Cover
Jetzt kostenlos starten 10 Mineralen water ST.pptx
Summary
# Mineralen: omschrijving, functies en indeling
Hier is een gedetailleerde samenvatting van "Mineralen: omschrijving, functies en indeling", opgesteld als een examen-gereed studiemateriaal.
## 1. Mineralen: omschrijving, functies en indeling
Dit onderdeel behandelt de fundamentele aspecten van mineralen, hun aanwezigheid in de natuur, de noodzaak van opname via voeding en hun diverse rollen in het menselijk lichaam, inclusief hun classificatie in macro- en spoorelementen, en als actieve of inactieve vormen.
### 1.1 Omschrijving van mineralen
Mineralen zijn anorganische stoffen die van nature voorkomen. Planten zijn in staat om deze anorganische mineralen, onder invloed van zonlicht en via fotosynthese, om te zetten in organische stoffen. Mensen en dieren nemen mineralen vervolgens op via plantaardige en dierlijke voedingsmiddelen, en kunnen ze niet rechtstreeks uit de bodem opnemen. Elke voedingsmiddel bevat doorgaans meerdere mineralen naast andere componenten zoals koolhydraten, vetten en eiwitten. Het menselijk lichaam is afhankelijk van de opname van mineralen via voeding, wat ze essentieel maakt.
> **Tip:** Micronutriënten, waaronder mineralen, zijn onmisbaar voor een goede gezondheid, groei en ontwikkeling, maar leveren geen energie (kcal).
### 1.2 Functies van mineralen
Mineralen vervullen diverse cruciale functies in het lichaam, waaronder:
* **Groei:** Ze zijn essentieel voor de algehele groei en ontwikkeling.
* **Vorming en onderhoud van het skelet:** Mineralen zoals calcium zijn bouwstenen voor sterke botten en tanden.
* **Vorming van bloed:** Bepaalde mineralen spelen een rol in de aanmaak en functie van bloedcellen.
* **Regulatie van de waterhuishouding:** Mineralen helpen bij het handhaven van de vochtbalans in het lichaam.
* **Verhoging van de immuniteit:** Sommige mineralen dragen bij aan een goed functionerend immuunsysteem.
* **Regulatie van de zuurgraad:** Ze helpen bij het handhaven van de pH-balans in het bloed.
### 1.3 Indeling van mineralen
Mineralen kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld:
#### 1.3.1 Indeling op basis van benodigde hoeveelheid
* **Mineralen (in grote hoeveelheden nodig):** Deze worden in milligrammen (mg) gemeten en omvatten stoffen zoals calcium, chloor, fosfor, kalium, natrium, magnesium en zwavel.
* **Spoorelementen (oligoelementen):** Deze zijn in uiterst kleine hoeveelheden nodig, gemeten in microgrammen (mcg). Voorbeelden zijn chroom, fluoride, ijzer, jodium, koper, mangaan, seleen, nikkel en zink.
> **Tip:** In grote hoeveelheden kunnen spoorelementen giftig zijn.
#### 1.3.2 Indeling op basis van opneembaarheid en biologische activiteit
* **Actieve mineralen:** Dit zijn mineralen die goed opneembaar zijn door het lichaam, voornamelijk via plantaardige en dierlijke producten. Ze worden herkend door de lichaamscellen en nemen deel aan stofwisselingsprocessen.
* **Inactieve mineralen:** Dit zijn mineralen die slecht opneembaar zijn en het lichaam potentieel kunnen belasten. Ze worden niet herkend door cellen, nemen niet deel aan stofwisselingsprocessen, zijn geen actief bestanddeel van cellen of weefsels, en kunnen schadelijk zijn.
##### 1.3.2.1 Bronwater en inactieve mineralen
De samenstelling van bronwater kan informatie geven over de aanwezigheid van mineralen. De "droogrest" bij 180 graden Celsius, uitgedrukt in mg/L, geeft aan hoeveel er overblijft na het verdampen van één liter water. Een hogere droogrest wijst op een hoger mineraalgehalte, waaronder potentieel de aanwezigheid van inactieve mineralen.
* **Droogrestbereik:**
* 0-50 mg/l: zeer licht (mineraalarm)
* 50-500 mg/l: licht (mineraalarm)
* 500-1.000 mg/l: gemiddeld
* Boven 1.000 mg/l: sterk gemineraliseerd (mineraalrijk water)
Inactieve mineralen in bronwater nemen niet deel aan stofwisselingsprocessen en worden door de nieren uitgescheiden. Langdurige inname van water met een hoge concentratie aan inactieve mineralen kan de nieren belasten en op termijn leiden tot nierstenen.
> **Voorbeeld:** SPA® Reine water heeft een droogrest van 38 mg/l, wat het zeer mineraalarm en ideaal voor dagelijks gebruik maakt.
De pH-waarde van water, die de zuurgraad aangeeft (neutraal rond 7, zuur lager dan 7, alkalisch hoger dan 7), is een andere eigenschap van water. Verschillende soorten bronwater hebben specifieke toepassingen:
* **Natriumrijk water:** Nuttig na braken, diarree of bij hitte.
* **Sulfaatrijk water:** Kan laxerend werken.
* **Carbonaathoudend water:** Soms aanbevolen bij een gevoelige maag.
* **Calciumhoudend water:** Wordt genoemd als specifieke component.
* **Magnesiumhoudend water:** Magnesium is essentieel voor de lichaamsfunctie; Hépar water wordt specifiek genoemd ter bevordering van de darmtransit vanwege het magnesiumgehalte.
### 1.4 Opname van mineralen
Mineralen worden door het lichaam opgenomen in de dunne darm. De opname kan worden beïnvloed door de aanwezigheid van andere stoffen:
* **Verminderde opname:** Oxaalzuur (uit rabarber), fytinezuur (uit granen en peulvruchten) en polyfenolen (uit thee en koffie) kunnen de opname van mineralen zoals ijzer, zink, mangaan en chroom verminderen.
* **Verbeterde opname:** Vitamine C verbetert de opname van plantaardig ijzer. Vitamine D is noodzakelijk voor de opname van calcium.
> **Tip:** Een tekort aan mineralen komt in de westerse samenleving zelden voor. Wanneer het wel optreedt, is dit vaak gerelateerd aan een eenzijdig voedingspatroon, langdurige ziekte, aanzienlijk vochtverlies, of chronisch medicijngebruik. Verlies van mineralen kan optreden bij diarree, intensief zweten, zware inspanning of overvloedige menstruatie, en dient dan via voeding te worden aangevuld.
Een teveel aan mineralen wordt meestal alleen verkregen door langdurig gebruik van supplementen met hoge doseringen. Een uitzondering is natrium; door de toevoeging van zout aan veel bewerkte voedingsmiddelen, krijgen mensen vaak te veel natrium binnen, wat de bloeddruk kan verhogen en het risico op hart- en vaatziekten vergroot.
### 1.5 Effect van voedselbereiding op mineralen
Verhitting van voedsel leidt over het algemeen niet tot significant verlies van mineralen. Echter, mineralen kunnen wel oplossen in water tijdens het kookproces. Daarom wordt geadviseerd om zo min mogelijk water te gebruiken bij het koken om mineraalverlies te minimaliseren. Bewaren van voedsel leidt geen verlies van mineralen.
---
# Water: functies, behoefte en balansen
Hier is een gedetailleerde studiegids voor het onderwerp "Water: functies, behoefte en balansen".
## 2 Water: functies, behoefte en balansen
Dit onderwerp behandelt de essentiële rollen van water in het menselijk lichaam, de factoren die de vochtbehoefte beïnvloeden, en de mechanismen van vochtbalans, inclusief opname en uitscheiding.
### 2.1 De functies van water in het menselijk lichaam
Water is onmisbaar voor vrijwel alle fysiologische processen en vervult diverse cruciale functies:
#### 2.1.1 Water als bouwmateriaal
Water is een integraal bestanddeel van elke cel in het lichaam en dient als een fundamentele bouwstof voor weefsels.
#### 2.1.2 Water als transportmiddel
Het fungeert als een essentieel transportmedium voor de aanvoer van voedingsstoffen zoals aminozuren, glucose, vetzuren en vitaminen naar alle weefsels en cellen.
#### 2.1.3 Water als oplosmiddel
Als een uitstekend oplosmiddel maakt water de opname van nutriënten in cellen en de afvoer van afvalproducten mogelijk. Het is ook een bestanddeel van lichaamsvloeistoffen zoals speeksel en maag- en darmsappen, wat essentieel is voor de menging en vertering van voedsel. In bloed lost water onder andere hormonen en antilichamen op die naar hun werkplekken getransporteerd moeten worden.
#### 2.1.4 Water als warmteregulator
Tijdens de vertering van energieleverende nutriënten en spiercontractie wordt warmte geproduceerd. Deze warmte wordt verdeeld over het lichaamsvocht. Een deel van deze warmte is nodig voor het handhaven van de lichaamstemperatuur, terwijl het overige deel uitgescheiden moet worden. Water circuleert via het bloed en helpt de lichaamstemperatuur binnen nauwe grenzen te houden. Bij overmatige warmteproductie zorgt verdamping van water via de huid (transpiratie) en de ademhaling voor warmteafgifte. Verdamping via de huid is de meest effectieve methode van warmteafscheiding.
#### 2.1.5 Water als bescherming
Water fungeert als een schokdemper, wat essentiële organen zoals de hersenen, ogen en het ruggenmerg beschermt. Vocht in spieren, ledematen en bindweefsel minimaliseert wrijving, wat beweging vergemakkelijkt.
### 2.2 De vochtbalans
De vochtbalans van het lichaam wordt bepaald door de verhouding tussen vochtinname en vochtverlies.
#### 2.2.1 Bronnen van vocht inname
Vocht wordt voornamelijk verkregen uit:
* **Dranken:** Water, koffie, thee, sappen, frisdranken, melk en alcoholische dranken.
* **Vast voedsel:** Vooral groenten en fruit (die voor 80-90% uit water bestaan), maar ook brood en kaas bevatten aanzienlijke hoeveelheden vocht (rond de 40%).
* **Oxidatiewater:** Water dat vrijkomt tijdens de metabole processen in het lichaam.
#### 2.2.2 Bronnen van vocht uitscheiding
Vocht wordt uitgescheiden via:
* **Urine:** De belangrijkste route voor vochtverlies (1000-1600 ml per dag).
* **Verdamping aan het huidoppervlak (transpiratie):** Gemiddeld 500-700 ml per dag, sterk afhankelijk van activiteit en temperatuur.
* **Uitademen:** Ongeveer 400 ml per dag.
* **Ontlasting:** Een kleinere hoeveelheid, gemiddeld 80-100 ml per dag.
De totale dagelijkse vochtinname en -uitscheiding liggen doorgaans tussen de 2000 en 2800 ml.
#### 2.2.3 Vochtafdrijvende factoren
Bepaalde stoffen kunnen de vochtuitscheiding verhogen, waaronder alcohol, cafeïne (in koffie en thee) en koolzuurhoudende dranken (frisdranken zoals cola).
### 2.3 De vochtbehoefte
De aanbevolen dagelijkse vochtinname varieert per individu en wordt beïnvloed door diverse factoren.
#### 2.3.1 Algemene vochtbehoefte
Voor volwassenen geldt over het algemeen een richtlijn van 30-40 ml vocht per kilogram lichaamsgewicht per dag. Dit komt neer op ongeveer 2 liter vocht uit dranken en voedsel.
#### 2.3.2 Factoren die de vochtbehoefte verhogen
Verschillende omstandigheden kunnen leiden tot een verhoogde aanbevolen vochtinname:
* **Verhoogde lichamelijke arbeid en sport:** Door toegenomen zweetproductie en hogere ademfrequentie.
* **Ouderen:** Door een potentieel verminderd dorstgevoel.
* **Zuigelingen:** Hun vochtbehoefte per kilogram lichaamsgewicht is hoger.
* **Ziekte:** Bij koorts, diarree, braken of brandwonden, wat leidt tot verhoogd vochtverlies.
* **Hoge omgevingstemperatuur:** Verhoogt de transpiratie.
#### 2.3.3 Vochttekort en primaire dehydratie
Vochttekort, ook wel dehydratie genoemd, treedt op wanneer de vochtinname minder bedraagt dan de vochtuitscheiding. De nieren kunnen een deel van het vochtverlies compenseren door de urineproductie te verminderen, maar het verlies via de huid en longen kan nauwelijks gereduceerd worden. Wanneer de inname van vocht significant lager is dan ongeveer 1 liter per dag, ontstaat er een vochttekort.
### 2.4 Opname van mineralen
Mineralen worden opgenomen in de dunne darm. De opname kan worden beïnvloed door interacties met andere voedingsstoffen:
* **Verminderde opname:** Oxaalzuur (uit rabarber), fytinezuur (uit granen en peulvruchten) en polyfenolen (uit thee en koffie) kunnen de opname van mineralen zoals ijzer, zink, mangaan en chroom verminderen.
* **Verbeterde opname:** Vitamine C bevordert de opname van ijzer uit plantaardige bronnen. Vitamine D is essentieel voor de calciumopname.
#### 2.4.1 Tekort aan mineralen
Een mineraaltekort komt in de westerse samenleving zelden voor. Indien het toch optreedt, is dit meestal het gevolg van een eenzijdige eetgewoonte, langdurige ziekte, excessief vochtverlies (bijvoorbeeld door diarree, veel zweten, intensief sporten, of overvloedige menstruatie) of chronisch medicijngebruik. Aanvulling via de voeding is dan noodzakelijk.
#### 2.4.2 Overmaat aan mineralen
Een teveel aan mineralen wordt doorgaans alleen verkregen via langdurig gebruik van supplementen met hoge doseringen. Een uitzondering is natrium, waarvan teveel inname door de toevoeging van zout aan bewerkte voedingsmiddelen kan leiden tot een verhoogde bloeddruk en een groter risico op hart- en vaatziekten.
### 2.5 Effect van voedselbereiding op mineralen
Voedselbereiding, met name verhitting, leidt doorgaans niet tot significant verlies van mineralen. Wel kunnen mineralen oplossen in het kookwater. Daarom wordt geadviseerd om zo min mogelijk water te gebruiken bij het koken. Bewaren van voedsel leidt over het algemeen niet tot verlies van mineralen.
### 2.6 Bronwater
De samenstelling van bronwater varieert. De "droogrest" geeft aan hoeveel minerale zouten er overblijven na het verdampen van een liter water bij 180°C. Een lage droogrest (0-50 mg/l) duidt op zeer licht mineraalarm water, terwijl een hoge droogrest (boven 1000 mg/l) wijst op sterk gemineraliseerd water. De pH-waarde geeft de zuurgraad aan (neutraal rond de 7, zuur < 7, alkalisch > 7). Verschillende soorten bronwater hebben specifieke samenstellingen die voordelen kunnen bieden bij bepaalde omstandigheden (bv. natriumrijk water na braken en diarree, sulfaatrijk water met een laxerende werking).
---
# Opname, tekorten en overschotten van mineralen
Hier is een gedetailleerde samenvatting over de opname, tekorten en overschotten van mineralen, gericht op de informatie uit de documentatie, met specifieke aandacht voor natrium.
## 3. Opname, tekorten en overschotten van mineralen
Dit gedeelte bespreekt hoe mineralen in de dunne darm worden opgenomen, welke factoren de opname kunnen beïnvloeden, en wat de gevolgen zijn van zowel een tekort als een overschot aan mineralen in het lichaam, met nadruk op natrium.
### 3.1 Opname van mineralen
Mineralen en spoorelementen worden door het lichaam opgenomen in de dunne darm. De opname kan echter worden beïnvloed door de aanwezigheid van andere stoffen.
#### 3.1.1 Factoren die de mineralenopname beïnvloeden
* **Interacties met andere voedingsstoffen:**
* De opname van bepaalde mineralen zoals ijzer, zink, mangaan en chroom kan verminderd worden door de aanwezigheid van oxaalzuur (uit rabarber), fytinezuur (uit granen en peulvruchten) en polyfenolen (uit thee en koffie).
* De opname van ijzer uit plantaardige bronnen wordt bevorderd door de aanwezigheid van vitamine C.
* Vitamine D is essentieel voor de opname van calcium.
### 3.2 Tekorten aan mineralen
Tekorten aan mineralen komen in de westerse samenleving relatief weinig voor. Indien ze toch optreden, zijn de oorzaken vaak een eenzijdig eetpatroon, langdurige ziekte, significant vochtverlies of chronisch medicijngebruik.
#### 3.2.1 Verlies van mineralen
Mineralen kunnen verloren gaan door:
* Diarree
* Overmatig zweten (bijvoorbeeld tijdens vakanties in warme streken)
* Intensieve sportbeoefening
* Overvloedig menstrueren
Bij dergelijk verlies is het raadzaam om de mineralen via de voeding aan te vullen.
### 3.3 Overschotten aan mineralen
Een teveel aan mineralen wordt doorgaans alleen verkregen door langdurig gebruik van supplementen met hoge doseringen. Een opvallende uitzondering hierop is natrium.
#### 3.3.1 Overschot aan natrium
* **Oorzaak:** Veel bewerkte voedingsmiddelen bevatten toegevoegd zout (natriumchloride). Hierdoor consumeren veel mensen te veel natrium.
* **Gevolgen:** Een te hoge natriuminname kan leiden tot een verhoogde bloeddruk. Dit vergroot op zijn beurt het risico op hart- en vaatziekten.
### 3.4 Effect van voedselbereiding op mineralen
Over het algemeen gaan er niet veel mineralen verloren tijdens het verhitten van voedsel. Wel kunnen bepaalde mineralen oplossen in het kookwater.
* **Advies:** Het wordt aanbevolen om zo weinig mogelijk water te gebruiken bij het koken om het verlies van in water oplosbare mineralen te minimaliseren.
* Gedurende het bewaren van voedsel gaan geen mineralen verloren.
### 3.5 Indeling van mineralen
Mineralen worden onderscheiden op basis van de hoeveelheid die het lichaam nodig heeft:
* **Mineralen:** Nodig in grote hoeveelheden (milligrammen). Voorbeelden zijn calcium, chloor, fosfor, kalium, natrium, magnesium en zwavel.
* **Spoorelementen (oligo-elementen):** Nodig in uiterst kleine hoeveelheden (microgrammen). Voorbeelden zijn chroom, fluoride, ijzer, jodium, koper, mangaan, seleen, nikkel en zink.
* **Belangrijk:** In grote hoeveelheden kunnen spoorelementen giftig zijn.
Mineralen worden beschouwd als micronutriënten; ze zijn onmisbaar voor een goede gezondheid, groei en ontwikkeling, maar leveren geen energie (geen kilocalorieën).
#### 3.5.1 Organische en anorganische mineralen
* **Anorganische stoffen:** Stoffen die het menselijk lichaam niet rechtstreeks kan opnemen.
* **Organische stoffen:** Planten zetten anorganische stoffen om in organische stoffen door middel van fotosynthese. Mensen en dieren nemen deze organische mineralen op via plantaardige of dierlijke voedingsmiddelen.
#### 3.5.2 Actieve en inactieve mineralen
* **Actieve mineralen:** Goed opneembare mineralen die via plantaardige en dierlijke producten het lichaam binnenkomen en deelnemen aan stofwisselingsprocessen.
* **Inactieve mineralen:** Slecht opneembare mineralen die het lichaam kunnen belasten. Deze worden niet door cellen herkend, nemen niet deel aan stofwisselingsprocessen, zijn geen actief bestanddeel van cellen of weefsels en kunnen schadelijk zijn. Ze worden door de nieren afgevoerd en kunnen op termijn nierstenen veroorzaken.
> **Tip:** Let bij het kiezen van mineraalwater op de droogrest. Een lage droogrest (bij 180°C) duidt op een laag mineraalgehalte, wat vaak gunstiger is voor dagelijkse consumptie. Water van SPA® Reine heeft bijvoorbeeld een zeer lage droogrest van 38 mg/l, wat het zeer mineraalarm maakt.
#### 3.5.3 Bronwater en mineralen
De samenstelling van bronwater kan variëren en invloed hebben op het lichaam:
* **Natriumrijk water:** Nuttig na braken en diarree of bij grote hitte (bv. Vichy Celestins, Apollinaris).
* **Sulfaatrijk water:** Kan een laxerend effect hebben (bv. Contrex, Hépar).
* **Carbonaathoudend water:** Soms aanbevolen bij een gevoelige maag (bv. Tönissteiner, Apollinaris, Badoit, Vichy).
* **Calciumhoudend water:** (bv. Contrex, Hépar).
* **Magnesiumhoudend water:** (bv. Contrex, Hépar, Tönissteiner, Apollinaris). Magnesium is essentieel voor de goede werking van het lichaam.
#### 3.5.4 Kraantjeswater
De documentatie bevat geen specifieke informatie over de mineraleninhoud van kraantjeswater.
---
Dit gedeelte, samen met de informatie over water, vormt de basis voor het begrijpen van de rol van mineralen in het menselijk lichaam.
---
# Effect van voedselbereiding en aanvullende concepten
De invloed van voedselbereiding op mineralen, conserveertechnieken en bredere concepten zoals de regenboog-eetprincipes en placebo/nocebo-effecten worden behandeld.
### 4.1 Invloed van voedselbereiding op mineralen
De meeste mineralen gaan niet verloren tijdens het verhitten van voedsel. Echter, sommige mineralen kunnen oplossen in kookwater. Het advies is daarom om zo min mogelijk water te gebruiken bij het koken om mineraalverlies te minimaliseren. Het bewaren van voedsel leidt over het algemeen niet tot verlies van mineralen.
### 4.2 Conservering
De documentatie geeft geen specifieke details over de effecten van conservering op mineralen.
### 4.3 Aanvullende concepten
#### 4.3.1 Regenboog-eetprincipes
Het principe "eet zoveel mogelijk kleuren van de regenboog" moedigt aan tot het consumeren van een breed scala aan groenten en fruit, elk met hun unieke voedingsstoffen en pigmenten. Dit draagt bij aan een gevarieerd dieet dat de gezondheid ondersteunt.
#### 4.3.2 Placebo- en nocebo-effecten
* **Placebo-effect:** Dit verwijst naar een positieve uitkomst of verbetering van de gezondheid die optreedt na het innemen van een behandeling (zoals een pil of drankje) die geen actieve werkzame stof bevat, maar die de persoon gelooft dat het wel zal werken. Het effect is gebaseerd op verwachting en psychologische factoren.
* **Nocebo-effect:** Dit is het tegenovergestelde van het placebo-effect. Een negatieve uitkomst of verslechtering van de gezondheid treedt op na het innemen van een behandeling, niet vanwege de intrinsieke eigenschappen van de behandeling zelf, maar vanwege de negatieve verwachtingen van de persoon.
#### 4.3.3 Bewust gezond en onbewust ongezond
* **Bewust gezond:** Dit betreft de actieve en geïnformeerde keuzes die iemand maakt om een gezonde levensstijl te volgen, zoals het kiezen van voedzame voeding, regelmatig bewegen en voldoende rust nemen.
* **Onbewust ongezond:** Dit verwijst naar gewoonten of gedragingen die op onbewust niveau worden uitgevoerd en die nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid, vaak zonder dat de persoon zich daar volledig van bewust is. Dit kan bijvoorbeeld komen door aangeleerde patronen of onwetendheid.
Het dichten van de kloof tussen deze twee concepten impliceert het verhogen van het bewustzijn en het aanleren van gezonde gewoonten, zodat onbewust ongezonde patronen worden vervangen door bewuste, gezonde keuzes.
#### 4.3.4 Overige concepten
De documentatie noemt ook de term "autofagie" en de invloed van voldoende beweging, maar geeft hier geen verdere toelichting op binnen dit specifieke gedeelte van het document. De visies van drie voedingsspecialisten op gezond eten worden aangestipt, evenals de vraag welk principe men het meest aanhangt.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Mineralen | Essentiële voedingsstoffen die in de natuur voorkomen en door planten en dieren worden opgenomen. Ze spelen een cruciale rol in diverse lichaamsfuncties zoals groei, vorming van het skelet en bloed, en regulatie van de waterhuishouding en zuurgraad. |
| Spoorelementen (oligo-elementen) | Mineralen die in uiterst kleine hoeveelheden nodig zijn voor het lichaam, zoals ijzer, jodium en zink. In grote hoeveelheden kunnen deze elementen giftig zijn. |
| Micronutriënten | Voedingsstoffen die onmisbaar zijn voor een goede gezondheid, groei en ontwikkeling, maar geen energie leveren. Mineralen en vitaminen vallen onder deze categorie. |
| Anorganische stoffen | Stoffen die door mensen niet direct kunnen worden opgenomen. Planten zetten deze om in organische stoffen via fotosynthese. Krijt is een voorbeeld van een anorganische stof. |
| Organische stoffen | Stoffen die door levende organismen worden geproduceerd of gebruikt, en die door het lichaam kunnen worden opgenomen en verwerkt. Plantaardig en dierlijk voedsel bevatten organische mineralen. |
| Actieve mineralen | Goed opneembare mineralen die via plantaardige en dierlijke producten in het lichaam terechtkomen en deelnemen aan stofwisselingsprocessen. |
| Inactieve mineralen | Mineralen die slecht opneembaar zijn, niet door cellen worden herkend en niet deelnemen aan stofwisselingsprocessen. Ze kunnen het lichaam belasten en schadelijk zijn. |
| Droogrest | De hoeveelheid vaste stof die overblijft na het verdampen van een liter water bij 180°C. Het geeft een indicatie van het mineraalgehalte van bronwater. |
| pH-waarde | Een maat voor de zuurgraad van een waterige oplossing. Een pH van 7 is neutraal, lager dan 7 is zuur en hoger dan 7 is basisch of alkalisch. |
| Essentieel | Een stof die het lichaam niet zelf kan aanmaken en dus via de voeding opgenomen moet worden om te functioneren. Mineralen zijn essentiële voedingsstoffen. |
| Hydratatie | Het proces van het voorzien van het lichaam van voldoende vocht. Adequate hydratatie is cruciaal voor alle lichaamsfuncties. |
| Dehydratatie | Een staat van vochttekort in het lichaam, waarbij de vochtopname minder is dan de vochtuitscheiding. Dit kan leiden tot diverse gezondheidsproblemen. |
| Metabolisch proces (stofwisselingsproces) | Een reeks chemische reacties die plaatsvinden in levende organismen om leven te onderhouden. Mineralen spelen een belangrijke rol als cofactoren in veel van deze processen. |
| Vochtbalans | De evenwichtige verhouding tussen de opname en uitscheiding van vocht in het lichaam, essentieel voor het behoud van homeostase. |