Cover
Jetzt kostenlos starten 4 - Variabele kostprijsberekening.pptx
Summary
# Variabele kostprijsberekening: Principe en toepassingen
Dit deel behandelt het principe van variabele kostprijsberekening, hoe de kostprijs van een kostenobject wordt berekend en welke kosten als periodekosten worden beschouwd.
## 1. Variabele kostprijsberekening: Principe en toepassingen
### 1.1 Omschrijving – Principe van variabele kostprijsberekening
Variabele kostprijsberekening, ook bekend als direct costing, houdt enkel rekening met de variabele productiekosten bij het bepalen van de kostprijs van een kostenobject. Vaste productiekosten worden beschouwd als periodekosten en beïnvloeden enkel het resultaat van de periode waarin ze gemaakt worden.
* **Kernprincipe:** Variabele productiekosten worden opgenomen in de kostprijs van de verkochte goederen en in de waardering van de eindvoorraad. Vaste productiekosten en niet-productiekosten daarentegen, beïnvloeden direct het resultaat van de desbetreffende periode.
* **Contrast met integrale kostprijsberekening:** In tegenstelling tot de integrale kostprijsberekening, waar zowel variabele als vaste productiekosten worden toegerekend aan de kostprijs van een product, worden bij variabele kostprijsberekening de vaste productiekosten apart behandeld als periodekosten. Als er geen voorraad is, maken beide methodes geen verschil voor het resultaat, aangezien de vaste kosten dan volledig op het resultaat wegen.
> **Tip:** Variabele kostprijsberekening is vooral nuttig voor interne besluitvorming, omdat het een duidelijker beeld geeft van de marginale kosten en bijdragen van producten.
### 1.2 Berekening van de kostprijs van een kostenobject
Bij variabele kostprijsberekening wordt de kostprijs van een kostenobject (bijvoorbeeld een product) berekend door enkel de variabele productiekosten toe te rekenen.
* **Componenten van de variabele productiekostprijs:**
* Variabele materiaalkosten
* Variabele directe arbeidskosten
* Variabele indirecte productiekosten
* **Formule voor de variabele productiekostprijs per eenheid:**
$$ \text{Variabele productiekostprijs per eenheid} = \text{Variabele materiaalkosten per eenheid} + \text{Variabele directe arbeidskosten per eenheid} + \text{Variabele indirecte productiekosten per eenheid} $$
### 1.3 Periodekosten
Periodekosten zijn kosten die niet direct worden toegerekend aan de kostprijs van een product, maar die worden beschouwd als kosten van de periode waarin ze zich voordoen.
* **Welke kosten worden beschouwd als periodekosten onder variabele kostprijsberekening?**
* **Vaste productiekosten:** Dit zijn de kosten die gerelateerd zijn aan de productiecapaciteit, maar die niet variëren met het productievolume (bijvoorbeeld afschrijvingen op machines, huur van de fabriek).
* **Niet-productiekosten:** Dit omvat alle kosten die geen verband houden met het productieproces, zoals verkoopkosten, administratiekosten en financieringskosten.
* **Invloed op het resultaat:** Periodekosten beïnvloeden rechtstreeks het resultaat van de periode. Ze worden afgetrokken van de contributiemarge om het bedrijfsresultaat te bepalen.
### 1.4 Toepassingen en Illustraties
Variabele kostprijsberekening is bijzonder waardevol bij kortetermijnbeslissingen waarbij de relevante kosten en opbrengsten moeten worden geëvalueerd.
* **Situatieschets BADLIN:**
* **Beslissingsprobleem:** Een klant vraagt een extra bestelling van 50 000 badjassen tegen een offerteprijs van 30,00 euro per badjas. De integrale productiekostprijs is 31,53 euro per badjas. Op basis van de integrale kostprijs zou de bestelling geweigerd moeten worden.
* **Evaluatie met variabele kostprijsberekening:** Bij deze beslissing zijn enkel de variabele kosten relevant. Vaste kosten veranderen niet, ongeacht of de extra bestelling wordt aanvaard of niet. Door enkel rekening te houden met variabele kosten (kosten die wel variëren met de output), kan een meer accurate inschatting gemaakt worden.
* **Relevante kosten en opbrengsten:** Bij het accepteren van de order komen er extra variabele kosten bij (productie van 50 000 extra badjassen) en extra opbrengsten (verkoop van 50 000 badjassen). Vaste kosten zijn hier niet relevant.
* **Situatieschets NOKITA (Optimale Productmix):**
* **Beslissingsprobleem:** Het bepalen van de optimale productmix om de maximale winst te behalen, rekening houdend met beperkte middelen (bijvoorbeeld machine-uren).
* **Gebruik van contributie per eenheid/machine-uur:** Variabele kostprijsberekening maakt het mogelijk om de contributie per verkochte eenheid te berekenen ($ \text{Contributie per eenheid} = \text{Verkoopprijs per eenheid} - \text{Variabele productiekostprijs per eenheid} $). Om de maximale winst te behalen, moet de onderneming prioriteit geven aan producten met de hoogste contributie per knelpuntfactor (bv. machine-uur).
* Als de verkoop eenheid de knelpuntfactor is, produceer en verkoop dan het product met de hoogste contributie per eenheid.
* Als machine-uren de knelpuntfactor zijn, produceer en verkoop dan het product met de hoogste contributie per machine-uur.
> **Tip:** Bij het evalueren van speciale orders of bij beslissingen over productmixen, is het cruciaal om te focussen op de incrementele kosten en opbrengsten, en de vaste kosten als irrelevant te beschouwen voor die specifieke beslissing.
### 1.5 Oefening 1: Tennisraketten
Deze oefening illustreert de berekening van het bedrijfsresultaat volgens zowel de integrale kostprijsmethode als de variabele kostprijsmethode.
* **Gegeven:**
* Materiaalkosten per eenheid: 15,00 euro
* Directe arbeidskosten per raket: 20,00 euro
* Totale variabele indirecte productiekosten: 100 000,00 euro
* Totale vaste indirecte productiekosten: 80 000,00 euro
* Productie: 10 000 raketten, waarvan 9 000 volledig afgewerkt.
* Afwerkingsgraad niet-afgewerkte producten: 60%
* Verkochte raketten: 90% van volledig afgewerkte producten.
* Verkoopprijs: 80,00 euro/stuk
* Geen beginvoorraden. Materialen toegevoegd bij begin productieproces.
* **Gevraagd:** Bereken het resultaat volgens de integrale en de variabele kostprijsmethode.
*(De gedetailleerde uitwerking van deze oefening is niet direct gegeven in de tekst, maar de principes om dit op te lossen zijn gebaseerd op de voorgaande secties. Dit vereist de berekening van de variabele productiekostprijs per eenheid, de toerekening van vaste productiekosten per eenheid (bij integrale kostprijsberekening), de waardering van de voorraden (inclusief de werk in uitvoering) en de berekening van de kostprijs van de verkochte goederen.)*
### 1.6 Wat moet je kennen/kunnen?
* Het principe van variabele kostprijsberekening in eigen woorden kunnen omschrijven.
* De kostprijs van een kostenobject berekenen volgens de variabele kostprijsberekening.
* Periodekosten in eigen woorden kunnen omschrijven.
* Weten welke kosten als periodekosten worden beschouwd onder het systeem van variabele kostprijsberekening.
* Het bedrijfsresultaat kunnen berekenen bij toepassing van variabele kostprijsberekening, op basis van gegeven prijs- en kostengegevens.
---
# Illustraties en casestudies van variabele kostprijsberekening
Dit onderdeel illustreert de toepassing van variabele kostprijsberekening aan de hand van praktijkvoorbeelden, met een focus op besluitvorming en productmixoptimalisatie.
### 2.1 Omschrijving en Principe van Variabele Kostprijsberekening
Variabele kostprijsberekening, ook wel 'direct costing' genoemd, houdt uitsluitend rekening met de variabele productiekosten bij het bepalen van de kostprijs van een kostobject. Vaste productiekosten worden beschouwd als periodekosten en beïnvloeden enkel het resultaat van de periode waarin ze gemaakt worden.
* **Variabele productiekosten:** Deze kosten worden doorberekend in de kostprijs van de verkochte goederen en in de waardering van de eindvoorraad.
* **Vaste productiekosten:** Deze kosten worden niet opgenomen in de kostprijs van het product. Ze worden beschouwd als periodekosten en direct ten laste genomen van het resultaat in de periode dat ze gemaakt zijn.
* **Niet-productiekosten:** Deze kosten, zoals verkoopkosten en administratieve kosten, worden eveneens als periodekosten behandeld en beïnvloeden enkel het resultaat van de betreffende periode.
Het belangrijkste verschil met integrale kostprijsberekening (full costing) is dat bij variabele kostprijsberekening vaste productiekosten niet worden toegerekend aan producten, maar als kosten van de periode worden gezien.
### 2.2 Illustratie variabele kostprijsberekening: Situatieschets BADLIN
De casus BADLIN illustreert de toepassing van variabele kostprijsberekening bij interne besluitvorming, specifiek rond de acceptatie van een extra bestelling.
**Situatie:**
Een klant wil een extra bestelling plaatsen voor 50.000 badjassen tegen een offerteprijs van € 30,00 per badjas. De huidige integrale productiekostprijs per badjas bedraagt € 31,53. De onderneming heeft voldoende capaciteit om deze extra bestelling te produceren (huidige productie 100.000 stuks, maximumcapaciteit 150.000 stuks). Er is een potentieel nadeel dat bestaande klanten bij een lagere prijs voor de nieuwe bestelling ook een lagere prijs zullen verwachten.
**Knelpunten en Evaluatie:**
De integrale kostprijs van € 31,53 per badjas omvat vaste kosten. Bij een korte-termijn beslissing, zoals het al dan niet aanvaarden van een extra bestelling, zijn enkel de relevante kosten en opbrengsten van belang. Vaste kosten zijn niet relevant voor deze specifieke beslissing, omdat ze niet veranderen, ongeacht of de extra bestelling wordt aanvaard of niet.
* **Relevante kosten:** Enkel de variabele kosten die direct toe te rekenen zijn aan de productie van de extra 50.000 badjassen.
* **Niet-relevante kosten:** Vaste productiekosten, omdat deze sowieso gemaakt worden en niet afhangen van deze specifieke order.
**Besluitvorming op basis van variabele kosten:**
Bij het beoordelen van de extra bestelling moet men zich focussen op de variabele kosten per badjas en de opbrengst die de bestelling genereert. Als de offerteprijs hoger is dan de variabele kosten per badjas, zal de bestelling bijdragen aan de dekking van de vaste kosten en mogelijk winst genereren. De beslissing om de order te aanvaarden of niet, moet gebaseerd zijn op de marginale contributie die de order oplevert.
### 2.3 Illustratie variabele kostprijsberekening: Situatieschets NOKITA
De casus NOKITA demonstreert hoe variabele kostprijsberekening wordt ingezet voor productmixoptimalisatie, teneinde de maximale winst te behalen binnen beperkte capaciteit.
**Situatie:**
Een onderneming produceert meerdere producten (bv. MOBI en PROXI) en wil bepalen welke productmix het meest winstgevend is. Hierbij speelt de bijdrage (contributie) per verkochte eenheid en de bijdrage per schaarse productiefactor (constraint) een cruciale rol.
**Optimale Productmix:**
* **Contributie per eenheid:** Zonder rekening te houden met capaciteitsbeperkingen, zou het product met de hoogste contributie per eenheid (bv. MOBI met € 25,00 per eenheid) de voorkeur hebben. Dit zou leiden tot de productie en verkoop van uitsluitend MOBI.
* **Contributie per schaarse productiefactor (bv. machine-uur):** Echter, wanneer er capaciteitsbeperkingen zijn (zoals beperkte machine-uren), is het cruciaal om de contributie per eenheid van die schaarse factor te berekenen. In dit geval zou PROXI de voorkeur kunnen krijgen met een hogere contributie per machine-uur (€ 20,00) dan MOBI (€ 12,50), ook al heeft MOBI een hogere contributie per eenheid.
**Besluitvorming:**
De variabele kostprijsberekening helpt bij het identificeren van de meest winstgevende producten door te kijken naar de contributiemarge. Bij schaarste van productiefactoren is de contributie per eenheid van de schaarse factor de leidraad voor de optimale productmix.
### 2.4 Samenvatting: Integrale versus Variabele Kostprijsberekening
* **Integrale kostprijsberekening:** Neemt alle productiekosten (variabel én vast) op in de kostprijs van het product. Vaste productiekosten worden toegerekend op basis van een verdeelsleutel. Dit leidt tot een hogere productiekostprijs per eenheid wanneer de productiehoeveelheid laag is, en een lagere productiekostprijs per eenheid wanneer de productiehoeveelheid hoog is. Het resultaat is gevoelig voor productieniveaus.
* **Variabele kostprijsberekening (Direct Costing):** Neemt enkel variabele productiekosten op in de kostprijs van het product. Vaste productiekosten worden behandeld als periodekosten. Dit leidt tot een constante variabele kostprijs per eenheid, ongeacht het productieniveau. Het resultaat is directer gerelateerd aan de verkochte hoeveelheid.
> **Tip:** Bij interne besluitvorming, waarbij de beslissing enkel korte-termijn impact heeft en vaste kosten niet veranderen, is de variabele kostprijsberekening meer geschikt omdat deze zich richt op de relevante kosten.
> **Tip:** Zorg bij de berekening van de kostprijs van een kostenobject dat je duidelijk onderscheid maakt tussen variabele en vaste kosten en enkel de variabele productiekosten meeneemt in de kostprijsberekening volgens het variabele kostenmodel. Vaste productiekosten en niet-productiekosten zijn periodekosten.
### 2.5 Oefeningvoorbeeld
**Oefening 1: Tennisraketten**
**Gegeven:**
* Materiaalkosten per raket: € 15,00
* Directe arbeidskosten per raket: € 20,00
* Totale variabele indirecte productiekosten: € 100.000,00
* Totale vaste indirecte productiekosten: € 80.000,00
* Productie: 10.000 raketten (waarvan 9.000 afgewerkt, 1.000 in bewerking met 60% afwerkingsgraad)
* Verkochte raketten: 90% van volledig afgewerkte producten (verkoopprijs € 80,00/stuk)
* Geen beginvoorraden. Materialen toegevoegd aan begin productieproces.
**Gevraagd:**
Bereken het resultaat volgens integrale kostprijsmethode en variabele kostprijsmethode.
**Kernpunten voor de berekening:**
1. **Variabele kostprijsberekening:**
* Bereken de variabele productiekostprijs per eenheid.
* Bepaal de kostprijs van de verkochte goederen.
* Bepaal de waarde van de eindvoorraad (afgewerkte producten en onderhanden werk).
* Bereken het resultaat: Verkoopopbrengsten - Kostprijs verkochte goederen - Variabele verkoopkosten (indien van toepassing).
* Trek de totale vaste productiekosten af als periodekosten.
2. **Integrale kostprijsberekening:**
* Bepaal het aantal 'equivalent geproduceerde eenheden' voor de berekening van de vaste kosten toerekening.
* Bereken de toerekeningsvoet voor vaste productiekosten (Totale vaste productiekosten / Equivalent geproduceerde eenheden).
* Bereken de integrale productiekostprijs per eenheid (variabele kosten + toegerekende vaste kosten).
* Bepaal de kostprijs van de verkochte goederen en de waarde van de eindvoorraad.
* Bereken het resultaat: Verkoopopbrengsten - Kostprijs verkochte goederen - Overige kosten.
> **Belangrijk:** De afwerkingsgraad van onderhanden werk moet correct worden meegenomen in de berekening van zowel de variabele kosten als de vaste kosten per eenheid (voor integrale kostprijsberekening) en in de waardering van de voorraad.
### 2.6 Wat moet je kennen/kunnen?
* Omschrijf in eigen woorden het principe van variabele kostprijsberekening.
* Bereken de kostprijs van een kostenobject volgens de variabele kostprijsberekening op basis van gegeven kostengegevens.
* Omschrijf in eigen woorden wat periodekosten zijn.
* Weet welke kosten worden beschouwd als periodekosten onder het systeem van variabele kostprijsberekening.
* Bereken het bedrijfsresultaat bij toepassing van variabele kostprijsberekening op basis van gegeven prijs- en kostengegevens.
---
# Oefeningen en studiebronnen voor variabele kostprijsberekening
Hier is een gedetailleerde samenvatting over oefeningen en studiebronnen voor variabele kostprijsberekening, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 3. Oefeningen en studiebronnen voor variabele kostprijsberekening
Dit gedeelte biedt oefeningen om de principes van variabele kostprijsberekening toe te passen en verwijst naar de syllabus voor verdere studie en oefenmogelijkheden.
### 3.1 Principe van variabele kostprijsberekening
Variabele kostprijsberekening, ook wel direct costing genoemd, neemt uitsluitend de variabele productiekosten in acht bij de kostprijsberekening van producten.
#### 3.1.1 Kenmerken van variabele kostprijsberekening
* **Inclusie van kosten:** Alleen variabele productiekosten worden opgenomen in de kostprijs van de verkochte goederen en de waardering van de eindvoorraad.
* **Periodekosten:** Vaste productiekosten en niet-productiekosten worden beschouwd als periodekosten. Deze kosten beïnvloeden uitsluitend het resultaat van de periode waarin ze zijn ontstaan.
* **Vergelijking met integrale kostprijsberekening:** Variabele kostprijsberekening verschilt van integrale kostprijsberekening, waarbij alle (variabele en vaste) productiekosten aan producten worden toegerekend.
#### 3.1.2 Behandeling van kosten onder variabele kostprijsberekening
* **Variabele productiekosten:** Deze worden doorberekend in de kostprijs van de verkochte goederen en de waarde van de eindvoorraad.
* **Vaste productiekosten:** Deze worden behandeld als periodekosten en hebben geen invloed op de kostprijs van de producten, maar beïnvloeden direct het bedrijfsresultaat van de periode.
* **Niet-productiekosten:** Deze kosten, zoals verkoopkosten en administratiekosten, worden ook als periodekosten beschouwd.
#### 3.1.3 Toepassing bij besluitvorming
Variabele kostprijsberekening is met name nuttig voor interne besluitvorming, zoals het beoordelen van speciale orders. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met relevante kosten en opbrengsten, wat betekent dat vaste kosten die niet veranderen door de beslissing, buiten beschouwing worden gelaten.
> **Tip:** Bij kortetermijnbeslissingen waarbij de capaciteit niet wordt overschreden, is het cruciaal om alleen de variabele kosten te beschouwen die direct verband houden met het besluit. Vaste kosten zijn in zo'n scenario niet relevant omdat ze toch gemaakt worden, ongeacht de beslissing.
### 3.2 Illustratieve oefeningen en situaties
De documentatie bevat diverse situatieschetsen om de principes van variabele kostprijsberekening te illustreren, waaronder:
* **Situatieschets BADLIN:** Deze casus onderzoekt de aan- of afwijzing van een extra bestelling op basis van de kostprijsberekening. De kernvraag is of de offerteprijs de relevante kosten dekt, waarbij de integrale kostprijs (€ 31,53 per badjas) wordt vergeleken met de relevante kosten voor de beslissing.
* **Situatieschets NOKITA:** Deze situatie focust op de optimale productmix teneinde maximale winst te behalen. De analyse houdt rekening met de contributie per verkochte eenheid en de beperkende factor (machine-uur) om tot de meest winstgevende productieplanning te komen.
### 3.3 Oefening 1: Tennisraketten
Deze oefening vereist de berekening van het bedrijfsresultaat volgens zowel de integrale kostprijsmethode als de variabele kostprijsmethode.
**GEGEVENS:**
* Materiaalkosten per eenheid: € 15,00
* Directe arbeidskosten per raket: € 20,00
* Totale variabele indirecte productiekosten: € 100.000,00
* Totale vaste indirecte productiekosten: € 80.000,00
* Aantal raketten in productie: 10.000
* Aantal afgewerkte raketten: 9.000
* Afwerkingsgraad van niet-afgewerkte producten: 60 %
* Verkochte raketten: 90 % van het aantal volledig afgewerkte producten
* Verkoopprijs per raket: € 80,00
* Beginvoorraden: geen
* Toevoeging van materialen: bij aanvang productieproces
**GEVRAAGD:**
1. Bereken het resultaat volgens de integrale kostprijsmethode.
2. Bereken het resultaat volgens de variabele kostprijsmethode.
> **Tip:** Voor het correct berekenen van de productiekosten per eenheid bij de integrale kostprijsberekening, moet u eerst de totale productiehoeveelheid in equivalenten bepalen, rekening houdend met de afwerkingsgraad van de onvoltooide producten. Bij de variabele kostprijsberekening neemt u alleen de variabele productiekosten per eenheid in aanmerking.
### 3.4 Wat te kennen/kunnen?
Om de stof volledig te beheersen, dient u de volgende aspecten te kunnen:
* Het principe van variabele kostprijsberekening in eigen woorden omschrijven.
* De kostprijs van een kostenobject berekenen volgens de variabele kostprijsberekening, gebaseerd op gegeven kostengegevens.
* Periodekosten in eigen woorden definiëren.
* Identificeren welke kosten onder het systeem van variabele kostprijsberekening als periodekosten worden beschouwd.
* Het bedrijfsresultaat berekenen bij toepassing van variabele kostprijsberekening, gebaseerd op gegeven prijs- en kostengegevens.
### 3.5 Studiebronnen
Voor verdere studie en oefening wordt verwezen naar de volgende bronnen:
* **Syllabus 'Cost Accounting':**
* Hoofdstuk 7: Variabele kostprijsberekening (pagina's 38 tot 41)
* **Oefeningen in de syllabus:**
* Opgave 1: Integrale versus variabele kostprijsberekening (pagina 42)
> **Tip:** Het is essentieel om de oefeningen in de syllabus grondig te maken, aangezien deze een directe weerspiegeling zijn van wat er op het examen verwacht kan worden. Probeer de berekeningen zelfstandig uit te voeren voordat u de oplossingen bekijkt.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Variabele kostprijsberekening | Een methode waarbij alleen variabele productiekosten worden meegenomen in de kostprijs van een product of kostenobject. Vaste productiekosten worden behandeld als periodekosten. |
| Kostenobject | Elk object waarvoor een afzonderlijke kostprijsberekening gewenst is, zoals een product, een dienst, een afdeling of een project. |
| Periodekosten | Kosten die worden toegerekend aan de periode waarin ze zijn ontstaan en niet direct aan de productie van goederen. Bij variabele kostprijsberekening omvat dit voornamelijk vaste productiekosten en niet-productiekosten. |
| Variabele productiekosten | Kosten die direct verband houden met de productie van goederen en variëren met het productievolume. Voorbeelden zijn directe materialen en directe arbeid. |
| Vaste productiekosten | Kosten die verband houden met de productie, maar die onafhankelijk zijn van het productievolume binnen een bepaald relevant bereik. Denk hierbij aan afschrijvingen op machines of huur van productiefaciliteiten. |
| Niet-productiekosten | Kosten die niet direct gerelateerd zijn aan het productieproces, zoals verkoopkosten, administratiekosten en distributiekosten. Deze worden in principe altijd als periodekosten beschouwd. |
| Integrale kostprijsberekening | Een methode waarbij zowel variabele als vaste productiekosten worden toegerekend aan de kostprijs van een product. Hierbij worden vaste productiekosten opgesplitst en verwerkt in de kostprijs per eenheid. |
| Direct costing | Een synoniem voor variabele kostprijsberekening, waarbij de focus ligt op de directe kosten die variëren met de productie. |
| Contributiemarge | Het verschil tussen de opbrengsten en de variabele kosten. Dit geeft aan welk bedrag beschikbaar is om de vaste kosten te dekken en winst te genereren. |
| Productmix | De combinatie van verschillende producten die een onderneming produceert en verkoopt. Bij beslissingen over de optimale productmix wordt vaak gekeken naar de bijdrage per knelpuntfactor. |