invloed van betekenis is cruciaal. Controle impliceert een beslissende invloed op het beleid, terwijl invloed van betekenis een meer beperkte, maar significante, impact inhoudt.
### 3.2 Het consortium en centrale leiding
Een consortium ontstaat wanneer een vennootschap en een of meer andere ondernemingen die geen dochterondernemingen van elkaar zijn, noch dochterondernemingen van één en dezelfde moedermaatschappij, onder centrale leiding staan.
#### 3.2.1 Centrale leiding
Centrale leiding impliceert een vorm van centrale controle over de betrokken ondernemingen.
* **Vermoeden van centrale leiding:**
* Centrale leiding wordt onweerlegbaar vermoed wanneer deze voortvloeit uit tussen ondernemingen afgesloten overeenkomsten of uit statutaire bepalingen. (Opmerking: Overheersingsovereenkomsten zijn in België verboden.)
* Centrale leiding wordt eveneens vermoed wanneer de bestuursorganen van de betrokken ondernemingen in meerderheid uit dezelfde personen bestaan.
#### 3.2.2 Structuur van consortia
Consortia kunnen verschillende structuren hebben:
* **Verticale structuur:**
* Hierbij heeft een moederonderneming meerderheidsstemrechten, direct of indirect, in de andere ondernemingen. Dit is de typische moeder-dochterrelatie, maar het consortium kan ook bestaan uit meerdere dochters van dezelfde moeder.
* Verticale consolidatieverplichtingen hebben steeds voorrang op horizontale consolidatieverplichtingen.
* **Horizontale structuur:**
* De moedermaatschappij bezit aandelen in meerdere dochterondernemingen.
* De dochterondernemingen zijn onderling niet direct verbonden; zij hebben geen participaties of deelnemingen in elkaar.
* Een voorbeeld hiervan is een familiebedrijf dat wordt opgesplitst in kleinere entiteiten, waarbij de familieleden gezamenlijk bestuurders blijven in de verschillende vennootschappen en onderlinge afspraken maken.
> **Voorbeeld:** Een holdingmaatschappij bezit een meerderheid van de aandelen in twee operationele dochterondernemingen. Deze dochterondernemingen hebben echter geen aandelen in elkaar. Dit kan gezien worden als een horizontale structuur onder centrale leiding van de holding.
#### 3.2.3 Consolidatie in consortia
Volgens het CBN-advies 2017/06 wordt bevestigd dat verticale consolidatieverplichtingen steeds voorrang hebben op horizontale consolidatieverplichtingen binnen een groep. Dit betekent dat, indien er een verticale relatie is (moeder-dochter), deze consolidatie de prioriteit heeft, zelfs als er ook horizontale verbindingen (consortium) bestaan.
### 3.3 Verschillen met IFRS (enkel ter context)
Hoewel dit document zich focust op de Belgische regelgeving, is het nuttig om de definities onder IFRS kort te vermelden ter vergelijking:
* **Geconsolideerde jaarrekening (IASB):** De jaarrekening van een groep waarin de activa, verplichtingen, eigen vermogen, baten, lasten en kasstromen van de moedermaatschappij en haar dochterondernemingen worden gepresenteerd alsof ze toebehoren aan één enkele economische eenheid.
* **Moederonderneming (IFRS 10):** De onderneming die zeggenschap heeft over een of meerdere andere ondernemingen.
* **Dochteronderneming (IFRS 10):** Ondernemingen waarover een andere onderneming zeggenschap heeft.
* **Controle volgens IFRS 10:** Omvat macht over een deelneming, blootstelling aan of rechten op veranderlijke opbrengsten, en de mogelijkheid om macht te gebruiken om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. Zeggenschap is hier een ruimer concept dan louter beslissende invloed.
* **Geassocieerde deelneming (IAS 28):** Een onderneming waarin de investeerder invloed van betekenis heeft. Een deelneming van **20% of meer van de stemrechten** wordt verondersteld invloed van betekenis te geven, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.
* **Joint venture (IFRS 11):** Een gemeenschappelijke overeenkomst waarbij deelnemers rechten hebben op de netto-activa van de overeenkomst.
> **Tip:** Wees alert op de specifieke definities en drempels die gelden onder de Belgische wetgeving (vergeleken met IFRS indien relevant voor specifieke contexten). De kern van de Belgische definitie van een geassocieerde onderneming draait om de "invloed van betekenis", die onder meer wordt afgeleid uit het stemrechtbezit.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Geconsolideerde jaarrekening | De jaarrekening van alle tot een groep behorende individuele vennootschappen, waarin alle onderlinge verhoudingen worden geëlimineerd, zodat de groep als economische eenheid wordt weergegeven. Dit zorgt voor een getrouw beeld van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van het geconsolideerd geheel. |
| Consolidatiekring | De kring van vennootschappen die wordt opgenomen in de consolidatie. Deze kring bestaat uit de consoliderende vennootschap en al haar dochterondernemingen, die samen de groep vormen. |
| Verbonden vennootschappen | Vennootschappen waarmee een moederonderneming verbonden is, bijvoorbeeld doordat zij controlebevoegdheid uitoefent, controlebevoegdheid over haar uitoefent, of er een consortium mee vormt. Ook andere vennootschappen die onder controle staan van deze verbonden vennootschappen behoren hiertoe. |
| Moedervennootschap (consoliderende onderneming) | Elke vennootschap die één of meerdere andere vennootschappen controleert. Zij is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening van de groep. |
| Dochteronderneming | Een vennootschap die gecontroleerd wordt door een moedervennootschap. De controle wordt vastgesteld aan de hand van bevoegdheid tot uitoefenen van beslissende invloed op de aanstelling van bestuurders of de oriëntatie van het beleid. |
| Controlebevoegdheid | De bevoegdheid om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of op de oriëntatie van het beleid van een andere vennootschap. Dit is een cruciaal criterium voor het bepalen van moeder-dochterrelaties. |
| Controle in rechte | Een type controle dat onweerlegbaar wordt vermoed. Dit is doorgaans het geval bij het bezit van de meerderheid van de stemrechten, het recht om de meerderheid van de bestuurders te benoemen of te ontslaan, of door statuten of overeenkomsten. |
| Controle in feite | Een type controle dat weerlegbaar wordt vermoed, gebaseerd op feitelijke situaties. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit het consistent uitoefenen van de meerderheid van de stemrechten op aandeelhoudersvergaderingen. |
| Geassocieerde onderneming | Een onderneming waarin een andere vennootschap een deelneming bezit en waarop zij een invloed van betekenis uitoefent op de oriëntatie van het beleid. Dit wordt doorgaans verondersteld vanaf 20% stemrechten, tenzij het tegendeel wordt bewezen. |
| Invloed van betekenis | Een significante invloed die een investeerder kan uitoefenen op het beleid van een deelneming, vaak verondersteld bij een bezit van 20% of meer van de stemrechten. Dit leidt tot consolidatie via de vermogensmutatiemethode. |
| Consortium | Een groep van vennootschappen, naar Belgisch recht, die geen dochterondernemingen van elkaar zijn, maar die onder centrale leiding staan. De centrale leiding kan voortvloeien uit overeenkomsten, statuten of gelijkaardige bestuursorganen. |
| Centrale leiding | Een vorm van management of controle over een groep vennootschappen die ervoor zorgt dat zij als één economische eenheid functioneren, ook al zijn ze juridisch gescheiden. Dit kan blijken uit overeenkomsten of de samenstelling van bestuursorganen. |
| IFRS (International Financial Reporting Standards) | Internationale boekhoudkundige standaarden die de regels bepalen voor de opstelling van financiële overzichten, met name voor beursgenoteerde bedrijven. IFRS 10 definieert consolidatie, en IFRS 11 regelt gezamenlijke overeenkomsten zoals joint ventures. |
| Zeggenschap (Controle volgens IFRS 10) | Het concept van controle volgens IFRS 10, wat neerkomt op zeggenschap. Dit houdt in dat een investeerder macht heeft over een deelneming, blootgesteld is aan variabele opbrengsten, en de mogelijkheid heeft zijn macht te gebruiken om die opbrengsten te beïnvloeden. |
| Gezamenlijke zeggenschap (Joint Venture) | Een gezamenlijke overeenkomst waarbij partijen gezamenlijke zeggenschap hebben en rechten op de netto-activa van de overeenkomst. De partijen die deze zeggenschap delen, worden deelnemers in de joint venture genoemd. |